rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl...

52
6e jaargang, nr. 4, december 1988 X^rLnU \> Duinen, r% ' w ( Hirchuus.cn it V .v'-.rv y?/ ^4 .4 T ïti a £ si ir n k ir s c T ^ S E M E, R. litres Benr E ng /..V J ^ B la li' ,: « vy -> vL A A R EemnesBoyten ^ *■ ïsg-= • B lok la nds •lr J ^ ■r: '■ ^ ,p </' S*StAa*p SiAstte Kernnet Binnen k* l ' 1. ? / <U5]dschrittyu.^de— - — -r rre^gmg’van Vrienden van het Gooi ^ c “ ------ c,l^ic V ~ ' a ' -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem fife Kembruo ^ r<2S5: I.andt Baren

Transcript of rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl...

Page 1: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

6e jaargang, nr. 4, december 1988

X ^ r L n U

\> D uinen, r% ' w

( Hirchuus.cn i t■ V • .v '-.rv

y ? / ^4 .4 T

ï t i a £ si ir n k ir

s c T

S E M E, R.litres Benr

E n g/..V J ^ B l a

li' ,: «vy ->v L A A R

EemnesBoyten ^

*■ ïsg-= •B lo k la n d s

•lr J ^■r: '■ ^ , p </'

S*StAa*p SiAstte

Kernnet Binnenk* l '

1. ? / < U 5 ] d s c h r i t t y u . ^ d e — - — - r

rre^gmg’van Vrienden van het Gooi^ c “ ------ c,l ic V ~ ' a '-Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem

f ifeK em bruo ^r<2S5:

I .an d tBaren

Page 2: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Stichting 6 Tussen Vecht en Eem’

Doelstellingen

• Het bevorderen en verbreiden van de kennis ophistorisch gebied betreffende de streek tussenVecht en Eem.

• Het bevorderen van de belangstelling voor hetbehoud van natuur- en cultuurhistorische enverdere karakteristieke waarden van de streek.

• Het bevorderen van samenwerking tussen deverschillende organisaties op voornoemd terrein.

TVE tracht haar doelstellingen te bereiken door:Het uitgeven van een tijdschrift in samenwerking metde Vereniging van Vrienden van het Gooi.Het jaarlijks organiseren van een Open Dag in eenvan de gemeenten in de regio.Het bevorderen en doen publiceren van historischonderzoek.Het organiseren van lezingen en bijeenkomsten.Het pleiten voor instandhouding van karakteristiekeroerende en onroerende monumenten.

Organisatie

Binnen het Algemeen Bestuur (AB) van TVE zijnca. 25 lokale en regionale organisaties Op historischen aanverwant gebied vertegenwoordigd. Voortskent het AB leden die daarin op persoonlijke titelzitting hebben. Uit en door het AB is een DagelijksBestuur gekozen dat op dit moment uit 6 personenbestaat.

Historie

TVE is opgericht op 22 mei 1970. TVE vormt echterin feite de voortzetting van de in 1934 opgerichteStichting ‘Museum voor het Gooi en omstreken’,later Vereniging van Vrienden van het GooisMuseum, welke in 1969 werd opgeheven en waarvande bezittingen zijn overgedragen aan de gemeenteHilversum.

Werkgebied

Het werkgebied van TVE omvat het Gooi, deNoordelijke Vechtstreek en het Oostelijk randgebieden beslaat de gemeenten: Baarn, Blaricum, Bussum,Eemnes, ’s-Graveland, Hilversum, Huizen, Laren,Lóosdrecht, Muiden, Naarden, Nederhorst denBerg, Nigtevecht en Weesp.

Dagelijks bestuur

voorzittermr F. Le Coultre, Koningin Wilhelminalaan 1,1261 AG Blaricum, 02153-83013secretarisP.A.C. Scholten-van der Laan, Turfpoortstraat 44,1411 EH Naarden, 02159-49132penningmeestermr P. de Jong, Enghlaan 4,1261 CC Blaricum, 02153-13191ledenK. Kool, Jagerspad31,1251 ZWLaren,02153-15680drs. F.J.L. van Duim, Gerard Doulaan 30,1412 JC Naarden, 02159-41197E.W.M1 Witteveen-Brenninkmeijer, Brediusweg14a, 1401 AG Bussum, 02159-13630

Losse nummers

Tot 1983 zijn van het TVE-tijdschrift 64 nummersverschenen met in totaal ca. 400 artikelen, 2275pagina’s en 500 illustraties.VanT983 tot en met 1987 zijn van het TVE/W G-tijdschrift 20 nummers verschenen met ca 150artikelen, 1350 pagina’s en 575 illustraties.Als bijzondere nummers zijn verschenen (en nogverkrijgbaar): van het TVE-tijdschrift: het vijftigsteTVE-nummer (1979 nr.1) Erfgooiers (1980 nr.1),Laren (1980 nr.2) Jongere architectuur in het Gooi(1981 nr.2), Weesp (1982 nr.2)Van het TVE/VVG-tijdschrift: Bussum (1983 nr.2)’s Graveland, Kortenhoef, Ankeveen (1984 nr.2)50 jaar Goois Museum (1984 nr.4), Blaricum (1985nr.2) 50 jaar Vrienden van het Gooi (1985 nr.3),Eemnes (1986 nr. 2 is uitverkocht), Muiden (1987nr.2).Prijs ƒ 4,— voor normale nummers en ƒ 10,— voorbijzondere nummers, excl. portokosten. Bestellenbij K.Kool (02153-15680).

Lidmaatschap

U kunt zich als donateur van TVE aanmelden doorovermaking van minimaal ƒ 20,— op rek.nr.47.62.75.199 Amro-Bank Laren (gironr. van de bank32750) t.n. v. TVE. Nieuwe donateurs ontvangen allein het kalenderjaar dat men lid wordt verschenennummers gratis.

Page 3: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

6e jaargang, nr. 4, december 1988

Tussen Vecht en Eem

■ . v Jfg|j g ;jL|

T ijd sch rift van d e

Vereniging van Vrienden van het Gooien de

Stichting Tussen Vecht en Eem

Page 4: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

INHOUD

211 G.H.J. Holthuizen-Seegers, Amalia,Beelden van een Spiegelpand

218 M.W. Jolles, Het Hilversums Gym­nasium vijfenzeventig jaar

224 M.A.P. de Vaan, De sloop van deBlaricumse Molen

229 A.M. Voüte, Vleermuizen in het Gooi238 J. Daams, Terra-Nova, Oostervecht

244 Literatuur247 VVG activiteiten249 Gooisch Natuurreservaat251 TVE activiteiten252 Goois Museum255 Varia

Bij de titelpagina: Villa Amalia te Bussum.

REDACTIEVoorzittermr M.W. Jolles, Larixlaan 10, 1213 SZ Hilversum,035-14227SecretarisE.A.M. Scheltema-Vriesendorp, Turfpoortstraat39, 1411 EE Naarden, 02159-43610LedenJ. Daams, Zuidsingel 23, 1241 EH Kortenhoef,035-60601dr A.J. Kölker, Jan Steenstraat 41, 2162 BM Lisse,023-163360 (kantoor)drW .K. Kraak, Wielewaallaan38,1403 BZ Bussum,02159-15725E.E. van Mensch, JHB Koekkoekstraat 26,1214 ADHilversum, 035-234913Mw. C.M. Abrahamse, J.H . Meijerstraat 24,1214 NJ Hilversum, 035-44946D.A. Jonkers, Juffersland 16, 3956 TT Leersum,03434-51109J. van der Woude, Jonneveen 25, 3755 XA Eemnes,02153-13701

Alle kopij s.v.p toezenden aan redactiesecretariaat,Turfpoortstraat 39, 1411 EE Naarden, 02159-43610.

Dit tijdschrift wil verleden, heden en toekomst van hetGooi e.o. in al zijn facetten belichten, vooral met alsinvalshoeken het historisch perspectief en natuur,milieu, landschap en ruimtelijke ordening.Het tijdschrift verschijnt sedert 1983 als gecombineerdeuitgave van de Stichting Tussen Vecht en Eem (TVE) ende Vereniging van Vrienden van het Gooi (VVG). Het iseen voortzetting van enerzijds het tijdschrift van TVEdat sedert mei 1970 verschijnt en waarvan tot eind 198264 nrs. gepubliceerd waren en anderzijds van hetinformatiebulletin van de Vrienden waarvan sedert 197029 nrs. verschenen waren.

Stichting ‘Tussen Vecht en Eem'-Vereniging van Vrienden van het Gooi.ISSN 0169-9334.

Jrg. 6, no. 4, december 1988.Oplage van dit nummer van het TVE/VVG-tijd-schrift: 5000 exemplaren.

® TVE/VVG 1988. Gedeeltelijk overnemen vanartikelen slechts onder uitdrukkelijke bronvermelding.Voor geheel overnemen s.v.p. contact opnemen metredactiesecretariaat.

Druk: Spieghelprint, Gooilandseweg 14,1406 LL Bussum, 02159-14074.

Page 5: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Villa AmaliaBeelden van een Spiegelpand

G.H.J. Holthuizen-Seegers

Regionale en plaatselijke geschiedschrijvingmag zich de laatste jaren in een toenemendebelangstelling verheugen. Zo is de geschie­denis van Bussum al op velerlei wijzen inbeeld gebracht: in dorpsbeschrijvingen,jubileumuitgaven en in regionale studiesover het Gooi.Zoals regionale en lokale geschiedenis deeluitmaakt van een groter geheel, zo kan ookeen detailstudie van een enkel gebouw eenweerspiegeling geven van economisch-maat-schappelijke ontwikkelingen in een brederkader.Omdat de villa Amalia aan de Meerwegnummer 7 te Bussum in het afgelopen jaarvolledig werd gerestaureerd en eind 1988door Technipower Holding B.V. officieel ingebruik zal worden genomen, werd mijverzocht over dit pand een geschiedkundigestudie te maken. De publicatie hiervan komtdirect na de ingebruikname ter beschikking.Dit artikel bevat de belangrijkste punten uitde historie van villa Amalia, ook wel het’Huis met de beelden’ genoemd.

Hoewel Bussum pas in 1817 een zelfstandigegemeente werd, gaat haar geschiedenis tochwel wat verder terug, gezien het verpon-dingscahier van 1514, waarin Bussum als eenbescheiden gehucht met 36 haardstedenvermeld staat. Eind 18e eeuw telt het dorp47 huizen, bewoond door 73 huishoudens enhet aantal inwoners wordt op 200 geschat.De stad- en dorpbeschrijver Van Ollefenweet over Bussum weinig meer te vertellendan dat er een leegstaand kerkje staat meteen houten torentje, waarin een goedonderhouden uurwerk hangt. Wereldlijkegebouwen zijn er niet te vinden. Als beziens­waardig worden enkele hofsteden, nabijOud Bussem gelegen, aangemerkt, alsmedede hoeve Kraailoo. Logementen ontbrekengeheel en reismogelijkheden zijn minimaal.

Hoe totaal verandert dit beeld met de komstvan de spoorlijn in 1874. In sneltreinvaartontwikkelt zich het landelijke dorp tot eendynamische woon- en werkgemeenschap.Vooral dankzij particulier initiatief krijgtonder andere het Spiegel gestalte. Door debouwmaatschappij ’Nieuw Bussum’ werd ditgebied in ontwikkeling gebracht. Destichters, onder wie Joseph Herman Biegelen Petrus Johannes Loman, namen deexploitatie met voortvarendheid ter hand enwe zien dan ook dat aan het Nassauparktussen 1889 en 1905 enkele tientallen statigevilla’s verrijzen, alle ruim van opzet, zowelwat de bouw als de perceelsgrootte betreft.In een tijd, waarin personeels- en verwar-mingskosten nog geen rol van betekenisspeelden in het huishoudbudget, was dezestijl volkomen acceptabel en tot aan decrisis, eindjaren twintig, zullen de bewonersmet volle teugen genoten hebben van huis,tuin en omgeving.

Nu, in 1988, ruim honderd jaar nadat deeerste spade in de grond werd gezet, is het’Spiegelbeeld’ drastisch veranderd. Zeker,er is een prachtig villagebied ontstaan, maarde bebouwing is veel intensiever gewordendan ’Nieuw Bussum’ ooit voor ogen had.Van de in de beginperiode gebouwde villa’szijn er diverse verdwenen. Ruimtegebrek enveranderde economisch-maatschappelijkeomstandigheden liggen hieraan ten grond­slag. Greep men in de jaren zestig wat al tegemakkelijk naar de slopershamer, delaatste decennia gaat men zich meer en meerbezinnen op behoud en zo mogelijk restaura­tie van karakteristieke panden.Aan de entree van het Spiegel vindt menzo’n pand, dat letterlijk beeldbepalend voorhet villapark genoemd mag worden:Villa AMALIA, ofwel het 'Huis met de

211

Page 6: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

\

Amalia Henrietta Cornelia Elisa Jordan,naamgeefster van de villa.

I

beelden’ aan de Meerweg nummer 7.Dankzij particulier initiatief en de medewer­king van het gemeentebestuur kon Amaliabehouden blijven.

Zoals elke villa die rond de eeuwwisselingwerd gebouwd, heeft Amalia haar eigengeschiedenis. Kosten noch moeite zijngespaard bij de bouw. Zij heeft verschillendebewoners gehuisvest, diverse bestemmingengehad, geraakte enigszins in verval, doch isnu in volle glorie hersteld.De geschiedenis van Amalia begint op 28oktober 1899, toen de erven van mevrouwJohanna Adriana Boudewijnse, weduwe vanPieter Haverkamp, overleden op 10 augustus1899, in een der lokalen van het hotel de

Rozenboom te Bussum overgingen tot deopenbare verkoop van een vijftal onroe­rende goederen, alle gelegen in het Spiegel.De vijf percelen worden op de gewone wijzeelk afzonderlijk bij opbod en afslag geveild.Wanneer ze tenslotte gezamenlijk in veilingworden gebracht, weet de heer JohannesHulsman, zonder beroep, wonende teBussum, voor ƒ 21.132,- het totale onroe­rend goed van de erven Haverkamp inhanden te krijgen. Op 12 maart 1900 wordtbij notariële akte formeel deze overdrachtvastgelegd.Hulsman werd in 1852 te Amsterdamgeboren en woonde in de jaren negentig vande vorige eeuw in Vreeland, waar hijingeschreven stond als winkelier. Hij isgehuwd met Amalia Henrietta CorneliaElisa Jordan, eveneens te Amsterdamgeboren in 1851 en weduwe van AugustAntonius Penn. Uit het eerste huwelijk vanAmalia is in 1878 een zoon geboren,Heinrich Ludwig Friedrich Penn, en hetechtpaar Hulsman-Jordan kreeg tussen 1885en 1893 nog zes kinderen, waaronder eentweeling in 1890, die op zeer jonge leeftijdoverleed.Met hun vier kinderen en stiefzoon Heinrichvestigde het gezin zich in 1895 aan deVlietlaan te Bussum in de villa Willem Teil.Tezamen was het echtpaar eigenaar van devilla die het bewoonde, een woning teVreeland, een hotel-café in Abcoude en eenvijftal huizen te Amsterdam. Hulsmanbesloot zijn carrière te richten op de handelin onroerend goed, en nadat hij in 1900 zijnbezit had uitgebreid met de percelen in hetSpiegel, leek het hem zinvol de goederenonder te brengen in een vennootschap,waarin deelnamen Johannes Hulsman,Amalia Jordan en Heinrich Penn. Op 13augustus 1901 is dan ook de firma Hulsman-Penn opgericht. De vennootschap werdaangegaan voor de tijd van twintig jaar enhad tot doel het drijven van handel inroerende en onroerende goederen en deexploitatie daarvan.Hulsman besloot op het perceel aan deMeerweg een villa voor eigen bewoning tebouwen. Gerrit-Jan Vos, die zich had wetenop te werken van timmerman tot architect-

212

Page 7: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Villa Amalia in 1911.

mmrn"nv" .........

K & iV ; * m^ ' r V - . - f ' ** * " ■

. ' #* ' S " '

tilMÜI

I

bouwkundige en die aan de Huizerweg teBussum woonde, maakte het ontwerp.Zoals bij zovele particuliere huizen, die rondde eeuwwisseling gebouwd zijn, is er ookhier geen specifieke bouwstijl te herkennen,hoewel de entree enigszins aan de Jugendstildoet denken. Een robuuste opzet met veelwooncomfort is het algemene kenmerk. Dewaterpartij werd volledig intact gehouden enover de vijver werd een brug gebouwd, waaraan weerszijden beelden geplaatst werdenmet toortsen in de hand, die de bezoekerseen warm welkom heetten. De villa kreeg denaam Amalia, als eerbewijs aan de vrouwdes huizes.In 1902 betrok het gezin de villa, maar langheeft het er niet van genoten, want op31 december 1904 verhuisde de familie naarBloemendaal. Als gevolg van een dreigendfaillissement van Hulsman werd de vennoot­schap voortijdig opgeheven en dit leidde toteen scheiding en verdeling van de goederen,waarbij ondermeer de villa Amalia aan

Heinrich Penn toeviel.Tussen 1904 en 1909 is Amalia ofwel doorPenn bewoond ofwel verhuurd geweest. Eenthans 87-jarige dame herinnert zich tenmin­ste, dat ze als dochter van de tuinbaas op vijf-a zesjarige leeftijd, tezamen met anderekinderen van personeelsleden, rond Kerst­mis ontvangen werd in de hal van het huis. Inhaar ogen reikte de kerstboom, die daaropgesteld stond, tot aan de koepel van hetdak.

In 1909 wordt Amalia door Penn verkochtaan de familie Vinke. Wolbertus Vinke wasop 1 december 1862 te Winschoten geborenalwaar hij manufacturen-koopman werd. Innovember 1888 huwde hij met de toen22-jarige Elisabeth Holt uit Haarlem. Zijvestigden zich aan de Schiekade 117 teRotterdam. De koopman in manufacturenboerde kennelijk goed en bereikte in 1909een hoogtepunt in zijn carrière met de bouwvan het eerste Vroom en Dreesmann-waren-

213

Page 8: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

mm ■K

De salon met de empire tafel met de beelden.

huis te Rotterdam, waarin hij voor 50%eigenaar was, terwijl de heren Vroom enDreesmann elk 25% bezaten.

Wellicht vond Vinke de tijd gekomen om hetwat kalmer aan te doen en zich in het schoneen rustige Bussum terug te trekken. Inseptember 1909 kocht hij Amalia, waar hijzich met echtgenote en vijf kinderen indecember van dat jaar vestigde. Roomscheblijheid was hem niet vreemd, doch tweenaakte dames aan de ingang van zijn villaging hem kennelijk te ver. Bovendien was hij’kleeding-koopman’ en wat is er dus logi­scher dan dat hij de dames liet aankleden.Ook de drie naakten die de prachtigesalontafel schraagden, kregen een gewaad,zij het niet uit de magazijnen van Vroom enDreesmann.Met veel vreugde heeft de familie VinkeAmalia bewoond. Het was een komen engaan van familie en vrienden. De heer Vinkebleef er tot aan zijn dood op 11 december1931 wonen. De kleinkinderen logeerdenvaak bij hem en bewaren fijne herinneringenaan die tijd.

Na het overlijden van Wolbertus Vinke staathet pand gedurende enkele jaren leeg. In1934 toont de heer Israil van Essen, directeurvan de bouw- en handelsmaatschappij N.V.Polonius te Bussum belangstelling, zij hetmeer voor het terrein dan voor de villa zelf,vooral nadat in de schoonheidscommissievan de gemeente Bussum een verkavelingvan het perceel ter sprake is geweest. Dewoordvoerder van Polonius, de heer W.J.Krijnen, verlangt echter, alvorens totaankoop over te gaan, enige zekerheidomtrent hetgeen er op het terrein gebouwdmag worden.Het gemeentebestuur geeft kort daarop zijnfiat aan het verkavelingsplan en de bouw vantwee villa’s en Polonius wordt op 15 decem­ber 1934 eigenaar van de villa en het daarbijbehorende terrein voor de somma vanƒ 28.000,-. Volgens de notariële akte is Is.Naarden een van de getuigen bij de over­dracht en op dezelfde datum vindt doordezelfde notaris de verkoop van de villaAmalia (met een grondoppervlakte van3415 m2) aan de heer Is. Naarden plaats voorƒ 18.000,-. De N.V. Polonius is dus voorƒ 10.000,- eigenaar van een bouwterrein van

214

Page 9: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

1326 m2 geworden. In december 1934constateert de N.V., dat het geheel toch welwat te duur is aangekocht.Omdat Is. Naarden de villa zou gaangebruiken voor een schilderschool, tentoon­stellingsruimte, lezingen, cabaret endergelijke, concludeert de heer Krijnen datde welstand van Amalia en het terrein vooreen groot gedeelte weg is. ’’Neem daarbij deongunstige economische toestand, die zichelke maand nog in ongunstiger verhoudingwijzigt (Wat U Edl feitelijk nog beter weetals ik)... wij doen liever (zoonodig direct) destal te sloopen en het terrein te bebouwen.Maar met twee enkele villaatjes is dat hedenniet te doen. Daar zij n geen gegadigden voorte vinden.” Zo schrijft Krijnen aan deburgemeester. Uiteindelijk gaat degemeente akkoord met de bouw van eenenkele en een dubbele villa, die nog in 1935gerealiseerd wordt.

De nieuwe eigenaar-bewoner van Amalia,de heer Is. Naarden, werd op 16 april 1902 teAmsterdam geboren. Hij zag niets in hetberoep van zijn vader, diamantslijper, enzocht zijn eigen weg via de Rijksacademie teAmsterdam, waar hij lessen kreeg van onderandere Van de Waay, Wolter en J.H. Jurres.In Amalia stichtte hij een centrum voorkunst. Hij had op de zolderverdieping zijneigen atelier, waar hij ook lessen gaf.De mogelijkheid om van Amalia eencultureel centrum te maken ontstond, nadatin 1930 hèt Culturele centrum van Bussum,Concordia, door brand verwoest was. Is.Naarden probeerde iets te redden van deculturele activiteiten. Hij stelde zijn huis enatelier beschikbaar aan de vereniging vanbeeldende kunstenaars in Bussum, organi­seerde exposities, verschafte onderdak aande volksuniversiteit en andere verenigingen,er werden concerten in Amalia gegeven enverschillende geestelijke stromingen hieldener bijeenkomsten.De oorlog maakte een einde aan de cultureleactiviteiten in Amalia. Is. Naarden moestonderduiken en werkte in die jaren onder denaam Dirk Jan Slinger. Amalia was in deoorlogsjaren gevorderd en Is. Naarden

De eetkamer. Haard met opschrift: Eenvriéndelijk gezicht is het beste gericht. Nogintakt.

rnmÊÊm

* .

stuitte op grote problemen toen hij het huisna de oorlog weer wilde gaan bewonen. Hetwas bezet door noodscholen en werdbewoond door de leraren daarvan. Metmoeite kon er een plaatsje voor hem wordenvrijgemaakt. De moed om zijn vroegereplannen opnieuw ter hand te nemen ontbrakhem.In 1955 vertrok hij naar Laren, waar hij zichonder de kunstenaars al spoedig veel beterthuis voelde.Gedurende de verkooponderhandelingen in1955-1956 werd Amalia bewoond door eenaantal huurders. Het heeft maar een haartje,oftewel ƒ 10.000,-, gescheeld of de villa wastoen onder de slopershamer gevallen. Erbestond namelijk belangstelling voor hetperceel om, met behoud van de vijver, er een

215

Page 10: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

flatgebouw te stichten. Gelukkig was deHersteld Apostolische Gemeente(HAGEA) bereid iets meer, ƒ 65.000,-,voor het pand te bieden, waardoor hetbehouden kon blijven. De begane grondmoest echter gedeeltelijk ontruimd wordenom als kerkruimte dienst te kunnen doen,maar de bewoners van de vertrekken op deverdieping mochten blijven.

Van 1956 tot 1971 wordt Amalia dus deelsvoor kerkelijk werk (twee kamers op debegane grond) en deels voor bewoninggebruikt. Eind 1971 staan de woonruimtenop de verdieping leeg en woont op de beganegrond alleen nog de heer H.G. Bethlehem.Dan gaat de Stichting ’Sinnehoek’ belang­stelling tonen voor het perceel aan deMeerweg 7.De Stichting dient bij de gemeente Bussumeen verzoek in voor de bouw van een geheelnieuw tehuis op die plaats. En vraagt anderstoestemming het bestaande pand, eventueeluitgebreid met vleugels, in gebruik te nemenvoor de huisvesting van demente bejaarden.B&W weigeren vooralsnog, omdat Amaliaeen woonbestemming heeft.Desondanks koopt ’Sinnehoek’ het pand. In1977 wordt toestemming verleend de beganegrond in gebruik te nemen als therapie-ruimte voor geestelijk gehandicapte bejaar­den. De vrijstelling is geldig tot uiterlijk1 januari 1981 en onder de voorwaarde dat ergeen in- of uitwendige veranderingenworden aangebracht en dat de eersteverdieping voor normale bewoning behou­den blijft.In 1978 gaat de gemeente akkoord met debouw van een dubbele garage en carport ophet terrein. In juli 1979 ontruimt Sinnehoekde benedenverdieping en wil het pandverkopen. Van gemeentewege wordt dannaar eventuele gebruiksmogelijkhedengekeken. Serieus wordt overwogen dewoonbestemming te handhaven, eventueelna splitsing in ruimten voor één- en tweeper­soons huishoudens. Voor een kantoorbe-stemming met woonruimte voelt menvooralsnog niets, evenmin als voor eengroepspraktijk met woonruimte. Ook sloop

en nieuwbouw van ofwel een flat, ofwelgeschakelde bungalows is uit stedebouwkun-dig oogpunt niet haalbaar.Uiteindelijk lijkt splitsing in appartementennog de meest reële mogelijkheid.

Maar dan wordt in september 1979 ook inBussum de opvang en huisvesting vanbootvluchtelingen actueel. Sinnehoek biedthaar panden, gelegen aan de Graaf Wich-manlaan (De Lijster), het Nassaupark 4a enAmalia te huur aan het ministerie vanCultuur, Recreatie en Maatschappelijk werkaan voor dit doel. Het gemeentebestuurheeft echter bezwaren, met name tenaanzien van Amalia. Weliswaar werd destichting tot 1 januari 1981 vrijstellingverleend de begane grond aan de woonbe­stemming te onttrekken, de bovenverdie­ping mocht uitsluitend gebruikt worden voordaadwerkelijke ’normale’ bewoning.Uiteindelijk werd toch toestemming ver­leend er tijdelijk Vietnamese bootvluchtelin­gen te huisvesten en de garage mochtverbouwd worden tot een kindercrèche voorde Vietnamese kindertjes.In Amalia werden zo’n dertig tot veertigonvolledige gezinnen gehuisvest, waaronderveel alleenstaanden en kinderen zonderouders. Veelal waren dit kinderen die dooreen oom of tante, oudere broer of zuster opde vlucht waren meegenomen.Een aantal Bussumse particulieren trok zichpersoonlijk het lot van de vluchtelingen aan.Zij traden in contact met gezinnen en/ofkinderen, waaruit een hechte hand groeide,die bij sommigen is blijven bestaan, ooknadat de Vietnamezen uit Bussum warenvertrokken. Uit briefwisselingen blijkt, datdeze contacten door de Vietnamezenbijzonder gewaardeerd worden. Zij houdenhun Bussumse vrienden op de hoogte vanhun reilen en zeilen in de nieuwe woon­plaats, van hun aanpassingsproblemen daaren van heuglijke feiten als gezinsuitbreidin­gen. Bezoekjes over en weer hebben nietzelden plaatsgevonden en uitwisselen vancadeautjes was daarbij voor de kinderen eenhoogtepunt.Inmiddels had de stichting Sinnehoek het

216

Page 11: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

pand verkocht aan Bouwburo De ZilverenStroom B. V., of aan Essenburgh B. V .,beide te Amsterdam gevestigd en beidestaand onder dezelfde directie. De nieuweeigenaar verhuurde Amalia na het vertrekvan de bootvluchtelingen aan een 25-talbewoners. Dit bleek evenwel een uitermateverliesgevende aangelegenheid te zijn.Waarschijnlijk mede als gevolg van dediverse bestemmingen van het pand sedert1957 blijkt het gebouw nogal wat geleden tehebben. Het achterstallig onderhoud is inseptember 1986 enorm blijkens de klachten­lijst van de toenmalige bewoners.

De nieuwe eigenaar sedert juli 1986,Technipower B.V., is dezelfde meningtoegedaan en komt tot de conclusie datslechts met een totale renovatie het pand teredden is.In februari 1987 vindt overleg plaats tussenTechnipower en de gemeente Bussumteneinde de toekomst van Amalia vast testellen. De eigenaar wil tot restauratieovergaan en vraagt toestemming er eenkantoor te vestigen, daar behoud van dewoonbestemming financieel niet uitvoerbaaris. Omdat handhaving van beeldbepalendegebouwen in het Spiegel op dat momentnogal actueel is, rijst de vraag of behoud vanAmalia voor kantoorgebruik niet te verkie­zen is boven eventuele sloop en nieuwbouwvan appartementen ten behoeve van dewoonbestemming.In september 1987 krijgt Technipowertoestemming het pand aan de Meerweg 7 alskantoor in gebruik te nemen, waarbij degemeente de wens uitspreekt, dat door derenovatie het voortbestaan van Amaliagedurende lange tijd zal zijn gewaarborgd.Toen de villa op 15 augustus 1987 leegkwam, werd, in samenwerking met eendochter-onderneming van TechnipowerHolding B.V., te weten Bouwgoed B.V., enin overleg met het architectenbureau DickSchmeding uit Amsterdam, een basisplangemaakt om door middel van restauratie enrenovatie zo getrouw mogelijk de oorspron­kelijke situatie te benaderen. Tevenswerden door Jan des Bouvrie de interieur-

en kleuradviezen gegeven.Uiteraard waren enige concessies onvermij­delijk, daar het pand, dat oorspronkelijk eenwoonbestemming had, aangepast moestworden aan de huidige functie van kantoor­gebouw.Nu de renovatie voltooid is, kan gesteldworden dat Technipower volledig geslaagdis in haar opzet: behoud van een beeldbepa­lend Spiegelpand dat aan alle eisen vanschoonheid en functionaliteit voldoet.Een felicitatie aan de eigenaar en aan allemedewerkers, die dit hebben gerealiseerden die hebben aangetoond, dat er ook nog in1988 mensen zijn met liefde voor het vak, dieeen dergelijke operatie kunnen uitvoeren, ishier wel op zijn plaats.

BRONNENGemeente-archieven van: Bussum, Amsterdam,Hilversum en Loenen.Rijksarchief Noord-Holland te Haarlem.Stichting kunstschilder Is. Naarden te Amstel­veen.Foto’s uit particulier bezit van de families Vinkeen Hulsman.

LITERATUURJ. Biegel, Schilderachtig Gooiland. Bussum, 1987.J. Bruineman-Kaarsgaren en C. van Vliet, Dorpmet de groene Spieghel. Honderdvijftig jaarBussum. Hilversum, 1966.A.N.J. Fabius, Geschiedenis van Bussum.Bussum, 1973.A. Kalma e.a., De geschiedenis als tuin- envilladorp. In: Tussen Vecht en Eem, jrg. 1, nr. 2,mei 1983.J .P. Koenraads, Voorwoord bij een expositie-bro-chure van Is. Naarden. z.p. z.j.G.M. Langemeijer, Een kijkje in het Nassaupark.In: Contactblad Hist. Kring Bussum, jrg. 1, nr. 1,december 1984.

217

Page 12: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Het Hilversums gymnasiumvijfenzeventig jaarM. W. Jolles

Toen een volkstelling van 1910 aangetoondhad dat de gemeente Hilversum het inwo­nersaantal van 20.000 had overschreden, gafde wet nog drie jaren uitstel van de bepalingvan de Hoger Onderwijswet dat in elkegemeente, waarvan de bevolking 20.000zielen te boven ging, een gymnasium moestworden opgericht of naar de voorschriftenvan de wet ingericht en in stand gehoudenmoest worden. Alleen als op goede grondenkon worden aangetoond, dat op bezoek vaneen gymnasium weinig te rekenen viel, konde regering vrijstelling geven.Het werd in 1912 dus tijd er wat aan te gaandoen en burgemeester J.C. Gülcher en zijnwethouders dienden bij de gemeenteraadeen voorstel in, d.d. 15 maart 1912, tot hetoprichten van een gymnasium. Het voorstelbevatte de volgende begroting van destichtingskosten:gebouw, inclusief grond, woningvoor de claviger, meubelen endiversen ƒ 60.000,-minus rijksbijdrage van de helftvan de kosten, behalve die vanhet gebouw, dus 50% vanƒ 7.000,- begroot voor meubelenen diversen ƒ3.500,-

Totaal ƒ56.900,-

Rente en aflossing begroot op ƒ 4.000,- perjaar, wat op ongeveer 7% neerkomt.Het gebouw zou in de buurt van de H.B.S.moeten komen, aan de toen nog onverhardeSchuttersweg, omdat het gebruik van delaboratoria en het gymnastieklokaal van dieschool voorzien was om de kosten laag tehouden. De school zou op 1 september 1913geopend moeten worden, nadat in hetvoorjaar van dat jaar een oproep voorleerlingen gepubliceerd was.

Veel meer bevatte het voorstel niet, metname weinig over de salarissen van hetlerarencorps en slechts enige vage aandui­dingen over het te verwachten aantalleerlingen.Op 26 maart 1912 nam de gemeenteraad hetvoorstel in behandeling en al gauw bleek,dat de tegenstanders hun woordvoerdervonden in mr V.H. Rutgers, de voorstandersin mr J. Hingst, maar deze onder reserve.Immers hij verklaarde wel vóór een gymna­sium te zijn, maar zag een zwaard vanDamocles boven zijn hoofd hangen in devorm van de Ineenschakelingscommissie!Hij zou dus liever wachten, want de commis­sie met die mooie naam zou willen komen toteen vereniging van gymnasium en H. B. S., almeende de voorzitter van de raad dat er,zeker voorlopig, weinig zou veranderen.Wel was te verwachten, dat het gymnasialeonderwijs gewijzigd zou worden, maar nietin één school samengevoegd met de H.B.S.Rutgers verklaarde rondweg tegen te zijn.Het argument dat de oprichting van eengymnasium bewoners zou aantrekken en weljuist de meer gegoeden, maakte weinigindruk op hem, want dat sloeg vooral opforensen, wier zaken op de handel gerichtwaren en wier zonen dus juist naar de H.B .S.zouden gaan.

Anderen voelden zich vooral door hetkostenaspekt bezwaard; de gemeente hadtoch al zware financiële lasten en in de nabijetoekomst zou er nog wel voor dringenderzaken beroep op de kas gedaan worden.Bovendien vond men de jaarlijkse lasten vanƒ 12.000,- voor salarissen en onderhoud tehoog.Enkele cijfers kwamen op tafel:salaris rector vaneen volledig gymnasium ƒ3.500,-idem leraar oude talen ƒ 2.200,-

218

Page 13: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Het Hilversums Gymnasium voor de eerste verbouwing.

idem conrector ƒ 2.500,-idem leraar moderne talen,aardrijkskunde, geschiedenis ƒ2.300,-idem leraar Frans ƒ 1.600,-idem leraar Duits en Engels ƒ 1.300,-

En verder, dit bezwaar lijkt terecht, vond deraad het voorstel maar zeer gebrekkigonderbouwd met een zo reëel mogelijkeschatting hoeveel leerlingen nu eigenlijk teverwachten waren. Anderen waren gewoontegen; ouders, die hun kinderen hogeropwilden sturen, konden best in Utrecht ofAmersfoort terecht; laat Hilversum maareen rustig dorp blijven zonder anderonderwijs dan er was! En één spreker wistdat zijn buurlui ook niet dweepten met eengymnasium, waarop de voorzitter van deraad: ”U hoeft niet voor uw buren tespreken!”.Het resultaat van de discussie was dat hetvoorstel met zes stemmen voor en zeventegen werd afgestemd.Het college van Burgemeester en Wethou­

ders reageerde prompt. Opnieuw werd eenvoorstel aan de raad aangeboden, dat op 28mei 1912 in behandeling kwam, maar dat nuwat beter onderbouwd was. De discussiebood niet veel nieuws: een gymnasium wastoch eigenlijk een luxe, waaraan men nietmoest beginnen zolang er nog zoveel aanlager en ander onderwijs ontbrak. Wel gafmen toe, dat de stichting van zo’n luxeobjekt in het belang van de gemeente zoukunnen werken door een soort bewonersaan te trekken, die meer belasting zoudenbetalen, zodat de armeren zouden profite­ren.Gelukkig kwam er uit al dit gepraat toch weleen lijn naar voren: een onderzoek onderouders van in Hilversum en omgevingschoolgaande kinderen had aangetoond, dater wel voldoende belangstelling voor eengymnasium te verwachten was.Prof J.C. Matthes had een adres aan degemeenteraad gericht, door 143 medestan­ders ondertekend, met een verzoek eengymnasium in Hilversum te stichten. Zobegon tenslotte het besef door te dringen.

219

Page 14: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

dat de gemeente zowel materieel als ideëelgebaat zou zijn, terwijl andere mogelijkhe­den van onderwijs nog te vaag en te verafwaren. Zo nam de gemeenteraad het kloekebesluit in Hilversum een gymnasium op terichten met 12 voorstemmers en 9 tegen.

De gemeente heeft er nooit spijt van hoevenhebben. Van het begin is de school eensucces geworden!Zaken werden snel geregeld in die tijd. Op6 december 1912, in hetzelfde jaar dus,werden op het gemeentehuis de door de raadbenoemde curatoren geïnstalleerd:prof dr J.C Matthes, dr N.P. Kapteyn,mr Th.M. Verster, mr dr A.G. Schouten enmr P.J. Reymer, die later burgemeester vanHilversum en daarna minister van Water­staat zou worden.Op de hoek van de Albertus Perkstraat en deSchuttersweg werd een geschikt terreingevonden. Op 26 februari 1913 werd debouw aanbesteed - te laat, klagen curatorenin hun eerste verslag aan de gemeenteraad -en het kwam ook nog te laat klaar, waardoorde school pas op 8 september 1913 geopendkon worden: zegge en schrijve een hele weekte laat!

De pas benoemde curatoren zaten ook nietstil. Begin 1913 werden uit 12 sollicitanteneen rector en uit 130 sollicitanten naarconrectoraat en leraarsbetrekking (verloktdoor de voor die tijd hoge salarissen, schrijftde rector in het Gedenkboek Hilversum1424-1924) een conrector en 10 lerarengekozen. Dit getal werd in het begin van deeerste cursus nog met drie vermeerderd. Hetis de moeite waard te lezen hoe het collegevan curatoren in zijn eerste cursusverslag hetlerarencorps presenteert: dr G. Blokhuis,rector in Alkmaar, rector en leraar oudetalen; dr L. Alma, leraar in Utrecht,conrector en leraar oude talen; dr H.M.Leopold en dr W.E.J. Kuiper, leraren oudetalen; drM. Schönfeld, leraar Nederlands enaardrijkskunde; dr H. Terpstra, leraargeschiedenis; dr P. Valkhoff, leraar Frans;J. Hovens Greve, leraar Duits, maar blijftook in Amersfoort doceren; mejuffrouw

Dr G. Blokhuis.

G. L. Kutsch Loyenga, lerares Engels, maarmag ook aan de Godelindeschool in Hilver­sum blijven doceren. Overigens blijft zemaar twee jaren aan de school verbonden,om dan de rector uit zijn weduwnaarschap teverlossen en zo indirect haar medewerkingte blijven verlenen. Dr G.K. Nugteren,leraar wiskunde, tevens raadgevend actuarisaan de Rijksverzekeringsbank te Amster­dam; dr B.H J . ter Braake, leraar natuur- enscheikunde, maar blijft ook doceren aan deH. B.S. in Hilversum.Uit de vele sollicitanten zijn de bestengekozen, talenten van den eersten rang, metreeds veel ervaring. Mogen deze geleerden,tevens uitmuntende docenten, lang blijven, zobesluiten curatoren hun verslag.De aangifte van leerlingen bleek zo groot tezijn, dat na een in de H.B.S. gehoudentoelatingsexamen, waarbij nog een aantalkandidaten werd afgewezen, met eenvolledige school van zes klassen moestworden begonnen. Weliswaar had de

220

Page 15: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

inspecteur der gymnasia geadviseerd metéén of hoogstens twee klassen te beginnen,maar dat was dus niet mogelijk. In september1913 bezetten 67 leerlingen (41 jongens en 26meisjes) alle klassen van het gymnasium enna de eerste cursus kondigden de curatorenal aan dat het volgend jaar klassen gesplitstzouden moeten worden. Weldra kondigdezich dan ook ruimtegebrek aan. In de cursus1915-1916, midden in de oorlogstijd dus,werd het gebouw vergroot, zodat er 10klaslokalen waren, kamers voor curatoren,docenten en rector; verder een bibliotheeken een gymnastieklokaal dat tevens als auladienst zou doen.In 1921 vond een tweede uitbreiding plaats,ditmaal met lokalen voor tekenen ennatuurkunde, een laboratorium en eenwerkkamer voor de amanuensis. Tenslottewerd 9 juli 1927 door de raad een krediet vanƒ 73.000,- toegestaan voor de uitbreidingmet twee vleugels, waarin het scheikunde-,natuurkunde- en natuurlijke-historie-onder-wijs ondergebracht werden. Na de kerst­vakantie kon de school in zijn nieuwegedaante in gebruik genomen worden. Datis min of meer de huidige vorm, waarin deingang aan de kant van de Schuttersweggekomen is; vroeger was die aan de AlbertusPerkstraat. Het gebouw is als het ware eenkwart slag gedraaid.Latere uitbreidingen volgden, want in 1928klagen curatoren alweer dat begin septemberde bibliotheek als klas moest wordeningericht en de bergplaats voor fietsenvergroot moest worden. En de ruim 800leerlingen van deze tijd stellen weer andereeisen!De eerste 15 of 20 j aren verandert de toonvan de curatorenverslagen niet; ze blijventevreden en positief, zoals deze passage uithet bericht over de cursus 1914-T5: Onderde voortreffelijke leiding van den Rectorheerscht een geest van orde, tucht en studielastop het Gymnasium. De intellectueele eischenworden steeds zwaarder, speciaal bij deeindexamens worden strenge eischen aan dekennis en het uithoudingsvermogen dercandidaten gesteld. Maar, zoals rectorBlokhuis zich later zou beroepen op dewaarheid van de woorden van Horatius: "Nil

sine magno vita labore dedit mortalibus”oftewel: niets geeft het leven zonder groteinspanning aan de stervelingen.Het is niet mijn bedoeling hier de verdere'geschiedenis van het gymnasium te schetsen.Liever alleen nog een paar grepen uit mijneigen gymnasiumjaren (1922-’28), omdat indie jaren het in 1913 door curatoren nietzonder enige fanfare gepresenteerdelerarencorps nog nauwelijks van samenstel­ling veranderd was. In de eerste klas begonmen met acht uren Latijn in de week. Datwas onder Leopold geen grapje, want hetwerd er in gehamerd. Hij was droog, strengen schoolmeesterachtig en zelfs toen voor deeerste keer het woord ’’quibus” ter sprakekwam kreeg een hoopvol gegrinnik geenkans zich door te zetten. Maar als debeginselen er maar eenmaal in zatenveranderde de sfeer en vierde Leopoldgeleidelijk de teugels, verdween de school­meester en verscheen de leraar. Een leraardie het gelezene zo bekeek dat er iets achterde woorden te voorschijn kwam. De grotelijn werd belicht, zodat de leerling iets van deschrijver zag. En ... ook de leraar bleekmenselijk. Wie hem nog beter leerde kennenkreeg groot ontzag voor deze schuwe, maarwarme en gevoelige man.Werd het bij Leopold nooit een jolige boel,bij dr S. Rodrigues Pereira was dat somsbijna te veel het geval. Pereira kreeg in 1923toestemming om opperrabijn van deNederlands-Portugees-IsraëlischeGemeente in Den Haag te zijn zonder zijnbaan als leraar oude talen te hoeven opge­ven . Pereira doceerde met verve en beweeg­lijk enthousiasme en vond een kleurrijke enfantasievolle vertaling soms beter dan een alte letterlijke.Enkele duidelijke sym- of antipathieën voorsommige leerlingen speelden hem wel eensparten, zoals eens tot uiting kwam in eentwistgesprek met een leerling, waarbij geenvan twee krimp gaf en de leerling zich tot eengewaagd wederwoord liet verleiden. Er vieleen omineuze stilte in de klas, totdat Pereiraeen grijns produceerde die het sein totalgemene opluchting en hilariteit gaf. Hetwas dus weer goed afgelopen!Drs F. van der Vliet moest je in één van de

221

Page 16: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Klasse III a, 1925, met dr P. Valkhoff.

;V o r5 , . . - £S3 .1

55s « iS r- -ftX

, i *

hoogste klassen hebben, dan kon je appre­ciëren welk een artiest er in hem stak. Als hijin de alpha-afdeling van klas vijf of zes eenGriekse tragedie behandelde was hij in zijnelement. De koren vertaalde hij zondermeer zelf (die zijn en blijven nu eenmaal helsmoeilijk) en dan ging hij, om dichter bij deklas te zijn, op het blad van de voorste bankzitten met de voeten op de zitting, zodat hijde leerlingen aan kon kijken, die stil engespannen luisterden en misschien eenbeginnend idee kregen waarom de grotetragediedichters tot op de huidige dag huninvloed uitoefenen.Voor ouders, curatoren en leraren hield hijeens een voordracht over de opvoedendewaarde van het leren van Grieks en Latijn.De tekst van dat verhaal zal wel niet meerbestaan. Jammer, misschien dat die ook nu,of misschien juist nu, interessant zou zijn!De docenten Nederlands, Frans en Duitswaren stuk voor stuk geleerden van naam.Valkhoff, leraar Frans, kreeg een eredocto­raat in Groningen, Schönfeld was eenautoriteit in het oud-Nederlands en dr Th.C.

van Stockum werd hoogleraar Duits inGroningen. Dr V.J. Koningsberger had aande Utrechtse Universiteit alles van denatuurlijke historie geleerd, maar men hadvergeten hem er bij te vertellen hoe je hetaan rottige gymnasiumkinderen moestbijbrengen. Gelukkig bleef een lange tijdvan kwelling hem bespaard, doordat hij natwee jaren naar een suikerproefstation inCheribon vertrok. En toch zag hij nog kansvanuit Port-Said een gezellige briefkaartnaar zijn oude klas te sturen met een grapjeerop; de klas had dat stellig niet verdiend!Later werd hij professor in Utrecht.Tenslotte de rector zelf. Blokhuis had hetrectoraat van het Alkmaars gymnasiumverwisseld met dat van het Hilversumse.Een merkwaardige man, die leraren enleerlingen maken en breken kon. Flet laatsteis gelukkig maar heel zelden voorgekomen,al maak ik me sterk dat er zijn die hetmoeilijk met hem gehad hebben en mis­schien minder vriendelijk aan hem terugden­ken. Men moest echter begrijpen waar hetbij Blokhuis om ging, om hem ten volle te

222

Page 17: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Hilv. gymnasium

[>PH , *!*«» H Rmm mm

‘ ir *jSgSw- -

waarderen. Het ging bij hem om de school,om zijn school en daarbij kon hij nietverdragen dat iemand hem in de weg stond.Dan was hij hard als het moest en dan vielener helaas wel eens brokken. Bepaaldenaturen kunnen niet anders! Les geven deedhij tussen zijn bestuurlijk werk als ontspan­ning. Ook dat deed hij op zeer persoonlijkemanier. Voor bepaalde passages kon hij invuur en vlam raken. De aanhef van Herodo­tus: ongelooflijk, ”aere perennius”, uitgraniet gehouwen!! Over de waarde van hetGrieks en Latijn had hij geen twijfels, datwas voor hem een soort geloofsbeginsel.Wat H.F. Kernkamp schreef in zijn inleidingtot het boekje ter herinnering aan Blokhuis,die na 19 jaren afscheid nam als rector, istekenend. Bij het afscheid van de school,schrijft Kernkamp, bleek hoezeer men zichbewust was welk een figuur van betekenis derector was geweest voor zijn Gymnasium, datonder zijn leiding een der meest geroemdeonderwijsinstellingen in ons vaderland werden hoevelen zich dankbaar betoonden dat derector hun niet alleen zijn grote gaven vangeest had geschonken, maar bovendien hun

ook de schatkamer van zijn hart had ontslo­ten.Blokhuis overleed korte tijd na dit afscheid,op bijna 70-jarige leeftijd.

Met recht kan gezegd worden dat Blokhuishet wat moeizaam tot stand gekomen besluitvan de Hilversumse gemeenteraad volledigwaar gemaakt heeft. Burgemeester Gülcheren zijn medestanders hebben een goedbesluit genomen, waarvan Hilversum geenspijt heeft gehad. Het is een school gewordendie zijn stempel op de leerlingen heeftgedrukt. Het ontvangen van de afdruk geeftwel eens pijnlijke ogenblikken, maar het iswaardevol gebleken voor tallozen en deafdruk zelf is nog altijd leesbaar.

Met dank aan mevrouw Karin Abrahamse,die een aantal feitelijke gegevens in ditartikel verwerkt, uit het Hilversums gemeen­tearchief haalde.

223

Page 18: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

De sloop van de Blaricumse molen

M.A.P. de Vaan

Rond (naar men zegt) 1870 werd een molenuit Baarn verhuisd naar Blaricum. Blijkensde datum op de voorzijde van de kap,dateerde hij oorspronkelijk uit 1759.Minder dan 60 jaar heeft deze molen op denieuwe lokatie gestaan. Een monumentwerd hier het slachtoffer van een politiekemachtstrijd.

Een journalist van het zondagsblad van ’DeGooi- en Eemlander’ treft de windkorenmo-len, staande aan het einde van de TweedeMolenweg nabij de Schapendrift, in novem­ber 1924 als volgt aan: ... dit oude monumentis zeskant, het onderstuk tot2,h d 3 meter vansteen verder de romp met rietdekbekleeding;de vier wieken zitten nog aan de as, dochslechts één ervan is nog in behoorlijken staat;van het kruiswerk is al één der schuine balkenlosgelaten. ... Tegen den Westmuur liggen,aan weer en wind blootgesteld, een 5-tal oudemolensteenen, de verroeste hoepels vindt menerbij. In het onderste gedeelte belet geenenkele afsluiting de toegang. ... maar wat hetmeest opvalt, is dat drie wanden grooteopeningen vertoonen, gehakt in het molen­vacht van riet waaromheen de bedekkingsteeds verder af splintert ...Inde binnenruimteziet men dwars door twee verdiepingen deenorme dikke balken, die opnieuw getuigenisafleggen van den soliden bouw uit vroegereeuwen. Hoog in de ronde kap zit de reusach­tige as met het groote kamwiel een groepzwaar hout, van de onderzijde geheelzichtbaar...De desolate toestand, waarin de molenverkeert, is de oorzaak geweest van een plandat de eigenaressen, de dames De VirieuFürstner destijds hebben opgevat. Zekochten de molen omstreeks 1920 van delaatste exploitant, de heer J. Puyk, met debedoeling de romp van de molen geschikt temaken voor bewoning. In afwachting van de

goedkeuring voor hun plannen, laten ze hetbinnenwerk alvast uit de molen slopen.Tevens zijn op de plaatsen, waar de ramenzullen komen, gaten in de rieten bedekkinggeslagen.Een negatief advies van de schoonheidscom­missie doet het college van burgemeester enwethouders besluiten om de bouwvergun­ning te weigeren. De vraag rijst nu, wat ermet de molen gebeuren moet. Een circulaired.d. 2 oktober 1924 van de Minister vanOnderwijs, Kunsten en Wetenschappen,waarin deze het voortbestaan van doorwindkracht aangedreven molens bepleit,ingegeven door de in 1923 opgerichtevereniging ’De Hollandsche Molen’, brengtburgemeester Klaarenbeek ertoe, actie teondernemen de molen te behouden.Na enige onderhandelingen blijken deeigenaressen van de molen en de heerM.H. W. Lagerweij uit Amsterdam, eigenaarvan de rondom de molen liggende grond,bereid het geheel te verkopen voor ƒ 1.500,-.

De enige molenaar die Blaricum nog rijk is,de heer L. Vos, oefent zijn beroep uit metbehulp van een elektrisch aangedrevengemaal in een pand nabij de molen. Hij blijktbereid de molen opnieuw te gaan exploite­ren; een aanbod de molen te kopen wijst hijevenwel af. Wellicht zijn de bijkomendekosten, nodig voor het wederom bedrijfs-vaardig maken van de molen, hem te hoog.Burgemeester Klaarenbeek wil nu bereiken,dat de gemeente de molen zal kopen entevens dat zij de herstelwerkzaamhedenvoor haar rekening neemt. Dat de kostenvan aankoop en herstel op bezwaren kunnenstuiten bij de gemeenteraad is hij zichterdege bewust.Daarom richt hij enige verzoeken omsubsidie tot diverse instellingen en particulie-

224

Page 19: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

ren, die in totaal ƒ 950,- opleveren. HetMinisterie van Onderwijs, Kunsten enWetenschappen schenkt ƒ 350,- en devereniging ’De Hollandsche Molen’, debond ’Heemschut’ en de ANWB zijn goedvoor elk ƒ 100,-. Daarnaast wordt door eentweetal particulieren ƒ 300,- geschonken.Vervolgens neemt de burgemeester eenaantal deskundigen in de arm om de kostenvan de herstelwerkzaamheden te taxeren.Voor de reparatiekosten aangaande hetmechanische gedeelte, het zogenaamd'gaand werk’, wordt de heer A. Wijnveen,molenbouwer te Voorthuizen aangezocht.Hij tracht de kosten minimaal te houden.Zoveel mogelijk wil hij gebruik maken vandeugdelijk tweedehands materiaal ofonderdelen, vervaardigd uit delen van demolen, die nodig vervangen moeten worden.Toch loopt het bedrag nog op tot ƒ 2.470,-.Daar moeten de kosten voor het smidswerk,geschat op zo’n ƒ 200,- nog bij opgeteldworden.De Larense rietdekkers H. en T. de Boerwillen de rieten rompbedekking in de oudestaat terugbrengen voor ƒ 250,-.De gemeenteopzichter berekent, dat voorhet binnenschilderwerk, reparaties aanramen, deuren en vloeren e.d. een bedragnodig zal zijn van ongeveer ƒ 545,-. In zijnrapport, gemaakt in opdracht van ’DeHollandsche Molen’, verklaart A.J. Dekker,deskundige van deze vereniging, echter, datvoornoemde kosten op ƒ 850,- geraamdmoeten worden. Voorts meent Dekker nogƒ 80,- te moeten reserveren voor reparatiesen leveranties ten behoeve van de wieken enƒ 200,- voor het buitenschilderwerk. Hettotale bedrag voor de restauratie van demolen komt dus neer op ruim ƒ 4.200,-. Eenbedrag voor onvoorziene kosten laat hettotaal nog oplopen tot ƒ 4.950,-, waarbij dekoopsom a ƒ 1.500,- nog niet inbegrepen is.De gemeente Blaricum zal dus ƒ 5.500,-(aankoopsom plus restauratiekosten minusde giften van de instellingen en particulieren)beschikbaar moeten stellen om de molen tebehouden. Een aanzienlijk hoger bedragdan de ƒ 3.000,- waar Klaarenbeek oor­spronkelijk aan dacht.Als de toekomstige exploitant, de heer Vos,

bereid zal worden gevonden meer huur tegaan betalen, zou de last enigszins verlichtkunnen worden. Een bespreking tussen Vosen de burgemeester op 4 maart 1925 levertna lang onderhandelen op dat de huur metƒ 5,- per week wordt verhoogd, hetgeen dejaarlijkse huurprijs op een totaal van ƒ 260,-brengt. Hoger wil Vos absoluut niet gaan.Als redenen voert hij aan, dat zijn stroom­verbruik te hoog is, er steeds minderbouwland beschikbaar komt en er dus steedsminder wordt gemalen. Ook is Vos er zichheel goed van bewust dat hij de enigegegadigde is. Zijn huidige bedrijf is immersgevestigd in de directe nabijheid van demolen en een molenaar van elders zal zekerniet graag naast een concurrent een nieuwbedrijf starten.

Nu alle voorbereidende maatregelengetroffen zijn, doet het college van burge­meester en wethouders op 16 maart 1925 hetvolgende voorstel aan de raad: de gemeentezal de molen en de grond er omheen kopenvoor ƒ 1.500,-. Hierna moet de molengerestaureerd worden, hetgeen circaƒ 4.950,- zal gaan bedragen. De aankoop­prijs en de kosten van restauratie minus definanciële bijdrage van diverse instellingenen particulieren zullen geleend kunnenworden tegen een rente van 5% per jaar.De molen zal vervolgens aan L. Vos tegeneen jaarlijks bedrag van ƒ 260,- wordenverhuurd voor een periode van tien jaar,zodat deze de jaarlijkse rente dekt. Alleende onderhoudskosten komen dan voorrekening van de gemeente.Op zich was dit een goed voorstel. Als degemeenteraad het goed zou keuren, zoutegen minimale kosten een monument uithanden van de sloper gered kunnen worden.

Maar de relatie tussen het college en de raadis al enige tijd niet optimaal. De raadsledenzijn het beu, de voorstellen van het collegeniet eerder dan vlak voor de raadsvergade­ringen onder ogen te krijgen en vervolgensde voorstellen alleen maar goed te keuren.Zij willen het college dan ook laten blijken,dat niet de burgemeester en wethouders,

225

Page 20: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

maar de raad uiteindelijk het laatste woordheeft in een gemeente.De sfeer tijdens de bewuste vergadering op 8april 1925 is het best uitgedrukt in de'Blaricummer Courant’: Er was ’somethingrotten’. Er zweefde in het raadszaaltje eenonwillige geest, een geest van: je kunt mevertellen wat je wilt, mijnheer de burgemees­ter, maar wij stemmen tegen. Kan dit niet vanalle raadsleden gezegd worden, van velenwel. En hoewel een dergelijke houding nietaanbevelenswaardig is, kunnen wij haar in ditgeval begrijpen. De geest van dezen tijd wilniet ’van boven a f geregeerd worden. En B.en W. houden daar o. i. te weinig rekening mee.En zo kan het gebeuren, dat het voorstel metverpletterende meerderheid van stemmenwordt afgewezen, zonder dat gefundeerdeargumenten er tegen pleiten. Enkelegenoemde bezwaren zijn dat het meer op deweg van een vereniging als ’De HollandscheMolen’ of ’Heemschut’ ligt de molen tekopen en dat als gevolg van de (toch relatieflage) kosten de geplande belastingverlagingin het gedrang komt. Eén raadslid beweertzelfs, dat 90% van de bevolking tegenaankoop van de molen door de gemeente is!Hoewel de burgemeester wel op watweerstand van de raad rekende, heeft hijtoch niet verwacht dat zijn voorstel door alleraadsleden negatief beoordeeld zou worden.Het ’Weekblad voor Laren en Blaricum’reageert hierop met een oproep het hierbijniet te laten: Wij genieten van oude dichtwer­ken, oude muziek, oude schilderijen, maar deoude molens moeten als hinderpalen gesloopten vernietigd worden. Met welk recht? Het isdwaas te zeggen, dat de Blaricumsche molenhet moderne verkeer zou belemmeren o f demoderne vooruitgang in één enkel opzichtzou tegengaan. De molenaar Vos wil hemtenminste gaarne weer betrekken en gebrui­ken, een teeken dus dat hij nog zijn oud levenwel waard is.Welnu, laten wij hem zien te bewaren als heteenigszins kan. Laat Blaricum dan eensvoorgaan. Het Gooi heeft een artistieketraditie hoog te houden; waar kan menzooveel liefde voor iets schoons verwachtendan juist in een dorp en in een omgeving volbeeldende en andere kunstenaars?

Dat de molen in ieder geval de burgemeesterna aan het hart ligt, bewijst het feit dat hijblijft zoeken naar andere mogelijkheden totbehoud.Hij verneemt, dat de vereniging ’DeHollandsche Molen’ de molen ’De Adriaen’,staande in Haarlem, gekocht heeft en wiluitzoeken of dit ook mogelijk is met betrek­king tot de Blaricummer molen. Hiervoorneemt hij contact op met ’De HollandscheMolen’ en de gemeente Haarlem. Het blijktdat de vereniging de molen heeft kunnenkopen met een flinke financiële bijdrage vande gemeente en met behulp van de steun vanparticulieren.De voorzitter van ’De Hollandsche Molen’,mr P.G. van Tienhoven, is bereid met deburgemeester en de voorzitter van devereniging ’Blaricums Belang’, de heer TerBrugge, rond de tafel te gaan zitten om demogelijkheid tot samenwerking te bespre­ken.’Blaricums Belang’ had zich intussen ook inde kwestie gemengd en een inzamelingsactietot behoud van de molen gehouden, welkeƒ 650,- opgeleverd had.De bespreking vond plaats op 24 oktober1925 in Amsterdam ten kantore van ’DeHollandsche Molen’. De resultaten van debespreking zijn dat ’De Hollandsche Molen’zal trachten bij enkele gegoede Blaricum-mers, die weinig of niets bijgedragenhebben, alsnog (grotere) giften te verkrij­gen, alsmede enkele andere personen eninstellingen buiten Blaricum aan te schrij­ven.Voorts zal, met inschakeling van derden,getracht worden bij molenaar Vos eenhogere huurprijs te bedingen. Bovendien wilmen bekijken of het nuttig effect van demolen op te voeren is.Op 13 maart 1926 volgt een tweede bespre­king. Naast de burgemeester en de voorzit­ters van ’De Hollandsche Molen’ en ’Blari­cums Belang' zijn onder meer de molenbou­wers Dekker en Wijnveen aanwezig. Hetresultaat van deze bespreking is, dat menzich in wil zetten voor de aankoop door degemeente van de molen plus de grond eromheen a ƒ 1.500,-. Molen en grond wordenvervolgens voor nader te bepalen tijd in

226

Page 21: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

',

- i

erfpacht uitgegeven aan L. Vos, tegen ƒ1,—per jaar, onder voorwaarde dat de molendoor Vos wordt gerestaureerd en vervolgensin bedrijf genomen.De gemeente krijgt de bijdragen van departiculieren en instellingen (ongeveerƒ 1.600,-) en verleent Vos een nader vast testellen jaarlijkse subsidie. Tevens bestaatdan de mogelijkheid tot toekenning van eenjaarlijkse subsidie aan Vos door 'De Hol-landsche Molen’.Hoe goed het plan ook is, het heeft hetwederom niet gehaald.

Intussen doemt namelijk een ander pro­bleem op. Er zijn plannen ontstaan voor debouw van circa 25 woningen in de directenabijheid van de molen. Wanneer dezeplannen doorgang zullen vinden, kan dewindvang van de molen sterk verminderdworden. Navraag bij een advocatenkantoorleert dat de eigenaar van een molen geenwindrecht (= het recht dat een eigenaar vaneen molen heeft en wat inhoudt dat binneneen bepaalde straal van een molen nietgebouwd mag worden) meer bezit, zoals ditvroeger wel het geval is geweest.

227

Page 22: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Het vonnis over de molen wordt uiteindelijkgeveld in een onderhoud dat de burgemees­ter heeft met molenaar Vos, die ookgehoord heeft van de bouwplannen nabij demolen en die zijn medewerking niet langerwil verlenen. Hij durft het niet meer aan inverband met de eventuele vermindering vande windvang als de woningen eenmaalgebouwd zijn. Met het besluit van Vos wordtalle hoop tot hernieuwde exploitatie van demolen in één klap weggevaagd.Als mosterd na de maaltijd komt het aanbodvan de eigenaressen van de molen, om dezezonder de grond er omheen te kopen tegeneen lagere prijs. De burgemeester antwoordthierop: ’’Komt niets meer van".

Tot het voorjaar van 1928 hebben Blaricum-mers afscheid kunnen nemen van ’hun’molen. Toen is hij aan de slopershamer tenprooi gevallen.

BRONNEN

Gemeente-archief Blaricum, inv.nr. 56: Ingeko­men stukken. In: Streekarchief voor het Gooi ende Vechtstreek.Gemeente-archief Blaricum, inv.nrs. 77-79.Afschriften van verzonden brieven. In: SGV.Gemeente-archief Blaricum, inv.nrs. 97-99.Indicateurs van ingekomen en verzondenstukken. In: SGV.De ’Gooi- en Eemlander’, jrg. 1924-1926. In:SGV.Het ’Weekblad voor Laren en Blaricum’ d.d. 10april en 12 juni 1925. In: SGV.De ’Blaricummer Courant’ d.d. 14 april 1925. In:SGV.

De Blaricumsche molen

Op den heuvel voor het bouwlandvoor den wijden hemel stondaan de gunst des raads bevolen,werkeloos de schoone molenop den vruchteloozen grond.

Zal je nog eenmaal malen?Riep de wind soms door z’n kluis?Zullen wij weer zingend dalen,klimmen en weer ademhalen?zeiden de zeilen van het kruis.

Zullen onze donk’re steenenweder malen als voorheen?Maar de boeren, om te tarten,maalden in hun steenen harten’t antwoord al tot pulver ’’- Neen"

Molen! Oude mooie molen!Welk een denkbeeld! Welk een waan!Dacht je dat een stuk van schoonheidin den sleur van dorsgewoonheid,zonder voordeel, kan bestaan?

’t Gaat met jou als met die allendie verhoogd en eenzaam staand,hunne woorden laten vallengroot en krachtig boven allen,zuchtend en als wieken slaand.

Molen, schoonheid, jij bent over!Al wat over is - moet heen!Schoonheid maalt geen eetbaar koren!schoon ze hoog steekt als een torenover alle kleinheid heen.

Zink in puin maar, ouwe molen!Want je geest is hier niet meer.Als je aanstonds rolt naar ond’ren,molen, laat je puin maar dond'ren,hier op harde koppen neer.

CASTOR

228

Page 23: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Vleermuizen in het Gooi

A.M. Voute

Inleiding

Sommige trouwe lezers van dit tijdschriftzullen de titel van deze bijdrage van eenvraagteken willen voorzien. Vleermuizen inhet Gooi? Voor hen zijn vleermuizen overhet geheel genomen al onbekende wezens.Dat deze geheimzinnige dieren dan ook nogin hun directe omgeving zouden voorkomenlijkt hen wellicht een fabeltje. Zij hebben zein ieder geval nog nooit in het Gooi waarge­nomen. Het zou mij niet verbazen als ik henvoornamelijk moet zoeken onder dedoorgewinterde televisieklanten die zich’s avonds in het schemeruur voor de beeld­buis zetten om lief en leed van deze wereld teaanschouwen. Van de televisie geenkwaads, doch het weerhoudt veel mensenwel van een avondwandeling of een rustigverblijf in de tuin op het moment dat devleermuizen het luchtruim kiezen.Voor de vleermuisfanaten spreekt de titelhierboven voor zich zelf. Natuurlijk ’vleer­muizen in het Gooi'! Gelukkig dat zij er nogvoorkomen, dat het Gooise milieu nog nietzo bedorven is dat ze de aftocht geblazenhebben. Voor hen is het meer de vraag watwij er aan kunnen doen om ze in het Gooi tehouden.De doorgewinterde vleermuisonderzoekersweten dat nagenoeg de gehele wereldbewoond wordt door een ongekend grootaantal vleermuissoorten, 900-1000 in getal.Dit soortenaantal wordt onder de zoogdie­ren slechts overtroffen door de knaagdierendie met circa 1600 soorten de kroon spannen.Van het enorme aantal vleermuissoortenleeft het merendeel in de tropen en subtro-pen. In de gematigde klimaatzones hebbenzich slechts enkele tientallen soorten kunnenvestigen. Deze insectenetende dierenkonden dat alleen doen dankzij de ontwikke­ling van het vermogen tot het houden vaneen winterslaap. Hoe zouden zij anders bij

gebrek aan voedsel ’s winters het hoofdboven water kunnen houden? Ons landherbergde van deze tientallen soorten eennegentiental. Zij overtroffen hiermee zelfshet aantal inheemse knaagdiersoorten. Vandeze negentien zijn er inmiddels alweerenige voor Nederland verloren gegaan.Vooral de soorten die hier de noordgrensvan hun verspreidingsgebied bereikenblijken het slachtoffer te zijn geworden vanallerhande ingrepen in hun milieu. Dezeteruggang die zich vooral sedert de TweedeWereldoorlog heeft gemanifesteerd, zowelin Nederland als in de ons omringendelanden, heeft ertoe geleid dat alle inheemsevleermuissoorten in 1973 onder de Natuur­beschermingswet zijn gebracht. Dit betekentonder meer dat alle Nederlandse vleermui­zen sedertdien niet meer gedood of onnodigbenadeeld mogen worden.

Het Gooi

Voor de auteur begonnen zijn ervaringenmet vleermuizen in het Gooi ruim 35 jaargeleden, toen hij in de periode 1951-1952 alsdienstplichtig militair gelegerd was in hetKamp van Laren. Vanuit deze legerplaatswerden onder meer wachtdetachementengeleverd voor de Weeshuiskazerne inNaarden. Zo werd hij vele malen alswachtpost ingezet op het Bastion OudMolen. Een oervervelende bezigheid voorzover je over bezigheid kunt spreken; ergebeurde immers nooit iets. Vooral de langenachten waren niet om door te komen. Destrijd tegen de slaap in het miniatuurwachtlokaaltje van het Bastion was vrijwelhopeloos. De grenzeloze verveling, gesym­boliseerd door enige beduimelde exempla­ren van het tijdschrift De Lach en hetsnorrende potkacheltje, ondermijnden’s nachts de laatste restanten van mogelijkaanwezige waakzaamheid. Teneinde niet

229

Page 24: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

• •

mpzmm. w

Watervleermuizen in winterslaap

slapend op wacht aangetroffen te kunnenworden (een vergrijp waar volgens zeggenonafwendbaar een Krijgsraad zaak opvolgde) begaf ik mij regelmatig op inspectie,gewapend met geweer en zaklantaarn.Tijdens deze inspectierondes vond ik op veelplaatsen in de verlaten onderaardse gangen­stelsels vleermuizen in winterslaap.Van de eerder genoemde negentieninheemse vleermuissoorten kunnen er zevenals algemeen voorkomend worden bestem­peld. De Atlas van de Nederlandse Vleer­muizen1* maakt duidelijk dat deze zevensoorten (Baardvleermuis, Watervleermuis,Dwergvleermuis, Nathusius’ dwergvleer-muis. Rosse vleermuis, Laatvlieger enGrootoorvleermuis) ook in het Gooi zijnaangetroffen. Dit lijstje kan worden aange­vuld met één minder algemene soort, deVale vleermuis. Deze oorspronkelijk in dezuidelijke Nederlanden plaatselijk algeme­ne, grootste inheemse soort werd tot 1965 inwinterslaap in het Bastion Oud Molengevonden. Dit was een van de noordelijksteverblijfplaatsen van deze soort die sindsdienzeer sterk in aantal terugliep. Ook in

Naarden werd hij daarna niet meer gevon­den. Tenslotte is ook de minder algemeneFranjestaart in het Gooi gesignaleerd.

Negen soorten

Een beknopte behandeling van de tot nu toein het Gooi gevonden vleermuissoortenbrengt ons successievelijk bij:- de Baardvleermuis (Myotis mystacinus).

Van deze kleine soort zijn alleen exempla­ren in winterslaap gevonden. De gangen­stelsels in de vestingwerken rond de stadNaarden boden in de periode 1955-1965's winters onderdak aan enkele tientallenBaardvleermuizen2*. Vanaf het momentdat de wallen van Naarden in een groot­scheeps restauratieprogramma werdenaangepakt en de onderaardse ruimtenvoor het merendeel een andere bestem­ming kregen is deze soort daar nog slechtsmet enkele individuen vertegenwoordigd.Ook in de omgeving van Hilversum zijnoverwinterende dieren gevonden (zieonder Verblijfplaatsen). Hoewel dezesoort zich ’s zomers grotendeels aan onze

230

Page 25: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

aandacht onttrekt, mogen we aannemendat hij over het gehele gebied van hetGooi voorkomt, ’s Zomers vormt deBaardvleermuis, evenals alle overigeinheemse soorten, zomer- of kraamkolo-nies, bestaande uit volwassen wijfjes,welke begin juni min of meer tegelijkertijdhun jongen ter wereld brengen. Dergelijkekolonies zijn in het Gooi nooit gevonden,de Watervleermuis (Myotis daubentonii).De deelnemers aan de vleermuiswande­ling op het landgoed Bantam op 25 junijongstleden hebben kunnen genieten vande acrobatische vlucht van deze soort.Tijdens de wandeling werd een groepfouragerende Watervleermuizen gezienen gehoord. De dieren scheerden rake­lings over het wateroppervlak van een vande vaarten door het landgoed. Hierbijwerden de normaal gesproken onhoorbareultrasonore oriëntatiegeluiden van devleermuizen voor de toeschouwershoorbaar gemaakt door middel van eenvleermuisdetector. Dat is een elektronischapparaatje waarmee de zeer hoge vleer-muiskreten ’vertaald’ kunnen worden invoor de mens hoorbare geluiden. Toen wijde dieren met een zaklantaarn belichttenviel het duidelijke contrast tussen dedonkere rugzijde en de lichte buik op.De Watervleermuis die over heel Neder­land voorkomt is de enige inheemsevleermuissoort waarvan vaststaat dat dezesedert de jaren veertig in aantal is toegeno­men3*. Hij is overwinterend waargenomenin de vesting Naarden2* en in andereonderaardse verblijven in het Gooi.’s Zomers groeperen de wijfjes zich totkraamkolonies in holle bomen en ingebouwen. Zo vonden wij vele jarengeleden een zomerkolonie achter eenvensterluik van het poortgebouw vanKasteel Nijenrode aan de Vecht. DeWatervleermuis komt waarschijnlijkoveral in het Gooi voor.hetzelfde geldt voor de Dwergvleermuis(Pipistrellus pipistrellus). Deze komtletterlijk in elke stad en in elk dorp voor.Het Gooi vormt op deze regel geenuitzondering, ’s Zomers vormt hij meestalkolonies in gebouwen. Spouwmuren en

ruimten achter gevelbetimmeringen zijngeliefde warme en droge kraamplaatsen.Hierin wordt nooit nestmateriaal verza­meld. Vleermuizen maken geen nesten.Wat zich soms in of onder zomerverblijf-plaatsen ophoopt is vleermuismest. Dezekleine zwarte ’muizekeuteltjes’ drogenechter snel op en veroorzaken weinigoverlast.Dwergvleermuizen worden zeldengevonden in de gebruikelijke winterver­blijven gevormd door vestingwerken,bunkers, kelders en dergelijke. Waar­schijnlijk overwinteren ze op onbereik­bare plaatsen in gebouwen. Door ditgedrag zijn ze ’s winters in het Gooi danook bijna geheel aan onze aandachtontsnapt, hoewel uit zomerwaarnemingenis gebleken dat ze overal voorkomen. Ditblijkt niet alleen uit recente waarnemingenmet behulp van vleermuisdetectoren(tijdens de hierboven genoemde wande­ling op Bantam werden ook Dwergvleer­muizen gehoord), maar ook uit verschil­lende meldingen van overlast doorvleermuizen. Bijna altijd betreft datkolonies van deze soort die zich verradendoor geluiden en/of uitwerpselen. Speciaalin de nazomer kunnen problemenontstaan met Dwergvleermuizen die alszwerm een gebouw binnenkomen.

- Nathusius’ dwergvleermuis (Pipistrellusnathusii). Van deze soort, die erg veel lijktop de gewone Dwergvleermuis en diedaarom eerst sinds kort door ons alsaparte soort kan worden herkend, zijnsolitaire waarnemingen bekend uit hetGooi, zowel gedurende de zomer als dewinter. Dit betreft zowel geluidswaarne-mingen als gevangen dieren. Kolonies zijnhier nooit gevonden. Sinds de vleermuis­detectoren in gebruik zijn genomen zijn dezomerwaarnemingen van deze soort sterktoegenomen. Zo konden bijvoorbeeld ophet landgoed Boekesteyn een tientalNathusius’ dwergvleermuizen wordengesignaleerd op plaatsen waar dezevoorheen nog niet waargenomen waren.Nathusius’ dwergvleermuis overwintertvaak in los gestapeld hout en wordtdaarom nog wel eens tussen opgestapeld

231

Page 26: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Ingang ijskelder Schaep en Burgh

u mi

k jg .pwiS

'

wMp,f H*

r-k-w

\ '•s \

■ .

1ST

£ #” 3 5 *1*’•;. V

|||t v *,, & / /

•• 4* 4 '.. '

open-haard hout aangetroffen. Het staatvast dat deze kleine vleermuissoort overzeer grote afstanden kan trekken. Het isdus best mogelijk dat een deel van onzeGooise Nathusius’ dwergvleermuizenafkomstig is uit de Baltische staten of uitRusland.

- Rosse vleermuis (Nyctalus noctula). Dedeelnemers aan de wandeling op Bantamwaren getuige van het overvliegen vanmeerdere exemplaren van deze grotevleermuissoort. Hun melodieuse ’twiet-tjok’-geluiden waren niet van de lucht.Deze snel vliegende 'zwaluw’ onder deinheemse vleermuizen is gemeld uitverschillende van de bosrijke grotelandgoederen in het Gooi zoals Oud-Naar-den, Bikbergen, Zuiderhof, Spanders-woud, Corversbos, Boekesteyn en DeLimiten4’5,6’7’8,9). Het gaat daarbij omkolonies die vanwege hun grote actiera­dius gemakkelijk met elkaar kunnen

communiceren.Oorspronkelijk gingen wij ervan uit datdeze soort winter en zomer in holle bomenonderdak vindtI0). De vele zomerwaarne-mingen over het hele Gooi verspreid en devondst van (helaas gekapte) winterslaap-bomen op de landgoederen Gooilust enBoekesteyn bevestigden dit idee. Het wasdan ook een grote verrassing toen bleekdat er al vele jaren een kolonie huist in deschoorsteen van het voormalige zwemsta-dion van Naardenu). Deze kraamkolonieen de hier onder te noemen verblijfplaatsvan een andere soort in hetzelfde gebouwwaren de achtergrond van een actie welketot gevolg had dat bij de afbraak van hetzwemstadion de schoorsteen en het aan devoet daarvan gelegen ondersteunendemuurwerk gespaard bleef. Het is zeerverheugend dat ook in het voorjaar van1988 de schoorsteen weer onderdak boodaan circa honderd Rosse vleermuizen die

232

Page 27: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

daar hoog en droog hun jongen ter wereldbrachten.de Laatvlieger (Eptesicus serotinus) is eensoort die vanaf begin 1987 een slechtenaam heeft gekregen als drager van hethondsdolheidsvirus. Onderzoek heeftuitgewezen dat deze soort, die in kleinekolonies over het hele land verspreidvoorkomt, inderdaad besmet kan zijn methet rabiës-virus. Deze ontdekking die in1987 aanvankelijk aanleiding tot panie­kreacties gaf, heeft geleid tot medisch-veterinaire maatregelen die het gevaarvan besmetting van de mens tot vrijwel nulhebben gereduceerd.Van de Laatvlieger kan gezegd wordendat hij vermoedelijk ook door het heleGooi in kleine kolonies voorkomt, ’sWinters wordt hij niet in de traditionelewinterkwartieren gevonden. Waarschijn­lijk huist hij dan net als de Dwergvleermui-zen op onbereikbare plaatsen in gebou­wen, waarbij aangetekend moet wordendat de laatste soort sociaal overwintert,terwijl de Laatvlieger de winter solitairdoorbrengt. In het voorjaar formeren zichkleine kraamkolonies die onderdakzoeken in warme droge ruimten (zoldersvan gebouwen en dergelijke). De eerderbeschreven schoorsteen van het Zwemsta-dion Naarden bleek zo’n ruimte tebevatten. Ruimtelijk gescheiden van deRosse vleermuizen woonden daar velezomers lang enkele tientallen Laatvlie-gers. Het is jammer dat deze dieren deafbraak van het gebouw en het daarmeegepaard gaande uitvallen van de verwar­ming van hun onderkomen niet hebbengeaccepteerd en naar elders zijn verhuisd.Grootoorvleermuis (Plecotus auritus).Van deze bijzonder mooie vleermuissoortdie zijn naam met ere draagt, omdat delengte van zijn oren bijna die van zijnlichaam evenaart, is wat betreft het Gooiweinig concreets te melden. Zij zijn in hetGooi zowel in winterverblijven (VestingNaarden, ijskelder Schaep en Burgh,bunker op het NOS-terrein te Hilversum)als in zomerkwartieren (achter vensterlui­ken van een gebouw op het landgoed DeLimiten8* als ook in vogelnestkasten)

gevonden. We nemen aan dat hij zichoveral waar zwaar oud geboomte in eengevarieerd landschap aanwezig is, kanhandhaven, ’s Zomers verzamelen dewijfjes zich in holle bomen, maar ook ingebouwen tot kleine kraamkolonies vanenkele tientallen dieren, ’s Winters nemenze hun toevlucht tot onderaardse koelevochtige ruimten, waar solitair wordtoverwinterd. Soms worden daarbij zeerkoude hangplaatsen voor lief genomen.

Deze opsomming wordt besloten met debehandeling van twee buitenbeentjes.Een omdat hij sinds 1965 niet meer in hetGooi is gevonden, de ander omdat we erbuiten enige incidentele waarnemingen inde winterkwartieren geen gegevens uit hetGooi over bezitten.

- De Vale vleermuis (Myotis myotis) had inNederland zijn hoofdverspreidingsgebiedin Brabant en Limburg1*. Toch werd hijook in het stroomgebied vanf de groterivieren gevonden. Een van zijn vooruitge­schoven posten in noordelijke richting wasde vesting Naarden, waar deze soort zoalsreeds vermeld van 1956 tot 1965 inwinterslaap werd gevonden. Sedertdien ishij daar niet meer gezien. Deze grootsteinheemse vleermuissoort behoort tot demeest bedreigde Nederlandse vleermuis­soorten.

- De Franjestaart (Myotis nattereri). Deincidentele wintervondsten van deze soortin de vesting Naarden en recent in debuurt van Hilversum passen geheel in hetbeeld van deze wat mysterieuze vleermuis,waarvan in Nederland vrijwel uitsluitendexemplaren in winterslaap zijn gevonden.Waarnemingen in het buitenland gevenaan dat hij ’s zomers kleine kolonies stichtin holle bomen en in vogel- en vleermuis­kasten.

Verblijfplaatsen

We nemen aan dat er vleermuizen in de lagelanden bij de zee voorkwamen lang voordatde mens in deze moerassige delta zijn intreknam. Het staat vrijwel vast dat deze dierenbij gebrek aan natuurlijke grotten in onze

233

Page 28: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

De restanten van het Zwemstadion

ï

t * *-s s y

.

contreien geheel aangewezen waren op hollebomen waarin zij zowel ’s zomers als’s winters onderdak vonden. Met de komstvan de mens ontstonden kunstmatigeverblijven in de vorm van gebouwen. Eerstwaren dit betrekkelijk primitieve optrekjesuit hout, riet en leem; later hechte bouwselsvan steen. Vrijwel alle inheemse vleermuis­soorten hebben deze gebouwen als onderko­men geaccepteerd. Sommige soortenbewonen incidenteel gebouwen, andere kanmen er winter en zomer vinden. Van onzeGooise vleermuizen behoren de Laatvliegeren de Vale vleermuis tot de laatste categorie.De overige zeven soorten verdelen hunaandacht tussen gebouwen en bomen.Hiervan is de Rosse vleermuis een soort diezich bijna altijd beperkt tot holle bomen,maar die blijkens de aanwezigheid in deschoorsteen van het Naarder Zwemstadion

soms genoegen neemt met een ’kunstboom’.Als we de beschikbaarheid van vleermuiswinter- en zomerverblijven in gebouwen enbomen in het Gooi onder de loupe nemenkomen we globaal tot de volgende slotsom.Ondanks de zin voor orde en netheid van debewoners c.q. gebruikers van gebouwenblijft daarin ’s zomers voldoende woon­ruimte voor vleermuizen over. De dierenzijn zo vindingrijk dat zij in vrijwel elkgebouw, zowel oud als nieuw, wel ergenseen bruikbaar onderkomen kunnen vinden.Spouwmuren, gevelbetimmeringen, daklij­sten, vensterluiken en zolderruimten biedenvaak uitkomst. De situatie wat betreft dewinterslaapmogelijkheden in gebouwenstaat er voor zover we kunnen nagaan veelminder rooskleurig bij. De winterslaap kanslechts met succes volbracht worden als hetonderkomen waarin overwinterd wordt aanzeer speciale eisen voldoet. In zo’n verblijfmoet het koel zijn, maar het mag er nooitvriezen, het moet er zeer vochtig zijn, er magniet veel licht binnenkomen en tenslottemoet de rust er min of meer gegarandeerdzijn. De zo omschreven omstandighedenkomen eigenlijk alleen in goed afgeslotenonderaardse ruimten (forten, bunkers,ijskelders e.d.) voor. Deze zijn in het Gooiniet rijk gezaaid. Bovendien heeft het enigegrote onderaardse complex in de vestingwal­len van Naarden helaas voor vleermuizenveel van zijn aantrekkelijkheid verlorendoor de ingrijpende restauratie die in dejaren zeventig werd uitgevoerd en doordatveel van de vestingruimten daarna eenbestemming hebben gekregen (museum,opslagplaats, verenigingslokaal) die mede­gebruik door vleermuizen uitsluit.De afgelopen jaren zijn er bijzonder lofwaar­dige activiteiten ontplooid om dit gebrek aanwinterverblijven te compenseren. DeVereniging tot Behoud van Natuurmonu­menten in Nederland heeft met overheids­steun de op Schaep en Burgh gelegen totaalverwaarloosde ijskelder geheel opgeknapten speciaal voor vleermuizen ingericht. Derestauratie van dit dicht bij het van detelevisie bekende Capitool gesitueerdebouwwerk had tot gevolg dat vleermuizenhet de winter na de voltooiing van het herstel

234

Page 29: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

alweer als winterkwartier hebben gebruikt.Een volgende eervolle vermelding komt toeaan de Werkgroep LandschapsbeheerNardinclant. Deze reeds lang aktievewerkgroep heeft zich de afgelopen jareningezet voor het behoud en herstel van enigeverwaarloosde bunkers. Zo werd op hetterrein van het ziekenhuis Zonnestraal bijHilversum een bunker met aarde toegedekten afgesloten. Dit had tot gevolg dat er deafgelopen winter reeds drie soorten vleer­muizen (Baardvleermuis, Franjestaart enGrootoorvleermuis) in konden overwinte­ren. Hetzelfde gebeurde met een bunker ophet terrein van de N.O.S. Daar werd een invergetelheid geraakte bunker uitgeruimd enopgeknapt. Hopelijk heeft dit tot gevolg datde er reeds in overwinterende Grootoor-vleermuizen gezelschap krijgen van anderesoorten vleermuizen. Tenslotte tracht meneen naast het vliegveld Hilversum gelegenbunker, waarin al enige vleermuizenoverwinteren in beheer te krijgen, zodat ookdaar de situatie verbeterd kan worden. Eenlaatste woord van lof komt toe aan hetProvinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Hol-land dat op haar terreinen te Craailoo een inonbruik geraakte reinwaterkelder voorvleermuizen toegankelijk gemaakt heeft.Wat de woonruimte voor boombewonendevleermuizen betreft moeten we constaterendat evenals elders in het land de situatietamelijk ongunstig is. De typische Neder­landse zin voor orde en netheid heeft ertoegeleid dat veel oude bomen welke tekenenvan verval gaan vertonen onder het mottodat zij het landschap ontsieren en mogelijkgevaar opleveren, zijn gekapt. Dit proces isde laatste jaren versneld onder invloed vande onverzadigbare vraag naar brandstofvoor open haard en kachel. Als gevolghiervan zijn ook veel holle bomen opge­ruimd. Een en ander tot groot ongerief vande holenbroeders onder de vogels, vantalrijke insectensoorten, paddestoelen enniet in de laatste plaats ten nadelen van devleermuizen. Ter illustratie van dezebewering het volgende. Rosse vleermuizenoverwinteren vrijwel zonder uitzondering inholle bomen. Deze winterslaapbomenmoeten aan zeer bijzondere eisen voldoen.

Reinwaterkelder

ara

WÊÊÊËSÈÈÊÊÊM

WsÊm. . . * ........!

vmx

r" ■P H 8 S

mm m

Het zijn praktisch altijd levende zwareloofbomen waarin zich een grote holtebevindt die omgeven is door een dikkehouten wand. Deze holte is aan de onder­zijde voorzien van een klein invlieggat. Zo’nwinterhoorn herbergt vaak honderdenwinterslapers uit de wijde omgeving. Het isduidelijk dat het verlies van een dergelijkbijzonder winterverblijf moeilijk te compen­seren is. Vleermuiskasten kunnen enigsoulaas bieden als zomeronderkomen. Alswinterverblijf zijn deze houten of uithoutbeton gemaakte kunstmatige vleermuis­woningen echter absoluut ongeschikt. Zezijn niet vorstvrij en derhalve ’s wintersonbruikbaar. Over het geheel genomen

235

Page 30: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

f. \h f> € d

J'W >UM ■'"wtëmkmm

mm. iiiiii-•*

!&®1!ISs WWil I | . ■■■

\ - j

: W F . jüv.:% •- '

- : S -I ffe v ' *:'mmT, | 'v' *?,: ... m m m mmB W

M am . H V1: *H

j l .* . :j .

J Ü

:-*■ -

Bunker bij Zonnestraal.

kunnen we stellen dat men het de boombe-wonende vleermuizen, ook in het Gooi, delaatste tientallen jaren niet gemakkelijkheeft gemaakt. De bosaantasting door zureregen en soortgelijke milieuverontreinigin­gen verergert de problemen alleen maar.Tegen deze achtergrond is het streven van deGemeente Naarden om de schoorsteen vanhet voormalige Zwemstadion als vleermui­sonderkomen overeind te houden nietanders dan zeer lofwaardig te noemen.

Bos- en landschapsbeheer

Dat de onder meer door de ruimtevaartgestimuleerde ontwikkeling van de microe-lektronica verstrekkende gevolgen heeftgehad is iedereen bekend. Dat deze invloedzich zelfs tot op het terrein van het vleermuis-onderzoek uitstrekt vergt enige uitleg. Aanhet begin van de jaren zestig werd voor heteerst melding gemaakt van de zogenaamdevleermuis-detector. Dat is een elektronischapparaat, waarmee de zeer hoge, voor ons

onhoorbare vleermuisgeluiden ’vertaald’worden in hoorbare signalen. Deze eersteapparaten waren zowel log en zwaar alsduur, bovendien consumeerden ze batterijenbij de vleet. De opbloei van de microelektro-nica maakte de constructie van kleinedetectoren mogelijk, die een factor tienlichter en goedkoper zijn dan hun inmiddelsantiek aandoende voorgangers. Dezeinstrumentjes die langzamerhand gemeen­goed worden onder de vleermuiswerkers inhet veld, hebben ongekende nieuwemogelijkheden geopend. Nog maar kortgeleden stond je als onderzoeker ’s nachts inhet veld letterlijk als blinde in de duisternis.Je hoorde noch zag iets. Nu sta je gewapendmet je nieuwe detector meer als collegatemidden van de vleermuizen. Je kunt nietalleen horen dat er vleermuizen in de buurtrondvliegen. Met de nodige training kun jeook horen om welke soorten het gaat, wat zedoen en waar ze vandaan komen en naar toegaan. Kortom er gaat een hele nieuwewereld voor je open.

236

Page 31: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Jonge vleermuisonderzoekers hebben dezeuitdaging aangenomen en zijn met opoffe­ring van veel nachtrust tot ontdekkingengekomen die er niet om liegen12,13,14).Onderzoek wees onder meer uit dat vleer­muizen de voorkeur geven aan loofbossenboven naaldbossen, aan oude bomen (meerdan 100 jaar) boven jonge, aan structuurrijkebossen boven eentonige bossen, aan bossenmet waterpartijen boven ’droge’ bossen.Bovendien werd ontdekt dat lijnvormigelandschapselementen (lanen, heggen, hollewegen, brede sloten met rietzomen e.d.)vaak als leidraad worden gebruikt om vandagverblijf naar fourageerplaats en viceversa te vliegen. Geïsoleerde bospercelenblijken voor vleermuizen in veel opzichtenonbereikbare eilanden te zijn. Openagrarische gebieden zijn voor veel vleermui­zen onneembare hindernissen.Het is te hopen dat deze belangrijke ontdek­kingen die niet alleen voor vleermuizen,maar ook voor veel andere organismen(knaagdieren, insecten, kleine roofdieren enzelfs vogels) opgaan, als onmisbare gegevensmeegewogen worden bij de bepaling van hetbeleid ten aanzien van het Gooise landschap.Het ligt op de weg van de Stichting GooisNatuurreservaat om in goed overleg met deGooise gemeenten ervoor te zorgen dat detoch al versnipperd gelegen natuurterreinenniet nog verder geïsoleerd raken door deaanleg van grote wegen en het oprukken vanbebouwing. Dat er groene corridor’s blijvenbestaan tussen de ’s Gravelandse landgoede­ren, de natuurgebieden gelegen tussenBussum, Hilversum, Laren en Blaricum ende groene Gooise noordflank. Het zoge­naamd ’ruimtelijk ontwikkelingsperspec­tief, zoals weergegeven in de onlangsverschenen Vierde Nota over de RuimtelijkeOrde drukt ons er met de neus op dat wijextra waakzaam zullen moeten zijn. HetGooi behoort ook tot het 'economischkerngebied’ waar grote ingrepen mogelijkzijn. Laten wij ervoor zorgen dat de Gooisenatuur hier niet de dupe van wordt. DeVereniging Vrienden van het Gooi kanhierop toezien, mede ten behoeve van hetbehoud van de Gooise vleermuizen.

Met veel dank aan Hans Fuchs voor een

kritische revisie van het manuscript.

NOTEN1) G.H. Glas. Atlas van de Nederlandse

vleermuizen 1970-1984, alsmede eenvergelijking met vroegere gegevens.Zoölogische bijdragen no. 34. Rijksmuseumvan Natuurlijke Historie te Leiden, 1986.

2) A.M. Voüte, J.W. Sluiter, P.F. van Heerdt,R.M. Ridder, F. van Ommen en G.H. Glas.De vleermuizenstand in enkele winterkwar­tieren in Midden-Nederland. Lutra 22,1-3,1980.

3) S. Daan. Long term changes in bat popula­tions in the Netherlands: a summary. Lutra22, 1-3, 1980.

4) F. van den Bosch en I. Pfeiffer. Rossevleermuizen. Een onderzoek naar eenkolonie Rosse vleermuizen. Trias, 3, 1980.

5) H . Fuchs. Vleermuisbomen in het westen vanhet Gooi. Verslag Natuurbeheer, nr. 590,Landbouwhogeschool Wageningen, 1981.

6) H. Fuchs. Vervolgonderzoek naar boombe-wonende vleermuizen in het westen van hetGooi. Verslag 1-30, 1986.

7) H. Fuchs en I. van Woersem. InventarisatieBoekesteyn 1982. Onderzoek naar broedvo-gels en vleermuizen. Vogelwerkgroep HetGooi en omstreken, uitgave nr. 43, 1983.

8) M. Bouman en P. van der Linden. Eenmilieukundig onderzoek van het landgoedDe Limiten. De Wijde Blik, uitgave StichtingMilieutijdschrift Gooi, Vechtstreek e.o.,i.o.v. Vereniging Leefmilieu het Gooi, deVechtstreek e.o., Hilversum 1988.

9) A.C. Hoegen. Biologische Beheers-ver-slaglegging. Staatsbosbeheer, DienstvakTerreinbeheer, Utrecht 1986.

10) J.W. Sluiter en P.F. van Heerdt. Seasonalhabits of the noctule bat (Nyctalus noctula).Arch. Neerl. Zool. 16, 1966.

11) A.M. Voute en Z. Bruijn. Vleermuizen inNaarden. De Wijde Blik, 1, 1987.

12) W. Helmer. Vleermuizen in Mergelland-Oost. Rapport van het ConsulentschapNatuur, Milieu en Faunabeheer N.M.F.) inde provincie Limburg en de StichtingVleermuisonderzoek, 1987.

13) W. Helmer. Een onderzoek naar hetvoorkomen van vleermuizen in 25 bosgebie­den in Nederland. Staatsbosbeheer, AfdelingFlora en Fauna, Dienstvak Terreinbeheer,1987.

14) W. Helmer en H.J.G. A. Limpens. Echo’s in'het landschap; over vleermuizen en oecoiogi-sche infrastructuur. De Levende Natuur, 1,1988.

237

Page 32: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Terra Nova, Oostervecht

J. Daams

Het landschap langs de Vecht komt in onstijdschrift zelden aan bod, ondanks de titelTussen Vecht en Eem’. Dit is een duidelijkeontkenning van de aantrekkelijke veelzijdig­heid op allerlei gebied die de Vechtoevers ende naaste omgeving daarvan laten zien.Het is bepaald niet zo, dat er weinig overbekend is. In een bibliografie van deVechtstreek worden meer dan 3000 publika-ties over dit gebied genoemd, zowel ophistorisch, geomorfologisch, natuurweten­schappelijk als landschappelijk gebied.Het is ondoenlijk in kort bestek een over­zicht te geven van de vele aantrekkelijkeaspecten van het Vechtplassengebied.Natuurlijk zijn er vele toegankelijke bron­nen: boeken over de buitenplaatsen enkastelen, de theekoepels die hier nog ingrote getale aanwezig zijn, de bijzonderestinze-plantenflora langs de Vecht en niet tevergeten het oude Verkadealbum over deVecht, waaruit een groot aantal boeiendegegevens is te halen.Voor onze lezers, veelal in het Gooi woon­achtig, is het wellicht de moeite waard eenseen paar artikelen te wijden aan gedeeltenlangs de Vecht met de nadruk op enkelebijzondere aspecten van het landschap, vanwelke aard dan ook.Voor een eerste artikel is gekozen voor deoostelijke Vechtoever tussen Loenen enVreeland, uitermate geschikt voor eenwandeling of een fietstocht, een gebied datzich onderscheidt door grote verscheiden­heid op landschappelijk gebied.

De Vecht

Een blik op een geologische kaart laat al ziendat de toestand van de Vecht in het verreverleden volkomen anders was dan wezouden verwachten. Dit is zeker zo tussenLoenen en Vreeland waar het direkt opvalt

dat de plassen, in dit geval de LoenderveensePlas zo dicht aan de dijk liggen. In het helegebied langs de Vecht is dit verder niet hetgeval. Het betekent dat hier tot heel dicht bijde rivier verveend kon worden. Vandaar diedunne strook land tussen rivier en plas. Hetbetekent ook dat de Vecht in het verreverleden een andere loop had, een jongere,waardoor niet zoveel klei, bos- en moeras­veen zijn afgezet, die de veengravingen enveenbaggeringen bemoeilijkten.Als het veen te veel slib bevatte ging dekwaliteit van de turf sterk achteruit en deaanwezigheid van veel veenhout, afkomstiguit bos- of moerasveen maakte het bedrijferg zwaar. Toen er nog geen dijken warenliep de rivier vanaf Loenen meer naar hetwesten in de stroomdalen van de Angstel enhet Gein. Naar het oosten toe is er dus nietzoveel slib afgezet. Bovendien waren destroomruggen smaller, waardoor er op ditgedeelte ook geen zware loofbossen zijnontstaan zoals in het zuiden wel het geval isgeweest. Er zal ook weinig bevolking in ditdeel zijn geweest. Aan de oostzijde wasvrijwel geen landbouw mogelijk, wel hebbenzowel Loenen als Vreeland korenmolens.Vanaf de Middeleeuwen is er druk aan debedijkingen gewerkt. Dit is een moeizamegeschiedenis geweest waar hier niet nader opwordt ingegaan. De langzame stijging van dezeespiegel, de ontwatering plus de steedsverdere inklinking van het land door hetveenbedrijf maakte dit een noodzaak.Talloze overstromingen waren de oorzaakvan slechte toegankelijkheid van de wegen.In een enquête uit 1815 wordt nog vermelddat de wegen in de omgeving van Loenen,Vreeland en het achterliggende gebied heelslecht waren, in de winter vaak niet bruik­baar. Dit is heel lang zo gebleven1*.Als artikel in het jaarboekje van Niftarlake(1987) is een lezing opgenomen door een

238

Page 33: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Ontwerp voor koepel, 1802

p2g??>*wmMm mf f i f c - I ,

M g ,.-"fêËjïSk., ^b 8 ( f e s ^ € ^ ' * * i £ b É É 2

r a a

i a i f e

? . • ■ iyfajém:;

medicus uit Nederhorst den Berg uit hetbegin van deze eeuw die een voor onsonvoorstelbaar beeld over de toestand vande Vecht, het transport over de wegen en degezondheidstoestand van de bevolkingomstreeks 1900 biedt2’.Na 1600 begint de bloei van de Vecht alsoord van welvaart door de grote rijkdom vande Amsterdamse kooplieden, die over hetgeld beschikten om buitenplaatsen aan teleggen om daar de zomer door te brengen.Amsterdam was ’s zomers geen prettigestad: het rook er bepaald onaangenaam. Enals het kapitaal ter beschikking was omelders te gaan bouwen dan deed men ditook. Bovendien was de Vechtstreekgemakkelijk te bereiken, vooral per trek­schuit, een comfortabele manier van vervoeren niet in slecht verende koetsen zoals dit inhet wegvervoer het geval was.Men vergete niet dat men in de 17e eeuwenige malen per dag gebruik kon maken vaneen schuit die de klanten in een paar uur terplaatse bracht. Voor buitenlanders was ditaltijd heel bijzonder. Een Engels schrijverzegt hierover in zijn ’The Dutch drawn to theLife’3’ ”Een nijver man reist hier zonder

tijdverlies, want hij schrijft, eet en slaaptterwijl hij in de trekschuit vooruitkomt”.

Het Loenderveen

Het is moeilijk om uit de oudere literatuurop te maken hoe het landschap er in dezeomgeving toentertijd uitzag. Toch zijn er welenkele gegevens beschikbaar. Er werdmeermalen geschreven over de hoge venenaan beide zijden van de Vecht. In hetLoosdrechtse gebied was men in de 17eeeuw al druk bezig met de veenexploitatie.Omstreeks 1650 maakte men plannen omook het Loenderveen op grote schaal aan tepakken. In de aanvraag om octrooi voor hetexploiteren van dit gebied wordt gesteld datmen de zeer magere, dor en vol gagel zijndeen niet een besloten polder vormendelanderijen wil bekwamen door het leggen vansluizen en bruggen, het graven van opgaandeen dwarsvaarten, eensdeels om een partij dierlanden met vuilnis, messie, klei en dergelijketoe te maken en tot weiding van beesten teverbeteren, anderdeels om de dorre enmoerassige landen te doen venen.Het is altijd een probleem geweest om dehogere veengronden geschikt voor de

Gerestaureerde Eva-koepel op Terra-Nova.

239

Page 34: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

g g S S & i* ^«&aè£4iès

I

§ E !P

M €.« i

■ ;f*BÜ M i n ■ jfej?

Kijkje op Terra-Nova. Tekening Schut uit ’Plaatsen aan de Vecht en de Angstel'.

landbouw of veehouderij te maken. Wekomen hier dan ook de term ’toemaken'weer tegen die voor deze aktiviteitengebruikt werd. Dit toemaken is voor dezeomgeving altijd heel belangrijk geweest.Van het toemaken van landen is in hetLoenderveen op den duur niet veel terechtgekomen. Door het dikwijls niet nakomenvan verordeningen over de wijze vanvervenen is tenslotte een grote plas ontstaandie heel sterk het landschap ten oosten vanVreeland-Loenen heeft bepaald. Nu is dezein gebruik voor de Amsterdamse Waterlei­ding, afgesloten voor de watersport. Binnende plas is een dijk aangelegd, die het uit deBethunepolder komende water bevat dathier op een iets hoger niveau dan in de restvan de plas wordt gehouden. De plas binnendie dijk is dieper dan de rest van het Loen­derveen. Bij het uitbaggeren ervan is veelveenhout aangetroffen, een aanwijzing datde vegetatie van het gebied niet helemaalvoedselarm was.Nu is het deel van het Loenderveen tussenhet bassin van de Amsterdamse Waterlei­ding en de Vecht één van de mooiste delenvan het Plassengebied, rijk aan planten,vogels en ander leven.

Oostervecht

Er is reeds gesteld dat na 1600 de groteopbloei van het gebied langs de Vecht alsverblijfplaats voor Amsterdamse koopliedenbegon. Vooral in de gemeente Loenenwerden talrijke buitenplaatsen aangelegd.In een inventarisatie uit 1977 noemt Monu­mentenzorg voor deze gemeente 17 nu nogbestaande buitenplaatsen, terwijl het eenfeit is dat er, vooral na de Franse tijd tallozezijn verdwenen4).Op de lijst komt ook Terra Nova - Ooster­vecht voor, de naam waaronder dezebuitenplaats het best bekend is. De naamTerra Nova, Nieuwe Aarde, is er pas na 1900aan toegevoegd. Een afbeelding van’Oostervecht’ komt voor in de uitgave metlithografieën van P.J. Lutgers uitgegeven in18365). Behalve van de buitenplaats komthier een afbeelding van de ’Glasfabriek’ teLoenen voor. In de begeleidende tekstwordt nog verteld dat de Vecht hier nog een'helderen stroom' is.Het huis Oostervecht dateert van 1680.Luttervelt noemt als eigenaren van hetlandgoed Isaac van Beuningen, IsaacSimkinson en Maria Jacoba Kerckrinck, de

240

Page 35: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

«bÉ 39SS^j 3*5®3!^-- -

^&&rag^IL'f^^HP5R^»««P“ jwfejw.i «É££;,*i

grag!

PMSS“ *(W»J' •*■-•» 1» ,«**■

Lithografie van P.J. Lutgers met het huis Oostervecht en de glasfabriek in Loenen.

weduwe van Johan Karei van Notten.Simkinson was een rijke Amsterdammer diehet buiten in 1710 in eigendom had. In hetuitgebreide, goed gedocumenteerde boek’Plaatsen aan de Vecht en de Angstel’vermelden de schrijvers Munnig Schmidt enLisman nog enkele bijzonderheden over demensen die hier vooral in de zomer hun tijddoorbrachten6). Simkinson bezat, samenmet Pieter Balde, een rederij in Amsterdam.De Balde’s waren in de 17e eeuw al bekendals grote reders, graanhandelaars enkooplieden in walvistraan. In de naasteomgeving hadden zij nog meer goederen,ook de nu verdwenen buitens Wallensteynen Westerklip.Omstreeks 1750 was Oostervecht bezit vande familie Van der Mersch, die zich heel langmet de glasfabricage heeft beziggehouden.Eerst op de Veluwe, waar dit bedrijf in 1765bij Nijkerk was gevestigd. Omstreeks 1811werd het naar Loenen overgeplaatst.De laatste bewoner van het huis, Pieter vander Mersch, stamde af van Jacob vanMollem, belangrijk zijdehandelaar,wonende op het ook al verdwenen landgoedZijdebalen bij Utrecht. Hij stierf in 1835.Het huis werd gesloopt in 1836.Nu herinnert alleen een oud hek aanOostervecht, samen met een rij oudekastanjes. De plantengroei in deze omgevingis echter bijzonder weelderig en herinnertaan de schoonheid van het landschap, dievroeger dikwijls aan de Vecht was aan te

treffen en, gelukkig voor ons, nog op veleplaatsen is te zien.Terra Nova

Terra Nova is niet oud; de naam ’nieuweaarde’ duidt daar al op. Het dateert uit hetbegin van deze eeuw, toen de heer Erdmannhier mogelijkheden zag om een grotebuitenplaats aan te leggen, waar hij zijnliefhebberij voor tuinen en tuinarchitectuurkon uitleven.Vanaf 1910 is hij bezig met het aankopen vanland, water en rietvelden aan de Loender-veense Plas. Ook een oude pleisterplaatslangs de Vecht waar de trekschuitenaanlegden, de ’glashut’ en een deel van deoude buitenplaats Oostervecht behoordentot zijn aankopen, zodat er tenslotte zo’n 50hectaren beschikbaar waren om zijn plannente realiseren.Omdat sommige delen van zijn bezit ergsmal waren besloot hij een deel van hetgebied dicht te gooien en op te hogen. Deoude term ’toemaken’ van het land is hieropvan toepassing. Hij sloot een overeenkomstmet de gemeente Amsterdam voor delevering van grote hoeveelheden vuilnis. Ditstadsvuil werd met bootjes naar Oud-overgevoerd om daar via de sluis, die toegang gaftot het Loenderveen, naar zijn bezit teworden gebracht.Dit ’toemaken’ is de aanleiding geweest totde naam van de buitenplaats ’Terra Nova’.Allerlei elementen van 17e en 18e eeuwse

241

Page 36: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

I

ft. , -

... J. . ■

Kijkje op de plas bij Terra-Nova.

cultuur zijn hier nog aan te treffen. De oudeherberg werd tot een woonhuis verbouwd.Er staat een huis dat herinneringen oproeptaan de koloniale bouwstijl, waarmee de heerErdmann, gezien zijn Indische achtergrond,vertrouwd was.Er werd een in klassieke stijl gebouwdtuinhuis aan toegevoegd, dat echter in 1961verplaatst werd naar ’Slotzicht’ richtingVreeland.Aan de plas staat nog een koepel in de stijlvan het begin van de 19e eeuw.De plannen konden echter niet volledig tenuitvoer worden gelegd: de crisis van 1929maakte er een einde aan. Een groot landhuisin de klassieke buitenplaatsen-stijl kon nietmeer worden gebouwd: alleen een grotebetonnen plaat herinnert nog aan deplannen.De tegenwoordige eigenaar, de familie VanLeeuwen Boomkamp, heeft zich ten doelgesteld het landgoed zo goed mogelijk in deoude toestand te herstellen, zowel deaanwezige gebouwen als de oorspronkelijkeaanleg met een Franse, Engelse en Japansetuin. Eertijds kwam op het landgoed eenuitgebreide beeldenverzameling voor, ookal in de traditie van de buitenplaatsen langsde Vecht. In een uitgave van de Nederlandsetuinenstichting ’Bloei, verval en tweede

jeugd van het landgoed Terra Nova’ (Am­sterdam 1983) wordt uitgebreid over delotgevallen van de beeldenverzameling,waarvan nu helaas nog maar weinig isovergebleven, ingegaan.De ligging aan de plas en de weelderigeplantengroei maken het geheel tot eenbijzonder aantrekkelijk gebied. Het bosherinnert aan de bossen van Nieuwersluis,’Sterreschans’ en ’Over-Holland’ en Breuke-len en roept herinneringen op aan de’Auenwalder’ die vroeger vooral langs degrote rivieren in Duitsland of Oostenrijkvoorkwamen die hier hun noordelijksteverspreidingsgebied vonden en die ook inNederland voorkwamen: de namen Scho-nauwen en Rijnauwen herinneren daar nogaan.Deze bossen onderscheiden zich door eenheel eigen flora. Ook de paddestoelen in ditgebied zijn heel bijzonder.De ligging aan de plas tussen de dijk van deAmsterdamse Waterleiding en Terra Novazorgt voor een heel rijke vogelwereld,waarin allerlei bijzonderheden als purperrei­ger, wouwaapje, zilverreiger en ijsvogel zijnwaargenomen.Voor belangstellenden in de grote verschei­denheid van dit gebied bestaat de mogelijk­heid om kennis van het geheel te nemen,

242

Page 37: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

De Glashut, de gerestaureerde woningen, grenzend aan Terra-Nova.

.-v’-S fjSgSÏÏT iï j ^ S S' •—'r'^' .~ï"

•^ r: ;:■*^ S S S f t ^ i ' V 5 J f * f j * - ■ ' ■ ' “ f c * ; -

f f ' ^ X ... <=~~-i f - 'T

-«psT-

fc s& : f :;mm3

m ém -

omdat er sinds enige jaren groepsexcursiesworden georganiseerd. Het minimum aantaldeelnemers is 15 personen. Voor groepsvor­ming moet men zorgen.De duur van de wandel- en vaarexcursie is ±2 uur. Reserveren is noodzakelijk (tel.02943-1572).

De Glashut

Wat nu de ’Glashut’ wordt geoemd, eenmooie rij huisjes in de grote scherpe bochtvlak voor het oude ’Oostervecht’, behoordebij de glasfabriek die afgebeeld is op eenlithografie van Lutgers. In de vorige eeuwwas dit een bekend bedrijf. Omstreeks 1900is de echte ’glashut’ echter afgebroken. Degeschiedenis van deze glasfabriek wordtdoor Munnig Schmidt en Lisman in hunboek over de plaatsen aan de Vecht behan­deld. De naam is dus blijven bestaan enwellicht kunnen nog wat oude slakken vanhet bedrijf worden aangetroffen.De naam glashut is een vertaling van hetDuitse ’Glashütte’ en dit is een woord meteen geschiedenis die teruggaat tot in deMiddeleeuwen, toen in Midden Europaoveral de mijnbouw en de glasindustriebedreven werden in ’Hütten’. Hiermeewerden niet te grote bedrijven bedoeld, dienogal eens verplaatst moesten worden. Diebedrijven gebruikten zeer veel energie en indie vroege tijden betekende dit hout. Men

was dus afhankelijk van bossen om tekunnen beschikken over hout en houtskoolom de hoge temperaturen te bereiken nodigvoor het smelten van ertsen. Bovendien wasvoor de glasfabricage potas nodig. Als hetbos in de naaste omgeving op was, trok meneen stukje verder. Vandaar de simpeleopbouw van een ’Hütte’.De glashut in Loenen gebruikte ook houtasen turfas voor de bereiding van kaliglas ineen tijd dat soda nog niet zo gemakkelijk terbeschikking was.Mensen uit het plassengebied konden bij hetbedrijf hun turfas kwijt. Zij ontvingendaarvoor ƒ 2,-per praam of bok, gevuld metas (med. J.P. Freese, Oud-Loosdrecht).

NOTEN

1) De Utrechtse gemeenten in 1815. Anon. Eenenquête. Uitg. Prov. Utrecht, 1972.

2) B. Wartena, De gezondheidstoestand in deVechtstreek rond 1900. Jaarboekje Niftarlake1987.

3) Dr R. van Luttervelt, De Buitenplaatsen aande Vecht. Uitg. de Tijdstroom. Lochem, 1948.

4) Rapport het Vechtlandschap. Staatsbosbe­heer, 1977.

5) P. J. Lutgers, Gezichten aan de rivier de Vecht1836. Facsimile Uitg. Canaletto, Alphen a.d.Rijn, 1970.

6) E. Munnig Schmidt en A.J. A.M. Lisman,Plaatsen aan de Vecht en de Angstel. Uitg.Canaletto, Alphen a.d. Rijn, 1982.

243

Page 38: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Literatuur

Boekbespreking

Een halve eeuw ROTER en de opkomst van dezelfmedicatie in Nederland 1938-1988door P.G. van Druenen.Reeks bedrijfsgeschiedenis, II. UitgeverijWaterstad, Rotterdam, 1988.

Bedrijfsgeschiedenis begint, gezien de talrijkepublicaties op dit gebied, een van de belangrijkstegebieden van de geschiedoefening te worden.Deze uitgave is een voorbeeld van hoe degeschiedenis van een bedrijf kan wordenbeschreven zonder enerzijds te vervallen in hetverhalen van allerlei ’interne’ anecdotes ofanderzijds een dorre opsomming van financiële enproduktiegegevens. Wel is het mogelijk om allezend over de groei van dit Hilversumse bedrijfeen beeld te krijgen van de opmars van hetmedicijnengebruik in Nederland, hoe automatise­ring greep krijgt op de produktie en hoe merchan­dising en sponsoring in het laatste decennium hunintrede hebben gedaan. De farmaceutischefabriek ROTER was het initiatief van Rolf vonden Baumen, werknemer van Unilever teLeeuwarden, die zich in 1938 te Hilversumvestigde om (in eerste instantie thuis) eenmaagtablettenfabriekje te beginnen. Hoe ditbescheiden fabriekje uitgroeide tot een wereldbe­roemd bedrijf met een grote diversiteit aanprodukten wordt in deze publicatie met de nodigehumor en tegelijkertijd met een goed besef van demaatschappelijke problemen, waar het bedrijfook mede verantwoordelijk voor is, beschreven.

C.M. Abrahamse

Het Oude Raadhuis te HilversumdoorE.E. van Mensch, met medewerking van M.Cramer, P.D. van Vliet en B. Aerden.Het boekje is een gezamenlijk initiatief vanuitgeverij Verloren en Harkema’s Boekhandel.Omvang circa 100 bladzijden, ingenaaid met veelillustraties. Uitgeverij Verloren, Hilversum. Prijsƒ20,-.

Het Oude Raadhuis ligt aan de grootste enbelangrijkste brink van Hilversum, de Kerkbrink.Op die plaats heeft eeuwenlang het dorpsbestuurvergaderd en recht gesproken. In de loop van degeschiedenis is het bestuur van het dorp en het

Regthuis of Raadhuis vele malen gewijzigd. Ditboekwerkje geeft van de opeenvolgendegebouwen zowel bouwkundige informatie alsgegevens over de gebruikers. Aandacht wordtbesteed aan het Regthuis in de periode 1729 tot1766, aan het Regthuis en later Raadhuis uit deperiode 1768-1881 en aan het huidige gebouw uit1881.

Het Eemland en de polder Arkemheen rond hetbegin van de twintigste eeuwdoor J.J. Smit.Rijksinstituut voor Natuurbeheer, Arnhem,Leersum, Texel, 1988. Rapport 88/48.64 bladzijden. Te bestellen door overschrijvingvan ƒ9,- (inclusief porto) op giro 5160648 van hetRIN te Leersum onder vermelding van hetrapportnummer.

In een serie over laaggelegen graslandgebiedenverscheen bovengenoemd rapport. Hierinworden de resultaten vermeld van een onderzoeknaar het agrarisch beheer en de vogelbevolking inhet begin van deze eeuw in het Eemland en depolder Arkemheen. Tevens wordt aanvullendeinformatie tot ongeveer 1950 verstrekt. Hetrapport verschaft inzicht in de biologische encultuurhistorische waarden van het gebied in dieperiode. Afgemeten aan de huidige situatie enmet het schrikbeeld van de ruilverkaveling van deEempolders in het vooruitzicht, toont dezepublikatie de gevolgen van ingrijpende cultuur­technische en landbouwkundige maatregelen aan.

D.A. Jonkers

Van stulp tot kerk: bladzijden uit de (kerkgeschie­denis van De Vuursche.door Willem Otten.272 Bladzijden met illustraties. Het boek istelefonisch te bestellen bij kerkvoogdij ofpredikant van de Hervormde Gemeente, LageVuursche. Prijs ƒ 49,50.

Zoals de titel al aankondigt wordt bij dezepublikatie de aandacht van de lezer niet alleengeleid naar de Hervormde Gemeente van DeVuursche, maar ook naar het grotere geheel vande burgerlijke gemeente rondom. De ambachts­heerlijkheid De Vuursche en de ridderhofstadDrakestein verlenen dan ook een extra dimensieaan de geschiedenis van de kerk en ook van eldersuit de streek bekende geslachten, zoals VanReede, speelden een prominente rol.De schrijver heeft, als voorbereiding op dit boek,

244

Page 39: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

eerst het archief van de hervormde gemeentegeïnventariseerd en dat is goed te merken. Slechtseen grondige kennis van het archief heeft een zouitstekend gedocumenteerd en verhelderendboek tot gevolg kunnen hebben. Altijd wordtaandacht besteed aan de oorsprong en de werkingvan de organisatie van de gemeente (zowelburgerlijk als kerkelijk). Termen als collatierecht,beroepingen e.d. worden uitgelegd, zodat ookeen met de hervormde kerk onbekend lezer eengoed begrip kan verkrijgen.Voor genealogen bevat dit boek een schat aaninformatie: zo worden overzichten gegeven vangraven, attestaties, huwelijksvoltrekkingen enz.,naast natuurlijk de lijst van predikanten. Hetboek is voorzien van functionele illustraties enheeft een alfabetisch register, waarin circa 1500(!) namen voorkomen.

C.M. Abrahamse

Straatnamenboek van Hilversumdoor A.H. Meyer.Hilversums historie vanuit de straatnaam.Uitgeverij Verloren, Hilversum, 1988. Prijsƒ 22,50.

Het aardige van dit boek is dat, wat op het eerstegezicht een droge opsomming van straatnamenlijkt, zich ontpopt als een stuk lokale geschied­schrijving dat, hoe verder men leest, steedsboeiender wordt tot de lezer het uiteindelijk metmoeite uit handen legt.Na een posthuum voorwoord van burgemeesterW.R. van der Sluis, volgt een inleiding van deauteur, waarin hij oorsprong en opzet uiteenzet.Natuurlijk brengt hij hulde aan de in 1986overleden Joop Reinboud, die zich ruim 25 jaar inwoord en geschrift voor de geschiedenis vanHilversumse straatnamen heeft ingezet en aan wiehet werk is opgedragen.In een kort artikel geeft historisch geograaf, drsE.J. Pelgrim, de verschillende aspecten, welke bijhet proces van straatnaamgeving van belang zijn.Meyer beschrijft de geschiedenis van het Gooi enHilversum in enkele trekken, om dan tot deeigenlijke substantie van het werk te komen: destraten en wegen in heden en verleden.Zoals gezegd, dat is meer dan herkomst, spellingof jaartal van de straatnaam. Een aanzienlijkedosis geschiedenis en feitelijke gegevens is erinverwerkt, vaak doorspekt met anecdotes enverhalen uit de volksmond.Een enkele losse greep:St. Annastraat, genoemd naar het St. Annage-sticht, dat hoorde bij de St. Vituskerk. St. Anna,

de moeder van Maria, is de patroon van onderandere mijnwerkers en kleermakers. Maar er wasook een Anna Sinkel-ten Brink, een rijkeweduwe, die het gesticht geldelijk begunstigde.De Bazelstraat, naar Karei Petrus Cornelis deBazel (1869-1924). Bouwde onder meer hetgebouw van de Nederlandse Handel-Maatschap-pij in Amsterdam; ook de hofstede Oud-Bussem,destijds beheerd door Erfgooiers-voorvechterFloris Vos, behoort tot zijn scheppingen. Bij debouw van de Vituskerk heeft hij architekt drP.J.H. Cuypers als opzichter bijgestaan.Jeneverpad dankt zijn naam aan de smokkelaars,die hun waren (waaronder jenever) van Hollandnaar het Sticht, dwars door het Gooiersbos,smokkelden. Vroeger werd in het Sticht, vooral inde stad Utrecht, bier en sterke drank zwaar belast.Men bladert zo, nadat men zijn nieuwsgierigheidbetreffende eigen straat heeft bevredigd,genoeglijk verder en steekt onderweg een boelkennis op, welke men natuurlijk al had (of niet),maar niet zo uitvoerig en precies.Een aantal bijlagen completeert de uitgave, zoalseen benoeming van straten en wegen in 1829, deeerste, met 32 indelingen, bij voorbeeld ’Van CLVlaanderen tot KJ Heek de Schoolsteeg’.Huisnummers werden toen nog niet gebruikt.Een latere staat van wegen, datum niet nauwkeu­rig bekend, maar vóór 1852, geeft al 116 wegen!Een topografische kaart van een deel van hetGooi en een plattegrond van Hilversum metvolledig register van straten en wegen, alles van1988, completeren als losse bijlagen het geheel.Al met al een waardevol werk, dat met demedewerking van vele anderen tot stand isgekomen.

M.W. Jolles

Uit de tijdschriften

Natuur en Milieu, juli/augustus 1988, jrg. 12,no. 7/8Zowel Natuur en Milieu als Gewest Gooi enVechtstreek pleiten voor het stopzetten van allediepe ontgrondingen in de Randmeren. Nu heeftde Stichting Natuur en Milieu opnieuw eenberoep ingesteld tegen een diepe ontgronding inhet Gooimeer. Immers zandwinningen tot dertigmeter laten een put achter, waarin vervuild slibbezinkt, met alle daaruit voortkomende bedrei­gingen voor het watermilieu. Er komen straksbeperkende maatregelen tegen de zandwinningen vandaar dat er nu nogal wat aanvragen wordeningediend om nog voor 1 januari 1989 zand temogen winnen in het Gooimeer. Dit geeft geen

245

Page 40: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

pas, zegt Natuur en Milieu!Zeventig tot tachtig procent van sommigeheidegronden van de Vereniging Natuurmonu­menten zijn vergrast. Uit de praktijk blijkt steedsmeer dat maatregelen als begrazen, plaggen enmaaien van de heide nauwelijks doel treffen tegende vergrassing, wanneer de zure neerslagdoorgaat. Vandaar dat Natuurmonumenten omeen krachtige aanpak van de luchtvervuilingvraagt en zich nog actiever gaat inzetten voor eenombuiging van het regeringsbeleid. Voor demeeste heidevelden in het Gooi zal het dan al welte laat zijn!In dit verband is ook het stukje over de alarme­rende toestand van de bossen in de Alpeninteressant. Daar is het autoverkeer één van degrote bronnen van vervuiling, maar ook nabijeindustriecentra zorgen voor extra zure regen in denoordelijke rand van de Alpen. Dat leverde eennieuw gezegde op: hoge bergen vangen veelluchtverontreiniging!

Natuur en Milieu, september 1988, jrg. 12, no. 9Hoewel niet speciaal op het Gooi gericht, zijntwee artikelen het vermelden waard: ’Natuur enlandschap in de stadsrand’, waarin ir R. A.Heidens en drs F. van der Heide schrijven over degevolgen voor natuur en landschap van de strijdom de ruimte in de stadsrand, in dit geval dezuidoostelijke rand van Amsterdam. Beideschrijvers zijn medewerkers van het projektbu-reau Groengebied Amstelland.In het tweede artikel gaat het om de verdroging inNederland. In het bijzonder wordt aandachtgegeven aan een modelgebied, de Reitma inDrenthe. Het Nederlandse probleem is namelijkin zover bijzonder dat het, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de verdroging in Afrika of de V.S. vanAmerika, eenvoudiger oplosbaar is.

Natuur en Milieu, oktober 1988, jrg. 12, no. 10Onder de korte stukjes troffen we de volgendeaan:- Geen boringen in het Ijsselmeer: twintig

organisaties op het gebied van natuurbescher­ming, recreatie, visserij en de beroepszeilvaartverzetten zich hevig tegen de boringen die deNAM in het Ijsselmeer wil gaan uitvoeren.

- Bestuurswerk in vrijwilligersorganisaties: hetsuccesvol functioneren van een milieugroephangt voor een groot deel af van het functione­ren van het bestuur. Een handleiding isuitgegeven door de Stichting Burgerschapskun­de, postbus 349, 2300 AH Leiden, telefoon071-121841; prijs per deel ƒ 6,50.

- Vleermuisbescherming: het Ministerie vanlandbouw en visserij heeft onlangs de nota

’Vleermuisbescherming’ uitgegeven.- De politieke invloed van protest en pressie,

besluitvormingsprocessen over rijkswegen;auteur Leo W. Huberts, DSWO Press,Hooigracht 15, 2312 KM Leiden, telefoon071-273795, prijs ƒ 38,69. Geen gemakkelijkekost, maar wel interessant voor wie zich wilverdiepen in achtergronden en oorzaken vansucces of mislukking bij het actie voeren.

Actualiteiten

Forten rond Naarden.

Een rondgang langs historische verdedigings­werken in het Gooi en de Noordelijke Vecht­streek, samengesteld door de VerenigingWerkgroep Vestingstad, de stichting Vriendenvan de Vesting Naarden en de stichting Mennovan Coehoorn (C.G. Scheltema), met financiëlesteun van de gemeente Naarden. Foto's: FonsBrasser en Carlos Scheltema.De tentoonstelling is te zien in kazemat Y van hetVestingmuseum te Naarden gedurende deKerstvacantie. De bezoekers ontvangen gratiseen folder met een kaart waar de diverse objectenop zijn aangegeven.

246

Page 41: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Activiteiten van de Vereniging van mVrienden van het GooiActuele Gooise zaken(afgesloten 1 november 1988)

De vierde nota Ruimtelijke Ordening

Deze in maart van dit jaar verschenen nota isinmiddels in alle mogelijke media op allemogelijke manieren besproken, becommenta­rieerd, geprezen en verguisd. Op de algemeneledenvergadering van onze vereniging in april 1.1.werd de nota besproken door dr H. van derCammen en een samenvatting van diens voor­dracht werd opgenomen in het voorgaandenummer van dit tijdschrift (6e jrg., no. 3,september 1988).In het koor van commentaren en kritieken heeftook onze vereniging zijn partij meegeblazen. Onsschriftelijk commentaar, gedateerd 14 juli 1.1., iste uitvoerig om hier in zijn geheel op te nemen enwij moeten ons beperken tot een aantal (deelsverkorte) aanhalingen, waaruit de strekking vanons betoog duidelijk moge worden.”De nota zou (daarom) aan waarde winnenwanneer het milieubeleid daarin niet als onder­steunend naast het ruimtelijk beleid wordt gezien,maar als een vorm van integraal ruimtelijkbeleid.”"Voor natuur, landschap en openlucht-recreatievervult het Gooi (bovendien) een bovenregionale,en in zeker opzicht een nationale, functie. Dedaardoor veroorzaakte knelpunten zijn devolgende (verkorte weergave):- de natuurgebieden zijn door de dichte bevol­

king en het frequente bezoek aan erosieonderhevig;

- voortgaande verdichting en verharding tussenbebouwde kommen en open ruimte tast denatuurgebieden verder aan;

- sommige gemeenten in het Gooi - en met nameHilversum - kennen meer betekenis toe aaneen maximaal gebruik van de aanwezigeeconomische potentie dan aan een goed beheervan de bestaande ruimtelijke structuur;

- de, ter ontlasting van de druk op het Gooi,mogelijk gemaakte overloop naar Zuid-Flevo-land wordt thans als een bedreiging gezien voorde eigen groeikansen en beleidsmatig afge­remd;

- de toenemende onttrekking van grondwater enplaatselijke bodemverontreiniging leiden toteen afneming van de kwantiteit en de kwaliteit

van het grondwater. Op zijn beurt veroorzaaktdit verschijnsel een vermindering van degrondwaterstromen naar het Vechtplassenge­bied, waardoor de natuurwetenschappelijke enrecreatieve betekenis van dit gebied wordtondermijnd;

- volgens de Vereniging van Vrienden is hetGooi, respectievelijk het stadsgewest Hilver­sum, het meest gebaat bij de status vanconsolidatiegebied. Dat wil zeggen: handhavingvan de ruimtelijke hoofdstructuur met accentop beheer van het bestaande karakter en deresterende natuurgebieden en voortzetting vanhet beleid voor de overloop naar Almere;

- de Vereniging beklemtoont, dat een goedleefmilieu een belangrijke economischebetekenis heeft."

Stichting Gooisch Natuurreservaat

In een beschikking, gedateerd 8 augustus 1988,kondigt de minister van Landbouw en Visserijaan, dat hij ’’de aanwijzing van een aantalwaardevolle gebieden in het Gooi als beschermdnatuurmonument in overweging neemt." Hetbetreft hier de volgende gebieden, voornamelijkheideterreinen, alle in het bezit van de StichtingG.N.R.: De ’Nieuwe Bussummerheide enVliegheide’ in de gemeente Huizen; de ’Postiljon-heide’ in de gemeente Laren; de ’Franse Kamp-heide’ in de gemeente Bussum; de ’Heide achterSportpark’ in de gemeente Hilversum en hetgebied ’Heidebloem’ in de gemeente Laren.Aanwijzing tot beschermd natuurmonumentgeschiedt onder vigeur van de Natuurbescher­mingswet. Dit houdt in, dat aan de betrokkengebieden in juridische zin een betere beschermingkan worden geboden en tevens dat het Rijkfinanciële steun kan verlenen voor noodzakelijkeamelioraties en aanpassingen. Normale beheers­kosten worden niet gesubsidieerd.Al met al een bemoedigende ontwikkeling.

Met hulp van de Heide Maatschappij heeft deStichting G.N.R. een beheersplan 1989-1994opgesteld, waarin het te voeren beleid en dedaaruit voortvloeiende beheersmaatregelen pergebied uitvoerig worden beschreven. Flierbijkomen zaken aan de orde zoals: verschillendeniveaus van menselijk ingrijpen in bosgebieden; aldan niet begrazing door grote of kleine grazers;

247

Page 42: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

volledig, gedeeltelijk of geen hondenaanlijnge-bod; de mate van bestrijding van de ’bospest’;maatregelen in verband met heidebeheer; enz.enz. Kortom: maatregelen die elke gebruiker vande Gooise natuurgebieden aangaan en waarvande consequenties in de komende jaren niemandzullen ontgaan.Het plan biedt een solide basis voor een doelbe­wust en duidelijk beleid in de eerstkomendejaren. Het plan wordt (werd) behandeld in deopenbare vergadering van het algemeen bestuurvan GNR op 23 november.

Gemeentelijke ontwikkelingen

Blaricum. Verschenen is het voorontwerpbestemmingsplan ’Warandepark’, een heugelijkfeit na vele jaren van uitstel na uitstel. In grotetrekken kan de vereniging zich met de strekkingvan dit plan verenigen, maar wij houden zwaarwe­gende bezwaren tegen de voorgestelde bestendi­ging van de Verlengde Bergweg, die dwars doorhet betrokken gebied loopt en die destijds werdaangelegd als uitdrukkelijk tijdelijke verbindings­weg voor het bouwverkeer met de Bijvanck.Verder is de Vereniging van mening, dat hetgebied ’t Harde, evenals de Groeve Oostermeent,onder de Natuurbeschermingswet moet wordengebracht. Ons commentaar wordt (werd) in deloop van november ter kennis van de gemeentegebracht.

Bussum. Het bestemmingsplan ’Cruysbergen’omvat, onder meer, het landelijk gebied van deBussummer meent, gelegen tussen de bebouwdekom van Bussum en het bebouwde gedeelte vande Hilversumse meent. Van verschillende zijdenwordt aangedrongen op wijziging van debestemming van dit gebied, bijvoorbeeld voorbebouwing of de aanleg van een golfbaan. DeVereniging is van mening, dat de Bussummermeent tot natuurgebied moet worden verklaarden zal zich met hand en tand verzetten tegen eeneventuele aanwijzing als bouwlocatie.

Naarden. Het bestemmingsplan ’Zuid-West III1988’ voorziet in nieuwbouw in een gebied(Verlengde Fortlaan/Cort van der Lindenlaan),dat grenst aan het Naardermeer. De verenigingheeft andermaal bezwaar aangetekend tegenbepaalde aspecten van de bouwplannen, maar hetheeft niet mogen baten: de bouwvergunningenzijn verleend en de bouw is inmiddels begonnenconform de gewraakte opzet.

Huizen. Landgoed ’DeLimiten’. Bij deze, al jarenslepende zaak, gaat het in laatste instantie nog om

eventuele gevolgen, die kunnen voortvloeien uitde omstreden vestiging van een paardencentrumop dit landgoed, voor welke vestiging hetvigerende bestemmingsplan ’Natuurgebieden1974’ gewijzigd moet worden. Op 6 oktober 1.1.werd hierover door het provinciaal bestuur eenopenbare vergadering gehouden, waarbij de doorde Vereniging en door anderen ingebrachtebezwaren andermaal ter sprake kwamen. Op hetmoment van schrijven is het besluit van deprovincie nog niet bekend.

Randstad groenstructuur

In september 1988 verscheen het 'Ontwerpbeleidsvisie randstad groenstructuur in Noord-Holland’. Dit rapport is een uitwerking van deeerder verschenen 'Rijksnota Ruimtelijk KaderRandstad Groenstructuur'. In dit kader stelt derijksoverheid tot het jaar 2000 ongeveer 1 miljardgulden beschikbaar voor de structurering van de'groene ruimte’ in de 3 randstad-provincies. Hetgaat hierbij om de samenhang van de landelijkegebieden in de dichtbevolkte randstad.Wat het Gooi betreft is het hoofddoel van hetprovinciale beleid het tegengaan van verdereverstedelijking en een zonering van de recreatie.Hiertoe behoren, onder meer, de volgendedoelstellingen:- landschapsverzorging van de overgangen van

het Gooi naar de Eempolder en de Vechtstreek;- behoud van de engen en weilanden;- ontwikkeling van de watersport langs het

Gooimeer.Op 13 oktober 1.1. werd van de zijde van deprovincie een voorlichtingsbijeenkomst gehoudenover deze materie in Ouderkerk a.d. Amstel. DeVereniging van Vrienden zal binnen de gesteldetermijn haar commentaar op het voor het Gooivoorgestelde beleid aan Gedeputeerde Statenkenbaar maken.

Kaart Gooi en Vechtstreek

De leden worden eraan herinnerd, dat de dit jaaruitgekomen nieuwe kaart van het Gooi en deVechtstreek verkrijgbaar is bij onze ledenadmini­stratie (zie binnenzijde omslag) voor de vriende­lijke ledenprijs van ƒ 6,-, inclusief verzending. Dekaart werd, in samenwerking met de ANWB,gezamenlijk uitgegeven door Natuurmonumen­ten, Gooisch Natuurreservaat, Staatsbosbeheer,VVV, Rijwielpadenvereniging Gooi en Eemlanden de Vrienden van het Gooi. Beter kan heteigenlijk niet! Misschien een cadeau-idee voorSinterklaas of Kerstmis?

248

Page 43: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

HeidebloeiHopenlijk hebben velen van onze leden genotenvan de bloei van de heide (tenminste van watdaarvan over is), die dit jaar uitbundiger was danin een aantal voorafgaande jaren. Bovendien ishet GNR redelijk tevreden over de resultaten vanverschillende proefnemingen ter bevordering vande verjonging van de heide en is er door deHeidevrijwilligers en anderen hard gewerkt aanhet opschonen van verschillende heideterreinen -en met een duidelijk zichtbaar resultaat!Dit zijn, voor de afwisseling, weer eens watbemoedigende geluiden dan het veel gehoordedoemdenken van enkele jaren geleden, toen hetin snel tempo verdwijnen van de Gooise heidevel­den al bijna als onontkoombaar werd beschouwd.

5*1'C H T//Vq

Stichting Gooisch Natuurreservaat

Beheersplan GNR 1989-1994

Het Gooisch Natuurreservaat (GNR) heeftkort geleden haar concept-beheersplan voorde komende vijfjaren ter commentaar aande participerende gemeenten en provinciegepresenteerd. In de eerstkomendebestuursvergadering van het GNR zal het,met eventueel te maken opmerkingen,worden vastgesteld.Het indelen in drie categorieën (lange,middellange en korte termijnplan), zoals datin 1976 werd geïntroduceerd, is nu gewijzigdin het opstellen van een vijfjaar geldendbeheersplan met daarbij voor het werkappa­raat op te stellen jaarlijkse werkplannen.Het beheersplan geeft aan hoe de doelstel­ling van het GNR - het in stand houden vande Gooise natuur en bezoekers de mogelijk­heid bieden ervan te genieten - naar hetdagelijkse beheer vertaald wordt.Door een uitvoerige inventarisatie van deterreinen, op meerdere aspecten, en hetindelen ervan in zo’n 20 terreintypen, is opbasis van deze informatie een visie op langetermijn vastgesteld met hieruit gedestilleerdeen nadere uitwerking voor een periode vanvijfjaar.

De inventarisatie beslaat verreweg hetgrootste deel van het plan. Naast de terrein-type-indeling (opgaand naaldbos, opgaandloofbos, opgaand gemengd bos, houtwallensingels, dagrecreatieterreinen, parkbose.d.) komen onder andere de volgendeaspecten aan de orde: historische ontwikke­ling, planologisch kader (Rijk, Provincie,Gewest en Gemeenten), geologie, bodemge­steldheid , waterhuishouding, flora en fauna,recreatie, zonering, voorlichting, natuur- enmilieu-educatie en de organisatiestruktuur.Een op het beheersplan aansluitend voor-lichtingsplan is inmiddels in de afrondingsfa­se. Ten aanzien van de natuur- en milieu­educatie zal nog een nader onderzoekmoeten plaatsvinden.

De lange termijnvisie in het beheersplan,veelal gedragen door wetenschappelijkonderzoek en gebruikmakend van deinventarisatie-gegevens, richt zich op devolgende punten:a. de instandhouding en bevordering van de

in het terrein voorkomende levensge­meenschappen en soorten in het voor desoort meest geschikte milieu;

249

Page 44: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

b. de ontwikkeling en instandhouding vande geologische en geomorfologischestrukturen en de landschappelijkevariatie;

c. het herstel en de instandhouding vanarcheologische en cultuurhistorischewaardevolle elementen;

d. het treffen van maatregelen en voorzie­ningen in regulerende zin om de bezoe­kers in staat te stellen tot in lengte vanjaren deze waarde van de terreinen tebeleven, waarbij steeds optimale bescher­ming van de meest waardevolle gebiedenen elementen dient te zijn gewaarborgd;

e. de ontwikkeling van natuurlijke kwalitei­ten en instandhouding van de terreinenop een zodanige wijze, dat de oogst vanprodukten niet is uitgesloten;

f. het geven van informatie en educatie aande bezoekers en potentiële bezoekers.

Ten aanzien van de bossen, heidevelden enengen kunnen de volgende opmerkingenworden gemaakt:

Bossen- categorie A: zelfregulerend bos (laag

niveau van menselijk ingrijpen, op termijngeen houtoogst, lage recreatiedruk,begrazing met grote grazers).

- categorie B: halfnatuurlijk bos en struweel(verwijderen ongewenste uitheemseboomsoorten, ingrijpen teneinde gewen­ste natuurlijke bostypen te realiseren, oplange termijn geen houtoogst, variabelerecreatiedruk, geen grote grazers).

- categorie C: bijzondere (bos)opstanden(multifunktioneel bos, blijvende hout­oogst, relatief hoog niveau menselijkingrijpen, op daartoe geschikte grondrendabele houtproduktie mogelijk).

Heidevelden- de heidevelden die in de inventarisatie

ook als heidevelden zijn aangemerkt,worden beheerd door het al of nietsamengaan van opslagverwijdering,maaien, plaggen en branden.

- de padenstelsels worden gesaneerd.- de hondenaanlijnregeling wordt, wat

betreft de zonering, in de meeste gevallen

gewijzigd (maximaal drie niveaus, hondenverboden, honden vast of honden vrij).

- er zal op een aantal heidevelden gestreefdworden naar de invoering van grazers,bijvoorbeeld runderen, schapen en/ofgeiten (de keuze hangt af van het beoogdedoel en de aard van het terrein).

Enggronden (landbouwgronden)- streven naar verpachting van de land­

bouwgronden op basis van beheersover­eenkomsten (beperkingen ten aanzienvan gewaskeuze, bemesting, bestrijdings­middelen).

- kerstsparrenakkers terugbrengen totbouwland.

- bevorderen akkerkruidflora.- streven naar een regionaal enggrondenbe-

heer.

Zoals in het interview in de Gooi- enEemlander van 14 oktober 1988 met derentmeesterH. Korten al werd aangegeven, is er van departicipanten (de ’eigenaren’ van het GNR),gezien de roerige achterliggende periode,niet erg veel financiële ondersteuning teverwachten. De participanten (provincieNoord-Holland, de gemeenten Amsterdam,Hilversum, Bussum, Naarden, Huizen,Blaricum en Laren) zullen echter met het nuop tafel liggende beheersplan genoodzaaktzijn een duidelijk beleid in deze te gaanvoeren.Het beheersplan 1989-1994 kan dan ookgezien worden als een mijlpaal in de geschie­denis van de Gooise natuurbescherming. Deprincipiële vraag: willen we wel of geenvolwaardige natuur in onze direkte woonom­geving, moet nu worden gemaakt. Het is nuaan de (Gooise) bevolking en haar vertegen­woordigers om deze keuze zo verantwoordmogelijk te maken.

Jaap Vlaanderen, voorlichter GNRtelefoon: 035 - 14598

250

Page 45: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

TVE Activiteiten

Prijsvraag: het dagelijks leven in Holland in 1840

De Stichting Culturele Raad Noord-Hollandheeft zich tot alle historische kringen inNoord-Holland gewend met het volgendevoorstel: In 1990 herdenken Noord- enZuid-Holland hun 150-jarig bestaan alsafzonderlijke provincies. In samenspraakmet enkele archiefdiensten is een plan vooreen prijsvraag ontwikkeld. Hieronder volgende belangrijkste gegevens voor eventueledeelname.

Het voorstel in grote lijnenHet voorstel bevat de volgende drie elemen­ten:a. Uitvoering van lokale/regionale onder­

zoeksprojecten door een aantal histori­sche verenigingen in Noord en Zuid rondhet thema 'Het dagelijks leven in Hollandin 1840’.

b. Publicatie van de resultaten van dezeonderzoekingen in een 1840-bundel.

c. Presentatie en bespreking van deprojecten op een interprovinciaalhistorisch symposium.

De onderzoeksprojectenHet ligt in de bedoeling dat de deelnemendehistorische verenigingen zelf lokaal (ofregionaal) historisch onderzoek gaanverrichten. Er is gekozen voor een thema dat’dicht bij huis ligt’ en dat vanuit veleinvalshoeken en op verschillende niveausbestudeerd kan worden. Het thema nodigtuit tot openlegging van de rijke 19e eeuwselokale archieven.Veel historische verenigingen zullen alervaring hebben met soortgelijk onderzoek;in dit geval kunnen de resultaten een extrawaarde krijgen, omdat ze voortkomen uitvergelijkbaar onderzoek op diverse plaatsenin Holland.1840-PrijsAan de deelname aan het 1840-project is,behalve publicatie in enigerlei vorm van hetresultaat in de bundel, ook het uitzicht op

een speciale 1840-prijs verbonden. De tweeverenigingen (één uit Noord- en één uitZuid-Holland), die hun lokaal onderzoekmet het beste schriftelijke resultaat afsluiten,zullen worden beloond met een prijs vanƒ 1.000,-, vrij te besteden voor de vereni-gingsdoeleinden.

Historisch symposium

Ter afsluiting van het gehele project zal in1990 een symposium voor alle historischeverenigingen in Noord- en Zuid- Hollandgeorganiseerd worden. Op het symposiumzal aandacht worden geschonken aan lokaalen regionaal historisch onderzoek in hetalgemeen en aan Holland in 1840.De uitvoering van het project zal moetenplaatsvinden in de periode november 1988 -november 1989.Bijdragen aan de bundel moeten voor1 december 1989 ingezonden worden.Het bestuur van de Stichting Tussen Vechten Eem ziet in het bovenstaande de moge­lijkheid om in 1990 te komen tot eenpublicatie getiteld: Het dagelijks leven in’t Gooi in 1840, zulks als onderdeel van eendoor de initiatiefnemers gedachte provin­ciale publicatie.Voor nadere inlichtingen en coördinatiebellen: mevrouw E.W.M. Witteveen-Bren-ninkmeijer, tel. 02159 - 13630.

Open dag TVE op 20 mei 1989

De Stichting Tussen Vecht en Eem isvoornemens haar traditionele Open Dag in1989 te houden in Naarden en wel opzaterdag 20 mei. Aan het speciale Naarden-nummer van dit tijdschrift wordt hardgewerkt, terwijl ook het dagprogrammareeds vorm begint te krijgen.Nadere mededelingen volgen in het eerstenummer van 1989.

251

Page 46: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Goois Museum

Het Gooi gespiegeld

Een keuze uit de prentencollectie van hetGoois Museum vanaf de 17de eeuw.10 december tot en met 26 februari

Sinds de mens kritisch over de wereld is gaannadenken, heeft hij zijn omgeving ’in kaart’gebracht. En daar gaat het om in de topogra­fie.De oorsprong van de topografie ligt in de16de eeuw. Ondernemende uitgeversspeelden in op de nieuwe behoefte aankennis van stad en land. Dankzij nieuwegrafische technieken, de kopergravure en deets, waren ze in staat geïllustreerde boekwer­ken uit te brengen in veel grotere oplagendan ooit mogelijk was geweest.Steden werden pas een zelfstandig onder­werp in de tweede helft van de 16de eeuw.Er was alle reden om trots te zijn op demooie gebouwen die door hard werken totstand waren gebracht. Aanvankelijk werdende steden van buitenaf en in vogelvluchtweergegeven. Afzonderlijke gebouwenwerden nog niet afgebeeld. Dat werd in de17de eeuw wel gedaan. Toen trokkentekenaars en graveur door het land omwelvarende steden, dorpen en landschappente tekenen. Ze hadden ook oog voorkastelen, merkwaardige landhuizen enopenbare gebouwen.Het publiek had grote belangstelling voor devele, met gravures en etsen geïllustreerdestadsbeschrijvingen, die gedurende de hele17de eeuw werden gepubliceerd. Daarnaastwas er een ruim aanbod van losse prenten.Na 1630 werd de ets toegepast naast dekopergravure. Een ets oogt beweeglijker,vrijer en losser. Hierdoor heeft de topografi­sche prent een ander karakter gekregen.De 18de eeuw was de bloeitijd voor detopografische prent. Een betrekkelijk kleinaantal kunstenaars had zich gespecialiseerdin het in prent brengen van de Nederlanden.

a/ofaiöx

Voor het eerst beperkten zij zich niet totAmsterdam, Holland en Zeeland, maartrokken ze door alle gewesten, om onderwegte tekenen, wat hen inviel.Velen hadden de behoefte om uit de druktevan de stad vandaan te gaan. Rijken zochtende rust en de natuur in hun buitenhuizen aande Vecht. Dit natuurgevoel is ook op deprenten zichtbaar. De stad werd weergege­ven als onderdeel van het landschap, stratenwerden omzoomd door groen. In polder,bos en heide heerste landelijke rust.Ook de tekentrant verraadt een anderementaliteit. De lijn is fijn en teer, nooitstrak, nooit fel. Pas tegen het eind van deeeuw neemt de belangstelling af.Rond 1825 keerde de kunst zich af van dewerkelijkheid en kwam er weer ruimte voorverbeelding. De onderwerpen werdengezocht in het verleden, gevoelens vanverlangen, weemoed, 'Weltschmerz’ kregende ruimte. Tussen 1830 en 1840 zien we in deNederlandse kunst een voorkeur voorvervallen gebouwen, eenzame hutten,dorpsstraatjes, knoestige bomen en verge­zichten. Als reaktie kwam er na 10 j aar weervolop realisme, zonder enige opsmuk.Aan het begin van de 19de eeuw werden ereen aantal nieuwe procedé’s ontwikkeld,zoals de hout- en de staalgravure en delithografie. De uitvinding van de fotografiemaakte een aantal technieken overbodig.De litho, ets en houtsnede behielden hunwaarde en eigen toepassingen naast defotografie. Beeldend kunstenaars maaktennu stadsgezichten om hun persoonlijke visie

252

Page 47: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

* A

M S

:

VMt

* * f e , ■

1H” '»W««»*Jr -jé P Ö i.

te geven op werkelijkheid, ruimte enatmosfeer.De collectie van het Goois Museum omvatzo’n 500 prenten, waarvan er 200 a 250betrekking hebben op het landschap, desteden en dorpen van het Gooi. Het zwaarte­punt van de collectie ligt op de 19de en 20steeeuw.Voor de tentoonstelling wordt een keuzegemaakt uit deze prenten, aangevuld metfotomateriaal.

Goois MuseumKerkbrink 6, 1211 BX HilversumOpen: dinsdag t/m zondag 12.30 - 16.30 uurtel. 035-292826

Aanwinsten

De bescheiden financiële middelen van hetGoois Museum laten geen ’grote’ aankopentoe. Over een aanschaf als het 131-deligeRozenservies van Loosdrechts porselein uitca. 1780 valt al helemaal niet te denken. Dathet servies toch in het Goois Museum tebewonderen valt, is te danken aan devriendenkring, de Stichting tot Bevordering

van de Belangen van het Goois Museum teHilversum. De Stichting heeft het serviesonlangs aangekocht.Het eetservies, dat tot de hoogtepuntenbehoort van de produktie van de Loos-drechtse porseleinfabriek, was al sinds 1961in particulier bruikleen bij de StichtingMuseum voor Gooi en Omstreken, die hetbeheer in 1969 overdroeg aan de gemeenteHilversum, de dienst voor cultuur, waar eenaantal delen opgesteld waren in de ruimtevan de historische afdeling van De Vaart(het huidige Goois Museum).De vraag naar eetserviezen ontstond in de18de eeuw bij rijke families. Daar werduitgebreid getafeld, met een grote variatieaan gerechten op kostbaar gedekte tafels.Dominee Johannes de Mol uit Loosdrechtzocht een oplossing voor het werkloosheids­probleem in zijn omgeving en begon eenporseleinfabriek, om met luxegoed eenplaats te veroveren op deze opkomendemarkt. Door zoveel mogelijk Hollandsearbeiders op te leiden tot porseleinwerkersen schilders, probeerde hij de werkloosheidte verminderen. Duitse deskundigen werdenaangetrokken om de Loosdrechters de fijne

253

Page 48: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

kneepjes van het vak te leren.De fabriek heeft het maar tien j aar volgehou­den: van 1774-1784. Amsterdamse schuldei­sers hebben de produktie naar Ouderkerkaan de Amstel overgebracht, maar doordatde vraag naar luxeartikelen sterk afnam,moest in 1804 ook deze fabriek sluiten.Het ’Rozenservies’ bestaat onder meer uitterrines, sauskommen, ovale en rondeschotels, rechthoekige schalen, schalen metopengewerkte rand, een vergietschotel,slabakken, zoutvaatjes, mandjes, diepe enplatte borden. Op het deksel van terrines enschalen zit een plastisch en veelkleurigbeschilderd bloemboeket met onder meereen roos. De geschilderde decoratie bestaatuit rozetakjes in groen en rose die alsstrooimotieven zijn aangebracht. De randenzijn met goud versierd.

Vrijwilligers, onmisbare pijler van hetGoois Museum

Al tijdens de restauratie van het OudeRaadhuis was duidelijk, dat de gemeenteHilversum geen geld ter beschikking zoustellen om de noodzakelijke extra medewer­kers aan te trekken. De leiding van hetmuseum stond dus voor de opgave om ditprobleem met behulp van vrijwilligers op telossen.Al ruim een jaar voor de opening verscheen- tegelijk met een wervingsaktie voordonateurs - de eerste oproep. Er kwamenverrassend veel reakties, waardoor hetmuseum deze zomer kon starten met eengrote groep vrijwillige medewerkers. Zijwaren betrokken bij de officiële opening vanhet Goois Museum op 3 juni en organiseer­den het open huis op 27 augustus j.1.Zo langzamerhand groeit er enige regelmaatin de werkzaamheden. CoördinatriceDineke Onderdelinden vertelt van haareerste ervaringen. ’’Zonder vrijwilligers zouhet niet gaan”, stelt ze vast. ”Wie zou eranders ’s middags bij de receptie staan, detelefoon beantwoorden en de bezoekersontvangen? We kunnen echt niet zondersuppoosten. Nu, na enkele maanden, is er

binnen de pool van 44 een groep van 20 opwie gerekend kan worden voor het suppoos-tenwerk. De organisatie is niet eenvoudig,maar gelukkig zijn een aantal mensen bereidop vaste dagen te komen. Het is niet altijdhet leukste, maar dit werk moet ook gedaanworden”, vinden zij. Naast de suppoosten iser ook een groep vrijwilligers die incidentelerbij het museum betrokken is. De vraag is,hoe de binding met deze mensen in standkan worden gehouden. ’’Opvallend is, dateen groot aantal ouderen zich wil inzettenvoor het nieuwe museum”, vindt DinekeOnderdelinden.Binnenkort zullen vrijwilligers beginnen methet opzetten van een kaartsysteem voor dehistorische bibliotheek, waardoor dezebeter toegankelijk wordt voor het publiek.Ook de computerregistratie van de museum­collectie staat op het programma.Tevens zijn er mensen die zich beschikbaarhebben gesteld voor speciale aktiviteiten,zoals het ophalen en wegbrengen vanbruiklenen, het inbinden van boeken en hetinventariseren van de zilvercollectie die hetmuseum binnenkort geschonken wordt.Ook zullen vrijwilligers in de naaste toe­komst rondleidingen gaan geven en verlenenzij assistentie bij het voorbereiden eninrichten van tentoonstellingen.Het Goois Museum werkt nog maar kortmet vrijwilligers. Daarom is het van grootbelang ervaringen uit te wisselen met collegamusea. Een groot voorbeeld zijn de Ameri­kaanse musea, die soms meer dan 100vrijwilligers hebben. Daar worden cursussenvoor de vrijwilligers gegeven, lezingencyclien doen zij soms het werk waar wij betaaldekrachten voor hebben. De opzet van hetGoois Museum is echter anders.Sommige aanmeldingen, naar aanleidingvan de eerste oproep, komen door omstan­digheden pas nu weer boven water. Hetmuseum betreurt deze gang van zaken enbiedt er zijn verontschuldigingen voor aan.Dineke Onderdelinden zal alsnog contactzoeken met deze inzenders en verzoekt hen,die nooit een reaktie ontvangen hebben,haar te bellen, tel. 035 - 292820.

254

Page 49: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

VariaAuteurs

J. Daams (geb. 1915). Tot 1975 werkzaam alsresearch-medewerker op landbouwkundig gebied.Geïnteresseerd in de historische ontwikkeling vanhet landschap. Publiceerde vooral op mycologischgebied. Redactielid van het tijdschrift Tussen Vechten Eem. Woont te Kortenhoef.

drs G.H.J. Holthuizen-Seegers (geb. 1941).Studeerde aan de K.U. te Nijmegen geschiedenis,specialisatie historische demografie. Publiceerdein dat kader een paar artikelen in wetenschappelij­ke, historische tijdschriften. Verder: De verza­melde Gooise sagen en legenden; Villa Amalia.Woont te Bussum.

mr M.W. Jolles (geb. 1910). Studeerde rechtenaan de universiteit van de gemeente Amsterdam.Is in het verzekeringsbedrijf werkzaam geweest,in hoofdzaak als directeur van een herverzeke-ringsmaatschappij. Bedreef het alpinisme actiefen was lange tijd redacteur van ’De Berggids'.Diende de Vereniging van Vrienden van het Gooiacht jaren als bestuurslid. Is iedere week op hetHilversums kanaal zichtbaar in een boot van deH.R.V. ’Cornelis Tromp'.

M.A.P. de Vaan (geb. 1965). Opleiding Middel­baar Archiefambtenaar. Sinds 1986 werkzaam alsinventarisator van gemeente-archieven bij hetStreekarchief voor het Gooi en de Vechtstreek.Woont te Hilversum.

dr A.M. Voute (geb. 1931). Studeerde biologieaan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Daar was hijnadien werkzaam als dier-oecoloog. Thans is hijals conservator verbonden aan het Universiteits­museum te Utrecht. Hij specialiseerde zich in devleermuis-oecologie en -bescherming en schreefhierover diverse publicaties. Hij is bestuurslid vande Vereniging van Vrienden van het Gooi. Woontte Soest.

Verantwoording illustratiesbij artikel:Amalia: coll, familie Vinke, coll. mevrouw Holthuizen.Gymnasium: coll. Jolles, Goois Museum, In memoriamuitgave Blokhuis 1934.Blaricum: coll. Streekarchief te Hilversum.Vleermuizen: foto’s : Bruijn, Kastermans, Stevens, Voüte.Terra Nova: Zie noot 5 en 6 en foto’s coll. Van LeeuwenBoomkamp.

Jan Toeback’s U u rtjeHappy hour van half 6 tot half 7, dan is het goed toevenin de Jan Toeback’s Bar van GoldenTulip JanTabak.Dan zit het werk erop en zijn de borrelhapjes gratis.Alle reden om nog even te blijven plakken.

Op vrijdag en zaterdagLive pianomuziek

GOLDEN TULIP JAN TABAKIN THE GARDEN OF AMSTERDAM

Amersfoortsestraatweg 27. 1401 CV BUSSUM Telefoon 02159-59911 telex 73388.

255

Page 50: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Ja, want u hééft meer aan een geholpen kunt worden enbank die meer voor u doet waar ’t niet uitmaakt bij welkMeer service, meer aandacht, kantoor u langs gaatmeer advies. Bovendien is de Da’s nou de Bondsspaarbank.Bondsspaarbank de enige Kortom een bank voor jongbank, waar u dankzij een en oud.uniek komputersysteem, snel

Dus disBondsspaarbank

doet méérvoor mij?____• kompleet dienstenpakket • altijd ’n kantoor in de buurt• minimale wachttijden • in vele plaatsen zelfs op• 150 jaar ervaring in sparen zaterdag open

Doe meer met de spaarbank die meer doet

bondsspaarbank sMidden Noord en Oost Nederland spaarbank

Page 51: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

Vereniging van Vrienden van het Gooi

Doelstellingen• In het Gooi en het omliggende gebied de

leefbaarheid en een goed milieubeheer bevorde­ren.

• Een ruimtelijke ordening stimuleren waarbijwordt gelet op de cultuur- en natuurwaarden vanstad en dorpen in het Gooi en het eigen karaktervan het landschap.

• De in het Gooi inheemse flora en fauna bescher­men.

Hoe bereikt de Vereniging haar doelstellingen

• Het bestuur volgt de ruimtelijke ontwikkelingenin het Gooi op de voet en maakt zonodig bezwaartegen de bestemmingsplannen of stelt alternatie­ven voor.

• De Vereniging werkt samen met en geeft indaartoe geëigende gevallen financiële steun aanorganisaties met een verwant doel in het Gooi.

• Er is een door het bestuur ingestelde GooiseNatuurwacht, welke tot taak heeft ontsieringen enmisbruik van de Gooise gronden tegen te gaan.

• Minstens een maal per jaar wordt een ledenverga­dering gehouden.

• Ieder voorjaar wordt een reeks roeitochten op hetNaardermeer georganiseerd, terwijl zowel invoor- als najaar onder leiding van deskundigenatuurwachters wandelingen worden gehouden.

• Tezamen met de Stichting ‘Tussen Vecht en Eem’geeft de Vereniging een 4x per jaar verschijnendtijdschrift uit.

Historie

De Vereniging werd in 1935 opgericht, oorspronke­lijk waar mogelijk, ter ondersteuning van hetGooisch Natuurreservaat. De Vereniging organi­seerde in 1959 en in 1980 een Gooicongres, waar deproblemen van het Gooi op bestuurlijk en weten­schappelijk niveau aan de orde werden gesteld. Heteerste congres gaf mede de stoot tot het tot standkomen van het Gewest Gooiland, later uitgebreid tothet Gewest Gooi en Vechtstreek. De Vereniging gaftwee fotopockets uit over het Gooi (in 1960 en 1967)en zij verleende financiële steun aan het tot standkomen van de zgn. 'groene kaart' van het Gooi. In1982 werd onder haar auspicieën het ruim geïllu­streerde boek ‘Het Gooi bekeken en besproken’uitgegeven.Ledenadministratie en excursies

J.B. Perry-Vlasveld, Braam 34,1273 EA HuizenN.H., 02152-66848.Aanmeldingen als lid aan bovenstaand adres.Minimum contributie ƒ 20,— per jaar.Op vertoon van het bewijs van lidmaatschap (hetrechterstrookje van de accept-girokaart ter betalingvan de jaarlijkse contributie) hebben leden vrijetoegang tot de volgende landgoederen, onder devoorwaarden die bij de ingang zijn aangegeven:‘Bantam’ aan de Fransekampweg te Bussum, ‘DeBeek’, aan de Oud-Blaricummerweg te Naarden,

‘Oud Bussem' ingang Oud-Bussummerweg ofBikbergerweg te Huizen, ‘Boekesteyn’ aan hetNoordereind te ’s-Graveland en ‘Oud Naarden', in-en uitgang bij de boerderij ‘Oud Naarden’ aan deOud-Huizerweg te Huizen.

Bestuur

Voorzitterdrs H. van Goudoever, Jan Hamdorfflaan 18,1251 NM Laren, 02153-82555Vice-voorzitterMevr. N. Biersteker-Vonk, Alexanderlaan 44,1213 XT Hilversum, 035-855294Secretarisir E.J. van Busschbach, Van Beeverlaan 13,1251 ES Laren, 02153-15755Penningmeestermr G.H. Fuhri Snethlage, Everard Meysterweg 21,3817 HA Amersfoort, 033-621851LedenA. Farjon, Amer 6, 1273 LM Huizen,02152- 62857Mevr. E. Goldfinger-Albertis, Sophialaan 33,1213 XK Hilversum, 035-10423drs J. Kwantes, Vondellaan 29, 1401 RW Bussum,02159-35970W.J.B. Nugteren, Papaverstraat 11,1402 CV Bussum, 02159-13145dr A.M. Voute, Van Lyndenlaan 8,3768 MG Soest, 02155-15573

Raad van Advies

mr J.E. Brikkenaarvan Dijk, Nw. Hilversumseweg8,1406 TE Bussum, 02159-31248dr C. Cup, Spoorlaan 30, 1406 ST BussumdrsH.W.E. Dieperink, Jagerspad9,1251ZVLaren,02153- 83615mr M.W. Jolles, Larixlaan 10, 1213 SZ Hilversum.035-14227dr W.K. Kraak, Wielewaallaan 38,1403 BZ Bussum,02159-15725ir H.P. Loggere, Holleweg 9, 1261 BW Blaricum,02153-87003ir A.D. du Mosch, Eslaan 17, 1404 EE Bussum,02159-30704J.M. Soutendijk-Polderman, Melkweg 6,1261 GV Blaricum, 02153-82395

Gooise Natuurwacht

J. Kamies, secretaris, Geysendorfferstraat 30,1403 VZ Bussum, 02159-15995

Secretariaatsadres

Van Beeverlaan 13,1251 ES Laren, 02153-15755

N.B. Verzoeke alle post voor de penningmeester ofde ledenadministratie en excursies rechtstreeks naarde betreffende adressen te zenden.

Page 52: rre^gmg’van Vrienden van het Gooi -Jkithting/>Tnssen Vecht en Eem · 2015. 10. 3. · stijl volkomen acceptabel en tot aan de crisis, eindjaren twintig, zullen de bewoners met volle

M u Y D E N

/ t Kaste el

Miryiierberg

leoorten/de 'j /È. Van/rt d p ”/ •*"* Xk V

zluvj

Aart y Jalniou* '? 'cerJtero

t u 2 ^v - f i U tc/enscluap» s|/Polder T *

\ackflaai'X Z ‘

£ * V

Pold. lons-wïtandskrc

K e v e r D y lts c l ier T E R . l f E X Ji\/^ P o ld e r& a r > 7

K ccv/uuj *

Êz' i N a a r d e r ,B i n

B a o;e i n eA E T S V E L I )

Nè' P o ld e rM EER

A /e t>v ' «

Ra/ckaBMd.

AnkeveenseA N K E V ƒ E E N

4 ^ C n c/(/i'j/A C cl/andƒ Polder

t Uerc > xende ' '44■ L a n d e n ,

■ Z . -fe-

I Z .v/)dpn Ber<rb.

/Ankevey

ü i f T T T i '

Scfiey/ enbu >yOverMeer

H o r s t e rj 7 **€*]*<

M e e rdeïtf*.•iZ ïSs£

g g g j - l

. h i / i x l beek E*i

Vrelands / i v c n lUudeiuitJiAjic

K o H ch o e i - f t j r . j f e , ,YeUen aJt]B i /r e i 4 /un ie , /u

J F p t i j f t *

11 -K;»i> 0 - -.\