Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een...

37
Na haar opleiding tot grafisch vormgever (München) werkt Rotraut Susanne Berner sinds 1977 zelfstandig als ontwerper en free- lance illustrator. Ze begon haar carrière met het illustreren van boekcovers, romans en verhalen van andere auteurs. Later schreef ze ook haar eigen prentenboeken, waarmee ze in Duitsland meermaals de Jeugdliteratuur- prijs in de wacht sleepte. In Nederland en België viel Berner voor het eerst op door haar illustraties in Mijn vader, met tekst van Toon Tellegen (1994). Later won ze nog een Zilveren Penseel en meer- dere Vlag en Wimpels. In april 2016 kreeg ze de prestigieuze Hans Christian Andersen- prijs voor illustratie. Berner werd vooral bekend door haar kijk- en zoekboeken over de vier seizoenen. Ook haar stevige kartonboeken over Kareltje Konijn, over alledaagse gebeurtenissen in het leven van een peuterkonijn, zijn een groot succes. Berner laat in haar tekeningen ruimte voor raadsels, wat de prenten poëtisch maakt. Ze illustreert het liefst mysterieuze, bizarre en gekke verhalen en verrast telkens met grap- pige details. Voorwerpen en figuurtjes tekent ze meestal met zwarte contourlijnen die ze inkleurt met gouache, pastelkrijt en kleur- potlood. Haar tekenstijl wordt erg herken- baar, kindvriendelijk, levendig en een tik- keltje naïef genoemd. Over haar zelfportret ‘The portrait is a mixture of drawing, collage and silhouette.’ Rotraut Susanne Berner (°1948, Stuttgart) Foto © Manu Theobald

Transcript of Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een...

Page 1: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Na haar opleiding tot grafisch vormgever (München) werkt Rotraut Susanne Berner sinds 1977 zelfstandig als ontwerper en free-lance illustrator. Ze begon haar carrière met het illustreren van boekcovers, romans en verhalen van andere auteurs. Later schreef ze ook haar eigen prentenboeken, waarmee ze in Duitsland meermaals de Jeugdliteratuur- prijs in de wacht sleepte.

In Nederland en België viel Berner voor het eerst op door haar illustraties in Mijn vader, met tekst van Toon Tellegen (1994). Later won ze nog een Zilveren Penseel en meer-dere Vlag en Wimpels. In april 2016 kreeg ze de prestigieuze Hans Christian Andersen-prijs voor illustratie.

Berner werd vooral bekend door haar kijk-en zoekboeken over de vier seizoenen. Ook

haar stevige kartonboeken over Kareltje Konijn, over alledaagse gebeurtenissen in het leven van een peuterkonijn, zijn een groot succes.

Berner laat in haar tekeningen ruimte voor raadsels, wat de prenten poëtisch maakt. Ze illustreert het liefst mysterieuze, bizarre en gekke verhalen en verrast telkens met grap-pige details. Voorwerpen en figuurtjes tekent ze meestal met zwarte contourlijnen die ze inkleurt met gouache, pastelkrijt en kleur-potlood. Haar tekenstijl wordt erg herken-baar, kindvriendelijk, levendig en een tik-keltje naïef genoemd.

Over haar zelfportret‘The portrait is a mixture of drawing, collage and silhouette.’

Rotraut Susanne Berner (°1948, Stuttgart)

Foto © M

anu Theobald

Page 2: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Sabien Clement studeerde Grafische en Illustratieve Vormgeving aan Sint Lucas Antwerpen. Vanaf 2001 begon ze boeken en tijdschriften te illustreren voor kinderen en volwassenen.

Haar tekeningen voor de poëziebundel Jij lievert van Geert de Kockere waren met-een een schot in de roos: Sabien kreeg er een Boekenpluim voor. Linus, waarvoor ze samenwerkte met illustrator Pieter Gaude- saboos, leverde een Gouden Uil op.

Inspiratie voor haar subtiele tekeningen en krachtige composities zoekt Sabien door rond te neuzen in oude boeken en huizen. Ze wil dat haar illustraties het verhaal of het gedicht aanvullen en tegelijkertijd een eigen verhaal vertellen. Sabien houdt van stijlexperimenten. Ze werkt graag met bal-pen, Chinese inkt, acrylverf, gravures, sjablo-nen, ... Toch blijft haar werk erg herkenbaar.

Kinderen houden vooral van de humor en het vrolijke in haar kronkelende lijnenspel en haar gedurfde kleurenkeuzes. Volwas-senen laten zich dan weer bekoren door de poëtische kracht en diepgang in haar werk. Sabien zegt zelf dat ze met haar fantasie de blik van mensen op de wereld wil ‘verrui-men, verwarmen en kleuren’:

Over haar zelfportret‘Ha! Ja! Dat ben ik :-) Ik ben zot van hoela-hoepen. Dit is een beeld dat zal verschijnen in een boek van Maud Vanhauwaert en me-zelf, gebaseerd op dagboekillustraties van mijn hand. Het heet Ik ben weer velen en ver-schijnt in de zomer van 2018. Ik word vro-lijk van hoelahoepen. Als mijn hoofd vol zit, zwiept de hoelahoep het er in 5 à 10 minuten weer uit. Topsport! (Tegenwoordig met een hoelahoepje van een kilo negenhonderd om het uitdagend te houden)’

Sabien Clement (°1978, Kortrijk)

Page 3: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Na zijn studies Grafische Vormgeving aan Sint-Lucas in Gent, werkte Carll eerst een tijdje in de reclamewereld. Door een op-dracht voor een tijdschrift rolde hij als bij toeval de wereld van de illustratie in.

In 1996 debuteerde Carll met Varkentjes van marsepein. Dit boek viel al meteen op door de bijzondere tekenstijl van de illustraties. Al schilderend vervolmaakte Carll zijn tech-niek en compositie. Hij ontwikkelde een unieke, heel herkenbare stijl: hij schildert heel ambachtelijk met acryl en brengt vele lagen verf over elkaar aan.

De stijl van Carll Cneut verwijst rechtstreeks naar Vlaamse schilders als Pieter Bruegel de Oude, Jeroen Bosch en Gustave Van de Woe-styne.

Carll laat ook graag nog wat aan de verbeel-ding van de lezers over: tekeningen worden als het ware afgesneden en suggereren daar-door een grotere wereld buiten het boek. Hij hecht ook veel belang aan de vormgeving van een boek: hij werkt nauw samen met de grafisch ontwerper voor de opmaak van een boek.

Intussen is hij uitgegroeid tot een van de be-kendste en meest bekroonde illustratoren van België. Vaak bekroonde boeken: Meneer Ferdinand, Dulle Griet en Het geheim van de keel van de nachtegaal. In 2015 won hij de Vlaamse Cultuurprijs voor Letteren. Zijn boeken zijn in bijna 40 talen vertaald.

Carll woont en werkt in Gent, waar hij ook docent illustratie is aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten.

In 2007 organiseerde Villa Verbeelding de eerste solotentoonstelling rond het werk van Carll Cneut in Vlaanderen. In 2017 en 2018 is Carll docent van de Summer School in Villa Verbeelding.

Over zijn zelfportret‘Er zitten altijd tekeningen in mijn hoofd. Dat is soms ook lastig omdat het nooit stopt. Nu heb ik vogels getekend, maar het had even goed iets anders kunnen zijn.’ Het zelf-portret van Carll verwijst ook naar de pro-fielen die hij schilderde voor de klassiekers Slagveld van gebroken harten en Te veel ver-driet voor één hart.

Carll Cneut (°1969, Roeselare)

Page 4: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Kitty Crowther is de dochter van een Zweede moeder en een Engelse vader. Ze studeerde Beeldende Kunst en Illustratie in Sint Lukas Brussel. Ze woont met haar man en twee zo-nen in Wallonië.

Haar debuut Mon Royaume (1994), over de echtscheiding van haar ouders, krijgt met-een lovende kritieken. Sindsdien illustreert ze met groot succes zowel haar eigen boeken als die van anderen. Zo won ze o.a. voor Kleine man en god het Gulden Palet.

In 2010 won ze voor haar werk de belang-rijkste prijs in de wereld van het kinderboek: de Astrid Lindgren Memorial Award.

In haar boeken heeft ze het over gevoelens en de grote levensvragen. Ze is zuinig met woorden. Met fijne lijnen en zachte kleuren maakt ze beelden die voor zich spreken. Ze breng tijdloze, universele verhalen in een wereld met mooi licht en met veel oog voor de natuur: bijzondere bloemen, vreemde in-sekten, zeewezens, stenen,…

Ze reist de wereld rond, maar ze wil het liefst thuis boeken maken.

Over haar zelfportret ‘Het was een opdracht van Patrick Jordens voor Zazie, de kinderbijlage van Brussel Deze Week.’

Kitty Crowther (°1970, Brussel)

Foto © C

himene D

enneulin

Page 5: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Rébecca Dautremer studeerde in 1995 af als grafisch vormgever aan de École Nationale des Arts Décoratifs, in Parijs. In haar studen-tentijd werkte ze als inkleurster bij uitgever Gautier-Languereau. Zo kreeg ze de smaak van het illustreren te pakken.

Met het boek L’Amoureux (Ik val op jou) vond ze haar schilderstijl en kleurenpalet en veroverde ze de harten van haar publiek. Sindsdien breidde ze haar oeuvre voort- durend uit met sprookjesachtige boeken als Het grote boek van vergeten Prinsessen, Het geheime dagboek van Klein Duimpje of met klassiekers uit de literatuur als Alice in Wonderland. Ze illustreerde zelfs een heden-daagse roman: Zijde van Alessandro Baricco en het boek der boeken: de Bijbel. In Een Bijbel vind je ook expressieve, krachtige por-tretten.De illustraties van Rébecca Dautremer zijn zeer poëtisch en inspirerend, meestal met een vleugje humor. Ze experimenteert graag en probeert elke keer nieuwe dingen uit – ze noemt zichzelf een knutseltype. De meeste

illustraties van Rébecca zijn geschilderd in gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Rébecca Dautremer woont in Parijs met haar man Taï-Marc Le Thanh en haar drie kinderen. Ze maakte een aantal boeken samen met haar man, onder andere Yeti en Elvis. Er waren eerder al twee tentoonstel-lingen van Rébecca in Villa Verbeelding te zien: Het geheime dagboek van Klein Duimpje en Een Bijbel. Ze begeleidt samen met Carll Cneut de Summerschool Villa Verbeelding 2018.

Over haar zelfportretIn haar zelfportret beeldt Rébecca zichzelf tegelijk mannelijk en sensueel uit. Maar er is meer: als je goed kijkt, zie je dat er een lijntje loopt rond de onderkaak van Rébecca. Het is een soort deurtje onder haar mond. Als je het deurtje wegneemt, komen er vreselijke tanden tevoorschijn.

Rébecca Dautremer (°1971, Gap, Frankrijk)

Page 6: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Ann De Bode volgt Graduaat Publiciteit in het Sint-Maria Instituut in Antwerpen, waar ze later ook zelf zal lesgeven. Daarnaast werkt ze een tijdje voor verschillende reclame- bureaus.

Haar carrière als kinderboekenillustrator start in de jaren ‘90, wanneer ze bekend raakt door de Hartenboeken- reeks: tien prenten-boeken met auteur Rien Broere over emoti-onele thema’s als scheiden, pesten, dood en angst. Deze succesvolle reeks verschijnt in twaalf talen. Inmiddels heeft zij al meer dan 200 boeken geïllustreerd. Momenteel werkt ze voor uitgeverijen in binnen- en buiten-land en maakt cover- en binnentekeningen bij het werk van diverse auteurs.

Ann de Bode maakt graag gebruik van col-lages en computer (‘in laagjes opgebouwd

digitaal knip-en plakwerk’), maar wordt vooral geassocieerd met haar bijzondere techniek die erg in de smaak valt bij een jong publiek. Ze maakt namelijk figuurtjes in fimo (een soort boetseerpasta van polymeerklei) die ze in scène opstelt, bakt en fotografeert. Zo creëert ze een heel eigen wereld.

In 2009 publiceert ze Mijn familie: een reis door de tijd, waarin je het familieleven ziet evolueren doorheen de tijd. Ann De Bode kreeg vijfmaal op rij de Publieksprijs van de Picturale in Ronse, een tweejaarlijkse ten-toonstelling van alle Vlaamse illustratoren.

Haar zelfportret stopte ze in een sigarenkist-je. Het hing een tijdlang in haar huis. Als het deurtje dicht was, wisten haar huisgenoten dat ze Ann beter met rust konden laten.

Ann De Bode (°1956, Belgisch-Congo)

Page 7: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Jan De Kinder studeerde Toegepaste Grafiek en Illustratie aan Sint-Lucas Brussel en volgde een opleiding Tekenkunst aan de Stedelijke Academie van Leuven.

Nu is hij beeldend kunstenaar en werkt hij als zelfstandig illustrator van kinderboeken en -tijdschriften. Hij illustreert voornamelijk boeken van andere auteurs.

In 2002 debuteerde hij met een zelfgeschre-ven prentenboek Mathilde, dat later vertaald werd in het Deens en het Koreaans. Het jury-rapport van de Picturale in Ronse 2003 klonk toen al veelbelovend: ‘De Kinders werk valt op vanwege de directe vertelkracht van de illustraties, de sterke sfeerschepping en de weergave van emoties. Dit prentenboek is een indrukwekkende stap in zijn ontwikke-ling als illustrator en laat vermoeden dat de toekomst nog bijzonder treffend werk van hem in petto heeft.’

De lievelingskleur van deze Vlaamse illus-trator is rood in alle schakeringen. Deze kleur verwerkt hij in Rood, of waarom pesten niet grappig is (2013). Het Gevolg heeft van dit boek een theatervoorstelling gemaakt die begin 2019 in de zalen te zien is. In 2016 ver-scheen Ben je bang in het bos, Grote Wolf?

Zijn werk werd al in 14 talen vertaald.Naast tekenen en schrijven heeft Jan een passie voor eenwieleren, circus, (straat)theater, im-provisatie, clownerie en vertellen.

Over zijn zelfportret‘Dit zelfportret is een studie in hoe mijn kwetsbaarheid weer te geven. Verder geef ik er geen betekenis aan. Het is wat het is. Het oordeel is aan de toeschouwer.’

Jan De Kinder (°1964, Dendermonde)

Foto © Steven M

assart

Page 8: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Eva Cardon behaalde meestergraden in de Schilderkunst en de Illustratieve Vorm- geving, en doceert momenteel Illustratie en Beeldverhaal aan twee kunsthogescholen in Vlaanderen. Ze werkt aan een doctoraat in de Kunsten waarvoor ze de artistieke auto-biografie in het beeldverhaal onderzoekt.

Onder haar pseudoniem Ephameron (= het vluchtige, veranderlijke) publiceert ze illustraties in o.a. The New York Times, De Standaard, De Tijd en Knack Weekend. Ze neemt deel aan en cureert tentoonstellingen over de hele wereld.

Eva Cardon doet onbevangen maar indrin-gend verslag van de poëtische, gevoelige binnen-en buitenkant van onze alledaagse wereld, en documenteert intieme en onop-vallende drama’s die samen een leven vormen. Vaak bereikt ze met bewust karige mid-delen een maximaal effect door verschil-lende technieken en materialen (collage, tekening, digitale print, zeefdruk) te combi-neren.

Ze brengt zines uit in eigen beheer met werk van zichzelf en anderen. Weg (2010),

haar eerste beeldverhaal wordt unaniem positief onthaald. In haar beeldroman Wij Twee Samen, brengt ze een reeks portret-ten van haar vader die op zijn 56ste getrof-fen wordt door afasie en daarna dement wordt. In (On)voltooid verleden tijd (2016), een boek dat via WhatsApp tot stand kwam samen met Arnon Grunberg, voorziet Ephameron Grunbergs tekst van illustraties.

Over haar zelfportret‘Vroeger maakte ik vaker zelfportretten. Met de leeftijd zit ik minder vast in mijn eigen kleine wereld en geef ik liever weer wat er rondom mij gebeurt. Langzaamaan sluipt er ook fictie in mijn werk. Maar mijn liefde voor figuratie zal waarschijnlijk nooit ver-dwijnen, ik grijp er altijd naar terug. Ik ge-bruik mezelf vaak als referentie voor bepaal-de houdingen.

Voor deze tekening in de monotypetechniek werkte ik snel, de verhoudingen binnen het gezicht kloppen niet. Ik wilde een gevoel vangen. De vingerafdrukken zijn van mijn zoontje van vier dat erop stond om het blad voor me vast te houden. Zo werd het een sa-menwerking.’

Ephameron (pseud. voor Eva Cardon, °1979, Leuven)

Page 9: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Merel Eyckerman studeerde in Hasselt af als meester illustratief ontwerpen. Sinds 2003 is ze illustrator en archeologisch tekenaar. Vandaag woont ze in Bevel met haar man, illustrator Benjamin Leroy, en hun zoontje.

Merel heeft al een dertigtal boeken geïllus-treerd, waaronder kartonboekjes (Konijn en Zus willen de grootste zijn en Konijn en Zus maken ruzie met tekst van Brigitte Minne), prentenboeken (Welterusten, Fietje en Ieder-een prinses), poëzie (Waar ik ben) en boeken voor eerste lezers (Op kamp in de tuin).

Ze maakt illustraties voor (prenten)boeken, tijdschriften, educatieve uitgaven en kran-ten. Daarnaast maakt ze wetenschappelijke illustraties voor archeologisch onderzoek. Haar boeken zijn vertaald in onder meer het Frans, Engels, Russisch, Hongaars, Spaans en Koreaans. In Jij tussen vele anderen bun-delt Merel de krachten met jeugdauteur Sis-ka Goeminne. Het boek kreeg grote respons in binnen-en buitenland.

Het werk van Merel is sfeervol en oogt vaak lief, het kenmerkt zich door elegantie en grote precisie. Ze is dol op kleur, vormgeven en creëren. Haar kleurgebruik is dan ook op-vallend: het lijkt zacht, maar is tegelijk wel-doordacht. Bovendien durft ze weleens met verhoudingen spelen, wat een extra dyna-miek verleent aan haar illustraties. Hoewel haar illustraties heel herkenbaar zijn, ver-rassen ze door bijzondere details en subtiele grapjes.

Over haar zelfportret Haar zelfportret maakte zij samen met haar man Benjamin Leroy. Ze werkten er samen aan op een dag dat de computer uit lag. Merel tekende figuurtjes uit haar boeken in haar hoofd en Benjamin die uit zijn boeken. In het ‘gemeenschappelijk’ deel zit onder an-dere hun zoontje.

Merel Eyckerman (°1981, Turnhout)

Foto © E

veliene Deraedt

Page 10: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Mylo Freeman is een illustrator en prenten-boekenmaker van Nederlands-Amerikaanse afkomst. Ze groeide op in Den Haag en studeerde af in de richting illustratie aan de Rietveldacademie in Amsterdam, waar ze ook woont en werkt. Eerst tekende ze voor tijdschriften (Viva, Psychologie Magazine).

De geboorte van haar eerste zoon inspi-reerde haar tot het schrijven en illustreren van haar debuut Potje! (1997): een kleurrijk, grappig en expressief vormgegeven verhaal over een klein, lief zwart jongetje dat mid-den in het oerwoud in het bonte gezelschap van wilde dieren kennismaakt met een mooi blauw potje. Het leverde haar meteen de Kiekeboekprijs op.

Inmiddels heeft Mylo een vijftigtal prenten-boeken op haar naam staan, waaronder de reeks over Arabella, een donker prinsesje met een sterke wil. Het eerste boek, Prinses

Arabella is jarig, werd bekroond met een Leespluim. Ondertussen zijn er al meer dan tien boeken over Arabella verschenen. Mylo geeft workshops en muzikale voorstel-lingen. Ze is voorzitter van Stichting3, een stichting die door kinderboekenfestivals en voorleeswedstrijden de diversiteit in het kinderboek wil stimuleren.

In zijn recensie van Een plekje voor welpje be-nadrukt Jan Vancoillie hoe indrukwekkend Mylo werkt met ecoline: ‘Door de vloeibare aquarelverf aan te brengen op een vochtige ondergrond laat ze de kleuren uitwaaieren, waardoor de savanne lijkt te zinderen in de bloedhete zon of in vuur en vlam staat als de zon ondergaat in waaiers van rood en paars.’

Over haar zelfportretOp haar zelfportret beeldde Mylo zichzelf af met Prinses Arabella in haar armen, in haar typische kleurrijke stijl.

Mylo Freeman (°1959, Den Haag)

Page 11: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Pieter Gaudesaboos studeerde vrije grafiek, grafische digitale vormgeving en fotografie in Gent. Sinds 2000 werkt hij als zelfstandig illustrator, auteur en vormgever.

Dankzij zijn eigenzinnige stijlexperimenten slaagt Pieter erin om zichzelf telkens opnieuw uit te vinden. Zijn kijk op de werkelijkheid zit vol fantasie en humor. De speelse, originele verhaalthema’s die daaruit voortvloeien maken dat een ‘Gaudesaboos’ alle leeftijden aanspreekt.

Met zijn debuut Roodlapje (2003) liet Pieter zich meteen opmerken als een zoekend en vernieuwend talent. Hij kreeg er een Boeken- pluim voor en het boek werd genomineerd voor de Gouden Uil Jeugdliteratuur. In zijn zoektocht naar een eigen beeldtaal zet Pieter de tekst niet naast of bovenop de illustratie, maar integreert hij tekst en beeld tot één ge-heel. Fotografie, illustratie én typografie zijn evenwaardig.

Aanvankelijk werkte Pieter veel met foto’s (Negen schijfjes banaan op zoek naar een

plekje om te slapen; 1 2 3 piano) en associ-atieve collages (Hoe oma plots verdween). Gaandeweg ging hij meer digitale technie-ken gebruiken (Tommie en de torenhoge bo-terham). Door zijn liefde voor oude prenten-boeken en versleten speelgoed behoudt zijn werk een nostalgische sfeer. Typerend voor Pieters aanpak is zijn spel met de grenzen tussen fantasie en realiteit. Hij slaat bruggen tussen realisme en absurdisme, tussen fictie en werkelijkheid.

De prentenboeken van Pieter werden meer-maals bekroond met Boekenwelpen en Boekenpluimen. In 2008 ontving hij samen met Sabien Clement de Gouden Uil Jeugd-literatuur voor Linus en in 2010 kreeg hij de Publieksprijs voor beste boekcover voor Het Boek van Mannetje Koek.

Over zijn zelfportret‘Ik werk momenteel aan een boek over die-ren. Op de dag dat ik dit zelfportret tekende was ik net bezig met de tekening van een toekan en een theepot.’

Pieter Gaudesaboos (°1979, Brugge)

Foto © E

veliene Deraedt

Page 12: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Tekenen is altijd Isabelles ding geweest. Veel meer dan verf voor Sinterklaas, kleurpotlo-den voor Kerstmis en wasco’s voor de ver-jaardag stond er niet op haar verlanglijstje.Het was dan ook niet verwonderlijk dat Isa-belle na haar studies Pol&Soc koos voor een opleiding grafische vormgeving en illustratie aan de Hogeschool Sint-Lucas in Gent.

Gedurende bijna 10 jaar leerde Isabelle de kneepjes van het vak in een communicatie-bureau. Nu werkt ze voor zichzelf en pro-beert ze van haar passie, illustreren, haar hoofdberoep te maken. Beelden maken die de mensen doen dromen, stilstaan, lachen of zelfs huilen. Of het nu een logo, een brochu-re, een poster, een prent of een boek is. Van-uit een positieve kijk op de wereld, steeds met een knipoog én met inhoud.

Isabelle Geeraerts illustreerde de voorbije jaren boeken van Brigitte Minne, Twiggy Bossuyt en Jonas Boets (Alles begon, 2017). In 2016 verscheen Hij komt, hij komt, die lieve goede Sint, een kijk- en zoekboek met cd, boordevol sinterklaasliedjes. Opvallend is dat de pieten in het boek allerlei kleuren

krijgen door hun werk met bloem, chocolade, verf enz.

Over haar zelfportret‘Naast mijn dagelijkse illustratiewerk volg ik vrije grafiek aan de kunstacademie. Ik vind het geweldig dat de technieken daar zo ‘traag’ zijn. Krassen, gutsen, snijden, rollen, afdrukken en weer opnieuw. Geen strakke deadlines of opmerkingen van klanten.

Voor mijn zelfportret etste ik met een droge naald op mica. Het masker is linodruk. Sa-men dus een combinatie van diep- en hoog-druk.

Ik heb mezelf afgebeeld tussen mijn teken-materiaal, met een kopje koffie en natuurlijk ook véél planten. Het liefst van al zou ik ons huis willen omtoveren tot een echte jungle.En dat masker? Ik heb wat geëxperimenteerd met maskers op de academie. De combinatie van zo’n masker op een statig portret vind ik best grappig. En dat wou ik dus wel eens op mezelf uitproberen.’

Isabelle Geeraerts (°1979, Leuven)

Page 13: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Als kind al zat Ingrid Godon altijd te tekenen. Aan de Academie voor Schone Kunsten van Lier werd haar talent opgemerkt door één van haar docenten. Ze slaagde erin om van tekenen haar beroep te maken en ging aan de slag als freelance illustrator. In één van haar vele opdrachten voor de educatieve uit-geverij Averbode riep ze in 1995 de dieren-figuren Nellie en Cezar in het leven. Het duo werd al snel bekend en is nog steeds erg ge-liefd bij kleuters en leerkrachten.

Voor Wachten op Matroos kreeg ze samen met auteur André Sollie een Gouden Griffel en nog een Boekenpauw en Boekenwelp. Later volgden talloze nominaties en bekro-ningen in binnen- en buitenland. Ze won meerdere Boekenpauwen, Vlag en Wimpels en een ‘Special Mention Ilustrarte’ voor Ik denk (2016). Haar werk is te zien tijdens Ilustrarte 2018 in Lissabon in een grote eigen tentoonstelling.

In de loop van haar carrière bleef Ingrid Godon zoeken naar een eigen stijl en experi-menteren met nieuwe technieken. Met welke materialen ze ook werkt, van haar werk gaat steeds een intimiteit en poëtische kracht uit.

In 2011 tekende Ingrid Godon een bijzon-dere reeks kinderportretten. Die vormde – samen met teksten van Toon Tellegen – een ingetogen geheel in het filosofische prenten- boek Ik wou (Lannoo). Na deze succes- volle samenwerking volgden Ik denk (2014) en Ik moet (2016). De tentoonstelling in Villa Verbeelding combineert portretten uit Ik wou en Ik moet waarvoor ze zich liet inspireren door oude familiefoto’s en studio-portretten.

Ingrid Godon (°1958, Wilrijk)

Over oude foto’s ‘Als kind al zat ik te snuffelen in schoenen-dozen met oude foto’s. Mijn vader maakte mooie zwart-wit foto’s en had een doka. Als tiener kocht ik zelf boeken met oude portret- foto’s. De versteende poses van deze oude portretten, die momentopname in het leven van deze mensen intrigeerde mij. Naar mensen kijken is mijn tweede natuur. Ik ben altijd in mijn hoofd aan het tekenen.’

Page 14: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Over haar zelfportret‘Ik heb voor deze galerij geen nieuw portret gemaakt. Ik had nog een mooi zelfportret van een paar jaar geleden in de la liggen, uit het boek Ik moet. Daarvoor had ik me geïn- spireerd op een oude foto van mezelf als vierjarige kleuter, in een ongemakkelijk roze pakje met een opgestikt kruisjesmotief. Die foto is destijds gemaakt voor het blad Het Rijk der Vrouw. Wat mij vooral treft was de ongemakkelijke houding die ik aanneem, het introverte van mijn blik. Ik ben altijd een erg verlegen kind geweest, en eigenlijk ben ik dat nog altijd. Oké, het is er misschien een tikje op vooruitgegaan (lacht). Maar toch.’ (De Morgen, interview door Patrick Jordens, 10/04/2018).

Ingrid Godon (°1958, Wilrijk)

Page 15: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Benjamin Leroy studeerde in 2003 af aan de Provinciale Hogeschool in Hasselt en ging meteen aan de slag als illustrator.

Het werk van Benjamin Leroy kenmerkt zich door een speelse mix van emotie, humor en absurdisme. Hij bouwt zijn tekeningen graag op in lagen, zodat je als lezer steeds iets nieuws kan ontdekken, liefst in een klein verborgen hoekje. Een detail uit de tekst is voor hem een dankbare aanleiding om in zijn illustratie een eigen verhaal mee te ver-tellen.

Sommige van zijn illustraties zijn bijna zoek-platen. Leuk om weten is dat hij zijn ko-nijn Frits in al zijn boeken probeert te ver-stoppen. Zijn werk is vaak uitbundig en fragiel tegelijk, het kent een grote verscheiden-heid en heeft tegelijk een sterk persoonlijke handtekening.

In 2004 debuteert hij met vrolijke en herken-bare tekeningen bij een nieuwe uitgave van Ed Francks klassieker Met de kont tegen de krib. In de jaren daarop illustreert hij veel non-fictie voor kinderen waarbij hij de ernst van de informatieve tekst aanvult met een humoristisch accent.

Samen met schrijver/dichter/theater- maker Jaap Robben maakte hij de dicht- bundel Zullen we een bos beginnen? en het kinderboek De Zuurtjes.

Zijn zelfportret maakte hij samen met zijn vrouw Merel Eyckerman. Ze werkten er samen aan op een dag dat de computer uit lag. Benjamin tekende figuurtjes uit zijn boeken in zijn hoofd en Merel uit haar boeken. In het ‘gemeenschappelijk’ deel zit onder andere hun zoontje.

Benjamin Leroy (°1980, Neerpelt)

Foto © M

alou Swinnen

Page 16: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Na zijn studie grafiek en schilderkunst aan de Hasseltse academie, maakt Kris Nauwelaerts illustraties voor diverse auteurs, uitgeverij-en en tijdschriften. Zijn tekeningen worden gesmaakt door kinderen van alle leeftijden. Bij het schrijven en illustreren van zijn prentenboeken put hij uit een veelheid aan artistieke middelen, waaronder ook digitale tekenprogramma’s.

In 1989 wint hij de prijs van de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen voor Als Lotte onzicht-baar wordt. In 1996 verschijnt het pren-tenboek Bolle Klo waarvoor hij ook zelf de tekst schreef, gevolgd door Ruiten Klo. Sinds 2003 geeft Kris les aan de PXL-MAD School of Arts te Hasselt in de opleiding Illustratieve Vormgeving.

In 2015 behaalde hij een doctoraat in de Beeldende Kunsten waarin hij de relatie be-schrijft tussen prentenboeken en de ontwik-keling van de beeldende geletterdheid bij de jonge lezer. In het kader van dit onderzoek maakte hij samen met Ed Franck de pren-tenboeken Prinses Anna (2010) en Op zoek naar mij (2013).

Op zoek naar mij is een mooi verhaal dat thema’s als adoptie en kunst voor kin-deren bespreekbaar maakt. De aandachtige lezer kan in de illustraties de stijl van grote kunstenaars herkennen (Escher, Monet, Picasso, Magritte, Miró, Dalí, …). Zo stimuleert het boek visuele geletterdheid bij kinderen op een speelse manier.

Kris Nauwelaerts (°1958, Kolwezi)

Page 17: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Wout studeerde grafisch ontwerp en illustra-tie in Sint Lucas Gent, en is sinds 1990 free-lance illustrator en ontwerper. Wout heeft nood aan afwisseling. Daarom maakt hij naast zijn illustraties ook beeldend en gra-fisch werk en geeft hij les als docent illustra-tie bij PXL-MAD School of Arts.

In zijn werk verwerkt hij al die indrukken, onder meer via collagestijl en een mix van verschillende technieken. Wout experimen-teert graag en stimuleert ook zijn studenten om te werken met alternatieve materialen, bijvoorbeeld uit een doe-het-zelfwinkel.

Wout vindt heel vaak dat de lijnen die je trekt in een schets, veel van hun levendigheid en kracht verliezen in een ‘nette’ illustratie. Daarom gebruikt hij geregeld zijn schetsen om af te drukken in een boek. In de Wonder-

kamer van Villa Verbeelding is het kijkkastje van Wout permanent te zien, met o.a. schet-sen, foto’s en voorwerpen met een verhaal achter. Wout bewondert de tekeningen van Simon en Casper, zijn tweeling met een licht mentale handicap. De tekeningen zijn zo sterk dat Wout ze al verwerkt heeft in zijn eigen illustraties.

In 2006 won Wout de White Raven Award voor Kol, poes, rat, uil en raaf. Het jury- verslag prijst zijn mix van technieken: ‘The highly imaginative tale about four animals and a little witch describes recognizable emotions for children. The author knows how to tell a funny and engaging story for beginning readers with only one-syllable words. The modern, appealing mixed-media illustrations complete the story.’

Wout Olaerts (°1967, Genk)

Page 18: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Illustrator Fatinha Ramos was nog maar 8 jaar toen ze haar eerste portrettententoon-stelling hield in het Child Orthopedic Hospital in Coimbra, Portugal. Daar toonde ze haar tekeningen van de dokters en verpleegkun-digen. Na haar studies grafisch ontwerp in Porto verhuisde Fatinha naar Antwerpen. Haar werk was al te zien in kinderboeken en artikels, op covers en posters, in reclame en animatie. Het eerste kinderboek waarvoor ze illustraties maakte was Op zoek naar Yori uitgegeven door Studio Sesam.

In opdracht van het Museum of Modern Art in New York maakte ze illustraties voor het kinderboek Sonia Delaunay: A Life of Color. Op de Frankfurter Buchmesse 2017 kreeg ze hiervoor de Excellence Award in de categorie Original Children’s Picture Book. Kleur en beweging zijn constanten in het werk van Fatinha. Ze laat zich inspireren door Portugal met fel licht, warme kleuren en veel wind. Wat ook opvalt zijn de fysieke propor-ties van de personages. Dat zie je goed in Ik ben heel veel liefde (2017) met tekst van Wally De Doncker. Daarover zegt Fatinha: ‘We zijn

allemaal uniek. Ik vind het heel belangrijk dat kinderen dat al van kleins af aan meekrij-gen. In mijn tekeningen probeer ik dit vooral mee te geven in het fysieke. Mijn personages hebben lange nekken of lange armen, ze zijn uit proportie. Sommige kinderen vragen: ‘waarom hebben zij zo’n lange nekken?’ Je toont hen dat mensen allemaal anders zijn. Zo wil ik ervoor zorgen dat kinderen meer openstaan voor andere kleuren en vormen.’

Over haar zelfportret‘Die gevangen goudvis symboliseert hoe ik me vroeger voelde: nooit echt op mijn plaats. Tegelijk verwijst hij naar mijn geboorte-stadje Aveiro in Portugal, dat helemaal om-ringd is door water. Ik ben verliefd op water! Anderzijds wilde ik graag een licht perso-nage tonen, daarom heb ik haar een beetje doen zweven. Want ik ben een dromerig ie-mand en zie magie in alles. Ik heb gezocht naar een samenspel van hoe ik me vroeger voelde en vandaag, en van droom en werke-lijkheid.’ (De Morgen, interview door Patrick Jordens, 10/04/2018).

Fatinha Ramos (°1977, Aveiro, Portugal)

Foto © R

obbie Depuydt

Page 19: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Mélanie Rutten werd geboren in België, maar bracht haar jeugd door in Centraal-Amerika en Afrika De omgeving daar zorgde voor een band met de natuur die vaak terugkomt in haar werk. Als adolescent vestigde Mélanie zich in Brussel waar ze fotografie studeerde. Illustratie leerde zij zich eerst zelf aan, later volgde ze cursussen en workshops, onder andere bij Kitty Crowther in 2001.

In 2006 biedt zij haar project ‘Mitsu’ aan bij de Franse uitgever MeMo. Het begin van een lange samenwerking. Achtereenvolgens verschijnen Mitsu, un jour parfait (2008), Öko, un thé en hiver (2010), Eliott et Nestor, l’heure du matin (2011) en Nour, le moment venu (2012). De vier titels vormen een vier-luik rond de seizoenen. Allerlei dieren met menselijke trekken bevolken een kleurrijk universum waarin de natuur centraal staat. Dan volgt een trilogie die begint met L’ombre de chacun (2013) – dit is voorlopig het enige boek van Mélanie dat in het Nederlands ver-

taald is (Nooit meer bang, 2014). La source des jours (2014) en La forêt entre les deux (2015) maken het drieluik vol. Meer recent verscheen Ploc (2017).

Kenmerkend voor de stijl van Mélanie is een mix van verschillende technieken: tekening en collage (met foto’s en verknipt papier), uiteenlopende materialen als grafietpotlood, Chinese inkt, kleurpotloden, viltstiften, aqua-rel, brou de noix, die gecombineerd worden tot unieke beelden.

In de zomer van 2019 organiseert Villa Ver-beelding een tentoonstelling over het werk van Mélanie Rutten.

Over haar zelfportretDe typische stijl van Mélanie Rutten zie je terug in het zelfportret dat ze maakte voor deze tentoonstelling: een combinatie van materialen, kleurrijk en met elementen uit de natuur.

Mélanie Rutten (°1974, Leuven)

Page 20: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Tom Schamp groeide op in Brussel en studeerde daar Toegepaste Grafiek aan Sint-Lukas. Daarna trok hij voor een jaar naar Polen om zijn opleiding verder te zetten. Daar ontwikkelde hij een eigen stijl via op-drachten in reclame en communicatie.

Tegenwoordig schildert Tom vooral met acrylverf op karton en bewerkt zijn ont-werpen daarna met de computer. Zijn stijl is kleurrijk, alsof zijn kinderlijke blik de wereld mooier kleurt.

Tom Schamp werkt voor een zeer breed publiek. Velen kennen hem van zijn werk voor tijdschriften en kranten als Humo en De Standaard of van zijn affiches voor de Boekenbeurs. Hij ontwerpt ook wenskaar-ten, verpakkingen of postzegels. Maar boven alles is hij de laatste jaren illustrator van kin-derboeken in binnen- en buitenland.

In het werk van Tom Schamp is het altijd feest. Let er maar eens op hoe vaak je slin-gers en koekjes ziet opduiken in zijn beel-den!

‘Ik denk dat het ermee te maken heeft dat ik vooral voor kinderen werk. Zelf ben ik hele-maal niet zo een feestbeest, maar kinderen kunnen nog helemaal opgaan in een feest. Ik vind dat ook een tekening genereus moet zijn, gul. Dat kan je doen door er veel details in te stoppen, of veel van jezelf, maar ook door het onderwerp: feest, eten en drinken. En wat die koekjes betreft, ik ben wel een snoeper, ja…’

Over zijn zelfportret‘Het woord LOBO in dit zelfportret is een verwijzing naar lobotomie: een in onbruik geraakte therapie bij psychiatrische patiën-ten waarbij bepaalde zenuwen in de hersen werden doorgesneden of delen van de her-senen werden verwijderd. Eerst was er de boomstamschijf met een barst. Die leidde naar een portret waarbij de barst verwijst naar de deze psychiatrische behandeling van de vorige eeuw.’

Tom Schamp (°1970, Brussel)

Foto © E

veliene Deraedt

Page 21: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Tom Schoonooghe studeerde Toegepaste Grafiek en Illustratie aan het Sint-Lucas- instituut in Antwerpen. Door de lessen van Tom Schamp kreeg hij zin in meer illustratie-werk. Na zijn studies werd Tom één van de laureaten van de illustratiewedstrijd Vlaamse Reuzen. Dat was volgens Tom de start van zijn carrière als illustrator. Er volgden heel wat tekenopdrachten voor tijdschriften als Flair en Libelle en hij kwam in contact met de uitgeverswereld.

In 2001 kreeg Tom voor zijn eerste prenten- boek Houd de dief!, de Boekenpluim. In zijn volgende boeken experimenteerde hij met nieuwe stijlen. Hij had ook een wekelijkse kinderrubriek op Ketnet, waarin hij tekentips gaf.

Tom maakt ook eigen prentenboeken. In het sticker- en verhalenboek Mijn stad combi-neert hij verhalen, weetjes en tekeningen over wereldsteden. De illustraties zijn niet helemaal af en vormen daardoor een uitno-diging aan kinderen om in het boek te kleu-ren, plakken en schrijven.

Tom Schoonooghe houdt van felle potlood-kleuren. Zijn illustraties zijn vrolijk, speels en hebben vaak een dubbele bodem. In zijn lijnvoering is de invloed te zien van kunste-naars als Miro en Picasso.

Over zijn zelfportret ‘Ik heb altijd chaos in mijn hoofd en moet soms een gevecht leveren om alles een beet-je te ordenen. Potlood, pen en papier zijn de bijna enige wapens die ik heb om dat hoofd van me binnen de omtreklijnen te houden… Soms ontsnapt er een figuurtje dat jongleert met hersenspinsels, fijn voor de kijker, soms vermoeiend voor mezelf en mijn omgeving, goed voor inspiratie voor een boek of andere tekenopdracht!

Techniek: voor deze prent tekende ik met een vulpen van Caran d’Ache op 50 % katoen- papier van Fabriano. Het bruine papier is erg oud en verkleurd. Illustratie en papier wer-den in Photoshop samengevoegd.’

Tom Schoonooghe (°1973, Mortsel)

Page 22: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Yoeri Slegers studeerde af in Illustratieve Vormgeving aan de Provinciale Hogeschool in Hasselt.

Hij werkt graag met een combinatie van ma-terialen: verf, kleurpotloden, stiften, vetkrijt-jes, enz. Hij deelt zijn kunnen graag met an-deren door workshops te geven.

Het eerste boek dat Yoeri Slegers illustreerde was De vlieger van Inge Misschaert in 2009. Daarna volgden onder meer de Naat-boekjes van Joke Guns. Het eerste boek dat hij zelf ook schreef was Wat als er geen koekjes meer waren? uit 2014.

Recente boeken van Yoeri zijn Er zit een tij-ger in mijn tuin (2016), Papa is te groot voor ons huis (2017) en Het grote dierentuin tan-denborstelboek (2017).

Over zijn zelfportret‘De boot is wit, alles is wit tot je het in be-gint te kleuren. De boot is het begin dat me brengt naar mijn resultaat. De hengel... wie weet wat ik naar boven haal.

De tijger is een verwijzing naar mijn boek Er zit een tijger in mijn tuin maar ook naar Life of Pi. Dat verhaal heb ik altijd prachtig gevonden. Een jongen die fantasie gebruikt en een wereld schept.

De sterren plukken: als illustrator ben ik nog maar pas bezig, ik reik nog altijd verder en verder. Mijn grootmoeder is ook onlangs overleden – zij is een extra ster aan de he-mel. Ze was mijn grootste fan dus ze staat er tussen.

Ik die naar boven wijs is bovendien hoe ik inspiratie krijg: ik ben redelijk druk en af-geleid, maar op een wandeling of rustig mo-ment borrelen de meeste ideeën naar boven.’

Yoeri Slegers (°1985, Tongeren)

Foto © Inge M

oermans

Page 23: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

André Sollie studeert grafiek aan het Sint-Lukasinstituut in Brussel. In 1970 gaat hij aan de slag als graficus, al gaat hij zich steeds meer toeleggen op lay-out en illustraties.

Zijn eerste covers voor jeugdboeken to-nen vaak realistische portretten in zachte kleuren. Maar met de jaren evolueert zijn stijl sterk. Zijn illustraties worden minder levensecht en romantisch, maar karika-turaler, strakker en subtiel humoristisch.

André experimenteert met pen en inkt, collage, penseel en inkt, … Zijn eerste dichtbundel voor jongeren, Soms, dan heb ik flink de pest in (1986) is een goed voorbeeld van die nieuwe stijl.

De verhouding tussen illustreren en zelf schrijven verandert ook door de jaren: ‘Eerst was ik een tekenaar die het fijn vond af en toe ook te schrijven. Een gedicht, een ver-haaltje, een liedjestekst... Nu beschouw ik mezelf eerder als een schrijver die ook wel graag tekent.’

De schrijver André Sollie is vooral een dichter, maar hij schrijft ook kortverhalen, liedjes-teksten, scenario’s voor televisie, enz. Zijn poëzie wordt door de jaren vrijer van vorm (zonder rijm, bijvoorbeeld), maar een bij-zondere mix van humor, ernst en weemoed komt altijd wel terug. Ook in zijn verhalen en prentenboeken.

André won meermaals belangrijke prijzen voor zijn werk, o.a. een Boekenwelp en ver-schillende Boekenpauwen. De Prijs van de Vlaamse Gemeenschap kreeg hij voor Jeugd-literatuur voor Een raadsel voor Roosje (2007). Een bijzondere vermelding verdient Wach-ten op matroos, een prentenboek voor jon-gere kinderen dat hij in 2000 met illustrator Ingrid Godon uitbracht. Zij wonnen er sa-men een Gouden Griffel voor.

André Sollie tekent de laatste jaren niet meer. Maar hij wou wel graag deelnemen aan De mooisten van het land. Zijn zelfportret sierde ergens in de jaren ’80 de cover van Top, een jongerenmagazine van Uitgeverij Averbode.

André Sollie (°1947, Mechelen)

Page 24: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Thé Tjong-Khing is een van de meest ge-lauwerde illustratoren van de Lage Landen. In 2008 hield Villa Verbeelding als eerste in België een tentoonstelling over zijn werk, met illustraties voor bundels van sprookjes en mythes en voor de boeken van Vos en Haas.

Thé Tjong-Khing groeide op in Indonesië in een grote Chinese familie. Zijn vader baatte een bioscoop uit. Khing tekende filmsterren en bedacht zijn eigen films. De film heeft zijn latere tekenstijl zeker beïnvloed.

Na zijn kunststudies in Indonesië kwam Khing in 1956 naar Nederland om er verder te studeren aan de Kuntnijverheidsschool. Hij werkte eerst als striptekenaar in de studio van Maarten Toonder. Al snel stapte hij over op het illustreren van kinderboeken. Door de jaren heen illustreerde Khing werk van de groot-ste Nederlandse auteurs. In Vlaanderen is hij vooral bekend door zijn tekeningen van Vos en Haas in de boeken van Sylvia Vanden Heede en door zijn veelgeprezen woordeloze

prentenboeken: Waar is de taart?, Picknick met taart, Verjaardag met taart, Kunst met taart.

Khing won drie Gouden Penselen, een Zil-veren Penseel en de Wouterse Pieterse Prijs voor Waar is de taart? Het boek Koek koek Vos en Haas werd bekroond met de Gouden Uil Prijs van de Jonge Lezer. In 2010 kreeg Khing de Max Velthuijs-prijs voor zijn volle-dige oeuvre.

Khing tekent graag mensen. Om die te kun-nen tekenen, gebruikt hij drie spiegels en is hij zijn eigen model. Liefst tekent hij geheimzinnige illustraties en graag accentueert hij tegenstellingen of het onlogische in een verhaal. Hoewel hu-mor niet het uitgangspunt is, zijn zijn teke-ningen vaak grappig.

Over zijn zelfportret‘Lijkt het een beetje?’

Thé Tjong-Khing (°1933, Purworedjo, Indonesië)

Foto © E

veliene Deraedt

Page 25: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Kleur, beweging, humor en geestige ideeën komen terug in al het werk van Leo Timmers. Na zijn studies publiciteit en grafische vorm-geving maakte Leo Timmers illustraties voor de reclamewereld en voor tijdschriften als Knack en Humo. Intussen legt hij zich vooral toe op eigen prentenboeken, die hij zelf be-denkt, schrijft en tekent. Leo Timmers wil sterke verhalen vertellen, met enkele woor-den en vooral krachtige beelden. Elk verhaal heeft een typerend en intens kleurenpalet. De taferelen zijn vrolijk en druk.

Transportmiddelen en dieren zijn een cen-trale rol in het werk van Leo Timmers: Wie rijdt?, Boem, Garage Gust, Diepzeedokter Diederik,… Een hond is het hoofdpersonage in Meneer René (losjes geïnspireerd op het werk van René Magritte) en een kat in Een huis voor Harry.

De boeken van Leo Timmers zijn vertaald in meer dan 25 talen. In 2018 werkt Leo 25 jaar als schrijver en illustrator van kinderboek-en. In Bibliotheek Genk loopt tot en met 25 augustus 2018 een expo over zijn werk.

Over zijn zelfportret‘Dit portret maakte ik in opdracht van Gecko press, een uitgeverij van kinderboeken in Nieuw-Zeeland. Naar aanleiding van de pub-licatie van de Engelstalige editie van Garage Gust publiceerden ze een interview met me en ze wilden daar een zelfportret bij.

Ik heb geprobeerd om een zo puur, een-voudig en eerlijk mogelijk portret te maken. Geen toeters en bellen, geen kleur, geen techniekjes of maniertjes, maar direct en spontaan. Ik heb enkele testjes gemaakt, en dan stond het er op enkele seconden op. Bev-rijdend!’

Leo Timmers (°1970, Genk)

Page 26: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Marit Törnqvist debuteerde na haar studies aan de Rietveld Academie in Amsterdam met illustraties in Daar komt de tijger, een bun-del gedichten van Hans en Monique Hagen.

Marit bracht als kind (en nu nog steeds) haar zomers door in Zweden. Het Zweedse land-schap is duidelijk aanwezig in haar werk. Zo kwam het dat ze al in 1989 Een kalf valt uit de hemel van Astrid Lindgren mocht illustreren.Vanaf 1995 verschijnen haar eerste eigen prentenboeken (Klein verhaal over liefde, Wat niemand had verwacht) waarin ze sfeer-volle verhalen brengt, vaak vertrekkend vanuit een krachtige eenvoud maar met veel ruimte voor fantasie, poëzie en humor.

Vaak gaat van Törnqvists prenten een nos-talgische sfeer uit (Fabians feest). Dankzij de precisie van haar vormgeving komen haar figuren realistisch, verfijnd en breekbaar uit de verf. Zelfs als ze uitbundige tafere-

len illustreert, is haar kleurenpalet zacht en warm.

De laatste tijd is Marit erg begaan met het lot van vluchtelingen in Zweden. Haar donkere zelfportret maakte Marit toen ze zich zorgen zat te maken over hen.

Over haar zelfportret‘Deze prent is voor 100€ (exclusief verzend-kosten) te koop. Minimaal de helft van de op-brengst gaat naar vluchtelingen in Zweden die ik help. Voor een deel zijn het uitgepro-cedeerde Afghaanse jongens die niet uitge-zet kunnen worden omdat ze gedood zullen worden in Afghanistan. Door ernstige proce-durefouten is de ernst van hun verhaal niet begrepen. Het gaat om advocaatkosten, le-vensonderhoud, medicijnen enz. Als iemand belangstelling heeft kunnen ze mij contacte-ren.’

Marit Törnqvist (°1964, Uppsala, Zweden)

Foto © M

Witvliet

Page 27: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Vooral de opleiding Grafiek tijdens haar ze-venjarige studie in Sint-Lucas (Gent) is be-palend geweest voor de ontwikkeling in Van-denabeeles werk als illustratrice. Het is daar immers dat haar voorkeur voor technieken als lithografie, houtsnede en etsen zich meer en meer opdringt.

Als de Permeke onder de Vlaamse illustrato-ren ploegt ze zich door de beschikbare ruimte en toont ze zich wederom meester in haar ar-beidsintensieve techniek.’ (Nominatieverslag Boekenpauw en Boekenpluimen 2011 > Het circus van Dottore Fausto)

Haar debuut, Kind (2001) wordt meteen be-kroond met een Boekenpluim. Sindsdien heeft Isabelle Vandenabeele niet stilgezeten. Ze illustreert poëzie van Geert de Kockere en Sine van Mol en drie boeken van Bettie Elias.

Voor Rood Rood Roodkapje worden de rollen omgedraaid. Eerst maakt zij een reeks hout-sneden bij het bekende sprookje, waarna jeugdauteur Edward van de Vendel er een tekst bij schrijft. Met dit prentenboek ver-werft Vandenabeele definitief naam en faam binnen de Vlaamse illustratorenbranche.

Ook in Mijn schaduw en ik, waar zij het ver-haal van Pieter van Oudheusden illustreert, blijft zij trouw aan de forse, expressieve houtsnedetechniek, maar tegelijk is er een verschuiving merkbaar naar steeds gedurf-der uitbeeldingen. Terwijl zij in vorig werk reeds het contrastrijke effect tussen zwart, rood en wit opzoekt, voegt zij in dit prenten-boek maar liefst drie primaire kleuren toe aan haar houtsneden, wat haar prenten een verrassend exotische toets geeft.

Om haar fascinatie voor sfeerbeelden en subtiel licht-schaduwspel beklijvend te kun-nen vormgeven, moet zij zich focussen op de essentie. ‘Nét in soberheid zit meer sfeer en verhaal,’ vertelt ze in een interview. ‘Details voeren mij weg van de essentie en met gra-fiek verval ik niet in details want ik gebruik vooral zwart-wit en houtsnede.’ Voor Isabelle Vandenabeele is een boek een totaalconcept met een bepaald ritme, waarin lay-out, be-lettering en illustraties op elkaar inspelen. Haar werk kenmerkt zich door krachtige lij-nen, een grote expressiviteit, opvallende en soms dissonante kleuren en een grote inner-lijke spanning tussen de beelden.

Isabelle Vandenabeele (°1972, Blankenberge)

Page 28: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Al tijdens zijn studie Illustratie aan de kunst-academie van Rotterdam maakte Martijn van der Linden illustraties voor Het prinsenkind.Omdat hij graag dieren verzint en zijn fan-tasie de vrije loop laat, ontstaan er al snel samenwerkingsverbanden met auteurs zo-als Kaat Vrancken, Edward van de Vendel, Paul van Loon, Annie M.G.Schmidt én met zijn echtgenote, schrijfster Maranke Rinck. Samen met Rinck creëert hij bijvoorbeeld een serie speelprentenboeken rond bekende spelletjes: Memorykonijn, Tangramkat en Knikkeruil.

Met auteur Edward van de Vendel won hij in 2016 samen met de Woutertje Pieterse Prijs voor Stem op de okapi. Ook het boek Tan-gramkat viel in de prijzen: Een Gouden Pen-seel en een Zilveren Griffel.

Over zijn zelfportret‘Ik was bezig met de illustraties voor Marten en Oopjen maken zich mooi toen ik gevraagd werd om mee te doen aan de tentoonstelling De mooisten van het land. Het leek me leuk maar ik had weinig tijd dus ik bedacht dat ik misschien mezelf in een illustratie kon schil-deren. In het verhaal, geschreven door Jan Paul Schutten, gaan Marten en Oopjen trou-wen, op de illustratie zie je allemaal gasten voor de bruiloft.

Veel van de gasten die ik heb geschilderd zijn geïnspireerd op schilderijen uit de tentoon-stelling High Society in het Rijksmuseum, waar Marten en Oopjen ook te bewonderen zijn. Ik heb de illustratie geschilderd met acrylverf.’

Martijn van der Linden (°1979, Oostburg, Nederland)

Foto © M

aranke Rinck

Page 29: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Na vijftien jaar in de grafische sector, volgde Guido een avondopleiding tekenen, schilde-ren, grafiek en fotografie aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Mol. Naar eigen zeggen de enige school waar hij met plezier naartoe ging.

In 1999 brak Guido door met het prentenboek Rikki (Prijs van de stad Hasselt) waarvan het verhaal in grote lijnen gebaseerd is op zijn eigen jeugdjaren. Konijn Rikki kwam tot stand doordat Guido, als hulpmiddel bij het schetsen, een konijnenmodel uit klei boet-seerde. Toen tijdens het drogen het ene oor van het kleikonijn slap ging hangen, raakte Guido in de ban van dit treffende beeld. Zo zag een hartveroverend dierenpersonage het licht.

De prentenboeken van Guido Van Genechten zijn eenvoudig, toegankelijk en humoristisch van toon – met hier en daar een lichte voor-keur voor ‘stoute’ onderwerpen (De wiebel-

billenboogie, Het grote poepconcours). Ook de illustraties uit de Rikki-reeks zijn ken-merkend voor zijn tekenstijl. Zo gebruikt hij vrolijke kleuren, dikke contourlijnen en tekent hij geen overbodige details. Waar hij aanvankelijk vooral kleurpotlood, aquarel en inkt gebruikt, werkt hij later veelal met gouache. Van de meeste boeken is Guido Van Genechten auteur én illustrator, maar hij maakte ook illustraties bij de teksten van andere auteurs, bijvoorbeeld bij de eerste-lezersboekjes van Zonnekind waarvoor Brigitte Minne de tekst schreef. Zijn uni-verseel herkenbare verhalen en tekeningen zijn meermaals vertaald, onder meer in het Hindi en het Engels.

Over zijn zelfportret‘Ik hou erg van zelfportretten. Voor deze ten-toonstelling maakte ik een collage van 10 portretjes van verschillende jaren.’

Guido Van Genechten (°1957, Mol)

Page 30: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Annemarie van Haeringen volgde in Tilburg een lerarenopleiding tekenen en handvaar-digheid, maar besloot zich op de Rietveld Academie te bekwamen in illustratie. In 1986 verscheen haar eerste kinderboek Katte-sprongen en reuzestappen. Ze werd een door uitgevers (vooral Lemniscaat en Leopold) en auteurs veelgevraagd illustrator.

De reeks waarvoor ze vandaag nog het be-kendst is, is Kleine Ezel (2000) met tekst van Rindert Kromhout. Later zou Anne- marie van Haeringen nog meer Ezel-boekjes maken. Kleine Ezel en jarige Jakkie (2001) won een Oostenrijkse Kinder- en Jeugdboeken- prijs. In 1996 mocht zij voor de Kinderboeken- week het prentenboek De koning bakt een huis maken, over een pad zonder schild. In 2007 deed ze dat weer, ditmaal met Tonke Dragt, wat Wat niemand weet opleverde, over zee-eenhoorns of narwals.

Dat niet enkel dieren haar inspireren be-wijst De kleine jager, gebaseerd op een reis door Kenia, of De boom en het meisje na een reis naar Nicaragua. Tussen 1994 en 2003 vulde ze haar oeuvre aan met filmpjes voor de VPRO naar de dierenverhalen van Toon Tellegen, wiens Plotseling ging de olifant aan ze illustreerde in 2004.

De prentenboeken van Annemarie van Haeringen, zowel deze die ze zelf schrijft als deze die ze illustreert bij tekst van andere auteurs, vallen op door een heel kenmer-kende eigen stijl. Grote prenten met sobere en speelse tekeningen, rustige en doordachte kleurvlakken vol beweging, heldere en dui-delijke beelden.

Haar techniek is divers: ze maakt vooral gebruik van aquarel, maar ook van eco-line of kleurstiften, ze hanteert zowel inkt als potlood, aangepast aan het onder-werp. Voor De parkiet, de zeemeermin en de slak (2015) gebruikte ze dezelfde kleuren Linel gouache die Matisse gebruikte.

Van Haeringen kreeg in 2000 het Gouden Penseel voor De prinses met de lange haren. Diezelfde prijs had ze ook in 1999 gekregen voor haar illustraties in Malmok. In 2003 ontving ze voor Het begin van de zee de Zil-veren Griffel.

Over haar zelfportret‘Zo zie ik mezelf in dit portret: blozend en verlegen, weer iets stoms gedaan of gezegd, onzeker hoe dit nu allemaal verder moet…’

Annemarie van Haeringen (°1959, Haarlem)

Foto © E

veliene Deraedt

Page 31: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Is Joke van Leeuwen een Nederlandse Belg of een Belgische Nederlandse? Ze is geboren in Den Haag, groeit op in Amsterdam, ver-huist op dertienjarige leeftijd naar Brussel, en gaat later in Maastricht en Antwerpen wonen. Ze groeit op in een gezin waar veel gezongen, gemusiceerd en toneelgespeeld wordt. Ze studeert geschiedenis in Brussel, en grafische kunsten aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwer-pen en aan Sint-Lukas in Brussel.

Haar carrière begint ze als cabaretière, maar na een aantal jaar gaat de nadruk steeds meer op schrijven en tekenen liggen.

Joke schrijft en tekent voor alle leeftijden, zowel voor kinderen als volwassenen. Ze publiceert dichtbundels, romans en kinder-boeken. Wat in al dat uiteenlopend werk terugkomt, is een verwondering over taal. Joke van Leeuwen kan eenvoudige woorden en zinnen herbekijken op een heel verras-sende en originele manier. ‘Als ik voor kin-deren schrijf, heeft het iets springerigs. Dat heeft te maken met dat perspectief, namelijk

niet in het midden gaan staan maar vanaf de zijlijn naar de dingen kijken. Het heeft ook te maken met het afpellen van vanzelfspre-kendheden, proberen onbevangen naar de dingen te kijken. Dat doe je ook als je poëzie schrijft, dan bekijk je woorden en formule-ringen ook op een heel nieuwe manier.’

Illustreren doet Joke op een schijnbaar een-voudige manier, vaak met pentekeningen. Zij beheerst als weinig anderen de kunst om tekst en beeld te verbinden: ze versterken elkaar, ze vullen elkaar aan en nemen het verhaal geregeld van elkaar over, met een grappig en fantasierijk effect.

Het werk van Joke van Leeuwen is vaak be-kroond: een Gouden Uil, Gouden en Zilveren Penselen en Griffels, de Woutertje Pieterse Prijs, te veel om op te noemen…

Over haar zelfportretDe vogel op Jokes hoofd staat voor verbeel-ding: ze kunnen beide vliegen!

Joke van Leeuwen (°1952, Den Haag)

Page 32: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Harriët van Reek is beeldend kunstenaar en auteur/illustrator van prentenboeken. ‘Het begint met wat schetsjes en zinnen in een schriftje. Dat doe ik ongeveer een jaar en dan ga ik dat tekenen, verbeteren, ver-anderen of ik begin zelfs helemaal opnieuw.

Dus tijdens het schetsen en tekenen kristal-liseert het idee. Dan ga ik het echt afmaken. In de tekst verandert er nog veel. Het wordt steeds soberder, er valt steeds meer af, zo ook bij de tekeningen. Ik zoek naar een essentie en al de rest moet weg.’

In het werk van Harriët van Reek vormen tekst en illustraties één geheel. Wat opvalt is haar bijzondere beeldtaal. Door het weg-laten van details en het ontbreken van per-spectief doen haar tekeningen soms bedrieg-lijk kinderlijk aan. Haar summiere decors en absurdistische beelden knipogen naar het surrealisme.

Harriëts werk viel al meermaals in de prij-zen. Haar debuut De avonturen van Lena Lena (1986) kreeg meteen een Gouden Grif-fel. Zilveren Penselen waren er voor Bokje (2001) en Letterdromen met Do (2007) en een Gouden Penseel voor Lettersoep uit 2015.

‘Als kunstenaar moet je voortdurend vechten voor je vrijheid,’ liet Harriët zich eens ont-vallen, want bij elk project is er steeds dat knagend gevoel in haar achterhoofd dat ze misschien te veel toegevingen heeft gedaan.

Over haar zelfportret‘Zelfportret met blauw haar. Ik heb geen blauw haar. Maar ik zou graag echt blauw haar hebben. Zoals de veren van een blauwe vogel. Dus geen blauw geverfd haar.’

Harriët van Reek (°1957, Leiden)

Page 33: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Kaatje Vermeire studeerde Grafische en Reclamevormgeving in Gent. Na een bij-komende opleiding Vrije Grafiek zocht ze daarna meer het experiment op. Kaatje debuteerde in 2007 met De vrouw en het jon-getje. Dat boek leverde meteen verschillende prijzen én internationale belangstelling op. Ook voor haar volgende prentenboeken koos Kaatje Vermeire voor sterke, gevoelige ver-halen die door haar gelaagde illustraties veel weerklank kregen.

Over haar zelfportret‘Ik ervaar mijn leven als een permanente chaos en een constant worstelen om daar een soort ‘lijn’ in te krijgen. Vandaar de drukte in de prent, de snippers, de verkniptheid, ...

Vaak verlang ik ernaar om gewoon onder tafel te kruipen (bij mijn twee honden, die slapen aan mijn voeten als ik aan mijn werk-tafel zit), om eindeloos na te denken, het al-lemaal te laten gebeuren, stierlijk lui te zijn of gewoon te ‘zijn’ tout court.

In realiteit speelt het leven zich (helaas) bo-ven tafel af. Illustreren is voor mij een ma-nier om die chaos vorm te geven op papier

(en mezelf daarbij ook even te vergeten).

Het popje zonder hoofd: ik vergeet mijn hoofd ook constant. En ik ben – letterlijk – in het bezit van vele (vaak porseleinen) pop-jes zonder hoofd of vele hoofdjes zonder lijf. Laatst stootte ik trouwens per ongeluk een gigantisch chocolade meisje omver (ze was prachtig: ze leek op een vintage speelpop, met een kleedje van witte chocolade en huid van donkere fondant). Haar hoofd brak van haar lijf. Dus ik heb precies iets met afgebro-ken hoofden (gelukkig was het niet erg want ‘het was maar een staal’).

De zwaardvis: ik heb een (meer-dan-)half-tijdse job in een viswinkel en daar is een nieuwe ‘onderzeese’ wereld voor mij open-gegaan. De kunst van het fileren, kennis over vissen, films zoals ‘The Blue Planet’... zijn erg verrijkend en inspirerend. Toen ik er net werkte, maakte een collega me wijs (toen er een zwaardvis in de toog lag), dat deze vissen elkaar bevechten met zwaarden en dat het zwaard gebruikt wordt om vissen te doorboren. Dat is uiteraard niet meer dan een fabeltje: door het zwaard kunnen ze zich sneller voortbewegen in het water.’

Kaatje Vermeire (°1981, Gent)

Page 34: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Paul Verrept profileert zich als prenten- boekenillustrator in de jaren ’90 met zijn aquarelillustraties bij de poëzie van Paul Van Ostaijen: Sjimpansee, Slaap en Marc. De illustraties zijn concreet én abstract, en roepen de buiten- en binnenkant van de poëzie op. Met die Van Ostaijen-reeks heeft hij zijn eigen ‘signatuur’ gevonden en leert hij wat illustreren kan betekenen.

In samenwerking met auteur Meuleman maakt hij de bekende Mijnheertje Kokhals-reeks over een heerschap dat schippert tus-sen geluk en ongeluk. Rond dat personage wordt ook een theatervoorstelling opgezet.

Later gaat hij naast illustreren ook zélf schrijven. Taal vindt hij namelijk erg belang-rijk: als je iets kan benoemen, kan het troost brengen. Paul schrijft eerst zijn tekst, dan beginnen beelden bij hem op te komen. Als hij begint te tekenen zitten alle beelden al in zijn hoofd.

Paul Verrept laat de tekeningen bij zijn sobere en filosofisch getinte verhalen als

Klein verhaal van de nacht (2000), Op een dag was de liefde moe (2011) en Het meisje de jongen de rivier (2010) altijd in dialoog gaan met de tekst. Voor dit laatste boek kreeg hij de Gouden Uil van de Jonge Lezer. Hij maak-te ook drie boeken met Ingrid Godon: De we-reld, Porselein en De Bank.

Aanvankelijk zijn Pauls illustraties, in aqua-rel, erg uitgepuurd. Latere illustraties zijn schilderachtiger en hebben vaak hevi-ger kleuren. Zijn figuren hebben soms iets houterigs, alsof ze opgesloten zitten in hun lichaam, een gevoel dat hij zelf erg herkent. ‘In die zin zijn het kleine zelfportretjes’, zegt hij daarover.

Over zijn zelfportret‘Uitleg geven bij een prentje is altijd een beetje gevaarlijk. Maar wat de kleine boot op de zee betreft: dat is – denk ik – wie we zijn, een bootje op een grote zee. Dat is dus wie ik ben.’

Paul Verrept (°1963, Deurne)

Page 35: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Deze dertiger uit Kinrooi studeert in 2009 af aan de Provinciale Hogeschool Limburg (nu PXL-MAD) als Master Grafisch Ontwerp met specialisatie kinder- en jeugdillustraties. Vervolgens is hij enkele jaren actief als gra-fisch vormgever.

Sinds maart 2015 kan hij zichzelf ‘illustra-tor in bijberoep’ noemen en verschijnt zijn educatief materiaal o.a. bij Abimo, Die Keure, Van In en Averbode. In 2016 komen de eerste door hem geïllustreerde leesboeken uit bij Clavis.

Illustraties van zijn hand vind je o.a. in Willy Boem (2015), Wonder Wout. De strijd om de steen (2016), Waterwatje (2017) en Billy en het geheim onder de trap (2017). Momenteel geeft Chris Vosters enthousiast les aan de Stedelijke Academie voor Kunsten in Maaseik, maar blijft daarbuiten volop schilderen en tekenen. Zijn illustraties komen tegenwoor-dig voornamelijk digitaal tot stand, ‘al gaat er van tijd tot tijd niks boven potloodslijpsel en een streepje plakkaatverf’.

Soms zet Chris de verhalen die hij illustreert

kracht bij met paginagrote zwart-witillustra-ties (Willy Boem), maar meestal blinken zijn prenten uit door een rijk contrasterend kleu-renpalet (van fel tot pastel), geanimeerd in scène gezette taferelen waarin herkenbare dieren- en mensenfiguren expressief uit de verf komen. De verbeelding en aandacht van de jonge lezer wordt extra getriggerd door visuele knipoogjes en onverwachte teken-fratsen.

Over zijn zelfportret‘Bij linosnedes moet je werken voor elk lijn-tje. Als je even niet oplet, prik je jezelf in je vingers. Dat verklaart de serieuze blik. Con-centratie.

Maar ik herinner me vooral gezelligheid bij dit portret. Om de lino zachter te maken, werk je op een warmteplaat. Een soort elek-trische kookplaat die ook een tafel is. Zet je tas thee er op en ze koelt nooit af. Op koude dagen wordt lino dan plots een érg populaire techniek, zodat je met een groepje rond een veel te klein warmtetafeltje eindigt. Allemaal lekker warm, maar toch stiekem hopend dat niemand z’n buurman prikt.’

Chris Vosters (°1984, Maaseik)

Page 36: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Na haar studie Grafische Vormgeving aan de Kunstacademie in Arnhem tekent Weve voor kranten en (kinder)tijdschriften. Ze werkt ook voor televisie, stichtingen en reclame-bureaus. Bovendien illustreert ze boekom-slagen, platenhoezen en cd-roms.

Intussen heeft ze al meer dan honderd boe-ken voorzien van de meest diverse, beeld-krachtige tekeningen.

Sylvia Weve heeft een vlotte, expressieve te-kenstijl. Met dikke en dunne schetsmatige lijnen, vlekken en vlakken probeert ze zon-der al te veel details zo veel mogelijk te zeg-gen. Tegenwoordig werkt ze digitaal. Ze is vooral goed in het weergeven van emoties zoals woede, angst en pret.

Met de dichteres Bette Westera vormt Sylvia Weve een bijzonder succesvol duo, door een recensent ooit omschreven als een ‘gouden

combinatie’. Samen verleggen ze hun gren-zen in de bekroonde dierendichtbundel Ik leer je liedjes van verlangen, de kinderdicht-bundel Aan de kant, ik ben je oma niet! met twaalf portretten van oude mensen en de schitterend geïllustreerde jeugddichtbun-del Doodgewoon, waarin droeve thema’s als doodgaan, verlies en gemis bespreekbaarder worden dankzij het vleugje humor en ver-wondering. In 2015 wordt Doodgewoon dan ook bekroond, zowel met de Woutertje Pie-terse Prijs als met de Gouden Griffel.

Telkens weer slaagt Sylvia Weve er uitste-kend in om de directe, speelse en humoris-tische stijl van Westera aan te vullen met haar associatieve, sfeervolle en kunstzinnige illustraties.

In de categorie illustratoren nomineert IB-BY-Nederland Sylvia Weve voor de ALMA 2018 (de Astrid Lindgren Memorial Award).

Sylvia Weve (°1954, Utrecht)

Foto © C

hris van Houts

Page 37: Rotraut Susanne Berner - Villa Verbeelding bio's illustratoren.pdf · gouache (plakkaatverf), een vrij mat medium. Daarom werkt ze met contrasten om illustra-ties levendig te maken.

Deze biografieën zijn samengesteld door Anne Joosten en Villa Verbeelding. Ze zijn gebaseerd op eigen gesprekken met de il-lustratoren en op zaalteksten van eerdere tentoonstellingen in Villa Verbeelding. Daar-naast werden ze aangevuld met info van de persoonlijke websites van de illustratoren en van onderstaande websites:

www.auteurslezingen.bewww.boek.bewww.bries.bewww.eenhoorn.be www.hanser-literaturverlage.dewww.jeugdliteratuur.orgwww.pluizer.be www.koortzz.bewww.leesfeest.nlwww.luca-arts.be www.standaard.be

Bronnen