Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

69
De schilderijlijst in de schijnwerpers! De lijst: kunstobject of middel? Riny van Leeuwen Student nr. 606435 Reinwardt Academie Afstudeerscriptie Elst, 3 juni 2010 [email protected]

description

'De Schilderijlijst in de Schijnwerpers' is een onderzoek naar het beheer en behoud van schilderijlijsten bij Nederlandse musea. Aspecten als de registratie, bruikleen, thesaurus, documentatie en restauratie zijn middels een enquete geiventariseerd en in kaart gebracht. Ook de waardering en waardebepaling van de schilderijlijst komt aan bod, evenals ethische vragen met betrekking tot restauratie en aanpassing van lijsten. Bachelor afstudeerscriptie museologie Reinwardt Academie.

Transcript of Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

Page 1: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

De schilderijlijst in de schijnwerpers! �

De lijst: kunstobject of middel? �

Riny van Leeuwen

Student nr. 606435

Reinwardt Academie

Afstudeerscriptie

Elst, 3 juni 2010

[email protected]

Page 2: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

2

De schilderijlijst in de schijnwerpers!

De lijst: kunstobject of middel? �

Riny van Leeuwen

Student nr. 606435

Reinwardt Academie

Afstudeerscriptie

Elst, 3 juni 2010

[email protected]

Page 3: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

Inhoudsopgave

De schilderijlijst in de schijnwerpers!

De lijst: kunstobject of middel?

Voorwoord ..................................................................................................................4

Inleiding ......................................................................................................................5

1. De schilderijlijst als informatiedrager ...............................................................7

1.1 Betekenissen van de lijst...............................................................................7 1.2 Informatie over de lijst................................................................................. 11

2. Aandacht voor schilderijlijsten........................................................................ 15

2.1 Websites, tentoonstellingen, catalogi en opleidingen .................................. 15 2.2 Kunstobject of middel?................................................................................ 21

3. Registratie van schilderijlijsten ....................................................................... 25

3.1 Registratie en thesaurus ............................................................................. 25 3.2 Bruikleen en database ................................................................................ 32

4. Aanpassingen schilderijlijsten in Nederland.................................................. 36

4.1 Vervanging van lijsten................................................................................. 36 4.2 Ethiek bij restauratie en aanpassingen........................................................ 42

5. Instituut Collectie Nederland ........................................................................... 44

5.1 ICN project Schilderijlijsten in Nederland – Eerste jaar ............................... 44 5.2 ICN project Schilderijlijsten in Nederland – Tweede jaar ............................. 47

Conclusie.................................................................................................................. 51

Samenvatting............................................................................................................ 54

Summary................................................................................................................... 55

Bronnen .................................................................................................................... 55

Bijlagen ..................................................................................................................... 60

Bijlage I – Aankondiging afstudeeronderzoek ....................................................... 61

Bijlage II – ICN project Schilderijlijsten in Nederland ............................................ 62

Bijlage III – Enquêteformulier .................................................................................. 63

Bijlage IV – Deelnemers enquête ............................................................................ 64

Bijlage V – Indeling registratievelden Christel Kordes.......................................... 65

Bijlage VI – Indeling registratievelden Rijksmuseum ............................................ 67

Bijlage VII – Uitkomst enquête ................................................................................ 68

Page 4: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

4

Voorwoord Als ik een politicus op televisie een interview zie geven hangt er vaak een schilderij

achter hem of haar. Ik kijk dan langs de geïnterviewde heen en heb alleen nog maar

oog voor de schilderijlijst. In een museumzaal of stijlkamer loop ik direct naar het

schilderij met de geornamenteerde lijst. Het maken van schilderijlijsten is een

eeuwenoud vak en oude lijsten zijn in mijn ogen vaak kunstwerken. In het Gelders

Archief ben ik op zoek gegaan naar het gildeboek van het timmerliedengilde Sint Jozef.

Met handschoenen aan mocht ik erin bladeren. Ik heb een hele tijd gedacht dat ik de

enige was met het lijstenvirus. Totdat ik op een bijeenkomst van het Instituut Collectie

Nederland (ICN) ongeveer dertig conservatoren en restauratoren ontmoette die

allemaal één doel voor ogen hadden, het beheren van de collectie schilderijlijsten.

Ik dank Eric Domela Nieuwenhuis van het ICN voor de kans een praktische bijdrage te

mogen leveren aan het project Schilderijlijsten en voor de uitnodiging voor de

inspirerende bijeenkomsten met al die bevlogen mensen die ik daar heb kunnen

spreken. Tal van musea zijn behulpzaam geweest bij het invullen van de enquête

horende bij mijn onderzoek, u vindt ze in bijlage IV. Ik dank hen allemaal vriendelijk

voor hun tijd en hun bijdrage aan de uitkomst van mijn onderzoek.

De professionals die ik mocht bezoeken en bellen voor advies, heel hartelijk dank. Ik

noem in het bijzonder Gerry Alabone (The Tate Museum, Londen), Hubert Baija en

Wim Hoeben (Rijksmuseum, Amsterdam), Richard Hallas en Jacob Simon (National

Portrait Gallery, Londen), Gini Kingma (Rijksmuseum Twenthe, Enschede), Christel

Kordes (Stedelijk Museum Schiedam) en Gregor Simoons (Gregor’s Lijsten,

Spankeren). Dit zijn allemaal bevlogen mensen met een passie voor lijsten. Ik vond het

fijn dat ik van gedachten kon wisselen met Mieke Van Doorselaer (museumconsulent

provincie Oost-Vlaanderen), Joppe Knoester (docente kunstgeschiedenis, Reinwardt

Academie, Amsterdam), Tine van Nierop (Tine van Nierop Erfgoeddiensten) en Arno

Stam (docent informatiebeheer, Gelders Erfgoed, Zutphen), waarvoor ik hen hartelijk

dank.

Page 5: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

5

Inleiding De collectie schilderijlijsten in Nederlandse kunstmusea vormt het onderwerp van dit

afstudeeronderzoek. Musea beheren lijsten van de vijftiende tot en met de

eenentwintigste eeuw. Informatie over de lijst of vervaardiger en de context is

nauwelijks ontsloten. Lijsten worden bewaard in museumdepots, maar staan veelal niet

geregistreerd. Lege lijsten zonder schilderstuk bestaan op papier vrijwel geheel niet.

Schilderijlijsten worden zelden afgebeeld in catalogi of op websites en in musea vindt

men op de tekstbordjes bij een schilderij geen informatie over de lijst of lijstenmaker.

Bij diverse culturele opleidingen wordt er geen aandacht besteed aan schilderijlijsten.

Het ICN is in juni 2009 een tweejarig project ‘Schilderijlijsten’ begonnen als onderdeel

van het ‘Programma Waarde en waardering’. Het doel van het ‘Programma Waarde en

waardering’ is om medewerkers (beheerders, beleidsmakers en financiers) in het

erfgoedveld bewust te maken van het belang van waarde en waardering van het

cultureel erfgoed, vooral van onbekend of bedreigd erfgoed, en daarvoor methoden en

technieken te ontwikkelen. Het ICN wil richtlijnen en criteria formuleren voor culturele

waardering van in Nederland vervaardigde lijsten. Tevens wordt onderzocht welke

instrumenten de mobiliteit van lege schilderijlijsten zouden kunnen vergroten, zodat

deze in Nederlandse musea makkelijker hergebruikt kunnen worden.

Doelstelling

Het doel was een inventarisatie te maken van het beheer van lege schilderijlijsten bij

Nederlandse kunstmusea, waarin aspecten als registratie, bruikleen, thesaurus,

ontsluiting, afstoten, restauratie en de behoefte aan een database aan de orde komen.

Het ICN kan, mede aan de hand van dit afstudeeronderzoek, inspringen op de

behoefte uit het erfgoedveld op het gebied van beheer van schilderijlijsten.

Vraagstelling

Om de hoofdvraag hoe Nederlandse kunstmusea omgaan met hun collectie

schilderijlijsten te kunnen beantwoorden, was het van belang onderzoek te doen naar

de meningen en de behoefte van de musea op het gebied van behoud en beheer van

schilderijlijsten. Deze konden geïnventariseerd worden door deelvragen over

registratie, bruikleen, thesaurus, ontsluiting, afstoten en restauratie via de enquête

beantwoord te krijgen. Interessant zijn de ethische kwesties en de kunsthistorische

waardebepaling, waarbij de mening of een schilderijlijst door de erfgoedprofessionals

gezien wordt als een kunstwerk of een middel een rol speelt.

Page 6: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

6

Methodologie

Voordat ik van het ICN-project op de hoogte was, heb ik in de zomer van 2009 per e-

mail een vooronderzoek naar registratie van lijsten gedaan bij tien kunstmusea waar

studiegenoten werkten. Verder heb ik mij op schilderijlijsten georiënteerd door

literatuurstudie. Nadat ik op het internet het ICN-project ontdekte, heb ik contact gelegd

met de projectleider. Wij vonden voldoende raakvlakken om te gaan samenwerken. Wij

kwamen overeen dat ik een praktische bijdrage zou leveren door het opzetten en

afnemen van een enquête bij Nederlandse kunstmusea over het beheer van hun

collectie schilderijlijsten. In september 2009 heb ik in Londen gesprekken gevoerd met

een conservator en restaurator van de National Portrait Gallery. Een conservator van

The Tate Museum kon ik per e-mail mijn vragen voorleggen. In november 2009 heb ik

deelgenomen aan een expertmeeting die het ICN had georganiseerd. Een groep van

dertig restauratoren, collectiemanagers en conservatoren waren hierbij aanwezig om

korte presentaties te houden gevolgd door een discussiearena. Met behulp van de

Museumgids en het internet heb ik een selectie gemaakt van 59 musea met een

collectie kunst. Ik heb een vragenlijst en begeleidend schrijven opgesteld en het

onderzoek aangekondigd in Museumberichten van begin februari 2010. Een week later

is de enquête verstuurd naar collectiemanagers en conservatoren van de

geselecteerde musea. In één maand tijd heb ik gesprekken gevoerd met professionals

van verschillende disciplines, een conservator, hoofd beheer en behoud, restaurator,

gids, collectiemanager, lijstenmaker en een docente meubelstijlen. Met

museumconsulenten in Vlaanderen en Nederland heb ik per e-mail contact gehad. De

antwoorden van de 37 respondenten van de enquête zijn door mij verwerkt in Excel.

De uitkomst heb ik tijdens een tweede ICN expertmeeting in april 2010 uitgedeeld aan

de veertig aanwezigen en deze is besproken tijdens de aansluitende discussiearena.

Het contact met de erfgoedprofessionals, de uitkomst van de enquête, literatuurstudie

en deelname aan de expertmeetings en discussiearena’s hebben eraan bijgedragen

dat ik mij een beter beeld kon vormen van het onderwerp en de praktijk.

Gebruikte termen

Schilderij Een omlijst schilderstuk

Schilderstuk Schilderij zonder omlijsting, het werk van de kunstschilder op de drager1

Lege lijst Schilderijlijst zonder schilderstuk

Afstoten Collectieonderdelen herplaatsen bij andere instellingen of vernietigen

Waarde Culturele belangrijkheid, dus geen financiële waarde

1 P.J.J. van Thiel en C.J. de Bruyn Kops, Prijst de lijst. De Hollandse schilderijlijst in de zeventiende eeuw. (Den Haag 1984) 11.

Page 7: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

7

1. De schilderijlijst als informatiedrager 1.1 Betekenissen van de lijst Primaire context

De maker of datering van een lijst is vaak niet bekend. Weinig schilderijen zitten nog in

de oorspronkelijke lijst. Uitzondering hierop zijn de schilderstukken met lijst uit de

middeleeuwen die gemaakt zijn op panelen. In die tijd zijn de lijsten nog onlosmakelijk

verbonden met het kunstwerk. De lijst en het paneel zijn vaak uit één stuk hout

vervaardigd, vooral als het een klein paneel betreft. Veelal hebben de panelen

afbeeldingen met een religieuze betekenis zoals bij altaarstukken het geval is. De

vervaardiger van de drager diept het paneel dusdanig uit dat er een opstaande rand

(de integrale lijst) en een plat vlak overblijven. Pas als het houten paneel klaar is gaat

het naar de schilder. Hier is geen twijfel over de authenticiteit van de combinatie van

portret en lijst ‘in situ’.2

Afb. 1 Voorzijde paneel Afb. 2 Achterzijde paneel

Ook portretten beschikken vaak nog over de eerste inlijsting. De portretten blijven over

het algemeen genomen generatie na generatie binnen een familie en dat is de reden

dat de lijst niet vaak wordt gewisseld.3

2 J.T. Burns, Framing Pictures (Londen 1978) 11. 3 Van Thiel en De Bruyn Kops, Prijst de lijst, 12.

Page 8: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

8

Esthetische waarde

Vanaf de vijftiende eeuw wordt steeds vaker een linnen doek als drager van het

schilderstuk gebruikt en wordt de lijst apart van het schilderstuk vervaardigd.

Schilderstuk en lijst vormen dan samen het schilderij. De lijst maakt dat het

schilderstuk hanteerbaar en op te hangen is en dient als hulpmiddel. Met de lijst werkt

men ook de randen van het doek of paneel mooi af. Men kan zo het accent leggen op

de schoonheid van het schilderstuk of de sfeer die het schilderij in een vertrek moet

uitstralen. De lijst vertegenwoordigt met behulp van kleur, vergulding of ornamenten

een esthetische waarde voor het geheel.4

Sociale omstandigheden

Niet iedereen kan zich een mooie lijst veroorloven. De één spreidt zijn rijkdom en

weelde tentoon met een mooie vergulde en rijk versierde lijst. Bij de ander leidt men uit

de eenvoudige lijst juist af dat de kunstenaar geen geld had voor een mooie lijst. Dit

laatste is bijvoorbeeld het geval bij de schilderwerken van Vincent van Gogh. Hij heeft

zijn schilderstukken in eenvoudige lijsten tentoongesteld.5

Kunsthistorische waarde

Door de eeuwen heen volgt de schilderijlijst de mode en weerspiegelt zo zijn tijd. Net

zoals bij de meubels het geval is volgt de schilderijlijst de stijlontwikkeling van de

architectuur en andere kunstvormen. Uit welke periode de lijst dateert, is onder andere

af te lezen uit de stijl en vorm, de ornamenten, het materiaal, de gebruikte techniek en

de afwerking. De schilderijlijst is hierdoor voor de geschiedenis van kunsthistorische

waarde.6

De lijst is niet altijd pas na afronding van het schilderstuk eromheen gezet. Het

omlijsten van het stuk voordat het voltooid is, is voor de kunstschilder een manier om

te zorgen dat de lijst en het schilderstuk beter bij elkaar aansluiten. Restjes verf van de

lijst op het schilderstuk en andersom tonen dat aan, soms pas na onderzoek met

moderne technieken. Bij de werken van tijdgenoten Gustav Klimt (1862-1918) en Jan

Toorop (1858-1928) loopt het schilderwerk zelfs door op de lijst. Schilderijlijsten van de

pointillistische schilder George Seurat (1859-1891) zijn versierd met spikkeltjes verf in

allerlei kleuren.

4 Van Thiel en De Bruyn Kops, Prijst de lijst, 11. 5 L. Van Tilborgh, ‘Een lastig probleem de lijsten voor Van Gogh‘, Kunstschrift 95-2 (Den Haag 1995) 33-37, aldaar 33. 6 N. Penny, Frames Pocket guides (Londen 1997; herdruk 2005) 66.

Page 9: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

9

Documentaire waarde

De manier waarop een museum de collectie toont is voortdurend aan verandering

onderhevig en is afhankelijk van het verhaal dat het museum wil vertellen.

Wim Hoeben is hoofd beheer en behoud bij het Rijksmuseum.7 Ik heb hem bezocht in

het buitendepot te Lelystad. Hij vertelt over de vroegere opstelling (van eind jaren ‘50

tot ongeveer 1990) van de collectie in het Rijksmuseum: ‘Schilderstukken die vooral als

kunstwerk werden gezien hadden een mooie lijst. Ze hingen voorover naar het publiek

toe en ze vertegenwoordigden een esthetische waarde. Schilderstukken die een stukje

vaderlandse geschiedenis vertelden hingen in een aparte zaal, vlak en strak tegen de

muur. Bovendien hadden zij een neutrale vaak donkerbruine lijst, de zogenaamde

Elffers-lijst. Hier was de lijst puur een hulpmiddel en geen kunstwerk. Het ging om het

verhaal, de geschiedenis dat het schilderstuk vertelde, de documentaire waarde’.

De Elffers-lijsten zijn genoemd naar Dick Elffers (1910-1990). Hij was behalve

beeldend kunstenaar ook vormgever bij het Rijksmuseum. Hij drukte een stempel op

het aanzien van de schilderijen door veel lijsten te vervangen.

Afb. 3 Geornamenteerde lijst en Elffers-lijst

7 W. Hoeben, hoofd beheer en behoud, Rijksmuseum Amsterdam, interview 26-3-2010.

Page 10: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

10

Symboliek en heraldiek

De schilderijlijst met ornamenten, festoenen, cartouches, familiewapens, religieuze

verwijzingen, wapentrofeeën, stadswapens en symbolen is op zichzelf al een

historische bron. Sommige versieringen die zijn aangebracht op de lijst staan niet op

zichzelf, maar verwijzen als symbool naar de afbeelding op het schilderstuk.8 De lijst

heeft op deze wijze de rol van intermediair.

Begin 2010 is in de Alte Pinakothek van München de tentoonstelling ‘Frames and their

History’ geweest. Deze tentoonstelling ging over schilderijlijsten in de tijd van het hof.

In de aankondiging van de expositie staat een interessant detail, namelijk dat Napoleon

de lijst heeft gebruikt als propagandamiddel.9 Hij heeft begin negentiende eeuw in het

Louvre alle lijsten vervangen door lijsten in de Empirestijl.

Vervanging en hergebruik

Hergebruik van schilderijlijsten is een interessante ethische kwestie. Men kan zich

afvragen of de lijst niet juist door de kunstenaar zo vervaardigd of bedoeld is. Mag je

de lijst bijvoorbeeld iets aanpassen om hem voor een ander schilderstuk passend te

maken? Ziet men de schilderijlijst als kunstobject op zich met museale en

kunsthistorische waarde en mag je er juist daarom absoluut niets aan veranderen?

Verandert dit standpunt wellicht als de lijst in het verleden al een keer veranderd is?

Moet de nieuwe lijst persé in dezelfde stijl zijn als de oorspronkelijke lijst voor zover

men dat weet, zodat het een historisch verantwoorde keuze is? Dat zou de

museumbezoeker zeker helpen bij de beeldvorming van een bepaalde periode. Of mag

de museumdirecteur kiezen voor wat hij of zij op dat moment mooi vindt? Kiest een

museum liever voor een lijst in bruikleen of laat het een nieuwe lijst vervaardigen?

Meer over het vervangen van schilderijlijsten staat in hoofdstuk 4.1.

Restauratie

Welke keuze maakt een restaurator, samen met de conservator, als de lijst

gerestaureerd dient te worden en waar hangt die keuze van af? Kun je een stuk

verloren gegane parelrand van een uit hout gesneden schilderijlijst vervangen door een

stuk parelrand van pâte (kneedbare massa van krijt, konijnenlijm, water, papier en een

beetje lijnolie)10, gevormd in een mal? De meningen hierover zullen verdeeld zijn.

8 Van Thiel en De Bruyn Kops, Prijst de Lijst, 21. 9 http://www.theartnewspaper.com/whatson/results.asp?id=1109118 (Frames and their History, Alte Pinakothek, Munchen)(geraadpleegd 5-4-2010). 10 http://www.gregorslijsten.nl/paginas/houttotgoud03.html (Lijstenmaker Gregor Simoons)(geraadpleegd 2-4-2010).

Page 11: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

11

Ook de financiën kunnen hierbij een rol spelen. De discussie hierover wordt door het

ICN bij de Nederlandse kunstmusea gevoerd om een leidraad voor restauratie-ethiek

en hergebruik te kunnen bepalen. Dit onderwerp wordt verder behandeld in hoofdstuk

4.2.

1.2 Informatie over de lijst Authenticiteit

Vaklieden zijn in de middeleeuwen aangesloten bij een ambachtsgilde gewijd aan een

heilige, zoals het timmerliedengilde met als beschermheilige Sint Jozef. Informatie over

de gilden kan men vinden in een archief. De daar bewaarde kasboeken vormen een

bron van informatie over datering en lokalisatie. Zo is gebleken dat niet alleen

timmerlieden gewerkt hebben aan schilderijlijsten, maar ook beeldhouwers voor de

ornamenten en vergulders.11

Evelien de Visser, studente kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen,

heeft onderzoek gedaan naar B.J. Blommers, schilder van de Haagse School.12 In het

archief van lijstenmaker Sala en zonen bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische

Documentatie (RKD) heeft zij correspondentie gevonden tussen de schilder en

lijstenmaker Sala. Blommers vroeg hierin aan Sala haast te maken met de lijst omdat

het schilderstuk al bijna voltooid was en Blommers het nog wilde aanpassen met de

lijst eromheen. Blommers wilde het totaal pas uit handen geven als hij het schilderstuk

en de lijst samen had gezien.

De gemiddelde museumbezoeker denkt dat het schilderstuk en de lijst bij elkaar horen.

Zou het niet eerlijker zijn om ook op de tekstbordjes naast het schilderij aanvullende

informatie te geven over de herkomst van de lijst? Eerlijker ten opzichte van de lijst en

de vervaardiger en eerlijker ten opzichte van de bezoeker. Die kan ook net als ik

oprecht geïnteresseerd zijn in de lijst en aan die behoefte aan informatie wordt

momenteel in de meeste musea niet voldaan. De reden is dat de lijst in musea meestal

niet als een onderdeel van de collectie wordt gezien. In hoofdstuk 2.1 wordt hier verder

op ingegaan.

11 http://users.telenet.be/hc_itc325/geschied_kader.htm (Geschiedenis lijstenmakers en het gilde)(geraadpleegd 29-4-2010). 12 E. de Visser, studente kunstgeschiedenis, ICN expertmeeting schilderijlijsten, 22-4-2010.

Page 12: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

12

De achterkant als bron van informatie

Op de achter- of onderkant van serviesonderdelen vindt men allerlei tekens die

informatie verschaffen over de herkomst of ‘provenance’ zoals jaarletters, merktekens

van een stad of van de fabrikant. De achterkant van een schilderijlijst vertelt vaak ook

een verhaal, maar zelden over de vervaardiger, die blijft meestal anoniem. Het is zelfs

zo dat door het regelmatig vervangen van lijsten in de afgelopen eeuw(en) en het

verzuimen dat te documenteren, het van de meeste schilderijlijsten bijna onmogelijk is

te achterhalen met welk schilderstuk het oorspronkelijk verbonden is geweest.

Restauratoren kunnen aan de achterzijde van de lijst herkennen of de lijst al eerder

gerestaureerd of behandeld is geweest. Gaten in de lijst verklappen vaak de wijze

waarop en de richting waarin het schilderij is opgehangen. Zit het gat van het

ophangoog bijvoorbeeld niet in het midden van de lijst, dan kan het formaat van de

schilderijlijst ooit aangepast zijn. Literatuur over informatie betreffende de achterzijde

van de lijst is er helaas niet, wel kan men op het internet soms informatie vinden. Het

Rijksmuseum zet bijvoorbeeld technische informatie over de schilderijlijsten uit hun

collectie online.13

Onderzoek naar de vervaardiger van de lijst zou interessant zijn, maar op de

achterkant van een oude lijst is bijna nooit iets te vinden over de lijstenmaker. De

lijstenmaker werkt vaak in een werkplaats waar verschillende specialisten de lijst in

handen kregen. Eerst de timmerman, schrijnwerker of meubelmaker die het profiel

maakt, daarna de houtsnijder of beeldhouwer eventueel gevolgd door de vergulder.

Gesigneerde lijsten komen zelden voor. Als er al iemand wordt genoemd op de lijst dan

is het de lijstenmakerij en niet de vervaardiger zelf.14

Toch kan men soms de reisgeschiedenis van een lijst volgen door goed te kijken naar

de achterkant. Het zijn de handelaren, veilinghuizen, transportbedrijven,

museummedewerkers en de douane die informatie toevoegen aan de achterzijde van

de lijst, bijvoorbeeld voor transport en verkoop of in het geval van een bruikleen.

Afb. 4 Lakzegel van een handelaar of verzamelaar

13 H. Baija, restaurator lijsten, Rijksmuseum, Amsterdam, interview 25-2-2010. 14 C. Grimm, Alte Bilderrahmen Epochen – Typen – Material (2e druk; München 1979) 11.

Page 13: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

13

Museummedewerkers kennen een registratienummer toe, meestal aan het

schilderstuk, tot op heden in mindere mate aan de lijst. Bijzondere historische

informatie geven rode, witte en blauwe stippen op de achterzijde van een schilderijlijst

in de collectie van het Rijksmuseum. Deze stippen zijn in de jaren ‘30 van de twintigste

eeuw aangebracht op het nationaal kunstbezit in verband met de toenemende

gespannen situatie in Europa en de oorlogsdreiging. Mocht het zover komen dat de

collectie geëvacueerd moest worden, dan waren de kunstwerken met de rode stip (de

topcollectie en onvervangbaar) het eerst aan de beurt om gered te worden. Daarna

volgden de stukken met de witte stip (de belangrijke) en daarna eventueel nog de

blauwe (de vervangbare).15

In het tijdschrift Oog van het Rijksmuseum is een artikel gepubliceerd over de

informatie op de achterkant van een schilderij.16 Het betreft hier een klein zelfportret

van de schilder Caspar Netscher (1639-1684). Op de achterkant van het schilderstuk

zit een brief, geschreven door een achterachterkleinkind van de zeventiende-eeuwse

schilder. De brief is een lofzang op de schilder en heeft documentaire waarde.

Uit onderstaande foto blijkt dat er voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog voor

gekozen is zowel de lijst als het schilderstuk te voorzien van een witte stip waardoor

een stukje tekst van de brief niet meer leesbaar is.

Afb. 5 Brief over de schilder Caspar Netscher

15 W. Hoeben, hoofd beheer en behoud, Rijksmuseum Amsterdam, interview 26-3-2010. 16 F. Truijens, ‘De achterkant‘, Oog 4/2009 (Amsterdam september 2009) 122.

Page 14: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

14

Conclusie

Een schilderijlijst heeft verschillende betekenissen en bevat allerlei informatie. Er is

echter nog maar weinig informatie gedocumenteerd. Lange tijd hebben musea het

belang niet ingezien van het documenteren en registreren van de schilderijlijst. Dat

betreft niet alleen het registreren van de uiterlijke kenmerken, maar ook de verhalen

die erachter zitten. De lijst krijgt meer betekenis als de context bekend is. Wat nu nog

in de hoofden van de conservatoren zit, moet voor latere generaties gedocumenteerd

worden anders gaat het voorgoed verloren. Hierover gaat hoofdstuk 3.1. Eerst moet er

echter een cultuuromslag plaatsvinden in de museumbranche waarbij de lijst op juiste

waarde wordt geschat. Pas dan zal de lijst de aandacht krijgen die het volgens mij

verdient.

Page 15: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

15

2. Aandacht voor schilderijlijsten 2.1 Websites, tentoonstellingen, catalogi en opleidingen Wanneer een museumbezoeker naar een schilderij kijkt kan hij op het tekstbordje

informatie vinden over de vervaardiger, wat het schilderij voorstelt en uit welke tijd het

stamt. Mijn ogen dwalen echter al snel af naar de schilderijlijst en ik denk dan: 'Wat

een vakwerk, wie heeft deze lijst gemaakt, in welke tijd, in welke modestijl en

hoort de lijst wel bij dit schilderij?' Op de tekstbordjes naast het schilderstuk wordt

echter zelden of nooit informatie gevonden over de lijst of de vervaardiger. Ook in de

bestands- of tentoonstellingscatalogi vindt men nauwelijks informatie over de lijsten;

meestal zijn alleen de schilderstukken afgebeeld, zonder lijst. Het maken van lijsten is

een eeuwenoud vak en oude lijsten zijn in mijn ogen vaak kunstwerken op zich. Ik wil

informatie vinden over de vervaardiger of over het timmerliedengilde waarin hij werkte.

Of wellicht bij welk schilderstuk deze lijst oorspronkelijk hoorde. Kortom, deze

museumbezoekster wil meer informatie over de schilderijlijst kunnen vinden! Voor de

moderne virtuele bezoeker moeten op de website de verhalen achter het object

ontsloten worden. Ik adviseer hiervoor samenwerking met andere erfgoedinstellingen

zoals archieven. Daar ligt interessante informatie over bijvoorbeeld timmerliedengilden,

kasboeken van handelaren en correspondentie tussen een schilder en een

lijstenmaker. Indien al deze informatie op één plek te vinden is voor de bezoeker waant

hij zich in een werkelijk kenniscentrum.

Websites en bestands- of tentoonstellingscatalogi

In de catalogi staan de schilderstukken meestal afgebeeld zonder lijst, zo ook op de

meeste ansichtkaarten. Op hun websites tonen vele musea hun collectie. Per provincie

is de gezamenlijke collectie van de musea ook nog apart online te raadplegen. Dit is

meestal voorzien van een verhaal over het schilderstuk zelf. Ook hier is helaas op een

enkele uitzondering na geen enkele schilderijlijst te zien. Het benoemen van een

‘oorspronkelijke’ lijst houdt natuurlijk een risico in; echt honderd procent zeker weet

men dat zelden. Ik vind dat het afbeelden van schilderwerken mét de schilderijlijst in

catalogi voor latere generaties informatie vastlegt over de omlijsting in een bepaalde

tijd. Op oude interieurfoto’s zijn de lijsten nog wel te zien zoals op de Beeldbank van

het Nationaal Archief.17

17 http://beeldbank.nationaalarchief.nl/nl/afbeeldingen/indeling/gallery/sortering/relevantie/q/zoekveld/schilderij (Schilderijen op de Beeldbank Nationaal Archief)(geraadpleegd 15-5-2010).

Page 16: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

16

Gini Kingma, restaurator lijsten bij het Rijksmuseum Twenthe, vertelt dat het traditie is

om de schilderstukken uit de lijst te halen en daarna pas te fotograferen.18 Zij vermoedt

dat dit niet eenvoudig te doorbreken is. Eén van de redenen daarvoor is dat de

geschiedenis van de omlijsting vaak onbekend is. Veel lijsten zijn niet oorspronkelijk;

hoe verder weg in de tijd hoe minder oorspronkelijke lijsten er zijn. Zelfs als de lijst wel

oorspronkelijk is, is het niet zeker dat de kunstenaar de combinatie van lijst en doek

heeft gekozen. Dit kan ook de opdrachtgever of de kunsthandelaar geweest zijn.

Ton van Loon, restaurator bij het ICN in Rijswijk, geeft nog een extra reden op voor het

fotograferen van de schilderstukken zonder lijst.19 Namelijk dat de schilderijlijst als

driedimensionaal object wat betreft lichtval en reflectie moeilijk vast te leggen is in

combinatie met een vlak schilderstuk. Hij merkt op dat indien men een reflectieloze

opname wil hebben van de schilderijlijst en het schilderstuk samen, deze objecten in

de praktijk onafhankelijk van elkaar worden gefotografeerd. Na het bewerken van de

opnamen worden ze met een programma als Photoshop weer in elkaar gezet.

Het Rijksmuseum Amsterdam heeft een website met een uitgebreide zoekfunctie om

de collectie online te bekijken.20 Met de zoekterm ‘schilderijlijst’ kan men eenvoudig in

de collectie zoeken. Op het moment van dit schrijven, april 2010, vind ik 44 lijsten op

de site, zowel schilderij- als spiegellijsten, van sommige lijsten is namelijk niet bekend

of ze oorspronkelijk om een schilderstuk of een spiegel hebben gezeten. Per lijst met

een eigen objectnummer zijn er gegevens gedocumenteerd over de ornamenten, het

materiaal, periode, techniek, plaats van vervaardiging, afmetingen, datum verwerving,

verwervingswijze en, indien bekend, bij welk schilderstuk het hoort met het

inventarisnummer van het schilderstuk. De meeste lijsten vallen onder de collectie

meubelen. Er is echter ook een beschilderde lijst die valt onder de collectie schilderijen.

Van de meeste lijsten staat op dit moment nog geen afbeelding op de website.

De Duitse kunsthistoricus en museoloog Wilhelm von Bode (1845-1929) heeft laat in

de negentiende eeuw kunstwerken thematisch op zaal gepresenteerd in lijsten die

hoorden bij de stijlperiode van het schilderstuk. Tevens heeft hij het initiatief genomen

om in de Berlijnse kunstcatalogi de originele schilderijlijsten bij het schilderstuk te tonen

en deze als origineel aan te tekenen.21

18 G. Kingma, restaurator lijsten, Rijksmuseum Twenthe, Enschede, interview 16-3-2010. 19 T. van Loon, restaurator ICN Rijswijk, ICN expertmeeting schilderijlijsten, 22-4-2010. 20 http://www.rijksmuseum.nl/wetenschap/?lang=nl (Online onderzoek Rijksmuseum)(geraadpleegd 3-4-2010). 21 Grimm, Alte Bilderrahmen, 12.

Page 17: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

17

Het Rijksmuseum Amsterdam belichtte in 1984 de schilderijlijst als kunstwerk. Dit

gebeurde bij de tentoonstelling en in de bijbehorende tentoonstellingscatalogus Prijst

de Lijst. De Hollandse schilderijlijst in de zeventiende eeuw van P.J.J. van Thiel en C.J.

de Bruyn Kops (Den Haag 1984).

Twee van de topstukken van het Rijksmuseum Twenthe zullen vanwege hun

bijzondere lijsten met kwabornamenten nooit een nieuwe lijst krijgen; daarvoor zijn ze

te uniek. In de museumwinkel zijn dan ook ansichtkaarten te koop waarop de

schilderstukken mét lijst zijn afgebeeld. Op hun website echter, staan wel de

schilderstukken, maar niet de lijsten afgebeeld.22

Afb. 6 Ansichtkaart van het schilderstuk met lijst Afb. 7 Het schilderstuk op de website

Het Victoria and Albert Museum in Londen heeft in 2008 onderzoek gedaan naar zijn

collectie Italiaanse Renaissance lijsten. Dit heeft geleid tot het boek Italian

Renaissance frames at the V&A. A technical study.23 Dit boek, geschreven door

Christine Powell en Zoë Allen, bevat veel detailfoto’s van zowel de voor- als achterzijde

van de lijsten en gaat in op de gebruikte technieken en materialen.

22 http://www.rijksmuseumtwenthe.nl/ventura/engine.php?Cmd=see&P_site=812&P_self=484&PMax=Bladeren&PSkip=0 (Collectie Rijksmuseum Twenthe)(geraadpleegd 3-4-2010). 23 http://www.vandashop.com/product.php?xProd=5486&xSec=339&navlock=1 (V&A Museum. Italian Renaissance frames at the V&A. A technical study)(geraadpleegd 6-5-2010).

Page 18: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

18

Rondleidingen en tentoonstellingen

Zeer bijzonder is het te noemen dat het Rijksmuseum Twenthe één van de weinige

musea is die rondleidingen aanbiedt, geleid door Gini Kingma langs de schilderijlijsten

in de zalen.24 Als restaurator weet zij ontzettend veel en boeiend te vertellen over de

geschiedenis, het behoud, de status, de functie, de stijl en details van de lijst.

Bijvoorbeeld hoe de lijst en de kleur er voor kunnen zorgen dat de blik van de bezoeker

naar het doek wordt getrokken.

In 2007 heeft hetzelfde museum door middel van een bijzonder project ‘Restauratie op

zaal’ speciale aandacht aan de restauratie van schilderstukken en lijsten geschonken.

Dit project is zeer succesvol geweest. Het heeft veel publieke aandacht gehad en op

de website van het Rijksmuseum Twenthe is hier nog steeds uitgebreide informatie

over te vinden.25

Pas lang na de in het vorige stukje genoemde tentoonstelling van het Rijksmuseum

Amsterdam in 1984 namen de tentoonstellingen over schilderijlijsten toe.

Ook buiten Nederland zijn er af en toe tentoonstellingen over schilderijlijsten.

De National Portrait Gallery in Londen heeft in de winter van 1996/1997 de

tentoonstelling ‘The Art of the Picture Frame’ georganiseerd; een tentoonstelling over

de ontwikkeling van de stijlen van Britse schilderijlijsten door de eeuwen heen.

Hoofdconservator Jacob Simon is de samensteller van de tentoonstelling geweest en

tevens schrijver van het naar de tentoonstelling genoemde boek. In het kader van dit

afstudeeronderzoek heeft deze zeer bevlogen conservator mij zijn medewerking

verleend bij het vergelijken van hoe men over lijsten denkt in Nederlandse en Britse

musea.

In 2008 hebben de Deense schilderijlijsten van de middeleeuwen tot de

eenentwintigste eeuw aandacht gekregen bij de tentoonstelling ‘Frames – State of the

Art’, in het Statens Museum for Kunst (SMK) in Kopenhagen. Voor deze expositie is

een catalogus uitgekomen, Frames, State of the art, geschreven door conservator

Henrik Bjerre en kunsthistorica Jannie Henriette Linnemann.26

24 G. Kingma, restaurator lijsten, Rijksmuseum Twenthe, Enschede, interview 16-3-2010. 25 http://www.rijksmuseumtwenthe.nl/ventura/engine.php?Cmd=see&P_site=811&P_self=907&PMax=0&PSkip=0&Wormholed=1 (Rijksmuseum Twenthe, restauratie op zaal)(geraadpleegd 3-4-2010). 26 http://www.artdaily.org/index.asp?int_sec=11&int_new=23451&int_modo=2 (Kunstartikel over de tentoonstelling Frames – State of the Art)(geraadpleegd 30-4-2010.)

Page 19: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

19

Het Weense Liechtenstein Museum heeft in 2009 de tentoonstelling ‘Halt und Zierde.

Das Bild und sein Rahmen’ gehouden over lijsten van de middeleeuwen tot en met de

negentiende eeuw.27

In het voorjaar van 2010 is de in het vorige hoofdstuk genoemde tentoonstelling

‘Frames and their History’ geweest in de Alte Pinakothek van München over

schilderijlijsten aan het hof. Het bijbehorende boek met een overzicht van Duitse lijsten

is van de hand van conservator Helge Siefert en kunstenares Verena Friedrich en heeft

de titel Rahmenkunst: Auf Spurensuche in den alten Pinakothek.28

Opleidingen

Ik vind de vraag interessant of de schilderijlijst vergeleken met het schilderstuk in een

museum zo weinig aandacht krijgt vanwege het feit dat bij de diverse opleidingen

aandacht voor de lijst nagenoeg geheel ontbreekt. Ik heb de afgelopen maanden

tijdens diverse interviews en bijeenkomsten restauratoren, conservatoren en studenten

kunstgeschiedenis gevraagd naar hun mening op dit gebied. Hieronder staat een

overzicht van mijn bevindingen.

• Diverse restauratoren merken op dat de universitaire opleiding tot restaurator

wel een workshop vergulden en polychromie biedt, maar dat men zich niet

verder kan specialiseren in die richting.29

• Studenten die worden opgeleid tot restaurator geven aan uit te wijken naar

opleidingen in België, Engeland of Frankrijk voor een aanvullende studie op het

gebied van vergulden.

• Hubert Baija, senior restaurator bij het Rijksmuseum en verder onder meer

gastdocent aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), geeft aan dat er op dit

moment bij de studie ‘Conservering en restauratie van cultureel erfgoed’ nog

geen afstudeerrichting is voor vergulden en polychromie.30 Dit is echter wel

door hem aangekaart bij de Universiteit van Amsterdam en er is sprake van een

nieuw vak of module ‘conservering en restauratie; vergulden en polychromie’

dat wellicht in de nabije toekomst gerealiseerd gaat worden bij de universiteit.

27 http://www.liechtensteinmuseum.at/de/pages/2564.asp (Liechtenstein Museum lijsten tentoonstelling)(geraadpleegd 13-5-2010). 28 http://www.weltexpress.info/cms/index.php?id=6&tx_ttnews%5Btt_news%5D=25901&tx_ttnews%5BbackPid%5D=549&cHash=485e577572 (Kunstartikel over de tentoonstelling Frames and their History)(geraadpleegd 30-4-2010). 29 Diverse freelance restauratoren lijsten, ICN expertmeeting schilderijlijsten, 20-11-2009. 30 H. Baija, restaurator lijsten, Rijksmuseum, Amsterdam, interview 25-2-2010.

Page 20: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

20

• In Deventer heeft men van 2003 tot 2009 kunnen studeren aan de Ornament-

en Beeldsnij Academie, een particuliere opleiding.31 Na vier jaar studeerde men

af als gezel en na twee aanvullende studiejaren als meester-snijder. Helaas is

het lesprogramma gestopt. Volgens de informatie op de website omdat het

moeilijk gebleken is instanties te overtuigen van de noodzaak dit oude ambacht

te behouden. De academie biedt nog wel na- en bijscholingscursussen voor

restauratoren, schilders, meubelmakers, lijstenmakers en beeldhouwers. De

academie neemt tevens projecten en opdrachten aan die een cultuurhistorische

waarde hebben. Dat zijn veelal reconstructies en restauraties aan waardevolle

historische gebouwen en interieurs. Na een aantal jaren van projecten wil de

academie weer starten met de zesjarige opleiding tot ornament- en

beeldsnijder.

• Op de Reinwardt Academie wordt bij de HBO opleiding Museologie/Cultureel

Erfgoed les gegeven in meubelstijlen en -vormen waarbij deze vergeleken

worden met de verschillende stijlen in de architectuur. De schilderijlijsten

worden daarbij niet genoemd terwijl die toch dezelfde stijlen en ornamenten

kennen.

• Het Landelijk Contact van Museumconsulenten (LCM) geeft aan medewerkers

van musea de basiscursus ‘Informatiebeheer in musea’. Het zou een stap

vooruit kunnen betekenen om al tijdens deze cursus de schilderijlijsten als

aparte deelcollectie te behandelen. De desbetreffende docent, Arno Stam, heb

ik hierover benaderd. Hij geeft aan dat het LCM zeker geïnteresseerd is in de

aanbevelingen van dit onderzoek en dat de consulenten van het LCM de kennis

over de schilderijlijsten kunnen uitdragen tijdens de cursussen.

• Het LCM werkt samen met MovE, Musea Oost-Vlaanderen in Evolutie, een

project van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen. Deze samenwerking heeft in

2006 geleid tot het MovE Invulboek, Handleiding bij digitale collectie- en

objectregistratie, een hulpmiddel bij objectregistratie dat onder andere

gebaseerd is op Spectrum.32

In maart 2010 heb ik Mieke Van Doorselaer, museumconsulent provincie Oost-

Vlaanderen en initiatiefnemer van MovE, benaderd met de vraag over het

noemen van de lijsten als aparte deelcollectie.

31 http://www.ornament-enbeeldsnijacademie.nl/ (HBO opleiding)(geraadpleegd 20-4-2010). 32 http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/historiek/index.cfm (MovE invulboek)(geraadpleegd 4-3-2010).

Page 21: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

21

Mieke heeft dit besproken in een overleg met museumconsulenten in

Vlaanderen en de stuurgroep van MovE. Een aantal Vlaamse musea heeft

hierbij aangegeven het interessant te vinden om lijsten te gaan registreren,

maar zij hebben momenteel geen behoefte aan een databank.

• De universitaire studie kunstgeschiedenis heeft de afgelopen jaren in

Groningen, Utrecht en Amsterdam (zowel de Universiteit van Amsterdam als de

Vrije Universiteit) geen aandacht geschonken aan schilderijlijsten, aldus diverse

studenten of zojuist afgestudeerden die ik heb gesproken op de expertmeetings

van het ICN.

Mijn mening is dat als de opleidingen beginnen met de schilderijlijst onder de aandacht

te brengen bij de studenten en cursisten, dit verandering teweeg zal brengen in de

gedachtegang en werkwijze van museummedewerkers. Het probleem bij de wortel

aanpakken dus. Als meerdere opleidingen en instanties de lijst waarderen en onder de

aandacht brengen, zal in de toekomst de documentatie beter gedaan worden en gaat

belangrijke informatie over de lijsten en de lijstenmakers niet verloren. Het is belangrijk

dat niet alleen de registrator documenteert, maar ook de conservator en een eventueel

aanwezige archivaris of tentoonstellingsmaker, zodat het de erfgoedcollega’s, maar

ook de onderzoeker of ander geïnteresseerd publiek, mogelijk wordt gemaakt de

informatie digitaal te vinden.

2.2 Kunstobject of middel? De vraag is of in het cultureel erfgoed de schilderijlijst gezien

wordt als een kunstobject, als kunstnijverheid of slechts als

middel ter bescherming en stabilisering van het schilderstuk en

om deze veilig op te kunnen hangen. Een soortgelijke vraag

stelt Eva Mendgen in haar boek In Perfect Harmony Picture +

Frame 1850-1920, namelijk: ‘Art or Decoration?’.33

Zoals genoemd zijn diverse schilderijen van Jan Toorop

en Gustav Klimt hier goede voorbeelden van. Het valt

echter nog niet mee om op het internet een afbeelding

te vinden van het schilderstuk mét lijst! Afb. 8 Judith und Holofernes, door Gustav Klimt

33 E. Mendgen e.a., In Perfect Harmony Picture + Frame 1850-1920 (Zwolle 1995) 97.

Page 22: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

22

Onderstaande afbeelding van een bordje uit het oude depot van het Rijksmuseum

Amsterdam wekt bij mij de indruk dat de schilderijlijst gezien wordt als hulpmiddel. Het

geeft prachtig een tijdsbeeld weer.

Afb. 9 Depotbordje Rijksmuseum, Depot V Schilderijlijsten en Gebruiksmeubilair

In 1984, bij de tentoonstelling ‘Prijst de Lijst. De Hollandse schilderijlijst in de

zeventiende eeuw’ in het Rijksmuseum te Amsterdam en de gelijknamige catalogus

krijgt de lijst alle aandacht en wordt deze als kunstwerk belicht.34 Deze tentoonstelling

is een omslag in het denken over de schilderijlijsten. Het schilderstuk heeft immers

jarenlang bij het vakgebied schilderkunst gehoord en de lijst bij het vakgebied

kunstnijverheid.

We zijn nu 25 jaar verder, hoe denken de kunstmusea in de eenentwintigste eeuw over

schilderijlijsten?

34 Van Thiel en De Bruyn Kops, Prijst de Lijst, 11.

Page 23: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

23

Anno 2010

Tijdens een expertmeeting van het ICN over schilderijlijsten in Nederland, in november

2009, zijn ongeveer dertig deelnemers de discussie aangegaan. Dit zijn onder andere

conservatoren, collectiemanagers en registrators van diverse Nederlandse kunstmusea

en restauratoren en medewerkers van het ICN. Ik had het genoegen daarbij aanwezig

te zijn als studente van de Reinwardt Academie en deelnemer aan het ICN-project . Ik

ben ook aanwezig geweest bij de tweede expertmeeting in april 2010.

Tijdens deze bijeenkomsten is er door de aanwezigen gebrainstormd over diverse

onderwerpen op het gebied van lijsten en zijn er ervaringen uitgewisseld. Onderwerpen

die ter sprake kwamen zijn het wel of niet registreren van lijsten, de behoefte aan een

thesaurus, waar op te letten bij vervanging van lijsten, het opstellen van een ethische

code, wenselijke verbeteringen in het onderwijs voor restauratoren en kunsthistorici én

of de lijst een kunstwerk is of niet. De meningen over dit laatste vraagstuk zijn

verdeeld. Sommige lijsten hebben museale en kunsthistorische waarde, andere

worden weer alleen als hulpmiddel gezien. Het is belangrijk dat de waardebepaling van

een schilderijlijst een objectieve keuze is. Het ICN wil in samenspraak met de

conservatoren en restauratoren richtlijnen en criteria opstellen voor het waarderen van

lijsten in de toekomst. In de enquête die ik voor dit afstudeeronderzoek gehouden heb

wordt de vraag gesteld of men de lijst ziet als volwaardig onderdeel van de collectie.

Hierop is het antwoord ongeveer fifty-fifty. De uitkomst van de enquête staat in bijlage

VII en wordt verder besproken in hoofdstuk 5.1.

In september 2009 heb ik deelgenomen aan een studiereis van de Reinwardt

Academie naar Londen. Dé gelegenheid om enkele erfgoedspecialisten uit Engeland te

spreken. In diverse hoofdstukken van deze scriptie vindt u de meningen van de Britse

geïnterviewden terug.

Gerry Alabone, hoofd beheer en behoud van lijsten bij The Tate Museum in Londen,

meent dat niet alle lijsten als kunstwerken gezien kunnen worden en dat men lange tijd

van mening is geweest dat de lijst slechts een aanvulling was op het schilderstuk en er

geen onderdeel van uitmaakte.35 Zijn interesse gaat momenteel juist wel uit naar de

relatie tussen de lijst en het schilderstuk en de manier waarop de lijst waarde en

betekenis geeft aan het schilderstuk. Ook onderzoekt hij de context waarin de lijst en

het schilderstuk samen getoond zijn geweest.

35 G. Alabone, hoofdconservator lijsten, Tate Museum, Londen, interview 2-11-2009.

Page 24: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

24

Jacob Simon, hoofdconservator, en zijn collega Richard Hallas, restaurator, beiden van

de National Portrait Gallery, Londen, delen de mening dat niet alle lijsten kunstwerken

zijn.36 Voor hen geldt dat de historische waarde en uniekheid van een lijst mede de

museale waarde van een lijst bepalen.

Conclusie

Niet elke lijst verdient de titel ‘kunstwerk’. Toch is het belangrijk om te erkennen dat de

lijst en het schilderstuk twee aparte onderdelen zijn, die samen of los van elkaar

kunnen bestaan. Sommige lijsten hebben om meerdere schilderstukken gezeten en

van veel schilderstukken is de lijst vervangen. Als deze informatie niet wordt

gedocumenteerd gaan deze verhalen verloren. Voor het registreren van schilderijlijsten

is het belangrijk de lijsten als aparte deelcollectie te beschouwen. Dit wordt beschreven

in hoofdstuk 3.1. Om de lijst meer onder de aandacht te krijgen heb ik contact gezocht

met onder andere het LCM, de Reinwardt Academie en het Vlaamse MovE. Zij zullen

door mij geïnformeerd worden over de uitkomst van het onderzoek en zij hebben

aangegeven open te staan voor aanpassingen in hun lesmateriaal en documentatie.

Het ICN adviseer ik om op deze bereidheid tot aanpassen in te springen en hier een

vervolg aan te geven om een zo breed mogelijk draagvlak te creëren voor de lijst als

aparte deelcollectie. Om in de behoefte van de moderne virtuele museumbezoeker te

voorzien, raad ik aan te gaan samenwerken met andere erfgoedinstellingen zoals

archieven. Zij hebben veel achtergrondinformatie over lijstenmakers, handelaren en

gilden.

36 J. Simon, hoofdconservator, en R. Hallas, restaurator, National Portrait Gallery, Londen, interview 30-09-2009.

Page 25: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

25

3. Registratie van schilderijlijsten 3.1 Registratie en thesaurus Al voor het onderzoek begint bestaat bij mij het vermoeden dat in veel musea de

schilderijlijst niet apart van het schilderstuk wordt geregistreerd. In de zomer van 2009

heb ik hiernaar geïnformeerd bij ongeveer tien musea waar medestudenten werken. Ze

registreren nagenoeg allemaal volgens dezelfde werkwijze: het schilderstuk staat

geregistreerd als museumobject met daarbij alleen de vermelding of er wel of niet een

lijst omheen zit, aangevuld met de binnen- en buitenmaten van de lijst. In februari en

maart 2010 heeft het daadwerkelijke afstudeeronderzoek plaatsgevonden. Van de 37

musea die aan de enquête meegewerkt hebben, zijn er slechts tien die aangeven hun

lijsten te hebben geregistreerd, maar dat zijn in totaal wel ongeveer tweeduizend

geregistreerde lijsten. De 37 musea hebben in totaal ruim 3500 lege lijsten. Voor het

ICN is het interessant van deze tien musea te vernemen hoe zij de registratie van de

lijsten hebben aangepakt. Wellicht kan er een effectieve werkwijze uit ontwikkeld

worden.

Belang van registratie

In diverse Nederlandse museumdepots hangen waarschijnlijk een paar duizend lege

schilderijlijsten die nergens geregistreerd staan. Op papier bestaat de deelcollectie

schilderijlijsten bij deze musea niet. Dit heeft tot gevolg dat men bij verlies, diefstal of

brand niet zeker weet wat men in huis heeft gehad.

De aanwezige kennis over deze lijsten is dan wellicht ook niet gedocumenteerd. Voor

zover deze kennis nog in de hoofden van de medewerkers zit, loopt men het risico dat

met het wegvallen van deze collega’s de kennis verloren gaat. Bovendien zal men zich

na verloop van tijd geen data of jaartallen nog precies weten te herinneren of nog

weten om welk schilderstuk de lijst ooit gezeten heeft.

Hereniging van de lijst met het schilderstuk wordt zo bijna onmogelijk. Of de lijst om

een schilderstuk of om een spiegel heeft gezeten is ook niet altijd zeker. En als men

zich de lijst nog weet te herinneren is de exacte standplaats onbekend. Informatie over

verwerving, behandeling, opslag en bruikleen gaat verloren en conditierapporten

ontbreken.

Page 26: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

26

Als de lijsten niet worden geregistreerd kan men ook niet inventariseren wat men aan

lijsten heeft; bijvoorbeeld uit een bepaalde periode. Een museum heeft soms mooie

lijsten in het depot, maar kijkt er jaren niet naar om. Niemand zal er gebruik van maken

en niemand kan er van genieten. Er worden nieuwe lijsten vervaardigd terwijl men

wellicht een historische lijst in bruikleen had kunnen krijgen. Zolang de schilderijlijsten

niet geregistreerd staan met bijvoorbeeld maten en stijlperiode kan men ze niet digitaal

toegankelijk maken. Daardoor zal het ook niet mogelijk zijn om lijsten in bruikleen te

geven waardoor de lijst het risico loopt voor altijd in het depot te blijven hangen.

Registratie hoort bij efficiënt collectiebeheer. Registratie en fotografie bieden

mogelijkheden voor onderzoek, het opzetten van een tentoonstelling en ontsluiting van

de lijst aan het publiek. Bovendien is door registratie de informatie binnen handbereik

voor alle museummedewerkers en maakt het bruikleen mogelijk. Registratie kost tijd en

geld, maar voorkomt dubbel werk. Op termijn wint men dat terug vanwege het

efficiënter kunnen aanpakken van taken. Benodigde informatie over de lijst kan men

terugvinden in het systeem zonder de lijst te hanteren. Dit is beter voor de conditie van

de lijst.

Eerder onderzoek

Specialist op het gebied van het registreren van lijsten is Christel Kordes, manager

collecties bij het Stedelijk Museum Schiedam waar ik haar hebt opgezocht.37 In 1988 is

zij op dit onderwerp afgestudeerd aan de Reinwardt Academie met in haar scriptie een

complete ‘Handleiding voor het beschrijven van lijsten’, een ‘Nederlandse verklarende

woordenlijst’ en talloze afbeeldingen van ornamenten.38 Zij heeft toentertijd een

enquête gehouden onder lijstenmakers om informatie te verzamelen over terminologie,

datering, houtsoorten, afwerkingtechnieken, hoekverbindingen en conservering. Haar

scriptie bevat een lijst van benodigde velden (zie bijlage V) met zeer uitgebreide

voorbeelden en beschrijvingen van de velden. Haar scriptie wordt door diverse

Nederlandse musea gebruikt als leidraad, onder andere door het Rijksmuseum

Amsterdam. Zij heeft in haar scriptie aangegeven, dat er twee extra velden vereist zijn

om lijsten als zelfstandige objecten te kunnen registreren:

• ‘1e inlijsting’ om te noteren of het de oorspronkelijke lijst bij het schilderstuk is.

• ‘Relatie met’ om de relatie met een schilderstuk aan te geven.39

37 C. Kordes, manager collecties, Stedelijk Museum Schiedam, interview 11-3-2010. 38 C. Kordes, Handleiding voor het beschrijven van lijsten; De Nederlandse verklarende woordenlijst (Den Haag 1988). 39 Ibidem, 3.

Page 27: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

27

De praktijk bij het Rijksmuseum 1984-2010

Hubert Baija van het Rijksmuseum Amsterdam vertelt dat in 1984 stagiaires begonnen

zijn met het registreren van een paar honderd lijsten in verband met de tentoonstelling

‘Prijst de Lijst’.40 De lege schilderijlijsten waren toen nog verspreid over zeven locaties

in drie gebouwen. In de jaren ‘90 is hij betrokken geweest bij het opzetten van een

lijstendepot in het kader van het Deltaplan voor Cultuurbehoud. Dit plan was bedoeld

om collecties en depots op orde te brengen en zo verval van de collectie tegen te

gaan. Vijfduizend van de circa zevenduizend lijsten in het Rijksmuseum zijn in gebruik

rondom een schilderij. In 2003 heeft het Rijksmuseum van ongeveer vierduizend lijsten

de buitenmaat en de dagmaat opgemeten en deze lijsten geregistreerd met een keuze

uit de volgende uiterlijkheden: hout, goud, zwart, anders. Het registreren van de lijsten

is nu, in april 2010, nog niet helemaal voltooid. Momenteel zijn een aantal lege lijsten,

waarvan vaak niet bekend is bij welke schilderstukken de lijsten behoren, in kisten

verpakt. Het museum heeft nu hulp van stagiaires die de lijsten uit de kisten

registreren. Dit is een spoedproject in verband met de heropening van het

Rijksmuseum. Ruim zesduizend van de totaal zevenduizend lijsten zijn nu

geregistreerd.

Deze stagiaires komen aan het woord tijdens de ICN expertmeeting van april 2010.

Merel van Erp en Maarten van ’t Klooster studeren beiden kunstgeschiedenis. Zij

leggen uit dat zij dit registratieproject van schilderijlijsten zijn gestart op 1 februari 2010

en dat zij sindsdien 1440 lijsten hebben geregistreerd. Dit houdt in: nummeren,

opmeten en fotograferen. De door hen gebruikte registratievelden zijn opgenomen in

bijlage VI. Zij fotograferen de lijst als geheel, de voor- en achterkant, de hoeken, de

etiketten, de breuklijnen en de plaatsen waar inkortingen zichtbaar zijn. Zij proberen

zoveel mogelijk de lijst te relateren aan een schilderstuk en een periode. Voor

sommige motieven of onderdelen van de lijst bestond volgens hen nog geen term. Zij

hebben er toen zelf een bedacht. Om uniformiteit te krijgen in de registratie is een

thesaurus nodig. Ik heb hen gevraagd waar zij de informatie over de eerste inlijsting

zetten. Zij geven aan dit te vermelden in een veld met bijzonderheden, waarop ik uitleg

heb gegeven over het nut van het veld ‘eerste inlijsting’ zoals door Christel Kordes in

1988 geadviseerd is, zodat er ook daadwerkelijk en desnoods geïndexeerd op gezocht

kan worden. De aanwezigen beaamden dat dit idee van Christel Kordes wel de

oplossing daarvoor biedt, maar helaas nog niet toegepast wordt.41

40 H. Baija, restaurator lijsten, Rijksmuseum, Amsterdam, interview 25-2-2010. 41 M. van Erp en M. van ‘t Klooster, studenten kunstgeschiedenis, ICN expertmeeting schilderijlijsten, 22-4-2010.

Page 28: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

28

Overige musea

Gerry Alabone van The Tate Londen geeft aan dat de lege lijsten die niet horen bij een

schilderstuk, apart geregistreerd worden onder een speciale hiervoor gecreëerde serie

nummers, de zogenaamde Tate Gallery Frames Survey (TGFS) nummers.42 The Tate

beheert ongeveer vijfhonderd lege lijsten. Van een deel van de collectie lege lijsten is

documentatie aanwezig en heel af en toe iets van de vervaardiger aan de hand van

een label op de achterzijde van de lijst. Dit wordt allemaal geregistreerd. De registratie

van de lege lijsten is nog niet heel uitgebreid, maar ze zijn op zijn minst genummerd en

gefotografeerd.

Jacob Simon van de National Portrait Gallery in Londen vertelt dat bij hen de lege

lijsten apart op papier worden geregistreerd en niet worden vermeld bij het

schilderstuk.43 Dit geldt ook voor de eventuele documentatie en informatie over de

herkomst en vervaardiger. Deze registratie is zo uitgebreid mogelijk gedaan. De

National Portrait Gallery heeft ongeveer tweehonderd lege lijsten.

Adlib, TMS en MovE

Musea kunnen bij registratiesystemen als Adlib en TMS een verzoek indienen voor

uitbreiding van de velden. Technisch is het mogelijk het systeem aan te laten passen

naar de wensen van elk museum op maat. Wellicht is het ook mogelijk dat er

standaard voor elk museum een veld inkomt als ‘eerste inlijsting’ of ‘relatie met’.

Hulp bij het correct registreren van objecten vind men in het MovE Invulboek

‘Handleiding bij digitale collectie- en objectregistratie’. Het is voor iedereen toegankelijk

op het internet. In het invulboek kan eenvoudig gezocht worden op veldnaam, de

namen van het programma Adlib museum Plus.44 Men vindt er ook bijkomende

informatie in de ‘zoektips, documenten en voorbeelden’. Het invulboek maakt

onderscheid tussen een minimale (volgens de CIDOC-normen45), een basis of een

uitgebreide registratie waarbij telkens meer bijzonderheden gedocumenteerd kunnen

worden. In het MovE Invulboek vindt men het veld ‘Omlijsting’, waar een type omlijsting

ingevuld kan worden, zoals ‘lijst’, ‘passe-partout’ of ‘dia-omlijsting’.46

42 G. Alabone, hoofdconservator lijsten, Tate Museum, Londen, interview 2-11-2009. 43 J. Simon, hoofdconservator, National Portrait Gallery, Londen, interview 30-09-2009. 44 http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/zoekresultaat/index.cfm (MovE invulboek, zoek op veldnaam)(geraadpleegd 9-4-2010). 45 Internationale regels voor minimale objectregistratie, opgesteld door de International Documentation Committee van de International Council of Museums. 46 http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/zoekresultaat/index.cfm?zoeken=eenvoudig&veldId=61&type=2 (MovE invulboek, veld Omlijsting)(geraadpleegd 9-4-2010).

Page 29: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

29

Hieronder staat de uitkomst van MovE als ik zoek op veldnaam ‘Omlijsting’.

Dit is een veld dat de mogelijkheid geeft om bij de beschrijving van het object, namelijk

het schilderstuk zelf, meer informatie te geven over het soort omlijsting.

Objecten

Fysieke kenmerken

Omlijsting

*Omlijsting

*Bijzonderheden

Hieronder staat de instructie voor het veld ‘Omlijsting’.47

Definitie Type omlijsting van het object.

Toelichting Vul het soort omlijsting in met één woord of term (bv dia-omlijsting, passe-partout, lijst).

Schrijfwijze

Opmerkingen Dit veld is herhaalbaar. Neem afmetingen van de lijst op bij de afmetingen van het object. In het veld "onderdeel" kan je de lijst vermelden.

Voorbeelden Lijst, passe-partout, dia-omlijsting.

Hieronder staat de instructie voor het veld ‘Bijzonderheden’ bij het veld ‘Omlijsting’.48

Definitie Bijzonderheden of bijkomende informatie over de omlijsting van het object.

Toelichting

Beschrijf de uiterlijke kenmerken van de omlijsting (gedetailleerde beschrijving van de techniek en het materiaal van de omlijsting). Neem eventuele beschadigingen op. Neem de periode van vervaardiging op als de omlijsting in een andere periode dan het object vervaardigd is. Vermeld eventueel "origineel" of "niet origineel".

Schrijfwijze

Opmerkingen Dit veld is herhaalbaar.

Voorbeelden Houten omlijsting met figuratief reliëf. Originele lijst met vergulde ornamenten. Huidige lijst dateert uit de jaren ’50.

47 http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/zoekresultaat/index.cfm?zoeken=eenvoudig&veldId=61&type=2 (MovE invulboek)(geraadpleegd 9-4-2010). 48 http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/zoekresultaat/index.cfm?zoeken=uitgebreid&veldId=62&type=3 (MovE invulboek)(geraadpleegd 9-4-2010).

Page 30: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

30

Het veld voor eventuele bijzonderheden zoals het hier staat biedt helaas geen

mogelijkheid om te zoeken op bepaalde trefwoorden of data zoals stijlperiode, maten,

of een soort ornament of reliëf. Men kan de informatie dus wel kwijt bij ‘opmerkingen’,

maar men kan ze eigenlijk niet goed ontsluiten. Ik adviseer om de schilderijlijst als

zelfstandig object te registreren zodat er veel meer mogelijkheden zijn wat betreft

invulvelden en dus ook voor zoekopties.

Thesaurus

In de scriptie van Christel Kordes staat een uitgebreid overzicht van trefwoorden zoals

trefwoorden voor 65 verschillende lijsten en 40 soorten profielen.49 Daarnaast bevat de

scriptie nog een lijst van de vele houtsoorten en ongeveer 150 soorten ornamenten. In

een apart deel van haar scriptie worden 25 pagina’s gevuld met een alfabetische

woordenlijst en 32 pagina’s met afbeeldingen van ornamenten en doorsneden van

lijsten.50 Het lijkt mij ondenkbaar dat een registrator zonder een dergelijk naslagwerk op

het gebied van lijsten een goede beschrijving van een schilderijlijst kan maken.

Tijdens de ICN expertmeeting in november 2009 kwam naar voren dat er onder de

museummedewerkers behoefte is aan een thesaurus op het gebied van

schilderijlijsten. Deze vraag kwam ook aan bod in de enquête uitgevoerd voor dit

afstudeeronderzoek. Zestien van de 37 respondenten geven aan een thesaurus

wenselijk te vinden. Een basis is er in de benamingen van vormen, stijlen en

ornamenten uit de architectuur en in de vorm van de scriptie van Christel Kordes.

Op de website van Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) worden 33 erfgoedthesauri

genoemd zoals de Art & Architecture Thesaurus (AAT), maar ook thesauri speciaal

voor volkenkundige musea, personen en instellingen, kostuums, terminologie voor de

fruitteelt, verdedigingswerken enzovoort.51 De thesauri zijn samengesteld door

Nederlandse en Belgische musea, bibliotheken en universiteiten die deze via de

website van DEN delen met collega-instellingen. De thesauri zijn stuk voor stuk aan te

klikken en men vindt dan informatie over de bron, inhoud, aantal termen, structuur,

organisatie en onderhoud, maar helaas slechts in een enkel geval een link naar de

betreffende URL. Een thesaurus speciaal voor het beschrijven van schilderijlijsten staat

er nog niet bij.

49 C. Kordes, Handleiding voor het beschrijven van lijsten (Den Haag 1988) 52-55. 50 C. Kordes, De Nederlandse verklarende woordenlijst (Den Haag 1988) 1-57. 51 http://matrix.den.nl/matrix.aspx?matrixid=terminologiebronnen&view=Digitaal_Erfgoed&page=1 (DEN, thesauri)(geraadpleegd 10-4-2010).

Page 31: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

31

Voordat de definitieve versie van de thesaurus op de website van DEN wordt geplaatst

kan vakkennis uitgewisseld worden met erfgoedprofessionals op de website van

Collectiewijzer, een verzamelpunt van kennis en informatie.52 Men kan op de website

een probleem of vraag neerleggen en advies vragen of geven. Behalve kennis delen

kan men op deze website vakgenoten en opleidingen vinden op het gebied van beheer

en behoud en online collecties bekijken.

Bij de opzet van een lijstenthesaurus is het mijns inziens het meest optimaal als de

verklaring van een term aangevuld wordt met een afbeelding. Dit om het voor de

registrator werkbaar te maken de lijsten correct te beschrijven bij registratie.

Voorkomen moet worden dat er nieuwe termen worden bedacht terwijl er wellicht al

geschikte termen bekend zijn bij conservatoren en kunsthistorici. Door de thesaurus in

de opbouwfase te ontsluiten via Collectiewijzer kunnen erfgoedcollega’s hun inbreng

kenbaar maken.

Advies

Voordat het ICN overgaat tot het actief stimuleren van de Nederlandse kunstmusea om

hun lijsten te registreren, is het mijn advies dat:

• het LCM of Erfgoed Nederland een cursus ontwikkelt voor lijstregistratie

• het MovE Invulboek wordt uitgebreid

• Adlib en TMS worden voorzien van extra velden waar nodig

• de terminologie wordt ge-update, eventueel via Collectiewijzer

• de terminologie wordt voorzien van afbeeldingen van lijsten en ornamenten

• de thesaurus digitaal beschikbaar wordt gesteld via DEN

Ik zou het boeiend vinden om verder onderzoek te doen naar de schilderijlijst inclusief

archiefonderzoek naar de geschiedenis van de lijst, lijstenmakers, gilden, handelaren,

veilinghuizen enzovoort. Of een onderzoek naar de reis die een lijst (of schilderstuk)

heeft afgelegd zoals het geval is geweest in de periode rondom en tijdens de Tweede

Wereldoorlog.53 Alle informatie uit die onderzoeken moet gedocumenteerd worden bij

de registratie en zo ontsloten worden voor het publiek, onderzoekers,

museummedewerkers en collega-musea.

52 http://www.collectiewijzer.nl/ (kennisuitwisseling beheer en behoud)(geraadpleegd 13-5-2010). 53 J. Euwe, De Nederlandse Kunstmarkt 1940-1945 (Amersfoort 2007) 53.

Page 32: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

32

3.2 Bruikleen en database Musea verzamelen objecten, maar naar schatting 90% van de objecten bevindt zich in

de museumdepots en is daardoor onzichtbaar voor het publiek. Lege lijsten vormen

een klein aandeel van de collectie in de depots.

Behoud, bruikleen, herplaatsing of vernietiging

Eén van de doelen van een museum is het bewaren, behouden en veiligstellen van de

collectie voor toekomstige generaties. Bovendien wil het museum de aan hem

toevertrouwde collectie tonen aan het publiek. Daarbij wil bijna elk museum het liefst

nog nieuwe doelgroepen daarvoor aantrekken. Bruikleenverkeer kan hier een

hulpmiddel voor zijn en lacunes in de eigen collectie opvullen. Een museum kan met

het in bruikleen nemen van objecten een bijzondere tentoonstelling maken. Het in

bruikleen geven of nemen van objecten biedt het publiek de mogelijkheid objecten te

bekijken die anders in een museumdepot of in het buitenland buiten het bereik van de

bezoeker zouden zijn. Ik ben van mening dat bruikleen zowel voor de bezoekers als

het museum van belang is.

Pas na registratie van de lijsten beschikt het museum over een kunsthistorisch

overzicht van zijn collectie lijsten. Met dit overzicht kan gekeken worden naar het

verzamelbeleid en collectiebeleid. Daarna kunnen musea een selectie maken en

besluiten tot behoud, restauratie of wellicht afstoten van de lijst. Op de nog te

ontwikkelen database van lege lijsten zou een museum bijvoorbeeld aan moeten

kunnen geven dat de lijst beschikbaar is voor bruikleen of dat het museum zelfs

afstoten overweegt. Zo krijgen collega-musea de tijd om te onderzoeken of er voor hen

een bruikbare lijst tussen zit voordat deze misschien op de herplaatsingdatabase van

het ICN wordt gezet dat een groter bereik heeft wat betreft publiek.

De ICN herplaatsingdatabase toont objecten die niet meer passen in de collecties

van het ICN of andere collectiebeheerders.54 De objecten worden exclusief

aangeboden aan openbare/professionele/niet-commerciële instellingen met een

collectie, maar iedereen kan de beschikbare objecten bekijken. De voorwaarden voor

toewijzing van de objecten worden bepaald door de aanbieder en kunnen per

aanbieder verschillen.

54 http://www.herplaatsingsdatabase.nl/ (ICN herplaatsingdatabase)(geraadpleegd 11-4-2010).

Page 33: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

33

Databases

Een eerste vereiste is dat een museum weet wat een ander museum in de collectie

heeft. Veel musea streven ernaar hun objecten of deelcollecties digitaal te ontsluiten.

Musip is hier een voorbeeld van. De afgelopen jaren heeft dit Museum Inventarisatie

Project ertoe geleid dat Nederlandse musea hun deelcollecties digitaal toegankelijk

maken. Per provincie werken museumconsulenten van het LCM aan dit project.

Indien op de website van Musip eenvoudig gezocht wordt naar ‘schilderijlijst’ vindt men

twee musea die dit als deelcollectie aangemeld hebben: het Centraal Museum in

Utrecht en het Stedelijk Museum De Lakenhal in Leiden.55 Dit is echter wel op het

niveau van een deelcollectie; men kan niet het object zelf bekijken.

DEN houdt bij welke digitaliseringprojecten er lopen.56 Bijvoorbeeld hoeveel projecten

er lopen voor beeldbanken, voor het opzetten van informatieplannen en

erfgoedthesauri. Op de website van DEN is te zien hoeveel en welke

erfgoedinstellingen bezig zijn met een digitaliseringproject, hoe het project heet en wat

hun streven is. Op 6 maart 2010 zijn er 123 erfgoedinstellingen met een afgerond

informatieplan en 35 instellingen hebben een informatieplan in ontwikkeling.

Zolang de Nederlandse kunstmusea de schilderijlijsten niet als een aparte deelcollectie

zien en registreren zullen deze ook niet digitaal ontsloten kunnen worden. Het ICN wil

weten of er bij de musea behoefte is aan een databank van lege schilderijlijsten die het

bruikleenverkeer tussen musea kan vergemakkelijken. Bij de enquête heeft ruim de

helft van de respondenten aangegeven een databank nuttig te vinden en meer dan de

helft wil hiervoor hun lijsten (verder) gaan registreren en fotograferen. Hiervoor is ook

behoefte aan een thesaurus.

Codart is een internationaal netwerk van conservatoren voor de collectie kunst uit

Nederland en Vlaanderen wereldwijd.57 Op een congres van Codart in 2003 heeft

Bernd Lindemann, directeur van de Gemäldegalerie in Berlijn, het idee geopperd voor

het opzetten van een Europese database van schilderijlijsten met als doel langdurig

bruikleen of uitwisseling van lijsten.58 Ik heb contact met hem gelegd om te informeren

of er in Duitsland aan dit idee gevolg is gegeven. Hij heeft mij laten weten dat er helaas

geen instituut bereid is gevonden dit te organiseren. 55 http://www.musip.nl/ (MusIP, zoekfunctie deelcollecties)(geraadpleegd 11-4-2010). 56 http://www.den.nl/docs/20080715171731 (DEN, digitaliseringsprojecten)(geraadpleegd 10-4-2010). 57 http://www.codart.nl/ (Codart)(geraadpleegd 13-5-2010). 58 http://www.codart.nl/downloads/Courants/courant6.pdf (Codart Courant juni 2003)(geraadpleegd 13-5-2010).

Page 34: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

34

Uit de enquête is naar voren gekomen dat de Nederlandse kunstmusea die deel

hebben genomen aan de enquête veel meer lijsten laten vervaardigen dan dat er in

bruikleen worden genomen. Ook worden er veel schilderijlijsten afgestoten. De vraag in

de enquête over het afstoten maakt geen onderscheid tussen herplaatsen en

vernietigen. Uit de antwoorden is hierdoor niet duidelijk hoe vaak er sprake is van

herplaatsing en waar de musea de lijsten herplaatsen. Dit zou meer duidelijkheid

hebben kunnen geven over het gemis of nut van een database. Ik verwacht dat door

het opzetten van een database de uitwisseling van informatie en de mobiliteit van de

collectie zal toenemen. Zonder een database van lege lijsten zal volgens mij het

bruikleenverkeer van lijsten nagenoeg onmogelijk zijn. De lijst moet wat betreft stijl

passen in de periode van het schilderstuk, maar ook nog eens de juiste afmetingen

hebben. Registratie is van belang en gaat hieraan vooraf.

Wim Hoeben van het Rijksmuseum merkt op dat eerder de lijsten vooral ten behoeve

van een bruikleen werden geregistreerd en gedocumenteerd met fotomateriaal en

conditiebeschrijving.59 Dit gebeurde niet omdat de lijst zo belangrijk was, maar puur om

eventuele schade veroorzaakt tijdens een bruikleen aan te kunnen tonen. Bescherming

van het schilderwerk is één van de taken van de lijst. Tegenwoordig wordt de lijst

geregistreerd vanwege de toegenomen waardering van de lijst als kunstuiting. Dit is

sinds de tentoonstelling ‘Prijst de Lijst’.

De aan de expertmeetings deelnemende musea lijken bereidwillig om mee te werken

aan het ICN-project. Hoewel de techniek het mogelijk maakt om een database op te

zetten zal gebrek aan personeel hierop van invloed kunnen zijn. Het aannemen van

stagiaires voor registratie van de lijsten kan de kosten drukken mits zij redelijk

zelfstandig kunnen werken.

De in Londen geïnterviewde conservatoren Gerry Alabone en Jacob Simon van

respectievelijk The Tate Museum en de National Portrait Gallery geven aan dat er in

Engeland geen inventarisatie is van het totaal van lege schilderijlijsten.60

59 W. Hoeben, hoofd beheer en behoud, Rijksmuseum Amsterdam, interview 26-3-2010. 60 G. Alabone, hoofdconservator lijsten, Tate Museum, Londen, interview 2-11-2009. J. Simon, hoofdconservator, National Portrait Gallery, Londen, interview 30-09-2009.

Page 35: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

35

Werkgroepen

Het ICN is begonnen met het opzetten van werkgroepen, uit de deelnemers van de

expertmeetings. Het gaat om drie werkgroepen:

• Terminologie, voor het samenstellen van een lijst met termen benodigd voor het

beschrijven en registreren van (schilderij)lijsten.

• Restauratie, voor het opzetten van richtlijnen die handvaten aanreiken en

kaders bieden voor ethische beslissingen die genomen moeten worden voor en

tijdens het restauratieproces van (schilderij)lijsten.

• Database, voor onderzoek naar de wenselijkheid en haalbaarheid om een

database of een ander, goedkoper, instrument te bouwen, waarmee bruikleen

van (schilderij)lijsten vergemakkelijkt kan worden. Tevens wordt onderzocht

welke data deze database zou moeten bevatten.

Het onderwerp restauratie komt aan bod in hoofdstuk 4.2.

Conclusie

Momenteel is er nagenoeg geen bruikleenverkeer van schilderijlijsten. Het

bruikleenverkeer zal naar mijn mening pas toenemen als er een database is van lijsten.

Zonder registratie is het echter niet mogelijk een database voor lijsten op te zetten. Om

landelijk een uniforme werkwijze van registratie te bereiken heeft het ICN drie

werkgroepen opgezet op het gebied van terminologie, restauratie en database.

De werkgroepen, opleiding of begeleiding kosten tijd en geld maar op termijn bespaart

men veel meer tijd bij het registreren en verdient men de investering terug.

Page 36: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

36

4. Aanpassingen schilderijlijsten in Nederland 4.1 Vervanging van lijsten Eerste inlijsting

Veel schilderstukken zitten niet meer in de oorspronkelijke lijst, hun primaire context.

De lijsten zijn vervangen om verschillende redenen, zoals de in hoofdstuk 1.1

genoemde propaganda van Napoleon, de slechte conditie, houtworm, de smaak van

een museumdirecteur of omdat ze niet meer bij het interieur passen wat betreft stijl en

kleur. Deze feiten zijn interessant omdat ze iets vertellen over de geschiedenis en

omdat ze zichtbaar maken hoe men in verschillende periodes dacht over het

presenteren van kunst. Een simpele glaslat werd soms toegepast omdat de lijst anders

zou wedijveren met het schilderstuk, maar ook wel omdat de schilder niet de financiële

middelen had om een dure lijst te laten vervaardigen.

Kunstkamers

Welke lijsten er oorspronkelijk om een schilderstuk hebben gezeten is helaas vaak

onbekend. Een bijzondere bron van informatie vormen schilderstukken die gemaakt

zijn van de zogenaamde kunstkamers: afbeeldingen van kamers waarin allerlei

belangrijke kunstwerken zijn uitgestald en de muren behangen zijn met schilderijen. In

de zeventiende eeuw was dit een geliefd onderwerp voor schilders in Antwerpen. De

op de kunstkamer afgebeelde schilderijen zijn vaak kopieën van bestaande

kunstwerken en bekende meesters. Het is echter de vraag hoe realistisch deze

afbeeldingen zijn. De kunstwerken zijn herkenbaar, maar zijn de daarbij afgebeelde

lijsten naar werkelijkheid overgenomen of fictief? Het Mauritshuis in Den Haag heeft op

het moment van dit schrijven de tentoonstelling ‘Kamers vol kunst in zeventiende-

eeuws Antwerpen’ georganiseerd.61 Tijdens de ICN expertmeeting van april 2010 in het

Mauritshuis bleken de kunstkamers een interessant onderwerp van discussie te zijn.

Kunstkamervoorstellingen vertonen een combinatie van fantasie en werkelijkheid. Op

de kunstkamervoorstellingen staan bijvoorbeeld kunstwerken afgebeeld met een

gordijnroede aan de lijst, ter bescherming tegen schade door licht, stof en rook of ter

onthulling. Hubert Baija van het Rijksmuseum heeft nog nooit roeden aangetroffen op

schilderijlijsten. Wel zijn er soms gaten aanwezig die duiden op de aanwezigheid van

roeden in het verleden. Enkele lijsten met roeden komen voor in de catalogus van

‘Prijst de Lijst’.62

61 De tentoonstelling ‘Kamers vol kunst in zeventiende-eeuws Antwerpen’ in het Mauritshuis is van 27 maart t/m 27 juni 2010. 62 Van Thiel en De Bruyn Kops, Prijst de Lijst, 302-304.

Page 37: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

37

Met een gordijntje op een lijst in een kunstkamervoorstelling kan de schilder bedoelen

dat het een belangrijk en kostbaar schilderij is. Dit hoeft niet te betekenen dat er

daadwerkelijk een gordijntje aanwezig was. Verder merkt Hubert Baija op dat er veel

onbeschilderde eiken lijsten staan afgebeeld op de diverse kunstkamervoorstellingen.

Wellicht zijn eiken lijsten vaker gebruikt dan men tot nu toe heeft gedacht. Ook is

gebleken dat een zelfde kunstwerk op twee kunstkamervoorstellingen voorkomt, maar

afgebeeld in verschillende schilderijlijsten. Er is helaas geen zekerheid over de realiteit

van de combinatie schilderstuk en schilderijlijsten op de afbeeldingen.63

Afb. 10 Willem van Haecht, Apelles schildert Campaspe. Mauritshuis, Den Haag

Interieurfoto’s van particulieren of musea tonen ook ingelijste schilderstukken. Men kan

dit zien als bron van informatie, maar dan wel als momentopname. Het zegt niets over

de oorspronkelijke inlijstingen.

Vervanging

Willem Sandberg heeft begin jaren ’30 van de twintigste eeuw als directeur van het

Stedelijk Museum Amsterdam veel lijsten vervangen om uniformiteit te krijgen bij de

inrichting van het museum en om het schilderstuk alle aandacht te geven.64 Net voor

het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werden de lijsten echter nog eens

vervangen, nu door beschermende transportlijsten omdat de kunstwerken elders

opgeslagen zouden worden. Na de oorlog behielden de schilderstukken deze

beschermlatten als lijst. 63 A. van Suchtelen, conservator Mauritshuis, Den Haag, ICN expertmeeting schilderijlijsten, 22-4-2010. 64 Mendgen e.a., In Perfect Harmony, 179.

Page 38: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

38

Frederik Schmidt Degener heeft in het eerste kwart van de twintigste eeuw grote

veranderingen aangebracht in de manier van presenteren van kunst in musea.65 Als

directeur van Museum Boijmans in Rotterdam koos hij voor uniformiteit, symmetrie en

rust op de wanden die voorheen vol hingen met schilderijen. Hij bedacht een

harmonische en esthetische inrichting. In 1921 werd hij directeur van het Rijksmuseum

Amsterdam. Daar scheidde hij de esthetische kunstcollectie van de collectie

vaderlandse geschiedenis. Het is bij deze collectie vaderlandse geschiedenis met

documentaire waarde dat de lijsten in de jaren ‘60 van de twintigste eeuw werden

vervangen door de in hoofdstuk 1.1 genoemde Elffers-lijsten. In 1979 is er een artikel

van P.J.J. van Thiel verschenen in het Bulletin van het Rijksmuseum over de

geschiedenis van het inlijsten van schilderijen in het Rijksmuseum sinds 1800. Hubert

Baija vertelt dat het Rijksmuseum de laatste jaren veel kunstwerken wereldwijd

tentoonstelt en deze soms in speciale reislijsten worden gezet om beschadigingen aan

de echte lijsten te voorkomen.66 Ook worden lijsten soms tijdelijk vervangen vanwege

het plaatsen van klimaatdozen, omdat de maten van de oorspronkelijke lijst anders

aangepast zouden moeten worden aan de maten van de klimaatdoos.

Diverse nationale en internationale musea bestellen hun schilderijlijsten bij

Lijstenmaker De Roo & Sainthill in Haarlem.67 Een andere ambachtelijke

lijstenmakerfirma is Gehrings & Heijdenrijk.68 Ik heb een lijstenmaker bezocht die mij in

2009 was opgevallen in de NCRV reportage ‘Het Derde Testament’.69 Gregor Simoons

is eigenaar van Gregor’s Lijsten in Spankeren.70 Hij werkt met een unieke collectie

ornamentmodellen en mallen die hij heeft weten te verkrijgen via Wim de Jong van de

Amsterdamse Firma Van Poelgeest. Hierbij zitten oorspronkelijke mallen van de Firma

Sala uit Leiden, sommige zijn honderden jaren oud. Hiermee is het mogelijk om oude

lijsten als het ware te kopiëren gebruikmakend van de oude mallen. Gregor Simoons

zou graag de schilderstukken van Van Gogh omlijsten met de sierlijke door hem

vervaardigde lijsten die Van Gogh zich niet kon veroorloven. Ik vind dat een interessant

idee voor een tijdelijke tentoonstelling. Bezoekers verwachten in musea echter wel

authenticiteit te vinden; daarom vind ik het wenselijk om op een tekstbordje de

herkomst van de lijsten te vermelden.

65 http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn1/schmidt (Instituut voor Nederlandse Geschiedenis)(geraadpleegd 18-4-2010). 66 H. Baija, restaurator, Rijksmuseum, Amsterdam, ICN expertmeeting schilderijlijsten, 22-4-2010. 67 http://www.deroosainthill.com/ (Lijstenmaker De Roo & Sainthill)(geraadpleegd 13-5-2010). 68 http://www.gehringenheijdenrijk.nl/index.php?pid=1 (Lijstenmaker Gehring & Heijdenrijk)(geraadpleegd 13-5-2010). 69 http://www.gregorslijsten.nl/paginas/filmmallen.html (NCRV reportage Het Derde Testament) (geraadpleegd 24-2-2010). 70 G. Simoons, lijstenmaker, Gregor’s Lijsten, Spankeren, interview 25-2-2010.

Page 39: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

39

Het Rijksmuseum Amsterdam toont zoveel mogelijk schilderstukken in hun

oorspronkelijke lijst, dit is echter slechts een klein percentage. Indien er geen

oorspronkelijke lijst meer is, worden antieke lijsten gebruikt die wat betreft stijl, periode

en land passen bij het schilderstuk. Heeft deze lijst echter niet de juiste afmetingen dan

geven zij uit respect voor de voorwerpen de voorkeur aan een replicalijst.71

In Londen sprak ik met Jacob Simon in de National Portrait Gallery over de

wenselijkheid van de oorspronkelijke connectie van schilderstuk met lijst. Lopend langs

de collectie zeventiende- en achttiende-eeuwse kunst werd duidelijk dat van de vele

kunstwerken er slechts één of twee schilderstukken per zaal nog in de oorspronkelijke

lijst zitten. In de zaal met negentiende-eeuwse kunst zijn dat er zes of zeven en bij de

twintigste-eeuwse kunst zelfs tien tot twaalf per zaal. De schilderstukken uit de huidige

eeuw zijn bijna allemaal in de originele lijst gevat. Jacob Simon benadrukte dat hij het

helemaal niet erg vindt dat er een negentiende-eeuwse lijst om een zeventiende-eeuws

kunstwerk zit omdat hij het gewoonweg mooi vindt staan en omdat er nu eenmaal geen

originele lijst meer van is. Het is in zijn ogen een kwestie van accepteren. Dit is

natuurlijk zijn persoonlijke mening en tijdgebonden. Een andere reden waarom een lijst

uit een andere periode om het schilderstuk zit, kan zijn omdat de lijst geassocieerd

wordt met de verzamelaar van het kunstwerk of met het tijdsbeeld van het museum.

De National Portrait Gallery heeft een inventaris van lege lijsten op papier. In de

toekomst wordt waarschijnlijk een deel van deze lijsten afgestoten en verkocht via een

veilinghuis. Een klein deel wordt aan andere musea gegeven voor hergebruik, maar dit

laatste komt niet vaak voor. De lijsten die een (kunst)historische waarde hebben zullen

echter nooit afgestoten worden.72

Gerry Alabone van The Tate Museum geeft aan dat er tussen The Tate en andere

Engelse musea geen bruikleenverkeer van lijsten is.73 Zij hebben echter recentelijk bij

het inventariseren van hun lege lijsten ontdekt dat The Tate enkele lijsten heeft die

oorspronkelijk bij schilderstukken van de National Gallery horen. Op de lijsten staan

inscripties die verwijzen naar bepaalde schilderstukken. Nader onderzoek heeft

uitgewezen dat deze schilderstukken deel uitmaken van de collectie van de National

Gallery. De musea zijn met elkaar in overleg over het overdragen van de lijsten.

71 H. Baija, ‘Let op de lijst! De context van het kader’, kM71 (Amsterdam 2009) 20-22, aldaar 20-21. 72 J. Simon, hoofdconservator, National Portrait Gallery, Londen, interview 30-09-2009. 73 G. Alabone, hoofdconservator lijsten, Tate Museum, Londen, interview 2-11-2009.

Page 40: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

40

In het vragenformulier van de enquête horende bij dit afstudeeronderzoek (zie bijlage

III) komt het vervangen van lijsten ook aan de orde. Bij de 37 deelnemers is in de

afgelopen vijf jaar slechts drie keer een lijst in bruikleen gegeven. Gezamenlijk laten zij

echter per jaar wel 69 lijsten vervaardigen en worden er gemiddeld twee lijsten per jaar

aangekocht op de kunstmarkt. Indien bruikleen mogelijk is wat betreft beschikbaarheid,

stijl en afmetingen lijkt het mij een goede zaak hiervan gebruik te maken. Het museum

kan de kosten voor het laten vervaardigen van een nieuwe lijst in mijn ogen beter

besteden aan het restaureren van de in bruikleen gekregen lijst en die tentoonstellen.

Gini Kingma van Rijksmuseum Twenthe geeft in het interview aan ook veel liever een

bestaande lijst in bruikleen te nemen en te restaureren dan een nieuwe lijst te laten

vervaardigen.74 Zo blijft het erfgoed behouden. Indien er geen bruikbare lege lijst is,

laat men een lijst vervaardigen. Soms zijn hiervoor al bestaande voorbeelden van

oorspronkelijke lijsten bekend en anders bezoekt zij een museum dat van dezelfde

kunstenaar en periode een schilderstuk in de collectie heeft. Zij bepaalt samen met de

conservator de stijl voor de nieuwe lijst die contemporain zal zijn met het doek. Een lijst

die uniek is en een historische waarde heeft wordt zeker niet vervangen.

Afstoten

Schilderijlijsten die vervangen zijn, worden door musea bewaard in het depot. Of ze

worden verkocht, geschonken of op andere manieren afgestoten. Een reden voor

afstoten is bijvoorbeeld dat objecten ooit geschonken zijn en niet passen in het

collectiebeleid. De Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten (LAMO) biedt een

uitgebreid stappenplan en zorgvuldig uitgewerkte procedures.75 Ook is het mogelijk de

lijsten aan te bieden op de in hoofdstuk 3.1 genoemde ICN herplaatsingdatabase.76

Veilinghuis Sotheby’s heeft in 2005 een veiling gehouden speciaal voor

schilderijlijsten.77 Nederlandse musea kunnen ook terecht bij Veilinghuis E&VE in

Parijs.78 Daarnaast heeft veilinghuis Bonhams speciale ‘frames sales’ in Knightsbridge,

Londen.79 Ik pleit er echter voor dat musea daar lijsten aanschaffen en de veiling niet

gebruiken om hun lijsten te laten veilen.

74 G. Kingma, restaurator lijsten, Rijksmuseum Twenthe, Enschede, interview 16-3-2010. 75 http://www.icn-kennisdossiers.nl/index.php?option=com_content&view=category&layout=blog&id=35&Itemid=90 (ICN Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten)(geraadpleegd 17-4-2010). 76 http://www.herplaatsingsdatabase.nl/ (ICN herplaatsingdatabase)(geraadpleegd 11-4-2010). 77 http://www.sothebys.com/app/paddleReg/paddlereg.do?dispatch=eventDetails&event_id=27576 (Sotheby’s veiling schilderijlijsten)(geraadpleegd 13-5-2010). 78 http://www.auctioneve.com/ (Veilinghuis E&VE in Parijs)(geraadpleegd 13-5-2010). 79 http://www.bonhams.com/cgi-bin/public.sh/pubweb/publicSite.r?sContinent=EUR&screen=framessale (Bonhams veiling van schilderijlijsten)(geraadpleegd 2-5-2010).

Page 41: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

41

Uit de enquête is gebleken dat de deelnemende instellingen de laatste vijf jaar in totaal

704 lege lijsten hebben afgestoten. Vanwege de vraagstelling is niet duidelijk hoe vaak

er is gekozen voor herplaatsing en hoe vaak voor vernietiging. In dezelfde periode zijn

er echter maar drie lijsten in bruikleen gegeven. De vraag rijst of van herplaatsing

daarom wellicht weinig sprake is geweest. Daar is door mij geen verder onderzoek

naar gedaan.

Deelnemers van de ICN expertmeeting in april 2010 vertellen over vernietiging van

lijsten in een verder verleden. Dit is bijvoorbeeld in het Gemeentemuseum in Den Haag

in 1996 gebeurd vanwege de opruiming van een kelder.80 Deze lijsten werden niet

gezien als onderdeel van de collectie en hadden geen inventarisnummer. Dat hadden

namelijk alleen de lijsten die op dat moment gezien werden als kunstobject.

Het verhaal gaat dat in 1971 het Guggenheim Museum in New York alle lijsten

verwijderd heeft van de aanwezige kunstwerken van Mondriaan bij het inrichten van

een expositie van de kunstenaar. Ook van de werken die de Gemeente Den Haag van

het Gemeentemuseum aan het Guggenheim in bruikleen had gegeven. De

modernistische opvatting van architect Frank Lloyd Wright van het Guggenheim

Museum dat moderne kunst zonder lijst tentoongesteld moest worden, heeft er bijna

voor gezorgd dat twee containers lijsten afgevoerd werden. Hiervan is gelukkig één

container gered dankzij het ingrijpen van de directeur van het Gemeentemuseum

L. Wijsenbeek, die het bij de voorbezichtiging van de tentoonstelling opviel dat er geen

lijsten meer om de in bruikleen gegeven kunstwerken zaten en navraag deed. Dit

verhaal doet de ronde en is nooit tot op de bodem uitgezocht.

Bovenstaande voorbeelden geven aan hoe men in het verleden over schilderijlijsten

dacht. Er is geen rekening gehouden met het feit dat lijsten waarvan men op dat

moment de waarde niet heeft ingezien in de toekomst wel waardevol zouden kunnen

zijn. Hoe is dat anno 2010? De helft van de geënquêteerden heeft aangegeven de lijst

als volwaardig onderdeel van de collectie te zien. Hierover leest u meer in hoofdstuk

5.1.

80 H. Janssen, hoofdconservator, Gemeentemuseum, Den Haag, ICN expertmeeting schilderijlijsten, 22-4-2010.

Page 42: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

42

4.2 Ethiek bij restauratie en aanpassingen Ethische code

Conservering en restauratie hebben stabilisering en verbetering van de conditie van

het object als belangrijkste doel. Werkzaamheden op het gebied van preventieve

conservering dragen hier ook aan bij. Het is een vereiste dat alle handelingen zo veel

als mogelijk omkeerbaar zijn zonder aantasting van het kunstwerk en duidelijk te

herkennen ten opzichte van het oorspronkelijke object. Bovendien is het van belang

dat alle handelingen gefotografeerd en gedocumenteerd worden met de afwegingen en

motivatie voor de keuze van die behandelingen op basis van de ethische code van de

European Confederation of Conservator-Restorers’ Organisations (E.C.C.O.).81

Restauratoren die aangesloten zijn bij de vereniging ‘Restauratoren Nederland’ werken

volgens deze ethische code.82 Zij hebben respect voor het object ongeacht de

financiële waarde van het object op dat moment. Hetzelfde object kan vijftig jaar later

wel veel waardevoller zijn. In principe zou men het authentieke materiaal niet moeten

vervangen, maar soms is het materiaal zo versleten en vervallen dat vervangen of

aanvullen wenselijk is. Oude restauraties vertellen iets over de geschiedenis van het

object en zijn van historische waarde. Indien deze oude restauraties geen gevaar

vormen voor het object kan de restaurator ervoor kiezen deze te handhaven.

De praktijk bij diverse musea

Gini Kingma, Rijksmuseum Twenthe, gebruikt niet altijd hetzelfde materiaal bij

restauratie van een lijst.83 Zo heeft het museum ervoor gekozen een ontbrekend stuk

houten parelrand te vervangen door een parelrand die met behulp van een mal

vervaardigd is van pâte. Houtsnijwerk zou het een stuk duurder maken. Voor het laten

vervaardigen van een lijst voor een doek van na 1800 is juist het pâte-ornament zeer

gangbaar. Aanvulling van vergulding is acceptabel en door middel van patineren wordt

nagenoeg dezelfde kleur bereikt. Het geheel opnieuw vergulden van de hele lijst wordt

tegenwoordig niet vaak meer gedaan. Vanuit ethische gronden streeft de restaurator

naar het behoud van het oorspronkelijke materiaal. Over het restaureren van lijsten en

wat wel maar ook wat niet te doen heeft Gini Kingma een hoofdstuk geschreven in het

boek De kunst van het bewaren, Restauratie en conservering van kunstvoorwerpen.84

81 http://www.ecco-eu.org/ (European Confederation of Conservator-Restorers’ Organisations) (geraadpleegd 16-5-2010). 82 http://www.restauratoren.nl/ (Vereniging Restauratoren Nederland)(geraadpleegd 4-5-2010). 83 G. Kingma, restaurator lijsten, Rijksmuseum Twenthe, Enschede, interview 16-3-2010. 84 B. Kruijsen, De kunst van het bewaren, Restauratie en conservering van kunstvoorwerpen (Zwolle 2003) 91-102.

Page 43: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

43

The Tate in Londen geeft aan dat lijsten wel aangepast worden voor hergebruik om het

originele schilderstuk, maar niet voor hergebruik om andere.85 Bij The Tate of vanuit

een overkoepelende organisatie zijn er geen speciale richtlijnen op papier voor

ethische kwesties betreffende schilderijlijsten. Men behandelt de lijsten met respect

zoals ieder ander museumobject wordt behandeld volgens de ethische code voor

musea.

Ook de National Portrait Gallery heeft geen standaard procedures voor restauratie van

lijsten op papier staan.86 Men bepaalt in eerste instantie of de schilderijlijst

kunsthistorische waarde heeft; in dat geval wordt de lijst niet aangepast. Als een

schilderijlijst behoorlijk beschadigd is en geen kunsthistorische waarde heeft zal men

toestaan om bijvoorbeeld de afmetingen aan te passen ook al is deze aanpassing

onherstelbaar.

De 37 deelnemende musea en het ICN hebben in de afgelopen vijf jaar 578 lijsten

gerestaureerd of laten restaureren. Niet elk museum heeft een vaste restaurator in

dienst; er wordt ook werk uitbesteed aan freelance restauratoren. De meningen of de

schilderijlijst een kunstwerk of een middel is, zijn verdeeld. Dit kan van invloed zijn op

de beslissing op welke wijze de lijst te restaureren, maar wellicht al eerder op de keuze

wel of niet de lijst te selecteren voor afstoting. Ethische keuzes spelen hierbij een rol.

Een cultuuromslag kan al beginnen bij de in hoofdstuk 2.1 genoemde opleidingen en

kan gemotiveerd worden door het ICN door middel van het schrijven van richtlijnen

voor culturele waardering van de lijst en een leidraad voor restauratie en hergebruik

van lijsten. De rol van het ICN wordt verder beschreven in hoofdstuk 5.

Conclusie

In het verleden zijn veel schilderijlijsten vernietigd zonder er rekening mee te houden

dat deze lijsten in de toekomst als waardevol beschouwd zouden kunnen worden.

Cultureel erfgoed is hierdoor verloren gegaan. Tegenwoordig is dit ondenkbaar in

Nederland. Restauratoren werken volgens een ethische code en hebben respect voor

het object ongeacht de waarde van het object op dat moment. Om te zorgen dat lijsten

goed op waarde kunnen worden geschat zijn waardebepalende criteria nodig. Het is

goed dat deze onder leiding van het ICN worden opgesteld.

85 G. Alabone, hoofdconservator lijsten, Tate Museum, Londen, interview 2-11-2009. 86 R. Hallas, restaurator, National Portrait Gallery, Londen, interview 30-09-2009.

Page 44: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

44

5. Instituut Collectie Nederland 5.1 ICN project Schilderijlijsten in Nederland – Eerste jaar Het ICN is in juni 2009 een tweejarig project schilderijlijsten begonnen als onderdeel

van het ‘Programma Waarde en waardering’.87 Het doel van het ‘Programma Waarde

en waardering’ is om medewerkers (beheerders, bestuurders, beleidsmakers en

financiers) in het erfgoedveld bewust te maken van het belang van waarde en

waardering van het cultureel erfgoed en daarvoor methoden en technieken te

ontwikkelen. De voorkeur gaat uit naar het bestuderen van het type erfgoed dat nieuw,

omstreden, onbekend of bedreigd is. Juist voor dit type erfgoed is er behoefte aan

objectieve waarderingscriteria. Behalve op het gebied van schilderijlijsten zijn er in dit

programma projecten voor historische interieurs, glasramen en monumentale

wandkunst.

Voor het project ‘Schilderijlijsten in Nederland’ worden de mogelijkheden bekeken om

onderzoek naar schilderijlijsten van de vijftiende tot en met de twintigste eeuw nieuw

leven in te blazen. Tevens wordt onderzocht welke instrumenten de mobiliteit van lege

schilderijlijsten zouden kunnen vergroten, zodat deze in Nederlandse musea

makkelijker hergebruikt kunnen worden. Het doel van het ICN is om richtlijnen en

criteria te formuleren voor culturele waardering van in Nederland vervaardigde lijsten,

gevolgd door een publicatie in 2012. In deze publicatie worden onder andere de

kunsthistorie van de schilderijlijst, de culturele waardebepalende kaders en de ethiek

bij restauratie gepresenteerd. Musea die actief meewerken aan het project zijn het

Rijksmuseum Amsterdam en het Rijksmuseum Twenthe.

Om de discussie bij conservatoren van de kunstmusea en restauratoren op gang te

brengen organiseert het ICN expertmeetings met presentaties en brainstormsessies.

De genodigden krijgen de kans hun kijk op schilderijlijsten te belichten. Onderwerpen

die aan bod komen zijn oude en moderne lijsten, behoud, beheer, registratie en

restauratie, en onderzoek naar lege en volle lijsten. Vanwege mijn afstudeeronderzoek

naar schilderijlijsten ben ik uitgenodigd op de expertmeetings van het ICN in november

2009 en april 2010. Mijn bijdrage aan het project bestaat uit een enquête die ik in

februari en maart 2010 onder 59 kunstmusea heb gehouden. De uitkomst van deze

enquête is gebaseerd op de antwoorden van de 37 respondenten.

87 http://www.icn.nl/nl/kenniscentrum/waarde-en-waardering (ICN Programma Waarde en waardering)(geraadpleegd 24-4-2010).

Page 45: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

45

Bespreking uitkomst enquête

Bij de expertmeeting in april 2010 is de uitkomst van de enquête door mij bekend

gemaakt en uitgedeeld. Tijdens de daaropvolgende brainstormsessie is de uitkomst en

de mogelijke betekenis daarvan besproken en bediscussieerd met veertig aanwezigen.

Het ICN heeft waardering uitgesproken voor het grote aantal respondenten (37),

waarvan er negen aanwezig waren bij de meeting. Het hoge aantal opgegeven lege

lijsten, ruim 3500, is verrassend. Ongeveer tweeduizend daarvan zijn ook

geregistreerd. Opgemerkt werd dat ook de lijsten die nu om schilderstukken zitten het

verdienen om geregistreerd te worden.

Slechts de helft van de geënquêteerden heeft aangegeven de schilderijlijst als

volwaardig onderdeel van de collectie te vinden. Reden te meer om de lijst onder de

aandacht te brengen bij de musea en hen door het ICN te laten assisteren met

richtlijnen voor culturele waardebepaling.

De helft van de musea geeft aan de lijsten, soms deels, te hebben geregistreerd. Ook

geeft de helft aan behoefte te hebben aan een thesaurus met specifieke termen voor

schilderijlijsten. Deze antwoorden lopen echter niet synchroon. Er zijn negen musea

die de lijsten nog niet hebben geregistreerd, maar wel behoefte hebben aan een

thesaurus. Ontwikkeling en beschikbaar stellen van een thesaurus zou voor deze

musea aanleiding kunnen zijn om met registratie en fotografie van lijsten te kunnen

beginnen. Het opzetten van de thesaurus is belangrijk omdat men anders het risico

loopt dat registrators zelf een term kiezen voor een ornament of onderdeel dat men

nog niet kent. Uit opmerkingen uit de zaal is gebleken dat dit inderdaad al het geval is.

Gezien het zeer kleine aantal in bruikleen gegeven lege lijsten in de afgelopen vijf jaar

(slechts drie in totaal) is de vraag gerezen of een database wel zin zou hebben. Naar

mijn mening zal echter door het opzetten van een database het bruikleenverkeer juist

toenemen doordat de deelcollectie schilderijlijsten eindelijk ontsloten zal worden. Dit

werd door diverse deelnemers uit de zaal beaamd.

In de laatste vijf jaar hebben de 37 deelnemende musea totaal 578 lijsten laten

restaureren. Omdat veel schilderijlijsten niet geregistreerd zijn wordt de documentatie

over restauratie op een andere plaats opgeslagen. Ik vind het opvallend dat diverse

musea tijdens de meeting hebben aangegeven het aantal restauraties per jaar in

jaarverslagen opgezocht te hebben om antwoord te kunnen geven op de vraag.

Page 46: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

46

Als de musea de lijsten in de toekomst gaan registreren kan alle informatie over

restauratie verbonden worden aan de objectinformatie en eenvoudiger en sneller

teruggevonden worden.

De 37 musea samen laten bijna zeventig lijsten per jaar vervaardigen en zij kopen er

gemiddeld twee op de kunstmarkt. In de afgelopen vijf jaar hebben deze zelfde musea

704 lijsten afgestoten. Omdat onder afstoten zowel vernietigen als herplaatsen valt is

het niet duidelijk welk deel hiervan in aanmerking had kunnen komen voor bruikleen.

Een database zal bruikleen van lege lijsten vereenvoudigen. Dit zou het aantal af te

stoten lijsten in ieder geval omlaag kunnen brengen. Ik maakte de aanwezigen attent

op de mogelijkheid schilderijlijsten te kopen via de ‘frames sales’ van de diverse

veilinghuizen. Diverse aanwezigen waren daar al mee bekend.

Het hoge aantal afgestoten lijsten was wel reden tot bezorgdheid bij de aanwezigen,

ook al zal hierbij gelet zijn op waarde en eventuele bruikbaarheid. Opgemerkt werd ook

dat veel kunsthandelaren lijsten weggooien, de kopers van schilderstukken kiezen een

lijst naar hun eigen smaak. Diverse aanwezigen benadrukten het belang van het in

acht nemen van voorzichtigheid bij het afstoten. Lijsten die nu onbruikbaar en van geen

waarde lijken, kunnen voor een ander museum wel degelijk bruikbaar zijn en zelfs

waardevol in de toekomst. Criteria die worden opgesteld door het ICN voor culturele

waardebepaling van de lijst zou de musea een leidraad kunnen bieden om een

beslissing te nemen tot vernietiging, herplaatsing of behoud voor het eigen museum.

Hoewel veel musea kampen met een tekort aan depotruimte is er geen urgente

noodzaak tot het vernietigen van lijsten. Dit blijkt uit het kleine percentage ruimte dat de

lege lijsten in de depots van de respondenten innemen, gemiddeld ruim 1%. De musea

moeten dit feit nog tot zich door laten dringen om onnodige opruiming van lijsten te

voorkomen.

Van de 37 respondenten hebben 22 musea aangegeven een database van lege lijsten

nuttig te vinden; 26 musea zijn bereid hun lege lijsten ten behoeve van de database

(verder) te registreren en te fotograferen. Een mooie uitkomst voor het ICN om het

tweede jaar van het project in te gaan en hun plannen verder te ontwikkelen.

Na diverse expertmeetings in het eerste jaar van het project (juni 2009-april 2010) zijn

er door het ICN drie werkgroepen opgezet waarbij museum- en ICN medewerkers zich

inzetten voor de volgende onderdelen: terminologie, restauratie, database.

Page 47: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

47

De wijze waarop het Rijksmuseum de afgelopen maanden in relatief korte tijd veel

lijsten heeft geregistreerd (ongeveer 1500 in 3 maanden) en gefotografeerd (de lijst als

geheel, voor- en achterkant, hoeken, etiketten, breuklijnen en inkortingen) kan voor de

eerste werkgroep dienen als uitgangspunt voor het opzetten van een efficiënte manier

van registratie van schilderijlijsten. De werkgroep terminologie adviseer ik ook contact

te zoeken met de andere musea die hun lijsten hebben geregistreerd om te vernemen

hoe zij het hebben aangepakt. Welke musea dat zijn kunnen zij informeren bij het ICN

die deze gegevens van mij heeft gekregen. Het extra veld ‘eerste inlijsting’ vind ik

echter wel een vereiste om in de toekomst snel te kunnen zien welke schilderstukken

nog in hun oorspronkelijke lijst zitten.

5.2 ICN project Schilderijlijsten in Nederland – Tweede jaar Het eerste jaar van het project is bijna voorbij. De werkgroepen zoals genoemd in

hoofdstuk 3.2 hebben het komende jaar de tijd om hun aandeel te leveren, wat zal

resulteren in een publicatie van het ICN.

Terminologie

Deze werkgroep bestaat momenteel uit de volgende personen: Christel Kordes van het

Stedelijk Museum Schiedam en Ton van Loon van het ICN. Het is raadzaam om

bestaande lijsten te beschrijven met behulp van de gedefinieerde terminologie zoals de

Nederlandse verklarende woordenlijst van Christel Kordes. Indien de terminologie niet

toereikend is, kan deze woordenlijst verder worden uitgebreid met nieuwe termen die

nodig zijn om een lijst te beschrijven. Hubert Baija van het Rijksmuseum heeft bij deze

woordenlijst uit 1988 al veel aantekeningen gemaakt. Die zou men kunnen raadplegen

en overnemen. Veel termen komen overeen met termen die gebruikt worden in onder

andere de architectuur, bij zilverwerk en meubelstijlen. Die kan men naast elkaar

leggen en vergelijken. Indien het ICN gebruikt maakt van Collectiewijzer of een soort

Wikipedia-achtige site kan (laten) maken kunnen diverse experts hun aandeel leveren

en zo hun kennis delen. Uiteindelijk kan daaruit de terminologie gekozen worden en

definitief worden vastgesteld tot een officiële lijstenthesaurus. Voor de registrators is

het van belang dat de termen visueel gemaakt worden met afbeeldingen van de

genoemde ornamenten, type lijsten en profielen.

Page 48: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

48

Digitale ontsluiting is onmisbaar in de éénentwintigste eeuw. Op de website van DEN

staan reeds diverse terminologiebronnen voor het cultureel erfgoed.88 Ik vind dit de

ideale plaats voor het delen en verspreiden van de verworven kennis van het project

schilderijlijsten. Ik adviseer het ICN om op zijn website een verwijzing en link te maken

naar de definitieve digitale termen- en afbeeldingenlijst op de website van DEN zodat

zoveel mogelijk musea de weg naar de thesaurus kunnen vinden.

Ethiek bij restauratie

Zoals in hoofdstuk 4.2 aangegeven bestaat er al een ethische code voor

restauratoren.89 Behalve deze beroepsethiek kunnen ook andere factoren een rol

spelen bij de keuze van de wijze waarop een restauratie wordt uitgevoerd zoals

financiën of het gebrek eraan. Voorafgaand aan restauratie komen er diverse vragen

op. Zijn verval, mode of persoonlijke smaak acceptabele argumenten voor vervanging

van de lijst? Als een schilderijlijst voor hergebruik in aanmerking komt komen er weer

andere ethische kwesties aan de orde. Waar ligt de grens als men een lijst wil

vergroten, verkleinen of vergulden? In principe zou een aanpassing omkeerbaar

moeten zijn. Ligt dit weer anders als een lijst al eens is vergroot of verkleind? Het ICN

wil hier richtlijnen voor opstellen.

De esthetische of symbolische functie van een lijst hangt af van de verschijningsvorm.

Soms wordt de lijst met een ander dan het oorspronkelijke materiaal gerestaureerd. Dit

hoeft echter niet de esthetische of symbolische waarde te verminderen als de

verschijningsvorm gelijk is aan de oorspronkelijke vorm. Het is namelijk de

verschijningsvorm die de lijstenmaker voor ogen heeft gehad.

Er kunnen diverse redenen zijn voor het verwijderen van oude restauraties. De

vroegere restauratie kan schade toebrengen aan de lijst of een verkeerde interpretatie

zijn geweest van de oorspronkelijke verschijningsvorm. Soms is de verschijningsvorm

bewust veranderd, bijvoorbeeld op basis van religieuze overwegingen of uit preutsheid.

Dit geeft echter wel een tijdsbeeld weer hoe men in een bepaalde tijd dacht over de

verschijningsvorm van de lijst. Dit stukje geschiedenis kan dan weer een reden zijn om

die vroegere restauratie te laten zitten tenzij deze schadelijk is voor de lijst.

88 http://matrix.den.nl/matrix.aspx?matrixid=terminologiebronnen&view=Digitaal_Erfgoed&page=1 (DEN, thesauri)(geraadpleegd 10-4-2010). 89 http://www.ecco-eu.org/ (European Confederation of Conservator-Restorers’ Organisations) (geraadpleegd 16-5-2010).

Page 49: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

49

Culturele waardebepaling en ethiek

Door schenkingen of legaten groeien de collecties van de musea. Beheer en behoud

ervan brengen hoge kosten met zich mee voor registratie, conservering, restauratie,

beveiliging, verzekering en wetenschappelijk onderzoek. Om de collectie goed te

kunnen blijven beheren is afstoten of ontzamelen belangrijk. Het moet echter worden

voorkomen dat persoonlijke smaak of ideeën van deze tijd de doorslag geven bij de

keuzes die musea maken om een lijst wel of niet af te stoten. Hoe men nu over een lijst

denkt zegt nog niets over de waardering na enkele generaties. Lijsten uit de eigen tijd

dienen om dezelfde reden behouden te blijven. Voordeel hierbij is dat de context,

geschiedenis en lijstenmaker nog bekend zijn en gedocumenteerd kunnen worden.

Om het nemen van beslissingen over restauratie, conservering of afstoten zo objectief

mogelijk te kunnen maken is het van belang dat er criteria en richtlijnen worden

opgesteld voor het kunnen bepalen van de culturele waarde van de schilderijlijst. Het

ICN wil hiervoor een praktisch hulpmiddel ontwikkelen. Dit zou een formulier kunnen

zijn met vragen over de herkomst, esthetische waarde, toestand, kunsthistorische

waarde, uniekheid en financiële waarde van de schilderijlijst en de relatie met een

schilderstuk. Een team van erfgoedprofessionals van verschillende deskundigheden op

het gebied van bijvoorbeeld restauratie, geschiedenis, kunstgeschiedenis en

museologie zouden afzonderlijk van elkaar het formulier in moeten vullen en de

verschillende onderdelen als laag, middelmatig of hoog waarderen. De uitkomsten van

de culturele waardering van verschillende schilderijlijsten kunnen met elkaar

vergeleken worden om tot een beoordeling te komen. De culturele waardebepaling

biedt een leidraad bij de keuzes die gemaakt moeten worden voor beheer, behoud en

afstoten en beslissingen op dat gebied kunnen ermee onderbouwd worden.

Database

Er is nagenoeg geen bruikleenverkeer van schilderijlijsten. De oorzaak is te vinden in

het ontbreken van gegevens van lijsten. Musea weten van elkaar niet wat ze aan lijsten

hebben. Als men al vermoedt dat er ergens in een museumdepot nog een lijst moet

zijn dat bij hun schilderstuk hoort of zou kunnen passen kost het per depot uren om alle

rekken één voor één uit te trekken en de ogen langs de lijsten te laten gaan; een

tijdrovende bezigheid. Een database met een afbeelding van de lijst en gegevens over

materiaal, buitenmaat, dagmaat, sponningmaat, stijl, periode, wel of niet verguld zou

de oplossing kunnen zijn. Uiteraard zullen musea deze gegevens eerst zelf moeten

registreren. Wellicht is er een link mogelijk tussen Adlib/TMS en de database, waarbij

het museum bepaalt of ze de poort openzet van hun systeem naar de database.

Page 50: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

50

In de database moet gezocht kunnen worden op alle hierboven genoemde gegevens.

De werkgroep kan inventariseren welke zoekfuncties nog meer handig zijn. Daarnaast

wil men misschien extra informatie kwijt, bijvoorbeeld of het museum de lijst voor

langdurig bruikleen of ter overname aanbiedt. De aanbieder bepaalt hierbij de

voorwaarden. De database zou niet voor publiek toegankelijk moeten zijn, maar alleen

voor collectiebeherende instellingen via een log-in systeem. Plaatsing van een lijst op

de database zou voor onbepaalde tijd kunnen zijn. Een museum met belangstelling

voor een op de database geplaatste schilderijlijst moet rechtstreeks contact opnemen

met de aanbieder. Afspraken over restauratie van de lijst voorafgaand aan het

bruikleen zullen gemaakt moeten worden tussen de aanbieder en de bruikleennemer.

De werkgroepen gaan het komende jaar aan de slag. In oktober 2010 is de volgende

expertmeeting. Aan mij is gevraagd om mijn scriptie beschikbaar te stellen via de

website van het ICN. Musea zijn tijdens de expertmeeting uitgenodigd hun kennis over

schilderijlijsten uit de vijftiende tot en met de twintigste eeuw te delen met het ICN ten

behoeve van de publicatie in 2012. Tot mei 2011 kan men informatie insturen.

Conclusie

De uitkomst van mijn enquête heeft duidelijkheid gegeven aan het ICN, de

deelnemende musea en aanwezige restauratoren over het belang van het project

schilderijlijsten. Niet alleen over het aantal lege lijsten, maar ook over de waardering en

wensen betreffende registratie van lijsten van het erfgoedveld is nu een heleboel

informatie vergaard. Er is behoefte aan een thesaurus voor het registreren van

schilderijlijsten. Een database kan pas gevuld worden na registratie en het fotograferen

van de lijsten. Het opzetten van een databank van lege lijsten zal het bruikleenverkeer

zeker vergemakkelijken en doen toenemen mits de registratie uniform gebeurt en men

gebruikmaakt van dezelfde thesaurus. Restauratie gaat vaak vooraf aan bruikleen.

Hoewel er al een beroepsethiek is voor de restaurator spelen andere ethische kwesties

ook een rol. Het is dus goed dat het ICN weloverwogen criteria opstelt voor de

waardebepaling van de lijst voordat deze gerestaureerd wordt. De resultaten van de

werkgroepen zullen elkaar positief beïnvloeden en zorgen voor een sneeuwbaleffect bij

al deze onderdelen. Zodra de thesaurus is opgezet, de handleiding voor registratie is

vastgesteld en eventuele velden in Adlib of TMS zijn aangepast of aangevuld, kunnen

de musea tot registratie overgaan. Hierna kan de database van schilderijlijsten opgezet

en gevuld worden. Met de criteria voor culturele waardebepaling kan het ICN een

leidraad ontwikkelen voor restauratie en hergebruik van schilderijlijsten.

Page 51: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

51

Conclusie

Het doel van dit afstudeerproject was te onderzoeken hoe musea denken over de

functie, betekenis en waarde van de schilderijlijst en hoe zij de collectie schilderijlijsten

beheren. Onder 59 musea heb ik een enquête gehouden, waaraan 37 musea hebben

meegewerkt. Onderwerpen die aan de orde zijn gekomen zijn onder andere registratie,

bruikleen, restauratie, vervanging en ethiek om antwoord te krijgen op de hoofdvraag:

Hoe gaan de Nederlandse kunstmusea om met hun collectie schilderijlijsten?

De meeste van de geënquêteerde kunstmusea (31 van de 37) hebben lege lijsten in

hun depots, samen ruim 3500. Ooit zaten deze lijsten om een schilderstuk, maar ze

zijn door de vorige eigenaar of het museum vervangen vanwege mode, smaak of

verval. Van deze 3500 lege lijsten zijn er 1500 niet geregistreerd en zij bestaan op

papier feitelijk niet. Musea hebben jarenlang de schilderijlijst niet als zelfstandig

kunstobject of deelcollectie gezien en vermelden de omlijsting alleen in de registratie

van het schilderstuk. Informatie over de lijst zit in de hoofden van de conservatoren en

is niet gedocumenteerd. Voor het Rijksmuseum te Amsterdam kwam de omslag in

1984 met hun tentoonstelling ‘Prijst de lijst. De Hollandse schilderijlijst in de

zeventiende eeuw’. Die lijsten hebben zij toen geregistreerd. De afgelopen jaren

hebben tien van de respondenten het registreren van hun lege lijsten afgerond en vijf

deels. Ik vind het van belang om alle schilderijlijsten, apart van het schilderstuk, als

zelfstandig object te registreren en de informatie te documenteren, omdat deze anders

voorgoed verloren gaat.

Om een goede beschrijving van een schilderijlijst te maken hebben registrators een

thesaurus nodig. Het is mijn advies om deze te voorzien van afbeeldingen van lijsten

en ornamenten en hem toegankelijk te maken via de website van DEN of de

Collectiewijzer. Verder is in de registratiesystemen een extra veld nodig voor de

vermelding van de ‘eerste inlijsting’. Alleen via dat veld kan er gezocht worden naar

schilderstukken in de originele lijst.

Schilderijlijsten krijgen weinig aandacht. Ze staan niet afgebeeld in kunstcatalogi of op

websites en staan niet vermeld op de tekstbordjes bij een schilderij. Een cultuuromslag

in de benadering van schilderijlijsten kan mijns inziens bereikt worden door de

schilderijlijsten al bij aanstaande museumprofessionals onder de aandacht te brengen.

Page 52: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

52

Opleidingsinstituten die hiervoor door mij benaderd zijn staan open voor aanpassingen

in hun lesmateriaal. Dit zijn het LCM, de Reinwardt Academie en MovE. Ik adviseer het

ICN hier een vervolg aan te geven en ook de universiteiten (kunstgeschiedenis en

restauratie) te benaderen om een zo breed mogelijk draagvlak te creëren.

De geënquêteerde musea geven tot op heden zelden schilderijlijsten aan elkaar in

bruikleen, drie in vijf jaar. Zij weten van elkaar namelijk niet wat de ander aan lijsten in

de collectie heeft. Toch zit er beweging in de lijsten. De musea laten oude lijsten

restaureren (578 in vijf jaar), stoten ze af (704 in vijf jaar), laten nieuwe vervaardigen

(zeventig per jaar) of kopen deze op de kunstmarkt (twee per jaar). Bijna tweederde

van de geënquêteerde kunstmusea heeft aangegeven een database van

schilderijlijsten nuttig te vinden. Ik ben van mening dat het bruikleenverkeer van lijsten

toeneemt als de database er is. Vereiste is dat musea eerst hun schilderijlijsten

registreren en fotograferen. Als ik in de enquête de vraag over het afstoten van lijsten

had gesplitst in twee vragen met een onderscheid tussen herplaatsen en vernietigen,

dan hadden de antwoorden over herplaatsing nog meer duidelijkheid kunnen geven

over het nut van een database.

Indien een lijst in bruikleen wordt gegeven kunnen er afspraken gemaakt worden over

restauratie. Een restaurator behandelt elk object met respect ongeacht de waarde.

Ethische factoren spelen hierbij een rol. Mag men een lijst inkorten om hem passend te

maken? Ik vind van niet. Maar verandert dit als de lijst al eens aangepast is? Daar ga

ik twijfelen. Wie bepaalt de culturele waarde van de lijst? Deze culturele waarde kan

echter in de loop van de tijd veranderen. Een eigentijdse lijst kan in de toekomst van

grote culturele waarde zijn. Ik vind het daarom van belang dat ook moderne lijsten

gedocumenteerd worden nu alle informatie en de context nog bekend zijn. Het is niet

eenvoudig om aan te geven wanneer een schilderijlijst een kunstobject is en wanneer

slechts een middel om het schilderstuk te beschermen en op te hangen. Er zijn nog

geen algemene richtlijnen voor het beheer, aanpassen en hergebruik van lijsten en nog

geen criteria voor culturele waardebepaling.

Om de Nederlandse collectie schilderijlijsten goed te kunnen beheren zal het ICN het

komende jaar een leidraad ontwikkelen met criteria voor culturele waardebepaling en

hergebruik van schilderijlijsten. Tevens heeft het ICN werkgroepen opgezet op het

gebied van terminologie, restauratie en database. Na het vastleggen van de thesaurus

heeft registratie van de lege lijsten in mijn ogen prioriteit.

Page 53: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

53

De uitkomst van mijn enquête heeft duidelijkheid gegeven aan het ICN, musea en

restauratoren over de stand van zaken betreffende het beheer van lijsten in de

Nederlandse kunstmusea en de behoefte in het erfgoedveld. Ik hoop dat er een vervolg

wordt gegeven aan het onder de aandacht brengen van de lijst bij de opleidingen en

het aanpassen van lesmateriaal. Samenwerking met andere erfgoedinstellingen zoals

archieven is interessant omdat zij veel achtergrondinformatie hebben over

lijstenmakers, handelaren en gilden. Als de gegevens gekoppeld kunnen worden, ziet

de museumbezoeker meer de context van het verhaal en die context geeft betekenis

aan de lijst.

Page 54: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

54

Samenvatting Het onderwerp van dit afstudeeronderzoek is de collectie lege schilderijlijsten in

museumdepots. Dit zijn lijsten die in het verleden om verschillende redenen vervangen

zijn, opgeslagen, maar meestal niet geregistreerd. De herkomst van de lijst is niet altijd

meer bekend. Ze zijn nog wel bruikbaar, maar de collectie wordt niet ontsloten. Het

blijkt om duizenden lijsten zonder schilderstuk te gaan. Om te voorkomen dat deze

lijsten voor altijd ongebruikt in de depots blijven hangen is het nodig om stappen te

ondernemen. Het Instituut Collectie Nederland is in juni 2009 een tweejarig project

‘Schilderijlijsten in Nederland’ begonnen als onderdeel van het ‘Programma Waarde en

waardering’ dat als doel heeft medewerkers in het erfgoedveld bewust te maken van

het belang van waarde en waardering van het cultureel erfgoed en daarvoor methoden

en technieken te ontwikkelen.

De hoofdvraag was hoe de Nederlandse kunstmusea omgaan met hun collectie

schilderijlijsten. Mijn bijdrage aan het project had tot doel een inventarisatie te maken

van het aantal lege lijsten bij de Nederlandse kunstmusea en het beheer ervan. Tevens

is onderzoek gedaan naar de behoefte van de musea om iets met deze collectie te

doen. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een enquête, interviews en

deelname aan expertmeetings die het ICN heeft georganiseerd. Onderwerpen die aan

de orde kwamen lagen op het gebied van registratie, restauratie, bruikleen, aankoop,

afstoten, ethiek en de behoefte aan een thesaurus en een database van lege lijsten. Er

hebben 37 musea meegewerkt aan de enquête. Samen beheren zij ruim 3500 lege

lijsten. Ethische kwesties komen aan bod bij restauratie en culturele waardebepaling. Is

de lijst een kunstwerk of een middel? Het ICN heeft werkgroepen opgezet op het

gebied van terminologie, restauratie en het opzetten van een database. In 2012 zal het

ICN-project leiden tot een publicatie met richtlijnen en criteria voor culturele

waardebepaling en hergebruik van schilderijlijsten.

In dit verslag wordt ook stilgestaan bij het gebrek aan aandacht voor de lijst bij diverse

opleidingen zoals kunstgeschiedenis, museologie, restauratie en registratie. Ik hoop

met dit onderzoek en deze scriptie de lijst meer onder de aandacht te kunnen brengen

bij museummedewerkers en opleidingsinstituten, zodat de lijst in de toekomst de

aandacht krijgt die hij mijns inziens verdient, dat de lijst goed beheerd wordt en de

kennis daarover ontsloten wordt voor de museumbezoekers.

Page 55: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

55

Summary The topic of this final paper is the role of the picture frame as part of the collection in

museums and art galleries. In the past, picture frames were replaced by newer frames

for various reasons and were stored but never registered. The provenance of the

frames is not always known. They could still be of use but the collection of empty

frames has not been made accessible. There seems to be thousands of frames without

pictures. Action is needed in order to prevent these frames being stored forever. In

June 2009, The Netherlands Institute for Cultural Heritage (ICN) started a two-year

project ‘Picture frames’ as part of the ‘Programme Value and valuation’. The objective

of this programme is to make heritage employees more aware of the importance of

value and valuation of cultural heritage and to develop methods and technology for that

purpose.

The central focus of this thesis is how do Dutch art galleries and museums conserve

their collection of picture frames. Research involved making an inventory of empty

frames at Dutch museums and galleries and studying management policies.

Furthermore, research was made into the requirements imposed by museums and the

handling of the picture frame collection. This information was gathered through a

questionnaire, interviews and attending meetings with experts organised by the ICN.

Thirty seven museums, responsible for more than 3500 frames, participated in the

project. The subjects dealt with include registration, restauration, lending, making

frames more accessible to the public, ethics, sales and the need of a thesaurus and

database for empty frames. Can a frame be considered as a piece of art or only as a

means to hang up the picture? Topics such as restoration and valuation are subject to

ethical issues. The ICN has established three professional groups dealing with the

following areas; creating a thesaurus, information concerning restoration and setting up

a database of picture frames. In 2012, the ICN project will result in the publication of

guidelines and conditions for cultural valuation and reuse of picture frames.

This paper also focuses on the lack of attention for picture frames by educational

institutes, such as studies for history of art, registration, restauration and museology.

Hopefully, the research and its conclusions will make the museum employees and

educational institutes more aware of the picture frame, so in the future it will get the

attention that it deserves. Furthermore, it is hoped that museums will take care of their

inventory and that the knowledge about this topic will also be made more accessible to

the museum visitors.

Page 56: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

56

Bronnen Literatuur

Burns, J.T., Framing Pictures (Londen 1978).

Euwe, J., De Nederlandse Kunstmarkt 1940-1945 (Amersfoort 2007).

Grimm, C., Alte Bilderrahmen Epochen – Typen – Material (2e druk; München 1979).

Kordes, C., Handleiding voor het beschrijven van lijsten (Den Haag 1988).

Kordes, C., De Nederlandse verklarende woordenlijst (Den Haag 1988).

Kruijsen, B., De kunst van het bewaren, Restauratie en conservering van

kunstvoorwerpen (Zwolle 2003).

Mendgen, E. e.a., In Perfect Harmony Picture + Frame 1850-1920 (Zwolle 1995).

Penny, N., Frames Pocket Guides (Londen 1997; herdruk 2005).

Thiel, P.J.J. van, en Bruyn Kops, C.J. de, Prijst de Lijst. De Hollandse schilderijlijst in

de zeventiende eeuw (Den Haag 1984).

Artikelen in vakbladen

Baija, H., ‘Let op de lijst! De context van het kader’, kM71 (Amsterdam 2009) 20-22.

Tilborgh, L. van, ‘Een lastig probleem de lijsten voor Van Gogh’, Kunstschrift 95-2 (Den

Haag 1995) 33-37.

Truijens, F., ‘De achterkant’, Oog 4/2009 (Amsterdam september 2009) 122.

Films en reportages

Korte film over het vergulden van lijsten, Victoria & Albert Museum (Londen 2009).

NCRV reportage Het Derde Testament over Gregor´s Lijsten, Lijstenmaker Van

Poelgeest en Firma Sala (z.pl. 2009).

Websites

http://www.artdaily.org/index.asp?int_sec=11&int_new=23451&int_modo=2 (Kunstartikel over de tentoonstelling Frames - State of the Art)(geraadpleegd 30-4-2010). http://www.auctioneve.com/ (Veilinghuis E&VE in Parijs)(geraadpleegd 13-5-2010). http://beeldbank.nationaalarchief.nl/nl/afbeeldingen/indeling/gallery/sortering/relevantie/q/zoekveld/schilderij (Schilderijen op de Beeldbank Nationaal Archief)(geraadpleegd 15-5-2010). http://www.bonhams.com/cgi-bin/public.sh/pubweb/publicSite.r?sContinent=EUR&screen=framessale (Bonhams veiling van schilderijlijsten)(geraadpleegd 2-5-2010). http://www.codart.nl/ (Codart)(geraadpleegd 13-5-2010).

Page 57: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

57

http://www.codart.nl/downloads/Courants/courant6.pdf (Codart Courant juni 2003)(geraadpleegd 13-5-2010). http://www.collectiewijzer.nl/ (kennisuitwisseling beheer en behoud)(geraadpleegd 13-5-2010). http://www.den.nl/docs/20080715171731 (DEN, digitaliseringprojecten)(geraadpleegd 10-4-2010). http://www.deroosainthill.com/ (Lijstenmaker De Roo & Sainthill)(geraadpleegd 13-5-2010). http://www.ecco-eu.org/ (European Confederation of Conservator-Restorers’ Organisations) (geraadpleegd 16-5-2010). http://www.gehringenheijdenrijk.nl/index.php?pid=1 (Lijstenmaker Gehring & Heijdenrijk)(geraadpleegd 13-5-2010). http://www.gregorslijsten.nl/paginas/filmmallen.html (NCRV reportage Het Derde Testament)(geraadpleegd 24-2-2010). http://www.gregorslijsten.nl/paginas/houttotgoud03.html (Lijstenmaker Gregor Simoons)(geraadpleegd 2-4-2010). http://www.herplaatsingsdatabase.nl/ (ICN herplaatsingdatabase)(geraadpleegd 11-4-2010). http://herplaatsingsdatabase.nl/nieuws.php#anker3 (geraadpleegd 11-09-2009). http://www.icn-kennisdossiers.nl/index.php?option=com_content&view=category&layout=blog&id=35&Itemid=90 (ICN Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten)(geraadpleegd 17-4-2010). http://www.icn.nl/nl/kenniscentrum/alle%20projecten/project-schilderijlijsten (Instituut Collectie Nederland)(geraadpleegd 13-08-2009). http://www.icn.nl/nl/kenniscentrum/waarde-en-waardering (ICN Programma Waarde en waardering)(geraadpleegd 24-4-2010). http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn1/schmidt (Instituut voor Nederlandse Geschiedenis)(geraadpleegd 18-4-2010). http://matrix.den.nl/matrix.aspx?matrixid=terminologiebronnen&view=Digitaal_Erfgoed&page=1 (DEN, thesauri)(geraadpleegd 10-4-2010). http://www.liechtensteinmuseum.at/de/pages/2564.asp (Liechtenstein Museum lijsten tentoonstelling)(geraadpleegd 13-5-2010). http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/historiek/index.cfm (MovE Invulboek)(geraadpleegd 4-3-2010). http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/zoekresultaat/index.cfm (MovE Invulboek, zoek op veldnaam)(geraadpleegd 9-4-2010).

Page 58: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

58

http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/zoekresultaat/index.cfm?zoeken=eenvoudig&veldId=61&type=2 (MovE Invulboek, veld Omlijsting)(geraadpleegd 9-4-2010). http://www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/zoekresultaat/index.cfm?zoeken=uitgebreid&veldId=62&type=3 (MovE Invulboek)(geraadpleegd 9-4-2010). http://www.musip.nl/ (MusIP, zoekfunctie deelcollecties)(geraadpleegd 11-4-2010). http://www.ornament-enbeeldsnijacademie.nl/ (HBO opleiding)(geraadpleegd 20-4-2010). http://www.restauratoren.nl/ (Vereniging Restauratoren Nederland)(geraadpleegd 4-5-2010). http://www.rijksmuseum.nl/wetenschap/?lang=nl (Online onderzoek Rijksmuseum)(geraadpleegd 3-4-2010). http://www.rijksmuseumtwenthe.nl/ventura/engine.php?Cmd=see&P_site=812&P_self=484&PMax=Bladeren&PSkip=0 (Collectie Rijksmuseum Twenthe)(geraadpleegd 3-4-2010). http://www.rijksmuseumtwenthe.nl/ventura/engine.php?Cmd=see&P_site=811&P_self=907&PMax=0&PSkip=0&Wormholed=1 (Rijksmuseum Twenthe, restauratie op zaal)(geraadpleegd 3-4-2010). http://www.sothebys.com/app/paddleReg/paddlereg.do?dispatch=eventDetails&event_id=27576 (Sotheby’s veiling schilderijlijsten)(geraadpleegd 13-5-2010). http://users.telenet.be/hc_itc325/geschied_kader.htm (Geschiedenis lijstenmakers en het gilde)(geraadpleegd 29-4-2010). http://www.theartnewspaper.com/whatson/results.asp?id=1109118 (Frames and their History, Alte Pinakothek, Munchen)(geraadpleegd 5-4-2010). http://www.vandashop.com/product.php?xProd=5486&xSec=339&navlock=1 (V&A Museum)(geraadpleegd 6-5-2010). http://www.weltexpress.info/cms/index.php?id=6&tx_ttnews%5Btt_news%5D=25901&tx_ttnews%5BbackPid%5D=549&cHash=485e577572 (Kunstartikel over de tentoonstelling Frames and their History)(geraadpleegd 30-4-2010).

Algemene literatuur

Simon, J., The Art of the Picture Frame (National Portrait Gallery London 1996).

Suchtelen, A. van, en Beneden, B. van, Kamers vol kunst in zeventiende-eeuws

Antwerpen (Zwolle 2009).

Page 59: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

59

Geraadpleegde en geïnterviewde personen

Alabone, G., hoofdconservator lijsten, The Tate, Londen.

Baija, H., restaurator, Rijksmuseum, Amsterdam.

Domela Nieuwenhuis, E., conservator, ICN, Rijswijk.

Doorselaer, M. Van, museumconsulent, provincie Oost-Vlaanderen, Gent.

Erp, M. van, studente kunstgeschiedenis, Amsterdam.

Hallas, R., restaurator, National Portrait Gallery, Londen.

Hoeben, W., hoofd beheer en behoud, Depot Rijksmuseum.

Janssen, H., hoofdconservator, Gemeentemuseum, Den Haag.

Kingma, G., restaurator en gids, Rijksmuseum Twenthe, Enschede.

Klooster, M. van ‘t, student kunstgeschiedenis, Amsterdam.

Knoester, J., docente kunstgeschiedenis, Reinwardt Academie, Amsterdam.

Kordes, C., manager collecties, Stedelijk Museum Schiedam.

Loon, T. van, restaurator, ICN, Rijswijk.

Simon, J., hoofdconservator, National Portrait Gallery, Londen.

Simoons, G., lijstenmaker, Gregor’s Lijsten, Spankeren.

Stam, A., docent informatiebeheer in musea, LCM, Gelders Erfgoed, Zutphen.

Suchtelen, A. van, conservator, Mauritshuis, Den Haag.

Visser, E. de, studente kunstgeschiedenis, Groningen.

Afbeeldingen

Voorblad en Titelblad: De schilderijlijst in de schijnwerpers! Deze afbeelding komt van

de website van Gregor´s Lijsten uit Spankeren en is gebruikt met toestemming van

lijstenmaker Gregor Simoons. http://www.gregorslijsten.nl/paginas/ornament02.html

(Gregor’s Lijsten)(geraadpleegd 9-5-2010).

Afb. 1 - 6 Eigendom van Riny Brocatus-van Leeuwen.

Afb. 7

http://www.rijksmuseumtwenthe.nl/ventura/engine.php?Cmd=see&P_site=812&P_self=

484&PMax=Bladeren&PSkip=0 (Jaspar Schade, Cornelius Jonson van Ceulen.

Rijksmuseum Twenthe, Enschede)(geraadpleegd 2-5-2010).

Afb. 8 http://artchive.com/artchive/K/klimt/judith_i.jpg.html (Judith von Holofernes,

Gustave Klimt)(geraadpleegd 5-4-2010).

Afb. 9 Eigendom van Riny Brocatus-van Leeuwen.

Afb.10 http://kunst.blog.nl/exposities/2010/03/25/kunstkamers-in-mauritshuis (Willem

van Haecht, Apelles schildert Campaspe. Mauritshuis, Den Haag)(geraadpleegd 2-5-

2010).

Page 60: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

60

Bijlagen

Page 61: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

Bijlage I – Aankondiging afstudeeronderzoek

Lege lijsten Museumberichten nr. 1 februari '10

In februari 2010 start Riny Brocatus-van Leeuwen, studente Cultureel Erfgoed

(Museologie) aan de Reinwardt Academie, haar afstudeeronderzoek naar lege lijsten in

museumdepots. Zij doet dit in samenwerking met het Instituut Collectie Nederland

(ICN) waar in 2009 het tweejarige project ‘Schilderijlijsten in Nederland’ van start ging.

Projectleider bij het ICN is Eric Domela Nieuwenhuis, conservator oude kunst.

Doel van het onderzoek is inventariseren hoeveel lege lijsten in museumdepots

aanwezig zijn en of er behoefte is aan een database ervan. Onderwerpen die aan de

orde komen zijn onder andere: registratie van de lijsten, vervanging, hergebruik,

bruikleen, restauratie van oude lijsten, aankoop van nieuwe lijsten en benodigde

depotruimte.

In februari en maart vraagt Riny Brocatus-van Leeuwen 60 Nederlandse kunstmusea

mee te doen aan het onderzoek. Wordt ú benaderd voor deze enquête dan hopen wij

natuurlijk van harte dat u meedoet. Wordt u niet benaderd, maar wilt u namens uw

museum wel graag meewerken aan het onderzoek, dan kunt u een bericht sturen naar:

[email protected]

Meer over het ICN-project ‘Schilderijlijsten in Nederland’ kunt u lezen op:

http://www.icn.nl/kenniscentrum/alle%20projecten/project-schilderijlijsten

Page 62: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

62

Bijlage II – ICN project Schilderijlijsten in Nederland

Schilderijlijsten in Nederland Richtlijnen en criteria voor waardering van in Nederland vervaardigde lijsten

Gepubliceerd op 14-05-2009

Projectnaam: Schilderijlijsten in Nederland

Team | projectleider: Eric Domela Nieuwenhuis

Partnerships: Rijksmuseum Amsterdam, Rijksmuseum Twenthe

later uit te breiden met andere musea

Planning: 01-05-2009 tot 01-05-2011

Doel van het project: Een leidraad ontwikkelen voor restauratie en hergebruik van

lijsten

Al meer dan 600 jaar lijsten kunstenaars hun schilderijen in. Toch is er nauwelijks

kennis over Nederlandse lijsten en lijstenmakers en er is maar weinig waardering voor.

Deze kennis is onmisbaar om tot een weloverwogen waardebepaling van

schilderijlijsten te komen. Een waardebepaling is van belang om de lijsten in de

Collectie Nederland goed te beheren en in presentaties tot hun recht te laten komen.

In Kopenhagen, Londen en New York wordt sinds enige jaren onderzoek gedaan naar

schilderijlijsten. Het is van belang dat Nederland hiervan kennisneemt en hierop

aansluit. Samenhang in de Nederlandse expertise over schilderijlijsten biedt daarbij

een meerwaarde.

Het ICN beheert een collectie van ongeveer 750 ‘lege’ lijsten. Deze zullen geselecteerd

worden ten behoeve van behoud en afstoten. Het project heeft als doel om richtlijnen

en criteria te formuleren voor waardering van in Nederland vervaardigde lijsten. Het

resultaat is een leidraad voor restauratie en hergebruik van lijsten. Tevens wordt

onderzocht welke instrumenten de mobiliteit van schilderijlijsten kunnen vergroten,

zodat deze in Nederlandse musea kunnen worden hergebruikt.

Projectleider: Eric Domela Nieuwenhuis

Page 63: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

63

Bijlage III – Enquêteformulier

From frames in the attic

to frames in the picture!

Ingevuld door:

van Museum:

d.d.:

Hoeveel lege lijsten bevinden zich in het depot van uw museum: [ ].

Heeft uw museum deze lege lijsten geregistreerd: Ja/ Nee/ circa %.

Ziet u de collectie lege lijsten als een volwaardig onderdeel van uw collectie: Ja/ Nee.

Heeft u, bij het registreren, behoefte aan een gespecialiseerde thesaurus voor lijsten: Ja/ Nee.

Hoeveel lege lijsten heeft uw museum in de afgelopen vijf jaar in bruikleen gegeven: [ ].

Hoeveel lijsten heeft uw museum de afgelopen vijf jaar laten restaureren: [ ].

Hoeveel lijsten laat uw museum per jaar vervaardigen ten behoeve van schilderijen: [ ].

Hoeveel lijsten heeft uw museum de afgelopen vijf jaar aangekocht op de kunstmarkt: [ ].

Hoeveel lijsten heeft uw museum de afgelopen vijf jaar afgestoten: [ ].

Hoeveel ruimte, in procenten, nemen de lege lijsten in uw depot in: [circa %].

Vindt u het nuttig als er een databank van lege lijsten uit museale collecties komt die bruikleen

tussen musea vergemakkelijkt: Ja/Nee.

Is uw museum bereid om de lege lijsten hiervoor (verder) te registreren en fotograferen: Ja/

Nee/ Alleen de lijsten die wij zelf bruikleenwaardig achten [ ].

Hartelijk dank voor uw medewerking.

Hoogachtend,

Riny Brocatus-van Leeuwen

e-mail: [email protected]

Page 64: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

64

Bijlage IV – Deelnemers enquête Plaats Museum/Instelling Alkmaar Stedelijk Museum Alkmaar Amersfoort Armandomuseum Amsterdam Amsterdams Hist. Museum / Museum Willet-Holthuysen Amsterdam Joods Historisch Museum Amsterdam Museum Van Loon Amsterdam Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam Rijksmuseum Amsterdam Stedelijk Museum Amsterdam Van Gogh Museum, incl. Museum Mesdag Den Haag Apeldoorn Coda Museum Apeldoorn Nationaal Museum Paleis Het Loo Assen Drents Museum Brielle Historisch Museum Den Briel Delft Gemeentemusea Delft Den Bosch Museum Slager Den Haag Gemeente Museum Den Haag Mauritshuis Doorwerth Museum Veluwezoom Dordrecht Dordrechts Museum/Simon van Gijn Eindhoven Van Abbemuseum Enschede Rijksmuseum Twenthe Groningen Groninger Museum Haarlem Teylers Museum Helmond Gemeentemuseum Helmond Hilversum Museum Hilversum Leeuwarden Fries Museum Leiden Stedelijk Museum De Lakenhal Maastricht Bonnefantenmuseum Nijmegen Museum Het Valkhof Rijswijk Instituut Collectie Nederland (ICN) Rotterdam Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam Maritiem Museum Prins Hendrik Schiedam Stedelijk Museum Tilburg De Pont Utrecht Centraal Museum Veere Museum De Schotse Huizen Vlissingen Zeeuws Maritiem Muzeeum Totaal 37

Page 65: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

65

Bijlage V – Indeling registratievelden Christel Kordes Algemeen Instellingsnummer Inventarisnummer Aantal Kaart: van: Identificatie Algemene categorie Specifieke objectnaam Omschrijving Relatie met Eerste inlijsting Beschrijving Afmetingen Hoogte Breedte Diepte/Diameter Buitenmaat Sponningmaat Dagmaat Onderdeel Positie Aspect Trefwoord Bijzonderheid Inscriptie Positie Methode Beschrijving/Transcriptie Bijzonderheid Conditie Positie Materiaal Conditie Positie Afwerking Conditie Compleetheid Restauratie Naam Datum 1 Datum 2 Vervaardiger Vervaardiger Plaats vervaardiging Vervaardigingdatum 1 Vervaardigingdatum 2 Verwerving Wijze verwerving

Page 66: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

66

Voorwaarde Naam Aankoopsom Verwervingsdatum Waarde Waarde datum Reproductie Reproductie Positie Doel Datum Bijzonderheid Herkomst Naam Plaats Datum Documentatie Veldnummer Soort document Auteur Titel Tijdschrift Plaats van uitgave Jaar van uitgave Bijzonderheid Tentoonstelling Titel Museum Begindatum Einddatum Plaats Bijzonderheid Standplaats Standplaats Datum Beschrijver Datum Opmerking Opmerking

Page 67: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

67

Bijlage VI – Indeling registratievelden Rijksmuseum

SK-L nummer Schilderkunst Lijstnummer Type Ornament Constructie Wijzigingen Ophang Conditie Overig Vervaardiger Datering Materiaal Techniek Afmetingen Buitenmaat Dagmaat Gerelateerd schilderij Opschrift Voorzijde Achterzijde

Page 68: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

68

Bijlage VII – Uitkomst enquête .

De schilderijlijst

in de schijnwerpers!

Ingevuld door: 36 Musea en het ICN

13 februari - 12 april 2010

Hoeveel lege lijsten bevinden zich in het depot van uw museum: 3536

Heeft uw museum deze lege lijsten geregistreerd: 10xJa 21xNee 5xDeels 1xN.v.t.

Ziet u de collectie lege lijsten als een volwaardig onderdeel van uw collectie:

18xJa 18xNee 1x Sommige

Heeft u, bij het registreren, behoefte aan een gespecialiseerde thesaurus voor lijsten:

16xJa 20xNee 1xTwijfel

Hoeveel lege lijsten heeft uw museum in de afgelopen vijf jaar in bruikleen gegeven: 3

Hoeveel lijsten heeft uw museum de afgelopen vijf jaar laten restaureren: 578

Hoeveel lijsten laat uw museum per jaar vervaardigen ten behoeve van schilderijen: 69

Hoeveel lijsten heeft uw museum de afgelopen vijf jaar aangekocht op de kunstmarkt: 10

Hoeveel lijsten heeft uw museum de afgelopen vijf jaar afgestoten: 704

Hoeveel ruimte, in procenten, nemen de lege lijsten in uw depot in: ruim 1%

Vindt u het nuttig als er een databank van lege lijsten uit museale collecties komt die bruikleen

tussen musea vergemakkelijkt: 23xJa 13xNee 1xTwijfel

Is uw museum bereid om de lege lijsten hiervoor (verder) te registreren en fotograferen:

10xJa 8xNee 16xAlleen de lijsten die wij zelf bruikleenwaardig achten 3xN.v.t

Page 69: Riny Van Leeuwen, De Schilderijlijst in de Schijnwerpers, 2010

69

Riny Brocatus-van Leeuwen

Kostverloren 9

6661 DW Elst (Gld.)

[email protected]

http://nl.linkedin.com/pub/riny-brocatus-van-leeuwen/19/49b/876

copyright 2010