RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7....

52
EUROPA ALS VREDESPROJECT RICHTING GEVEN AAN EUROPA

Transcript of RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7....

Page 1: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

EUROPA ALS VREDESPROJECT

RICHTING GEVEN AAN EUROPA

Page 2: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

Bezoekadres: Postadres:Godebaldkwartier 74 Postbus 193183511 DZ UTRECHT 3501 DH UTRECHT

Telefoon: 030 233 33 46Fax: 030 236 81 99Website: www.ikvpaxchristi.nlE-mail: [email protected]

Deze notitie is op verzoek van het IKV-bestuur geschreven, door de hiertoe in het leven geroepen Europawerk-groep. Deze bestond uit de volgende leden (in alfabetische volgorde): • Dion van den Berg (senior beleidsadviseur IKV Pax Christi)• Jack Bogers (vice-voorzitter IKV-bestuur)• Jan Gruiters (directeur IKV Pax Christi)• Laurens Hogebrink (voormalig bestuurslid IKV)• Frans Hoppenbrouwers (studiesecretaris Stichting Communicantes)• Frans-Bauke van der Meer (bestuurslid IKV) • Arie Oostlander (voormalig lid van het Europees Parlement voor het CDA)Jan Hoekema, burgemeester van Wassenaar, fungeerde als meelezer en gaf meerdere malen waardevolle schrifte-lijke input.

De werkgroep werd ondersteund door Welmoed Verhagen, beleidsmedewerker IKV Pax Christi. ProgrammaleidersGuido de Graaf Bierbrauwer, Joost van Puijenbroek en Jannie Kuik leverden voorzetten voor enkele paragrafen.

Utrecht, 9 mei 2009 (Dag van Europa)

Voor vragen en reacties: [email protected]

Foto op voorpagina: Drie jongeren lopen lachend met een EU vlag in München, Duitsland. Foto: Juice Images, ANP.Overige foto’s en illustraties: Annemarie Sweeris, IRIN News, Len Munnik, Thea Buuron, Jan Stegeman, RBP, René Piersma, RienSiers, Miroslav Zajic, Jaap Spieker, Arend van Dam, Linda Graham, Tim Malyon, Fokker-VFW, Jan Lankveld, Jan Jaap van Oosterzee.

Page 3: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

3

Paginanummer

Inleiding 4

1. Europa als waardengemeenschap 8

2. De geschiedenis van Europa als vredesproject 12

3. Non-statelijke actoren op de bres voor Europa: de oecumene en de vredesbeweging 21

4. De uitbreiding van de Europese Unie 32

5. Europees veiligheidsbeleid 38

6. Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44

7. Slotbeschouwing 50

Inhoudsopgave

Page 4: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

4

“Burgers van Europa, wij mogen ons gelukkig prijzen!We leven in vrede en welvaart, wij weten ons veilig inonze rechtsorde en koesteren onze mensenrechten.Inderdaad, het is nog niet volmaakt, maar noem eenseen land of continent waar het beter is…” Waar of nietwaar, propaganda of werkelijkheid?

In juni 2009 vinden de verkiezingen voor het EuropeesParlement plaats. Vele miljoenen kiezers gaan voor heteerst Europees stemmen! Wat zal het worden? Opnieuween dieptepunt van Euroscepsis, of zullen deeconomisch onzekere tijden dit jaar in het voordeelwerken van ‘Europa’? Zijn er mogelijkheden om dealoude boodschap en verworvenheden van Europa alsvredesproject weer te laten sprankelen?

De Europese Unie imponeert vanwege haar groeiendeeconomische macht. Daarmee is ook de verwachtinggegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult alspolitieke speler op het wereldtoneel. Dit blijft helaas eenzwak punt, mede omdat individuele lidstaten meer daneens de eigen nationale belangen voorop stellen. Tochkomt het soms tot interessante initiatieven. Het EU-optreden naar aanleiding van de oorlog tussen Ruslanden Georgië in augustus 2008 is daarvan een voorbeeld.De EU is bovendien aantrekkelijk voor veel landen aande randen ervan: veel Midden- en Oost-Europese landenzijn lid geworden. Andere landen, zoals Kroatië enMacedonië, maar ook Turkije, Bosnië-Herzegovina enServië, ambiëren het lidmaatschap van de EuropeseUnie. Verder weg gelegen landen, denk aan Georgië enOekraïne, willen eveneens graag aansluiten. De Euroblijkt een sterke munt en heeft de verwachtingenwaargemaakt die experts destijds koesterden. De Eurobiedt meer bescherming tegen de kredietcrisis dan deafzonderlijke munten hadden kunnen doen.

Ondanks evidente successen lijkt toch een zekerehalfhartigheid in het denken over Europa de boventoonte voeren. Enerzijds willen de Europeanen er in grotemeerderheid bij horen. Zij willen meer ‘Europa’ op degebieden van politie, justitie, openbare veiligheid,energievoorziening, milieu en buitenlandse politiek.Anderzijds ziet een groot deel van de bevolking de EUals een naar bevoegdheden graaiende, overgereguleerdeinstantie en als een bureaucratische moloch die regelsmaakt die de burger soms bevreemden. De toegevoegdewaarde van de EU was voor veel mensen de afgelopenjaren niet of niet langer duidelijk en verdereontwikkeling en uitbreiding werden en worden metargusogen bekeken. Het ‘nee’ tegen de nieuwe ‘EU-

grondwet’ in de referenda in Frankrijk en Nederland(2005) en later in Ierland (2008) bracht dit gevoel totuitdrukking. Voor deze groep wogen de lasten zwaarderdan de lusten.

Wat de Europese integratie een land als Nederland heeftopgeleverd, is desalniettemin genoegzaam bekend.Denk aan de vruchten die ons land heeft kunnenplukken van het Europees landbouwbeleid en devoordelen van de Euro, die ook in de huidige mondialefinancieel-economische crisis goed standhoudt. Dit jaar,bijna 65 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlogen 20 jaar na de val van de Muur in 1989, zijn eropnieuw verkiezingen voor het Europees Parlement (4– 7 juni 2009). Ze vormen een goede aanleiding om devraag naar de betekenis van Europa opnieuw enindringend te stellen, met daaraan gekoppeld de vraagwat nodig is om die betekenis ook waar te maken:vanuit de politiek en vanuit de samenleving. Als we dievraag niet centraal stellen in het Europadebat, lijkt hetzeker dat de verkiezingen een nieuwe demonstratie vanscepsis en desinteresse zullen worden.

Als vredesbeweging voelen we ons geroepen omonverschilligheid jegens Europa niet onweersproken telaten, zeker nu we ons geconfronteerd weten metingrijpende economische problemen. De financieel-economische crisis onderstreept naar ons oordeel hetbelang van het afstoffen en versterken van de morelegrondslag van de EU. En dan ligt er ook de uitdaging omals Europa het goede antwoord te geven op de nieuwepolitieke oriëntatie van de Verenigde Staten, deafgelopen maanden door president Barack Obama ingang gezet. Wij hopen dan ook dat de kiezers in dezespannende tijden reële afwegingen zullen maken enhun verantwoordelijkheid als burger zullen oppakken.Ook daarvoor wil deze nota een handvat bieden.

Vredesproject EuropaAlle gemopper en Euroscepsis ten spijt vormt Europaanno 2009 een politieke vanzelfsprekendheid. Tegelij-kertijd zijn de oorspronkelijke drijfveren van de stich-ters van de Unie nauwelijks meer bekend. Juist omdatdie zo veel met oorlog en vrede te maken hebben, is hetvan bijzonder belang om Europa als vredesfactor te her-ontdekken – en niet alleen voor de vredesbeweging. Europa is begonnen als vredesproject - een project datde onderlinge betrekkingen van de lidstaten zelf in hogemate positief zin heeft beïnvloed. De bevordering vande internationale veiligheid tussen de lidstaten, de ‘in-terne veiligheid’, stond centraal. Naast het ‘nooit meer

Inleiding

Page 5: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

5

oorlog’ na de Tweede Wereldoorlog betrof dit ook hetvoorkomen van de nieuwe crisis zoals in de jaren der-tig. In toenemende mate echter voelde de EU zich ookuitgedaagd de externe veiligheid gezamenlijk te be-hartigen. Deze beantwoordde eveneens aan de visie vande grondleggers van het moderne Europa, die nadruk-kelijk ook armere continenten, Afrika voorop, wildenlaten meeprofiteren van de economische ontwikkelingvan Europa. Deze zienswijze komt anno 2009 ook tot ui-ting in de relaties met landen aan de randen van hetverdragsgebied. De arrangementen die tot stand zijn ge-komen, vervullen, nog los van perspectieven op lid-maatschap, ook een rol bij de bevordering van vrede enveiligheid. De langjarige ontwikkeling van een ge-meenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, hoemoeizaam ook, geeft evenzeer uiting aan het verlangennaar een grotere rol van de EU op het gebied van vredeen veiligheid. Binnen de EU wordt het verband tussende interne en externe veiligheid veelvuldig benoemd.

In deze nota concentreren we ons als vredesbewegingop de vraag welke rol Europa voor vrede en veiligheidheeft gespeeld, nu speelt, en in de toekomst kan spelen.We komen daarbij te spreken over andere belangrijkefuncties van de EU op het gebied van economie, milieuen sociale gerechtigheid, omdat die naar onze meningeen grote en onmiskenbare invloed uitoefenen op vredeen veiligheid. We roepen andere maatschappelijke, ker-kelijke en politieke groeperingen op om vanuit deze enandere invalshoeken de zin van de EU te doordenken eneen gedurfde visie op de toekomst te ontwikkelen endaar zelf ook invulling aan te geven.

We willen graag een creatieve discussie aanzwengelenom Europa weer dichtbij te brengen. Het gaat erom datEuropa door onze inzet een steeds sterkere factor wordt

bij het voorkomen van oorlog en het stichten van vrede.Dit is niet alleen een militaire aangelegenheid of hetvervullen van een voorbeeldrol, maar vraagt ook een ac-tieve civiele inspanning. Daardoor is Europa misschienwel het belangrijkste vredesproject wereldwijd, een pro-ject waarop we moeten inzetten vanuit het besef dat weanno 2009 met problemen en uitdagingen van doenhebben die geen land meer op eigen kracht kan hante-ren.

Er zijn meerdere Europese instellingen en instituties.Denkend aan de bevordering van democratie en men-senrechten is bijvoorbeeld de Raad van Europa belang-rijk. Bij de Raad van Europa is het Europees Hof voor deRechten van de Mens ondergebracht dat recht spreektop basis van het Europees Verdrag van de Rechten vande Mens (EVRM). Dit verdrag maakt deel uit van de in-ternationale Europese rechtsorde, maar zal in deze notaniet uitvoerig besproken worden. Ook de OVSE (Organi-satie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) en deNAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie) leverenbijdragen aan de verdere ontwikkeling van Europa,maar ook zij zullen slechts een enkele keer genoemdworden. Dat we in deze nota vooral over de EuropeseUnie schrijven, mag niet gezien worden als een ontken-ning van het belang van deze instituties. We hebben ge-kozen voor de focus op de Europese Unie vanwege dekapstok van de verkiezingen voor het Europees Parle-ment en omdat het de grootste, belangrijkste en meestbepalende van de Europese instituties is – waarover bur-gers zich periodiek, juist vanwege de verkiezingen voorhet Europees Parlement, een mening moeten vormen.

Het voorbeeld van de Europese samenwerking heeft lan-den op andere continenten geïnspireerd bij de ontwik-keling van organisaties voor regionale samenwerking.Vanzelfsprekend speelt hierbij een grote rol dat dezelanden zien dat de EU succesvol is. De EU heeft vredehelpen veiligstellen tussen de lidstaten, de (Europese)democratische rechtsstaat laten wortelen en krachtigbijgedragen aan de economische ontwikkeling van delidstaten. De Afrikaanse Unie (AU), opvolger van de Or-ganisatie van Afrikaanse Eenheid, heeft belangrijke ele-menten overgenomen van de EU-aanpak. Desamenwerking binnen de AU richt zich op crucialezaken als economie, democratie en veiligheid. De AUkent een parlement (zoals wij het Europees Parlementhebben). De Afrikaanse Unie tracht ook een (coördine-rende) rol te spelen bij vredesmissies op het eigen con-tinent, waarvan de missie in Darfur nu de belangrijksteis. Ook een organisatie als de ASEAN (Association of Sou-theast Asian Nations) heeft goed gekeken naar organisa-tie en werkwijze van de EU. Het succes van de EU en hetfeit dat andere organisaties voor regionale samenwer-

Bij de start van het Europese experiment speelde ook de wensom Afrika te ontwikkelen een rol.

Page 6: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

6

king daarvan leren legitimeert de inzet van Europa omook de onderliggende grondwaarden van vrede, verzoe-ning en solidariteit in den vreemde uit te dragen. Ookdat hoort bij richting geven aan Europa.

Europa begon immers als vredesproject, eerst in devorm van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal(EGKS, 1951) en de Europese Economische Gemeenschap(EEG, 19571). In de naamgeving komt reeds de gedachtetot uiting dat economische samenwerking een belang-rijke conditie voor vrede en stabiliteit is. Uniek blijft dat,zo kort na de Tweede Wereldoorlog met zijn ongekendeverschrikkingen, de strijdende partijen intensief met el-

kaar gingen samenwerken. Dit betrof met name deaartsvijanden Frankrijk en Duitsland, die immers tus-sen 1870 en 1945 drie oorlogen hadden uitgevochten.Italië, Nederland, België en Luxemburg sloten zich aan.Oorlog tussen deze landen om onderlinge conflicten opte lossen is daarmee in hoge mate ondenkbaar gewor-den.

Opbouw van dit documentDeze vredesidentiteit wordt geduid in hoofdstuk 1. Ener-zijds gaat het, zeker vanuit het perspectief van Europaals vredesproject, om het slaan van bruggen, het ver-binden van verschillende culturen en belangen. Ander-zijds kan samenwerking alleen duurzaam envruchtbaar zijn als er in voldoende mate sprake is vaneen gezamenlijke waardenoriëntatie2. In hoofdstuk 1wordt duidelijk om welke waarden het gaat.

In hoofdstuk 2 gaan we uitvoerig in op de geschiedenisvan de EU, als vredesproject. We zullen daarbij latenzien dat de vredesfilosofie van de oprichters een be-langrijke pijler was en is van de groeiende samenwer-king in Europa. Samenhang, integratie en wederzijdseafhankelijkheid hebben ervoor gezorgd dat individuelelanden geen belang meer hebben bij een gewelddadigconflict.

Maar Europese samenwerking is en was niet alleen eenzaak van overheden. Zij is mede vormgegeven door ‘niet-statelijke actoren’: burgers, maatschappelijke organisa-ties, kerken en bedrijven. In hoofdstuk 3 schetsen wij debetekenis van oecumenische relaties bij de integratievan Europa en het omgaan met diversiteit. We staan indit hoofdstuk over de niet-statelijke actoren ook stil bijde bijdrage van de vredesbeweging aan de Europese een-wording.

In hoofdstuk 4 staan we stil bij de verdere uitbreidingvan de EU. In dit hoofdstuk bijzondere aandacht voorTurkije, Servië en het zogenaamde ‘nabuurschapbeleid‘.Dit beleid geeft, los van een concreet perspectief op toe-treding tot de EU, richting aan de samenwerkingspro-gramma’s en politieke dialoog met landen aan deranden van het verdragsgebied van de EU. We zullenconcluderen dat de toetredingscriteria strikt moetenworden nageleefd, maar dat de EU wel meer kan doen

AppelDe grondleggers van het moderne Europa, die na deTweede Wereldoorlog het proces van Europese integratiestartten, waren geïnspireerd door de waarden van vrede,verzoening en solidariteit. Deze waarden kregen een poli-tieke vertaling in de vorm van een wettelijk kader voorde ontwikkeling en versterking van deze unieke vormvan een (Europese) internationale rechtsorde. Dit is eenconstante opdracht, die steeds opnieuw is ingevuld naaraanleiding van nieuwe kansen en uitdagingen voor deeenwording van Europa.De eerste helft van de 20e eeuw is getekend door oorlogenen onmenselijke ellende, de tweede helft door vrede, sa-menwerking en economische voorspoed. Toch dreigen degrondwaarden in de vergetelheid te raken en staan mil-joenen Europeanen niet meer stil bij het belang van deverworvenheid van de Europese rechtsorde.Wij willen laten zien hoe vruchtbaar het praktisch idea-lisme van de grondleggers van de EU was en hoe we degrondwaarden en de rechtsorde vandaag opnieuw tenbate van de vrede kunnen, nee moeten waarderen enhanteren. Wij doen daarom een appel op burgers, maatschappelijke orga-

nisaties en de politiek om de morele en politieke drijfveren (de

waarden en de rechtsorde) van Europa te erkennen en te ver-

sterken, en in het licht van de nieuwe uitdagingen een actuele

vertaling te geven. Wij vragen om een hernieuwd elan voor Eu-

ropa als vredesproject.

___________________________________________________ __

1 Bij de jaartallen van de Europese verdragen kiezen wij voor het jaar van de totstandkoming, niet voor de definitieve

ondertekening of de inwerkingtreding. Bij voorbeeld: het Verdrag van Maastricht, waarbij de Europese Unie werd opgericht,

kwam tot stand tijdens het Nederlandse voorzitterschap, in december 1991. Maar het werd na de jaarwisseling, begin 1992,

definitief ondertekend. Wij kiezen hier dus voor het jaartal 1991.

Page 7: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

7

om de hervormingen actief te ondersteunen – vooraldoor minder top-down en meer bottom-up te werken.

In hoofdstuk 5 gaan we nader in op het Europese defen-siebeleid. Hoe komt het dat de legers van de EU-lidstatenzo moeizaam samenwerken? Maar ook: hoe kunnen wedoor Europese samenwerking méér doen om vredesmis-sies in Afrika meer slagkracht te geven? En kunnen wenu eindelijk de kernwapens van het Europese continentlaten verdwijnen? Zijn dit realistische uitdagingen of almet al toch slechts mooie luchtfietserij?

In hoofdstuk 6 kijken we naar de rol van Europa in denieuwe realiteit van de multipolaire wereld. We staan

stil bij de relatie van de EU met Rusland, de rol van Eu-ropa in Afrika en beleid en betrokkenheid van Europabij het Midden-Oosten, meer specifiek het Israëlisch-Pa-lestijnse vraagstuk. De EU is lid van het zogenaamdeKwartet, maar tegelijkertijd intern zeer verdeeld.

Hoofdstuk 7 tot slot biedt enkele laatste bespiegelingen,waarin enkele hoofdlijnen weer samenkomen. Wehoren graag van u hoe u oordeelt over onze ideeën. Weroepen u graag op om deze nota kritisch door te nemenen ons commentaren en aanvullende suggesties niet teonthouden!

Het motto van de Vredesweek 2009 is ‘Naar een nieuw klimaat van vrede’. Dit motto kan door parochies, ge-meenten en geïnteresseerde lokale groepen op allerlei manieren worden uitgewerkt (zie www.vredesweek.nl).Vanuit de werkorganisatie van IKV Pax Christi zal in de Vredesweek extra aandacht geschonken worden aanEuropa als vredesproject. Deze nota wil daaraan bijdragen.

___________________________________________________ __

2 Wij volgen in deze publicatie voor dit begrip de spelling van het Witte Boekje dat – naar ons oordeel terecht – waardenstelsel

prefereert boven waardestelsel (de spelling die het Groene Boekje voorschrijft). Naar analogie zullen we dus waardenoriëntatie

en waardengemeenschap schrijven. Verder proberen wij braaf de spelling van het Groene Boekje te respecteren.

Page 8: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

8

De EU wordt veelal als een waardengemeenschap be-schouwd: een aantal gemeenschappelijke en funda-mentele waarden verlenen de broodnodigeduurzaamheid en effectiviteit aan het samenwerkings-verband. Zulke gezamenlijke waarden blijken noodza-kelijk om overeenstemming te bereiken overontwikkelingen op langere termijn en schenken het ver-trouwen om op gemaakte afspraken verder te bouwen.

Aan deze gedeelde waarden ontleent de EU een identi-teit die gezamenlijk beleid en gezamenlijke initiatievenmogelijk maakt en die de kern vormt van de toetre-dingscriteria voor potentiële nieuwe lidstaten. Delen deaspirant-leden die waarden in voldoende mate? Als datniet het geval is, zou hun toetreden afbreuk doen aanhet gemeenschapskarakter en aan de vanzelfsprekend-heid en kwaliteit van samenwerking en solidariteit inde EU. Dan kan toetreding dus niet aan de orde zijn.

Gemeenschappelijke waarden zijn dus belangrijk. Maarom welke waarden gaat het bij de Europese Unie eigen-lijk? De debatten die in en over Europa worden gevoerd,lijken immers heel verschillende antwoorden op dezevraag op te leveren. Om de vraag goed te kunnen be-antwoorden, moeten we terug naar de jaren na deTweede Wereldoorlog, terug naar de tijd waarin de wor-tels liggen van de huidige EU.

1.1. GrondwaardenDe grondleggers van het moderne Europa, die na deTweede Wereldoorlog het proces van Europese integra-tie startten, waren geïnspireerd door een aantal grond-waarden te beginnen met vrede en verzoening. Zij zagenhet werken aan vrede en verzoening als plicht, als deenige juiste duurzame reactie op alle vernietiging diede oorlog het continent en de wereld gebracht had. Hetging ook toen al, met Europa nog in puin, niet alleenom West-Europa; ook al toen werd gekeken naar de an-dere continenten, in het bijzonder naar het meest armevan alle continenten, Afrika. Solidariteit was aldus ookeen grondwaarde, die zowel binnen als ook buiten hetsamenwerkingsverband geoefend moest worden.

Deze grondwaarden staan direct in verband met demensenrechten, de eerste generatie van de burger- enpolitieke rechten en de tweede generatie van de collec-

Europa als waardengemeenschap

Hoofdstuk 1

Jongeren bezoeken het voormalig vernietigingskamp Treblinka

(Polen). Uit de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog is het Euro-

pese vredesexperiment ontstaan. Dat besef moet behouden blijven.

Robert Schuman, één van de grondleggers van de EGKS.

Page 9: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

9

tieve (economische, sociale, culturele) rechten. De Eu-ropese mensenrechtenconceptie heeft onder anderevorm gekregen in het Europees Verdrag voor de Rechtenvan de Mens (EVRM, in 1950 opgesteld en nadien uitge-breid met een reeks protocollen).

De grondwaarden kregen ook een politieke vertaling inde vorm van een wettelijk kader voor de ontwikkelingvan democratie en rechtsstaat en versterking van de in-ternationale rechtsorde. Realisatie van deze waardenvergt immers het bestaan van een rechtsorde, eenrechtsstaat waar zij onderdeel van uitmaken: een sa-menleving waarin recht, democratie, mensenrechten envreedzame onderlinge betrekkingen voorop staan. Inzo’n context kunnen de uitgangspunten van economi-sche ontwikkeling een plek vinden zonder dat het re-

sultaat een meedogenloos kapitalisme wordt met groteverschillen in welvaart en kansen. Ook vormt een rechts-statelijke waardengemeenschap een platform waaropvreedzaam met verschillende, veranderende en diverserwordende culturele waarden kan worden omgegaan.

1.2. Economische waardenMaar anno 2009 gaat het voor zeer velen toch vooral omeconomische waarden, over een samenwerking dieonze welvaart moet vergroten en bewaken. Eerlijke con-currentie speelt bij de vrije markt zoals die binnen deEU ontwikkeld is een belangrijke rol, dat wil zeggen bin-nen de EU zelf. Kartelvorming en vormen van nationaleoverheidssteun voor bedrijven zijn daarom uit den boze;het is een dagtaak voor een lid van de Europese Com-missie, momenteel Neelie Kroes, om toe te zien op de

Uit de preambule van het Verdragvan Rome (1957):

- vastbesloten, de grondslagen te leggen voor eensteeds hechter verband tussen de Europese volke-ren; - besloten hebbende, door gemeenschappelijk op-treden de economische en sociale vooruitgang vanhun landen te verzekeren en daartoe de barrièresdie Europa verdelen te verwijderen; - vaststellende, als wezenlijk doel van hun streven,een voortdurende verbetering van de omstandighe-den waaronder hun volkeren leven en werken, teverzekeren; - erkennende, dat de verwijdering van de be-staande hinderpalen eensgezind optreden vereistteneinde gestadige expansie, het evenwicht in hethandelsverkeer en de eerlijkheid in de mededin-ging te waarborgen; - verlangende, de eenheid hunner volkshuishou-dingen te versterken en de harmonische ontwikke-ling daarvan te bevorderen door het verschil inniveau tussen de onderscheidene gebieden en deachterstand van de minder begunstigde gebiedente verminderen; - geleid door de wens, door middel van een ge-meenschappelijke handelspolitiek bij te dragen totde geleidelijke opheffing der beperkingen in hetinternationale handelsverkeer; - wensende, de verbondenheid van Europa met delanden overzee te bevestigen en verlangende, de

ontwikkeling van hun welvaart te verzekeren, over-eenkomstig de beginselen van het Handvest derVerenigde Naties; - vastbesloten, door deze bundeling van krachtende waarborgen voor vrede en vrijheid te versterken,en de overige Europese volkeren die hun idealendelen, oproepende zich bij hun streven aan te slui-ten.

Uit het Verdrag van Lissabon (2007):

Preambule, 1a: Geïnspireerd door de culturele, religieuze en hu-manistische tradities van Europa, die ten grond-slag liggen aan de ontwikkeling van de universelewaarden van de onschendbare rechten van demens en van vrijheid, democratie, gelijkheid en derechtsstaat

Artikel 1 bis:De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbiedvoor de menselijke waardigheid, vrijheid, democra-tie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging vande mensenrechten, waaronder de rechten van per-sonen die tot minderheden behoren. Deze waar-den hebben de lidstaten gemeen in eensamenleving die gekenmerkt wordt door plura-lisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, recht-vaardigheid, solidariteit en gelijkheid van mannenen vrouwen.

Page 10: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

10

eerlijke concurrentie. Overigens krijgt het EU-beleid datop deze economische liberale waarden voortbouwt, ookveel kritiek te verduren. Zo ervaren bij voorbeeld (lokale)overheden nationale overheidssteun steeds minder alsin tegenspraak met de wijze waarop overheden in sa-menwerking met economische en maatschappelijke ac-toren maatschappelijke problemen proberen op telossen. Structurele relaties met maatschappelijke en pri-vate organisaties, startsubsidies voor goede initiatievenen gedeelde risico’s worden daarbij vaak als voorwaar-den voor stabiele en vruchtbare samenwerking gezien.Wellicht heeft ook de financiële en economische crisisgevolgen voor deze waardenoriëntatie. De neiging omprimair naar het nationale belang te kijken wordt er-door vergroot. Om al die redenen wordt de Europese re-gelgeving nogal eens als belemmerend gezien. Daarstaat uiteraard tegenover dat diezelfde regelgeving bij-draagt aan eerlijke concurrentie en internationale han-del onder randvoorwaarden die behoud en verbeteringvan milieu en gezondheid beogen. Met dat laatste is ove-rigens al aangegeven dat het niet alleen om strikt eco-nomische waarden gaat. Toch is het in brede kring gebruik om de eigen natio-nale economische belangen centraal te stellen en de EUalleen te steunen voor zover wij (economisch) beter wor-den van de Europese samenwerking. Dus: we willenminder geld betalen aan Brussel en we willen meer geldkrijgen van Brussel. Daarnaast zijn vrede en verzoeningof verwijzingen naar de verschrikkingen van de TweedeWereldoorlog en de kracht van samenwerking en soli-dariteit als bewakers van vrede vaak aan dovemansorenbesteed.

Gelukkig neemt de laatste jaren het besef weer toe datde traditionele liberaal-economische uitgangspuntenals waardenoriëntatie uiteindelijk ontoereikend zijn. Zekunnen niet dienen als basis voor verdere (ontwikkelingvan) Europese samenwerking en zijn ontoereikend voorde handhaving van het model van een sociale markt. Decriteria die in 1993 tijdens de EU-top in Kopenhagen zijnvastgesteld voor de toetreding van nieuwe lidstaten (dezogenaamde Kopenhagencriteria), geven blijk van datbesef. Het is niet voor niets dat de politieke ijkpuntenvan democratie en mensenrechten zo’n centrale rol ver-vullen, naast de criteria van een goed functionerendemarkteconomie en van het vermogen om de volledigeregelgeving van de EU (het acquis communautaire) over tenemen.

1.3. Debat over de christelijke waardenOp andere momenten en in andere debatten lijkenvooral de religieus-culturele waarden centraal te staan.Vaak wordt de christelijke of christelijk-humanistischeachtergrond van Europa genoemd als een argument

waarom Turkije, een groot land met ruim 70 miljoeninwoners waarin de islam in de samenleving nadruk-kelijk aanwezig is, niet bij de EU kan horen. Tegenoverlanden met grote orthodoxe kerken wordt soms een ver-gelijkbare redenering gebruikt. Alleen landen die doorhet westers christendom (katholicisme en protestan-tisme) zijn gestempeld, zouden echte democratieën kun-nen zijn. Dat het Europese christendom en hethumanisme het denken over Europese samenwerkingzeer hebben bepaald, staat buiten kijf. Maar daaruitvolgt niet dat landen die een andere culturele herkomsthebben niet aan de Europese idealen, grondwaarden enprocedures kunnen beantwoorden en nooit en te nim-mer deel kunnen uitmaken van het vredesproject Eu-ropa. Zo werkt de ontstaansgeschiedenis niet, en dat ismaar goed ook! Het zijn niet de eerste zes leden van hetEuropese experiment, die de Europese geschiedenis dic-teren op basis van hun nationale geschiedenissen en re-ligieuze affiniteiten.

Het is zeker mogelijk om over de EU te spreken als eenverzameling lidstaten die door christelijke en later hu-manistische waarden gevormd zijn. In zo’n verband isde verwijzing naar de christelijke wortels immers fei-telijk het benoemen van de historische herkomst vanEuropa en Europese grondwaarden. Het is een belang-rijk historisch feit dat voor Jean Monnet, Robert Schu-man en de andere grondleggers van de Europesesamenwerking relevant was! Nog steeds onderbouwenvele miljoen burgers in de EU-lidstaten hun steun voorEuropa, met kracht van argumenten, onder verwijzingnaar deze herkomst en hun eigen geloofsovertuiging.Maar aangezien de islam als religie in West-Europeselanden in betekenis is toegenomen en tegelijkertijd derol van de christelijke kerken is afgenomen (ontkerke-lijking), is het mogelijk noch gewenst om de EU in nor-matieve zin (exclusief) christelijk te noemen. Eendergelijke normatieve uitspraak is ook in strijd met eenvisie op Europa als vredesproject, waarbij niet de ge-loofswaarden maar de rechtsorde het normatieve poli-tieke ankerpunt vormt. Met andere woorden: het feitdat de lidstaten van de EU doordesemd zijn van cultu-rele oriëntaties die uit het christendom zijn voortge-komen, betekent niet dat landen die niet door dezechristelijke tradities gevormd zijn dan ‘dus’ geen lidvan de Europese Unie zouden kunnen worden. In de Ko-penhagencriteria treffen we ook geen verwijzing aannaar religieuze oriëntaties, wel naar de noodzakelijkescheiding van kerk en staat. De rechtsstaat staat cen-traal. Het is juist een kenmerk van het christelijk-hu-manistische Europa dat het een open project is datideologisch gastvrij is – zolang de rechtsstaat maar ge-waarborgd is en goed functioneert. Dat de EU als openproject functioneert blijkt ook uit het feit dat miljoe-

Page 11: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

11

nen burgers van de EU-lidstaten zich atheïst, agnost,halfgelovig of andersgelovig noemen, en desalniette-min overtuigd zijn van het belang van de EU en haarverworvenheden.

Vele overtuigde Europeanen benadrukken dat het juistnu moet gaan om het realiseren van leefbare verbin-dingen tussen verschillende culturen, al dan niet metreligieuze dimensies als onderdeel daarvan. Met de ver-anderende en toenemende culturele diversiteit binnende EU en met de groeiende rol van culturele verschil-len in externe relaties, neemt de urgentie daarvan toe,juist ook uit het oogpunt van bevordering van vrede enveiligheid. Deze ambitie sluit natuurlijk goed aan bijhet motto van de EU: ‘In verscheidenheid verenigd’. Na-tuurlijk kunnen de EU en de EU-lidstaten multicultu-reel samenleven niet bij wet verplichten. Zij kunnenzich wel rekenschap geven van de (politieke, culturele,religieuze en demografische) feiten en randvoorwaar-den helpen creëren die burgers en burgerverbanden instaat stellen hun burgerschap ten algemenen nutte inte vullen in de gegeven multiculturele en multireligi-euze context. Naar onze stellige overtuiging zijn vrede, verzoening ensolidariteit de onderliggende grondwaarden van hetproces van de Europese integratie en dient de rechts-orde, dat wil zeggen het rechtsstatelijke karakter metinbegrip van democratie, mensenrechten en vreedzameconflicthantering, de kern van de Europese waarden-gemeenschap te zijn. Binnen die context vormen hetstreven naar welvaart, welzijn en duurzaamheid en hetbouwen van bruggen tussen culturen de grote uitda-gingen van de EU.

Bij verdere uitbreiding van de EU moeten deze waardenhet ijkpunt vormen. Wij voegen daaraan toe dat hetvreedzaam omgaan met verschillen en conflicten zichniet beperkt tot de interne relaties in de EU (interne vei-ligheid), maar ook betrekking dient te hebben op rela-ties met omringende landen en anderen om hetwereldtoneel, zelfs als die (nog) niet tot een dergelijkewaardengemeenschap kunnen worden gerekend (be-vordering van externe veiligheid).

Multicultureel Europa. Miljoenen zijn naar Europa gekomen en

zullen hier blijven wonen en werken.

Page 12: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

12

Het Europese experiment dat in 2007 uitmondde in eenEuropese Unie met 27 lidstaten begon direct na deTweede Wereldoorlog vanuit de wens om vrede, verzoe-ning en solidariteit in een internationale rechtsge-meenschap te verankeren. Het werd een proces vanvallen en opstaan. Er waren onbetwiste hoogtepuntenzoals de val van de Muur en de introductie van de Euro.Maar ook verkruimelden illusies door nieuwe volkeren-moorden en massaslachtingen in het hart van Europa,de westelijke Balkan, in de jaren negentig. Daarom: watzijn de kansen voor Europa als vredesproject en welkelessen hebben we uit de afgelopen decennia geleerd?

Het wordingsproces van de EU laat een aantal spannin-gen en dilemma’s zien, die op diverse momenten bepa-lend zijn geweest voor debatten en besluitvorming: • het vinden van de balans tussen vredesbevordering,

versterking van de rechtsstaat en economische ontwikkelingIn hoofdstuk 1 hebben we al aangegeven hoe in bepaalde perioden accenten gelegd werden en speci-fieke motieven naar boven kwamen.

• het vinden van de balans tussen verdieping (steeds intensie-

ver samenwerking en integratie van Europees beleid opnationaal vlak) en verbreding (uitbreiding van het aantallidstaten)In sommige perioden stond verdieping meer centraalen dan weer verbreding. De uitdaging na de val vande Muur was het verdiepingsproces dat toen al doorJacques Delors, voorzitter van de Europese Commis-sie, in gang was gezet te combineren met het verbre-dingsproces dat de overwinning van de tweedeling inEuropa zou bezegelen.

• geldt alle beleid voor alle lidstaten of kan ook met verschil-lende snelheden worden gewerkt?Er wordt wel gesproken over een ‘kern-EU’ die hetvoortouw neemt en dan op termijn gevolgd kan wor-den door de langzamer lidstaten. Bij de introductievan de Euro en het Schengenverdrag (uniformeringvan visumbeleid door een aantal lidstaten van de EU)is het uitgangspunt van de verschillende snelhedenin praktijk gebracht, omdat niet alle lidstaten mee-doen. Het concept van een ‘kopgroep’ werd in de ont-werp-Grondwet van de EU vastgelegd en aanvoorwaarden gebonden.

De geschiedenis van Europa als vredesproject

Hoofdstuk 2

De ontwikkeling van de Europese Unie in vogelvlucht en enkele jaartallen1951: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)1952: Europese Defensiegemeenschap (EDG), mislukt in 19541957: Verdrag van Rome: oprichting van Euratom en Europese Economische Gemeenschap (EEG)1962: Gemeenschappelijk landbouwbeleid1965: Fusieverdrag: EGKS, Eurotam en EEG vormen samen Europese Gemeenschappen (EG) 1973: Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken treden toe tot de EG1981: Griekenland treedt toe tot de

985: European Single Act (besluit tot één gemeenschappelijke markt)1986: Portugal en Spanje treden toe tot de EG1991: Verdrag van Maastricht: ontstaan van de EU, met drie pijlers: 1. gemeenschappelijke markt,

2. gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en 3. samenwerking inzake justitie en binnen-landse zaken

1993: vaststelling van de Kopenhagencriteria1995: Zweden, Oostenrijk en Finland treden toe tot de EU1997: Verdrag van Amsterdam2000: Verdrag van Nice2002: Introductie van de Euro2004: Letland, Estland, Litouwen, Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Cyprus en Malta treden toe tot

de EU2007: Roemenië en Bulgarije treden toe tot de EU2007: Verdrag van Lissabon

Page 13: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

13

2.1. De start van de Europese integratie Europa als vredesproject ligt geworteld in de ervaringvan twee vernietigende wereldoorlogen. Voor de initia-tiefnemers tot de Europese eenwording stonden vrede,verzoening en samenwerking centraal. Wederzijdse af-hankelijkheid van de Europese staten moest nieuwe con-flicten verhinderen.

Na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) met circa 20 mil-joen doden kozen de overwinnaars voor een aanpak vanwraak en vergelding. De verliezers moesten grote stuk-ken grondgebied afstaan en zij kregen enorme herstel-betalingen opgelegd. Dit leidde tot een economischeramp in Duitsland. Massawerkloosheid, een onverant-woord monetair beleid en revanchistische gevoelens nahet als vernederend ervaren Verdrag van Versailles leg-den de kiem voor de opkomst van de nazi’s en eenTweede Wereldoorlog (1939-1945) met ongeveer 50 mil-joen doden.

Dankzij de visionaire en moedige benadering van deaartsvaders van de Europese integratie, de Franse poli-tici Robert Schuman en Jean Monnet, kreeg een nieuweaanpak de voorkeur. Het was zaak West-Duitsland zosnel mogelijk op de been te helpen en op te nemen in deWest-Europese volkerengemeenschap. Zo wilden Euro-pese politici mogelijk nieuw conflictpotentieel bij voor-baat wegnemen.

Een begin werd gemaakt met de integratie van de ko-lenmijnen en de staalindustrie. Deze werden onder eengezamenlijke ‘hogere’ autoriteit (supranationaal beheer)gesteld. De redenering was deze: als kolen en staal es-sentieel zijn voor het voeren van oorlog, is de controle

ervan essentieel voor het handhaven van vrede. Aarts-vijanden Frankrijk en Duitsland namen daarom het ini-tiatief het beheer over hun eigen kolen- enstaalindustrieën uit handen te geven aan een Frans-Duitse ‘Hoge Autoriteit’. Italië en de Benelux sloten zichhierbij aan.

De oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolenen Staal (EGKS) in 1951 was een revolutionaire stap. Vrij-willig droegen zes staten van Europa een deel van hunsoevereiniteit over aan een bovennationale instantie.Om geschillen te beslechten werd ook in 1951 een onaf-hankelijke gerechtelijke structuur gecreëerd, het Euro-pese Hof van Justitie. Daarmee werd in 1951 eeninternationale rechtsgemeenschap in het leven geroe-pen die nog steeds uniek is in de wereld.

2.2. Verdere uitbouw én toespitsing van de samenwerking van de zes

Op 25 maart 1957 ondertekenden Frankrijk, Duitsland,Italië, België, Nederland en Luxemburg de Verdragenvan Rome. De oprichting van Euratom en de EuropeseEconomische Gemeenschap gaf verdere inhoud aan deinternationale samenwerking.

Euratom was en is een supranationaal lichaam, dat toe-ziet op het vreedzaam gebruik van kernenergie en deongehinderde toegang garandeert voor lidstaten tot nu-cleaire brandstof. De burgers zijn veelal niet goed be-kend met het werk en mandaat van Euratom, maar metrecht kan men Euratom een vredesproject noemen van-wege het supranationale karakter. Het veel bekendereInternational Atomic Energy Agency (IAEA) bij voorbeeldontbeert node een dergelijk specifiek karakter. Het IAEAkan wel toezicht houden, maar heeft niet zelf het be-heer van de splijtstoffen in handen. Voormalig premierRuud Lubbers pleit al enige tijd met klem voor verster-king van het IAEA-mandaat, juist ook onder verwijzingnaar de goede ervaringen met Euratom.

De EEG behartigden de ontwikkeling van een gemeen-schappelijke handelsmarkt. De door de EEG in gang ge-zette economische samenwerking, die het bevorderenvan vrijhandel tussen de zes lidstaten oversteeg, bleekuitermate succesvol. Kern werd het gemeenschappelijklandbouwbeleidbeleid (vanaf 1962), gericht op voedsel-zekerheid, betaalbare prijzen en een behoorlijk inko-mensniveau voor het Europese boerengezin.

Aldus waren het de eerste decennia na de Tweede We-reldoorlog vooral de duidelijke successen op het gebiedvan de economische ontwikkeling en de internationalesamenwerking die opvielen. Economische motievenvormden dan ook de voornaamste reden waarom nu

Oorlogen tekenden Europa in de eerste helft van de vorige eeuw. IKV-

secretaris Mient Jan Faber geeft geschiedenisles op de Werkdag Vrede

in het kader van het Conciliair Proces (18 februari 1989).

Page 14: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

14

ook enkele andere Europese landen in Brussel aanklop-ten voor een lidmaatschap.

2.3. Van zes naar twaalf lidstaten Het Verenigd Koninkrijk had aanvankelijk grote moeitemet de overdracht van soevereiniteit naar Europees ni-veau en nog steeds neemt het land in enkele opzichteneen uitzonderingspositie in. Pogingen van het VerenigdKoninkrijk om toch toe te treden tot de EEG werden toteind zestiger jaren geblokkeerd door het Franse staats-hoofd Charles de Gaulle, uit vrees voor te veel transat-lantische invloed. De Fransen vreesden namelijk dat viaeen lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk de Ver-enigde Staten veel te veel invloed zouden krijgen op Eu-ropa. Maar omdat het Verenigd Koninkrijk de EEG tochvooral zag als een economische unie en weinig voeldevoor meer politieke samenwerking, gaven de Fransenuiteindelijk hun protest op. Het Verenigd Koninkrijk,Ierland en Denemarken werden in 1973 lid van de EEG.

In 1973 trad daarmee een smaldeel landen toe die Eu-ropa vooral als een economisch samenwerkingsverbandzagen. Zij bezagen pogingen om te komen tot verdereverdieping van de samenwerking, en daarmee gepaardgaande en verdergaande overdracht van soevereiniteit,ook op economisch gebied, met fundamenteel wan-trouwen. Zij werkten dit dan ook tegen. Dit bleek nogeens duidelijk rond het latere Verdrag van Maastricht in1991, toen het Verenigd Koninkrijk en Denemarkenervan afzagen de Euro in te voeren.

Maar eerst vond nog een tweede en derde uitbreidings-ronde plaats. In 1981 en 1986 traden Griekenland, Por-tugal en Spanje toe tot de EG. Die uitbreiding werdvooral ingegeven door de wil de democratie in Europaverder uit te bouwen en de stabiliteit te bevorderen.Deze drie Zuid-Europese landen waren net onder hetjuk van respectievelijk de Griekse kolonels en de fascis-tische dictators Salazar en Franco vandaan gekomen. Sa-menwerking op grond van een gedeelde democratischeen rechtsstatelijke overtuiging, onder andere op econo-misch vlak, moest deze landen behoeden voor een optermijn hernieuwde schending van de rechtsstatelijk-heid. Een land als Spanje verkeerde op moment van toe-treding nog in staat van transitie, maar de voorwaardenvoor continuering van dat proces werden in voldoendemate aanwezig geacht. Het leidt geen twijfel dat het EU-lidmaatschap deze drie jonge democratieën aan krachtheeft doen winnen. Dit is een succes voor de oorspron-kelijke Europese gedachte van het door samenwerkingversterken van rechtsstatelijkheid, democratie en vrede!

In de tweede helft van de jaren tachtig start de EG eenverdiepingsproces, onder leiding van de nieuwe voor-

zitter van de Europese Commissie, Jacques Delors (1985-1995). Delors streeft naar meer politieke eenheid enpleit in dat kader ook voor verdergaande economischesamenwerking: één markt en één munt. Dat de val vande Muur, in 1989, naast de verdieping nadrukkelijk ookde verbreding op de agenda zou zetten, kon op dat mo-ment niet voorzien worden.

Tijdens de Koude Oorlog hield de EU zich bovendien inhet geheel niet bezig met de (militaire en politieke)tweedeling van Europa. Militaire samenwerking en stra-tegieontwikkeling was het vrijwel exclusieve terreinvan de NAVO en de West-Europese Unie (WEU). De WEUwas opgericht in 1948 als West-Europees militair sa-menwerkingsverband naast de NAVO, intussen vrijwelgeheel geïntegreerd in de EU. Het communistische eco-nomisch verband, de COMECON, en de EEG erkendenelkaar niet officieel en er bestond dus weinig ruimtevoor een tweegesprek over economische zaken. Ook inde ontspanningspolitiek was de EU geen speler. De

De Duitse bondskanselier Willy Brandt, architect

van de Ostpolitik.

Page 15: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

15

Duitse bondskanselier Willy Brandt bijvoorbeeld ont-wikkelde geheel zelfstandig zijn Ostpolitik. Als het in1975 komt tot afspraken over samenwerking tussenOost en West in de vorm van de Helsinki-Akkoorden, ge-beurt dit in CVSE-verband (Conferentie voor Veiligheiden Samenwerking in Europa; later OVSE genaamd: Or-ganisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa).Een rol voor de EU ontstaat pas na de val van de Muur.Tot aan dat moment was de EU, zeker in politiekezaken, toch vooral naar binnen gericht. ‘Brussel’ hadgeen oog voor de ontwikkelingen in dat andere deel vanEuropa.

2.4. Europese integratie na de val van de Muur Op 13 december 1981 wordt in Polen de staat van belegafgekondigd en de vrije vakbond Solidarnosc wordt ver-boden. Maar met de komst van Gorbatsjov als presidentvan de Sovjetunie, in 1985, breken toch nieuwe tijdenaan. In juni 1989 worden in Polen de eerste vrije ver-kiezingen gehouden. Een maand daarvoor hebben Hon-garije en Oostenrijk letterlijk een stuk weggeknipt uithet IJzeren Gordijn dat de tweedeling van Europa instand houdt. Een half jaar later, valt de Berlijnse Muur,in november 1989, als al duizenden DDR-burgers (Oost-Duitsers) via Hongarije de reis naar het vrije Westen on-dernomen hebben en niet naar huis terugkeren.Gorbatsjov heeft met zijn politiek van glasnost (open-heid) en perestrojka (herstructurering, hervormingen)gehoor gegeven aan de roep van de burgers om meerzeggenschap. Het lijkt erop dat het hele communisti-sche staatsapparaat niet meer in zichzelf (en zijn re-pressieve instrumentarium) gelooft. De machthebbersgaan (dit keer) niet zover dat zij opstandige burgers

met geweld terug in het communistische gareel dwin-gen. Na de val van de Muur krijgt de Europese integratie eennieuwe dimensie. Het overwinnen van de deling vanEuropa wordt een nieuwe grote uitdaging. Tijdens deKoude Oorlog immers waren de landen van Midden- enOost-Europa (met de Sovjet-Unie verbonden in het War-schaupact) vrijwel volledig afgesloten van West-Europa.De ontwikkeling van de democratische rechtsstaat hadzich wel in West-Europa voltrokken, maar niet in Mid-den- en Oost-Europa. Het weer bijeenbrengen van beidedelen van Europa mag na 1989 als uitdaging als evenbelangrijk gezien worden als de overwinning van de vij-andschap tussen Frankrijk en Duitsland na 1945.

De meeste voormalig communistische landen kloppenop de deur van de Europese Unie, die in december 1991met het Verdrag van Maastricht is ontstaan. Bij de EU,anders dan bij de EG, staat vooral verdieping van de sa-menwerking tussen de lidstaten centraal. Dat intusseneerst Zweden, Oostenrijk en Finland – landen die tij-dens de Koude Oorlog voor een neutrale positie in Eu-ropa hebben gekozen - de mogelijkheid grijpen om zichaan te sluiten bij het succesvolle economische samen-werkingsverband, is daarmee niet in strijd. Zweden,Oostenrijk en Finland treden in 1995 toe tot de EU. Hetis wel al een duidelijk signaal naar de buitenwereld datEuropa de verdeeldheid ten tijde van de Koude Oorlogdefinitief overwonnen heeft, maar deze landen kunnenzich gemakkelijk aansluiten bij een verdiepte EU. Hetis het eind van het communisme, waardoor de EU in dejaren negentig geconfronteerd wordt met de uitdagingom de verdieping te combineren met de verbreding (ziehieronder). Dit proces brengt oude en nieuwe funda-mentele vragen op het netvlies: over wat voor Europahebben we het eigenlijk? Welke waarden moeten ditnieuwe Europa dragen? Hoe kunnen begrippen als so-lidariteit en gemeenschap een nieuwe, toekomstge-richte inhoud krijgen? Jacques Delors legt als voorzittervan de Europese Commissie deze vragen niet alleen aande politici maar ook aan de kerken in Europa voor (ziehiervoor hoofdstuk 3).

De val van de Berlijnse Muur, november 1989.

Page 16: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

16

Europa opnieuw opgeschrikt door oorlog en volkerenmoordDe val van de Muur onderstreept en bevestigt het failliet van het communistisch systeem. Dit heeft ook grote gevolgenvoor Joegoslavië, officieel de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië geheten. Dit land heeft zich in 1948 los-gemaakt van de militaire, politieke en economische communistische verbanden (respectievelijk Warschaupact, Kom-intern en Comecom) Joegoslavië heeft zich gaandeweg ontwikkeld tot deelnemer en woordvoerder van dezogenaamde ‘Groep van Ongebonden Landen‘, waarvan bij voorbeeld ook India en Egypte deel uitmaken. Ondanksdie eigenzinnige koers blijft Joegoslavië een (politiek en economisch) centraal geleid land, waar onderdrukking enmensenrechtenschendingen aan de orde van de dag zijn. Na de dood van Tito (1980) pogen politici in de Joegoslavi-sche deelrepublieken (Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Servië, Montenegro en Macedonië) zich aan het gezagvan de centrale overheid te ontworstelen. Ze grijpen daarbij naar het instrument van nationalistisch denken, somsvermomd als ‘democratisch‘ of ‘socialistisch‘. Zij maken in de verschillende deelrepublieken gebruik van gevoelensvan achterstelling en uitsluiting, die met het aangewakkerde nationalisme een explosief mengsel vormen.

IKV, Pax Christi en het internationale vredes- en mensenrechtennetwerk hCa (Helsinki Citizens’ Assembly) pleiten alruim voor de onafhankelijkheidsverklaringen van Slovenië en Kroatië (juni 1991) voor een actieve betrokkenheidvan de EU in de vorm van gesprekken over toetreding van Joegoslavië tot de EU, en omvangrijke economische en an-dere programma’s om dat proces snel in gang te zetten en maximaal te ondersteunen. Het perspectief van toetredingtot de EU kan hopelijk, zo is de redenering, een bloedige oorlog helpen voorkomen. Deze oproepen vinden helaasweinig gehoor in de hoofdsteden van de EU-lidstaten.

Vanaf 1991 komt het tot een reeks oorlogen en massale en gruwelijke schending van mensenrechten. Tussen 1991en 2008 ontstaan diverse nieuwe Europese staten: Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Macedonië, Kosovo, Mon-tenegro en Servië.

Dit ongekend gewelddadige en bloedige uiteenvallen van Joegoslavië staat haaks op het beleid van samenwerking,verzoening en versterking van mensenrechten dat ‘Europa als vredesproject‘ wil belichamen. Maar Europa als sta-tengemeenschap heeft , desalniettemin ernstig gefaald. Er bestond binnen de EU weinig kennis over het land en allewanhoopskreten van mensenrechtenactivisten en vredesgroepen werden in de Europese hoofdsteden genegeerd.Hun analyses werden terzijde gelegd. Zo kort na de val van de Muur was in West-Europa de euforie nog zo groot datde onheilstijdingen nauwelijks of in ieder geval te laat werden gehoord. Oorlog in Europa leek onmogelijk.

Toen het bloedvergieten eenmaal een aanvang had genomen, bleek ook hoezeer historische en religieuze affinitei-ten een eensgezind optreden van de EU bemoeilijkten. In sommige EU-lidstaten vond het nationaal-etnische denkenvan politici in de Joegoslavische deelrepublieken zelfs weerklank. Dit verhinderde de totstandkoming van een krach-tig, op zorg voor de internationale rechtsorde gericht, eensgezind beleid van de EU. Vluchtelingenstromen, etnischezuiveringen en andere grootschalige mensenrechtenschendingen ten spijt, maakt de EU gedurende de hele oorlogin Bosnië (1992-1995) een uiterst zwakke indruk.

De EU roept in 1991 wel een European Union Monitoring Mission in het leven, maar deze waarnemers kunnen slechtsrapporten schrijven over wat zij zien in Kroatië en later in Bosnië-Herzegovina. Zij hebben mandaat noch mogelijk-heden om daadwerkelijk in te grijpen. Pas na beëindiging van de oorlogen neemt de EU overigens enkele VN-vre-desmissies over, in Bosnië-Herzegovina (in 2004 neemt EUFOR het werk van SFOR over)) en in Kosovo (EULEX, vanaf2008). Van 2003 tot en met 2005 heeft de EU ook een missie in Macedonië, die ondersteuning biedt bij het realiserenvan de in het Ohrid Framework gemaakte afspraken. Deze door de EU geleide vredesmissies zijn wel behoorlijk suc-cesvol, anders dan het optreden van de EU tijdens de Bosnische oorlog.

De politieke partijen in voormalig Joegoslavië kregen meer oog voor de EU toen, na de oorlog, gelden voor de we-deropbouw beschikbaar kwamen. Het perspectief van een EU-lidmaatschap leverde weer nieuwe mogelijkheden op,in de vorm van steun bij de voorbereiding op toetreding (het zogenaamde pre-accessie-instrumentarium). Overigensmoet de kritische vraag gesteld worden of de EU niet ook nu nog te weinig oog heeft voor de echte democratischekrachten in de samenleving. Deze zijn immers vaak niet op de ministeries te vinden, en ook niet altijd in de hoofd-stad. Veel NGO’s, hierin onder andere gesteund door IKV Pax Christi, bepleiten dat de EU de beschikbare middelenbeter creatiever in kan zetten, via programma’s die zonder al te veel tussenkomst van de staatsbureaucratie de or-ganisaties en mensen bereiken die zich echt uit overtuiging in eigen stad of dorp of in hun eigen sector, hard makenover het proces van Europese integratie. De EU is vaak te weinig creatief en nog steeds sterk top-down gericht.

Page 17: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

17

2.5. Tien nieuwe lidstaten in 2004, vestiging van de democratische rechtsstaat in Mid-den- en Oost-Europa: meer verbreding

De grootste uitdaging na de val van de Muur bleef hetoverwinnen van de tweedeling in Europa. De voormaligcommunistische landen moesten zich weer deel van Eu-ropa kunnen en willen voelen. Tegelijkertijd moest deEU zich daadwerkelijk Européés ontwikkelen in plaatsvan West-Europees. Dit betekende ook opnieuw naden-ken over Europa als waardengemeenschap.

Velen in het Europees Parlement hadden aarzelingen bijeen uitbreiding van een grote groep landen. Niet omdat

zij de landen van Midden-Europa het lidmaatschap zou-den willen ontzeggen, maar vooral omdat zij van me-ning waren dat de EU nog niet de structuur had die zijnodig achtten om een groep van meer dan twintig lan-den goed te laten samenwerken. Zij vreesden en ver-lamming van het politieke proces en vestigden hunhoop op de “Conventie voor de Toekomst van Europa”(beter bekend als de Europese Conventie), die het voor-werk deed voor de ‘Europese Grondwet’. De Conventie,gevoed met inbreng van alle politieke stromingen,kwam tot een verrassend eensgezind voorstel voor struc-turele hervormingen van de organen van de EuropeseUnie.

In 2004 werden zeven voormalig communistische lan-den, samen met Malta, Cyprus en het voormalig socia-listische Slovenië, lid van de EU: Estland, Letland,Litouwen, Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije. Daar-bij werden de zogenaamde Kopenhagencriteria uit 1993gehanteerd. Deze criteria worden kandidaat-lidstatenvan de EU voorgehouden, opdat zij precies weten waar-aan zij moeten voldoen. Naast spelregels over de vrijemarkt en de noodzaak om de hele bestaande regelge-ving van de EU (het acquis communautaire) over te nemen,valt de nadruk vooral op de democratie, rechtsstaat,mensenrechten en respect voor minderheden.

In feite omhelsden de meeste toetreders enthousiast dewaarden van de EU en wierpen de oude, communisti-sche plunje weg. De dissidenten die na 1989 in Midden-Europa doordrongen tot ‘de macht’, liepen hierinvoorop (denk aan Vaclav Havel in Tsjechoslowakije, Ta-deusz Mazowiecki in Polen, Arpad Göncz in Hongarije,en vele anderen). De wens tot democratie en hervor-mingen had aan de wortel gelegen van hun strijd tegende communistische machthebbers Zij maakten de EU-lidstaten bewust van het belang van de Europese waar-dengemeenschap. De communistische dictatuur haddie vooroorlogse gedeelde waardenoriëntatie onder-drukt en aan het oog onttrokken, maar na 1989 werddie gemeenschappelijke culturele bagage duidelijk. Hoe-wel in sommige nieuwe lidstaten de politieke stabiliteitnog te wensen overlaat, is het beleid om de rechtsstaatin dit deel van Europa te verankeren van groot belangvoor de vitaliteit van de democratie in héél Europa. Deuitbreiding van de EU met zeven ex-communistischelanden en het voormalig socialistische Slovenië laat op-nieuw de oude grondwaarden, op basis waarvan deEGKS ruim een halve eeuw eerder van start ging, goeddoorklinken.

Bosnische kinderen in een opvangkamp in Hongarije.

Tijdens de oorlogen op de Balkan verlaten honderdduizenden

gedwongen huis en haard.

Page 18: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

18

2.6. Toetreding van Roemenië en Bulgarije in 2007: nogmaals uitbreiding

Bij de discussie over de toetreding door Roemenië enBulgarije waren het vooral Frankrijk en Spanje die desnelheid erin wilden houden, zoals eerder Duitslandzijn politieke gewicht heeft ingezet om twijfels over dehervormingen in Polen te marginaliseren. Roemenië enBulgarije traden in 2007 toe tot de EU. De hervormingvan het juridische systeem en de gebrekkige bestrijdingvan corruptie en georganiseerde misdaad baren zorgenen natuurlijk zijn de economische uitdagingen enorm.Toch besluit de EU niet te koersen op uitstel van toetre-ding. Velen overigens betreuren dit nog steeds en vin-den dat deze laatste uitbreiding inderdaad te vroegkwam. Het lijkt er immers op dat in deze twee landenhet hervormingsproces na de toetreding op 1 januari2007 er alleen maar moeizamer op is geworden. Derechtsstaat blijkt in deze twee landen nog steeds onvol-doende verankerd.De wijze waarop Roemenië en Bulgarije lid van de EUzijn geworden is niet onopgemerkt gebleven in landenals Kroatië en Servië, die van mening zijn dat zij op be-paalde dossiers al verder zijn met institutionele hervor-mingen dan de twee landen van de oostelijke Balkan. Deambtenaren en politici in Zagreb en Belgrado benoe-men dat ook: ‘Ook zonder aan alle criteria te hebben vol-daan, hebben we recht op toetreding. Kijk maar naarRoemenië en Bulgarije!’ Een ongewenst bijeffect van delaatste uitbreiding van de EU.

2.7. De Europese Unie nu: verbreding of verdieping

Vanuit vredesperspectief is het redelijk eenvoudig:zowel verbreding als verdieping zijn nodig. Verbredingis goed voor de bevordering van de internationalerechtsorde en geldt als (zeer begeerde) erkenning vanhet succesvolle hervormingsproces in kandidaat-lidsta-ten, dat wil zeggen het voldoen aan de criteria van derechtsstaat. De opname van zulke landen in de EU ver-groot de democratische ruimte in Europa en versterktdaardoor het rechtsstatelijke karakter van de Unie. Ver-dieping laat de EU juist meer zijn dan een economischsamenwerkingsverband en is van groot belang voor deeffectiviteit van het gezamenlijke beleid, het steeds ver-nieuwen en verbeteren van onze politieke systemen enhet versterken van modellen van burgerschap. Ook voorhet verdelen van rijkdom en middelen binnen de groepvan lidstaten en voor het delen van onze Europese rijk-dom met minder bedeelde landen en continenten is ver-dieping noodzakelijk.

Sinds de landen van Midden- en Oost-Europa op de deurvan de EU klopten, is de spanning tussen verbreding enverdieping niet meer weggeweest. Moest de EU eerst het

eigen huis op orde brengen alvorens nieuwe bewonershun intrek konden nemen? Of was het politiek en mo-reel onverantwoord om de ex-communistische landennog langer te laten wachten? Maar bij minder verdie-pingsgezinde landen speelde mogelijk nog iets andersmee. Kon de val van de Muur en de daarop volgende uit-breiding van de EU wellicht benut worden om de ver-diepingsambities juist weer in te tomen en de nadrukopnieuw te leggen op Europa als een economisch pro-ject? Als de ‘common market’ de kern van het project is,gaat dat ten koste van de EU als rechts- en waardenge-meenschap. Dit was de Britse houding: verbreding werdtoegejuicht, omdat deze remmend zou werken op deverdieping.

Vanuit Midden- en Oost-Europa legden politici als deTsjechische president Vaclav Havel juist grote nadruk opde betekenis van Europa als een waardengemeenschapdie veel meer dan een markt moet zijn. De betogen vanHavel en andere Midden-Europese intellectuelen gavenniet alleen moreel maar ook politiek de juiste koers aan.In de Kopenhagencriteria is immers het karakter van deEU als een rechtsorde vastgelegd, die zo veel meer in-houdt dan een juridische basis voor economische ont-wikkeling.

In de praktijk is dus geprobeerd om verdieping en ver-breding te combineren. Op het gebied van verdiepingwerden drie grote stappen gezet:1. De ene markt heeft zich verder ontwikkeld en in 2002

nam een aantal EU-landen de Euro als gemeenschap-pelijke munt in gebruik, in het ‘gewone’ betaalver-keer..

Vaclav Havel: dissident en later president. Groot pleitbezorger van

Europa als waardengemeenschap.

Page 19: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

19

2. De structuur van de EU werd aangepast aan de groeivan 6 naar 27 lidstaten, met de verdragen van Am-sterdam (1997), Nice (2000), het gesneuvelde ‘Ontwerpvoor een Grondwet’ (2004) en Lissabon (2007). Het be-vatte ook vele voorstellen tot structuurwijzigingen.Langdurige strijd over de machtsverhoudingen tus-sen de EU-lidstaten, bijvoorbeeld over stemverhou-dingen, vonden plaats, maar uiteindelijk is over dezeheikele punten politieke overeenstemming bereikt.Het is nu nog wachten op EU-brede ratificatie. Intus-sen zijn de lidstaten het grotendeels eens over fun-damentele zaken als democratie, transparantie,effectieve en vereenvoudigde procedures, nieuwetaken met betrekking tot energiebeleid, buitenlandsezaken, immigratie en asiel, politie en justitiesamen-werking.

3. De politieke verdieping moest vooral tot stand komendoor de EU meer bevoegdheden toe te kennen enmeer armslag en effectiviteit (minder gebruik van hetvetorecht, meer bevoegdheden voor het Europees Par-lement). Gehoopt werd dat door de EU te versterkenop het gebied van grensoverschrijdende problemendie alle burgers betreffen, zoals milieu en criminali-teit, ook de betrokkenheid van de burgers bij de EUzou worden versterkt.

Ten aanzien van de structuurwijzingen en politieke ver-dieping is de situatie nog verre van ideaal. Het ‘Ontwerpvoor een Grondwet’ in 2004 was een ambitieuze pogingom een grote vooruitgang te boeken. Vooral het Euro-pees Parlement had zich voorstander betoond van eenserieuze poging om een nieuw transparant richtingge-vend basisdocument op te stellen. De uitslag van de re-ferenda in Frankrijk en Nederland over de ‘EuropeseGrondwet’ toonde tegelijk aan hoe ver het project ‘Eu-ropa‘ is weggegroeid van burgers in twee van de zes eer-ste lidstaten van de EU. In de aanloop tot hun lidmaatschap heeft de EU Roe-menië, Hongarije en Slowakije gevraagd om de proble-men met betrekking tot de minderheden op te lossen.De situatie is nog niet ideaal (zeker niet voor de Roma(zigeuners)), maar grote problemen rond bij voorbeeldde Hongaren in Slowakije en Roemenië zijn uitgebleven.De EU beschikt over een beperkt instrumentarium omminderhedenrechten te bevorderen. Zeker met de aan-staande toetreding van landen die recent nog betrokkenwaren bij een oorlog waarbij etnische verschillen eenbelangrijke rol speelden, is verdieping ten aanzien vanminderhedenrechten gewenst.

Door de erbarmelijke kwaliteit van de politieke discus-sies - waaraan ook de Nederlandse regering mede schul-dig was – is deze afstand vermoedelijk zelfstoegenomen. Ook de afgeslankte versie van de grond-

wet (het Verdrag van Lissabon) bevindt zich door het re-ferendum in Ierland nog steeds in de gevarenzone, enhet lijkt alsof euroscepsis in verschillende lidstaten rich-tinggevend is geworden.

Inhoudelijk zijn de verschillen tussen het ontwerp vande ‘grondwet’ en het Verdrag van Lissabon overigens ergklein. De verschillen in vorm en presentatie zijn wel erggroot. Waar de ‘grondwet’ een min of meer coherentenieuwe tekst bood, is het Verdrag van Lissabon gegotenin de vorm van een reeks amendementen op eerdere ver-dragen. Daarmee lijkt het niet meer op een nieuw ba-sisdocument en is de transparantie geheel en al verlorengegaan. Het zal het enthousiasme voor Europa zekerniet vergroten.

Het is evenwel van belang dat bij voorbeeld de inperkingvan het vetorecht, dat een belangrijke stap vooruitvormde in de ontwerp-Grondwet, ook grotendeels ge-handhaafd is in het Verdrag van Lissabon. Bij voortdu-ring hebben lidstaten hun vetorecht ingezet om eigennationale belangen te behartigen, ook indien duidelijkniet de gemeenschappelijke belangen daarmee gediendwaren. Zo dreigde Griekenland de toetreding van de lan-den van Midden-Europa tot de EU te blokkeren als niettegelijkertijd Cyprus zou kunnen toetreden. Het toetre-dingsproces van (geheel) Cyprus bood de EU een uitge-lezen kans om de problemen tussen het Griekse enTurkse deel van het eiland op te lossen, maar door deGriekse chantage werd die unieke mogelijkheid gemist.

Visie en moedige initiatieven ontbreken al te zeer. Ac-tualisering van de oorspronkelijke idealen en van vrede,verzoening en solidariteit wordt niet of nauwelijks na-gestreefd. En zeker missen de politici het elan om deburgers hiervoor te enthousiasmeren. Sterker nog:onder de nieuwe kandidaat-leden van het Europees Par-lement bevinden zich uitgesproken Eurosceptici, ook bijde grote middenpartijen. Toch lijkt verdieping noodza-kelijk om de zich verbredende EU volgende samenhangen uitstraling mee te geven, zonder welke het niet mo-gelijk zal zijn om de oorspronkelijke en nieuwe ambi-ties te realiseren.

Page 20: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

20

Verdieping: de interne ontwikkelingen en hun betekenisProcessen van verdieping zijn ook van belang voor Europa als vredesproject, voor de verdeling van rijkdom en voor de har-monisatie van beleid met betrekking tot politiek gevoelige onderwerpen. Ze leiden immers tot meer samenwerking en daar-mee tot meer vreedzame relaties, op basis van bij voorbeeld meer solidariteit, rechtszekerheid, sociaaleconomische enmaatschappelijke rechtvaardigheid. Zo wordt de EU meer en beter in staat gesteld om – indien de lidstaten daartoe devisie en wil ontwikkelen – om ook extern vrede en solidariteit in praktijk te brengen. Diverse specifieke verdiepingspro-cessen verdienen vermelding. 1. De Euro is al even genoemd. De geslaagde invoering betekende een groot succes voor Europa, zowel met het oog op Eu-ropa’s positie in de wereldeconomie als met het oog de wereldwijde monetaire situatie. Ook kunnen individuele landenniet langer de eigen economie bevoordelen door muntdevaluaties met alle internationale politieke conflicten die daarmeegepaard kunnen gaan. En sterker: het bestaan van de Euro en een Europese Centrale Bank (ECB) hebben de positie van deverschillende Europese economieën tijdens de recente kredietcrisis beschermd tegen ernstigere gevolgen, veel beter danmogelijk zou zijn geweest met alle afzonderlijke munteenheden van vóór de Euro (zie hoe groot de druk nu is op het Britsepond of de Hongaarse forint!).

2. Europese samenwerking inzake justitie en politie: de nieuwe mogelijkheden die het Verdrag van Lissabon op deze ter-reinen voorziet, zijn een zeer noodzakelijke voorwaarde om de strijd tegen drugshandel, vrouwenhandel, terrorisme enandere vormen van internationale criminaliteit effectiever te voeren. Deze samenwerking dient ook de versterking van hetrechtsstatelijke karakter van de EU zelf. Het Europees Parlement krijgt meer controle over werkwijze en activiteiten vanEuropol en Eurojust, de Europese organen die politiesamenwerking en gezamenlijke strijd tegen criminaliteit concreetmoeten vormgeven.

3. Schengen en een Europees asielbeleid. Over het Europees asielbeleid is het laatste woord nog lang niet gezegd, maar hetligt voor de hand dat een samenhangend, uniform en humanitair beleid meer duidelijkheid schept. Het kan meer rechts-zekerheid bieden aan migranten en asielzoekers van buiten de EU en wentelt de lasten minder eenzijdig af op een aantalstaten aan de randen van de EU.

4. Samenhang in het sociale beleid zou als inzet moeten hebben dat voorkomen wordt dat landen elkaar beconcurrerenmet de (prijs van) arbeidsvoorwaarden. Een dergelijke concurrentie is nog aan de orde van de dag. Het ontbreekt aan eensterke Europese vakbond. De nationale vakbonden hechten immers zeer sterk aan hun nationale voordelen Het ‘Rijnlandsemodel‘ (het model van de sociale markt, in zekere zin ook een vredesmodel) staat sterk onder druk. Wil Europa de traditievan een activerende verzorgingsstaat met alle sociale voordelen van dien overeind houden en ook voor nieuwe lidstatentoegankelijk maken, dan is een gezamenlijk optrekken van de EU-landen noodzakelijk: méér samenwerking maar op basisvan maatwerk, op basis van begrip voor bijzondere nationale verworvenheden en tradities.

5. Modernisering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is noodzakelijk. Voedselzekerheid, voedselveiligheid, recht-vaardige inkomens voor boeren, een evenwichtige plattelandsontwikkeling en bevordering van milieubeleid en dieren-welzijn zijn onderdelen van een noodzakelijke modernisering. Tegelijkertijd vergt onze verantwoordelijkheid ten overstaan van minder ontwikkelde landen dat de landbouwmarkt toe-gankelijker wordt voor import uit die landen.

6. De grote structuur- en cohesiefondsen van de EU vormen een belangrijk middel tot economische coherentie binnen deEuropese Unie. De interne solidariteit is van wezensbelang voor de samenhang binnen en de draagkracht van Europa.

7. De coördinatie van wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling zijn voor productinnovatie en consumptie van grootbelang. Europese bundeling van onderzoeksprogramma’s en het uniformeren van onderwijstoegankelijkheid en certifi-caten en erkenning van diploma’s voor studenten uit de hele Unie, kunnen bijdragen aan meer welvaart en welzijn vande Europese burgers. Bij uitwisselingen van studenten en wetenschappers wordt over en weer kennis genomen van in-zichten en oriëntaties, en dat heeft – los van de uiteindelijke ‘producten’ ook betekenis voor de Europese identiteit. Het isinteressant dat vaak ook onderzoeksinstellingen in landen buiten de EU in deze programma’s meedraaien. Veel gebeurter al op dit terrein maar het is te weinig bekend, hoewel het op de EU-begroting de op twee na grootste post is.

8. Met vallen en opstaan slaagt de EU er soms in om met één mond te spreken – hoewel al te gemakkelijk lidstaten dat somsblokkeren. De voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barosso, en de Hoge Vertegenwoordiger voor het Ge-meenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid, Javier Solana, treden met regelmaat op als Europese woordvoerders. Bar-roso speelde, in samenspraak met het Franse EU-voorzitterschap, een belangrijke rol bij het bezweren van hetRussisch-Georgische conflict in de zomer van 2008. In het Verdrag van Lissabon worden nieuwe mogelijkheden geschapenvoor het EU-woordvoerderschap in zaken van buitenlands beleid. Hoewel het verdrag nog niet door alle lidstaten geratifi-ceerd is, is het besef groeiend dat de EU erbij wint als ze eensgezind optreedt in de internationale politiek.

Page 21: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

21

Niet alleen de lidstaten van de EU en haar voorgangershebben de Europese eenwording vormgegeven. Miljoe-nen burgers hebben door de decennia heen hun eigenbijdrage aan Europa geleverd. Vanuit tal van sectoren –vakbonden, kerken, gezondheidszorg, cultuur, sport, delokale overheden - zijn programma’s ontwikkeld en dis-cussies op gang gebracht. Soms lag de vredeswens tengrondslag aan deze programma’s, ook waar dat in deconcrete activiteiten niet altijd zichtbaar was. Het zou tever voeren om in deze nota al deze sectoren te behan-delen. We beperken ons tot de oecumene (in Europeesverband) en de (Nederlandse) vredesbeweging.

3.1. De oecumene in Europa: de vette en de magere jaren

Mogelijk is de oecumenische beweging wel het tweedebelangrijke vredesproject in Europa in de 20e eeuw,naast het geslaagde experiment van de Europese inte-gratie. Zowel de oecumene als ook de Europese integra-tie hebben hun wortels in de ellende van tweewereldoorlogen die in Europa waren begonnen, en inde ervaringen van bittere armoede in de jaren dertig.Beide zijn met het einde van de Koude Oorlog na de valvan de Muur in 1989 in een nieuwe fase gekomen. Zowelde EU als ook de kerken in Europa staan dan voor de uit-daging om de eenwording van geheel Europa vorm tegeven, als het ware te belichamen.

Natuurlijk, er zijn ook verschillen. De Wereldraad vanKerken, waarvan de oprichting in augustus 1948 in Am-sterdam in 2008 is herdacht, kende van meet af aan ooklidkerken van andere continenten, met name uiteraardNoord-Amerika. Maar hij werd pas in de jaren zestigecht een Wereldraad, omdat toen veel lidkerken uit deDerde Wereld toetraden, en ook de orthodoxe kerkenvan Oost-Europa. Een tweede verschil: de Europese inte-gratie kende naast de politieke idealen van vrede en ver-zoening ook de economische belangen van hetzekerstellen van betaalbare landbouwproducten voor deeigen bevolking en de noodzaak van voldoende concur-rentiekracht op de wereldmarkt. De oecumene hieldzich niet bezig met de West-Europese economische be-langen.

Maar de grondgedachte achter beide projecten was de-zelfde: een oplossing voor de problemen die Europa inde eerste helft van de 20e eeuw hebben geteisterd kon

alleen worden gevonden in samenwerking en verzoe-ning. Wanneer ook vandaag de dag over Europa wordtgesproken als een waardengemeenschap, in de politieken in de kerken, heeft dit hierin zijn oorsprong.

De kerken in Europa werkten al voor de Tweede We-reldoorlog aan de oecumene. De Nederlander Wim Vis-ser ’t Hooft, die in van 1948 tot 1966 de eerstesecretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken zouworden, ontwikkelde tijdens de oorlog al plannen voorhet herstel van Europa en verzoening in oecumenischeverbanden. Vanuit de katholieke kerk werden door hetinternationale netwerk van Pax Christi in 1946 en 1947de eerste internationale pelgrimages georganiseerd,naar Lourdes (Frankrijk) en Kevelaar (Duitsland). Vele

Non-statelijke actoren op de bres voor Europa: de oecumene

en de vredesbeweging

Hoofdstuk 3

De voettochten van Pax Christi waren vele jaren erg populair

onder jongeren.

Page 22: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

22

honderden jongeren namen hieraan deel. Het was eenvoorzet voor de baanbrekende politieke initiatieven diezouden volgen. De grondleggers van de Europese Unienamen kennis van deze activiteiten en zagen in dat ervoldoende basis was voor een groot en groots vredesex-periment in Europa. De kerkelijke leiders waren in denaoorlogse jaren dus actieve pleitbezorgers van het Eu-ropese samenwerkingsexperiment. Zij deden voorberei-dend werk en steunden de moedige stap om met ‘deDuitse vijand’ te gaan samenwerken, ten behoeve vanvrede en verzoening, democratie en economische ont-wikkeling in Europa.

De oecumenische verbanden en de EUIn de actuele discussies over de Europese Unie wordtvaak onvoldoende ingezien hoe wezenlijk het elementvan de rechtsorde is voor ons allen in Europa, burgers enoverheden. Ook in de kerken is hieraan vaak te weinigaandacht geschonken. In de beginperiode van de Euro-pese integratie was, zoals gezegd, wel sprake van inten-sieve betrokkenheid van enkele kerkleiders; bovendienwaren de meeste grondleggers van het Europese project(Monnet, Schuman, Spaak, Kohnstamm, Adenauer, DeGaspari) zelf door hun christelijke overtuigingen geïn-spireerd. Maar daarna liep de belangstelling voor Eu-ropa allengs terug in de kerken, en ook in deoecumenische beweging. Op het grondvlak werden doorparochies en gemeenten nog incidenteel oecumenischeinternationale initiatieven genomen en de nationale eninternationale voettochten van Pax Christi waren ookin de jaren zestig en zeventig erg populair, maar dezeactiviteiten kregen te weinig vertaling in discussies inen standpuntbepalingen van synodes en bisschoppen-conferenties.

Eén reden van het gebrek aan aandacht voor Europa washet nationale karakter van veel protestantse kerken dat,zeker toen de Tweede Wereldoorlog meer en meer ge-schiedenis werd, de blik van kerkleiding en gelovigenvernauwde. In de Rooms-Katholieke Kerk, een wereld-kerk, bleef meer steun voor de Europese integratie be-staan. De tweede reden was het feit dat de eerste veertigjaar van het bestaan van de Wereldraad van Kerken sa-menviel met de Koude Oorlog. De kerken in de ooste-lijke helft van Europa moesten zich voegen naar deopvattingen van de communistische regimes, en dezezagen de Europese integratie als een verlengstuk van deNAVO. Daarom kon in de oecumene nooit serieus over‘Europa’ worden gesproken, behalve in het kader vanhet officiële Helsinkiproces. Voor zover de Europese in-tegratie aan de orde kwam, klonk voornamelijk kritiek:de EU werd primair gezien als een kapitalistische marktof als ‘fort Europa’.

Er was één kleine oecumenische instantie, geheten: Eu-ropean Ecumenical Commission for Church and Society(EECCS), met een bureau in Brussel en (later) een inStraatsburg, die zich aansloot bij de ‘politieke voor-hoede’ in het Oost-Westdebat; deze instantie kwamvoort uit een initiatief van hoge Europese ambtenarendie over de dilemma’s en uitdaging van hun werk wil-den praten en de kerken daarbij wilden betrekken. Nade val van de Muur is deze instantie gefuseerd met deConferentie van Europese Kerken (een Europese raadvan kerken, met circa 125 protestantse en orthodoxe lid-kerken). Onder de naam Church and Society Commissionvormt hij samen met de rooms-katholieke evenknie CO-MECE (Commissio Episcopatuum Communitatis Europensis,de commissie van de bisschoppenconferenties in de lan-den van de Europese Unie) vandaag de dag de belang-rijkste stem van de kerken bij de Europese instellingen.

Waar dus aanvankelijk stemmen van de kerken (samen-werking in dienst van vrede, verzoening en solidariteit)goed doorklonken in het Europese experiment, werdende oecumenische verbanden feitelijk zelf deel van de dy-namiek van de Koude Oorlog, vooral omdat de kerkenin de Warschaupactlanden geen ruimte hadden een al-ternatieve lijn te volgen. De kerken in West-Europawaren ook niet bij machte om samen met de kerken uitde Warschaupactlanden de tweedeling van Europa tenprincipale ter discussie te stellen. Dat laat onverlet datvooral de anticommunistische uitspraken van Paus Jo-hannes Paulus II wel goed gehoord werden in Midden-Europa en miljoenen burgers sterkten in hun oordeelover de machthebbers van dat moment. Maar het zoutot na de val van de Muur duren voordat de oecumeneweer een politieke rol van betekenis zou vervullen. Sommige onafhankelijke kerkelijke vredesbewegingenuit West-Europa, niet gebonden aan de kerkelijke hië-rarchie, ontwikkelden relaties met kleine kerkelijkegroepen in diverse Warschaupactlanden (aanvankelijkvooral de DDR en Polen), waarin de fundamenten vande Europese tweedeling ter discussie werden gesteld(hierover hieronder meer), maar zulke initiatieven wer-den door de officiële oecumenische verbanden met arg-waan gevolgd en soms actief tegengewerkt.

Georganiseerde dialoog tussen kerken en EUIn een gesprek dat Jacques Delors, toenmalig voorzittervan de Europese Commissie, in november 1990 met eenaantal protestante en anglicaanse kerkleiders voerde,riep hij de kerken op om bij te dragen aan het noodza-kelijke debat over ‘het hart en de ziel’ van Europa. Eu-ropa was zowel door de voltooiing van de ene markt alsdoor de val van de Muur aan een fundamentele her-oriëntatie toe. Bij de dialoog- en andere bijeenkomstendie daarna met grote regelmaat werden georganiseerd,

Page 23: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

23

werd spoedig ook de Rooms-Katholieke Kerk betrokken.Sinds 1990 hebben talloze ontmoetingen plaatsgevon-den tussen vertegenwoordigers van de Europese instel-lingen in Brussel en Straatsburg en oecumenischedelegaties, zowel op het niveau van experts als op datvan kerkleiders. Sinds 1995 vindt bovendien elk half jaareen overleg plaats met het inkomende halfjaarlijksevoorzitterschap van de Raad, waarbij ook de kerken inhet betreffende land zijn betrokken. Velen binnen dekerken in West-Europa grepen de uitnodiging van Delors met beide handen aan, ook om hun kerken weerte verplichten tot denkwerk over Europa. Voor sommi-gen lag dit in het verlengde van de kerkelijke discussiesover de kernwapens, die in de eerste helft van de jarentachtig woedden, en die immers ook over de toekomstvan Europa gingen.

Er zijn enkele thema’s die bij de ontmoetingen tussenkerken en EU veelvuldig aan de orde zijn gesteld:• de waarden en de doelstellingen van de Europese in-

tegratie, zowel de institutionele vragen (verdragswij-zigingen) als de ‘finalité’ van het Europese project;

• de sociale vraagstukken: werkgelegenheidsbeleid,landbouw, het Europese ‘sociale model’, milieu, deNoord-Zuidrelaties, migranten en vluchtelingen, etc.;

• de politieke vraagstukken: de uitbreiding van de EUmet Midden- en Oost-Europa, het buitenlands en vei-ligheidsbeleid, de mensenrechten, de intercultureledialoog, etc.;

• de ethische vraagstukken die ook in de kerken tame-lijk ‘open’ liggen, zoals op het gebied van bio-ethiek.

Daarnaast – maar in veel mindere mate - wordt uiter-aard aandacht besteed aan institutionele belangen vande kerken zelf, zoals het bewaken van de nationale ver-houdingen tussen kerk en staat, de identiteit van dia-conale instellingen (bij voorbeeld verzorgingshuizen) inlanden waar deze identiteit door EU-wetgeving bedreigdzou kunnen worden, en uitzonderingen op zondags-wetgeving (kosters, organisten). Sinds een paar jaarhechten ook de Europese instellingen zelf aan de bij-dragen die kerken en andere godsdienstige en levens-beschouwelijke gemeenschappen kunnen leveren aaninterreligieuze dialoog. Godsdienstige factoren spelenimmers zowel een rol bij gewelddadige conflicten als-ook bij integratie van burgers.

Door de jaren heen is belangrijk geweest dat de oecu-mene in Brussel en Straatsburg een Europa presen-teerde dat breder was dan de EU. Dat was al het gevalvóór de EU-uitbreiding die volgde op de val van de Muur.Door eigen internationale netwerken konden de kerkenop eigen wijze bijdragen aan het bredere debat over detoekomst van Europa.

De dialoog tussen kerken en de EU is extra interessant,voor alle betrokkenen, omdat via de Conferentie van Eu-ropese Kerken ook orthodoxe en andere kerken uit Oost-Europese landen die geen uitzicht hebben op toetredingtot de EU (met name Rusland) aan deze gesprekken deel-nemen.

De kerken en de verkiezingen voor het EuropeesParlementDit jaar is door de Church and Society Commission vande Conferentie van Europese Kerken met het oog opde verkiezingen voor het Europees Parlement een‘gids’ voor de kerken in Europa gepubliceerd, metspeciale aandacht voor klimaatverandering, migra-tie en vluchtelingenbeleid, armoede en sociale uit-sluiting, en vrede en ontwikkeling. Bij dit laatstekomen ook weer mensenrechten en rechtsstaat aande orde. (Voor de tekst, zie www.ecumenicalvoi-ces2009.eu) De COMECE heeft in maart 2009 een ver-klaring uitgegeven met het oog op de verkiezingenvoor het Europees Parlement (Building a better Euro-pean home, zie www.comece.org). In deze korte ver-klaring stellen de bisschoppen dat ieder christenniet alleen het recht maar ook de verantwoordelijk-heid heeft om te gaan stemmen. De verklaring steltde menselijke waardigheid centraal en legt hetnieuwe Europees Parlement enkele vrij algemeneuitgangspunten voor beleid voor.

Vaclav Maly: ooit priester en dissident in Praag, nu bisschop en

vooraanstaand lid van COMECE.

Page 24: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

24

In de laatste jaren is in de Europese kerken de belang-stelling voor de EU sterk toegenomen. Veel kerken, metname de orthodoxe kerken, openen eigen bureaus inBrussel. De periode waarin de Europese integratie doorde kerken met veel argwaan werd bekeken, is voorbij.Veel meer wordt nu het belang erkend van Europa alsvredesproject. Het besef dat de waardengemeenschapook een rechtsgemeenschap moet zijn, is toegenomen.Tegelijk is het dan ook nodig om de Europese ontwik-kelingen te blijven toetsen aan de oorspronkelijke waar-den van vrede, verzoening en solidariteit. De kritiek opbelangrijke ontwikkelingen als de ene markt en de Eurois verstomd. Maar het beleid inzake migratie, armoede,milieu, sociale uitsluiting wordt van de kant van de ker-ken nog voortdurend ter discussie gesteld.

Er is sinds de oproep van Delors in 1990 erg veel veran-derd in Europa. De dialoog tussen kerken en Europeseinstellingen (naast de EU moeten ook de Raad van Eu-ropa en de OVSE worden genoemd), gaat een nieuwefase in. In het Verdrag van Lissabon, waarvan overigensde toekomst nog steeds ongewis is, wordt aan de ‘open,

reguliere en transparante dialoog’ met de EU eindelijkeen juridische basis gegeven. De positiebepaling van hetIKV in dit rapport kan mede worden gezien als een bij-drage aan deze dialoog.

De Nederlandse kerken en EuropaWat zojuist over de late belangstelling voor ‘Europa’ ophet niveau van de Europese oecumene is gezegd, geldtook voor veel afzonderlijke kerken. Ook daar heeft hetlang geduurd voordat het belang van de Europese inte-gratie werd erkend. Na de val van de Muur waren de ker-ken enerzijds wel meteen pleitbezorgers van deuitbreiding van de EU met de landen die zojuist hetcommunisme hadden afgeworpen. Al in het gesprekmet Delors in november 1990 was dit een hoofdthema,waarbij de kerken de traditie van ‘Europa als vredes-project‘ weer opnamen. Anderzijds bleef de argwaan tenaanzien van de gemeenschappelijke markt: zou die niethet kapitalisme versterken ten koste van het sociale Eu-ropa? Zou het niet een ‘fort Europa’ opleveren waarvande rest van de wereld was buitengesloten? De twee as-pecten waren met elkaar verbonden. Ook het IKV waar-schuwde in deze tijd voor een tegenstelling tussen eenverder integrerend West-Europa, het Europa van de(toen) twaalf lidstaten, en een desintegrerend en ver-pauperend Oost-Europa (Oost-Europa als het ‘Mexico vande VS’).

Pas begin 1994 spraken twee grote protestantse kerkenin Europa zich expliciet vóór de Europese integratie uit:de Evangelische Kirche in Deutschland en de Neder-landse Hervormde Kerk. De Nederlandse hervormde sy-node publiceerde als eerste ook een lijvig rapport,getiteld ‘Hart en ziel voor Europa?’ (1996). De titel wasuiteraard een verwijzing naar de oproep van Delors in1990. De inhoud ging zowel over de ontwikkelingen inde EU als die in Midden- en Oost-Europa, alsook over deactuele oecumenische en theologische reflectie over Eu-ropa. De gedachte dat dankzij de integratie in Europahet recht van de macht was vervangen door de machtvan het recht, was een wezenlijk element. Hieraan waseen ander hervormd synoderapport voorafgegaan metde titel ‘Verloren jaren?‘ (1991), dat uitvoerig inging opde ontwikkelingen in Midden- en Oost-Europa vóór enna de val van de Muur en zich rekenschap gaf van deconsequenties voor het eigen kerk-zijn.

Tijdens het zogeheten ‘Conciliair Proces voor Gerech-tigheid, Vrede en de Heelheid van de Schepping’ wasonder leiding van de Raad van Kerken in Nederland ookal veel aandacht besteed aan ‘Europa’, vanwege de aan-staande vorming van de Europese binnenmarkt (1992)maar ook vanwege de veranderingen in Midden- enOost-Europa, die zich voorzichtig aandienden. De Euro-

Meer orthodoxe landen in de EUMet de uitbreiding van de EU met Roemenië en Bul-garije komt ook voor ons Europeanen de erkenningdichterbij van de orthodoxe cultuur als integraaldeel van de Europese cultuur. Na eerder Griekenlanden (het Griekse deel van) Cyprus zijn nu opnieuwtwee landen lid van de EU geworden waar het or-thodoxe geloof dominant is. Daarmee wordt de eeu-wenoude scheiding tussen het West-Europees enOost-Europees Christendom in ieder geval op het ni-veau van de interstatelijke samenwerking die de EUdraagt, overbrugd. Voor alle duidelijkheid: het over-winnen van eeuwenoude diepgewortelde (religieuze)schisma’s is natuurlijk geen doelstelling van de EUen vanzelfsprekend al helemaal geen argument bijbesluitvorming over toetreding van kandidaat-lid-staten. Zulke zaken zijn niet in de Kopenhagencrite-ria opgenomen.De tegenstellingen tussen orthodoxie aan de enekant en katholicisme plus protestantisme aan de an-dere kant zijn nog groot, zeker ook waar het inrich-ting van de samenleving en zaken als visies opmensenrechten en de rol van het individu in relatietot de gemeenschap betreft. Het zal interessant zijnde komende decennia te zien in hoeverre een vol-waardig EU-lidmaatschap de dialoog tussen de grotechristelijke stromingen kan bevorderen – en omge-keerd.

Page 25: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

25

pese Oecumenische Assemblee in mei 1989 in Bazel –luttele weken voor de eerste vrije verkiezingen in Polen– was de eerste grote oecumenische bijeenkomst waarinopenlijk het gebrek aan democratie in Midden- en Oost-Europa en het failliet van het communistische systeemaan de orde werden gesteld, met name door Poolse af-gevaardigden. De Assemblee zelf sprak zich positief uitover de opkomende civiele samenleving en riep de ker-ken op om aan het democratiseringsproces deel tenemen. Maar pogingen vooraf, vooral uit Nederland(onder via IKV en Pax Christi), om aan dissidenten enmensenrechtenactivisten in Midden- en Oost-Europaeen officiële rol te geven, waren mislukt. In die zin ver-tegenwoordigde ‘Bazel’ toch nog de oude oecumene.

3.2. De Nederlandse vredesbeweging en de Europese integratie

Niet alleen regeringen en internationale oecumenischeverbanden timmerden aan de weg van de Europese in-tegratie. Vanuit tal van sectoren kwamen initiatieventot stand. In het kader van deze nota kijken we in hetbijzonder naar hetgeen IKV en Pax Christi in hun Euro-pabeleid ondernomen hebben, als een illustratie vanhetgeen maatschappelijke organisaties en sociale bewe-gingen hebben getracht bij te dragen aan het Europeseintegratieproces. De beide vredesorganisaties hebbenniet alleen het denken over Europa verdiept en het ge-sprek over Europa gevoed tot in de kleinste gespreks-groep. Zij hebben de burgers als actor ook voedingverschaft voor eigen Europaprojecten en met eigen pro-gramma’s en uitwisselingen hebben zij ook op diversecruciale momenten de weg helpen effenen voor het of-ficiële interstatelijke integratieproces. In deze paragra-fen zal een en ander, mede aan de hand van enkelevoorbeelden, worden toegelicht.

Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden nieuwe vredes-bewegingen, waarvan de internationale katholiekeleden- en lekenorganisatie Pax Christi de grootste en be-langrijkste was. Burgers kregen via Pax Christi de mo-gelijkheid om een eigen bijdrage te leveren aanverzoening in Europa en de Europese integratie. De mo-tivatie van Pax Christi sluit goed aan bij de (katholieke)inspiratie waar ook enkele van de founding fathers van deEU zich door hadden laten leiden: de bevordering vanverzoening, vrede en solidariteit.

In de jaren zestig en zeventig is er in West-Europa sprakevan een democratiseringsgolf. Burgers en maatschap-pelijke organisaties eisen meer invloed op het beleid vanhun regering. Het gezag wordt ter discussie gesteld, ofhet nu gaat om politici, medici of militairen. Ook tenaanzien van buitenlands beleid en defensie gaan de bur-gers zich roeren: ‘De vrede is te belangrijk om alleen aanpolitici en militairen over te laten’. Vredesorganisatiesals Pax Christi en het in 1966 opgerichte InterkerkelijkVredesberaad (IKV) groeien mee met de democratise-ringsbeweging en geven er ook mede vorm aan. Ze krij-gen ook een politiek gezicht. Een voorbeeld: als na hetonderdrukken van de Praagse Lente (1968) Pax Christien IKV zich keren tegen het voorstel van de Nederlandseregering om het defensiebudget te verhogen, voelt pre-mier Piet de Jong zich zelfs geroepen om televisiezend-tijd te vragen en deze opstelling van de kerkelijkevredesorganisaties te veroordelen.

De kernwapens zijn IKV en Pax Christi een doorn in hetoog. De eerste Vredesweek, die van 1967, heeft als motto:‘geen spreiding van kernwapens, maar spreiding vanwelvaart’. Als in kringen van Duitse christendemocra-ten eind jaren zestig het idee van een West-Europesekernmacht (te starten op basis van de Engelse en Fransekernwapens) populair wordt, onder andere door uit-spraken van defensieminister Franz-Josef Strauss, makenIKV en Pax Christi duidelijk dat zij tegenstander zijn vaneen dergelijke ontwikkeling. Mede onder invloed van ac-tiviteiten van IKV en Pax Christi komt de Nederlandseregering tot eenzelfde conclusie.

In 1972 presenteert het IKV de nota “De toekomst vanEuropa”. Het in deze nota neergelegde gedachtegoed zaljarenlang richting geven aan het denken en handelenvan IKV en Pax Christi; ook de kiem van de latere cam-pagne tegen de kernwapens ligt al in deze tekst beslo-ten. Mede onder verwijzing naar de Ostpolitik van WillyBrandt en de in mei 1972 overeengekomen kernwape-nakkoorden (SALT 1) schrijft het IKV: “De positieve ont-wikkelingen dienen de steun te krijgen van brederegroeperingen, vooral omdat het lijkt dat tegenkrachtenzowel in oost als west werkzaam zijn (…). Maar de vei-

Tijdens de Koude Oorlog leeft een sterk vijandbeeld dat Europa

verlamt. IKV en Pax Christi zijn niet naïef in hun oordeel over het

communisme, maar stellen wel de propaganda aan de kaak.

Page 26: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

26

ligheid in Europa, en in de wereld, blijft gebaseerd opkernwapens. In hoeverre bovengenoemde overeenkom-sten het begin zijn van een nieuw, moreel meer aan-vaardbaar, veiligheidssysteem, is zeer onzeker. Zezouden ook gebruikt kunnen worden om het huidigeafschrikkingssysteem te bestendigen en stabiliseren(…).De belangrijkste eis, die men aan de ontwikkelingen inEuropa moet stellen is, dat zij naar een situatie moet lei-den waarin vrede en veiligheid in Europa, en in de we-reld als geheel, niet langer op hetafschrikkingsevenwicht, de wederzijdse bedreiging metwapens voor massale vernietiging, gebaseerd zullenzijn(…). Europa is alleen dan pas echt de moeite waard,als het ook rechtvaardige verhoudingen in de wereld be-vordert en meehelpt gelijke kansen te scheppen vooralle mensen.”

Het verzet tegen de kernwapens en het afscheid nemenvan het voorstel van een West-Europese kernmacht geefteen extra impuls aan de internationale ontspanning. Deofficiële ontspanningspolitiek leidt tot de onderteke-

ning van de Helsinki-Akkoorden (1975). De status-quo inEuropa wordt erkend (een belang van de Sovjetunie enhaar satellietstaten) en tegelijkertijd komt er ruimtevoor samenwerking op tal van terreinen en voor gesprekover democratie en mensenrechten (een belang van het‘vrije Westen’). In de jaren die volgen, zullen dissiden-ten en onafhankelijke groepen in de Warschaupactlan-den trachten, mede onder verwijzing naar deHelsinki-Akkoorden, de ruimte voor burgerschap en ci-viele samenleving te vergroten.Als generaal Jaruzelski in Polen in december 1981 destaat van beleg afkondigt om de onafhankelijke en re-gimekritische vakbond Solidarnosc te kortwieken,dringt bij IKV en Pax Christi het besef des te nadrukke-lijker door: de West-Europese strijd tegen de kernwapensmoet zo krachtig mogelijk gecombineerd worden metde strijd voor mensenrechten en democratie in de War-schaupactlanden. Het is tijd dat Europa niet langer debijwagen van de supermachten is, maar een werelddeelmet een eigen gezicht en een eigen visie op internatio-nale vraagstukken. Begin jaren tachtig zijn het de dissi-

Den Haag, 29 oktober 1983: ruim een half miljoen Nederlanders demonstreert tegen de kernwapens.

Page 27: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

27

denten uit Centraal Europa die bij de westerse vredes-beweging het begrip ‘civiele samenleving’ introduceren.

De inzet van IKV en Pax Christi is om de tweedeling vanEuropa te helpen overwinnen door een beweging opgang te brengen die laat zien dat het blokdenken zijnlegitimiteit aan het verliezen is. In de eerste helft vande jaren tachtig zal het Europabeleid nader vorm krij-gen. Vooral na de tweede grote vredesdemonstratie (DenHaag, 29 oktober 1983) werd het debat over de relatie

tussen ontwapening en ontspanning ook door anderevredesgroepen opgepikt. In de aanpak van IKV en PaxChristi, door het IKV de ontspanning van onderop ge-noemd, is nadrukkelijk een rol weggelegd voor burgersen lokale organisaties. IKV en Pax Christi zetten in opinternationale netwerken van onder andere kerkelijkebasiscontacten en het IKV ontwikkelt een expertise inde bevordering van de Oost-Weststedenbanden.

Het IKV is groot voorstander van de kerkelijke basiscon-tacten (tussen parochies of gemeenten), die vanaf 1980een grote vlucht nemen. De kerken immers vertegen-woordigen – hoe groot verschillen tussen landen en ker-ken ook mogen zijn – bij uitstek een gedeelde Europesecultuur in het politiek verdeelde Europa. Maar vaakwordt er met enige argwaan gekeken naar het optredenen de voorstellen van het IKV. In de meeste protestantsebasiscontacten staat de solidariteit met de geloofsgeno-ten voorop, niet politieke verandering. In de parochie-banden (vooral met Polen) staat het hulpaspect centraalen leeft bij de (Nederlandse) vrijwilligers vaak zelfs eenronduit antipolitiek sentiment. Leden van IKV-kernenzijn vaak betrokken bij de basiscontacten, maar wie degrens overgaat, moet veelal zijn of haar IKV-pet afzetten.Slechts in enkele kerkelijke contacten klinkt het ge-dachtegoed van het IKV goed door, zoals in het paro-chiecontact van Heikant-Quirijnstok (Tilburg-Noord)met Miskolc-Diosgyör (Hongarije) en de samenwerkingdie de Oecumenische Vredesgroep Heerhugowaard ont-wikkelt met partners in Weimar (DDR).

Wie zijn je vrienden in Oost-Europa?In de ontspanningspolitiek van die dagen is een cen-trale vraag deze: wie zijn daar, aan de andere kantvan het IJzeren Gordijn, je vrienden en je partners?Investeer je in contacten met de officiële Vredesra-den die, hoewel nominaal onafhankelijk, feitelijkverbonden zijn met en onder gezag staan van decommunistische leiders, of zoek je de samenwerkingmet kleine onafhankelijke groepen en dissidenten?Het IKV, Pax Christi en enkele gelijkgezinde vredes-organisaties in andere West-Europese landen kiezenvoor een tweesporenbeleid: wel contact houden metde Vredesraden en andere officiële verbanden, maarop de eerste plaats de diepte in met de gelijkgezin-den, de dissidenten en onafhankelijke groepen. Zijzijn de aangewezen partners voor de blokdoorbre-kende discussies. Met regelmaat worden gedeelde vi-sies in documenten vastgelegd. (Tegelijkertijd is derealiteit van dat moment dat in kringen van dissi-denten en zeker ook de meer volkse organisaties alshet Poolse Solidarnosc ook veel aanhangers van deharde lijn van Reagan en Thatcher te vinden zijn.)Deze benadering van IKV en Pax Christi wordt doorvelen bekritiseerd. Van rechts komt, vanwege hetverzet tegen de kernwapens, het verwijt te heulenmet de communisten, als onwetende ‘fellow travelers’.Van een niet onaanzienlijk deel van links komt hetverwijt dat het IKV alleen de Amerikanen in de kaartspeelt met zijn steun aan de dissidenten. Het is naarhun oordeel gewenst meer vertrouwen te hebben inhet hervormend vermogen van het ‘reëel bestaandesocialisme’. De kritiek komt ook van de internatio-nale netwerken die zich weinig kritisch over het so-cialisme uitlaten: de katholieke Berliner Konferenz ende protestantse Christliche Friedenskonferenz, organi-saties die in Nederland onder andere gesteund wor-den door Christenen voor het Socialisme. Maar voorIKV en Pax Christi is het duidelijk: de officiële ont-spanningspolitiek moet worden aangevuld en ge-corrigeerd door een ontspanning van onderop.Politieke conflicten zijn daarbij onvermijdelijk.

Ontspanning van onderop: bruggen bouwen tussen

Oost en West.

Page 28: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

28

IKV en Pax Christi slagen er in om met kleine vredes- enmensenrechtengroepen, die enige bescherming vindenbinnen bij voorbeeld de Rooms-Katholieke Kerk in Polen(KIK, Club van Katholieke Intellectuelen, en KOR, Comitévan Hulp aan Arbeiders) en de protestantse kerken in deDDR (Schwerter zu Pflugscharen), relaties te ontwikkelen.Deze groepen hebben het niet gemakkelijk, omdat decommunistische regimes hun activiteiten trachten teverhinderen. De leden van zulke groepen maken deeluit van de netwerken waaruit in 1989 de grote volksbe-wegingen ontstaan die de aanzet geven tot de val van deMuur.

In de ontspanning van onderop richt het IKV zich ooknadrukkelijk op de (burgerlijke) gemeenten. Het for-muleert in 1981 uitgangspunten voor een ‘actief ge-meentelijk vredesbeleid’. Het gaat, aldus het IKV, nietalleen om verzet tegen kernwapens in de vorm van kern-wapenvrijverklaringen (een vorm van ‘reactief‘ beleid),maar bovenal om het helpen creëren van een alterna-tief voor het dan vigerende regeringsbeleid. Het IKVbreekt een lans voor Oost-Weststedenbanden. Vóór deval van de Muur in 1989 worden door Nederlandse ge-meenten zo’n vijftig van zulke stedenbanden aange-gaan. Het IKV pleit in dit kader van deOost-Weststedenbanden voor politieke discussies over deinrichting van Europa en geeft gemeenten adviezenover een aanpak die het bemoeilijkt dat de partijregis-seurs controle en overzicht houden; dat kan al relatiefsimpel door bij voorbeeld gasten niet samen in eenhotel, maar bij burgers thuis onder te brengen.

De door het IKV bepleite aanpak stuit, net als bij de ker-ken, in diverse gemeenten op grenzen. Vaak prefereertmen een minder politieke aanpak boven het politiekevoorhoedewerk: ‘Het is een vriendschapsband gerichtop het afbreken van vijandbeelden, geen politieke actie‘.Diverse ‘vriendschapsverenigingen’ ijveren voor de min-der politieke aanpak. Toch blijven successen in de poli-tieke arena niet uit. Zo heeft de toenmalig burgemeestervan Den Haag, Ad Havermans, in januari 1989 bij eenbezoek aan partnerstad Warschau ook een overleg metde onafhankelijke vredesgroep Wolnosc i Pokoj (Vrijheiden Vrede).

Dissidenten en andere partners hebben later aangege-ven dat hun samenwerking met IKV en andere gelijkge-zinde organisaties erg belangrijk was. Het was eenconcrete blijk van solidariteit, het gaf steun aan de door-lopende strijd tegen de staat - in een tijd dat deze aanpakin Nederland vanuit de instituties (niet alleen het Mi-nisterie van Buitenlandse Zaken, maar ook bij voorbeeldde Vereniging van Nederlandse Gemeenten) niet metgroot enthousiasme werd begroet.

De vele basiscontacten en lokale uitwisselingen van vóórnovember 1989 hebben toentertijd zeker geholpen omhet isolement van de burgers in de Warschaupactlan-den te doorbreken. De communistische staat kon de velegesprekken en discussies niet volledig regisseren en zohebben ook de minder politieke contacten een bijdragegeleverd aan de afbrokkeling van de communistischestaatsmachinerie.

3.3. De civiele integratieNa de val van de Muur volgt een (bij de gemeentecon-tacten allesbehalve soepele) overstap van ‘ontspanningvan onderop’ naar ‘integratie van onderop’. Het is, aldusIKV en Pax Christi, van belang dat burgers en burger-initiatieven nu een centrale rol vervullen in het ont-wikkeling van een nieuwe Europese vredesarchitectuur.Een ware explosie van basiscontacten dient zich in dejaren negentig aan. Kerken, gemeenten, milieuorgani-saties, culturele organisaties, universiteiten, middelbarescholen en andere onderwijsinstellingen ontdekkenCentraal en Oost-Europa. In nogal wat landen van hetvoormalige Warschaupact komen dissidenten en leidersvan de volksbewegingen dan op centrale politieke func-ties terecht. Zij hebben (zeker aanvankelijk) veel steunvan de burgers, hoewel ze met hun non-conformistischestijl van politiek bedrijven met regelmaat westerse di-plomaten tot wanhoop drijven.

Met het wegvallen van de grote vijand, het communis-tische staatsapparaat, worden de verschillen tussen dediverse dissidentenstromingen duidelijk. Nogal watnieuwe machthebbers zijn in hun economisch denkengecharmeerd van het beleid van Margaret Thatcher enRonald Reagan. Zij voeren een bruuske privatiseringdoor, terwijl er nog geen door wetgeving geschraagde

Ontspanningspolitiek: reizen, veel praten maar ook wat zien van

ons land. Hier een juriste uit de Sovjetunie tussen de Nederlandse

koeien, te Wommels.

Page 29: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

29

sociale markteconomie is ingericht. Dit leidt tot grotesociale problemen. Ook velen in West-Europa die zichhardmaken voor de hervormingen in Midden- en Oost-Europa, onderschatten het belang van een dergelijk de-gelijk wettelijk kader voor sociaaleconomischeontwikkeling.

Het enthousiasme voor toetreding tot de Europese Unieis in Centraal Europa erg groot, hoewel het later terug-loopt. Hervormingen leiden tot nieuwe maatschappe-lijke problemen, bijv. werkloosheid, criminaliteit enafbrokkeling van de sociale infrastructuur. In diverselanden komen de ex-communisten sterk terug. Zij be-schikken nog over de partijstructuur, zij hebben inter-nationale contacten, zij zijn meer ervaren in hetpolitieke bedrijf en zij weten de onvrede onder burgerste mobiliseren.

Door de uitbreiding van de Europese Unie ontstaat aande ‘bovenkant‘ van de samenleving een intensief inter-statelijk verkeer van politici, diplomaten en ambtena-ren. Dit is vooral gericht op het realiseren van het acquiscommunautaire en een nogal etatistische hervormings-agenda. Anders gezegd: vooral gericht op het functio-neren van de staat op nationaal niveau. Aan de‘onderkant‘ ontwikkelt zich een wijdvertakt netwerkvan internationale contacten van burgers en lokale or-ganisaties, waar een geheel ander leerproces zijn beslagkrijgt. Anders, en niet minder belangrijk! In een evalu-atie van het door de VNG gerunde programma Ge-meentelijke Samenwerking Toetredingslandenconstateert het Ministerie van Buitenlandse Zaken datde stedenbanden met Centraal en Oost-Europa niet di-rect van belang zijn voor het acquis communautaire,maar vooral veel bijdragen aan het van onderop ont-wikkelen van een democratische attitude. Ex-politicusen socioloog Ralf Dahrendorf schreef het al in 1990: eennieuwe grondwet is vrij snel geschreven, voor een eco-nomische reorganisatie heb je een paar jaar nodig, maarhet zal veel meer tijd kosten om burgerschap en demo-cratie te laten wortelen in de postcommunistische sa-menlevingen.

Op het nationale niveau zijn er maatschappelijke net-werken, zoals vakbonden, universitaire verbanden ensectorale organisaties, maar zulke netwerken zijn op hetEuropese niveau nog erg zwak of zelfs afwezig. Ontwik-keling van zulke Europese netwerken was en blijft vanbelang ter versterking en borging van de Europese inte-gratie.

3.4. De civiele samenleving en de Balkan-oorlogen

Vanwege de Golfoorlog en de Balkanoorlogen is de eu-

forie over het einde van de Koude Oorlog van korte duur.Het perspectief van het ongedeelde democratische Eu-ropa vervliegt bij de aanblik van de inname van Vukovaren de beschieting van Dubrovnik, het jarendurendebeleg van Sarajevo, de concentratiekampen, de etnischezuiveringen in grote delen van Kroatië en Bosnië-Her-zegovina, de genocide van Srebrenica en later de vluch-telingenstromen uit Kosovo (van eerst de AlbaneseKosovaren en later de Kosovaarse Serviërs).

Tijdens de Balkanoorlogen worden grote verschillen inde opstelling van de EU-lidstaten duidelijk. Dat is hetmeest duidelijk als Duitsland met een dreigement vanAlleingang de erkenning door de EU-lidstaten van Kroatiëals onafhankelijke staat afdwingt, op 15 januari 1992.Dit besluit strookt niet met het advies van de door deEuropese Commissie in het leven geroepen Commissie-Badinter, die stelt dat Kroatië pas erkend zou moetenworden als het de mensenrechten beter respecteert. Eentweede advies van de Commissie-Badinter wordt die-zelfde dag terzijde geschoven. Macedonië wordt, onderdruk van EU-lidstaat Griekenland, juist niet erkend. Deverschillende posities van lidstaten zullen de EU nogjaren parten spelen. Te weinig lukt het Europa om éénlijn te trekken en vooral in Bosnië-Herzegovina heeft dat

Europa en de VN slagen er niet in om in 1991 en 1992 het Servisch

geweld in de kiem te smoren.

Page 30: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

30

grote consequenties gehad: in deze etnische microkos-mos leidt de opdeling van Joegoslavië tot een langdu-rige en gruwelijke oorlog.

Deze oorlogen in Kroatië, Bosnië-Herzegovina en laterKosovo leiden tot grote hulpcampagnes en program-ma’s, tijdens de na de oorlogen. Vele honderden orga-nisaties trachten op eigen wijze de nood te lenigen,vrede te bevorderen en steun te bieden bij de wederop-bouw. Het IKV en de meeste andere vredesorganisatiesrichten zich op het ondersteunen van de anti-oorlogs-groepen in (voormalig) Joegoslavië. Het IKV heeft al in1987 een start gemaakt met steun aan mensenrechten-activisten. Het formuleert later met zijn partners in deregio tal van alternatieve politieke voorstellen: voorsteun aan ‘vredeszones’, voor internationale en lokaleprotectoraten. IKV en Pax Christi maken zich ook hardvoor een ruimhartige opvang van vluchtelingen uit hetoorlogsgebied in Nederland en andere EU-landen. Ookde Nederlandse regering wilde daar aanvankelijk nietvan weten en vond dat opvang in de regio zelf voldoendezou moeten zijn; mede onder invloed van de publiekedruk werden alsnog vele duizenden vluchtelingen in Ne-derland opgevangen. In het voorjaar van 1993 besluit deVN tot het instellen van zes zogenaamde safe areas, maarde invulling laat veel te wensen over. Er zijn te weiniglanden die blauwhelmen leveren, er is permanent gedoeover het exacte mandaat en sommige landen, waaron-der Nederland, sturen hun soldaten te licht bewapendde oorlog in. De campagne “Bescherming en Dekensvoor Bosnië” (1993) combineert het hulpaspect (fond-senwerving voor humanitaire programma’s) met het po-litieke aspect (lobby voor ‘bescherming’). Met behulpvan voorlichtingswerk en publicaties bieden IKV en PaxChristi burgers en groepen in Nederland ook handvat-ten om zelf betrokken te raken bij activiteiten ter on-dersteuning van de vredeslobby en bij hulp aan degetroffen burgers in het oorlogsgebied.

Al voordat de oorlog met de Dayton-Akkoorden in de-cember 1995 tot een einde komt, is het IKV al met tal-loze partners, waaronder de VNG en kerkelijkeorganisaties, bezig met de organisatie van programma’sdie een ondersteuning moeten bieden aan de wederop-bouw en het herstel van het multi-etnische karakter vanBosnië-Herzegovina. In deze programma’s gaat veel aan-dacht uit naar de rol van burgers en wordt actief ge-koerst op samenwerking tussen lokale overheden enlokale NGO’s en burgerinitiatieven.

Vanuit de lokale gemeenschappen zelf moet de energievoor de wederopbouw en samenlevingsopbouw gegene-reerd worden. Al te lang hebben de burgers door de oor-log in een positie verkeerd dat ze afhankelijk waren van

hulp. Ook na de oorlog blijven internationale bestuur-ders nadrukkelijk aanwezig om toe te zien op goede na-leving van de Dayton-Akkoorden. Dat moet in depostconflictsituatie zo snel mogelijk veranderen, aldusIKV en Pax Christi. Dan moeten de Bosnische burgers enhun politici wel laten zien dat ze de verantwoordelijk-heid kunnen en willen nemen om te werken aan de-mocratie en een rechtsstaat in het leven te roepen. Intoenemende mate leggen beide organisaties ook de linknaar het EU-toetredingsproces – juist ook omdat de na-tionale politici vaak niet actief aan de hervormingenwerken die de toetreding dichterbij moeten brengen.Samen met de partners probeert het IKV de lobby te ver-sterken die de regering en uitvoerende ministeries aan-spoort om echt haast te maken met de noodzakelijkebeleidswijzigingen. Voor het IKV en zijn partners is hetsnel duidelijk: de Dayton-Akkoorden hebben wel de oor-log laten stoppen, maar tegelijkertijd de door etnischezuiveringen ontstane situatie gelegitimeerd en helpenbestendigen - door de erkenning van de RepublikaSrpska (de Bosnisch-Servische entiteit) en het instellerenvan kantons in de Moslim-Kroatische Federatie (de enti-teit waar de meeste Bosniaks en Bosnische Kroatenleven). De Europese Commissie stelt wel fondsen ter beschik-king voor de versterking van de civiele samenleving,maar richt zich in de onderhandelingen en grote her-vormingsprogramma’s vrijwel uitsluitend op de hoofd-stedelijke elites. Daarmee blijft een omvangrijkveranderingspotentieel onbenut.

Het is inmiddels duidelijk geworden dat de landen vanvoormalig Joegoslavië een moeizamer toetredingspro-ces zullen volgen dan de landen die in 2004 en 2007 toe-traden tot de EU. Dat komt doordat feitelijk deze landeneen dubbele uitdaging hebben. Zij moeten vormgevenaan het politieke en economische transitieproces (vansocialisme naar democratie, van staatseconomie naarvrije markt) en tegelijkertijd in het reine komen met detalrijke erfenissen van de recente oorlogen: duizendenontheemden en vluchtelingen, kapotte fabrieken enwegen, kapotte gezinnen, radicale politieke partijen,braindrain…

Tijdens de oorlog zijn duizenden hoog opgeleide bur-gers vertrokken, velen naar het buitenland. Daarmee isook het economisch herstel van het land extra moeilijkgeworden. Het legt de economische waanzin van de et-nische politiek bloot. De VN, EU en grote donoren zou-den meer kunnen en moeten doen om in hunprogramma’s de interetnische samenwerking te bevor-deren. Het is van groot belang je niet neer te leggen bijde etnische logica van de politici en ondernemers, dienog steeds volharden in hun etnische denkkaders. Een

Page 31: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

31

nieuwe, meer internationaal georiënteerde jongere ge-neratie moet de touwtjes overnemen.

Het nationalistisch gedachtegoed is anno 2009 nogsteeds sterk, en daarom is het van groot belang dat deEuropese Commissie de eerder gestelde eisen (waaron-der de Kopenhagencriteria en de eis tot samenwerkingmet het Joegoslaviëtribunaal) onverkort overeind houdt.Tegelijkertijd mag van de EU wel meer creativiteit ver-wacht worden bij het versterken van de echte democra-tiseringskrachten, die immers ook op de WestelijkeBalkan in alle landen te vinden zijn. Het is aan de civielesamenleving in de EU-lidstaten om de samenwerkingmet partners in die landen te continueren. Uiteindelijkimmers zullen de burgers daar een streep in het zandmoeten trekken en korte metten maken met de natio-nalistische politiek die tot op heden de politiek be-heerst.De kerken en religieuze gemeenschappen in de EU-lid-

staten kunnen dit proces ondersteunen daar ook con-tacten aan te knopen met partners op de Westelijke Bal-kan. Vooral het gesprek over de rol van religie bijmaatschappelijke ontwikkeling is dan een belangwek-kend thema. Hierbij komt dan gemakkelijk ook aan deorde hoe in Nederland en de andere EU-lidstaten descheiding van kerk en staat en de godsdienstvrijheidzijn georganiseerd; met concrete voorbeelden kan dui-delijk gemaakt worden dat dit niet betekent dat de ker-ken en religieuze gemeenschappen zich niet zoudenmogen uitspreken over maatschappelijke vraagstukken. Hierbij komt dan ook de scheiding van kerk en staat ende godsdienstvrijheid om de hoek kijken. Het IKV heeftin samenwerking met het Helsinki-Comité in Macedo-nië hierover in dat land het debat aangezwengeld – metals gevolg dat een ontwerpwet op de vrijheid van degodsdienst door de regering werd teruggetrokken en bij-gesteld.

Tuzla (Bosnië-Herzegovina, 1996): huisvesting voor vluchtelingen en fysieke wederopbouw is zeer nodig – naast democratisering en economische

herstelprogramma’s.

Page 32: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

32

De afgelopen jaren wordt het veel gezegd: ‘De EU is alveel te groot, er zijn veel te veel zwakke broeders aanboord. We hebben te snel te veel landen opgenomen inhet Europese verband. Het is beter om nu eerst even metde huidige 27 weer tot rust te komen. Zeker niet nogmeer landen erbij! Eigenlijk, ja eigenlijk zouden we nogwel een paar landen weer uit de EU willen zetten…‘ Is ertwijfel omdat in sommige van de nieuwe lidstaten deworteling van democratie en rechtsstaat nog steeds pro-blematisch is, maar ook omdat de eigen portemonnee inhet geding is? ‘Zij zijn geen nettobetalers en wij wel.Waarom zouden wij de infrastructuur en de economi-sche stimulering van die armoedzaaiers moeten subsi-diëren?’ Wie zich een beetje verdiept in de groei van deEU door de decennia heen, zal echter inzien dat juist destapsgewijze uitbreiding telkens vooral financieel voor-delig was voor de zittende leden en, veel belangrijker,vrede en veiligheid diende en concreet vormgaf aan so-lidariteit op het Europese continent (zie hoofdstuk 2).Wat betekent dat voor bij voorbeeld uitbreiding met Tur-kije of Servië? Moeten we ‘rekkelijk’ zijn of toch vooral‘precies’?

4.1. De EU als vredesfactorHet Verdrag van Rome (1951), op basis waarvan de Euro-pese integratie werd opgestart, heeft een open wereld-beeld. Het Verdrag stelt dat democratische Europeselanden, die de waarden van vrede en vrijheid delen, kun-nen toetreden tot de Europese Gemeenschap. De hand-having van het criterium ‘rechtsstaat’ is onderstreeptdoor de opstelling en aanvaarding van ‘de criteria vanKopenhagen’ (1993), die gelden als richtsnoer voor de toe-lating van nieuwe leden van de EU. De criteria betreffenonder andere de eerbiediging van rechtsstaat en demo-cratie, het opgewassen zijn tegen de interne markt, deinrichting van een sociale markteconomie, het in staaten bereid zijn om het acquis communautaire (de bestaandewetgeving) van de EU over te nemen. Deze criteria liggengeheel in de lijn van het Verdrag van Rome. De EU kan zoeen belangrijke vredesfactor zijn voor de bestendigingvan de onderlinge vrede, maar ook voor de vestiging enversteviging van de internationale rechtsorde die daar-van het verlengstuk is. Aangezien het lidmaatschap vande EU een fel begeerde trofee is voor naar erkenning stre-vende regeringen, heeft het zin om de criteria van Ko-penhagen bij elke uitbreiding van de EU hoog op tespelen. Gerommel met principes zal het streven naarzelfcorrectie frustreren. Hervormingen zijn immers opde korte termijn zelden populair.

Aan Turkije en Servië is te zien wat een consequent vol-gehouden principieel beleid vermag. De Turkse regeringonder leiding van de grote islamitische AKP (Partij voorGerechtigheid en Ontwikkeling), heeft de Europese na-druk op het belang van hervormingen goed tegen bin-nenlandse dwarsliggers gebruikt en heeft dan ook eenaantal onverwachte successen geboekt. Tegen de ver-wachting van velen in Europa in, die verwacht haddendat de AKP als islamitische partij conservatief zou zijnen niet Europagezind. Dat laat overigens onverlet dat ditproces niet vanzelf loopt en soms het karakter heeft vaneen Echternachse processie: stappen vooruit, maar af entoe ook een stap terug. De jaarlijkse voortgangsberich-ten van de Europese Commissie over Turkije benoemenook steevast enkele negatieve tendensen in het land, tenaanzien van bij voorbeeld het optreden van de politie enhet niet naleven van wetgeving ter bescherming vanminderheden. De Servische regering is er door de striktehouding van de Nederlandse en Belgische regeringen toegebracht om de oorlogsmisdadiger Radovan Karadzic, politiek leider van de Bosnische Ser-viërs, aan het Joegoslavië-Tribunaal uit te leveren en omverdere toezeggingen te doen. De arrestaties van de nogvoortvluchtige Ratko Mladic en Goran Hadzic zullen ho-pelijk snel volgen. Alle andere lidstaten waren bereid ommet de eis tot samenwerking met het Joegoslavië-Tribu-naal de hand te lichten, maar werden in het ongelijk ge-steld. In beide gevallen staat de EU als vredesfactor ophet spel. Bij Turkije onder andere vanwege de te sterkepolitieke positie van het leger; bij Servië vanwege het on-vermogen om door het Joegoslavië-Tribunaal gezochtepotentiële oorlogsmisdadigers op te sporen, te arreste-ren en uit te leveren. Laten we deze landen en hun Eu-ropese ambities hier nader tegen het licht houden.

4.2. TurkijeDe onenigheid over de rol van rechtsstatelijke principeszien we in de bejegening van Turkije (72 miljoen inwo-ners). In 1987 vroeg Turkije het lidmaatschap van de EUaan, nadat Turkije en de EU al lang daarvoor, namelijk in1963, een associatieovereenkomst hadden getekend.Daarop kreeg het land geen antwoord omdat de Turkseschendingen van de democratische rechtsstaat te gênantwaren en te frequent voorkwamen. Wegens de onder-drukking van etnische en religieuze minderheden, degebreken van de rechtspraak en het gebrek aan persvrij-heid was het land een vaste klant van de klachtencom-missie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mensvan de Raad van Europa. Het latere verwijt ‘wij wachten

De uitbreiding van de Europese Unie

Hoofdstuk 4

Page 33: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

33

al veertig jaar op het lidmaatschap van de Unie’ de-monstreert dat de Turkse politiek geen interne, op hetlidmaatschap van de Unie gerichte, hervormingen ophet oog had. Hoe lang politiek wangedrag en politieketraagheid ook duren, een lange wachttijd kan als zoda-nig nooit reden zijn voor het lidmaatschap van de Unie.Al die jaren woedde er een interne oorlog tegen de Koer-dische minderheid en werden democratische en rechts-statelijke principes niet in praktijk gebracht. Zolangdeze omstandigheden voortduren, zal toetreding vaneen ongezeglijk Turkije de vrede niet dienen.

Het debat over een EU-lidmaatschap van Turkije wordtdoor sommige stromingen vertroebeld door het centraalstellen van zaken die geen verband houden met de fei-telijke toetredingscriteria. Daarbij speelt in diverse re-deneringen de heersende religie of levensovertuigingeen doorslaggevende rol. Er is een stroming die zegt:‘We willen af van het christelijke Europa en dus is uit-breiding van de EU met niet-christelijke staten goed. Datneutraliseert als het ware het christelijke karakter vanons continent’. Bekender en ook groter is de stromingdie zegt: ‘We willen een ondubbelzinnig christelijk Eu-ropa behouden en dus is er geen ruimte voor een grootland als Turkije in de EU’. (Deze stelling speelt minderten aanzien van kleinere landen met een procentueelgrote moslimpopulatie als Bosnië-Herzegovina, Mace-donië, Kosovo en Albanië.) Beide standpunten leiden totvooringenomen standpunten die unfair zijn tegen Tur-kije. Zulke redeneringen zijn ook in strijd met het Ver-drag van Rome en de Kopenhagencriteria, die alleenvragen naar het democratische gehalte van de toetrederen niet naar de heersende religie of levensovertuigingin dat land. Religie als zodanig kan geen barrière tegeneen lidmaatschap vormen, maar een op religieuze gron-den gebaseerde politiek die strijdig is met de Kopenha-gencriteria wel.

Een derde stroming zegt: toetreding van Turkije zal eenvredesproject zijn, als het toont dat de islam en de in deEU gedeelde democratische waarden wel degelijk ver-enigbaar zijn. In sommige kringen wordt immers be-toogd dat ze niet verenigbaar zijn. Wij zijn die laatstemening niet toegedaan. De politieke keuzen die in eensamenleving gemaakt worden ten aanzien van de (aldan niet democratische) inrichting van het land, lopenniet per definitie parallel aan de religieuze oriëntatievan de bevolking. Dat aanhangers van het katholieke oforthodoxe geloof zich niet per definitie meer democra-tisch gedragen dan aanhangers van de moslims, is bijvoorbeeld ook duidelijk geworden tijdens de Bosnischeoorlog (1992-1995). In deze oorlog hielden de Bosniaks(Bosnische moslims) zich grosso modo meer aan de waar-den van de rechtsstaat dan hun Servische en Kroatische(nominaal christelijke) rivalen.

De moslims in de samenlevingen van de EU-lidstatenzijn eveneens in grote meerderheid aanhangers van derechtsstaat zoals door de EU ontwikkeld. Een westers de-mocratisch bestel biedt soms zelfs meer vrijheden voorde religieuze expressie dan de politieke systemen in hunlanden van herkomst. De erkenning dat aanhangers vande islam zeer wel in staat en bereid zijn om de principesvan de rechtsstaat te doorgronden, na te leven, te ver-dedigen en uit te dragen, moet de politieke discussieover Turkije saneren. Dat maakt ruimte vrij voor een za-kelijke behandeling van de talrijke en ernstige politiekegebreken die door de Turkse regering en samenlevingwel degelijk nog moeten worden aangepakt. Voor alleduidelijkheid: Turkije heeft het afgelopen decenniumal tal van belangrijke en fundamentele hervormingendoorgevoerd. De laatste tijd wordt de weerstand tegendit hervormingsbeleid steeds sterker. Die weerstandkomt echter niet van religieuze maar bovenal van secu-laristische zijde. Vrijheid van godsdienst heeft in de EUhoge prioriteit en secularistisch Turkije vindt de daar-aan verbonden risico’s te groot. Indien echter het her-vormingsproces slaagt en Turkije wordt een land metde democratische en rechtsstatelijke kwaliteiten vaneen modale lidstaat, dan is er zeer veel gewonnen endient Turkije lid van de EU te kunnen worden. Dat zalde positie van de minderheden verbeteren, maar bij-voorbeeld ook de situatie in de staten die aan Turkijegrenzen positief kunnen beïnvloeden. Mocht het per-spectief van lidmaatschap van de Europese Unie voor deburgers en politieke elite in Turkije toch te onaantrek-kelijk zijn, dan nog is hetgeen aan hervormingen en po-litieke toenadering bereikt is, van groot gewicht en inhet belang van de vrede. Ook dan doet de EU er goed aanom te blijven investeren in een versterking van de on-derlinge relaties.

De Europese Unie heeft een grote aantrekkingskracht.

Page 34: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

34

De hoofdlijn is duidelijk: niet de religie van Turkijemaar de kwaliteit van haar rechtsstaat (inclusief waar-borgen voor de vrijheid van godsdienst) beantwoordt devraag naar de aanvaardbaarheid van haar toetreding totde EU.

4.3. ServiëEr zijn in Servië (10 miljoen inwoners) zeker ook pro-blemen met religie, maar op een andere manier. In Tur-kije is de scheiding van kerk en staat zodanig verankerdin de politieke cultuur, dat juist de vrijheid van gods-dienst erin in het geding komt. Een voorbeeld: de pre-ken in de moskee staan onder politieke controle.Vandaar de oproep in rapporten van het Europees Par-lement dat het even gemakkelijk moet zijn om een kerkte bouwen in Dijarbakir als een moskee in Rotterdam.In Servië laat de Servisch-Orthodoxe Kerk zich veelvul-dig in met de actuele politiek door daar publiekelijk uit-spraken over te doen en daarmee bepaalde partijen welen andere niet te steunen. De orthodoxe kerken identi-ficeren zich in hoge mate met hun volk. Dit houdt his-torisch verband met hun positie in het Ottomaanse Rijk.Tijdens de Joegoslavische oorlogen hebben we dat na-drukkelijk kunnen zien toen religieuze leiders de wa-pens en soldaten zegenden. Na de oorlog hebbengezochte oorlogsmisdadigers zich kunnen schuilhou-den in kloosters.

Mede dankzij deze kongsi van politieke en religieuze lei-ders zit een groot deel van de bevolking nog steeds vastin een etnisch zelfbeeld, dat in contacten met anderenvooral bedreigingen ziet en dat overal samenzweringentegen de Servische natie ontwaart. Ook nu nog is hetmede daardoor moeilijk om de bevolking in Servië tothet inzicht te laten komen dat niet zij de grote slacht-offers van de oorlogen zijn, maar vooral de BosnischeMoslims (Bosniaks) die overwegend aanhangers van eenniet-etnische, multiculturele staat in Bosnië-Herzego-vina waren. Het zijn nog steeds bizar grote groepen vankiezers die op partijen stemmen die door oorlogsmis-dadigers zijn gesticht, die daar nog steeds als heldenworden vereerd. Des te meer is de huidige Servische re-gering te waarderen voor haar recent uitgesproken be-reidheid om met het Joegoslavië-Tribunaal samen tewerken. En ook in Servië zijn er vredes- en mensenrech-tenorganisaties die al jaren werken aan verbetering vanhet politieke klimaat, die de media en de orthodoxekerk kritisch volgen, die burgers verleiden tot burger-schap en die met lokale overheden en burgergroepen sa-menwerken ter versterking van de lokale democratie.

4.4. Steun van buitenaf voor de hervormingenDe Europese Unie beschikt over diverse mogelijkhedenom staten die het lidmaatschap van de EU ambiëren, teondersteunen in de hervormingen. Zoals wij hierbovenal betoogd hebben, is het niet verstandig om de Kopen-hagencriteria en daaruit voortvloeiende eisen (als sa-menwerking met het Joegoslavië-Tribunaal) ‘rekkelijk’te interpreteren. Dat is een verkeerd signaal. Ten aan-zien van de Kopenhagencriteria moeten de EU-lidstaten‘precies’ zijn en blijven.

Maar dat betekent niet dat de Europese Unie en haar lid-staten geen mogelijkheden hebben om de hervormin-gen die moeten leiden tot een democratische rechtsstaatte steunen. Het officiële toetredingsproces kent diversefasen en naarmate een land het doel van feitelijke toe-treding nadert, zullen steeds meer gelden en fondsenbeschikbaar komen. Deze gelden evenwel worden doorde Europese Commissie vooral ingezet in programma’sdie top-down moeten werken. Het is natuurlijk noodza-kelijk om met overheidsgeledingen en ministeries teoverleggen over de diverse hervormingen, maar tegelij-kertijd stuit deze benadering op grenzen. Een voorbeeld:overleggen over decentralisatie met ambtenaren van mi-nisteries die decentralisatie zien als een aantasting vanhun machtspositie, zal weinig opleveren. Concreet wer-ken aan decentralisatie met lokale overheden, met bur-gergroepen en instellingen die lokaal burgerschapbevorderen en aan democratisering werken (media, jon-gerencentra, culturele verenigingen, mensenrechten-groepen etc.) en met de Vereniging van Servische

IKV-programma “Our Future”: Servische en Albanese

jongeren overleggen over hun toekomst in Europa.

Page 35: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

35

Gemeenten is dan een route die uiteindelijk zowel Eu-ropa als ook deze voorvechters van decentralisatie en de-mocratisering meer oplevert. Met andere woorden: deEuropese Commissie zou moeten trachten om zo directmogelijk de echte gangmakers van de Europese inte-gratie te bedienen; en waar dat niet via officiële kanalenkan, is er altijd nog de mogelijkheid om daartoe in deEU gevestigde civil society organisations te vragen deze rolte vervullen. Ook uitwisselingsprogramma’s voor amb-tenaren van verschillende bestuursniveaus hebben eengroot praktisch leereffect. Samenvattend: wel ‘precies‘blijven, maar creatiever worden in de inzet van midde-len om hervormingen te ondersteunen!

Maar het zijn natuurlijk niet alleen regeringen en sta-telijke organen die de hervormingen in potentiële lid-staten kunnen ondersteunen. Uitbreiding van de EUmag nooit een puur politieke of economische zaak zijn,maar moet zijn basis vinden in een Europeanisering vande samenlevingen. Dus ook op het niveau van de sa-menlevingen moeten contacten ontstaan en netwerkenontwikkeld worden, zoals in het vorige hoofdstuk be-schreven is. Zoals het grote aantal gemeentecontactendestijds heeft bijgedragen aan de val van de Muur, zokunnen twinnings en contacten tussen burgers en orga-nisaties op uiteenlopende basis de werkelijke integratievan toetreders bevorderen. Het kan gaan om steden-banden, onderwijssamenwerking, uitwisseling van ex-perts, culturele programma’s, sportuitwisselingen,jongerenreizen, relaties tussen vakbonden, mediasa-menwerking, enzovoorts. Hoezeer we ook leven in eenmondiale digitale samenleving, mensen van vlees enbloed ontmoeten en nieuwe culturen opsnuiven, blijftleuk en vooral ook nuttig. Op basis van zulke relatieskrijgen de burgers een beter beeld van wat leven in deEU werkelijk inhoudt, hoe burgers in een democratieaan hun rechten en plichten invulling geven en daar-over met de overheid ook constant in debat zijn. Omge-keerd kunnen wij, in Nederland of andere EU-lidstaten,met eigen ogen zien en met eigen oren horen hoe men-sen in landen als Turkije of Servië hun toekomst zien enhoe zij daaraan willen werken.

Zulke formele en informele netwerken voegen een be-langrijke dimensie toe aan het proces van Europese in-tegratie. Dan gaat het er niet om dat burgers zichverdiepen in het acquis communautaire, maar dat zij zicheen realistisch beeld kunnen vormen van wat het lid-maatschap van de EU kan opleveren. En ook niet kan ofzal opleveren, want het is ook niet gewenst dat burgersdenken dat toetreding tot de EU alle problemen zaldoen verdwijnen en spontane rijkdom zal creëren.Aldus zal de groep voorstanders van hervormingengroeien en ontstaat meer kritische massa om de eigen

staat en politici ter verantwoording te roepen waar her-vormingen worden uitgesteld of gefrustreerd.

De EU en EU-lidstaten kunnen deze programma’s fi-nancieel steunen, maar het is ook belangrijk om de vi-sumplicht voor burgers uit bij voorbeeld Servië enTurkije af te schaffen. Meer dan 70% van alle Servischestudenten heeft nog nooit enig buitenland bezocht!Mensen hebben er geen zin om voor elke reis meerderemalen in een lange rij voor een ambassade plaats tenemen en veel geld te moeten betalen voor een visum.Afschaffing van de visumplicht zal het reisverkeer ver-gemakkelijken en daarmee een kwaliteitsimpuls gevenaan het proces van de Europese integratie. Vanzelfspre-kend moeten wel aanvullende maatregelen genomenworden om mogelijke negatieve gevolgen, als crimineelverkeer en mensenhandel, in te dammen en te verhin-deren.

4.5. Waar eindigt ‘Europa’?Deze vraag wordt doorgaans territoriaal opgevat. Hetantwoord is dan: ‘Bij de Oeral en de Bosporus’, daarhoudt het continent Europa op. In politieke zin gaat devraag echter over de politieke ideeënwereld van de Eu-ropese Unie. Europa eindigt waar de politieke opvattin-gen die het karakter van de EU bepalen niet meer involdoende mate worden gedeeld. Dat is niet een kwestievan muggenziften, dat is de kern van ‘Europa’. Je hebtgeen vergrootglas nodig om de rechtsstatelijke en de-mocratische tekorten te zien in diverse landen. Het is al-lerminst vaag te stellen dat de grenzen van de EUworden bepaald door de identificatie van regeringen ensamenlevingen met de rechtsstaat. Consensus op dat

Afschaffing van de visumplicht zal een land als Servië helpen in

het hervormingsproces.

Page 36: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

36

vlak moet er zijn om een vereenzelviging van de burgersmet wat er in de EU gebeurt mogelijk te maken.

Op het gebied van het buitenlands en veiligheidsbeleidis een gemeenschappelijk platform van waarden on-ontbeerlijk om tot een gezamenlijk optreden ten batevan vrede en veiligheid te komen. Voor regeringen dievan de EU slechts een douane-unie en een interne marktverwachten, is het bestaan van een waardengemeen-schap niet wezenlijk. De beperking van de Unie tot eco-nomische doelstellingen ondermijnt echter de nadrukop recht en politieke moraal en vervreemdt de EU vande eigen grondwaarden en zeker van de verantwoorde-lijkheid om als vredesfactor te fungeren. Als te veel lid-staten van mening zijn dat de EU geen specifiekeleidende rol als handhaver van de internationale rechts-orde toekomt, is Europa op essentiële momenten afwe-zig. Dat bleek uiterst pijnlijk in de recenteBalkanoorlogen en in de oorlogen rond de Grote Merenin Afrika. In beide gevallen had de EU zich verantwoor-delijker moeten opstellen. De EU en de EU-lidstaten had-den meer kunnen en moeten doen om het geweld in dekiem te smoren.

Bij de start van de recente Balkanoorlogen was de EUniet bij machte om de rechtsvraag eensgezind te beant-woorden. Individuele lidstaten reageerden verbazing-wekkend primitief, op grond van historischesympathieën. Fransen, Grieken en Britten bleken iets tehebben met Servië, Duitsland met Kroatië. De Bosniaksontbrak het aan zulke steun in Europa, hoewel burgerswereldwijd zich vooral hun lot aantrokken; de samen-werking met islamitische landen in de Arabische wereldwas voor veel Bosniaks feitelijk een last resort! Bij de ge-nocide van Rwanda werden de voorkeuren eveneensdoor etniciteit bepaald, was er sprake van francofonieversus anglofonie. De optelsom van zulke sympathieënis al te vaak: Europese afzijdigheid. In de komende jarenis er alles aan gelegen de politieke waardengemeen-schap waarop de EU berust te versterken en verloede-ring te bestrijden. Terecht is deze inzet opgenomen inde Kopenhagencriteria.

4.6. Goede burenEr kunnen voor landen goede redenen zijn om niet totde Unie toe te treden, zoals er redenen zijn voor de EU-lidstaten om de toetreding van bepaalde landen af tewijzen in geval van het ontbreken van een doorleefdewaardengemeenschap met die landen of gebreken in dedemocratische rechtsstaat. Veel burgers in de EU-lidsta-ten hebben twijfels bij de uitbreiding van de EU. Som-migen voelen zich niet thuis in een Unie die almaargroter wordt en ook landen opneemt waarmee zij zichniet verbonden voelen; zij vragen zich af of hun waar-

den en vooral belangen wel goed behartigd worden van-uit Brussel. Deze groep van kritische burgers voelt zichgepasseerd en genegeerd door de ‘Brusselse bureaucra-tie’. Soms wordt het uitbreidingsproces voorgesteld alseen lavastroom die niet te beïnvloeden is. Daarmeewordt iedereen buitenspel gezet en is de EU van nie-mand meer. Het zijn echter de politici zelf die beslis-singen nemen en daarop aanspreekbaar (moeten) zijn.De uitbreiding van de EU is elke keer weer een open pro-ces dat wel of niet tot aansluiting leidt. Toetredings-processen kunnen stagneren of mislukken. Maar wievoldoet aan de criteria van Kopenhagen, heeft het rechtop toetreding. Uitbreiding van de Europese democrati-sche rechtsorde naar andere landen is ook in het belangvan de EU zelf.

Er zijn landen die wel een goede relatie met de EuropeseUnie willen, maar (nog) niet in staat of bereid zijn omaan de Kopenhagencriteria te voldoen. Zoiets kan nuch-ter worden aanvaard. Dat hoeft niet tot een breuk te lei-den. Er is een bescheidener vorm van samenwerking, inhet kader van het ‘nabuurschapbeleid‘ (ook wel goede-burenbeleid genoemd). Dit wil ertoe bijdragen dat vreed-zame verhoudingen zich naar buiten uitstrekken. Datis op zich een goede zaak. Het nabuurschapbeleid betreft de landen aan de Mid-dellandse Zee (minus kandidaat-lidstaat Turkije) en eenaantal voormalige Sovjetrepublieken, met als grootsteland de Oekraïne. Met Rusland zijn inmiddels afzon-derlijke regelingen getroffen, het land is te belangrijkom het eenvoudigweg als onderdeel van het ‘nabuur-schapbeleid‘ te zien. Zie hoofdstuk 6 voor een nadere be-schouwing over de relatie van de EU met Rusland. Opverzoek van in het bijzonder de zuidelijke lidstaten richtde EU zich niet alleen op Oost-Europa maar ook op deMiddellandse Zeestaten via het ‘Barcelonaproces’ dat deeconomische en bestuurlijke ontwikkeling van die lan-den op het oog heeft (ook hierover meer in hoofdstuk6).

Sommige landen zien in het nabuurschapbeleid en ver-gelijkbare arrangementen een elegante afwijzing vanhun eventuele lidmaatschap. Het is goed dat de Unie opdit vlak open kaart speelt: het nabuurschap is geen au-tomatisch voorportaal voor lidmaatschap van de EU,maar tegelijkertijd moeten hervormingen, als het des-betreffende land dat wil, wel in dat perspectief geplaatstkunnen worden (ook de Nederlandse regering bena-drukt - ten onrechte - dat toetreding tot de EU voor dezelanden niet aan de orde is). Het is mogelijk noch ge-wenst om de deur van het Verdrag van Rome zondermeer te sluiten. Dan verdwijnt immers een groot deelvan de aanmoediging om een democratische rechtsstaatnaar Europees model in te voeren. Moet Europa verder

Page 37: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

37

gaan dan het stellen van strenge eisen? De ontwikkelingtot volwaardige democratieën zal voor menig land eenrevolutie betekenen – die vanzelfsprekend alleen langsevolutionaire weg bereikt kan worden. We hebben hierdus te maken met eventualiteiten op de lange termijn.Wie weet hoe de wereld er dan voorstaat. Als ooit eenveel verdere uitbreiding aan de orde zou zijn tot ver bui-ten het geografische continent Europa, vanwege hetalom ontstaan van bloeiende democratische rechtssta-ten, dan is dat niet iets om te betreuren. Wel zal zo’nUnie dan een heel ander karakter dragen. Wie kan ove-rigens tegen een dergelijke territoriaal vergaande ga-rantie voor de vrede zijn? Voorshands heeft de Unie nogde handen vol aan het stellen en handhaven van strengeeisen aan de huidige kandidaat-lidstaten. Speculatiesover het lot van goede buren op de zeer lange termijnzijn niet aan de orde, maar wensen van deze landen omuiteindelijk tot de EU toe te treden, moeten ook niet ont-moedigd worden.

De EU heeft in 2008 het beleid voor een ‘Oostelijk Part-nerschap’ gelanceerd, dat betrekking heeft op de Oe-kraïne, Wit-Rusland, Moldavië, Georgië, Armenië enAzerbeidzjan. De achterliggende gedachte is de wens omhet transformatieproces in die landen actiever te on-

dersteunen. De EU heeft belang bij stabiele buurlandendie zich in wet- en regelgeving op de EU richten. In hetnabuurschapbeleid worden vooral de middelen van fi-nanciële steun en technische assistentie ingezet. In hetkader van het Oostelijk Partnerschap kan samenwer-king een breder bereik hebben. Zo wil de Nederlandseregering aandacht vragen voor mensenrechtenbeleid ensamenwerking bevorderen ten aanzien van de bevorde-ring van de (regionale) veiligheid en economische ont-wikkeling.

Concluderend: de uitbreiding van de EU is dus een pro-ces waarbij indringende politieke vragen behoren teworden gesteld. Mits streng tot uitvoering gebracht, kanhet hervormings- en toetredingsproces een belangrijkevredesbevorderende activiteit zijn. Het daagt ook de EUzelf uit om de eigen ‘draagkracht’ te versterken. Uit-breiding van de Unie schreeuwt om verdieping en daarmoet meer en meer systematisch aan gewerkt worden.Van een vergrote, economisch machtige en op vrede ensolidariteit gerichte Unie wordt veel meer internatio-nale verantwoordelijkheid verwacht dan ze nu reali-seert. ‘De mens leeft niet bij brood alleen’ en dat geldtook voor Europa. De Unie dient zich haar roeping alsvredesfactor helder bewust te zijn.

Kapotte tank, getuige van de oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan. Het Oostelijk Partnerschap moet helpen om de relaties te verbeteren.

Page 38: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

38

‘Méér Europa’, betekent dat ook een Europees leger? Enwie gaat dan besluiten over de inzet van zo’n leger ende daarin opgenomen Nederlandse militairen? Watzouden kenmerken van een Europese militaire strate-gie moeten zijn? Zeker voor landen met een minder uit-gesproken militaire traditie, zoals Nederland, zijn datlastige vragen. Langzaam komt het proces van Europesedefensiesamenwerking op enkele punten op gang. Tenaanzien van andere cruciale dossiers (de kernwapens!)is nog een lange weg te gaan. Overigens zijn er geenconcrete plannen om een Europees leger te vormen. Deplannen beperken zich tot het beschikbaar stellen vannationale eenheden die dan onder EU-bevel kunnenworden ingezet. In dit hoofdstuk proberen we enkelehoofdlijnen kort te beschrijven en te voorzien van eenenkele aanbeveling.

5.1. Europese veiligheidsstrategieHet debat over een Europese defensie is al decenniaoud. Een voorstel om een Europese Defensie Gemeen-schap op te zetten, feitelijk de integratie van de strijd-krachten van België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk,West-Duitsland en Italië in één Europees leger, liep inde jaren vijftig spaak op een Franse afwijzing. Dit hadals gevolg dat de defensie van Europa decennia lang pri-mair in een Atlantisch kader georganiseerd werd, na-melijk in de NAVO. Pas met het Verdrag van Maastricht(1991) zou Europa een eerste aanzet geven tot meer de-fensiesamenwerking, in het kader van een Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbe-leid (GBVB), “met inbegrip van de geleidelijke bepalingvan een gemeenschappelijk defensiebeleid dat tot ge-meenschappelijke defensie zou kunnen leiden”. Diverseinstellingen werden hierop in het leven geroepen.

Javier Solana, de Hoge Vertegenwoordiger voor het Ge-meenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid vande EU, en tevens secretaris-generaal van de West-Euro-pese Unie en directeur van het Europees Defensie-agentschap, gaf de aanzet tot de formulering van eenEuropese Veiligheidsstrategie (EVS). De Europese Raadkeurde in december 2003 dit document goed, dat detitel ‘Een veiliger Europa in een betere wereld’ droeg.Dit document legt sterk de nadruk op bedreigingen: in-ternationaal terrorisme, proliferatie van massavernie-tigingswapens, regionale conflicten, failed states engeorganiseerde misdaad. Consensus bereiken over dedreigingen is vanzelfsprekend essentieel en met hetwegvallen van de Berlijnse Muur is er veel veranderd.

Een en ander moet doorwerken in de visie op bewape-ning. De bewapening is nog erg toegesneden op oude,inmiddels weggevallen dreigingen. Waar het de strate-gische doelstellingen betreft, presenteert Solana eenomvattend veiligheidsbegrip dat aangeduid kan wor-den als comprehensive security. Deze benadering gaat uitvan de samenhang tussen alle dimensies van veiligheid(politiek, sociaaleconomisch, ecologisch, militair etc.)en dus ook van de noodzaak om aan al die dimensies tewerken. Het gaat bij de EU dus om een combinatie vanhard power en soft power.

Het besef van de samenhang tussen diverse dimensiesheeft in veel EU-lidstaten geleid tot een omarming vanhet zogeheten 3d-concept, dat stelt dat goed afgestemdeinzet nodig is met middelen van defense, development endiplomacy. IKV en Pax Christi steunen in algemene zindeze geïntegreerde aanpak, maar zien in de praktijk datde politieke inzet (diplomacy) al te mager wordt inge-vuld hoewel juist conflictpreventie, bevordering vandialoog tussen rivaliserende groepen, versterking vande rechtsorde en het creëren van voorwaarden voor sa-menwerking en verzoening zo belangrijk zijn. Politiekongemak (vaak feitelijk politieke onwil) wordt wegge-werkt met militairen en geld voor hulpprojecten; maaruiteindelijk gaat het natuurlijk om duurzame politiekeoplossingen en een strategie die daartoe leidt. Juist opdat punt moeten de EU-lidstaten en de EU als geheelmeer investeren. Meer dan nu het geval is zouden daar-bij ook organisaties uit de civiele samenleving, waar-onder vredes- en mensenrechtengroepen een bijdragekunnen (en moeten) leveren. Inzet van militairen (ofgrote sommen gelds voor ontwikkelingsprojecten) is,vooral waar het politieke raamwerk ontbreekt, vaak eenriskante onderneming.

5.2. Human security en Europese defensiesamenwerking

Binnen de Europese Unie, vooral in kringen rond de Eu-ropese Commissie, heeft – zij het tot nu toe informeel- het concept van human security ook de nodige aandachtgekregen. Op verzoek van Solana is een studie verrichthoe human security in concreet beleid kan worden om-gezet. De onderzoekers bepleiten onder meer de op-richting van een Human Security Response Force. Dezeinterventiemacht heeft ruwweg de omvang van een di-visie (15.000 personen), en bestaat voor twee derde uitmilitairen en voor een derde uit burgers zoals politie-mensen, douanebeambten, administrateurs en men-

Europees veiligheidsbeleid

Hoofdstuk 5

Page 39: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

39

senrechtenspecialisten. Inzet van task forces van onge-veer vijfhonderd personen en toegesneden op de situa-tie, moet op heel korte termijn mogelijk zijn vooral insituaties van ernstige mensenrechtenschendingen endreigende genocide, bij voorkeur binnen op basis vaneen VN-mandaat. Het onderzoeksrapport, getiteld AHuman Security Doctrine for Europe, heeft vooralsnog geenenkele officiële status; het is nog niet besproken in deEuropese Raad.

De Europese belangen lopen niet per se gelijk met dievan de Verenigde Staten. Dat geldt niet alleen rond eco-nomische vraagstukken, maar ook bij buitenlands endefensiebeleid. De EU heeft sinds het wegvallen van detweedeling van Europa een andere geostrategische engeopolitieke ligging dan de Verenigde Staten. De te-rugkeer van de ‘culturele factor’ (denk aan het debatover de clash of civilisations van Huntington, het ‘islam-debat’ en de war on terror) heeft ook verschillen tussenEuropa en Amerika duidelijk gemaakt. De VS kan hetzich gemakkelijker dan de EU permitteren om Ruslandtegen de haren in te strijken, want ze nemen gas nocholie af van Rusland. Tegelijkertijd zijn er de verschillenbinnen de EU. De nieuwe EU-leden zijn zelfs bereid omeconomische veren te laten om het Russische gevaar inte dammen. Ze zijn economisch minder sterk en bijvoorbeeld de Baltische staten hebben erg weinig han-delsrelaties buiten de directe regio.

Verschillen zijn ook duidelijk geworden in de discus-sies over de uitbreiding van de NAVO met landen als Ge-orgië en Oekraïne (waar zeer vele EU-lidstaten geenvoorstander van zijn, in tegenstelling tot de Ameri-kaanse regering). Ook de bilateraal door de VS metPolen en de Tsjechische Republiek gemaakte afsprakenover een anti-rakettenschild hebben tot ergernis geleidin veel EU-hoofdsteden. Het is van belang om met delanden in Midden- en Oost-Europa een dialoog aan tegaan over hun veiligheidsbehoeften en hoe die kunnenworden bevredigd. De EU heeft immers behoefte aaneen veiligheidsconsensus. Het is niet gewenst dat dehuidige situatie, waarin meerdere EU-lidstaten uit Mid-den-Europa in veiligheidskwesties de VS-politiek prefe-reren boven die van de EU, nog jaren blijft bestaan.

De EU-lidstaten hechten aan meer Europese defensie-samenwerking. Daarbij gaat het niet alleen om de softpower (politieke macht en diplomatieke inzet), maarook om hard power (militaire capaciteit). MinisterMaxime Verhagen van Buitenlandse Zaken steunt dezebenadering.

Minister Verhagen over Europa en militaire macht“Politieke macht is immers niet geloofwaardig alsdeze niet wordt geruggensteund door militairemacht. We moeten ook investeren in een eigen Eu-ropees Veiligheidsbeleids- en Defensiebeleid (EVDB).”Europa moet zelfstandig kunnen opereren, ookomdat “er heel veel behoefte (is) aan militaire capa-citeit in de wereld, ook op plaatsen ver van onzegrenzen die een rechtstreekse bedreiging voor de Ne-derlandse veiligheid inhouden (…)”. Versterking vande militaire capaciteiten van de EU versterkt ook deNAVO, omdat we de Amerikanen dan meer te biedenhebben. “Het mes snijdt aan twee kanten: een ver-sterking van de Europese defensiecapaciteiten isgoed voor Europa en goed voor de NAVO.”

IKV en Pax Christi steunen de versterking van Euro-pese militaire capaciteiten waar deze gericht is opde bevordering van de veiligheid door middel vanvredesoperaties. Daarbij moet dan vanzelfsprekendwel de veiligheid van de burgers dáár centraal staan,met andere woorden: de human security moet leidendzijn. De onderbouwing zoals minister Verhagen diegeeft, wijst erg op het klassieke referentiekader vande state security (“de directe bedreiging van de Ne-derlandse veiligheid”). Versterking van een Europeseveiligheidsvisie kan ook mede richting geven aan dediscussie over het nieuwe strategisch concept van deNAVO.

Human security moet leidend zijn.

Page 40: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

40

5.3. Obstakels voor versterkte militaire samenwerking in de EU

Er zijn diverse obstakels met betrekking tot defensiesa-menwerking die de afgelopen jaar lastig te overwinnenbleken. Het is niet erg realistisch te verwachten dat dezeproblemen op korte termijn opgelost zullen kunnenworden:• Gebrekkige efficiëntie

De 27 lidstaten van de EU gaven in 2007 samen meerdan 200 miljard Euro uit aan defensie en beschik-ten over 2 miljoen defensiepersoneel in actievedienst. Toch kan de EU op permanente basis slechtszo’n 70.000 militairen inzetten. In sommige landengaat extreem veel geld op aan personeel en wordtniet genoeg geïnvesteerd in het materieel. Doordatalle landen hun eigen beleid hebben met betrekkingtot militair materieel (denk aan tanks, fregatten, ge-pantserde voertuigen, enz.) is de diversiteit veel gro-ter dan bij voorbeeld in de VS. Bij elkaar opgeteldbeschikken de lidstaten van de EU over meer tanksdan de militaire experts nodig achten, terwijl erjuist een tekort is aan bij voorbeeld transportmid-delen. Het rendement van de totale Europese de-fensiebegroting is mede daardoor slechts 15% vandie van de VS. Verbetering van de efficiëntie is eeneerste prioriteit. Vanzelfsprekend is overeenstem-ming over de bedreigingen en de doelen van defen-sie-inspanningen hierbij een voorwaarde. En demilitaire prioriteiten moeten meer ontkoppeld wor-den van de industriepolitiek.

• De relaties tussen NAVO en EU 21 van de 27 EU-lidstaten zijn ook lid van de NAVO.De praktijk is dat deze lidstaten er niet in slagen omNAVO-beleid en EU-beleid goed op elkaar af te stem-men. Feitelijk is er sprake van concurrentie. De te-rugkeer van Frankrijk in de militaireNAVO-structuren, waartoe de Franse president Nicolas Sarkozy besloten heeft, kan hopelijk helpendit probleem op te lossen. Afstemming tussen beideorganisaties wordt in diverse verbanden (waaronderdiverse vredesmissies) bevorderd, maar de praktijk isweerbarstig. De verziekte relatie tussen Turkije(NAVO-lid) en Cyprus (EU-lid) speelt ook een rol. Tur-kije wil niet met Cyprus van doen krijgen in zakenvan EU-NAVO samenwerking, vanwege het conflicttussen het Turkse en het Griekse deel van het ei-land. De (Grieks-)Cypriotische regering op haarbeurt blokkeert het Turkse streven om een geasso-cieerd lid van het Europees Defensie Agentschap(EDA) te worden.

5.4. De strijd tegen het terrorisme De Europese Unie heeft in 2001 een antiterrorismestra-tegie aangenomen, die uit vier onderdelen bestaat: voor-

koming, bescherming, vervolging en reactie. Veel van dein de strategie en de actieplannen voorgestelde maatre-gelen betreffen samenwerking tussen lidstaten, straf-baarstelling van met terrorisme verband houdendemisdrijven en het financieren van projecten die de ca-paciteiten van lidstaten op het gebied van terrorisme-bestrijding of voorkoming van radicaliseringondersteunen. Interessant is een aantal projecten die deEU ontwikkelt en uitvoert in samenwerking met part-ners in Marokko, Algerije en Indonesië. Een stabiliteits-fonds is opgericht om meer van dit soort projecten inniet-lidstaten te kunnen ontplooien. De Nederlandse re-gering vraagt, bij monde van minister Maxime Verhagen van buitenlandse zaken, veel aandacht voorhet risico dat bij de bestrijding van terrorisme de men-senrechten sneuvelen.

Relatief weinig aandacht gaat uit naar de vraag wat ter-rorisme eigenlijk bedreigt. Wetenschappers en beleids-makers gaan er te gemakkelijk van uit dat Al Qaida en/of‘de mondiale jihad‘ een bedreiging vormen voor ‘deWesterse beschaving’, ‘onze veiligheid’ of ‘de Westersemanier van leven’, zonder kritisch te kijken naar watdeze bedreiging precies inhoudt. IKV en Pax Christi zijnvan mening dat terrorisme in de eerste plaats een be-dreiging vormt van mensen en hun veiligheid (humansecurity). Bij de bestrijding van terrorisme zou dan ookhuman security voorop moeten staan. Het is verstandigom begrippen als war on terror te vermijden en te spre-ken over bestrijding van terreur (in wezen een politie-taak). IKV Pax Christi acht het noodzakelijk om ook metradicalere islamitische organisaties en stromingen(denk aan Hamas of de taliban) in gesprek te treden; deorganisatie heeft in diverse landen het initiatief geno-men om gesprekken tussen mensenrechtenactivisten enradicale religieuze groepen te faciliteren. De EuropeseCommissie is ten aanzien van gesprek met radicale groe-pen actiever dan bij voorbeeld de Nederlandse regering.

5.5. Internationale operatiesDe uitbreiding van de EU heeft de duurzame internerechtsorde binnen Europa versterkt en daarmee zijn derelaties met de nieuwe buurlanden, vooral in het Oos-ten, nadrukkelijker op de agenda gekomen. Er is ookmeer aandacht voor gezamenlijk optreden in bij voor-beeld Afrika.

De ambitie de Europese militaire capaciteiten te ver-sterken is door de EU vastgelegd in de zogenaamde Head-line Goals 2010. De EU heeft de afgelopen vijf jaar 21operaties, binnen en buiten Europa, vorm gegeven. Hetging om 5 militaire en 16 civiele operaties. Internatio-nale operaties en versterking van Europese defensieca-paciteiten moeten, zo onderstreept ook de Nederlandse

Page 41: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

41

regering, geschraagd worden door een goede analysevan de problemen en uitdagingen waarmee we ons ge-confronteerd zien. Dan gaat het vaak om een samenspelvan militaire, economische, religieuze, culturele en mi-lieugerelateerde belangen en conflicten. Dit vereist dusook, zo wordt alom bepleit, een “geïntegreerde benade-ring” waar defensie, ontwikkeling en diplomatie deelvan uitmaken.

De EU heeft de afgelopen jaren de leidende rol in vre-desmissies (over)genomen van de VN en de NAVO, inonder andere Bosnië-Herzegovina (in 2004) en Kosovo(EU Rule of Law Mission in Kosovo, EULEX). EULEX is degrootste civiele missie die ook door de EU in ontplooid.Het is een ‘technische missie’, die een beperkte uitvoe-rende macht heeft. Belangrijke activiteiten betreffenonder andere de ondersteuning van een onafhankelijkrechtssysteem en een multi-etnisch politie- en douane-apparaat. De wens is bij de ontwikkeling van deze insti-tuties de internationaal erkende standaard te hanteren.Eind september zond de EU een groep van meer dan 200waarnemers uit welgeteld 22 EU-lidstaten naar Georgië,vooral om erop toe te zien dat de Russische en Georgi-sche troepen zich terugtrekken naar de posities vanvóór de start van de gevechten in augustus 2008. Dit zijnvoorbeelden van nuttige internationale operaties van deEU. Op het Afrikaanse continent echter lukt het de EUniet om een verschil te maken, vooral als gevolg van ge-brek aan politieke wil en een Frans-Engelse tegenstel-ling. Zie hiervoor hoofdstuk 6.

5.6. KernwapensVanaf de jaren vijftig zijn er Amerikaanse kernwapensgestationeerd geweest in West-Europa, terwijl Groot-Brit-tannië en Frankrijk in die periode ook eigen kernwa-pens ontwikkelden. In de tweede helft van de jarenvijftig nemen de publieke discussies over de kernwapenseen aanvang en in de periode 1979 tot en met 1985 vin-den massale protestacties plaats in Nederland en anderelanden waar Amerikaanse kernwapens gestationeerdzijn. De reden is de modernisering van raketten voor demiddellange afstand (INF, Intermediate-range Nuclear For-ces) van zowel de Sovjetunie als de VS, in Europa. Methet INF-akkoord van 1987 en het uiteenvallen van hetWarschaupact verdwijnt het nucleaire vraagstuk naarde achtergrond. Wel worden veel strategische kernwa-pens ontmanteld en worden de meeste Amerikaanse tac-tische kernwapens uit Europa teruggetrokken, maar dekansen die zich in de jaren negentig aandienen om‘door te pakken’ met kernontwapening worden nietbenut.

Anno 2009 wordt de wereld nog steeds geconfronteerdmet zo’n 25.000 kernwapens, waarvan enkele duizen-

den op scherp staan (‘hair-trigger alert’). In Europa wor-den de Franse en Britse kernwapensystemen gemoder-niseerd terwijl er ook nog steeds enkele honderdenAmerikaanse kernwapens liggen in vijf Europese NAVO-landen zijn opgeslagen, namelijk in Turkije, Italië,Duitsland, België en Nederland. De Russische kernwa-pens, die ooit ook stonden opgesteld in andere War-schaupactlanden, bevinden zich vandaag de dag alleenop Russisch grondgebied.

De onrust over de kernwapens is de laatste jaren weerbehoorlijk toegenomen. De vrees bestaat dat kernwa-pens of nucleaire technologie in handen van terroristenvallen. Landen als Israël, Noord-Korea, India, Pakistanen Iran beschikken inmiddels over eigen kernwapens ofworden ervan verdacht productie en bezit van kernwa-pens na te streven. Het Non-proliferatieverdrag (NPV),dat de verspreiding van kernwapens had moeten tegen-houden, is naar het oordeel van velen op sterven nadood. De internationale voortgangsconferentie in mei

In de jaren tachtig demonstreerde jong en oud tegen de kernwapens.

Page 42: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

42

2010 wordt gezien als een laatste kans om het NPV te red-den en nieuw leven in te blazen.

Toch zien we juist de laatste tijd veel positieve ontwik-kelingen. Het besef dringt door dat de afgelopen twintigjaar de kernwapens niet zijn gemoderniseerd en dat er alzestien jaar geen kernwapens meer zijn getest. Deze ver-oudering betekent dat spoedig de keuze moet wordengemaakt tussen afschaffing of modernisering. Steedsmeer militaire experts en politici komen tot de conclu-sie dat kernwapens ook militair gesproken geen ade-quaat antwoord (kunnen) geven op de vredesvragen vanons tijdsgewricht. Het zijn restanten uit de tijd van deKoude Oorlog. Amerikaanse oud-politici en voormaligediplomaten (onder hen de ministers van buitenlandsezaken Henry Kissinger en George Schultz) lanceerden in2007 een radicaal voorstel: een kernwapenvrije wereldin 2020. Oud-politici uit het Verenigd Koninkrijk, Duits-land en Italië hebben dit voorstel inmiddels omarmd. Inhet voorjaar van 2008 heeft ook minister Maxime Verhagen van Buitenlandse Zaken zich voorstander be-toond van wereldwijde nucleaire ontwapening, zonderdaarbij overigens concrete stappen te benoemen. Inte-ressante nieuwe internationale campagnes zijn ontstaan.De toonaangevende campagne van Global Zero (ziewww.globalzero.org) wordt inmiddels door een zeergrote groep ex-politici, waaronder de voormalige Neder-landse premier Ruud Lubbers, en mondiale opinieleidersondersteund. Dat er draagvlak is voor een nieuw beleidis ook zichtbaar geworden in de steun voor de nieuwecampagne tegen kernwapens die IKV Pax Christi in fe-bruari gelanceerd heeft (zie www.nonukes.nl).

Maar in de politieke arena is nog belangrijker dan ditalles de opstelling van de Amerikaanse president BarackObama. Hij heeft begin april 2009 in een toespraak inPraag duidelijk aangegeven dat hij voorstander is van eenkernwapenvrije wereld en direct nieuwe initiatieven ge-nomen om de slepende gesprekken met Rusland overonder andere de Start-akkoorden (die aan het eind vandit jaar verlengd en liefst uitgebreid moeten worden)weer vlot te trekken. Hij wil ook dat de Amerikaanse se-naat spoedig het algehele verbod op kernwapenproeven(Comprehensive Test Ban Treaty) ratificeert. Het is nu dusmeer dan ooit van belang dat er een goed Europees ant-woord komt op zijn voorstellen.

Hiermee is ook het (oude) idee van een kernwapenvrijEuropa opnieuw relevant geworden. Het is nooit eenglashelder concept geweest (Rusland ligt immers in Eu-ropa), maar de tactische kernwapens die tijdens deKoude Oorlog voor het Europese slagveld waren bedoeld,dienen te verdwijnen. In stilte zijn enkele jaren terug deAmerikaanse kernwapens uit Griekenland teruggetrok-

ken, op verzoek van de Griekse regering. Het aantal inDuitsland gestationeerde Amerikaanse kernwapens is in2005 verminderd en de Amerikaanse kernwapens zijn te-ruggetrokken uit het Verenigd Koninkrijk. Op dit mo-ment vinden we nog zulke nucleaire wapens in vijfEuropese NAVO-lidstaten (waarvan er vier lid zijn van deEU): Duitsland, Nederland, België, Italië en Turkije.

Er zijn goede argumenten voor het verwijderen van deAmerikaanse kernwapens van het Europese grondge-bied. De politieke motivatie van deze kernwapens lag inde dynamiek en retoriek van de Koude Oorlog, en diehebben we achter ons gelaten. Daarmee hebben dezekernwapens militair geen betekenis meer na de beëin-diging van de Koude Oorlog. De landen aan de oor-spronkelijke grenzen van het NAVO-verdragsgebied zijninmiddels lid van het bondgenootschap of partner vanhet door de NAVO geïntroduceerde Partnership for PeaceProgram. Vele deskundigen zijn het erover eens dat ge-bruik van of dreigen met inzet van tactische kernwapensuiterst onwaarschijnlijk is bij de nieuwe taken van deNAVO voor inzet bij crisisbeheersings- en stabiliserings-operaties.

De kernwapens in de Europese NAVO-lidstaten makenook de relatie van Europa met Rusland onnodig com-plex. De dreiging vanuit het Midden-Oosten is nogal dif-fuus en te indirect om Amerikaanse kernwapens opEuropees grondgebied te legitimeren. Bovendien is re-cent opnieuw aangetoond dat er problemen zijn met debeveiliging van deze kernwapens. Er zijn signalen dat deVS wel ook van haar laatste kernwapens in Europa af wil(het betreft alleen nog tamelijk oude vrijevalbommen),maar dat het de Europese bondgenoten zijn die eraanvasthouden, IKV en Pax Christi pleiten daarom ook voorde denuclearisering van de NAVO-strategie, dat wil zeg-gen dat de elementen van dreigen met en eventueel in-zetten van kernwapens niet meer terugkeren in hetnieuwe strategisch concept dat de NAVO in 2010 tijdenseen top in Lissabon wil vaststellen. Nederland en andereEuropese NAVO-lidstaten dienen daarop aan te dringen.Een dergelijke beleidswijziging zou een belangrijke bij-drage zijn aan een alomvattend plan voor nucleaire ont-wapening en zou een positieve impuls zijn voor detoetsingsconferentie van het Non-proliferatieverdrag inmei 2010.

Het afschaffen van de Nederlandse kerntaak (nu de nu-cleaire vrijevalbommen voor de F-16, gestationeerd inVolkel) zou dus een logische en betekenisvolle stap zijn,als een bijdrage aan het bereiken van een kernwapenvrijEuropa – ongeacht of wel of niet wordt overgegaan totaanschaf van de Joint Strike Fighter (JSF).

Page 43: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

43

Het Missile Defence System (MDS) waarover de VS nu af-spraken gemaakt hebben met de Tsjechische en Poolseregeringen vertroebelt onvermijdelijk de relatie van Eu-ropa met Rusland en verdient op basis van diverse re-denen heroverweging. Dit nieuwe systeem is eenpolitiek obstakel in de komende onderhandelingen voor(kern)ontwapening.

De Europese Unie is echter niet eensgezind. VooralFrankrijk en het Verenigd Koninkrijk, zelf kernwapen-staten, blokkeren de ontwikkeling van een Europesestrategie ten faveure van kernontwapening. Dit tast degeloofwaardigheid van de EU aan, maar ook haar mo-gelijkheden om een gecoördineerde bijdrage te leverenaan versterking van het non-proliferatieregime. Denieuwe inzet van de regering-Obama zet wel deze hou-ding van de Europese kernwapenstaten onder druk. DeEU mag zich in ieder geval niet langer laten verlammendoor de nucleaire ambities van Frankrijk en het Ver-enigd Koninkrijk. Nederland en andere EU-lidstaten heb-

ben de mogelijkheid, en méér dan voldoende aanlei-ding, om ook bij afwezigheid van een eensgezind EU-ge-luid zelf stappen te zetten. De NPV-toetsingsconferentievan 2010 biedt daarvoor een goede gelegenheid. Con-crete stappen op weg naar een kernwapenvrij Europazouden aan Rusland een vertrouwenwekkend signaal af-geven en ook kunnen bijdragen aan een verdere reduc-tie van Russische tactische kernwapens.

De F-16, geschikt voor nucleaire vrijevalbommen.

Page 44: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

44

Vroeger was het, althans op het eerste oog, simpel. Tij-dens de Koude Oorlog was je vóór democratie en kapita-lisme of je was vóór het communisme. Daarna steunde jede VS in de Global War on Terror of niet. Maar anno 2009lijkt de wereld complexer. Er zijn nieuwe landen opge-komen die een politieke en economische machtsfactorvan belang vormen. Wat betekent dat voor Europa?Nieuwe mogelijkheden! Zeker, maar ook de noodzaakom meer werk te maken van een eensgezinde vredespo-litiek.

Tijdens de Koude Oorlog (1945-1989) leefden we in eenbipolaire wereld, waarbij de strijd tussen Oost (de com-munistische landen, onder aanvoering van de Sovjet-unie) en West (het vrije Westen, onder aanvoering van deVerenigde Staten) de internationale, en in veel landenook de nationale, politiek bepaalde. Na de val van deMuur en het uiteenvallen van de Sovjetunie en het War-schaupact lag de internationale hegemonie in hoge matebij de Verenigde Staten. Maar de wijze waarop de VS haarwil probeerde op te leggen aan andere landen, heeft veelkwaad bloed gezet – niet alleen bij traditionele tegen-standers van de VS, maar ook bij gevestigde bondgeno-ten in onder andere Europa en potentiële bondgenotenin bij voorbeeld het Midden-Oosten. Dat besef is ook voel-baar geworden in de VS zelf en het heeft Barack Obamazeker geholpen in zijn verkiezingscampagne.

Nieuwkomers op het wereldtoneel zijn onder andere Bra-zilië, Rusland (terug van weggeweest), India en China, dezogenaamde BRIC-landen. Deze en andere landen eisenmeer invloed in het mondiale politieke en economischedebat. Zo zijn er terugkerende discussies over bij voor-beeld de gewenste hervormingen van de VN, in het bij-zonder de Veiligheidsraad. Islamitische landen wetenook wat machtspolitiek is. Landen met een dubieuze re-putatie op het gebied van de democratie kapen bij voor-beeld de Mensenrechtencommissie van de VN. InWest-Europa speelt de vraag of landen die sterk in op-komst zijn het ‘recht’ hebben om hun industrie en sa-menleving net zo verkwistend in te richten als wij,gevestigde economieën. Het voert te ver om in het bestekvan deze nota alle vragen die verband houden met demultipolaire wereld aan de orde te stellen. Feit is dat hetcomplexer politieke krachtenveld het belang van een hel-dere buitenlandse politiek van de EU alleen maar on-derstreept. Hoe zou de EU-politiek er anno 2009 uitmoeten zien met betrekking tot bij voorbeeld Rusland,Afrika en het Midden-Oosten?

6.1. Europa en Rusland De afgelopen jaren heeft Rusland onder Vladimir Poetin opnieuw van zich doen spreken. Een paar nega-tieve ontwikkelingen laten zich moeiteloos opsommen.De mensenrechten worden niet gehonoreerd, het mili-taire optreden in Tsjetsjenië ontmoette niet alleen inhet buitenland maar ook in Rusland zelf veel kritiek.Degenen die de Moskouse machthebbers kritiseren, wor-den aan de kant geschoven. Met regelmaat zet Ruslandde energieleveringen in als extra argument om landenonder druk te zetten. In de korte oorlog met Georgië (au-gustus 2008) deinsde het land er niet voor terug om bui-tenproportioneel geweld in te zetten. Waar vooral deex-communistische Centraal-Europese landen op over-wegend succesvolle wijze hun staat en samenlevingmeer op Europese (lees: EU-) leest hebben geschoeid, lijkthet erop dat zo’n transitieproces in Rusland nog nau-welijks op gang is gekomen. (Dit laatste geldt trouwensook voor Oekraïne en zeker Wit-Rusland.)

Vaak wordt ook gemeend, en de Russen doen dat nietals laatsten, dat een dergelijke ‘Europeanisering’ Rus-land ook niet past. In de internationale politiek laat Rus-land onder andere van zich horen door VS en Europa teverontrusten met (nucleaire) samenwerking met Iran enmet een dreigement nieuwe raketten te stationeren inhet westen van Rusland als de VS, Polen en Tsjechië deaanleg van het anti-rakettenschild doorzetten. Moskouwil besluiten kunnen blokkeren met betrekking tot bijvoorbeeld de uitbreiding van de NAVO met Georgië ofOekraïne. Vooral in de nieuwe lidstaten van de EU (dietijdens de Koude Oorlog deel uitmaakten van het War-schaupact) bestaat het gevoelen dat Rusland niet tot nor-male gelijkwaardige vormen van samenwerking in staatis: ‘Rusland kan alleen satellieten of vijanden als burenhebben’. In de jaren negentig was er enthousiasme overde ontwikkelingen in Rusland, maar nu overheerst tochvooral zorg. Het lijkt er soms op dat Rusland voorna-melijk strijdt tegen fantomen voor binnenlands gebruik.De Russische leiders spreken over ‘omsingeling’ en zijnten overstaan van hun burgers eensgezind: ‘het Westenis tegen Rusland gericht’.

De Russische president Medvedev heeft in een drietalspeeches in 2008 ideeën gepresenteerd voor een nieuweEuropese veiligheidsarchitectuur. Een ‘tweede Helsin-kiproces’ zou daartoe moeten leiden. Medvedev betoogtdat alle veiligheidsstructuren van dit moment hunrechtvaardiging hadden in het verleden toen de wereld

Europa als vredesactor in de multipolaire wereld

Hoofdstuk 6

Page 45: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

45

er nog anders uitzag. Vooral ten aanzien van de NAVO isRusland kritisch. Na het einde van de Koude Oorlog konde NAVO als het ware ‘veiligheid exporteren’, maar nu ishet juist de NAVO, die met de ambitie nog verder oost-waarts uit te breiden de instabiliteit in Europa vergroot– aldus de Russische elite. Naar het oordeel van Moskoumaakt de EU maakt de fout om de grote politieke de-batten aan Rusland en de Verenigde Staten over te latenen geen eigen politieke positie in te nemen, tussen Mos-kou en Washington in. De EU wijst op de eigen grond-waarden en de bestaande Europese verbanden enstructuren, maar het algemene geluid uit Rusland wasen is simpel: ‘Rusland is te groot en te onafhankelijk omin zulke bestaande structuren te integreren’. Algemeenvreest men dat het vernieuwen en vervangen van hetPartnership and Cooperation Agreement dat de EU metRusland is overeengekomen, een moeizaam proces zalzijn. Medvedev betoogt dat de drie pilaren van de Euro-pese beschaving, namelijk de EU, de VS en Rusland,samen de ruggengraat van de Europese veiligheids-structuren moeten vormen. De Russen verwachten datde VS de komende periode minder op Europa gericht zalzijn, maar vooral zal investeren in de relatie met Azië.Dat zal, aldus de Russische elite, voor de EU de nood-zaak vergroten om op een andere manier naar Ruslandte kijken. Voor de Russen heeft, zeker na de Russisch-Georgische oorlog (augustus 2008), ook de OVSE afge-daan. De Russen benadrukken al lange tijd dat de OVSEzich – onder invloed van een westerse agenda – te veelricht op de mensenrechten en te weinig op de veiligheiden economische samenwerking.De voorstellen die Medvedev heeft gepresenteerd, blij-ven evenwel zeer vaag en reiken niet veel verder dan eenaantal uitgangspunten. De gedachte van een nieuw in-ternationaal project om de Europese veiligheidsarchi-

tectuur te vernieuwen is verleidelijk, het is immers dui-delijk dat er nog veel winst te behalen bij het vergrotenvan de stabiliteit. Er zijn bovendien diverse belangrijkekwesties die vanuit een nieuwe door EU en Rusland ge-deelde veiligheidsvisie veel gemakkelijker opgelost zul-len kunnen worden. Denk aan de kernwapens in Europaen diverse ‘bevroren conflicten’ (in Georgië, in Armeniëen Azerbeidzjan (Nagorno-Karabach), Transdnjestrië, ennatuurlijk ook Kosovo). De Russische voorstellen kun-nen er gemakkelijk toe leiden dat de human dimensiondie tot de kern behoort van het eerste Helsinkiproces,aan belang inboet. Dit is ongewenst. Europa moet meerzijn dan gemeenschap van gedeelde (economische) be-langen, het gaat immers om een gemeenschap vanwaarden.

Het Russische voorstel lijkt vooral ingegeven door dewens om de afstand tussen EU en VS te vergroten doorbijvoorbeeld de rol van de NAVO te verkleinen. Com-mentatoren en politici maken zich hierover zorgen en afen toe wordt zelfs gesproken over een ‘nieuwe KoudeOorlog’. Maar het is een feit dat de Koude Oorlog achterons ligt en dat die niet meer terugkomt. Ook in Moskouzit men daar niet op te wachten. Daarvoor zijn de afge-lopen twintig jaar toch te veel relaties ontstaan. Vooralde economische afhankelijkheden spelen daarbij eengrote rol. Europese landen zijn zeker voor een deel vanhun energievoorziening afhankelijk van de Russen,maar omgekeerd geldt nog sterker dat Rusland nauwe-lijks andere afnemers heeft dan de Europese (Chinawordt als afnemer van energie wel steeds belangrijker).Ook Rusland is dus niet gebaat bij verstoring van de han-del in energie. Bovendien is ook tussen Rusland en deVS de Koude oorlog voorbij. De twee landen werkennauw samen bij het ontmantelen van kernwapens. 10%van de Amerikaanse elektriciteit wordt opgewekt metnucleaire brandstop die uit het Russische nucleaire ar-senaal afkomstig is en door Amerika wordt gekocht.

Juist omdat het voorstel van Medvedev over een nieuweEuropese veiligheidsarchitectuur nog zo vaag en onin-gevuld is, is het nuttig om er serieus op in te gaan – zijhet bij voorkeur op basis van een eigen Europese visieop veiligheid in Europa. Dat betekent dat de lidstatenvan de EU nog het nodige huiswerk te maken hebben.

Immers, bovenal is van belang dat de lidstaten van deEuropese Unie het eens worden over hun beleid met be-trekking tot Rusland. Nu zijn er (te) veel verschillen ennogal wat landen laten zich leiden door eigen nationaleof opportunistische motieven. Een dieperliggend pro-bleem is, dat de (negen) EU-lidstaten die ooit deel uit-maakten van de Russische invloedsfeer over hetalgemeen veel kritischer zijn over Moskou dan de lid-

Landen als Polen en Roemenië behoorden lange tijd tot de invloeds-

sfeer van de Sovjetunie, maar zijn inmiddels lid van de EU en de

NAVO.

Page 46: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

46

staten van het ‘oude Europa’. Een recht van spreken kanhen niet ontzegd worden, hoewel het de vraag is of huneigen ervaringen met Rusland niet al te zeer hun hui-dige analyse kleuren. Het is hoog tijd dat de EU-lidstatenonderling een stevig intellectueel debat aangaan overde relatie met Rusland – nu en in de komende periode.

De Koude Oorlog draaide om invloedssferen, en daar-mee onvermijdelijk tot vormen van selectieve veront-waardiging. Handelingen van een bondgenoot werden(en worden) anders beoordeeld dan dezelfde handelin-gen van een vijand. In het huidige tijdsgewricht (waarinwe eenzelfde reflex nog terugzien in bij voorbeeld deglobal war on terror) is zo’n opstelling ongewenst. Wemoeten ons niet laten leiden door oude vijandbeeldenof andere vormen van ‘oud denken’, maar door een eer-lijke policy die direct voortkomt uit een Europese vre-despolitiek en die zijn wortels heeft in de Europesegrondwaarden. Meten met twee maten moet vermedenworden. Trouwens, ook Rusland zelf is er niet vies van,getuige Moskou’s opstelling ten opzichte van Kosovo (on-afhankelijkheid wordt illegaal genoemd) en Zuid-Ossetiëen Abchazië (onafhankelijkheid wordt erkend).

Hieruit volgt dat we niet al te voorzichtig moeten zijn inonze omgang met Rusland. Waar kritiek op zijn plaatsis, moet die geuit worden – maar wel vanuit het besefdat oplossing van de problemen (kernwapens, energie-leveringen, mensenrechtenschendingen, enzovoorts)enkel door middel van dialoog en samenwerking mo-gelijk zal zijn. Een kritische beoordeling van de Russi-sche politiek is eveneens geboden ter ondersteuning enversterking van de personen en groepen in Rusland zelfdie zich inzetten voor meer democratie en politieketransformatie.

Evenzogoed verdienen de Russische zorgen serieuzeaandacht. Het is inderdaad verstandig om de relatie metRusland niet nodeloos te belasten met initiatieven diede veiligheid niet dienen maar wel de Russen bevesti-gen in hun gevoel van omsingeling.

De Georgische vraag om lid te worden van de NAVOmoet op zijn eigen merites worden beoordeeld. Als soe-vereine staat heeft Georgië een soeverein beslissings-recht; Russische bezwaren noch Amerikaanse belangenmogen doorslaggevend zijn. De voorwaarden die deNAVO heeft gesteld aan Georgië zijn door de korte oor-log met Rusland (augustus – september 2008) des te re-levanter geworden. Om in aanmerking te komen voorhet ‘voorportaal‘ van de NAVO, de Membership Action Planstatus (MAP), moet Georgië onder andere aantonen eengoed functionerende democratie te zijn, minderhedenrechtvaardig te behandelen en gecommitteerd te zijn

aan een vreedzame oplossing van conflicten. Op al dezepunten overheersen ernstige zorgen. De gebeurtenissenvan de afgelopen periode hebben getoond dat Georgiëniet toe is aan MAP-status. Georgië heeft sinds 1991 zijnAbchazische en Ossetische minderheden geen enkelereden gegeven om zich welkom en veilig te voelen bin-nen het Georgische staatsbestel. De bombardementenvan Tshkinvali (Zuid-Ossetië) vormen ernstige schen-dingen van fundamentele rechten en democratischewaarden. Een versnelde toetreding zou ook een zeer on-gewenst precedent scheppen ten overstaan van anderepotentiële NAVO-lidstaten.

Daarnaast is er een geheel andere dimensie van de re-latie tussen Rusland en de EU. In de interstatelijke di-plomatie draait vrijwel alles om hoofdsteden enregeringsleiders. Zeker in een immens groot land alsRusland zou meer aandacht geschonken moeten wor-den aan de provincies. De EU en de EU-lidstaten zoudener goed aan doen de uitwisselingsprogramma’s met deRussische samenleving te intensiveren, ook indien ‘Mos-kou’ bij vlagen zulke initiatieven frustreert. Met door-zettingsvermogen en creativiteit is veel mogelijk,getuige bijvoorbeeld de stedenbanden van Nijmegenmet Pskov (zie www.nijmegenpskov.nl) en Groningenmet Moermansk (zie via www.groningen.nl), die in res-pectievelijk 1988 en 1989 tot stand kwamen en in hetkader waarvan nog steeds vernieuwende initiatievenvan de grond komen.

6.2. Europa en AfrikaHeeft de EU een veiligheidsbeleid voor Afrika? Eigenlijkniet. Met name oud-kolonisatoren Frankrijk en Enge-land hebben en koesteren hun eigen beleid dat een ob-stakel vormt in de ontwikkeling van een Europeseinspanningvoor meer veiligheid op het Afrikaanse con-tinent. Er zijn de nodige VN-vredesmissies in Afrikaansestaten, maar deze worden bemenst door Bangladeshi,Pakistani, Uruguayanen en militairen van andere lan-den met beperkte capaciteit voor zulke complexe vre-desmissies. De grote (Europese) machten die hetcontinent in z’n huidige vorm hebben geschapen, zijnopvallend afwezig in de vredesmissies. Europa weigertaan VN-vredesmachten deel te nemen, kleine uitzonde-ringen daargelaten. Deels is dat te verklaren uit de moei-zame militaire commandostructuur als gevolg waarvande VN-ambassadeurs van de troepenleverende landenhun invloed aanwenden om het ambitieniveau laag tehouden. Zij willen vermijden dat hun troepen te veel ri-sico lopen. De Europese aarzeling is ook deels te begrij-pen omdat de kwaliteit van de ter beschikking gesteldetroepen zeer matig is; het zijn veelal garnizoenssolda-ten, geen ervaren vechtsoldaten. Maar het grootste pro-bleem is wel dat de EU geen enkele moeite doet een

Page 47: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

47

eigen Europees veiligheidsbeleid te ontwikkelen. Erwordt geen serieuze poging ondernomen om een planvan aanpak te ontwikkelen dat Europese lidstaten instaat zou stellen wel op enigerlei wijze deel te nemenaan vredesmachten in Afrika.

Laten we het Grote-Merengebied als voorbeeld nemen.Centraal Afrika is als het ware de Elzas van Afrika, eendoor de eeuwen heen betwist gebied. Als voormalig Bel-gische kolonie loopt hier de scheidslijn tussen Franse enEngelse invloedssferen. De Fransen hebben Rwanda vol-ledig verloren aan de Engelse invloedssfeer. De strijd ominvloed tussen deze twee grote Europese landen frus-treert elke poging tot een serieuze aanpak van het con-flict. Voor Londen en Parijs zijn het niet veel meer dansentimentele overwegingen die voorop staan. Wie heeftde meeste goede relaties met delen van Afrika, hoe kun-nen we nu oude koloniale banden behouden? Dat leidttot meten met twee maten. Een voorbeeld: in Rwandaheerst een dictatuur, maar Engeland zal die door dik endun steunen omdat de Engelse invloed sinds de geno-cide van 1994 veel groter is geworden dan de Franse in-vloed. De nieuwe Rwandese elite is veelal opgeleid inbuurland Oeganda, waar zij Engels geleerd hebben. DeBritse regering reageert ook niet op de door Rwanda ver-broken betrekkingen met Frankrijk en Spanje, landenwaar rechters leden van het Rwandese regime vervol-gen. Een vergelijking dringt zich op het onvermogenvan de Europese Unie om goed in te grijpen in voorma-lig Joegoslavië, als gevolg van de verschillende histori-sche banden van grote EU-landen met bepaaldebevolkingsgroepen of deelrepublieken in Joegoslavië. De EU en EU-lidstaten nemen nauwelijks deel aanMONUC, de VN-vredesmissie in de Democratische Re-publiek Congo. Het gaat hooguit om enkele verbin-dingsofficieren, verder gaat de Europese ondersteuning

niet. Voor EUSEC, het EU-programma dat het land moethelpen met de hervorming van de veiligheidssector (SSR:Security Sector Reform) geldt dat de EU-lidstaten slechtstweederde van de beoogde EUSEC-experts hebben vrij-gemaakt. Voor één op de drie functies is niemand be-schikbaar. Stel je voor: de 27 lidstaten van de EU zijnsamen niet in staat om een 50 tot 70 vacatures op te vul-len. Daar past maar één woord: schande! Daarnaast ont-breekt het aan een eensgezinde SSR-aanpak, en dusverzorgen landen als België, Frankrijk, Engeland enZuid-Afrika - op verzoek van Nederland - naar eigen in-zicht trainingen voor het leger. De EU heeft wel eeneigen gezant voor het Grote-Merengebied, die een ac-tieve rol speelt. Hij krijgt echter uiteraard Europa nietverenigd Op cruciale momenten krijgt hij absoluut teweinig politieke en militaire steun van zijn opdracht-gevers, de EU-lidstaten.

Conclusie: het is voor Afrika van het grootste belang datde Frans-Engelse controverse bespreekbaar gemaaktwordt en dat de EU-lidstaten gezamenlijk een strategieuitstippelen om een krachtige Europese bijdrage te le-veren aan de vredesmissies in Afrika. De Europese prio-riteiten moeten bepaald worden aan de hand van deveiligheidsbelangen van de burgers in Afrika (human se-curity), en zeker niet door belang, prestige of etnischevoorkeur van afzonderlijke EU-lidstaten.

6.3. Europa en het Midden-OostenDe politieke betrokkenheid van de EU bij het Midden-Oosten begint in juni 1980, met de ‘Venice Declaration’.In deze verklaring leggen de (dan negen) lidstaten vast,dat de Europese Gemeenschap een direct eigen belangheeft in het Midden-Oosten en een rol moet spelen inhet bevorderen van vrede aldaar. De tijd lijkt gunstigwant in 1979 is er een vredesverdrag gesloten tussen Is-rael en Egypte. Israel heeft zich teruggetrokken uit deSinaï, een gebied dat het sinds de oorlog van 1967 be-zette.

In de Verklaring van Venetië baseert de Europese Ge-meenschap zich op twee resoluties van de VN-veilig-heidsraad, 242 en 338. Deze resoluties vallen onderHoofdstuk VI van het VN-Handvest en richten zich dusop het met vreedzame middelen (dus niet dwingend) op-lossen van het conflict. Uitgangspunt van beide resolu-ties is het principe van ‘land voor vrede’. De Verklaringvan Venetië erkent de Palestijnen als nationale groep.Een oplossing van het conflict dient gericht te zijn ophet samenleven van alle groepen, met veilige en erkendegrenzen van alle landen in de regio, inclusief Israel. DePalestijnen dienen recht op zelfbeschikking te krijgenin het kader van een omvattend vredesverdrag en dePLO dient, met inachtneming van de bovenstaande uit-

Uruguay levert troepen aan de MONUC-vredesmissie in de Demo-

cratische Republiek Congo.

Page 48: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

48

gangspunten, bij het vredesproces betrokken te worden.De EU heeft zich vanaf 1980 zeer consistent betoond tenaanzien van deze uitgangspunten. Het is nog steeds debasis van het EU-beleid inzake het Midden-Oosten.

Het Europese Midden-Oostenbeleid gaat een tweede fasein, in november 1995, met het zogenaamde Euro-Mediterraan Partnerschap (EMP), ook wel het Barce-lona proces genoemd. Het EMP rust op twee pijlers. Er ishet multilateraal proces waarin alle landen rond deMiddellandse Zee en de EU een partnerschap aangaan,dat gebaseerd is op de principes van wederkerigheid, so-lidariteit en gezamenlijke ontwikkeling. Het doel is omsamenwerking tot stand te brengen op politiek, econo-misch en sociaal gebied. Daarnaast worden in het kadervan het Euro-Mediterraan partnerschapsproces associ-atieovereenkomsten afgesloten, bilaterale overeenkom-sten tussen de Europese Gemeenschap en de lidstaten

enerzijds en de afzonderlijke mediterrane partnerlan-den anderzijds. Alle associatieovereenkomsten beogende bevordering van een regelmatige dialoog over poli-tieke en veiligheidsaspecten en bevordering van de han-del, op basis van een geleidelijke liberalisering van dehandel in goederen, diensten en kapitalen. Ook de be-vordering van een sociale, culturele en menselijke dia-loog maakt onderdeel van de associatieovereenkomsten.Eerbiediging van de democratische beginselen en defundamentele rechten vormen essentiële elementenvan de associatieovereenkomsten, maar deze mensen-rechtenclausules zijn bij de diplomatieke elites vannogal wat EU-lidstaten niet erg geliefd. De naleving vandeze clausules is dan ook in de regel problematisch enonvoldoende.

De multilaterale samenwerking heeft helaas sterk inge-boet aan betekenis na het mislukken van het Oslo-vre-desproces en het begin van de tweede PalestijnseIntifada (volksopstand).

Tussen 1995 en 2006 werden zeven van zulke associa-tieverdragen gesloten: met Tunesië, Libanon, Algerije,Egypte, Jordanië, Israel en Marokko. Met de PalestijnseAutoriteit werd in 1995 een interim-associatieovereen-komst gesloten die zich hoofdzakelijk richt op handels-vraagstukken en samenwerking op niet-politiek gebied.De wens is deze interim-overeenkomst te zijner tijd omte zetten in een Associatieverdrag.

In 2004 werd het Europees nabuurschapbeleid gelan-ceerd. In het Middellandse Zeegebied is het Europees na-buurschapbeleid van toepassing op alle niet tot de EUbehorende deelnemers aan het Euro-Mediterrane Part-nerschap - met uitzondering van Turkije, dat zijn be-trekkingen met de EU voortzet in het kader van hetkandidaat-lidmaatschap van de EU (zie hoofdstuk 4).Doel van het nabuurschapbeleid is het bevorderen vande veiligheid in en om de EU. Het is de wens om de om-ringende landen zo dicht mogelijk tot het waarden-stelsel te brengen zoals de EU dat hanteert eninternationale samenwerkingsprojecten vormen daar-bij een belangrijk instrument. Dat geldt voor het Mid-dellandse Zeegebied even zo goed als voor de landenoostelijk van het huidige verdragsgebied van de EU.

6.4 Het Israëlisch-Palestijnse conflictDe EU onderhoudt intense relaties met zowel Israël alsde Palestijnse Autoriteit. De EU is de belangrijkste han-delspartner van Israël maar ook de belangrijkste finan-ciële ondersteuner van de Palestijnse Autoriteit. In hetkader van het Oslo-proces heeft de EU sterk bijgedragen,financieel en politiek, aan het opbouwen van de Pales-tijnse instituties die de bouwstenen vormen van een toe-

Het vluchtelingenprobleem bemoeilijkt het vinden van duurzame

oplossingen voor de conflicten in het Midden-Oosten.

Page 49: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

49

komstige Palestijnse staat. De EU heeft sterk, maar metbeperkt succes, aangedrongen op financiële en politieketransparantie in de Palestijnse Autoriteit. De EU heeftde annexatie van Oost-Jeruzalem door Israël niet erkenden beschouwt de voortgaande bouw van nederzettingenin de Westbank als strijdig met het internationaal recht.De EU veroordeelt beleid van zowel Israël als de Pales-tijnse Autoriteit waar dit strijdig is met mensenrechtenen humanitair oorlogsrecht.

Echter, de EU wordt in zijn beleidsvoering ten aanzienvan met name Israël gehinderd door een moeizaam in-tern proces. Diverse EU-lidstaten, waaronder Nederland,vinden het moeilijk om de Israëlische regering hard aante pakken bij massale mensenrechtenschendingen ofinzet van disproportioneel geweld.

In het beleid van de Europese Unie met betrekking tot(landen in) het Midden-Oosten speelt het Israëlisch-Pa-lestijnse (of iets breder beschouwd: het Israëlisch-Arabi-sche) conflict een centrale rol. Hoewel in hetAssociatieakkoord met Israël, zoals in alle Associatieak-koorden, ook een ‘mensenrechtenclausule’ is opgeno-men, lijkt dit belangrijke politieke aspect van desamenwerking niet op te wegen tegen de economischesamenwerking. Hoewel de EU er bij de Israëlische rege-ring op aandringt om, ondanks de instabiele veilig-heidssituatie en het recht van Israël de eigen burgers tebeschermen, toch de mensenrechten te respecteren,gaat het proces van verdieping van de economische re-laties – ongeacht de Israëlische reactie op deze signalen,gewoon verder. IKV Pax Christi is van mening dat het As-sociatieverdrag als één geheel moet worden gezien. Vanverdere verdieping van de (economische) relaties en desamenwerking kan pas sprake zijn als Israël de men-

senrechten respecteert van zowel de Palestijnen in debezette gebieden als van de Arabische minderheid ineigen land. Daarom dringt IKV Pax Christi aan op het in-stellen van een aparte subcommissie mensenrechtenonder het Associatieakkoord, waarin de handhaving vanmensenrechten permanent aan de orde kan worden ge-steld.

Vanaf 2003 zijn opnieuw pogingen ondernomen, doorde internationale gemeenschap en met name de VS, omhet in 2000 vastgelopen vredesproces weer op gang tebrengen door middel van de roadmap for peace en het in-stellen van het zogenaamde Kwartet. Daarin neemt deEU deel naast de VS, de VN en Rusland. De democrati-sche verkiezingen in de Palestijnse gebieden, gehoudenin 2006, leidden tot een meerderheid voor Hamas.Hamas staat op de EU-lijst van terroristische organisa-ties. Het Kwartet nu heeft drie voorwaarden gesteld voordiplomatieke, politieke en financiële relaties met eenHamasregering of een regering waarin Hamas is verte-genwoordigd: erkenning van Israël, afzweren van ge-weld en acceptatie van eerder door de PalestijnseAutoriteit gesloten overeenkomsten met Israël en de in-ternationale gemeenschap. Dit is feitelijk een isolatie-beleid. Deze benadering heeft tot op heden niet hetgewenste resultaat opgeleverd, maar juist geleid tot ver-dieping van de kloof tussen de twee grote Palestijnse po-litieke partijen, Hamas en Fatah. Ook de politiekelegitimiteit van de Palestijnse president Abbas is erdooraangetast. IKV Pax Christi pleit voor een do-no-harm-beleid met betrekking tot de Palestijnse kwestie. Zo’nbeleid vergt een stevige koerswijziging. Het moet diplo-matieke contacten met gekozen vertegenwoordigers vanalle Palestijnse partijen mogelijk maken, ten behoevevan een effectief EU-beleid. Het moet ook de weg vrij-maken voor politieke contacten met gekozen vertegen-woordigers van Hamas, gericht op het vlottrekken envoortzetten van het vredesproces. Waar mogelijk dientde EU te koersen op actieve ondersteuning van een pro-ces van machtsdeling in de Palestijnse gebieden en eenflexibele opstelling te kiezen ten aanzien van een even-tueel nieuw te vormen Palestijnse eenheidsregering.

IKV Pax Christi steunt diverse dialooginitiatieven van

Palestijnen en Israëli.

Page 50: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

50

AanleidingDeze nota is geschreven om bij te dragen aan een con-structief Europadebat, dat de afgelopen jaren in het slopgeraakt lijkt. Die impasse komt voort uit een overwe-gend negatief sentiment over de toegenomen invloedvan de Europese Unie op nationale lidstaten. Velen er-varen de EU, mogelijk juist vanwege het groeiende be-lang van Europa, als een last.Het unieke karakter van de Europese Unie als de enigeechte regionale rechtsorde in de wereld raakt daardoormeer en meer buiten zicht, zozeer zijn we eraan gewendgeraakt. Jarenlang hebben politici van vele gezindten deEU neergezet als een kostenpost, niet als een waarden-gemeenschap. Nationale regeringen claimen de succes-sen voor zichzelf en voor alles wat fout gaat leggen ze deverantwoordelijkheid neer bij Brussel. Zo zijn ze mede-verantwoordelijk voor de euroscepsis van nu, terwijloverduidelijk is dat tal van problemen niet langer op na-tionaal vlak kunnen worden aangepakt en dat meer Eu-ropese bevoegdheden onvermijdelijk zijn. Toch spelenin de nationale politiek anti-Europese sentimentenhoogtij.Geen wonder dus dat over de opgaven en perspectievenvoor de toekomst bij menigeen verwarring of op zijnminst onduidelijkheid heerst. Het geharrewar over de‘Europese grondwet’ en de machtsverdelingen tussen delidstaten onderling heeft dat alleen maar verergerd. Hetverschijnsel van euroscepsis is dan ook op zichzelf heelbegrijpelijk. Maar niet iets om je bij neer te leggen!

UitgangspuntDaarom wil deze nota het grote belang van het projectEuropa met hernieuwd elan onder de aandacht brengenen bijdragen tot een zakelijke discussie over nut ennoodzaak daarvan. Immers, de verdere ontwikkelingvan Europa als een samenhangend democratisch rechts-statelijk verbond kan niet van bovenaf opgelegd worden,maar heeft voeding, steun en instemming nodig, metandere woorden: debat over de gewenste richting. Ditblijft een essentieel onderdeel van het democratischeproces en toont tegelijkertijd de sterkte van de demo-cratie.

De auteurs van deze nota richten zich daarom op be-trokken burgers, want zij vormen de steunpilaren vande democratische cultuur. Dit geldt zowel op nationaalals op Europees niveau. Betrokkenheid en inzet vanvelen moet Europa tot een plek maken waar Europea-nen, nieuwkomers en vreemden zich thuis kunnen voe-

len: een verband dat regionale en nationale grenzenoverstijgt, een politieke eenheid die interne democratieen ontwikkeling bevordert en een continent dat vreed-zame en vruchtbare relaties onderhoudt met omrin-gende landen en andere delen van de wereld. Hier ligteen forse uitdaging, maar naar ons oordeel biedt eenEuropese benadering grote mogelijkheden om een aan-tal vraagstukken die zich aan ons opdringen, het hoofdte bieden.

Europa als vredesprojectEuropa als vredesproject hebben we in deze publicatiecentraal gesteld, want rechtvaardige en blijvende vrede

Slotbeschouwing

Hoofdstuk 7

Betrokken burgers vormen de steunpilaren van de

democratische cultuur.

Page 51: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

51

vormt tenslotte de rode draad van de Europese samen-werking en integratie. Dit was zo voor de grondleggersvan Europa en het Europa van 2009 maakt hierop geenuitzondering.En als dan de verdiensten van Europa ter discussie staan,dan mag de vrede wel het meest uitmuntende bewijsvan haar succes heten. Vrede is de meest markante uit-komst van het Europese experiment! Twee verwoes-tende wereldoorlogen en meer dan veertig jaar KoudeOorlog hebben enorm lijden voor burgers betekend. Dater nu vrede en democratie is in Europa – en niet langeralleen in West-Europa – is in een gemeenschap van 500miljoen burgers bepaald geen vanzelfsprekendheid. Eu-ropa blijft een unicum in de wereld!Intern heeft de Europese Unie haar zaken goed beheerd,maar voorbij de buitengrenzen van de unie staan dezaken er heel anders voor. Hier zijn de lidstaten in hunafzonderlijke en gezamenlijke optreden zeer ernstig te-kort geschoten en doen dat nog steeds: eerst tijdens deoorlog in Joegoslavië (1991-1995), dan bij de gelijktijdigegenocide in Rwanda (1994) en tot slot bij de conflictendie daarop volgden. De Europese Unie slaagde er niet ineensgezind haar volle gewicht in de schaal te gooien omvreedzame oplossingen af te dwingen. Ook de geringebijdrage aan vredesoperaties in Afrika en Europa’szwakke rol in de internationale diplomatie blijven ern-stige minpunten. De relaties met omringende landen,en met Rusland in het bijzonder, zullen van groot be-lang blijken voor het verwerven van diplomatiek gezag,bij voorbeeld bij internationale conflictoplossing.

Civiele samenleving onontbeerlijkEen sterk en democratische Europa is, zoals we zagen,een Europa van en voor burgers. De nationale overhe-den van de lidstaten hebben een belangrijke rol vervuldbij de Europese integratie, maar daarnaast waren ookde contacten tussen maatschappelijke organisaties, ge-meenten, burgers en bedrijven van groot belang. Zij ont-plooiden activiteiten bij voorbeeld op politiek,economisch, sociaal-maatschappelijk gebied, maar ooknadrukkelijk rond vragen van vrede en veiligheid.Contacten met Midden- en Oost-Europa voor de val vande Berlijnse Muur voerden tot wederzijds begrip en in-zicht en droegen uiteindelijk bij aan het einde van decommunistische regimes aldaar. Civiele contacten metgroepen en organisaties op de Balkan versterkten de in-ternationale lobby voor beëindiging van de Balkanoor-log en stimuleerden de wederopbouw daarna, en devoorbereidingen op een lidmaatschap van de EU.Ook voor relaties met landen die (nog) geen lid zijn vande EU zijn contacten en samenwerking op het niveauvan de civiele samenleving van groot belang. Ze dragenbij tot wederzijdse kennis, begrip en inzicht en onder-steunen zo het goede functioneren van Europa in rela-

tie met haar buren. Bovendien ondersteunen ze vredeen veiligheid buiten de eigen Europese sfeer en kunnenkritische feedback geven voor het bijsturen van Euro-pees beleid in deze.Ook dit is een noodzakelijk onderdeel van Europa alsvredesproject in het huidige tijdsgewricht. De analyseen voorbeelden in de voorgaande hoofdstukken onder-strepen het belang van betrokkenheid van burgers enmaatschappelijke organisaties bij het politieke debat enbij het feitelijk vormgeven aan interne Europese sa-menwerking en de relatie met buurlanden.

Door Europa als vredesproject zo centraal te stellengeven we richting aan Europa: ter bevordering vanvrede, de democratische rechtsstaat en ontwikkeling –op het eigen continent en wereldwijd!

Page 52: RICHTING GEVEN AAN EUROPA · 2020-07-15 · Europa als vredesactor in de multipolaire wereld 44 7. Slotbeschouwing 50 ... gegroeid dat de Unie een belangrijke rol vervult als politieke

52