Reporter vredeseilanden oktober 2012

14
Reporter INDONESIE nieuws VREDESEILANDEN VREDESEILANDEN NIEUWS | TIJDSCHRIFT VAN DE VZW VREDESEILANDEN | VERSCHIJNT IN JANUARI-APRIL-JUNI-AUGUSTUS-OKTOBER | JAARGANG 32 NR 8 | EDITIE OKTOBER 2012 | AFGIFTEKANTOOR 8500 | KORTRIJK 1-2E AFD | P108038 | VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: LUUK ZONNEVELD, BLIJDE INKOMSTSTRAAT 50, 3000 LEUVEN

description

 

Transcript of Reporter vredeseilanden oktober 2012

ReporterIndonesIe nieuwsVREDESEILANDEN

VREDESEILANDEN NIEUWS | TIJDSCHRIFT VAN DE VZW VREDESEILANDEN | VERSCHIJNT IN JANUARI-APRIL-JUNI-AUGUSTUS-OKTOBER | JAARGANG 32 NR 8 | EDITIE OKTOBER 2012 | AFGIFTEKANTOOR 8500 | KORTRIJK 1-2E AFD | P108038 | VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: LUUK ZONNEVELD, BLIJDE INKOMSTSTRAAT 50, 3000 LEUVEN

De vraag van 9 miljard“Hoe voeden we straks een wereld met 9 miljard mensen?” Die vraag staat de komende maanden centraal tijdens de campagne van Vredeseilanden. 12.000 vrijwilligers trekken dan de straat op om steun te vragen voor boerenfamilies wereldwijd. Want zij kunnen het antwoord op deze vraag geven..

Zoals in Indonesië. Op het dichtbevolkte eiland Java leven en werken de boeren van de organisatie APPOLI al in de toekomst. Daar tonen kleinschalige boeren en boerinnen hoe het kan. Met minder water en zonder het milieu te schaden, telen ze meer gezonde rijst voor meer mensen.

Boerenfamilies zijn de sleutel voor de toekomst. Twee derde van de mensen die honger lijden, leeft in een boerenfamilie. Als zij een inkomen verdienen met duurzame landbouw, werken ze zichzelf uit de armoede, voeden ze de wereld en verlichten ze de druk op de planeet. Daarom helpt Vredeseilanden hen om een duurzaam product op de markt te brengen en er een faire prijs voor te krijgen. Duurzame familiale landbouw als antwoord op de voedselcrisis.

2

Jim

my

Kets

JAVA

BOYOLALI

“Rijst is veel meer dan voedsel.”De aandacht om de rijstteelt te ver-beteren, komt niet uit de lucht val-len. De Indonesiërs zijn de grootste rijsteters ter wereld: 140kg per jaar, per persoon. Dat maakt dat rijst in dit land veel meer is dan voedsel. Het is inkomen voor de boeren, school voor de kinderen, een rijke

traditie, een snelle hap bij het uit-gaan,.... Al die aspecten van de Indonesische rijstcultuur bracht Jimmy Kets sa-men in een aantal zeer sterke beel-den. Gie Goris schreef een stuk dat deze maand ook in de MO* magazine verschijnt. Jasmien, Cis, Hannelore,

Katia en Tanya bezochten deze zo-mer samen met andere vrijwilligers en studenten de rijstboeren van Java en schreven hun eigen verhaal. Elk van hen ging op zijn eigen manier op zoek naar ‘de vraag van 9 miljard’.

3

Rijst in de toekomstEen Mo*-reportage van Gie GoriIndonesië isoleert zichzelf zoveel mogelijk van de wereldmarkt voor rijst. Daardoor bleef het land vrijwel gespaard van de jongste voedselprijscrisissen. Toch belandt een container biorijst uit Java dit najaar op de Belgische markt. Een bezoek aan de innovatieve boeren van Boyolali.

Rijst is zorg dragen voor de aarde. Jonge scheuten planten, voeten in de modder voor het eten van de toekomst. Hier groeit biorijst.

4

Over het groene, golvende landschap van Boyolali strijkt beurtelings tro-pisch licht en wolkenschaduw. Tus-sen de eindeloze rijstvelden bewe-gen de boeren en boerinnen zich met de gratie van Anne Teresa De Keersmaeker of Sidi Larbi Cherkaoui. Op de achtergrond tekent het ka-rakteristieke profiel van de Merapi-vulkaan zich vaag en vredig af tegen de withete middaglucht. Je kan het allemaal zo inlijsten en in de brochu-res van het ministerie van Toerisme opnemen. Wonderful Indonesia!Tulus Raharjo weet niet zeker of het leven wonderful is in Midden-Java. Hij is nog nooit elders geweest, dus vergelijken is moeilijk. Tulus staat te zwoegen aan de wanmolen, waar de pas geoogste rijst doorheen gaat. De

opbrengst is voldoende om zijn gezin te voeden en te kleden, en om het schoolgeld van zijn twee zoons te betalen. De oudste volgt een oplei-ding elektriciteit en Tulus hoopt dat hij later een kantoorbaan kan krij-gen. Dat verdient beter en je moet er niet zo hard voor werken. Tulus is intussen wel trots op zijn biolo-gisch geteelde rijst. Daarin ligt de toekomst, gelooft hij: ‘Minder kos-ten voor pesticiden en kunstmest, en een hogere prijs per kilo in de winkel.’ Maar organisch produceren is wel arbeidsintensiever. Hoe dat moet in de toekomst, als de kinderen van de huidige rijstboeren allemaal elektriciens en kantoorbedienden worden, dat weet hij ook niet.

De boeren die ik ontmoet, en de organisaties en bewegingen die voor hun belangen opkomen, maken zich grote zorgen over de enorme druk op het land in Java.Op het eiland Java, waar zestig pro-cent van de Indonesische rijstpro-ductie vandaan komt, wonen immers

meer dan 140 miljoen mensen, of 60 procent van de Indonesische bevol-king. Al die mensen moeten werken en wonen, maar ook eten. Het districtshoofd van Boyolali deelt die zorgen: ‘Wij moeten de land-bouwgrond verdedigen om de lokale voedselsoevereiniteit te verzeke-ren’, stelt hij ferm. En ook Rogier Eijkens herhaalt het in zijn kantoor op Bali. Eijkens is coördinator van Vredeseilanden Indonesië, dat nauw betrokken is bij het experiment om in Boyolali biorijst te produceren en een klein gedeelte ervan zelfs te exporteren. Daarvoor is in Indonesië een bijzondere vergunning vereist. Eijkens onderstreept dat er hard ge-werkt wordt om een stevige lokale markt voor biorijst te creëren. Veco,

Javaanse rijst in Belgische winkels

Een container van 18 ton rijst uit Java wordt in het voorjaar van 2013 verscheept naar België.Grootdistributeur Biofresh zal drie soorten rijst aankopen van de boe-renorganisatie Appoli en doorverko-pen aan een 250 – tal biowinkels. Drie soorten rijst worden aan de win-kels aangeboden in pakjes van 1 kg: Rainforest, Volcano en Pandan. De eerste twee zijn een mengeling van

witte, roze, bruine en zwarte rijst. De laatste is een aromatische witte rijst. De rijst is Fair For Life en Biologisch gecertificeerd door IMO.

Vredeseilanden en Biofresh vonden elkaar vanuit een gemeenschappelij-ke doel : het promoten van duurzame voeding. Biofresh koopt biologische voedingswaren op en verkoopt ze in België. De link met de Indonesi-sche rijst was snel gelegd. De rijst van Appoli is niet zo maar een klas-

sieke witte rijst: de rijstvariëteiten en mengingen van rijst zijn zeld-zame originele variëteiten. Biofresh bood al een uitgebreid gamma van biologische rijst aan, maar na het proeven was het team van Biofresh snel overtuigd om ook de Javaanse variëteiten in het aanbod op te ne-men. De link Appoli – Vredeseilan-den – Biofresh maakt mogelijk dat de Belgische consument een nieuwe culinaire ervaring kan opdoen en kan proeven van exotische duurzaam ge-teelde rijstvariëteiten.

zoals de ngo hier heet, steunt daar-voor zowel boerenverenigingen als de jongerenorganisatie Healthy Food Healthy Living en de consumentor-ganisatie Solo Raya. Beide richten zich op de stedelijke middenklasse, die voldoende koopkracht, ecolo-gisch bewustzijn en verlangen naar kwaliteit heeft.grenzen aan de groei‘Boeren moeten in de toekomst in-novatiever zijn en ze moeten zich omscholen van traditionele boeren tot hedendaagse ondernemers.’ Dat waren twee van de conclusies uit een seminarie dat Vredeseilanden dit voorjaar op Bali hield. Academici, ngo’s, boerenbewegingen en onder-nemers probeerden er samen een toekomstschets voor de kleine boe-ren in Indonesië te maken, op basis van mondiale, nationale en lokale trends.Een van de manieren om die aanbe-velingen om te zetten in concrete praktijk, is het bevorderen van orga-nische rijstteelt en het aanboren van buitenlandse markten daarvoor. Op

mijn vraag waarom er niet massaal wordt omgeschakeld, als de kosten lager zijn en de verkoopprijs hoger is, terwijl het bovendien een stuk gezonder is om zonder chemicaliën en onkruidverdelgers te werken, ant-woordt Rogier Eijkens dat het verle-den altijd een grote rem zet op de toekomst. ‘Alle rijstboeren zijn door de overheid gevormd in de geest van de Groene Revolutie, met haar nieuwe rijstvariëteiten en chemische benadering. Ze zijn daardoor ook afhankelijk geworden van afnemers, kredietverstrekkers en overheden. Er is ook een tekort aan organische meststoffen, zelfs nu we in Boyolali nog maar met 3.300 boeren zijn die de omschakeling gemaakt hebben.’In Dlingo, een van de dorpjes van Boyolali, mengen enkele mannen koemest met vermalen schors en ander organisch afval. Zij leveren de boeren hier hun meststoffen. Een beetje verder wordt de rijst van de bioboeren verzameld en op de aan-gestampte aarde uitgeharkt in de zon door een paar oudere leden van

de organisatie. Mohadi, een boer met meer wat meer middelen, heeft zijn schuur ter beschikking gesteld van de coöperatie om de rijst te ontvlie-zen en de zakken op te slaan. ‘Als de zaken echt goed draaien, zullen we Mohadi huur betalen’, belooft Harjo, de voorzitter van de boerengroep tijdens een sober middagmaal. Bui-ten zitten de jongeren bij hun blitse Yamaha-brommers tekstberichten te versturen. Over de toekomst van de landbouw, ongetwijfeld.

Het volledige artikel van Gie Goris kan je lezen in het oktobernummer van MO* of ga naar de website www.mo.beMo bestaat 10 jaar. Dat wordt ge-vierd met een uitzonderlijke abon-nementsaanbieding. 10 jaar staat tot 31 december 2012 voor 10 euro korting en een gratis boek. Voor meer informatie surf je naar www.mo.be/artikel/exclusief-abonnementsaanbod-10-jaar-mo

Jim

my

Kets

5

Hoe gaan we de mensen voeden in 2050? Met die vraag vertrokken we naar Indonesië. Op zoek naar een antwoord kwamen we terecht bij de boeren-organisatie Appoli, waar Vredeseilanden mee samenwerkt.

Appoli bevindt zich in het district Boyolali centraal gelegen op het ei-land Java. Er leven hier zo’n 272 000 rijstboeren waarvan al 48 000 boe-ren biologische rijst produceren. De rijstboeren namen ons mee op pad om ons te laten zien hoe belangrijk hun biologische rijst is.

Het begint allemaal bij het produc-tieproces. Alles wordt op een natuur-vriendelijke manier geproduceerd zonder hierbij de bodem uit te put-ten. De boeren maken zelf hun mest en pesticide met natuurlijke midde-len die ze vinden in hun omgeving. Zo recycleren ze de uitwerpselen van de dieren als mest en gebruiken ze hun urine, vermengd met allerlei planten, als pesticide. Ze oogsten 2 tot 3 keer per jaar naargelang de bo-dem aankan. Nergens wordt dus het productieproces versneld of beïn-vloed met chemische producten. Ook na het oogsten wordt de rijst niet gewassen in chloor om deze stralend wit te krijgen. Voor een boer die nog traditioneel tewerk gaat, duurt het vijf jaar voordat de rijst helemaal biologisch is. Appoli begeleidt deze boeren tijdens dit vijfjarig proces.

Niet alleen het productieproces is een vereiste om het label van bio-logische rijst te verkrijgen. De boe-ren moeten ook organisatorisch aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo is kinderarbeid verboden, zijn ze ver-plicht om een bepaald aantal vrou-welijke werknemers aan te nemen en zijn er vaste werkuren. Deze werk-

uren worden betaald tegen een loon dat voor iedereen hetzelfde is. Op de rijstvelden kreeg ik de kans om met de boeren te praten. Aan Brutus vroeg ik wat het voordeel is van de boerenorganisatie Appoli. Hij stak meteen van wal:

“Wij zijn veel kleine boerenfamilies die alleen niet veel te zeggen hebben. Dankzij Appoli komen we naar buiten als groep met als grote troef de biologische rijst. Deze rijst is veel lekkerder en gezonder, brengt ook meer op en is beter voor de bodem.” De boeren van Appoli zijn een voor-beeld voor de anderen, zelfs voor de wereld. En ze weten steeds meer en meer rijstboeren te overtuigen om mee in zee te gaan met dit verhaal. Is dit nu de oplossing voor 2050? Geen idee. Ik ben geen wetenschap-per die daar uitspraken over kan doen, maar iedereen kent zeker wel het gezegde: goed begonnen is half gewonnen! En in mijn ogen is dit ze-ker een goede start!

De boeren van APOLLI

Jim

my

Kets

6

Het

ver

haal van Cis

Rijst is werk. Veel werk, voor de 3.328 mannen en vrouwen van boerenorganisatie APOLLI. En zo is rijst ook: een goed inkomen.

7

Jim

my

Kets

Rijst is eten. Voor heel de familie. En de geruststellende wetenschap: er is genoeg voor iedereen.

Minarso is een rijstboer in het dorpje Dlingo. Daar woont hij samen met zijn vrouw, kinderen en kleinkin-deren. Trots vertelt hij ons over de voordelen die de biologische land-bouw voor hem en zijn familie heb-ben meegebracht: een hoger loon, een grotere oogst en bovendien zijn er minder kosten voor het kopen van chemische pesticiden en kunstmest-stoffen. Ook vertelt hij ons hoe de klimaats-verandering het leven van de boeren in Dlingo heeft veranderd. Zo waren

er in het verleden duidelijk twee sei-zoenen, een droog en een nat sei-zoen. Vroeger was het dus makkelijk om te voorspellen wanneer het zou regenen. Nu ligt dit een stuk moei-lijker. Wanneer er een lange periode van droogte komt, gaan de rijstplan-ten dood door een tekort aan water. Als het te veel regent groeit er te weinig rijst en zal die ook van min-dere kwaliteit zijn.Tot slot vertelt hij ons dat boer wor-den niet bovenaan het verlanglijstje van veel jongeren staat. In de fa-briek bijvoorbeeld, krijgen ze hun loon op regelmatige basis en in de landbouw weten ze niet op voorhand wanneer ze hun geld zullen zien. Bo-vendien is er in Indonesië weinig tot geen respect voor de boeren. Je kan bij wijze van spreken niet lager zak-ken dan de landbouw. Maar de over-heid stelt alles in het werk om de boerenstiel aantrekkelijker te maken voor jongeren: het loon wordt meer en meer op een vast tijdstip gegeven en ook de mechanisering moet de jongeren terug naar het veld lokken.

Minarso

“Boer worden staat niet bovenaan het verlanglijstje van veel jongeren.”

Nog een leuk weetje: in het wa-terbassin de in de badkamer van Mi-narso zwemmen een aantal goudvis-sen. Dit zijn niet zomaar huisdieren, maar ook malariabestrijders! Als de

malariamuggen eitjes leggen in het bassin, eten de vissen ze op en is de malaria (hopelijk) weg.

Katrien Van der Poorten

Het

ver

ha

al van Katrien

10

Ramadan in de rijstvelden van JavaNa enkele dagen Bali waren we te gast bij de warme gemeenschap van rijstboeren van APOB, een boeren-organisatie die nauw samenwerkt met APPOLI, in Centraal-Java. Nana, medewerker van Vredeseilanden in Indonesië, leidde ons in de voor-middag rond in de velden, door de champignonkwekerij en langs de vis- en garnaalpoelen van deze boeren-organisatie. Na de grote uitbarsting van de Merapivulkaan in 2011, inves-teerde de overheid in deze vis- en garnaalpoelen. De bewoners van het dorp bouwde naast de vijvers een restaurant, zodat de mensen die er komen eten ook zelf hun vis kunnen vangen. Zo probeert APOB een boost te geven aan het (lokale) toerisme.Het is juli en volop ramadan als wij Apob bezoeken. Tijdens de rama-

dan wordt er om 4 uur ’s morgens uitgebreid gegeten, zodat ze klaar zijn om de dag te kunnen doorko-men. Om het vasten vol te houden, wordt er in de namiddag niet op het veld gewerkt, maar gerust. Tijdens de Ramadan vervult de moskee een nog centralere rol in het leven van de bevolking. Er wordt veel minder thuis gebeden want ’s morgens en ’s avonds gaan de mensen naar de moskee om een vastendag in te zet-ten of te beëindigen. ’s Avonds wordt er gewerkt tot het gebed. Wij mochten de boeren hel-pen, dus sprongen we achterop een brommer richting rijstvelden. On-derweg nog even genieten van de prachtige zonsondergang tussen de Merapi- en Merbabu-vulkaan. Om dan met blote voeten in de modder krom

te staan om jonge scheuten te plan-ten. Natuurlijk waren we veel trager dan de boeren en achteraf bleek onze rij, die we netjes in de gaatjes van de lat staken, niet zo recht of zo netjes als we wel dachten. Om eerlijk te zijn staken de rijstplantjes alle kanten uit. Toch vonden de boeren dat we het voor onze eerste keer niet slecht deden. Naast het planten van scheuten hielpen we bij het onkruid wieden. Dit gebeurt met een hou-ten werktuig waarmee we bij enkele rijen tegelijk, als het recht gepland is, het onkruid kunnen wieden. Nana maakte er een wedstrijdje van: wie was de snelste onkruidwieder? Dit verhoogde de vreugde bij onze vele toeschouwers die steeds meer com-mentaar gaven. Dit maakte de situ-atie nog grappiger. Hoewel we maar

kort op de velden werkten, merkten we dat het werk van de boeren echt lastig is: het gebukt staan, de hitte overdag, het werk dat eigenlijk nooit gedaan is. En de ramadan die dit al-les nog extra moeilijk maakt.Toen we vertrokken bij APOB had ik een gesprek in de auto met mijn reis-genote Ingrid over hoe warm deze gemeenschap is. En hoe goed APOB bezig is met de boeren te ondersteu-nen en hen te helpen met de over-schakeling van traditionele naar bio-logische rijstteelt. Er zijn zeker nog uitdagingen, maar deze organisatie staat al stevig in haar schoenen en belooft veel goeds voor de toekomst!

Het

ver

ha

al van Jasmien

Ji

mm

y Ke

ts

11

Het familierecept van miss Parna

Toen we onderweg waren naar de stad Solo om er miss Parna , een 62-jarige straatverkoopster van bio-logische rijst te ontmoeten, wist ik dat ze de goeddraaiende zaak van haar ouders had geërfd en dat ze geen idee had over hoe ze de zaak kon promoten. Hierdoor is er van deze bloeiende zaak slechts een klein straatkraampje overgebleven. Ik was zo nieuwsgierig om haar te ontmoeten en had dan ook een beet-je zenuwen toen we door de kleine donkere straatjes liepen waar een niet al te frisse geur hing. Het was er helemaal anders dan de woningen en de straten die ik tot nu toe al gezien had. Toen we haar huis bin-

nenstapte kwam een zoete geur ons tegemoet. Miss parna was zich aan het voorbereiden op een kookwed-strijd waar ze aan zou deelnemen. We mochten plaatsnemen in de ze-tels die rond het salontafeltje ston-den waar haar kleinkinderen aan het tekenen waren. De verlegen kleintjes ruimden hun tekenmateriaal op en verdwenen achter een gordijn dat in de deuropening hing. Plots ging het gordijn open en kwam er een kleine dame met een grote glimlach en een bord voedsel naar ons toe gewan-deld. Ik kon meteen de zoete geur die ik in het huis rook plaatsen. Al even snel verdween ze weer om terug met enkele glazen die gevuld waren

met een witte drank. Iets heel an-ders dan de thee die we al gewoon waren . We waren hier om haar enkele vragen te stellen en antwoorden deed ze met veel plezier. Ze vertelde ons dat het verkopen van biologische rijst haar gelukkig maakte omdat ze zo de studies van haar 5 kinderen kon be-kostigen. Omdat haar kinderen van dit ‘betere’ leven geproefd hadden is geen van hen bereid om de rijstver-koop van hun moeder over te nemen. Dit laat ze over aan mister Swatti, een van de leden van de consumen-tengroep van Solo, die ze heeft leren kennen door de boerenorganisatie LSKBB. Omdat ze via LSKBB biologi-

sche rijst heeft leren kennen en deze ook verkoopt heeft ze nu iets meer klanten dan vroeger en verdient ze iets meer dan 150 000 roepia per dag (ongeveer 12 euro). Deze kook-grage dame staat ondertussen min-der op straat met haar kraampje. De klanten kunnen haar nu opbellen om een bestelling te maken, die ze dan later bij miss Parna thuis ophalen. Om een betere kwaliteit te bieden dan de grote concurrentie op straat heeft ze een speciaal recept, wat jammer genoeg voor altijd een fami-liegeheim zal blijven.

Tanya Nicasi

Het

ver

ha

al van Tanya

Rijst is traditie. Recepten van moeder op dochter. Heden, verleden en toekomst samengevat in potten en pannen.Ji

mm

y Ke

ts

12

Jong zijn op Java

Aziatische tieners die zich bekom-meren om het leefmilieu, gezonde voeding, en die deze boodschap ook uitdragen naar andere jonge-ren. Klinkt allemaal mooi, maar mis-schien een beetje saai?! Niets is minder waar! Tijdens onze Indonesische trip op Java leerden we heel wat gemotiveerde, enthousiaste jongeren kennen die zich inzetten voor ‘Healthy Food, Healthy Living’ (HFHL). We volgden hen o.a. tijdens sessies over biologisch voedsel, wa-

ren te gast tijdens de opvoering van een poppenspel voor honderden kin-deren, en bezochten samen velden met biologisch geteelde groenten.Er was ook heel wat tijd om elkaars leefwereld beter te leren kennen. We trokken twee weken op met de jonge-ren van Healthy Food Healthy Living. Wat vooral opvalt is de gemoede-lijke mix van geloofsovertuigingen. Terwijl ‘gemengde vriendschappen’ in België (nog) geen algemeenheid zijn, staan deze jongeren daar hele-maal niet meer bij stil. Deze vriend-schappen zijn heel gewoon. Daarnaast hebben zij heel wat na-schoolse activiteiten op het pro-gramma staan, en vinden zij ’t leuk om ook dan met elkaar op te trek-ken. Zo hielden onze vrienden van HFHL er van om rond te hangen in de populaire shoppingcentra, of zijn ze niet vies van een avondje karaoke, wat er enorm populair is. Lady Gaga,

Usher, Fifty 50, Beyoncé, … ze pas-seerden allemaal de revue.Deze jongeren zijn zich zeer bewust van het belang van duurzame land-bouw voor het voeden van de steeds groter wordende bevolking. Ze trach-ten hun levensstijl hieraan aan te passen, maar tegelijk blijven dit jongeren van ‘hun tijd’. Zeer aanwe-zige ketens in Indonesië zijn Mc Do-nald’s, Kentucky Fried Chicken, Pizza Hut, en hun Aziatische varianten. De jongeren van HFHL geven graag toe dat ook zij hier soms graag binnen-lopen. Maar, in tegenstelling tot vele anderen, is het voor hen geen dage-lijkse kost. Net door deze niet al te extreme houding op het gebied van consumeren, spreekt andere jonge-ren wel aan.Onze belevenissen van de voorbije weken gaven een heel ander beeld van jonge mensen voor wie de Islam, het meest voorkomende geloof op

Het verhaal v

an K

atia en Hannelore

Rijst is ontspanning. Vrienden ontmoeten, eten en drinken, discussiëren over grote en kleine zaken.

Java, van zo’n groot belang is. We leerden tijdens een ‘girls only’- lo-geeravondje twee prille twintigers van een heel andere kant kennen. Ken en Dina kiezen er beiden heel bewust voor om een hoofddoek te dragen en de voorschriften van de Islam strikt te volgen. Eens we al-leen met deze toffe madammen wa-ren namen zij hun hoofddoek af, en gingen de gesprekken al gauw over jongens, verliefd zijn, beste vrien-dinnen, dromen in het leven. Zij ge-ven aan dat hun geloof van groot be-lang is, maar dat dit hen niet beperkt in hun jonge leven. Beiden leven in een ruimdenkend gezin waardoor zij in volle vertrouwen met vrienden en vriendinnen mogen omgaan tijdens allerlei activiteiten, studeren aan de universiteit, hun levenspartner zelf mogen kiezen, …. De kennismaking met deze jongeren aan de andere kant van de wereld bracht ons heel wat fijne gelijkenis-sen en boeiende verschillen. Met als gemeenschappelijk uitgangspunt de bekommernis om het voeden van de wereldbevolking in de nabije toe-komst.

Auteurs: Katia De Coster – Hannelore Castro

Jim

my

Kets

Jim

my

Kets

13

B E 6 4 0 0 0 0 0 0 0 0 5 2 5 2

B P O T B E B 1

0 2

V r e d e s e i l a n d e nB l i j d e I n k o m s t s t r a a t 5 03 0 0 0 L e u v e n

overschrijvingsformulier 1 04/05/11 12:08

VREDESEILANDEN NIEUWS | TIJDSCHRIFT VAN DE VZW VREDESEILANDEN | VERSCHIJNT IN JANUARI-APRIL-JUNI-AUGUSTUS-OKTO-BER | JAARGANG 31 NR 8 | EDITIE NOVEMBER 2011 | AFGIFTEKANTOOR 8500 | KORTRIJK 1-2E AFD | P108038 | VERANTWOORDE-LIJKE UITGEVER: LUUK ZONNEVELD, BLIJDE INKOMSTSTRAAT 50, 3000 LEUVEN

HOOFDKANTOOR VREDESEILANDEN | Blijde Inkomststraat 50, 3000 Leuven | tel. ++32(0)16/31 65 80 | fax ++32(0)16/31 65 81 | E-MAIL EN WEBSITE: [email protected] | www.vredeseilanden.be | REKENINGNUMMER: 000-0000052-52 | Vrij-willigerscoördinatoren: Nationaal Verantwoordelijke vrijwilli-gers: Hannelore Tyskens/ [email protected]/0494 10.87.43/ Vrijwilligerscoördinator Regio West-Vlaanderen: Dries Aelter/[email protected]/0491 37.14.57/ Vrijwilli-gerscoördinator Regio Antwerpen: Filip Cuypers/ [email protected]/ 0485 57.54.66 / Vrijwilligers-coördi-nator Regio Oost-Vlaanderen: An Schepens/ [email protected]/ 0472 24.33.07 / Vrijwilligerscoör-dinator Regio Vlaams-Brabant: Anne Verhaegen/ [email protected]/ 0496 50.57.11/ Vrijwilligers-coördinator Limburg: Wim Vandenbrouck / [email protected] / 0494 26.87.65 / Voor leerkrachten en scholen: Bert Wallyn/ [email protected]/ 016/31.65.80 / Foto’s: Jimmy Kets / Teksten: Gie Goris, Cis, Ka-tia, Katrien, Hannelore, Jasmien en Tanya / Hoofdredactie: Frederieke Duchateau/ Lay-OUT: Kasper / Papier: dit magazine wordt gedrukt op gerecycleerd papier.

Jim

my

Kets

14