Repliek op de reactie van Hans Dam

2
alternatief zou dan kunnen zijn om de laddertest na te bootsen via een steptest, dus met volle bepakking of een rugzakje met 20 kg aan ge- wicht. Het voordeel is dat ik het sluitstuk van de (bedrijfs)brandweerkeuring, namelijk de ergo- metrie, onder eigen condities kan uitvoeringen; condities die zo nauw mogelijk aansluiten op de daadwerkelijke functie-uitoefening van onze BHV’ers. Is vanuit uw onderzoek in redelijkheid een uitspraak te doen over deze benadering? Hans Dam LITERATUUR 1. Plat M-C, Heesch H van, Sluiter J, Frings-Dresen M. De mate van inspanning bij functionele testen en ergo- metrie. Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2010; 18: 340-344. Repliek op de reactie van Hans Dam Wij danken de heer Dam voor zijn meedenken in het testen van functiegeschiktheid bij hulpdien- sten, zoals brandweerlieden, naar aanleiding van ons artikel in TBV in oktober 2010. Om te begin- nen met antwoord op de laatste vraag in zijn repliek namelijk of wij vanuit ons onderzoek in redelijkheid een uitspraak kunnen doen over de benadering die hij voorstelt, luidt het antwoord dat wij dat niet kunnen vanuit ons onderzoek. De opmerkingen van de heer Dam komen voort uit zijn praktijk van alledag, hetgeen logisch is van- uit zijn positie. Wij proberen de praktijk van alle- dag kritisch te beschouwen en te toetsen tegen de geldende wettelijke en wetenschappelijke per- spectieven. Van belang is dat inspanningstesten zo functio- neel mogelijk dienen te worden uitgevoerd. Wat in de studie misschien nog niet duidelijk genoeg naar voren is gekomen, is dat de twee beschreven functionele testen onderdeel uitmaken van een totaal beroepsspecifiek preventief medisch on- derzoek (PMO). In het PMO dat is ontwikkeld voor brandweerpersoneel worden ook andere medische belastbaarheidsaspecten in kaart ge- bracht die van invloed zijn op de gezonde en vei- lige uitvoering van het beroep, zoals psychische klachten en cardiovasculaire risicoschatting. Samenvattend worden alle relevante aspecten voor de veilige en gezonde uitvoering van het beroep als brandweerman/-vrouw in kaart ge- bracht. Over alle bevindingen van de testen bin- nen het PMO wordt door de bedrijfsarts advies gegeven voor de huidige individuele inzetbaar- heid. Het voorstel van de heer Dam om een steptest uit te voeren is een pragmatische oplossing voor het feit dat de 20-meter hoge trap niet in zijn praktijk kan worden uitgevoerd. Wij zijn van mening dat de inhoud van de test voorop staat, in dit geval zo functioneel mogelijk testen van de belastbaar- heidsaspecten die kunnen horen bij brandweer- taken, en dat vervolgens moet worden gekeken hoe dit kan worden ingevuld. De steptest die de heer Dam voorstelt, geeft een indicatie van het aeroob vermogen van een individu, maar komt, ondanks de toevoeging van het dragen van een rugzak, niet tegemoet aan de functionele eis van het beroep. Het op- en afstappen van een step van bepaalde hoogte, simuleert niet het continue pro- ces van trap oplopen wat de brandweerman/ -vrouw normaliter tijdens het werk uitvoert. Tevens is het zo dat de brandweertraplooptest meer meet dan alleen het omhooglopen van de trap, zoals balans en belasting in andere spier- groepen door het dragen van brandweermateria- len in de handen. Zoals in een aanvullend rapport beschreven, 1 stellen wij voor dat er idealiter over- koepelend voor de veiligheidsregio’s een aantal testcentra in Nederland worden ingericht, waar de functionele testen kunnen worden uitge- voerd, niet alleen voor brandweerlieden, maar ook voor andere hulpdiensten zoals ambulance- medewerkers. Fysieke testen dienen een functionele en reële afspiegeling te zijn van de belastbaarheid om inzetbaarheid voor het beroep te meten, dit is het geval in de brandbestrijdingstest en brandweer- traplooptest. Daarentegen zijn we van de fietstest voorstander voor een ander doel, namelijk om cardiologische problemen te identificeren bij brandweerlieden met verdachte problematiek. Voorstel is om risicofactoren voor acute hart- en vaatproblematiek in het PMO mee te nemen en indien mensen positief screenen op die risicofac- toren de fietstest met volledige ECG-afleidingen uit te voeren. Aan het voorstel dat de heer Dam doet om de test onder medische bewaking uit te voeren, probe- ren we reeds tegemoet te komen in het PMO door voorafgaand aan het uitvoeringen van de func- tionele testen de physical activity readiness questionnaire (PAR-Q) 2 uit te vragen. Deze vra- genlijst is valide om inspanningstolerantie per individu in te schatten. Voor de 24-uursmeting van bloeddruk en hart- slag als voorspeller voor uitval, zoals voorgesteld door de heer Dam, is geen bewijs bij gezonde per- sonen. De functionele testen zoals voorgesteld, als onderdeel van het gehele PMO voor de brand- weer, is een nieuwe insteek voor functioneel tes- 101 TBV 19 / nr 3 / maart 2011

Transcript of Repliek op de reactie van Hans Dam

Page 1: Repliek op de reactie van Hans Dam

alternatief zou dan kunnen zijn om de laddertestna te bootsen via een steptest, dus met vollebepakking of een rugzakje met 20 kg aan ge-wicht. Het voordeel is dat ik het sluitstuk van de(bedrijfs)brandweerkeuring, namelijk de ergo-metrie, onder eigen condities kan uitvoeringen;condities die zo nauw mogelijk aansluiten op dedaadwerkelijke functie-uitoefening van onzeBHV’ers. Is vanuit uw onderzoek in redelijkheideen uitspraak te doen over deze benadering?

Hans Dam

LITERATUUR1. Plat M-C, Heesch H van, Sluiter J, Frings-Dresen M. De

mate van inspanning bij functionele testen en ergo-metrie. Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2010;18: 340-344.

Repl iek op de reac t ie van Hans Dam

Wij danken de heer Dam voor zijn meedenken inhet testen van functiegeschiktheid bij hulpdien-sten, zoals brandweerlieden, naar aanleiding vanons artikel in TBV in oktober 2010. Om te begin-nen met antwoord op de laatste vraag in zijnrepliek namelijk of wij vanuit ons onderzoek inredelijkheid een uitspraak kunnen doen over debenadering die hij voorstelt, luidt het antwoorddat wij dat niet kunnen vanuit ons onderzoek. Deopmerkingen van de heer Dam komen voort uitzijn praktijk van alledag, hetgeen logisch is van-uit zijn positie. Wij proberen de praktijk van alle-dag kritisch te beschouwen en te toetsen tegen degeldende wettelijke en wetenschappelijke per-spectieven.Van belang is dat inspanningstesten zo functio-neel mogelijk dienen te worden uitgevoerd. Watin de studie misschien nog niet duidelijk genoegnaar voren is gekomen, is dat de twee beschrevenfunctionele testen onderdeel uitmaken van eentotaal beroepsspecifiek preventief medisch on-derzoek (PMO). In het PMO dat is ontwikkeldvoor brandweerpersoneel worden ook anderemedische belastbaarheidsaspecten in kaart ge-bracht die van invloed zijn op de gezonde en vei-lige uitvoering van het beroep, zoals psychischeklachten en cardiovasculaire risicoschatting.Samenvattend worden alle relevante aspectenvoor de veilige en gezonde uitvoering van hetberoep als brandweerman/-vrouw in kaart ge-bracht. Over alle bevindingen van de testen bin-nen het PMO wordt door de bedrijfsarts adviesgegeven voor de huidige individuele inzetbaar-heid.Het voorstel van de heer Dam om een steptest uit

te voeren is een pragmatische oplossing voor hetfeit dat de 20-meter hoge trap niet in zijn praktijkkan worden uitgevoerd. Wij zijn van mening datde inhoud van de test voorop staat, in dit geval zofunctioneel mogelijk testen van de belastbaar-heidsaspecten die kunnen horen bij brandweer-taken, en dat vervolgens moet worden gekekenhoe dit kan worden ingevuld. De steptest die deheer Dam voorstelt, geeft een indicatie van hetaeroob vermogen van een individu, maar komt,ondanks de toevoeging van het dragen van eenrugzak, niet tegemoet aan de functionele eis vanhet beroep. Het op- en afstappen van een step vanbepaalde hoogte, simuleert niet het continue pro-ces van trap oplopen wat de brandweerman/-vrouw normaliter tijdens het werk uitvoert.Tevens is het zo dat de brandweertraplooptestmeer meet dan alleen het omhooglopen van detrap, zoals balans en belasting in andere spier-groepen door het dragen van brandweermateria-len in de handen. Zoals in een aanvullend rapportbeschreven,1 stellen wij voor dat er idealiter over-koepelend voor de veiligheidsregio’s een aantaltestcentra in Nederland worden ingericht, waarde functionele testen kunnen worden uitge-voerd, niet alleen voor brandweerlieden, maarook voor andere hulpdiensten zoals ambulance-medewerkers.Fysieke testen dienen een functionele en reëleafspiegeling te zijn van de belastbaarheid ominzetbaarheid voor het beroep te meten, dit is hetgeval in de brandbestrijdingstest en brandweer-traplooptest. Daarentegen zijn we van de fietstestvoorstander voor een ander doel, namelijk omcardiologische problemen te identificeren bijbrandweerlieden met verdachte problematiek.Voorstel is om risicofactoren voor acute hart- envaatproblematiek in het PMO mee te nemen enindien mensen positief screenen op die risicofac-toren de fietstest met volledige ECG-afleidingenuit te voeren.Aan het voorstel dat de heer Dam doet om de testonder medische bewaking uit te voeren, probe-ren we reeds tegemoet te komen in het PMO doorvoorafgaand aan het uitvoeringen van de func-tionele testen de physical activity readinessquestionnaire (PAR-Q)2 uit te vragen. Deze vra-genlijst is valide om inspanningstolerantie perindividu in te schatten.Voor de 24-uursmeting van bloeddruk en hart-slag als voorspeller voor uitval, zoals voorgestelddoor de heer Dam, is geen bewijs bij gezonde per-sonen. De functionele testen zoals voorgesteld, alsonderdeel van het gehele PMO voor de brand-weer, is een nieuwe insteek voor functioneel tes-

101TBV 19 / nr 3 / maart 2011

Page 2: Repliek op de reactie van Hans Dam

ten volgens de richtlijnen van de NVAB, waarvande toekomst uit moet wijzen of het het gewensteresultaat oplevert voor de inschatting van degezonde en veilige uitvoering van de brandweer-taken door brandweerlieden. Dit hopen we in detoekomst samen met de praktijk te evalueren.

Marie-Christine Plat,1 Harry van Heesch,2 JudithSluiter1 en Monique Frings-Dresen1

1 Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid,Academisch Medisch Centrum, Amsterdam2 HumanCapitalCare, Son

LITERATUUR 1. Plat M-C J, Frings-Dresen MHW, Sluiter JK. Pilot-

implementatie Periodiek Preventief Medisch Onder-zoek (PPMO) bij repressief brandweerpersoneel. Am-sterdam: Coronel Instituut voor Arbeid en Gezond-heid, Academisch Medisch Centrum, 2009, rapport-nummer 09-02.

2. Thomas S, Reading J, Shephard RJ. Revision of the phy-sical activity readiness questionnaire (PAR Q). Can JSport Sci 1992; 17(4): 338-345.

Een reac tie op de terugkoppel ing

naar de werknemer 1 , 2

In de Wvp staat dat de bedrijfsarts ‘de werknemermoet informeren over de te verstrekken informa-tie aan de werkgever’.

Er staat niet dat de bedrijfsarts een kopie van derapportage aan de werkgever moet geven/sturenaan de werknemer.

Hoe de bedrijfsarts de informatie geeft, wordtblijkbaar aan de bedrijfsarts zelf overgelaten. Hetkan dus ook mondeling zijn: ‘Dit ga ik aan jewerkgever terugkoppelen.’

Dat de werkgever de werknemer iets anders ver-telt dan in de terugkoppeling staat, kunnen wijniet voorkomen. Van belang is dan wel dat dewerknemer is geïnformeerd over de inhoud vande terugkoppeling, en dus het verhaal van dewerkgever kan betwisten. Bij verschil van me-ning kan de werknemer in het kader van het inde WGBO vastgelegd recht vragen om inzicht inen een afschrift van het dossier.

Ben Ackermans, bedrijfsarts

LITERATUUR 1. Melchers R. De bedrijfsarts moet de werknemer zelf

informeren...! Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd2011; 19: 5.

2. Weel A. Repliek. Tijdschr Bedrijfs Verzekerings-geneeskd 2011; 19: 5.

Repl iek op de reac t ie

van Ben Ackermans

Moet de bedrijfsarts de zieke werknemer zelf informe-ren en op welke wijze?De bedrijfsarts is niet verplicht om uit eigenbeweging een kopie van de rapportage aan dewerknemer te verschaffen. De heer Ackermansheeft dat juist verwoord. Pas op het moment datde werknemer hierom vraagt, is de bedrijfsartswel verplicht om dit te doen. Dit is naar mijnmening niet vastgelegd in de Wvp, maar geba-seerd op de informatieplicht in de WGBO. Daar-naast schrijft de ‘Code Gegevensverkeer en sa-menwerking bij arbeidsverzuim en re-integratie(2006)’ van de KNMG nog voor dat de bedrijfsartsde conclusies uit het onderzoek mededeelt aan dewerknemer, de te ondernemen stappen bespreekten met de werknemer afspreekt wat er wordtteruggekoppeld aan de werkgever. De codeschrijft niet voor dat de terugkoppeling aan dewerknemer schriftelijk dient te gebeuren. Ommisverstanden te voorkomen heeft dat wel devoorkeur, ook de STECR Werkwijzer Arbeidscon-flicten gaat uit van een schriftelijke terugkoppe-ling aan werkgever en werknemer.

Indien de (mondelinge) terugkoppeling van debedrijfsarts aan de werknemer afwijkt van wat dewerkgever vertelt, zal de werknemer dit inder-daad betwisten zoals de heer Ackermans ookaangeeft. Daarnaast dient het re-integratieverslagook het oordeel van de bedrijfsarts te bevattenalsmede het oordeel van de werknemer over datalles. Een werkgever die (opzettelijk) het oordeelvan de bedrijfsarts verdraait, zal zichzelf dus in denesten werken en loopt een groot risico op eenloonsanctie of een (kostbaar) arbeidsconflict.

Pascal Willems, advocaat

Een klein commentaar

Op het eind van het artikel van Ron Gerritsen1

wordt naar aanleiding van een burn-out het beeldaangegeven dat terugkeer als bedrijfsarts (55 jaaroud) niet meer aan de orde zal zijn, waarbij als eenalternatief wordt genoemd om de rest van hetleven verder golfend, bridgend en op cruisesche-pen door te brengen.

102 TBV 19 / nr 3 / maart 2011