Regionaal Samenwerkingsverband Integrale Veiligheid (RSIV)

Politie-Eenheid Den Haag

Jaarplan 2019

Uitwerking van het Regionaal Beleidsplan 2019-2022 Politie-Eenheid Den Haag

05-04-2019

RSIV | Telefoon 070 353 3747 | Postbus 12 600 | 2500 DJ Den Haag | E-mail rsiv@denhaag.nl

Inhoudsopgave

1. Inleiding 3

2. Uitvoering van het RBP 42.1 Portefeuillehouderschap per onderwerp 42.2 Netwerkorganisatie met coördinator, kernteam en werkgroepen 42.3 Samenwerking met relevante partners 5

3. Uitwerking onderwerpen vanuit het Regionaal Beleidsplan 2019-2022 73.1 (Contra)-terrorisme, extremisme en radicalisering (CTER) 73.2 Cybercrime/gedigitaliseerde criminaliteit 73.3 (Huiselijk) geweld 93.4 High Impact Crimes 103.5 Overlast en/of criminaliteit door problematische jeugdgroepen/netwerken 113.6 Ondermijning 123.7 Overlast en/of criminaliteit door personen met verward gedrag /Zorg en Veiligheid 13

4. Verantwoording over behaalde doelstellingen en effecten 145. Overige onderwerpen 15

Bijlage 1: Doelstellingen uit het Regionaal Beleidsplan 2019-20122 16

2

1. Inleiding

De regionale samenwerking binnen de politie-eenheid Den Haag krijgt op bestuurlijk niveau vorm in het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO), waarin onder voorzitterschap van de regioburgemeester de 27 burgemeesters van de politie-eenheid Den Haag, het Openbaar Ministerie (OM) en de politie zitting hebben. Veiligheidsvraagstukken die integraal opgepakt moeten worden en de gemeentegrens overschrijden worden belegd in dit overleg. Het RBO wordt daarbij ambtelijk ondersteund door het Regionaal Samenwerkingsverband Integrale Veiligheid (RSIV). Dit laat onverlet dat het primaat lokaal bij de gemeenten ligt.

In het RBO wordt – met uitzondering van het onderwerp (contra-)terrorisme – met name gesproken over sociale veiligheid. De samenwerking op het gebied van fysieke veiligheid is met name belegd bij de beide Veiligheidsregio’s in de politie-eenheid Den Haag. Deze kennen een eigen plannings- en verantwoordingscyclus.

PrioriteitenGemeenten, OM en politie bepalen met elkaar op welke onderwerpen regionaal ingezet wordt. Daarbij is de aard van de problematiek en de schaal waarop deze het meest effectief kan worden aangepakt leidend. Eens per 4 jaar wordt een Regionaal Beleidsplan (RBP) opgesteld. Het huidige RBP 2019-2022 is op 6 december 2018 vastgesteld en heeft de volgende thema’s als prioriteit:

(Contra)-terrorisme, extremisme en radicalisering (CTER) Cybercrime/gedigitaliseerde criminaliteit (huiselijk) Geweld High Impact Crimes Overlast en en/of criminaliteit door problematische jeugdgroepen/netwerken Ondermijning Overlast en/of criminaliteit door personen met verward gedrag

Daarnaast is afgesproken in het RBP dat we in 2019 met elkaar gaan onderzoeken welke data ons kunnen helpen bij het meer inzichtelijk maken van de effecten van onze inzet op de geprioriteerde thema’s.

Samenwerking veiligheidsdomein en sociaal domeinEen thema dat zowel landelijk, regionaal als op lokaal niveau in toenemende mate speelt, is de verbinding tussen zorg en veiligheid. Dit thema is ook leidend bij de ingezette doorontwikkeling van de Veiligheidshuizen naar een Zorg- èn Veiligheidshuis. Een groot aantal actuele thema’s kent immers zowel een veiligheids- als een zorgcomponent. Te denken valt onder meer aan radicalisering, huiselijk geweld, mensenhandel, personen met verward gedrag etc. Hier zijn meerdere spelers vanuit diverse disciplines betrokken die bovendien op verschillende schaalniveaus zijn georganiseerd: landelijk, regionaal, bovenlokaal en gemeentelijk. Dit maakt het veld complex. Waar de verschillende verantwoordelijkheden in dit kader reeds elders zijn belegd, richt het RSIV zich vanuit zijn betrokkenheid bij integrale veiligheidsvraagstukken vooral op het faciliteren van kennisdeling en (versterking van de) samenwerking, het zoeken van verbindingen tussen de verschillende partijen en niveaus en het creëren van overzicht. Het RSIV neemt dus geen taken over en moet ook niet worden gezien als “een nieuwe speler” op deze markt. Gemeenten zijn en blijven verantwoordelijk voor (de inrichting van) hun eigen lokale veiligheidsdomein en het sociaal domein. Samenwerking met Veiligheidshuizen, RIEC, PVO/CCVHet Regionaal Samenwerkingsverband Integrale Veiligheid (RSIV) speelt een coördinerende rol bij de regionale samenwerking in de politie-eenheid Den Haag. Het ziet toe op de uitvoering van het RBP.Het is echter niet de enige regionale speler die een bijdrage levert aan het bereiken van de

3

doelstellingen uit het RBP. Ook de Veiligheidshuizen Haaglanden en Hollands Midden, het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC), het Haags Economisch Interventieteam (HEIT) en het Platform Veilig Ondernemen (PVO) / Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) spelen een belangrijke rol. Om het overzicht te behouden op de verschillende activiteiten die worden ondernomen om de doelstellingen uit het RBP te realiseren, is er daarom voor gekozen om ook de inzet van deze organisaties op te nemen in het jaarplan 2019.

FinancieringDe financiering van bovenlokale voorzieningen zoals de Veiligheidshuizen, het RIEC, het HEIT en het RSIV is op verschillende manieren geregeld (met verschillende financiële arrangementen en op verschillend schaalniveau). In de stuurgroep RIEC is voorgesteld om te komen tot een Veiligheidsfonds, waaraan alle gemeenten bijdragen en van waaruit bovenlokale veiligheidsvoorzieningen worden bekostigd. In éérste aanleiding is daarbij gedacht aan voorzieningen zoals het RIEC en het HEIT, maar ook het RSIV zou hiervoor in aanmerking kunnen komen. In 2019 zal – op initiatief van de stuurgroep RIEC – in het RBO worden verkend of het mogelijk is om te komen tot ‘één factuur voor bovenlokale veiligheid’.

In dit jaarplan RSIV kunt u lezen welke inzet in 2019 wordt gepleegd om een bijdrage te leveren aan de realisatie van de doelstellingen uit het RBP (zie bijlage 1). Uiteraard is er naast de in het jaarplan genoemde onderwerpen ruimte om gedurende het jaar ook in te spelen op actuele thema’s.

2. Uitvoering van het RBP

2.1 Portefeuillehouderschap per onderwerp

Voor de verschillende onderwerpen is bestuurlijk draagvlak voor de uitwerking essentieel. De bestuurlijk portefeuillehouders vervullen daarin de spilfunctie. Zij kunnen daarbij per thema verbinding leggen met de deskundigen bij wie de thema’s binnen OM en politie zijn belegd. Voor de in het RBP geselecteerde thema’s is het portefeuillehouderschap bij onderstaande personen belegd. Zij worden allemaal ambtelijk ondersteund vanuit het RSIV, aangevuld door deskundigen vanuit de eigen organisaties. De algehele coördinatie op de regionale samenwerking ligt bij het RSIV.

Thema Bestuurlijk Politie Openbaar Ministerie

CTER Pauline Krikke Waldo de Boer Linda RobertCyber Vacant Luit Kuipers Ed Hartjes(huiselijk) Geweld Arnoud Rodenburg Hanneke Knigge Judith van SchoonderwoerdHigh Impact Crimes

Christiaan van der Kamp

Luit Kuipers Rob van Bokhoven

Jeugdgroepen Klaas Tigelaar Hanneke Knigge Judith van SchoonderwoerdLinda Robert

Ondermijning Lies Spruit Marieke v/d Bosch voor het geheelTolga Koklu voor Outlaw Motorcycle Gangs

Sabine vd KallenLinda Robert

Personen met verward verdrag / zorg en veiligheid

Pauline Krikke Hanneke Knigge Albert Baas

4

2.2 Netwerkorganisatie met coördinator, kernteam en werkgroepen

Het RSIV is een netwerkorganisatie. Hierdoor zijn de kosten voor het functioneren van het RISV laag en kan flexibel ingespeeld worden op de behoeften van de verschillende samenwerkingspartners. Deze constructie heeft echter ook gevolgen voor het ambitieniveau van het RSIV. Per onderwerp wordt steeds een beroep gedaan op de kennis en inzet vanuit de gemeenten, politie en het OM in de politie-eenheid Den Haag. Het aantal producten dat door het RSIV geleverd kan worden is mede-afhankelijk van de inzet van de verschillende werkgroepen. Het financieel budget wordt door de centrumgemeente geleverd en is beperkt.

De belangrijkste doelstelling van het RSIV is het uitvoeren van het Regionaal Beleidsplan 2019-2022. Hiertoe zal ieder jaar een concreet jaarplan worden opgesteld met de betrokken organisaties. Het is de bedoeling om vooral te komen tot praktische ondersteuning van de gemeenten in de eenheid Den Haag, de politie en het OM op het gebied van integrale veiligheid door het – waar nodig - organiseren van regionale kennis- en netwerkbijeenkomsten en het ontwikkelen van concrete beleidsinstrumenten. Daarnaast biedt het RISV een digitaal platform voor het delen van kennis over relevante veiligheidsvraagstukken (www.rsiv.nl).

Om de regionale samenwerking aan te jagen en te te coördineren heeft Den Haag als centrumgemeente ook in 2019 één formatieplaats beschikbaar gesteld voor een coördinator RSIV. Daarnaast is er een kernteam RISV, dat bestaat uit vertegenwoordigers van gemeenten, politie en OM. Periodiek komt het kernteam RSIV bij elkaar om centraal de voortgang op de geprioriteerde thema’s uit het jaarplan te bespreken. Ook in het Netwerk Openbare Orde en Veiligheid (NOOV), waaraan naast OM en politie alle 27 gemeenten uit de politie-eenheid Den Haag deelnemen, worden de bovenstaande thema’s besproken. In het NOOV vindt ook de ambtelijke voorbereiding plaats van het Regionaal Bestuurlijk Overleg.

De onderwerpen waarop ingezet wordt worden zo veel mogelijk in werkgroepvorm uitgewerkt vanuit een actiegerichte benadering. De werkgroepen zijn samengesteld uit deskundigen vanuit gemeenten, politie, OM en relevante andere partijen. De coördinator van het RSIV is de verbindende schakel tussen de bestuurlijke portefeuillehouders, het RSIV-kernteam, het NOOV en de werkgroepen.

2.3 Samenwerking met relevante partners

Zoals aangegeven in paragraaf 1 werkt het RSIV nauw samen met de Veiligheidshuizen Haaglanden en Hollands Midden, het RIEC en het PVO / CCV. Hieronder zal kort worden toegelicht wat de rol van deze organisaties is.

De VeiligheidshuizenIn Veiligheidshuizen werken ketenpartners uit het strafrechtelijke, bestuurlijk en zorgdomein intensief samen bij de aanpak van criminaliteit en overlast. De samenwerking is erop gericht om complexe multiproblematiek aan te pakken en vicieuze cirkels te doorbreken met als doel een veilige en leefbare samenleving te realiseren. Als netwerkorganisatie vormt het Veiligheidshuis een belangrijke schakel in de verbinding tussen strafrechtelijk, zorg en bestuurlijk optreden. De meerwaarde zit dan ook in de integrale aanpak, waarbij alle partners hun eigen (wettelijke) verantwoordelijkheden behouden. Daarnaast is het Veiligheidshuis een informatie- en expertisecentrum waar kennis vergaard, geanalyseerd en gedeeld wordt.

5

In de politie-eenheid Den Haag fungeren twee Veiligheidshuizen: Veiligheidshuis Haaglanden en Veiligheidshuis Hollands Midden.

Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC)Het RIEC richt zich op de bestrijding van ondermijnende criminaliteit. Het zet zich in om informatie, expertise en krachten van de verschillende overheidsinstanties te verbinden. Daarnaast richt het RIEC zich op het stimuleren en ondersteunen van de publiek-private samenwerking bij de aanpak van ondermijning.

Elk RIEC werkt binnen regionale grenzen. Het RIEC in de politie-eenheid Den Haag richt zich zowel op Haaglanden als op Hollands Midden. Aansturing vindt plaats door een zelfstandige regionale stuurgroep. Het RIEC vormt voor partners een informatieknooppunt voor casuïstiek. Het stelt integrale handhavingsadviezen op en stemt projectmatig bestuursrechtelijke, strafrechtelijke en fiscale interventies af met regionale partners.

Het Haags Economisch Interventieteam (HEIT)Het HEIT is een integraal team van professionals die met hun kennis en ervaring al ruim tien jaar ondermijningscasuïstiek aanpakt door gerichte bestuursrechtelijke controles te houden. Het HEIT maakt hiervoor gebruik van het RIEC convenant voor de informatiedeling met partners. In het Haags Economisch Interventieteam (HEIT) werken gemeenten, politie, Belastingdienst, de Douane, Inspectie SZW en het UWV samen. Kerntaak van HEIT is het voorkomen en terugdringen van malafide bedrijvigheid en de aanpak van misstanden binnen de prostitutie. Het HEIT pakt honderden zaken per jaar op en werkt voor de hele politie Eenheid Den Haag. Deze eenheid bestaat uit zeven districten en 29 basisteams.

Het Platform Veilig Ondernemen (PVO) / Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)Het PVO is een publiek-private samenwerking en draagt bij aan een veilig ondernemersklimaat. Het RSIV heeft zich verbonden aan het PVO en omarmt de regionale ondersteuning door en samenwerking met het CCV. Vanuit het CCV wordt in 2019 voor twee dagen per week een medewerker ingezet, die in samenwerking met gemeenten, ondernemers en de coördinator RSIV werkt aan preventie op de belangrijkste onderwerpen uit het RBP.

Overige partnersWaar nodig zoekt het RSIV samenwerking en afstemming met andere relevante partners. Hierbij valt bijv. te denken aan het ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), andere regionale samenwerkingsverbanden in het land, etc. Waar nuttig wordt samengewerkt met onderwijs- en kennisinstellingen.

6

3. Uitwerking onderwerpen vanuit het Regionaal Beleidsplan 2019-2022

In dit hoofdstuk zal worden ingeven hoe de doelstellingen uit het RBP vertaald worden naar de inzet in 2019.

3.1 (Contra)-terrorisme, extremisme en radicalisering (CTER)

Gemeenten hebben een belangrijke rol in de preventieve aanpak van radicalisering. Wanneer er op lokaal niveau signalen zijn van feitelijke gedragingen die mogelijkerwijs duiden op radicalisering of extremisme, beoordelen gemeente, politie en OM samen of er een integraal casusoverleg nodig is en welke casuspartners hierbij betrokken dienen te worden. In het casusoverleg wisselen de deelnemende casuspartners daar waar nodig en mogelijk is, informatie uit en stellen aan de hand daarvan (onder regie van gemeenten) een integraal plan van aanpak op. Deze casusoverleggen vinden plaats in de Veiligheidshuizen in de politie-eenheid Den Haag.

Op eenheidsniveau is een Tactisch Overleg (TO) ingericht. Hierin zitten deelnemers van o.a. de gemeenten Den Haag, Delft, Zoetermeer, Leiden en Gouda, politie, OM, Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) en Reclassering Nederland. In dit (tweemaandelijks) overleg wordt geanticipeerd op nieuwe ontwikkelingen, zowel internationaal als landelijk, regionaal en lokaal. Daarnaast is het doel om de samenwerking tussen alle betrokken ketenpartners op regionaal niveau en met het landelijk niveau verder te verbeteren en te borgen. Het TO heeft voor 2019 de volgende prioriteiten vastgesteld:- Herijking van de huidige PGA-aanpak;- Netwerkanalyse;- Salafisme en haatimams;- Links/rechts extremisme;- Communicatie vanuit het TO richting de werkvloer.

In 2019 zullen onder aansturing van het TO tenminste de volgende acties worden uitgevoerd:- Uitvoeren regionale netwerkanalyse(s) (t.b.v. bepalen van inzet interventies);- Verkennen van de mogelijkheid tot een persoonsgerichte aanpak van links/rechts extremisme in

de Veiligheidshuizen;- Organiseren van regionale voorlichtingsbijeenkomsten voor de medewerkers in de

casusoverleggen (t.b.v. kennisbevordering).

In 2018 is er binnen de eenheid zowel mono- als multidisciplinair volop aandacht geweest voor de voorbereiding op een dreiging of een aanslag met een terroristisch oogmerk, ongeacht het formaat en de impact ervan (Terrorisme Gevolg Bestrijding – TGB). Er zijn in dat kader dan ook diverse oefeningen en trainingen gehouden op zowel operationeel, tactisch als strategisch niveau. Onderdeel hiervan was het oefenen met de ontwikkelde sleutelbesluiten, scenario’s en bestuurlijke agenda’s TGB.

Inzet RSIV voor 2019

De projectcoördinator radicalisering en (gewelddadig) extremisme is verantwoordelijk voor de bovengenoemde acties. Indien gewenst kan de coördinator RSIV (in overleg) wel een bijdrage leveren.

7

3.2 Cybercrime/gedigitaliseerde criminaliteit

Op het gebied van cybercriminaliteit heeft de politie Den Haag in 2018 een beeld cybercrime in de eenheid Den Haag opgesteld, dat gedeeld is met de RSIV werkgroep cyber. Het blijkt onder meer dat door de geringe meldings- en aangiftebereidheid er bij de politie sprake is van een groot darknumber. De meeste meldingen zijn afkomstig van burgers. Het vooral om cybercrime in de context van fraude en oplichting, in de gewelds- en conflictsfeer, afpersingen en chantage en cybervandalisme. In 2019 wordt ingezet op het verbeteren van het regionale informatiebeeld, onder andere door bij het bedrijfsleven beschikbare informatie op te halen. Er wordt geëxperimenteerd met het opzetten van een publiek-private infocel cybercrime.

Het eenheidsbeeld cybercrime is scannend van aard en biedt, gelet op het geringe aantal meldingen en aangiftes, nog een zeer beperkt beeld. Mede gezien het vaak landelijke karakter van cybercrime voert de Nationale Politie op zes onderwerpen probleemanalyses uit: Phishing, Tech Support Scam, DDoS-aanvallen, Account Take Over voor bestellingen, CEO/factuurfraude en betaallinkfraude. Afhankelijk van de actualiteit zullen aanvullende probleemanalyses worden uitgevoerd. De eenheid Den Haag zal één van deze onderwerpen adopteren, teneinde daar zowel een informatiepositie te verwerven, als ook expertise op te bouwen in de bestrijding. De uitkomsten van de verschillende analyses leiden tot een integrale aanpak van genoemde onderwerpen onder andere op basis van een barrièremodel. Hierbij zal de eenheid Den Haag en het regioparket Den Haag nauw samenwerken met andere eenheden en parketten. Het gaat daarbij om een mix van maatregelen zoals voorlichting, vergroten bewustwording, preventie, schadebeperking, verstoren, opsporen en berechten van daders. Daarbij wordt de samenwerking gezocht met publieke en private partijen en met kennisinstellingen. Op basis van de verkregen inzichten wordt kennis over criminele businessmodellen actief gedeeld met het bestuur en relevante bedrijven en instellingen.

In 2019 zal de politie-eenheid Den Haag verder werken aan het vergroten van bewustwording, kennis en kunde, het verbeteren van intake en screening, het verder opbouwen van het eenheidsbeeld cybercrime en thematische verdiepingen. In het kader hiervan zal in 2019 een eerste verdachtenbeeld worden gemaakt. In 2019 zal de politie ook, in het kader van de landelijke versterkingsgelden cybercrime, een cyberteam voor de eenheid Den Haag gaan inrichten. Tot slot zijn in het kader van de veiligheidsagenda afspraken gemaakt met de politie eenheid Den Haag over het aantal afgehandelde verdachten cybercrime, alsmede over de bijdrage vanuit de regio aan de landelijke doelstellingen omtrent de aanpak van criminele samenwerkingsverbanden en fenomenen.

Op het gebied van innovatie heeft het OM samenwerking gezocht met The Hague Security Delta (HSD). Met de innovatiemanager van de gemeente Den Haag is daarnaast een dialoog opgestart om op innovatieve wijze cyberveiligheid in de regio te vergroten. Gedacht wordt aan o.a. een gerichte actie om in kaart te brengen welke kritieke en gevoelige computersystemen via het open internet toegankelijk zijn en daar vervolgens maatregelen tegen te nemen (vergroten weerbaarheid).Het stimuleren van publiek-private samenwerking en innovatieve maatregelen om de regionale cyber security te vergroten is een belangrijk aandachtspunt in 2019.

In samenwerking met de Haagse Hogeschool zal door het RSIV worden verkend of onderzoek kan worden uitgevoerd om zicht te krijgen op (lokale vormen van) cybercriminaliteit en betrokkenheid van jongeren. Doel hiervan is om een lokale en regionale interventiestrategie te bepalen.Parallel hieraan is het OM een verkenning gestart met de gemeente Den Haag om te bezien of de stad een voortrekkersrol kan vervullen in het verbeteren van de awareness in het basis- en voortgezet onderwijs, met het doel om slachtofferschap en daderschap onder jongeren terug te dringen. Daarbij zal ook gekeken worden of deze voortrekkersrol uitgebreid kan worden naar de regio.

8

Eind 2017 is een notitie Cyber aangeboden aan het RBO, met daarin een handelingskader. Eén van de speerpunten die nog steeds van toepassing is, is het ontwikkelen van bewustwording bij burgers en Midden- en Kleinbedrijf (MKB) over de risico’s op cybergebied door het inzetten op preventie door voorlichting aan burgers en bedrijven. Het Platform Veilig Ondernemen levert hieraan een bijdrage door middel van het geven van cybertrainingen en/of het ondersteunen van de organisatie van voorlichtings- of bewustwordingsbijeenkomsten.

Daarnaast heeft de politie van Katwijk in 2017 een interactief scenariospel over sexting gemaakt (project ‘Shitzooi’). Dit spel is samen met een voorlichting van jongerenwerk en HALT aangeboden op scholen, zodat jongeren zich meer bewust zijn van de gevaren die door het gebruik van het internet kunnen ontstaan. Het is de bedoeling om het pakket breed beschikbaar te stellen aan collega’s van andere gemeenten, eerst op regionaal niveau en uiteindelijk op landelijk niveau.

Inzet RSIV voor 2019

In samenwerking met de Haagse Hogeschool verkennen of onderzoek kan worden uitgevoerd om zicht te krijgen op cybercriminaliteit en betrokkenheid van jongeren. Doel: bepalen van een lokale en regionale interventiestrategie.

Op aanvraag van gemeenten faciliteren van voorlichtings- of bewustwordingsbijeenkomsten over cybercrime voor inwoners en/of bedrijven (PVO).

Afronden pilotonderzoek cyberweerbaarheid mkb-retailers in de regio Den Haag en onderzoeken welk vervolg hier aan gegeven kan worden.

Opstellen van een regionale handreiking voor de organisatie van bovengenoemde voorlichtings- of bewustwordingsbijeenkomsten (doelgroep, organisatie, geschikte werkvorm, etc.) op basis van de opgedane ervaringen.

Leveren van een bijdrage aan de handreiking van de politie voor het begeleiden van de interactieve game (project ‘Shitzooi’).

3.3 (Huiselijk) geweld

Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke- of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd. Het woord huiselijk verwijst niet naar de plaats van het delict (het kan zowel binnenshuis als buitenshuis plaatsvinden), maar naar de (afhankelijkheids)relatie tussen pleger en slachtoffer. Bij huiselijk geweld kan het gaan om lichamelijk, psychisch of seksueel geweld. Het kan de vorm aannemen van (ex)partnergeweld, kindermishandeling, verwaarlozing van ouderen of geweld tegen ouders, psychische verwaarlozing, huwelijksdwang en achterlating, seksueel geweld en financiële uitbuiting.

Van professionals wordt op basis van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling verwacht dat zij ernstige signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling altijd melden bij Veilig Thuis, ook als zij in staat zijn om zelf hulp te bieden en het geweld te stoppen. Hierdoor zijn signalen eerder bij Veilig Thuis bekend en kunnen meerdere signalen vroegtijdig gekoppeld worden. Doordat Veilig Thuis de signalen over langere tijd kan monitoren is de verwachting dat structurele geweldspatronen daardoor beter herkend en doorbroken kunnen worden.

Eind april 2018 is door de ministeries van J&V en VWS en de VNG het meerjarenprogramma ‘Geweld hoort nergens thuis’ gepresenteerd. De ambitie van dit programma is huiselijk geweld en

9

kindermishandeling terug te dringen, de schade van geweld te beperken en de cirkel van geweld, de overdracht van generatie op generatie, duurzaam te doorbreken. Het programma moet voor het grootste deel worden gerealiseerd in de regio’s zelf. Het is de bedoeling dat in de regio’s regionaal projectleiders worden aangesteld die de regionale aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling versterken. Vanuit het programma worden hiervoor middelen beschikbaar gesteld. Het werven en selecteren van deze projectleiders wordt door de regio’s zelf gedaan. In Hollands Midden is al een projectleider aangesteld, in Haaglanden vindt nog overleg hierover plaats.

Vanuit het programma wordt aangegeven dat zoveel mogelijk aangesloten moet worden bij en gebruik gemaakt moet worden van wat er al is opgestart in de regio. Hierbij wordt o.a. gedoeld op de regiovisie en de regionale samenwerkingsverbanden tussen justitiepartners en Veilig Thuis met hun gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. De vorm van de aanpak en de invulling daarvan kan per regio verschillend zijn. Dit moet immers passen bij de werkwijze, structuur en opgave van de betreffende regio. De ondersteuning vanuit het landelijke programma kan zowel inhoudelijk, procesmatig als veranderkundig zijn.

Casuïstiek op het gebied van huiselijk geweld wordt in principe lokaal besproken. Daar wordt ook het plan van aanpak opgesteld. Bij complexe situaties kan worden opgeschaald naar het Veiligheidshuis. Deze organiseert en faciliteert een integraal casusoverleg met vertegenwoordigers vanuit het strafrechtelijke, bestuurlijke en zorgdomein t.b.v. een integrale persoonsgerichte aanpak. Hierbij trekt het Veiligheidshuis waar mogelijk gezamenlijk op met het MDA++ team (Multidisciplinaire Aanpak), om een zo optimaal mogelijke aanpak te realiseren.

Vooral bij huiselijk geweld is het belangrijk dat straf en zorg goed zijn verbonden. Zo wordt bijv. in een strafrechtelijk traject hulpverlening regelmatig als voorwaarde voor afdoening van de strafzaak gesteld. In deze context past ook de doorontwikkeling van het Veiligheidshuis naar een Zorg- en Veiligheidshuis (zie ook paragraaf 3.7).

Inzet RSIV voor 2019

Verkennen met de regionaal projectleiders van ‘Geweld hoort nergens thuis’ en de opstellers/uitvoerders van de regiovisies hoe we elkaar onderling kunnen versterken bij de aanpak van huiselijk geweld

3.4 High Impact Crimes

Onder High Impact Crimes (HIC) verstaan we woninginbraken (diefstal uit woningen), straatroven en overvallen. Daarbij wordt soms gebruik gemaakt van geweld. De aanpak van delicten met direct slachtofferschap krijgt hierbij extra prioriteit: dit zijn de delicten waarbij het slachtoffer tijdens de delictpleging is geconfronteerd met de dader(s) én er sprake was van geweld of bedreiging met geweld.

De lokale driehoek (of het districtscollege) bepaalt per gemeente op welke manier invulling gegeven wordt aan de integrale, probleemgerichte aanpak van High Impact Crimes. De focus op de stelselmatige plegers en het voorkomen dat jeugdigen afglijden naar een criminele carrière maakt nadrukkelijk onderdeel uit van de integrale aanpak. Daarbij bestaat samenhang met de aanpak van problematische jeugdgroepen en jeugdnetwerken. Voor woninginbraken is de afspraak gemaakt dat in gemeenten waar het slachtofferrisico op woninginbraak hoger is dan het regionaal gemiddelde, projectmatig wordt ingezet om woninginbraak te voorkomen en aan te pakken.

10

Om woninginbraken (en ook diefstal en mobiel banditisme) te bestrijden is het ook belangrijk om te kunnen beschikken over bestuurlijke instrumenten om heling tegen te gaan. Gemeenten kunnen High Impact Crimes voorkomen door zicht te hebben op de handelaren in hun gemeente. In het RBO is in 2018 daarom opnieuw aandacht gevraagd voor de invoering van het Digitaal Opkopers Register (DOR) en het Digitaal Opkopers Loket (DOL). Ook is een checklist opgesteld en verspreid. In een aankoopregister moeten handelaren de goederen die ze van particulieren kopen registreren. Ook gegevens van de aanbieder van de goederen moeten vastgelegd worden. Het DOR staat direct in verbinding met (politie)registers van gestolen goederen. Hierdoor kan de politie meteen reageren als een artikel aangeboden wordt dat van diefstal afkomstig is en waarvan aangifte is gedaan.

Tot slot kan het RSIV ook een rol spelen bij de bewustwording bij ondernemers en burgers op het gebied van HIC door het (op verzoek van gemeenten) mede-organiseren van voorlichtings-/bewustwordings-/trainingsactiviteiten over HIC. Dit gebeurt met behulp van ondersteuning van het CCV in het kader van het Platform Veilig Ondernemen.

Inzet RSIV voor 2019

Continueren van de aanpak woninginbraken: daar waar het slachtofferrisico op woninginbraak hoger is dan het regionaal gemiddelde, projectmatig inzetten om woninginbraak te voorkomen en aan te pakken.

Bevorderen van de uitwisseling van kennis en informatie (waaronder best practices) over de aanpak van HIC tussen de verschillende gemeenten en waar mogelijk/nodig samenwerken.

Verkennen of de aanpak voor woninginbraak ook toegepast kan worden op straatroven en overvallenZo ja, dan zal in 2019 worden gestart met de uitvoering hiervan.

Mede-organiseren van voorlichtings-/bewustwordings-/trainingsactiviteiten voor inwoners en/of bedrijven over HIC (PVO).

3.5 Overlast en/of criminaliteit door problematische jeugdgroepen/netwerken

Problematisch groepsgedrag kenmerkt zich door gedrag wat de openbare orde, sociale norm en/of veiligheid verstoort, overlast veroorzaakt en/of crimineel van aard is. Als jeugdgroepen samenwerken en/of met elkaar verweven zijn, wordt gesproken van een jeugdnetwerk. Problematische jeugdgroepen zijn voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de High Impact Crimes. Maar liefst 75% van de jeugdcriminaliteit wordt begaan in jeugdgroepen of komt voor uit groepsdynamische processen. Daarnaast kunnen jeugdgroepen veel overlast verzaken.

Een belangrijk onderdeel van de aanpak is niet alleen de persoonsgerichte aanpak van de betrokken jongeren, maar ook de aanpak van groepsdynamische processen en waar nodig van omgevingsfactoren. Voor de integrale aanpak van problematische jeugdgroepen is het zogenaamde 7-stappen-model ontwikkeld. Kenmerkend voor dit proces is het gezamenlijk signaleren, informeren, duiden en aanpakken van problematisch groepsgedrag. Onder procesregie van de gemeente wordt keteninformatie verzameld en veredeld, waaronder de groepsscan-jeugd, die door de politie wordt aangeleverd.

De inzet op problematische jeugdgroepen/netwerken vindt in beginsel veelal lokaal plaats, waarbij opgeschaald kan worden naar het Veiligheidshuis. Een regionale werkgroep met afvaardiging van gemeenten, politie, OM en Veiligheidshuizen komt periodiek bijeen om te bespreken waar

11

knelpunten en successen zitten. Het is daarom van belang te kunnen vaststellen welke factoren van invloed zijn om te spreken van een effectieve aanpak van problematische jeugdgroepen door middel van lokale proces- en/of effectevaluaties.

Waar nodig zullen kennisbijeenkomsten worden georganiseerd of ondersteunende producten (zoals een handreiking) worden ontwikkeld.

Inzet RSIV voor 2019

Bevorderen van de uitwisseling van kennis en informatie (waaronder best practices, met name over de samenwerking tussen zorg en veiligheid) over de aanpak van jeugdgroepen tussen de verschillende gemeenten, politie en OM.

Faciliteren van een betere afstemming tussen regionale en lokale processen.

Organiseren van een (vervolg)bijeenkomst t.b.v. uitwisseling van best practices.

Verkennen van de mogelijkheid om tot een (betere) effectmeting van de aanpak jeugdgroepen te komen.

3.6 Ondermijning

De aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit vraagt om lokale regie en bovenlokale samenwerking. Aan de ene kant ligt het primaat bij het lokaal bestuur en aan de andere kant houdt de problematiek zich niet aan gemeentegrenzen, waardoor samenwerking noodzakelijk is.Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) is de verbindende factor in de integrale aanpak van ondermijnende criminaliteit. Met behulp van de Bestuurlijke Criminaliteitsbeelden Analyse (BCBA) en de ondermijningsbeelden, waar alle signalen verzameld worden, wordt inzichtelijk gemaakt waar ondermijnende criminaliteit zich voordoet en welke dreiging daarvan uitgaat voor de overheid en de samenleving.

Voor de versterking van de integrale aanpak van de ondermijnende criminaliteit zijn voor de komende jaren extra financiële middelen ter beschikking gesteld. Zo is structureel extra geld beschikbaar voor de versterking van de intelligence en analyse en uitvoeringskracht van het RIEC. Die middelen worden aangewend voor het inrichten van een productielijn voor (lokale) ondermijningsbeelden voor de regio, het verstevigen van de inzet van het Haags Economisch Interventieteam (HEIT) en voor de borging van de RIEC-samenwerking. De incidentele middelen (ondermijningsfonds) financieren de bestedingsvoorstellen, die vanuit de regio zijn ingediend voor concrete bestrijdingsprojecten op het thema drugsindustrie. Deze middelen zijn beschikbaar tot 2022.

Het Haags Economisch Interventie Team (HEIT) vormt in de politie-eenheid integrale bedrijfscontroles uit bij ondernemingen waar signalen van malafide bedrijvigheid zijn. Daarnaast voert het team in de hele politie-eenheid Den Haag bestuurlijke controles in de vergunde én onvergunde prostitutiebranche uit. Door de inzet van dit team worden verdere barrières opgeworpen tegen ondermijning en worden oneerlijke concurrentie en mensenhandel tegen gegaan.Om de bestuurlijke weerbaarheid in een gemeente in beeld te brengen voert het RIEC na het opstellen van een ondermijningsbeeld een QuickScan uit. Op basis van de uitkomsten hiervan adviseert het de gemeente over haar informatiepositie en de inzet van bestuurlijke middelen bij het

12

opwerpen van barrières tegen de ondermijnende criminaliteit. Hierbij valt te denken aan het opnemen van bepaalde artikelen (bijv. het ‘ondermijningsartikel’ (sluiting van voor publiek openstaande panden) in de APV. De toegevoegde rol van het RSIV op het thema ondermijning is met name het initiëren en faciliteren van de ontwikkeling en het gebruik van het bestuurlijk instrumentarium. Hierbij valt te denken aan APV-artikelen, beleidsrichtlijnen, handhavingsarrangementen, etc.

De beoordeling en selectie van op te pakken integrale casuïstiek vindt plaats aan de districtelijke ondermijningstafels. Daarnaast is het van belang dat ook een regionaal platform wordt ingericht voor de bredere aanpak van mensenhandel, waarbij ook de zorgpartners worden betrokken. De aanpak van mensenhandel (inclusief arbeidsuitbuiting en criminele uitbuiting) betreft immers juist ook de bescherming van de slachtoffers van dit delict. Hierbij zal ook aandacht worden geschonken aan het herijken van het regionaal handhavingsarrangement mensenhandel.

Tot slot kan het RSIV ook een rol spelen bij de bewustwording bij ondernemers en burgers op het gebied van ondermijning door het (op verzoek van gemeenten) mede-organiseren van expertise- of awareness bijeenkomsten. Dit gebeurt met behulp van ondersteuning van het CCV in het kader van het Platform Veilig Ondernemen. Het is de bedoeling om in 2019 te komen tot een handreiking voor de organisatie van ondermijningsavonden (doelgroep, organisatie, geschikte werkvorm, etc.).

Inzet RSIV voor 2019

Initiëren en faciliteren van de ontwikkeling en het gebruik van het benodigde bestuurlijk instrumentarium. Hieronder valt bijv. het actualiseren van het regionaal handhavingsarrangement n.a.v. de uitbreiding van art. 13b Opiumwet.

In samenwerking met o.a. het RIEC: verkennen van de mogelijke inrichting van een regionaal platform t.b.v. de brede aanpak van mensenhandel (inclusief zorgpartners) en het herijken van het regionaal handhavingsarrangement mensenhandel.

Op verzoek van gemeenten faciliteren van voorlichtings- of bewustwordingsbijeenkomsten over ondermijning voor inwoners en/of bedrijven (PVO).

Opstellen van een regionale handreiking voor de organisatie van bovengenoemde voorlichtings- of bewustwordingsbijeenkomsten (doelgroep, organisatie, geschikte werkvorm, etc.) op basis van de opgedane ervaringen.

3.7 Overlast en/of criminaliteit door personen met verward gedrag / Zorg en Veiligheid

Per 1 januari 2020 wordt de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) ingevoerd. De Wvggz gaat de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) vervangen. De nieuwe wet biedt handvatten om meer ambulant en preventief hulp te bieden aan mensen met geestelijke problemen die niet vrijwillig in zorg gaan. Uitgangspunt blijft dat iemand alleen na het oordeel van een rechter tegen zijn wil opgenomen kan worden.

De wet heeft beleidsmatig en organisatorisch gevolgen voor gemeenten. Het gaat daarbij onder andere om:- de positie van de burgemeester. De IBS wordt straks een ‘crisismaatregel’, waar andere regels aan verbonden zijn.

13

- gemeenten moeten ter voorbereiding op eventuele niet-acute gedwongen zorg in de vorm van een zorgmachtiging verkennend onderzoek gaan doen naar aanleiding van meldingen van familie of betrokkenen over een persoon.

Gemeenten zullen zich in 2019 voorbereiden op de komst van de Wvggz. Een aantal aspecten daarvan leent zich ook voor bovenlokale samenwerking. Het RSIV kan desgevraagd voorts een rol spelen in het delen van kennis en informatie tussen gemeenten en het stimuleren van afstemming tussen de regiogemeenten waar mogelijk/nodig. In de eerste helft van 2019 zal hierbij vooral de focus liggen op Haaglanden. Kennisdeling tussen Haaglanden en Hollands Midden zal vanzelfsprekend worden gestimuleerd.

De implementatie van de Wvggz kan tevens worden benut als katalysator om te komen tot een herijking van de regionale bestuurlijke aansturing op dit thema. Daarbij is de gedachte om te komen tot een effectieve en efficiënte inbedding op het thema zorg en veiligheid, zoveel mogelijk vertrekkend vanuit bestaande structuren. Het streven is om ook de doorontwikkeling van het Veiligheidshuis naar een Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden hierbij te betrekken. Hier vindt immers de integrale aanpak plaats van o.a. mensen met verward gedrag, waarbij de verbinding tussen zorg en veiligheid van groot belang is. Zoals aangegeven in de inleiding, speelt de noodzaak om zorg en veiligheid nauwer met elkaar te verbinden eveneens op andere thema’s zoals de aanpak van huiselijk geweld en mensenhandel.

Ook in Hollands Midden is de doorontwikkeling van het Veiligheidshuis naar een Zorg- en Veiligheidshuis in volle gang. Momenteel wordt hard gewerkt aan de inrichting van een robuuste structuur rondom zorg en veiligheid, dat voorziet in een adequate (integrale) maatwerk aanpak van casuïstiek, aanvullend op en ondersteunend aan lokale processen.

De VNG heeft aangegeven een bijdrage te willen leveren aan het verkennen van hoe een regionale bestuurlijke structuur in de regio Haaglanden om zorg en veiligheid nauwer met elkaar te verbinden, het beste ingericht kan worden. Het onderwerp zal worden geagendeerd in een bestuurlijk overleg van de burgemeesters in de regio Haaglanden. Het is de bedoeling om in vervolg hierop een bijeenkomst met burgemeesters en wethouders in de regio Haaglanden over dit onderwerp te organiseren.

Inzet RSIV voor 2019

Faciliteren van het delen van kennis en informatie tussen gemeenten m.b.t. de implementatie van de nieuwe wet verplichte GGZ en stimuleren van afstemming tussen de regiogemeenten waar mogelijk/nodig.

Leveren van een bijdrage aan het inrichten van een regionale bestuurlijke structuur met als opgaaf een betere verbinding tussen zorg en veiligheid.

4. Verantwoording over behaalde doelstellingen en effecten

In het RBP zijn zowel doelstellingen over regionale samenwerking opgenomen als over te behalen effecten. Gemeenten, politie en OM delen de wens om toe te gaan naar effectsturing. In het RBP is een eerste aanzet gedaan richting effectsturing. Zolang echter nog onvoldoende duidelijk is hoe de effecten benoemd én gemonitord kunnen worden, wordt er eveneens gemonitord op cijfers. De intentie is om stapsgewijs toe te werken naar een nieuwe manier van rapporteren en (óók kwalitatief) verantwoorden, waarbij tevens gebruik wordt gemaakt van een beperkt aantal indicatoren die de gewenste effecten in de samenleving zo goed mogelijk weerspiegelen.

14

Ook op landelijk niveau wordt nagedacht over hoe gekomen kan worden tot meer effectsturing. Waar mogelijk zal hiermee verbinding worden gezocht.

De politie gaat in 2019 het maandelijkse tabellenboek aanpassen o.b.v. de prioriteiten uit het RBP 2019-2022. In het RBO van 11 april (DB RBO 11 maart) wordt door de politie een voorstel ingebracht t.a.v. de bestuurlijke verantwoordings- en rapportagecyclus o.b.v. het nieuwe RBP.

Inzet RSIV voor 2019

Doorontwikkeling van de gebiedsscan naar een meer integraal instrument, dat zich ook zal richten op effectsturing. Het streven is om de gebiedsscan ook te kunnen gebruiken om te rapporteren over de thema’s van het RBP 2019-2022.

5. Overige onderwerpen

Meldings -en aangiftebereidheidDe meldings- en aangiftebereidheid van burgers, zowel landelijk als in de Eenheid Den Haag, is laag. Om het aangifteproces te verbeteren, worden er al vele maatregelen genomen, zowel landelijk al in de eenheid. In het RBO is in oktober 2018 besloten om daarnaast te kiezen voor een focus op het verhogen van het aantal meldingen. Het doen van een melding is sneller en makkelijker - voor zowel burger en politie - dan het doen van aangifte. Bovendien krijgen politie en veiligheidspartners door middel van (meer) meldingen (beter) zicht op wat er speelt in de samenleving.

Het RBO heeft daarom een aantal actiepunten vastgesteld die in 2019 verder worden uitgevoerd. Het gaat hierbij om betere communicatie richting de burger over de mogelijkheden om melding en aangifte te doen, het nog makkelijker maken van het doen van meldingen (bijvoorbeeld via de politie-app), verbeterde triage door de politie en het opstarten van een pilot met de gemeenten Den Haag en Leiden met betrekking tot het monitoren van veiligheidsgerelateerde meldingen die bij gemeenten binnenkomen. Het RSIV zal in deze pilot met de betrokken gemeenten verkennen of we de gemeentelijke overlastmeldingen en politiemeldingen met elkaar kunnen confronteren om beter inzicht te krijgen in wat er gebeurt.

Wet WoonoverlastIn juli 2017 is de Wet Woonoverlast in werking getreden. Het RSIV heeft in 2017 en 2018 een kennisbijeenkomst georganiseerd om o.a. nader inzicht te bieden in de strekking van de wet, de toepasbaarheid, de voorwaarden en welke andere mogelijkheden er zijn om woonoverlast te bestrijden. Afgesproken is dat wanneer deze wet vaker in de praktijk zal zijn toegepast en er ook jurisprudentie voorhanden is, gekeken zal worden naar de mogelijkheid om weer een kennisbijeenkomst te organiseren in 2019 om relevante ervaringen uit te wisselen.

15

Bijlage 1: Doelstellingen uit het Regionaal Beleidsplan 2019-20122

Contraterrorisme, extremisme en radicaliseringDoel Polarisatie, radicalisering, extremisme, terrorisme voorkomen, terugdringen en

aanpakken.Bovenlokale samenwerking -Waar nodig samenwerken en/of kennis en expertise uitwisselen over:

signaleren, kennis delen en netwerken onderhouden toepassen van een persoonsgerichte aanpak voor subjecten versterken van de maatschappelijke weerbaarheid

-Paraat zijn voor de toepassing van Terrorisme Gevolg Bestrijding(TGB) door de organisatie van een eenduidig te gebruiken crisisorganisatiestructuur bij alle gemeenten in de regio, in samenwerking met de veiligheidsregio’s

Cybercrime/gedigitaliseerde criminaliteitDoel Cybercrime/gedigitaliseerde criminaliteit voorkomen, terugdringen en aanpakken.Bovenlokale samenwerking Waar nodig samenwerken en/of kennis en expertise uitwisselen over:

inzet op verdere bewustwording bij de ondernemers en burgers inzet op interne veiligheid, waaronder de borging daarvan en de

continuïteit van diensten bij crises(Huiselijk) Geweld

Doel Huiselijk geweld voorkomen, zo snel mogelijk (h)erkennen, behandelen, de schade ervan beperken, de overdracht van generatie op generatie doorbreken en daarmee de veiligheid voor slachtoffers duurzaam borgen.

Bovenlokale samenwerking Waar nodig samenwerken en/of kennis en expertise uitwisselen over: signaleren, kennis delen en uitwisselen van best practices toepassen van een persoonsgerichte aanpak voor subjecten

High Impact CrimesDoelBovenlokale samenwerking a) Daar waar het slachtofferrisico op het aantal High Impact Crimes hoger is dan het

regionaal gemiddelde wordt projectmatig ingezet om deze delicten te voorkomen, tegen te gaan, aan te pakken en het verlenen van nazorg aan slachtoffers.

b) Waar nodig samenwerken en/of kennis en expertise uitwisselen over: de organisatie van een goede informatiepositie en een (lokale en

districtelijke) overlegstructuur Bewustwording intern maar ook bij ondernemers en burgers inzet van het bestuurlijk instrumentarium (waaronder het DOR) en best

practicesOverlast en criminaliteit door problematische Jeugdgroepen/netwerken

Doel Overlast en criminaliteit door problematische jeugdgroepen/-netwerken voorkomen, terugdringen en aanpakken.

Bovenlokale samenwerking Waar nodig samenwerken en/of kennis en expertise uitwisselen over: signaleren, kennis delen en uitwisselen van best practices toepassen van een persoonsgerichte aanpak voor subjecten

OndermijningDoel Ondermijning voorkomen, terugdringen en aanpakken.Bovenlokale samenwerking -Waar nodig samenwerken en/of kennis en expertise uitwisselen over:

de organisatie van een goede informatiepositie en een (lokale en districtelijke) overlegstructuur

Bewustwording intern maar ook bij ondernemers en burgers door te investeren in expert cq. awareness bijeenkomsten en het invoeren van

16

nieuwe methoden van leren en ontwikkelen inzet van het bestuurlijk instrumentarium en best practices

-Door de inzet van het HEIT in de hele regio kunnen signalen snel en efficiënt opgepakt worden. Daarin wordt optimaal samengewerkt met gemeenten en basisteams;

-Het RIEC vervult in een spilfunctie in de ondersteuning van gemeenten bij de aanpak van ondermijning

Overlast en criminaliteit door personen met verward gedragDoel Overlast en criminaliteit door verwarde personen voorkomen, terugdringen en

aanpakken.Bovenlokale samenwerking Waar nodig samenwerken en/of kennis en expertise uitwisselen over ervaringen,

knelpunten en successen over: het signaleren en oppakken van meldingen van personen met verward

gedrag en een goede beoordeling over het benodigde vervolg, het organiseren van triage en vervoer en deze (vervoers)taak zo veel

mogelijk weghalen bij politie, de verschillende opvangvoorzieningen van personen met verward gedrag, Veiligheid: de aanpak van overlast en criminaliteit en het oppakken en

langdurig monitoren van risicovolle casussen, Zorg: de organisatie van de lokale aanpak, waaronder de ambulante zorg, Wonen: de doorstroom tussen zorginstellingen en maatschappelijke opvang

en zelfstandige en/of passende woonvoorzieningen

17