Regering en Parlement politiek

7
REGERING EN PARLEMENT Welke regering is de beste? Die regering die ons leert onszelf te regeren. Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832)

description

Maatschappijleer II, Regering en Parlement, mavo 4

Transcript of Regering en Parlement politiek

Page 1: Regering en Parlement politiek

REGERING EN PARLEMENT

Welke regering is de beste? Die regering die ons leert onszelf te regeren.

Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832)

Page 2: Regering en Parlement politiek

BEGRIPPEN

Regering Koningin en ministers.

Kabinet De ministers en staatssecretarissen.

Ministerraad De ministers.

Parlement Eerste en tweede kamer.

Page 3: Regering en Parlement politiek

MINISTERRAAD

De ministerraad vormt het dagelijkse bestuur van ons land.

Stellen wetsvoorstellen op. Voeren besluiten uit. Geven een jaarbegroting.

Ministers mogen geen lid zijn van het parlement, anders zouden ze over zichzelf moeten stemmen.

Ministers hebben eigenlijk meer macht dan het parlement.

Het parlement geeft vaak alleen achteraf commentaar.

Page 4: Regering en Parlement politiek

DE KONINGIN

De koningin is ons formele staatshoofd.Niet verantwoordelijk voor het beleid.Symbolische functieOnschendbaar.

Geheim van Huis den Bosch.

Dit zijn de “geheime” adviezen die de koningin geeft. Soms lekken de adviezen uit.

Page 5: Regering en Parlement politiek

TAKEN VAN DE KONINGIN

Wat zijn de taken van de koningin?

Plaatsen van handtekening onder de wetten.

Voorlezen van de troonrede.Benoemen van ministers en

(in)formateur.Regelmatig overleg voeren met

minister-president over beleid.

Page 6: Regering en Parlement politiek

MINISTERS

Elke minister heeft een eigen beleidsterrein.

Minister van financiën.Minister van onderwijs.Minister van gezondheidszorg.

Ze hebben allemaal ambtenaren die voor hen werken.

Ambtenaren bereiden wetsvoorstellen voor en geven adviezen.

Page 7: Regering en Parlement politiek

STAATSSECRETARISSEN

Elke minister heeft 1 of 2 staatssecretarissen

Dit zijn een soort onderministers, die verantwoordelijk zijn voor een deel van het beleidsterrein van de minister.

Bijvoorbeeld: justitie / asielzoekers. Zitten niet in de ministerraad maar mogen wel zelf in

de 2de kamer het beleid verdedigen.