Reflectievaardigheden en instrumenten Workshop Regionale bijeenkomst 4 april 2007 Martine Amsing.

download Reflectievaardigheden en instrumenten Workshop Regionale bijeenkomst 4 april 2007 Martine Amsing.

If you can't read please download the document

Transcript of Reflectievaardigheden en instrumenten Workshop Regionale bijeenkomst 4 april 2007 Martine Amsing.

  • Dia 1
  • Reflectievaardigheden en instrumenten Workshop Regionale bijeenkomst 4 april 2007 Martine Amsing
  • Dia 2
  • REFLECTEREN DOOR DOCENTEN -Waarom reflecteren? -Wat is reflecteren -Hoe werkt reflecteren? -Ontwikkeling van reflectievaardigheden -Reflectie tools
  • Dia 3
  • WAAROM REFLECTEREN -Integratie van theorie, het handelen in de praktijk en de persoon. -Zorg voor eigen professionele ontwikkeling en de professionele kwaliteit van de beroepsuitoefening. -Meer open om alternatieven uit te proberen en de eigen lespraktijk te onderzoeken. -Leerkracht voorbeeldfunctie wat betreft een reflecterende, kritische houding. -Het eigen handelen wordt meer doorzichtig, dit maakt overleg en verantwoording mogelijk. -..
  • Dia 4
  • WAT IS REFLECTIE?
  • Dia 5
  • REFLECTEREN VERBREDEN EN VERDIEPEN VAN COMPETENT GEDRAG
  • Dia 6
  • Dia 7
  • Reflecteren: Herinterpreteren en structureren van ervaringen om te komen tot een hoger niveau van beroepsuitoefening
  • Dia 8
  • REFLECTIECYCLUS VAN KORTHAGEN Spiraalmodel
  • Dia 9
  • VRAGEN BIJ HET MODEL Fase 2 (terugblikken): wat is er gebeurd? Fase 3 (essentile elementen): wat vond ik daarin belangrijk? Fase 4 (alternatieven): tot welke voornemens of leerwensen leidt dat? 0. wat was de context? 1 Wat wilde ik?5 Wat wilden de leerlingen? 2 Wat voelde ik?6 Wat voelden de leerlingen? 3 Wat dacht ik?7 Wat dachten de leerlingen? 4 Wat deed ik?8 Wat deden de leerlingen?
  • Dia 10
  • HULPVRAGEN CYCLUS VAN KORTHAGEN (1) Fase 5 van de vorige keer (uitproberen) = fase 1 van deze cyclus (handelen/ervaring) -1 wat wilde ik bereiken? -2 waar wilde ik op letten? -3 wat wilde ik uitproberen? Fase 2: terugblikken -4 wat gebeurde er concreet? -wat wilde ik? -wat deed ik? -wat dacht ik? -wat voelde ik? -Wat denk ik dat de leerlingen wilden, deden, dachten, voelden?
  • Dia 11
  • HULPVRAGEN CYCLUS VAN KORTHAGEN (2) Fase 3: bewustwording van essentile aspecten -5 Hoe hangen de antwoorden op de vorige vragen met elkaar samen? -6 Wat betekent dat nu voor mij? -7 Wat is dus het probleem (of de positieve ontdekking)? Fase 4: alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen -8 Welke alternatieven zie ik? (oplossingen of manieren om gebruik te maken van mijn ontdekking) -9 Welke voor- en nadelen hebben die? -10 Wat neem ik me nu voor, voor de volgende keer?
  • Dia 12
  • BEGELEIDING aansluiten bij de spiraal
  • Dia 13
  • REFLECTEREN IS GEEN EVALUEREN Het gaat er niet om of je het werk goed of juist niet goed hebt gedaan. Het is juist belangrijk het beoordelen (evalueren) van je eigen handelen uit te stellen. Dit geeft ruimte voor zelfonderzoek, waardoor je meer leert over je eigen handelen.
  • Dia 14
  • VERSCHILLENDE REFLECTEERDERS -Intern georinteerd -Extern georinteerd Wat betekent dit: -Sluit hierbij aan, laat mensen hun eigen weg in het (leren) reflecteren vinden. -Instrumenten zorgen voor: -een systematische manier van reflecteren -routine -het bevorderen van de verdieping in het leren van ervaringen
  • Dia 15
  • STAPPEN IN REFLECTEREN -eigen opvattingen onderzoeken en ontwikkelen (memoparade) -analyseren van sterke en zwakke punten in je eigen leraarschap -eigen gedrag aan sturen en verbeteren via reflectie Ervaringsleren > leren reflecteren > reflecteren > collegiaal ondersteunend leren
  • Dia 16
  • DOORGROEIBEKWAAMHEID door te reflecteren op ervaringen na een langere periode -Wat wilde ik leren? -Hoe heb ik dat geprobeerd? -Welke leermomenten waren er? -Hoe heb ik toen geleerd? -Hoe voelde ik me daarbij? -Wat hielp/ belemmerde mij bij het leren? -Welke rol spelen anderen bij het leren? -Welke zwakke/ sterke punten heeft mijn manier van leren? -Welke alternatieve zie ik voor mijn leren? -Tot welke voornemens leidt dat voor de volgende periode?
  • Dia 17
  • REFLECTIE TOOLS Overtuigingen: Memoparade De onderwijsautobiografie t Muurtje Waarden spel Reflectie gesprek en collegiale consultatie Persoonlijkheid: Psychologische tests Vragenlijsten Kernkwadranten Reflectie gesprek en collegiale consultatie Gedrag: School Video Interactie Begeleiding Rollenspellen 360-graden feedback Reflectiegesprek en collegiale consultatie Intelligentie: Opleidingsniveau IQ-tests Tempo en complexiteit
  • Dia 18
  • BRONNEN -www.reflectietools.nlwww.reflectietools.nl -Korthagen. F., Koster, B., Melief, K., & Tichelaar, A. (2002). Docenten leren reflecteren. Nelissen.
  • Dia 19
  • REFLECTIEGESPREK STAP 2 EN 3: STARR SituatieWat was de situatie? Wat was de aanleiding? Wie waren er bij betrokken? Waar? Wanneer? TaakWat was in deze situatie jouw taak/doel? Wat werd er van je verwacht? Wat verwachte je zelf van deze situatie? Wat wilde je bereiken? Wat vond je dat moest gebeuren? ActieWat heb je concreet gezegd of gedaan? Wat dacht je? Wat voelde je? Wat deden de leerlingen? Wat denk je dat de leerlingen wilden, dachten of voelden? En toen? ResultaatWat was het resultaat? Hoe is het afgelopen? Hoe reageerden de andere betrokkenen? ReflectieWat leer je uit deze situatie? Wat is de essentie?
  • Dia 20 2 Valkuil Het negatief tegenovergestelde daarvan is: het "> 2 Valkuil Het negatief tegenovergestelde daarvan is: het positief tegenovergestelde daarvan is: 4 Allergie
  • "IEDER VOORDEEL HEB ZE NADEEL" (CRUIJFF) kernkwadrant 1 Kernkwaliteitteveel van het goede -> 2 Valkuil Het negatief tegenovergestelde daarvan is: het positief tegenovergestelde daarvan is: 4 Allergie