Referentiemodel ICT-BGT voor bronhouders

36
Het Referentie- model ICT-BGT voor bronhouders

Transcript of Referentiemodel ICT-BGT voor bronhouders

Het Referentie-

model ICT-BGT

voor bronhouders

Zie pagina 15Referentiemodel ICT-BGT

Het ReferentiemodelICT-BGT

Hoe laat u de BGT voor u werken?De transitie naar de BGT is een grote opgave, zowel technisch als organisatorisch. Belangrijk daarbij is dat u de BGT niet alleen maakt ‘omdat het moet’, maar ook omdat dat winst oplevert voor uw eigen organisatie. Een goede koppe-ling met uw huidige ICT-systeem is daarom onontbeerlijk. Sterker nog: om ervoor te zorgen dat uw organisatie de BGT breed gaat gebruiken, is het slim om goed te kijken naar uw huidige werkprocessen en bijbehorende ICT-architec-tuur. Hoe kunt u de BGT daar zó inpassen, dat die kaart de werkbare onderlegger wordt voor al uw medewerkers?

Inzicht in uw ICT-architectuurHet Referentiemodel ICT-BGT geeft u inzicht in de ICT-componenten die uw organisatie nodig heeft om te kunnen werken met de BGT. Ook laat dit model zien op welke manieren uw appli-caties communiceren met systemen binnen en buiten uw eigen organisatie. Op basis hiervan bekijkt u of (en waar) u eventueel veranderingen of vernieuwingen in uw eigen ICT-architectuur moet aanbrengen. Niet alleen om klaar te zijn voor de BGT, maar ook voor het maximaliseren van uw eigen winst uit de BGT. Bespreek dit vooral ook met uw eigen informatiespecialisten en/of uw softwareleverancier.

Referentiemodel ICT-BGT | 1

Doel van het ReferentiemodelHet Referentiemodel ICT-BGT visualiseert het landschap van applicatiecomponenten en gegevensstromen rondom de BGT en verwante topografie (IMGeo, BAG en BO/R). Doel is al-lereerst het creëren van een gezamenlijk beeld van dit complexe speelveld, om zo duidelijk-heid te bieden in gesprekken en discussies over dit onderwerp. Daarnaast is het model een generieke kaart waarop zowel bronhou-ders als leveranciers hun software kunnen plotten. Dit kan een bestaande situatie zijn of een gewenste toestand. Overlap en gaten worden op deze manier zichtbaar en de con-sequenties van implementatiekeuzes worden helder. Zo is het model een hulpmiddel bij de interactie tussen bronhouders en leveranciers. Doelgroep daarbij zijn de informatiespecialis-ten in deze organisaties.

Relatie met referentie-architectuur en standaardenHet model sluit maximaal aan bij de gemeen-telijke GEMMA-referentiearchitectuur, want de vraag naar een dergelijk model speelt vooral bij gemeenten. De gebruikte applica-tiecomponenten passen in het GEMMA-appli-catielandschap. De gehanteerde standaarden maken deel uit van de informatiemodellen en standaarden voor berichtenverkeer die KING en Geonovum hebben ontwikkeld. Maar ook voor andere groepen bronhouders is dit model nuttig. Alleen zijn de specifiek binnen-gemeentelijke registraties zoals BAG en BOR (en bijbehorende koppelingen) dan niet van toepassing.

In het model herkent u specifiek gemeente-lijke componenten en standaarden aan een lichtgroene kleur.

ToepasbaarheidDit referentiemodel gebruikt u voor de beheer-fase van de BGT. In de transitiefase is er namelijk functionaliteit nodig voor de initiële assem-blage. En die zit niet in dit model.

2 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Wat staat er in dit boekje?Het Referentiemodel is opgebouwd rond de verschillende stappen in inwinning, beheer en gebruik van de BGT. Het toont de functionalitei-ten en de bijbehorende standaarden die nodig zijn voor gegevensuitwisseling. Op pagina’s 7 tot en met 13 leest u een uitgebreide uitleg van het model. De tekst verwijst regelmatig naar Platen I tot en met VI, die het model schema-tisch weergeven. Daarnaast is alle informatie visueel samengevat in een infographic.

InhoudsopgaveDe infographic en de Platen I tot en met VI vindt u achter in dit boekje. Plaat II tot en met Plaat VI zijn varianten van Plaat I; ze geven een speci-fieke toelichting op onderdelen van het model.

• De infographic (pagina 15) is een visuele sa-menvatting van alle informatie in het model.

• Plaat I (pagina 17) is een schematische weer-gave van het referentiemodel.

• Plaat II (pagina 19) bevat gele cijfers die corresponderen met de uitleg op pagina’s 7 tot en met 9.

• Plaat III (pagina 21) geeft informatie over de beschikbaarheid van de verschillende kop-pelvlakken.

• Plaat IV (pagina 23) toont de situatie voor een zelfmetende en zelfregistrerende bronhouder.

• Plaat V (pagina 25) laat de situatie voor een zelfregistrerende bronhouder zien.

• Plaat VI (pagina 27) geeft de situatie weer voor een gefaciliteerde bronhouder.

Ten slotte vindt u op pagina’s 28 tot en met 31 een aantal bijlagen:• Bijlage 1 beschrijft de certificeringsniveaus

van BGT|IMGeo bronhoudersoftware.• In bijlage 2 staan de doelstellingen van het

Mutatie Meldingen Systeem (MMS) dat nog in ontwikkeling is.

• In bijlage 3 leest u wie er hebben meegewerkt aan het Referentiemodel ICT-BGT.

Referentiemodel ICT-BGT | 3

Topografische objecten als basisHet model is opgebouwd rondom de inwin-ning, het beheer en het gebruik van digitale topografische objecten. Een object wordt gespecificeerd aan de hand van de geometrie (de ‘coördinaten’) en in de meeste gevallen ook een aantal beschrijvende kenmerken (de ‘administratieve attributen’). Objecten zijn gemodelleerd volgens standaarden, in dit geval IMGeo (met de BGT als onderdeel), BAG en BO/R (Beheer en Onderhoud/Beheer Openbare Ruimte).

Applicatiecomponenten en gegevensstromenDeze topografische objecten worden bewerkt en vastgelegd met behulp van software, in het model geschematiseerd in de vorm van applica-tiecomponenten, en uitgewisseld via gegevensstro-men. Gegevensstromen vinden plaats volgens diverse mechanismen van distributie en rou-tering, op basis van uitwisselingsstandaarden (gestandaardiseerde in/uitvoerformaten). Als onderdeel van het distribueren kan er overigens sprake zijn van vertaling van het ene naar het andere standaard formaat.

Drie hoofdfuncties:inwinnen, verwerken, gebruikenIn het model onderscheiden we drie hoofd-groepen van functionaliteiten die zich vertalen in software (applicaties):• Inwinnen: alle functionaliteiten voor het land-

meetkundig of fotogrammetrisch digitaal vastleggen van de feitelijke objectafbakening en -kenmerken, en het bewerken van die gegevens om ze geschikt te maken voor verder gebruik.

• Verwerken: alle functionaliteiten voor het beheer van de verzameling digitale topo-grafische objecten, waaronder het actueel houden op basis van mutatiemeldingen uit verschillende bronnen (intern en extern) en het distribueren van uitgevoerde mutaties naar belanghebbenden (intern en extern).

• Gebruiken: alle functionaliteiten in diverse applicaties waarin de topografische objec-tenverzameling wordt gebruikt.

Twee domeinen: lokaal en centraalNaast deze hoofdgroepen zijn er twee domeinen:• Lokaal: omvat alle componenten van het

model die in principe bij de bronhoudende organisatie een plek hebben. We hebben het ook over ‘lokaal’ als er sprake is van samenwerkende bronhouders, al dan niet in regionaal verband (de ‘horizontale keten’).

• Centraal: omvat alle componenten van het model die landelijk zijn ingericht, in de praktijk bij het SVB-BGT en Kadaster.

Zie pagina 17Plaat I

Plaat I

Opbouw van

het model

Gegevensstromen kunnen binnen een domein plaatsvinden (horizontaal) en tussen het lokale en het centrale domein (verticaal).

Lokaal domein

Inwinnen

Landmeetkundige/fotogrammetrische inwinningBij dit onderdeel kunt u denken aan functionaliteit:• ter ondersteuning van het landmeetkundig

afbakenen en vastleggen van topografische objecten;

• voor het manipuleren van digitaal beeldmate-riaal (luchtfoto’s, panoramafoto’s, laserbeel-den, etc.) voor het afbakenen en vastleggen van topografische objecten.

Landmeetkundige verwerkingBij dit onderdeel denkt u aan functionaliteit:• voor het inlezen van landmeetkundige veld-

boeken voor verdere verwerking;• voor het vereffenen van de ingewonnen

data, waaronder het transformeren en in-passen van nieuwe of gewijzigde objecten in een bestaande objectenverzameling (digitale kaart). Het inpassen kan ook plaatsvinden in component (5) Beheer topografische objecten.

De gegevensuitwisseling tussen (1) en (2) verloopt - als er sprake is van gescheiden ap-plicaties - op basis van technische standaarden en niet (noodzakelijk) op basis van landelijke berichtstandaarden. U kunt gebruik maken van StUF-Geo IMGeo.

De nieuwe of gewijzigde gegevens worden doorgegeven aan de applicatie waarin u de BGT beheert. Voor de uitwisseling geldt hetzelfde als bij (3). In de praktijk vallen (3) en (4) overigens vaak binnen dezelfde applicatie-omgeving.

Zie pagina 19Plaat II

Plaat II

Toelichting op

het model

Inwinnen

Tip: houd Plaat II bij de hand tijdens het lezen van de uitleg, om de bijbehorende onderdelen van het model te kunnen bekijken.

De cijfers in de gele bollen tussen de tekst verwijzen naar de gele bollen in het model op Plaat II.

Referentiemodel ICT-BGT | 5

Inwinnen

Beheer topografische objecten (5a) en Afhandelen berichtenverkeer (5b)In het midden van het model staan de func-tionaliteiten die nodig zijn voor het actueel houden van de BGT, door het verwerken van mu-taties en het afhandelen van het bijbehorende berichtenverkeer.

Beheer topografische objecten:• Het uitvoeren van mutaties (handmatig wijzi-

gen van objecten en/of objectkenmerken).• Het (geautomatiseerd) actualiseren van

objecten en/of objectkenmerken op basis van binnenkomende mutatieberichten.

• Het controleren en bewaken van de topologie en integriteit van de gegevensverzameling. Hierbij hoort ook controle op BGT|IMGeo-specificaties.

Afhandelen berichtenverkeer:• Het beheren van mutatiemeldingen en de

werkvoorraad (procesbewaking).• Het exporteren van StUF-Geo IMGeo mu-

tatieberichten voor afnemende applicaties (verticaal naar BRAVO van het SVB-BGT, of horizontaal naar bijvoorbeeld BAG, BO/R of gegevensmagazijn).

• Het leveren van vooraankondigingen aan BRAVO (SBV-BGT).

• Het afhandelen van responsberichten in het horizontale berichtenverkeer.

• Het monitoren van het bijhoudingsproces en het rapporteren daarover aan I&M, na validatie bij uw interne organisatie.

Bij dit onderdeel gaat het in elk geval om de objecten die deel uitmaken van de BGT-objectencatalogus (het verplichte deel van de BGT). Desgewenst kunt u aanvullende gegevens bij BGT-objecten bijhouden, of overige object-typen vastleggen en beheren. IMGeo-objecten kunt u aanleveren aan BRAVO (SVB-BGT). Maar dat geldt niet voor BO/R- en BAG-topografie. In het model hebben deze onderdelen daarom een lichtere kleur.

Berichtenverkeer tussen bronhouder en BRAVO (SVB-BGT), dus verticaal, vindt plaats op basis van StUF Geo IMGeo. Dit gebeurt op basis van bestandsuitwisseling met het BRAVO-portaal en de Controleservice bij het Kadaster (12). In de loop van 2015 ondersteunt BRAVO automatisch berichtenverkeer voor mutatieberichten.

Berichtenverkeer tussen uw eigen applicaties (horizontaal) vindt plaats op basis van StUF-Geo IMGeo en (gemeentelijk) StUF-Geo BAG.

Verwerken

De cijfers in de gele bollen tussen de tekst verwijzen naar de gele bollen in het model op Plaat II.

6 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Referentiemodel ICT-BGT | 7

Gebruiken

Dit onderdeel van het model kunt u breed invullen. Het gaat over alle toepassingen waarin u de BGT (en eventuele aanvullende geome-trie) gebruikt als basis voor het uitoefenen van uw taken. Bijvoorbeeld het presenteren en raadplegen van de gegevens in een (web)viewer. Een belangrijke afnemer van geometrie is het proces van vergunningverlening en handhaving. Maar de lijst met toepassingen is in principe eindeloos uit te breiden, zeker als u verder kijkt dan het wettelijk voorgeschreven gebruik van de BGT.

BO/R-administratieBO/R kunt u lezen als Beheer en Onderhoud, dus als het generieke proces dat bij verschil-lende typen bronhouders plaatsvindt, of als het specifiek gemeentelijke Beheer Openbare Ruimte (BOR). De twee varianten die we beschreven bij de BAG (8) komen hier op vergelijkbare wijze terug. Verschil met de BAG is dat de samenhang tussen de topografische objecten bij BO/R en BGT/IMGeo vaak veel groter is dan bij de BAG, en de interactie tussen de verschillende objecttypen en objectmodellen veel complexer. Voor de uitwisseling van BOR-objecten (9a) is er een be-richtenstandaard voor ‘horizontaal’ berichten-verkeer: StUFGeo IMGeo horizontaal (in beheer bij Geonovum).

Ontsluiting topografieMeestal maken organisaties gebruik van een gegevensmagazijn voor het breed toepassen van digitale topografie. Vulling en actualisering van het magazijn gebeurt vanuit de interne topografische registratie via StUF-Geo IMGeo (eenrichtingverkeer) of (gemeentelijk) StUF-BG (10a) en/of vanuit PDOK op basis van GML of (in de loop van 2015) StUF-Geo IMGeo. Daarnaast vindt het intern ontsluiten van gegevens vanuit het gegevensmagazijn plaats op basis van geo-webservices wfs en wms (8c). Direct benaderen van PDOK (13) is ook mogelijk via tiled webser-vices WMTS en TMS, of via bestandsuitwisseling op basis van gml (13a). Het gegevensmagazijn speelt in deze situatie dan geen directe rol. In de toekomst ondersteunt PDOK ook gegevensleve-ring via StUF-Geo IMGeo (zie plaat III).

Gebruiken

BAG-administratieEen specifiek gemeentelijke BAG-administratie kent (in deze context) twee varianten:• U houdt de geometrie van de BAG-objecten

bij in een centrale applicatie (5c). De BAG-beheerder houdt dus geen geometrie bij. Nieuwe of gewijzigde BAG-geometrie wordt via StUF-Geo BAG-berichten (8a) aan de BAG-applicatie geleverd. Het BAG-proces levert gewenste geometrische mutaties aan bij de geometrie-beherende applicatie (5) op basis van StUF-Geo BAG en StUF-BG (BAG-kennisge-vingen uit BAG-berichtencatalogus) (8a).

• U houdt de definitieve geometrie van BAG-objecten bij in de BAG-applicatie. Als ondergrond gebruikt u de kaart die vastligt in het BGT/IMGeo-mutatiesysteem (5a). Wat ook mogelijk is: u haalt de topografische ondergrond uit een gegevensmagazijn (10) via wms/wfs services (8c). Mutaties in (5c) vormen geen directe aanleiding voor BAG-mutaties; dat loopt in principe via de terugmeldvoor-ziening van de BAG. De meeste mutaties haalt u echter uit verleende bouwvergunningen en uit mutatiesignaleringen vanuit luchtfoto’s. Beide acties vereisen mutaties in de BGT-database, die de BAG-applicatie via berichten-verkeer (leveranciersafhankelijk) overneemt.

De cijfers in de gele bollen tussen de tekst verwijzen naar de gele bollen in het model op Plaat II.

Centraal domein BRAVO

BRAVO is het systeem waarmee het SVB-BGT alle BGT- en IMGeo-deelbestanden van bronhou-ders assembleert tot een landsdekkende kaart. BRAVO voorziet de Landelijke Voorziening BGT (12) van gegevens. Via het BRAVO-portaal levert u gegevens aan en volgt u de voortgang van de assemblage. Op basis van assemblageregels wor-den de deelbestanden samengevoegd. Eventuele conflicten in de gegevens worden ter oplossing naar u teruggestuurd. Na de initiële assemblage (transitie) gaat u mutaties leveren. In de loop van 2015 ondersteunt BRAVO automatisch be-richtenverkeer voor mutatieberichten.

Met een abonnementenservice kunt u zich abon-neren op gegevensleveringen vanuit BRAVO. Daarbij geeft u op voor welk areaal en van welke (andere) bronhouders u de topografische gege-vens wilt ontvangen.

Landelijke voorziening De Landelijke Voorziening (LV) BGT wordt beheerd door het Kadaster en gevuld en actueel gehouden door het SVB-BGT, op basis van mutatieleveringen vanuit BRAVO. De LV-BGT registreert de gegevens die de bronhouders (via BRAVO/SVB-BGT) aanleveren. De LV-BGT is verantwoordelijk voor de integriteit van gegevens van de BGT|IMGeo-objecten in Lande-lijke Voorziening, en voert daarom een aantal noodzakelijke controles uit. De LV is de formele registratie: een gegeven is authentieke BGT als het in de LV is verwerkt.

De Landelijke Voorziening bestaat uit een Regis-tratieservice en een Controleservice. De Contro-leservice controleert de aangeleverde bestanden met de specificaties van de BGT|IMGeo-standaar-den. De Registratieservice verwerkt de inhoud van de aangeleverde bronhouderbestanden en slaat deze duurzaam op in de centrale registratie van de LV-BGT. De bijhouding van de LV vindt plaats door berichtenverkeer vanuit BRAVO op basis van StUF-Geo IMGeo.

8 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Publieke Dienstverlening op de Kaart (PDOK)Gebruikers van BGT-informatie die vastligt in de Landelijke Voorziening raadplegen de LV niet rechtstreeks, maar doen dit via Publieke Dienst-verlening Op de Kaart (PDOK). Dit is een centrale voorziening voor het ontsluiten van geodata-sets van nationaal belang. Dit zijn actuele en betrouwbare gegevens voor zowel de publieke als private sector. PDOK stelt digitale geo-infor-matie als dataservices en bestanden beschikbaar. BGT-informatie is in PDOK beschikbaar via view-services, als downloadbare GML-bestanden, via tiled webservices WMTS en TMS (13a) en als dataset in de PDOK-viewer in 4 soorten visualisaties.

Centraal domein

Terugmeldingen en mutatiesignaleringenOnderdeel van het gebruik van de BGT is het verplicht terugmelden van onjuistheden (14a). Daarnaast signaleert u mutaties vanuit de hori-zontale keten of binnen uw eigen organisatie. Dat zijn mutatiesignaleringen (14b).

Terugmeldingen (door externe partijen) vinden plaats via een (in 2015) te realiseren voorziening bij het Kadaster, mogelijk in samenhang met de BRT. Over de verdere invulling hiervan komt in de loop van 2015 duidelijkheid.

Daarnaast realiseert het SVB-BGT in 2015 een Mutatie Meldingen Systeem (MMS) (15), waarmee u werkvoorraden van mutaties kunt bundelen en beheren, om deze daarna door te zetten naar een uitvoerder (of BRAVO/SVB-BGT). Het MMS kan ook mutatiemeldingen verwerken. Aanvullend daarop kan het MMS een rol spelen in de samenwerking tussen bronhouders in het inwinningsproces. Gedane terugmeldingen leidt het MMS dan door naar de betreffende bronhouder. Een uitgebreide beschrijving van de functionaliteit van het MMS vindt u in bijlage 2.

Referentiemodel ICT-BGT | 9

Plaat III toont in kleuren de beschikbaarheid van de verschillende standaard koppelvlak-ken (in april 2015). ‘Beschikbaar’ betekent dat het koppelvlak is ontwikkeld en klaar is voor gebruik. Of leveranciers een koppelvlak daadwerkelijk gebruiken, is niet uit deze plaat af te leiden.

• Grijs zijn koppelvlakken die niet (nood-zakelijk) gebonden zijn aan landelijke standaarden. Dit kunnen leveranciers-eigen koppelingen zijn, technische (markt)stan-daarden en/of door leveranciers op tioneel ingebouwde standaarden, zoals bij (3) en (4).

• Groen zijn standaard koppelvlakken die beschikbaar en toepasbaar zijn.

• Geel zijn standaard koppelvlakken die in ontwikkeling zijn, of (vrijwel) klaar maar nog niet beschikbaar en toepasbaar.

• Oranje zijn nog niet-beschikbare standaard koppelvlakken die wel verwacht worden of gepland zijn.

Zie pagina 21Plaat III

Plaat III

Beschikbaarheid van de

standaard koppelvlakken

Plaat IV, V en VI

Ambitieniveau bronhouder

Als bronhouder hebt u drie opties voor het zelf uitvoeren of uitbesteden van werkzaamheden:1. Zelfmetend en zelfregistrerend: alle werkzaamhe-

den rondom inwinning en verwerking voert u in eigen beheer uit.

2. Zelfregistrerend, niet zelfmetend: de hele verwer-king van de digitale topografie voert u in eigen beheer uit, maar het inwinnen besteedt u uit aan een externe partij.

3. Gefaciliteerd: alle werkzaamheden rondom inwinning en verwerking besteedt u uit aan een externe partij.

Binnen deze ambitieniveaus hebt u de keus welke typen topografische objecten u wilt vastleggen:a. BGT - alleen de wettelijk voorgeschreven mi-

nimale set aan objecttypen en -gegevens zoals gedefinieerd in het informatiemodel BGT;

b. BGT + IMGeo - dit heet ook wel BGT met plustopografie; naast de wettelijke mini-mumset aan objecttypen en gegevens legt u aanvullende objecttypen en -gegevens vast zoals gedefinieerd in het objectenhandboek IMGeo.

Naast deze twee opties is er nog de keus waar en op welke manier u de geometrie van BAG- en BO/R-objecten onderhoudt of, verdergaand, de ‘harde’ kenmerken van de BAG- en BO/R-objecten onderhoudt, zoals beschreven onder (8) en (9).

Plaat IV toont de situatie van de zelfmetende, zelfregistrerende bronhouder. Dit omvat het gehele model, want u moet alle functionalitei-ten en daarmee alle applicatiecomponenten en bijbehorende gegevensstromen ingevuld hebben.

Referentiemodel ICT-BGT | 11

Zie pagina 23Plaat IV

Plaat IV

Zie pagina 25Plaat V

Plaat V Plaat V toont de situatie van de zelfregistrerende bronhouder. Daarin valt het onderdeel Inwin-ning weg. Belangrijk daarbij is dat u het kop-pelvlak tussen Inwinning en Verwerking goed invult, zodat de verwerkingssoftware mutaties vanuit de inwinning adequaat kan verwerken.

Zie pagina 27Plaat VI

Plaat VI Plaat VI toont de situatie van de gefaciliteerde bronhouder. Daarin valt alle Inwinning en een deel van de Verwerking weg; het beheren van de topografische objecten besteedt u uit, maar u hebt nog wel functionaliteit nodig voor het afhandelen van (een beperkt deel van) het be-richtenverkeer. Welke functionaliteiten hiervan wel en niet nodig zijn, hangt af van de precieze inrichting van uw systeem en de afspraken die u met de ontzorgende partij hebt gemaakt. Want de niet-lokaal benodigde functionaliteit moet natuurlijk wel worden ingevuld. Het onderdeel Gebruiken vult u lokaal in.

Referentiemodel ICT-BGT | 13

IllustratiesReferentiemodel ICT-BGT en platen

Referentiemodel ICT-BGT | 15

16 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Referentiemodel ICT-BGT | 19Referentiemodel ICT-BGT | 17

18 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Referentiemodel ICT-BGT | 19

20 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Referentiemodel ICT-BGT | 21

22 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Referentiemodel ICT-BGT | 23

24 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Referentiemodel ICT-BGT | 25

26 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Referentiemodel ICT-BGT | 27

Er zijn drie niveaus van certificering van BGT|IMGeo bronhoudersoftware: Basis, Uitge-breid en Automatisch. Welke functionaliteiten er worden getoetst voor ieder van deze certifice-ringsniveaus, ziet u op de pagina hiernaast.

Er is een poging gedaan om de certificerings-niveaus in één van de platen weer te geven. Uiteindelijk is er toch voor gekozen om deze visualisatie weg te laten, omdat het niet goed lukte om de verschillende niveau’s in het model weer te geven.

Softwareleveranciers kunnen in hun eigen visua-lisaties echter wel laten zien aan welk niveau van certificering hun producten voldoen. Daarom hebben we deze bijlage nog wel opge nomen in dit boekje.

Bijlage 1

Certificeringsniveaus van

bronhoudersoftware

Meer Informatie? Zie het Toetsdocument voor certificering BGT|IMGeo bronhoudersoftware versie 1.0 d.d. 30-10-2014 - http://www.geonovum.nl/onderwerpen/bgt-imgeo-standaarden Referentiemodel ICT-BGT | 29

Overige toetsen bij

certificering

Naast de functionaliteit van het BASIS- en UITGEBREID- niveau wordt het volgende getoetst:• Verzenden van een mutatiebericht via • Digikoppeling WUS (na het aanmaken /

exporteren van gegevens naar een mutatie-bericht uit de BGT|IMGeo applicatie).

• Ontvangen van een StUF-Geo IMGeo LV mutatieRepons via Digikoppeling WUS en verwerken van een mutatieRespons in de BGT|IMGeo applicatie.

• Ontvangen van een StUF-Geo IMGeo LV mutatiebericht via Digikoppeling WUS (en het verwerken van de gegevens in het mutatiebericht in de BGT|IMGeo applicatie t.b.v. actualisatie). Aanmaken van vooraankondiging in de BGT|IMGeo applicatie en verzenden van het StUF-Geo IMGeo LV Vooraankondiging via Digikoppeling WUS.

• Ontvangen van een StUF-Geo IMGeo LV Vooraankondiging via Digikoppeling WUS en het verwerken van een vooraankondiging in de BGT|IMGeo applicatie.

• Ontvangen en verwerken van de logistiek StUF-berichten via Digikoppeling WUS.

2) Uitgebreid

Actualiseren BGT|IMGeo

gegevens

Voor dit onderdeel wordt getoetst of de applicatie een totaalstand en was/wordt van BGT|IMGeo gegevens in een StUF-Geo IMGeo LV-mutatiebericht kan importeren om de eigen registratie te actualiseren. De geïmpor-teerde gegevens moeten respectievelijk als totaalstand en was/wordt in een valide StUF-Geo IMGeo LV-mutatiebericht 1:1 geëxporteerd kunnen worden (als controlestap en functio-naliteit van BASIS).

1) Basis

Toevoegen en wijzigen

BGT|IMGeo gegevens

Voor dit onderdeel wordt getoetst of de BGT|IMGeo-applicatie objecten kan aanmaken (toevoegen) en geometrische en adminis-tratieve gegevens van deze objecten kan muteren (wijzigen). Vervolgens moeten deze toevoegingen en wijzigingen van BGT|IMGeo-gegevens respectievelijk als totaalstand (voor initiële levering) en was/wordt (voor mutaties van bronhouder naar keten) in een valide StUF-Geo IMGeo LV-mutatiebericht worden geëxporteerd.

De volgende functionaliteit wordt getoetst:• Aanmaken / tekenen van geometrieën van

BGT|IMGeo objecten• Bewerken / wijzigen van attribuutgegevens

van BGT|IMGeo objecten incl PBP’s• Exporteren van totaalstand of mutaties naar

een StUF-Geo IMGeo LV mutatiebericht

3) Automatisch

Uitwisselen via automa-

tisch berichtenverkeer

Voor dit onderdeel wordt getoetst of de BGT|IMGeo bronhoudersoftware StUF-Geo IMGeo LV de functionaliteit die onder BASIS en UITGEBREID valt via automatisch be-richtenverkeer op basis van Digikoppeling WUS kan verzenden en ontvangen. Naast het (geautomatiseerd) uitwisselen van de berichten van BASIS en UITGEBREID, moeten ook de procesberichttypen uit de StUF-Geo IMGeo LV-standaard worden ondersteund die specifiek bedoeld zijn voor geautomatiseerde uitwisseling.

Dit zijn de doelstellingen van het Mutatie Meldingen Systeem dat in de loop van 2015 gerealiseerd wordt:

1. Een gestructureerde omgeving bieden waarin lopende mutatiemeldingen te zien zijn. Gebruikers de mogelijkheid bieden om te zien waar mutaties gemeld zijn. Mogelijke gebruikers zijn (niet limitatief ): Architecten, Groenbeheerders, Aannemers, Nutsbedrijven/kabelleggers, Projectontwikkelaars.

2. Geautoriseerde gebruikers de mogelijkheid bieden om van eigen wijzigingen op de BGT centraal een mutatiemelding te doen.

3. Geautoriseerde gebruikers de mogelijkheid bieden om bepaalde wijzigingen aan een mutatiemelding aan te brengen.

Bijlage 2

Functionaliteit van het Mutatie

Meldingen Systeem (MMS)

Bron: Functioneel Ontwerp - Mutatie Meldingen Systeem (MMS) - MMS Versie: 1.0 - 02/10/2014

4. SVB-BGT ondersteunen in de uitvoering van haar facility-taak.

5. De bronhouders ondersteunen in de uitvoe-ring van hun BGT-beheertaak.

6. Terugmeldingen en wijzigingen daarop vanuit het Kadaster ontvangen en registreren.

7. Deze automatisch geregistreerde terugmel-dingen via e-mail melden aan de betrokken bronhouder.

8. Bepaalde statusupdates van terugmeldingen routeren naar het Kadaster.

Het Refentiemodel ICT BGT is opgesteld door Geonovum in opdracht van het Ministerie van IenM.

Auteur van het model:• Chris Stiggelbout

Illustraties van model:• Anke Nobel

Eindredactie van de tekst in dit boekje:• Marèse Peters (Tekstbureau Streep)

De werkgroep die het totstandkomen van het model heeft begeleid bestond uit:• Marcel Reuvers (Geonovum)• Jeroen van der Veen (I&M)• Jan Bruijn (SVB-BGT)• Henk Ferkranus (SVB-BGT)

Aansluiting op de GEMMA is verzorgd door:• Arjan Kloosterboer (KING)

Er zijn bijdragen aan het model geleverd door:• Arnoud de Boer (Geonovum)• Silvy Horbach (BGT Services)• Bart van der Lely (Grontmij)• Wil van de Berg (NedGraphics)• Christian Breider (Geon)• Marco Appeldoorn (gemeente Best)

Het model is besproken in een overleg met vertegenwoordigers van Geo Business Nederland en een aantal adviseurs in het gemeentelijk geo-domein. Daarbij waren aanwezig:• Bart van der Lely (Grontmij)• Christian Breider (Geon bv)• Corno Rense (Crotec)• Flip van der Valk (Vicrea)• Leonard Kollaard (Giskit)• Marlies Stoter (Nedgraphics)• Sietse de Haan• Silvy Horbach (Bgtservices)• Simon Plat (ESRI)• Theo Galema (Hawar IT)• Wil van de Berg (Nedgraphics)

Het model is besproken in een overleg met ver-tegenwoordigers van gemeentelijke bronhou-ders en Rijkswaterstaat. Daarbij waren aanwezig:• Aralt Brilman (gemeente Almere) • Bert Drenth (gemeente Leiden) • Christian Wolters (gemeente Zwolle) • Maarten Vermeij (gemeente Den Haag) • Machlon Feenstra (gemeente Dronten) • Marco Appeldoorn (gemeente Best) • Peter Keijzer (gemeente Dronten) • Rick Engbers (gemeente Almelo) • Rob van der Schoot (RWS) • Geert van Oorschot (I&M) • Floris Zwaferink (I&M)

Referentiemodel ICT-BGT | 31

Bijlage 3

Totstandkoming van het model

32 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Colofon Dit is een uitgave van

het programmabureau BGT van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Meer informatie

www.BGTweb.nl

April 2015