rapportage DNZ partnerenquête 2016...Chemie Overige industrie Transport Financiële diensten...

Resultaten DNZ partnerenquête 2016

Sheetnummer

• Respons 3

• 99van-regio’s 4 - 6

• Ervaringen met inclusief ondernemen 7 - 9

• Boodschappen voor nieuwe kabinet 10

• Partnerschap 11 - 13

• Ambities en realisaties 14 – 17

uitkomsten partnerenquête DNZ 2016 2

Inhoudsopgave


10%

7%

7%

17%

10%9%

9%

6%

25%

Aantal medewerkers

1 tot 5

5 tot 10

10 tot 20

20 tot 50

50 tot 100

100 tot 200

200 tot 500

500 tot 1.000

Meer dan 1.000

6% 2%

16%

5%

6%

7%

10%

36%

8%4%

Sectoren

Bouw, gas, water en licht

Chemie

Overige industrie

Transport

Financiële diensten

Detail- en groothandel

Horeca

Overige zakelijke diensten

(semi)Publiek

Cultuur en overig

Kleine bedrijven (< 100 medewerkers) vormen de meerderheid (51%), gevolgd door grote (> 500 medewerkers, 31%). Middelgrote bedrijven (100-500 medewerkers) zijn ondervertegenwoordigd (18%).

De dienstverlening is het meest vertegenwoordigd (42%, financieel en overig), gevolgd door de industrie (18%) en de horeca (10%). De overige bedrijven zijn vrij gelijk verdeeld (5-8%) over de andere sectoren.

Respons: N= 163 (41 % ledenbestand DNZ)

Een groot deel van de partners neemt al deel aan de sinds 2015 opgestarte regionale netwerken 99van- (43%).

De meesten van hen zijn aangesloten bij het eerst opgerichte netwerk 99van-Amsterdam (41%).

Partners die (nog) niet aangesloten zijn geven als reden:• er is nog geen 99van-netwerk in hun regio actief (25%)• onbekendheid met de 99van-netwerken (19%) • actief in andere netwerken (5%) uitkomsten partnerenquête DNZ 2016 4

43%

38%

19%

Deelname aan regionaal netwerk?

Ja

Nee

Onbekend met dezeregionale netwerken

41%

4%10%

9%

16%

10%

10%

Netwerken99vanAmsterdam

99vanHaaglanden

99vanZuid-Kennemerland&Ijmond99vanMaastricht-Heuvelland99vanRotterdam

99vanUtrecht

Anders

Deelname aan regionaal netwerk 99van-..


62%

57%

48%

88%

3%

4%

creëren van banen voor een inclusieve arbeidsmarkt doorkandidaten te ontmoeten/vinden

delen van ambitie om inclusief te ondernemen entransparantie daarin

voeren van dialoog met Werkgeversservicepunten en UWVom dienstverlening aan werkgevers te verbeteren

delen van kennis over inclusief ondernemen en netwerkenom samen te werken met andere werkgevers

geen specifieke verwachtingen

Anders

Verwachtingen netwerk

De meeste netwerken zitten nog in de opstartfase. De bevindingen (N=60) zijn vooral eerste indrukken.

De hoogste verwachting van deelnemers is kennisdeling en samenwerking met andere werkgevers (88%). Ook het creëren van banen door kandidaten te vinden/ontmoeten (62%) en het transparant delen van de ambitie (57%) scoren hoog. Voor bijna twee derde (64 %) voldoet het netwerk aan de verwachtingen. Bijna een kwart geeft aan (nog) geen oordeel te kunnen geven, meestal omdat ze nog maar net aangesloten zijn. In de toelichting wordt de waardering voor kennissessies onderstreept (5x). Enkelen maken zich zorgen over de realisatie van de ambities (4x).

64%13%

23%

Voldoet het regionaal netwerk aan de verwachting?

Ja

Nee

(nog) Geenoordeel

Indicatie functioneren 99van-netwerken


Er is vooral behoefte aan aansluiting van meer werkgevers (39%) bij de 99van-netwerken en meer ruimte voor ervaringsuitwisseling (26%). Ook is er behoefte aan meer informatievoorziening (21%). Alhoewel de categorie “andere tips” vrij hoog is (38%) gaan er veel over uitblijvend oordeel door recente deelname (16%). De overige tips zijn te divers om er een lijn uit te trekken.Van de respondenten geeft bijna twee derde (61%) aan actief mee te willen werken aan de opzet van een beoogd 99van-netwerk.

61%

39%

Wilt u een bijdrage leveren en/of mede initiatief nemen om het beoogde netwerk

op te zetten? (N=109)

Ja

Nee

21%

39%

8%

5%

8%

8%

26%

8%

38%

Meer informatievoorziening

Meer aangesloten werkgevers

Andere samenstelling van het netwerk

Hogere frequentie van de bijeenkomsten

Lagere frequentie van de bijeenkomsten

Ander tijdstip van de bijeenkomsten

Meer ruimte voor ervaringsuitwisseling

Andere thematische bijeenkomsten

Anders

Tips voor verbetering netwerk (N=61)

Tips en steun voor 99van-netwerken

uitkomsten partnerenquête DNZ 2016

54%

14%

11%

14%

13%

19%

28%

59%

31%

3%

11%

positief imago bijklanten/opdrachtgevers

meer opdrachten/verkoop

betere product/dienstkwaliteit

invullen van openstaande vacatures

ruimte voor extra activiteiten

hogere medewerkerstevredenheid

meer draagvlak onder medewerkers

voldoening

een netwerk

een lager ziekteverzuim van regulieremedewerkers

anders

Positieve resultaten (N=140)De opgedane positieve ervaringen zijn vooral sociaal-commercieel van aard met als top 3:• Voldoening (59%)• Positief imago bij klanten/opdrachtgevers (54%), extra belangrijk

voor Social Enterprises (68%)• Netwerk (31%), extra belangrijk voor Social Enterprises (68%).

Directe bedrijfseconomische aspecten worden minder genoemd (11-14%). Wel scoren die hoger bij Social Enterprises (16-26%).

Het aantal positieve ervaringen loopt op met de duur van het partnerschap: van gemiddeld 1,4 voor kort partnerschap (‹ 0,5 jaar) tot 3,2 voor partnerschap ≥ 2,5 jaar. Uitzonderingen hierop zijn:• ‘het invullen van vacatures’, vooral voor leden met kort

partnerschap en Social Enterprises• ‘ruimte voor extra activiteiten’ voor leden die 1,5-2,5 jaar

partner zijn en Social Enterprises.Ook Social Enterprises hebben bovengemiddeld positieve ervaringen (3).

7

Positieve ervaringen met inclusief ondernemen

uitkomsten partnerenquête DNZ 2016

Het meest genoemde knelpunt is te weinig plaatsingsruimte (21%). Vooral bij middelgrote en grote bedrijven, het meest bij Transport. Geringe productiviteit speelt meer bij kleine tot middelgrote bedrijven en de Landbouw. Gedrag van medewerkers zelf geldt vooral voor de Industrie; gering draagvlak bij klanten voor kleine bedrijven.

In de toelichting bij ‘anders’ staat geringe ondersteuning van UWV en gemeente op één (24%). Genoemd zijn ontevredenheid met het aanbod van geschikte kandidaten en in geringere mate de bureaucratie. Ook de interne inspanning om mensen uit de doelgroep te begeleiden naar enige vorm van zelfstandigheid valt tegen (17%). De laatst genoemde tegenvaller is geringe return bij SROI of twijfels bij de opdrachtgever (5%).

14%

21%

14%

2%

13%

6%

30%

geringe productiviteit van medewerkersmet een arbeidsbeperking

geringe plaatsingsmogelijkheden/teweinig werk of opdrachten

gebrek aan investeringskapitaal

gering draagvlak bij collega’s

gedrag van medewerkers met eenarbeidsbeperking zelf

gering draagvlak bij klanten

Other (Specify)

Knelpunten (N=135)

8

Knelpunten bij inclusief ondernemen


Tevredenheid over samenwerking dienstverleners (N=144)

OrganisatieTevreden

2016

Tevreden

2014

Neutraal

(2016)

Ontevreden

(2016)

Gemeente 36% 19% 48% 17%

UWV 20% 27% 50% 29%

Werkgeversservicepunt 35% - 47% 18%

SW-bedrijf 39% - 48% 14%

Re-integratiebureau 29% 24% 57% 13%

Uitzendbureau 28% 17% 57% 15%

Onbeperkt aan de slag 30% - 62% 8%

Eigen netwerk 70% 51% 29% 2%

Anders 27% - 70% 3%

Het meest tevreden is men over het eigen netwerk (70%).

Iets meer dan een derde is tevreden over:• SW-bedrijf (39%)• Gemeente (36%);• WSP (35%)

Het minst tevreden is men over het UWV (20%).

In vergelijking met 2014 is de tevredenheid over dienstverleners vrijwel overal gestegen. Grote uitzondering vormt het UWV, met een afname van de tevredenheid met 7%.

Het WSP is relatief nieuw. De SW-bedrijven waren in 2014 onder detacheerders opgenomen.

Tevredenheid over dienstverleners


De partners hebben met 107 suggesties (67%) ruimhartig gereageerd op de open vraag: “ Wat kan het nieuwe kabinet beter doen om duurzaam inclusief ondernemen te stimuleren? ”

Boodschap (N=107) Percentage

Vereenvoudig de wet- en regelgeving 26%

Verbreed de doelgroep (allen met afstand tot de arbeidsmarkt) 21%

Beloon werkgevers in plaats van ze te straffen 13%

Meer en betere begeleiding werkgevers door het UWV 10%

Vereenvoudiging van wet- en regelgeving: versoepeling loonwaardebepaling en reductie van de totaal administratieve eisen. Dit geldt meer voor de Zakelijke dienstverlening (28%) en de Publieke sector (27%) dan voor de Industrie (18%). Andere suggesties: laten vervallen van de locatie-eis bij de werkgever voor kansen van thuisgebonden mensen; meer ruimte voor werk- dan baangarantie (werken met behoud van uitkering, meer flexibele arbeidsinzet).

Verbreden doelgroep: Deze behoefte neemt toe met de bedrijfsomvang (klein: 13%, midden 29%, groot 38%) en geldt meer voor de Publieke sector (36%), de Zakelijke dienstverlening (28%) dan voor de Industrie (18%).

Belonen in plaats van straffen: De quota worden ervaren als wantrouwen van welwillende werkgevers. Beloning voor hun inspanningen vindt men meer op de plaats, zoals verlaging van de BTW uit omzet door mensen met een arbeidsbeperking of meer voordeel bij aanbestedingen. Van de overheid wordt verwacht dat zij zelf meer inclusief gaat werkgeven.

Boodschappen voor het nieuwe kabinet


Voor de beoordeling van en richting geven aan de DNZ-activiteiten zijn een aantal stellingen voorgelegd.

De huidige activiteiten sluiten goed aan bij hoe de partners DNZ zien. De lobbyfunctie en het bieden van een podium voor businesscases en good practices sluiten het meest aan (88, 87% (volledig) eens). Ook onderzoek voor verdere ontwikkeling van inclusief ondernemen scoort hoog (77% (volledig) eens).

Voor de positionering van DNZ als landelijk dan wel regionaal speler ligt het accent op landelijk (N=101). Dit is het sterkst voor partners die niet aangesloten zijn op een 99van-netwerk (60%; wel aangesloten: 38%)Landelijk 50% 12% 10% 9% 3% 3% 14% regionaal

Voor het aansturen van de DNZ organisatie gaat de voorkeur uit naar professionals in samenwerking met werkgevers.Professionals 22% 9% 14% 31% 5% 4% 14% werkgevers

Partnerschap: activiteiten en aansturing


Partners dragen het liefst actief bij aan DNZ, al dan niet in combinatie met contributie. Alléén het betalen van contributie is niet populair.

Actieve bijdrage 30% 14% 22% 25% 2% 1% 4% betalen van contributie

Meer dan de helft (55%) biedt als actieve bijdrage de ambassadeursrol aan om andere werkgevers te stimuleren.

Op de tweede plaats staan het aanbieden van faciliteiten voor bijeenkomsten en deelname aan enquêtes om meer zicht te krijgen op de kosten en baten van inclusief ondernemen (beide 39%).

Bijdrage partners aan DNZ


De bereidheid om contributie te betalen ligt op 41%. De bereidheid bij middelgrote bedrijven ligt met 35% iets lager.

De partners die contributie willen betalen denken vooral aan jaarlijkse bedragen van:• € 50-100 (22%) • € 100-250 (29%)

Bereidheid tot het betalen van contributie neem toe met de duur van het partnerschap. Bij partners die kort zijn aangesloten (≤ 05 jaar) ligt de bereidheid op ruim een kwart (27%). Partners met een deelname periode van 0,5-2,5 jaar neemt de bereidheid toe rond 40% en bij een periode van ≥ 2,5 jaar is meer dan de helft (52%) bereid contributie te betalen.Zeer actieve partners (≥ 3 activiteiten als bijdrage aan DNZ) zijn meer bereid contributie te betalen (61%) dan actieve partners (38%, 1-2 activiteiten). Het zeer geringe deel passieve partners (4%, geen activiteit) is niet bereid contributie te betalen.

41%

59%

Bent u bereid om contributie te betalen voor uw lidmaatschap van de Normaalste zaak? (N=140)

Ja

Nee

13%

22%

29%

13%

4%

15%

4%

Hoogte jaarlijkse contributie (N=54)

< 50 euro

50 - 100 euro

100 - 250 euro

250 - 500 euro

500 - 750 euro

750 - 1.000 euro

> 1.000 euro

Contributieve bijdrage partners aan DNZ


Ambities: aantal banen > 24 uur (N=79)

Aantal banen percentage periode

Wel ambitie, geen concrete banen.

37% n.v.t.

1 - 5 18% 2016

6 – 10 1% 2016

11 – 25 5% 2016

26 – 50 11% < 5-10 jaar

51 -100 1% 2018

101 -200 4% 2015-2023

201 -500 4% 2016

≥ 500 - -

Wel ambitie, zonder concrete aantallen banen, zijn leerwerkplekken, werkervaringsplekken of bedrijven die geen banen creëren maar kansen bieden bij vacatures of bij behoud c.q. toename van de werkgelegenheid.

In totaal bedraagt de ambitie bijna 6.000. Daarbij zijn ambities voor langere perioden teruggebracht naar per jaar.

De vraag naar aantal te plaatsen medewerkers in plaats van banen geeft vrijwel dezelfde antwoorden.

Ambities


Realisatie: aantal aangenomen mensen met arbeidsbeperking in 2016 (N=43)

Aantal mensen percentage

geen 16%

1 - 5 42%

6 – 10 -

11 – 25 5%

26 – 50 2%

51 -100 2%

101 -200 2%

201 -500 -

≥ 500 2%

De ingevulde aantallen gelden voor de bredere doelgroep. Ook zijn enkelen ervan uitgestroomd, omdat het werk te zwaar is gebleken.

50%42%

8%

Aantal geplaatste medewerkers met een kwetsbare arbeidsmarktpositie t.o.v. vorig jaar (N=137)

Toegenomen

Gelijk gebleven

Afgenomen

In vergelijking met 2015 geeft de helft aan dat het aantal geplaatste medewerkers is toegenomen. Bij slechts 8% is sprake van afname. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met die van 2014.

Realisatie (1)


Aangeboden type contract

Type contract voor nieuwe medewerkers met arbeidsbeperking jaar 2016 2015loondienst (vast, tijdelijk, proefplaatsing)

64% 74%

inhuur/detachering (via uitzend- /re-integratiebureau of SW 35% 83%

Ervaring op laten doen (werkervarings-, leerwerkplekken, stages) 49% 60%

weet niet 9% -

Aantallen geplaatste mensen per type contract aantal %

loondienst (vast, tijdelijk, proefplaatsing) 1.191 47%

inhuur/detachering (via uitzend- /re-integratiebureau of SW) 699 27%

Ervaring op laten doen (werkervarings-, leerwerkplekken, stages) 591 23%

weet niet 74 3%

totaal 2.555

Voor alle type contracten liggen de percentages lager dan in 2015. Dit is deels, maar niet volledig, te verklaren door de categorie “weet niet”. De meeste plaatsingen zijn in loondienst. Opvallend is het lagere aantal inhuur/ detacheringen.

Wel heeft 16 % afspraken gemaakt over inzet van medewerkers met een arbeidsbeperking met leveranciers. In totaal gaat het om 154 medewerkers.

Realisatie (2)


26%

42%

56%

22%

39%

41%

21%

6%

7%

Mensen vanuit de Sociale Werkvoorziening (SW)

Mensen met een fysieke beperking

Mensen met een psychische beperking

Mensen met sociaal maatschappelijke problematiek(zoals verslaving, schulden of een detentieverleden)

Mensen met een laag opleidingsniveau (zonderstartkwalificatie)

Mensen van 50 jaar of ouder

Mensen met een chronische ziekte

Ex-kanker patiënten

Vluchtelingen

Anders

Medewerkers aangenomen afgelopen jaar met afstand tot de arbeidsmarkt (N=135)

Meer dan de helft (56%) heeft het afgelopen jaar mensen met een psychische beperking aangenomen. Daarop volgend zijn mensen met een fysieke beperking (42%), 50+-ers (41%) en mensen met een laag opleidingsniveau (39%).

Realisatie (3)

rapportage DNZ partnerenquête 2016...Chemie Overige industrie Transport Financiële diensten...

Documents

Transcript of rapportage DNZ partnerenquête 2016...Chemie Overige industrie Transport Financiële diensten...