Rapport naar aanleiding van vragen van de Staatscommissie ... · - de eventuele draagmoeder? •...

47
Rapport naar aanleiding van vragen van de Staatscommissie Herijking Ouderschap over het meerouderschap in British Columbia, Canada Machteld Vonk Afdeling Jeugdrecht Universiteit Leiden 5 februari 2015

Transcript of Rapport naar aanleiding van vragen van de Staatscommissie ... · - de eventuele draagmoeder? •...

Rapport naar aanleiding van vragen van de Staatscommissie Herijking Ouderschap over het meerouderschap in British Columbia, Canada

Machteld Vonk

Afdeling Jeugdrecht Universiteit Leiden

5 februari 2015

2

3

Opdracht

Dit rapport is geschreven in opdracht van de Staatscommissie Herijking Ouderschap om een aantal vragen te beantwoorden over het meerouderschap dat sinds de invoering van de relevante delen van de Family Law Act in maart 2013 in British Columbia mogelijk is. Om deze vragen te beantwoorden heb ik in British Columbia onderzoek gedaan en met een aantal legal professionals en mensen die betrokken zijn geweest bij de wetgeving gesproken. Tijdens mijn verblijf in British Columbia was ik visiting scholar bij de Rechtenfaculteit in Allard Hall van de University of British Columbia in Vancouver en de Rechtenfaculteit van de University of Victoria in Victoria BC.

De vragen van de Staatscommissie die in het rapport worden beantwoord zijn de volgende:

• Hoe ziet de regeling voor meerouderschap eruit in British Columbia? Hoe en onder welke voorwaarden ontstaat meerouderschap? Zijn naderhand aanpassingen mogelijk en zo ja, op welke wijze?

• Welke belangen zijn in de voorbereiding van de regeling herkend als belangen van het kind en op welke wijze komen deze belangen tot uitdrukking in de regeling? (Te denken valt aan: de mogelijkheid om een evenwichtige en ongestoorde ontwikkeling door te kunnen maken, het beschermen tegen conflicten, het verkrijgen van informatie over de afkomst, etc.) Of zijn deze belangen reeds op meer algemene wijze beschermd? Zijn er concrete criteria geformuleerd om het belang van het kind te kunnen toetsen en zo ja, welke?

• Op welke wijze biedt de regeling waarborgen voor de positie van: - de geboortemoeder; - een eventuele verwekker; - de andere verzorgende ouder; - de eventuele zaad- of eiceldonor(en); - de eventuele draagmoeder?

• Wat zijn de gevolgen van het meerouderschap op het terrein van gezag, onderhoudsverplichtingen, omgang, naamrecht, erfrecht, nationaliteit, belastingregime (erfbelasting/schenkbelasting) en regelgeving betreffende woonplaats, burgerlijke stand en/of basisregistratie personen? Verschillen deze gevolgen per ouder en zijn die verschillen van rechtswege verbonden aan het ouderschap, of zijn die door de ouders zelf in te vullen? Is toestemming van alle met gezag beklede ouders vereist bij belangrijke aangelegenheden? Is bij verschil van mening tussen de ouders beroep (en hoger beroep) op de rechter mogelijk? In welke gevallen? Wie kunnen er een beroep doen op de rechter? Zijn er criteria gegeven voor de beslissing?

• Is in de voorbereiding van het wetsvoorstel aandacht besteed aan de IPR-aspecten van het meerouderschap, met name de te verwachten (on)mogelijkheden om meerouderschap erkend te krijgen in andere landen? (En hoe werkt de interregionale erkenning tussen de deelstaten van Canada?)

4

• Hoe valt de maatschappelijke discussie omtrent de uitbreiding naar meerouderschap samen te vatten en – voor zover dit onderwerp van debat is geweest – in hoeverre duurt dit debat voort na invoering? Zijn kinderen/jongeren betrokken bij de introductie van de regeling voor meerouderschap en in hoeverre is gebruik gemaakt van empirisch onderzoek op basis waarvan de ervaringen en standpunten van kinderen/jongeren konden worden bepaald.

• Zal de regeling worden geëvalueerd? En zijn er op dit moment reeds empirische gegevens over het gebruik van de regeling en mogelijke knelpunten in de toepassing van de regeling? Is er reeds op grond van de regeling gegeven rechtspraak gepubliceerd?

5

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding 7

2. Achtergrond en ontwikkelingen op het gebied van ouderschap relevant voor de FLA 7 2.1 Jurisprudentie 8 2.2 Andere relevante ontwikkelingen 11 2.3 Conclusie 12

3. Juridisch ouderschap onder de Family Law Act 13 3.1 Ouderschap zonder gebruik van kunstmatige voortplanting 13

3.2 Ouderschap na kunstmatige voortplanting: een of twee ouders 14 3.3 Ouderschap na kunstmatig voortplanting via overeenkomst: twee, die of vier ouders 14 3.4 Ouderschap na kunstmatig voortplanting via overeenkomst: draagmoederschap 16 3.5 Conflicten over ouderschap 17 3.6 Kan het ouderschap later worden gewijzigd? 18 3.7 Conclusie 19

4. Belang van het kind bij de regeling van het meerouderschap 20

5. Belangen van de betrokken partijen 22

6. Gevolgen meerouderschap 24 6.1 Gezag 24 6.2 Omgang 27

6.3 Onderhoudsverplichtingen 27 6.4 Drie voorbeelden 28 6.5 Naamrecht 28 6.6 Erfrecht en belasting 29 6.7 Nationaliteit 30 6.8 Woonplaats 30 6.9 IPR Aspecten 31

7. Maatschappelijke discussie en evaluatie van de regeling 33 Bibliografie 34 Personen die informatie hebben verschaft over de Family Law Act 35 Bijlagen 36

6

7

Rapport naar aanleiding van vragen van de Staatscommissie herijking ouderschap over het meerouderschap in British Columbia

mr. dr. Machteld Vonk, Afdeling Jeugdrecht Universiteit Leiden

1. Inleiding

De Family Law Act (FLA) is tot stand gekomen na uitvoerige publieksconsultatie en wordt gezien als een fundamentele wijziging van het familierecht in British Columbia.1 De FLA omvat een scala aan regelingen op het gebied van onderwerpen die met het gezin te maken hebben, zoals juridisch ouderschap, gezag en omgang, verhuizing met de kinderen en kinderalimentatie maar ook de verdeling van goederen, vermogen en pensioen bij scheiding, partneralimentatie en bescherming tegen huiselijk geweld. Uitgangspunten van de FLA zijn o.a. het bevorderen van buitengerechtelijke vormen van dispute resolution, het centraal stellen van het belang van het kind bij ouderlijke conflicten door dit de enige overweging te maken bij beslissingen in deze context en het ontwerpen van een uitgebreide regeling voor het vaststellen van het ouderschap van kinderen wanneer gebruik is gemaakt van kunstmatige voortplanting.2 Regelingen op het gebied van het familierecht zijn grotendeels aan de provincies overgelaten, maar een aantal onderwerpen is aan de federale wetgever voorbehouden,3 zoals de kunstmatige voortplanting (geregeld in de Human Assisted Reproduction Act), echtscheiding (geregeld in de Divorce Act) en daarnaast moet provinciale (en federale) wetgeving voldoen aan de rechten neergelegd in the Canadian Charter of Rights and Freedoms.4

2. Achtergrond van de ontwikkelingen op het gebied van ouderschap relevant voor de FLA

Sinds 18 maart 2013 zijn de bepalingen met betrekking tot juridisch ouderschap zoals neergelegd in Part 3 van de Family Law Act in British Columbia van kracht. Tot die tijd gold de regel dat de natuurlijke ouders of de adoptiefouders de juridische ouders waren van een kind.5 Bij het vaderschap speelde daarbij de presumpties van vaderschap binnen huwelijk en samenleving een rol bij het vaststellen van juridisch ouderschap.6 In deze regelingen was geen rekening gehouden met kunstmatige voortplanting. Dit had enerzijds tot gevolg dat een zaaddonor aangesproken kon worden op zijn status als natuurlijke en dus juridische vader, en andersom dat hij aanspraak kon maken op ouderschap. Verder betekende dit dat de partner van de geboortemoeder die gebruik had gemaakt van donorzaad om samen een kind te krijgen, het kind moest adopteren om juridisch ouder te worden. Om het recht in lijn te brengen met ontwikkelingen in de maatschappij en te voorzien in

1 Jerry McHale QC, sheets Continuing Legal Education BC, February 2013 From the conception to First Steps: Caring for the Family Law Act. Jerry McHale QC was intensief betrokken bij het tot stand komen van de FLA, maar werkt inmiddels op de Universiteit van Victoria. 2 Zie voor meer achtergrondinformatie over de FLA: Ministry of Attorney General Justice Services Branch Civil Policy and Legislation Office: White paper on Family Relations Act Reform: Proposals for a new Family Law Act, July 2010. 3 Zie hierover bijvoorbeeld: http://www.canada.justice.gc.ca/eng/fl-df/fjs-sjf/rep-rap/s3.asp 4 Zie voor meer informatie over de in 1982 in werking getreden Charter: N. Bala en R. Leckey, Family Law and the Charter's first 30 years: An Impact Delayed, Deep and Declining but Lasting, Canadian Family Law Quarterly, 32 CFLQ p. 22-52. 5 s. 61 Law and Equity Act (vervallen op grond van s. 399 van de FLA). 6 s. 95 Family Relations Act (vervallen op grond van s. 352-356 van de FLA).

8

een duidelijke regeling omtrent ouderschap na kunstmatige voortplanting, is een nieuw afstammingsrecht in geval van kunstmatige voortplanting opgenomen in de FLA. Een deel van de bepalingen omtrent juridisch ouderschap na kunstmatige voortplanting stoelt op eerdere gerechtelijke beslissingen. Om de regeling zoals die vorm is gegeven te begrijpen is het noodzakelijk inzicht te krijgen in deze jurisprudentie en enkele andere belangrijke ontwikkelingen op het gebied van juridisch ouderschap.

2.1 Jurisprudentie

Het British Columbia Human Rights Tribunal en geboorteregistratie van twee moeders In 2001 bepaalde het British Columbia Human Rights Tribunal7 dat de regeling met betrekking tot geboorteregistratie waarbij de vrouwelijke partner van de geboortemoeder niet op de geboorteakte kon worden vermeld, discriminatoir is.8 De reden hiervoor was dat er volgens het Tribunal geen onderscheid is tussen een heteropaar dat met behulp van donorzaad een kind krijgt en een lesbisch stel dat via donorzaad een kind krijgt. In beide gevallen is de partner van de geboortemoeder niet de biologische ouder van het kind. Het recht voorzag zoals hierboven besproken in beide gevallen niet in juridisch ouderschap voor deze partner anders dan door adoptie. Het bleek echter dat de Vital Statistics Agency in de praktijk een persoon met een vrouwennaam als moeder en een persoon met een mannennaam als vader registreerde, zonder daarbij na te vragen of de man ook de biologische vader was. Wanneer echter twee vrouwen om geboorteregistratie verzochten, werd het verzoek afgewezen op grond van het feit dat de vrouwelijke partner geen biologische ouder was (dit bleek uit het feit dat er twee vrouwennamen op het geboorteregistratieformulier stonden). Het Human Rights Tribunal beval aanpassing van de geboorteakte, zodat ook een co-ouder van een moeder op de geboorteakte kon worden geregistreerd. De registratie van de partner van de geboortemoeder op de geboorteakte leidde overigens niet tot onaantastbaar ouderschap omdat het niet op een wettelijke grondslag was gebaseerd. De onderliggende regeling met betrekking tot juridisch ouderschap waarop de geboorteregistratie is gegrond werd hierdoor niet gewijzigd.

Geboorteregistratie van genetische wensouders bij draagmoederschap in British Columbia De zaak Rypkema v. British Columbia9 betreft de vraag of genetische wensouders die via een draagmoeder een kind krijgen zonder adoptie als juridische ouders op de geboorteakte kunnen worden geregistreerd. Belangrijk in deze zaak was dat zowel de genetische wensouders als de draagmoeder en haar echtgenoot het eens waren met de overdracht van ouderschap van draagmoeder naar wensouders en dit ook voor de conceptie van kind zo waren overeengekomen. Na de geboorte wilden de wensouders op de geboorteakte van het kind als ouders worden vermeld, maar de Vital Statistics Agency weigerde dit te doen omdat de wensmoeder niet de geboortemoeder was van het kind. De rechter besluit dat de genetische wensouders op de geboorteakte kunnen worden vermeld als de juridische vader en moeder van het betreffende kind. 'Including the petitioners’ particulars on the birth registration is an important means for the petitioners to participate in their child’s life and for affirming the parent-child relationship. It will enable the petitioners to have the presumptive proof of their relationship to their child without the 7 http://www.bchrt.bc.ca/ 8 Gill, Maher, Murray and Popoff v. Ministry of Health [2001] B.C.H.R.T.D., No. 34. http://www.bchrt.bc.ca/decisions/2001/pdf/gill_and_maher_murray_and_popoff_v_ministry_of_health_2001_bchrt_34.pdf. 9 Rypkema v .British Columbia 2003 BCSC 1784, 233 DLR (4th) 760, [2004] 3 WWR 712.

9

trouble and expense of the adoption process. It will enable them to register the child in school, obtain airline tickets and passports for him, and assert his rights under laws including the B.C. Benefits (Child Care) Act and the Young Offenders Act.'

Drie ouders in Ontario op grond van een gerechtelijke beslissing Een soortgelijke regeling als hierboven beschreven met betrekking tot juridisch ouderschap in British Columbia leidde in de provincie Ontario in 2007 tot een uitspraak die ook invloed heeft gehad op het tot stand komen van de FLA.10 In deze zaak hadden twee vrouwen en een man de bedoeling om gezamenlijk kinderen op te voeden. De man die het zaad had geleverd was naast de geboortemoeder opgenomen op de geboorteakte als juridische vader. De vrouwelijke partner, die het kind samen met de geboortemoeder opvoedde, wilde ook juridisch ouder worden van het kind. Die mogelijkheid was er door het kind te adopteren, maar daarmee zou de juridische band tussen de vader en het kind worden verbroken en dat was niet de bedoeling van partijen. De rechter besloot in dit geval te bepalen dat de duo-moeder naast de geboortemoeder en de biologische vader als juridisch ouder zou worden aangemerkt. ‘It is contrary to D.D.'s best interests that he is deprived of the legal recognition of the parentage of one of his mothers. There is no other way to fill this deficiency except through the exercise of the parens patriae jurisdiction. As indicated, A.A. and C.C. cannot apply for an adoption order without depriving D.D. of the parentage of B.B., which would not be in D.D.'s best interests.’11

Juridisch ouderschap voor de mannelijke partner van de bio-vader in Alberta In Alberta is in 2011 een niet-biologische vader na het verbreken van zijn relatie met de biologische vader van het kind op grond van zijn feitelijke rol als ouder, als juridisch ouder erkend. 12 In deze zaak waren vier volwassenen betrokken, een vrouwenpaar en een mannenpaar. Beiden paren wilden een kind opvoeden en besloten gezamenlijk twee kinderen te krijgen en er allebei een op te voeden en met het andere kind regelmatig omgang hebben. Het eerste kind (kind S) is geboren in 2003 en werd door de mannen opgevoed en het tweede kind (kind N) is geboren in 2005 en werd door de vrouwen opgevoed. S en N hebben dezelfde biologische vader en moeder en zijn dus volle broer en zus. Als S drie jaar is gaan de mannen uit elkaar, S blijft bij haar biologische vader (R) wonen en haar niet-biologische vader (H) die haar 3 jaar liefdevol heeft opgevoed, verhuist. R en de geboortemoeder (D) stellen een ouderschapsovereenkomst op waarin ze afspreken dat zij het gezag uitoefenen over de kinderen S en N, waarbij R de hoofdverantwoordelijkheid heeft voor S en D de hoofdverantwoordelijkheid voor N. Ze stellen vast dat zij de enige ouders zijn van het kind en ontzeggen H toegang tot S. In de rechtszaak die vervolgens door H wordt aangespannen stelt H dat de regelgeving met betrekking tot ouderschap discriminatoir is op grond van geslacht en seksuele geaardheid en in strijd is met de Canadian Charter of Rights and Freedoms (s. 15). Een homoseksuele wensouder wordt immers niet automatisch als ouder erkend omdat hij geen relatie heeft met de geboortemoeder, terwijl een heteroseksuele mannelijke wensouder die niet de biologische ouder is maar wel een relatie heeft met de moeder, wel als ouder wordt erkend.13 De rechter besluit net als in AA v. BB dat er sprake is van een leemte in de wetgeving omdat ouderschap op basis van intentie

10 A.A. v B.B., 2007 ONCA 2, 83 OR (3d) 561. 11 A.A. v B.B., 2007 ONCA 2, 83 OR (3d) 561 at para 32. 12 D.W.H. v D.J.R., 2011 ABQB 608, supplemental reasons 2011 ABQB 791 [DWH QB], aff’d 2013 ABCA 240, 280 DLR (4th) 90 [DWH CA]. 13 There was confusion about the applicable law in this case (the recent Alberta FLA or the DRA), therefore Supplemental Reasons for Judgment were issued.

10

wel mogelijk is voor heteroseksuele mannen, maar niet voor homoseksuele mannen. ‘The effect of the [current legislation] is that when gay males in a committed relationship decide to have a family assisted by a female (in this instance with the assistance of a friend who conceives for them) they should either be satisfied with guardianship status (which they must apply for to receive) or they must undertake the protracted adoption process. Denying a gay father (biological or intended) the status of legal parent has a negative effect on his human dignity.’14

Deze zienswijze wordt in 2013 bevestigd door de Alberta Court of Appeal ‘This conclusion presumes that children benefit when the law recognizes the reality of their family situations, even when that reality falls outside the norm. The same presumption underlies the decision of the Ontario Court of Appeal in A.A.’15 De rechter concludeert dat er een leemte is in de wet die tot ongelijke behandeling leidt en dat het veronderstellen dat de wetgever deze leemte opzettelijk heeft opgenomen, leidt tot het toedichten van discriminatoire bedoelingen aan de wetgever, hetgeen de rechter in geen van beide zaken wil doen.

Geen recht op afstammingskennis voor donorkinderen in British Columbia Er bestaat in British Columbia geen recht op kennis omtrent de identiteit van de donor voor kinderen die via kunstmatige voortplanting met donormateriaal zijn geboren. Deze vraag is onderwerp van discussie geweest in de zaak Pratten.16 Olivia Pratten is geboren met behulp van donorzaad en zij heeft getracht de identiteit van haar donor te achterhalen maar die gegevens bleken reeds door de betreffende arts te zijn vernietigd. Vervolgens startte zij een procedure om te bewerkstelligen dat de regeling die voor adoptiefkinderen geldt met betrekking tot het recht op afstammingskennis ook voor donorkinderen zou gelden. Een onderscheid tussen deze twee groepen niet-biologische kinderen zou volgens haar in strijd zijn met de rechten geformuleerd in de Canadian Charter of Rights and Freedoms. In deze zaak doet Pratten ook een beroep op de artikelen 3 en 8 van het IVRK (niet op artikel 7 IVRK). De British Columbia Court of Appeal heeft in deze zaak aangegeven dat de provincie niet gebonden is aan het IVRK omdat de provincie zelf het verdrag niet heeft getekend. Bovendien stelt de Court of Appeal dat artikel 7 van IVRK geen recht op afstammingskennis voor donorkinderen omvat. Daarnaast leidt het feit dat adoptiekinderen recht hebben om te weten wie hun oorspronkelijk ouders zijn niet tot de conclusie dat donorkinderen op basis van de Canadian Charter of Rights and Freedoms een zelfde soort recht hebben. 'Assuming that s. 7 of the Charter is capable of guaranteeing positive rights, and accepting that there has been movement in Canada and elsewhere toward more openness with respect to the type of information Ms. Pratten seeks, I am not persuaded that the right “to know one’s past” is of such fundamental importance that it is entitled to free-standing constitutional recognition.' Olivia Pratten heeft zich vervolgens tot de Canadian Supreme Court gewend, maar die heeft de zaak helaas niet in behandeling genomen.

14 D.W.H. v D.J.R., 2011 ABQB 608, supplemental reasons 2011 ABQB 791 [DWH QB], para 84. 15 2013 ABCA 240, 280 DLR (4th) 90 [DWH CA] para 60. 16 Pratten v. British Columbia 2012 BCCA 480.

11

2.2 Andere relevante ontwikkelingen

Naast de hierboven beschreven jurisprudentie zijn er een aantal andere ontwikkelingen van invloed geweest op de FLA, met name de modelwet Uniform Child Status Act uit 2010 en de federale Assisted Human Reproduction Act.17

Uniform Child Status Act van de Uniform Law Conference of Canada In de afgelopen jaren is daarnaast ook een Uniform Child Status Act18 ontwikkeld door de Uniform Law Conference of Canada.19 Deze Uniform Act is gebruikt bij het opstellen van de ouderschapsbepalingen in Part 3 van de FLA, maar is niet integraal overgenomen. Ook deze Act bevat een meerouderschapsregeling, maar die is anders van aard dan de regeling die in British Columbia is ingevoerd. Gezien de opdracht van de Staatscommissie is het ook zinvol kort aandacht aan de meerouderschapsregeling in deze Uniform Act te besteden. Ingevolge s. 9 (Declaratory order respecting parentage - additional parent) van de Uniform Act kan de rechter op verzoek het ouderschap van een extra ouder (additional parent) vaststellen, naast het al tot stand gekomen ouderschap van bijvoorbeeld twee moeders. Dit ouderschap kan binnen 30 dagen na de geboorte worden verzocht indien de extra ouder en de moeder en haar partner voor de conceptie hebben ingestemd met het ouderschap van de extra ouder. Bovendien moet de extra ouder genetisch materiaal hebben geleverd of de partner zijn van degene die genetisch materiaal heeft geleverd. Dit betekent dat wanneer gebruik is gemaakt van eicel- en zaaddonatie een kind tot wel zes ouders kan hebben: de geboortemoeder en haar partner, de zaaddonor en zijn partner en de eiceldonor en haar partner. Het commentaar van de Uniform Law Conference daarbij is dat een kind meestal drie ouders zal hebben: de geboortemoeder, haar partner en de donor.20

Grenzen aan kunstmatige voortplanting in federale regelgeving De Assisted Human Reproduction Act (federale wetgeving) heeft een aantal uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regelingen in de FLA. Belangrijk daarbij is het uitgangspunt dat de gezondheid en het welzijn van kinderen die geboren worden door middel van kunstmatige voortplanting prioriteit moeten hebben bij alle beslissingen omtrent het gebruik van deze technieken (s. 2(a) AHRA). Daarnaast is het niet toegestaan een vrouw voor haar diensten als draagmoeder te betalen, betaling voor deze diensten aan te bieden of hiermee te adverteren (s. 6(1) AHRA); een vergoeding te ontvangen voor het bemiddelen tussen draagmoeder en wensouder, zulke diensten tegen vergoeding aan te bieden of hiermee te adverteren (s. 6 (2) AHRA); een vergoeding te betalen voor het bemiddelen tussen draagmoeder en wensouder, zulke betaling aan te bieden of hiermee te adverteren (s. 6(3) AHRA); en ten slotte is het niet toegestaan vrouwen onder de 21 jaar te adviseren met betrekking tot draagmoederschap, tot draagmoederschap aan te zetten of op hen een medische behandeling in het kader van draagmoederschap uit te voeren (s. 6(4) AHRA). Deze bepalingen laten de geldigheid van draagmoederschapsovereenkomsten onder provinciale

17 Daarnaast zijn ook andere provincies over onderwerpen als meerouderschap aan het nadenken, zie bijvoorbeeld het rapport van de Manitoba Law Reform Commission: Manitoba Law Reform Commission, Assisted reproduction: Legal parentage end birth registration, Issue paper, April 2014, p. 17 http://digitalcollection.gov.mb.ca/awweb/pdfopener?smd=1&did=23464&md=1 18 http://ulcc.ca/en/home-en-gb-1/86-josetta-1-en-gb/uniform-actsa/child-status-act/1371-child-status-act-2010 19 De Uniform Law Commission of Canada bestaat sinds 1918 en heeft als doel het harmoniseren van het recht van de provincies en soms ook het federale recht. Zie voor meer informatie: http://ulcc.ca/en/ 20 http://ulcc.ca/en/home-en-gb-1/86-josetta-1-en-gb/uniform-actsa/child-status-act/1371-child-status-act-2010

12

wetgeving onverlet (s. 6(5) AHRA). De straffen hiervoor zijn (s. 60 AHRA) maximaal 4 of 10 jaar gevangenisstraf en/of een geldboete van maximaal 250.000 of 500.000 CAD.

2.3 Conclusie In de besproken uitspraken zijn verschillende personen door de rechter als ouder aangewezen: de vrouwelijke partner van de geboortemoeder als tweede ouder (British Columbia) of als derde ouder naast de geboortemoeder en de biologische vader (Ontario) en de mannelijke partner van de biologische vader (Alberta). Dit betekent een uitbreiding van zowel het aantal ouders als van de personen die als ouder aangewezen kunnen worden.

13

3. Juridisch ouderschap onder the Family Law Act

Hoe ziet de regeling voor meerouderschap eruit in British Columbia? Hoe en onder welke voorwaarden ontstaat meerouderschap? Zijn naderhand aanpassingen mogelijk en zo ja, op welke wijze?

Het doel van de Part 3 Parentage van de FLA is dat het ouderschap van kinderen consistent is geregeld en geldt voor alle doeleinden in British Columbia, zodat er consistentie ontstaat met betrekking tot de juridische status van een kind in alle regelgeving in British Columbia. Bij het ontwerpen van de regelingen is het belang van de betrokken kinderen en het waarborgen van de stabiliteit van het gezin waarin deze kinderen opgroeien, leidend geweest.21 Bovendien is het de bedoeling van de regeling om het aantal mogelijke ouders voor een kind te beperken tot drie en in uitzonderlijke gevallen tot vier ouders.22

Bij de ouderschapsregelingen in Part 3 wordt onderscheid gemaakt tussen ouderschap dat tot stand is komen via assisted reproduction (hierna 'kunstmatige voortplanting') en ouderschap dat zonder kunstmatige voortplanting tot stand is gekomen. Kunstmatige voortplanting wordt gedefinieerd als: a method of conceiving a child other than by sexual intercourse. De kunstmatige voorplanting kan thuis plaatsvinden of in het ziekenhuis, dat is niet relevant, zolang er maar geen sprake is geweest van geslachtsgemeenschap. 3.1 Ouderschap zonder gebruik van kunstmatige voortplanting

Als er geen sprake is geweest van kunstmatige voortplanting is de geboortemoeder de juridische moeder van het kind en de biologische vader de juridische vader (s. 26(1) FLA). Er wordt vervolgens een aantal omstandigheden genoemd waaronder een man wordt verondersteld de biologische vader van het kind te zijn: (a) als hij met de moeder is gehuwd op het moment dat het kind wordt geboren of (b) zijn huwelijk met de geboortemoeder binnen 300 dagen voor de geboorte van het kind is ontbonden; (d) als hij op het moment dat het kind wordt geboren met de moeder in een op een huwelijk lijkende relatie leeft (e) of deze op een huwelijk lijkende relatie binnen 300 dagen voor de geboorte van het kind is beëindigd; of als hij onder andere omstandigheden heeft erkend de vader van het kind te zijn (c, e en f). Wanneer meerdere mannen op grond van het bovenstaande kunnen worden vermoed de biologische vader van het kind te zijn, wordt geen vermoeden van vaderschap aangenomen (s. 26(3) FLA). Is de moeder bijvoorbeeld drie maanden voor de geboorte van het kind officieel gescheiden en woont zij op het moment van de geboorte van het kind al enige tijd samen met een andere man, dan worden de mannen geen van beide vermoed de biologische vader te zijn. Dit laat onverlet dat de moeder en de man met wie zij samenwoont beide als ouder op de geboorteakte kunnen worden geregistreerd.

21 Ministry of Attorney General Justice Services Branch Civil Policy and Legislation Office: White paper on Family Relations Act Reform: Proposals for a new Family Law Act, July 2010, p. 29. 22 Mailwisseling met S. Knutsen, Ministry of Justice - Bijlage E.

14

3.2 Ouderschap na kunstmatige voortplanting: een of twee ouders Is wel gebruik gemaakt van kunstmatige voortplanting dan gelden de volgende regels (deze regels gelden uitdrukkelijk niet voor draagmoederschap). Het maakt daarbij overigens niet uit wie het genetisch materiaal voor het kind heeft geleverd, de betrokkenen zelf of bekende of onbekende donoren. Een donor wordt geen ouder op grond van het doneren van een eicel of zaad, tenzij er sprake is van andere omstandigheden op grond waarvan hij of zij als juridisch ouder kan worden beschouwd op grond van deel 3 van de FLA (s. 24 FLA). De vrouw die het kind baart, is de juridische moeder (s. 27(2) FLA) ongeacht de herkomst van de eicel waaruit het kind is ontstaan. De partner van de geboortemoeder wordt ook juridisch ouder indien hij of zij op het moment dat het kind werd verwekt via kunstmatige voortplanting met de moeder was getrouwd of een op een huwelijk lijkende relatie had, tenzij deze persoon niet heeft ingestemd met het juridisch ouderschap of deze instemming voor de verwekking van het kind heeft ingetrokken (s. 27(3) FLA). De instemming met het ouderschap door de partner van de moeder hoeft overigens niet schriftelijk te zijn vastgelegd. Boyd stelt dat de partner van de geboortemoeder hiermee een keuzemogelijkheid heeft om al dan niet juridisch ouder te worden.23 Het betreft hier dus de instemming van de partner met het feit dat hij of zij juridisch ouder wordt van het kind en niet zoals in Nederland instemming met de verwekking van het kind op zich.

De FLA bevat ook een regeling voor postmortale kunstmatige voortplanting in s. 28, waardoor een overledene juridisch ouder kan worden indien zijn genetisch materiaal met zijn toestemming na zijn overlijden is gebruikt door zijn partner. Dit is een sekseneutrale bepaling en het genetisch materiaal kan bestaan uit een zaadcel/eicel of embryo. 3.3 Ouderschap na kunstmatige voortplanting via overeenkomst: twee, drie of vier ouders Daarnaast bevat de FLA de mogelijkheid om op grond van overeenkomst met de geboortemoeder, juridisch ouder te worden van een kind naast de geboortemoeder indien gebruik wordt gemaakt van kunstmatige voortplanting. Er is hierbij een maximum van drie of vier ouders in de FLA opgenomen. De FLA voorziet in twee varianten van ouderschap naast de geboortemoeder na kunstmatige voortplanting op basis van overeenkomst:

variant a: de geboortemoeder en haar partner worden samen met de zaad- en/of eiceldonor juridisch ouder (s. 30 (1)(b)(ii) FLA); of

variant b: de geboortemoeder wordt samen met een of twee wensouders juridisch ouder (s. 30(1)(b)(i) FLA).

In beide situaties moet aan de volgende eisen worden voldaan: er moet voor de conceptie van het kind een schriftelijke overeenkomst zijn gemaakt tussen de geboortemoeder en de andere potentiële ouder(s) (s. 30(1) FLA) waarin is overeengekomen (a) dat de potentiële geboortemoeder de geboortemoeder zal zijn van een kind verwekt door middel van kunstmatige voortplanting (s. 30(1)(c)(i) FLA) en (b) dat de partijen bij de overeenkomst allen juridisch ouder worden van het kind

23 Susan B. Boyd, 'Equality, an uncomfortable fit in parenting law', in R. Leckey (ed) After Legal Equality: Family, sex and kinship, Routledge, 2014.

15

bij geboorte (s 30(1(c)(ii) FLA). Is aan deze eisen voldaan dan zijn de partijen bij de overeenkomst alle twee, drie (of vier) juridisch ouder van het kind bij geboorte (s. 30(2) FLA). Echter, wanneer een van de partijen zich voor de conceptie uit de overeenkomst terugtrekt, is de overeenkomst niet langer geldig (s. 30(3) FLA). Dit geldt ook indien een van de partijen voor de conceptie komt te overlijden. Met name de vraag of iemand zich tussen het opstellen van de overeenkomst en de daadwerkelijke conceptie van het kind uit de overeenkomst heeft teruggetrokken kan tot latere conflicten leiden waarbij bewijs van de stelling dat iemand zich al dan niet heeft teruggetrokken moeilijk te leveren kan zijn.

Variant a: Geboortemoeder, haar partner en zaad en/of eiceldonor (s. 30(1)(b)(ii) FLA) Variant a biedt aan verschillende constellaties van personen de mogelijkheid om juridisch ouder te worden, hetgeen kan leiden tot een maximum van vier juridische ouders. Belangrijk daarbij is dat degenen die naast de geboortemoeder en haar partner juridisch ouder kunnen worden, genetisch verwant moeten zijn met het kind doordat ze een zaad- of eicel hebben geleverd. Bovendien wordt de partner van de geboortemoeder indien voldaan is aan de voorwaarden van s. 27 FLA automatisch juridisch ouder. Daarbij is haar of zijn instemming met het juridisch ouderschap een voorwaarde zoals hierboven beschreven.

De meest voor de hand liggende constellatie van personen betreft hier de geboortemoeder die met haar vrouwelijke partner en de biologische vader van het kind besluiten alle drie ouder te worden. Zoals hierboven beschreven stellen ze daartoe een schriftelijke overeenkomst op voor de conceptie. Na geboorte van het kind doen ze samen aangifte bij de daartoe aangewezen instantie (Vital Statistics Agency) en wordt een geboorteakte met drie ouders opgemaakt. Begin 2014 is in Vancouver voor het eerst een dergelijke geboorteakte opgemaakt.24 Dit lijkt tot nu toe de enige te zijn.25

Andere mogelijke constellaties betreffen twee vrouwen en een eiceldonor die alle drie juridisch ouder worden van het kind of een vrouw en een man die samen met de eiceldonor of de zaaddonor juridisch ouder worden van het kind. In beide gevallen heeft het kind drie ouders. In theorie zou een kind ook vier ouders kunnen hebben onder deze regeling, wanneer de geboortemoeder en haar partner een kind krijgen via een bekende eiceldonor en een bekende zaaddonor. Dan zouden zowel de geboortemoeder, haar partner, de eiceldonor en de zaaddonor juridische ouders van het kind kunnen worden als zij dit voor de conceptie van het kind via kunstmatige inseminatie met elkaar afspreken.

Variant b: Geboortemoeder en wensouder(s) Ook kan de geboortemoeder met een of twee wensouder afspreken dat ze alle twee of drie juridisch ouder worden van het kind dat zij baart.26 Als ze dit met twee wensouders afspreekt is vereist dat deze wensouders of gehuwd zijn of een relatie hebben die op een huwelijk lijkt. Dit stel kan bestaan uit twee mannen, twee vrouwen of een man en een vrouw. Of een van de betrokken potentiële juridische ouders genetisch materiaal levert voor het kind is daarbij niet relevant. Alleen de bedoeling van de partijen voorafgaand aan de conceptie van het kind is relevant. Het is in theorie mogelijk dat de geboortemoeder een schriftelijke overeenkomst sluit met een man/vrouw stel, 24 http://www.cbc.ca/news/canada/british-columbia/della-wolf-is-b-c-s-1st-child-with-3-parents-on-birth-certificate-1.2526584 25 Mail van Ingrid Bloomfield van 10 januari 2015. 26 s. 30(1)(b)(i) FLA.

16

zwanger wordt met een anoniem gedoneerd embryo en vervolgens een kind baart waaraan noch zij noch de andere twee juridische ouders genetisch verwant zijn.

De meest waarschijnlijke constellatie van personen die gebruikt zal maken van variant b, bestaat uit een homostel dat samen met de geboortemoeder een kind op wil voeden dat ontstaan is uit haar eicel en het zaad van een van de mannen. Als zij de regels neergelegd in s. 30 FLA hebben gevolgd, dan zijn ze vanaf de geboorte van het kind alle drie juridisch ouder.

Twee mannen en twee vrouwen? Wat opvalt, is dat een regeling waarbij twee vrouwen en twee mannen het juridisch ouderschap delen ontbreekt. In een dergelijk geval is de geboortemoeder of met haar partner en de biologische vader juridisch ouder op grond van variant a of is de geboortemoeder met de beide mannen juridisch ouder op grond van variant b. In dat laatste geval is het dan wel noodzakelijk dat de partner van de geboortemoeder niet heeft ingestemd met het zelf worden van juridisch ouder. Waarom een dergelijke regeling ontbreekt, is niet duidelijk. Er is een duidelijke drang in de FLA om het juridisch ouderschap te beperken tot drie of - in het uitzonderlijke geval dat er zowel een eicel- als een zaaddonor betrokken is bij het tot stand komen van het kind - tot vier juridische ouders. In de eerder besproken Uniform Child Status Act is wel voorzien in de mogelijkheid om de partner van de zaad- of eiceldonor de status van juridisch ouder te verlenen.

Dit betekent dat wanneer een vrouwenstel en een mannenstel samen kinderen willen krijgen en opvoeden, een van hen buiten de boot zal vallen wat het juridisch ouderschap betreft. Wie dat is kan per kind verschillen. Wanneer de stellen samen meerdere kinderen krijgen en de beide mannen voor een kind zaad leveren, kan man A bijvoorbeeld juridisch ouder zijn van kind A samen met de geboortemoeder en haar partner en man B de juridische ouder van kind B samen met de geboortemoeder en haar partner. 3.4 Ouderschap na kunstmatige voortplanting: draagmoederschap De geboortemoeder kan ook afspreken dat zij een kind draagt voor een ander stel (of voor een persoon) en het kind vervolgens na de geboorte aan hen overdraagt, zodat zij de juridische ouders worden van het kind.27 In dat geval treedt zij als draagmoeder op en moet ingevolge s. 29 FLA aan de volgende eisen worden voldaan: (i) het kind moet tot stand zijn gekomen via kunstmatige voortplanting (s. 29(2)(a) FLA) en (ii) er moet voor de conceptie van het kind een schriftelijke overeenkomst zijn opgesteld tussen de draagmoeder en de wensouder(s) (s. 29 (2)(a) FLA) waarin in ieder geval de volgende afspraken zijn opgenomen: (a) de draagmoeder zal een kind dragen dat is verwekt door middel van kunstmatige voortplanting en wanneer het kind is geboren wordt de geboortemoeder wordt niet de juridische moeder van het kind (s. 29(2)(b)(i) FLA), (b) zij zal het kind overdragen aan de wensouders (s. 29(2)(b)(ii) FLA) en (c) de wensouders zullen de juridische ouders worden van het kind (s. 29(2)(b)(iii) FLA). Wanneer een van de partijen zich voor de conceptie van het kind uit de overeenkomst terugtrekt is de overeenkomst niet langer geldig (s. 29(3)(a) FLA).

Vervolgens moet na de geboorte van het kind aan de volgende voorwaarden worden voldaan: (i) de moeder geeft schriftelijke toestemming om het kind aan de wensouder(s) over te dragen (s. 29 27 s. 29 FLA.

17

(3)(b)(1) FLA) en (ii) de wensouder(s) nemen het kind in hun gezin op (s. 29(3)(b)(ii) FLA). Na de geboorte dienen de wensouder(s) een geboorteregistratieformulier in bij de Vital Statistics Agency vergezeld van een verklaring van de draagmoeder dat zij het kind overdraagt en een verklaring van de wensouders dat zij het kind opnemen in hun gezin. Vervolgens wordt een geboorteakte opgemaakt met de wensouder(s) als juridische ouders.

Voor de invoering van de FLA konden wensouders middels een rechterlijke verklaring van ouderschap (declaration of parentage) de juridische ouders worden van het kind van de draagmoeder.28 Sinds de invoering van de FLA is een gang naar de rechter niet meer noodzakelijk en wordt de overdracht schriftelijk zoals hier boven beschreven afgehandeld. Voor buitenlandse wensouders of wensouders uit andere Canadese provincies die in British Columbia via een draagmoeder een kind krijgen, blijft de mogelijkheid open om een declaration of parentage van de rechter te verkrijgen (s. 31 FLA), gezien het feit dat dit de kans op erkenning van de tot stand gekomen juridische ouder-kind relatie in het land van herkomst van de ouders zal vergroten.29

De voor de conceptie opgestelde overeenkomst schept geen verplichting voor de draagmoeder om het kind af te staan na de geboorte aan de wensouder(s), evenmin als een verplichting voor de wensouder(s) om het kind in hun gezin op te nemen. In geval van conflict kunnen wensouder(s) of draagmoeder zich tot de rechter wenden in het kader van een procedure omtrent juridisch ouderschap (s.31 FLA). Daarbij is de toestemming gegeven in de overeenkomst om als draagmoeder op te treden of het kind na de geboorte over te dragen niet hetzelfde als de toestemming in de zin van s.29(3)(b)(1) FLA die na de geboorte door de draagmoeder moet worden gegeven, maar mag wel gezien worden als bewijs van de bedoeling van partijen met betrekking tot het ouderschap van het kind als er een conflict ontstaat. Het belang van het kind zal hierbij zeer waarschijnlijk doorslaggevend zijn ook al wordt dit niet expliciet als maatstaf genoemd in s. 31 FLA. ‘The court may have recourse to the best interests of the child test to determine parentage in such a situation, but a court may be reluctant to override the birth mother’s refusal of consent.’30

Wanneer de wen(s)ouders overlijden na de conceptie van het kind, worden zij alsnog de juridische ouders van het kind als de draagmoeder er na de geboorte van het kind schriftelijk in toestemt het kind over te dragen aan een persoon die handelt in de plaatst van de overleden wensouder(s) (s. 29(5) FLA). 3.5 Conflicten over ouderschap Het is niet geheel duidelijk wat precies de status is van de schriftelijke overeenkomst van s. 30 FLA op grond waarvan meerouderschap kan ontstaan. Men is het erover eens dat de overeenkomst de basis vormt voor het ouderschap, maar in hoeverre deze afspraak zonder rechterlijke tussenkomst afdwingbaar is ingeval er een conflict ontstaat tussen de vrouwen en de donor, is nog (niet) duidelijk. Kan de donor met de overeenkomst in de hand naar Vital Statistics Agency om zijn

28 Zie de hierboven beschreven zaak Rypkema v. British Columbia. 29 Lawrence Kahn (advocaat te Vancouver) is met dit soort zaken bezig. 30 L. Selby (ed) Family Law Act Transition Guide - 2014 Update - The continuing legal education society of British Columbia (CLE BC) August 2014 Update, p. 3.54.

18

ouderschap te registreren of moet hij hiervoor naar de rechter? De Vital Statistics Agency zegt desgevraagd dat zij, indien de moeders niet langer instemmen met de registratie van de zaaddonor als ouder na de geboorte, de betreffende donor doorsturen naar de rechter en niet slechts op verzoek van de zaaddonor tot registratie overgaan.

De rechter heeft in ieder geval de bevoegdheid om op grond van s. 31 FLA het ouderschap van de donor vast te stellen. De rechter zal daarbij voor zover mogelijk uitvoering geven aan de regels voor het bepalen van ouderschap zoals die in Part 3 van de FLA zijn vastgelegd. Welke vrijheid dit voor zover mogelijk de rechter geeft om van deze regels af te wijken en welke rol het belang van het kind daarbij speelt, zal in de praktijk moeten blijken. Interessant om hier op te merken is dat een overeenkomst over de uitoefening van parental responsibilities na scheiding die bij de rechtbank is ingeschreven, expliciet dezelfde status heeft gekregen als een rechterlijke beschikking in de FLA. ]31 Een dergelijke overeenkomst kan vervolgens op verzoek van een van de partijen worden aangepast indien de overeenkomst niet in het belang van het kind blijkt te zijn.

Bij draagmoederschap blijkt heel duidelijk dat de preconceptuele schriftelijke overeenkomst niet afdwingbaar is en in geval van conflict slechts als bewijs van de intentie van de betrokken partijen kan dienen. Welke maatstaf de rechter hier aanlegt om te bepalen wie de ouders van het kind zullen zijn, wordt uit de FLA zelf niet duidelijk. Het is aannemelijk dat het belang van het kind hier een doorslaggevende rol zal spelen, in overeenstemming met de bepaling over het belang van het kind in geval van conflicten omtrent gezag en omgang.32 3.6 Kan het ouderschap later gewijzigd worden?

De FLA bevat geen uitgewerkte regeling voor het aanvechten van ouderschap. Indien ouderschap is ontstaan op grond van de presumpties van s. 26 (ouderschap zonder kunstmatige voortplanting), kan dit via een declaration of parentage (s. 31 FLA) met behulp van DNA bewijs worden aangetast. Het gaat dan om het vaderschap van de man die wordt vermoed de biologische vader te zijn omdat hij met de moeder is gehuwd (of dit tot 300 dagen voor de geboorte was), de man die met de moeder in een op een huwelijk lijkende relatie leeft (of leefde tot 300 dagen voor de geboorte) of de man die zijn ouderschap heeft erkend bij de aangifte. Mocht blijken dat deze man toch niet de biologische vader is, dan kan dit ouderschap teniet worden gedaan. Vervolgens kan het ouderschap van de biologische vader worden vastgesteld. Hiertoe kan DNA-onderzoek worden gelast door de rechter (s 33 FLA).

Ouderschap ontstaan op grond van instemming (s. 27 FLA) of een schriftelijke overeenkomst (s. 29 en s. 30 FLA) is niet gebaseerd op een presumptie, maar op intentie en er is daarbij geen verwarring over de vraag of de juridische ouder de biologische ouder is. Er is voor zover ik heb kunnen nagaan geen discussie geweest over de vraag of dit ouderschap door het kind (of eventueel een van de juridische ouders) aangetast kan worden als het niet op biologisch ouderschap is gebaseerd. Het lijkt er vooralsnog op dat juridisch ouderschap eenmaal ontstaan op basis van intentie (de schriftelijke overeenkomst van s. 29 of s. 30), later niet wijzigbaar is.

31 s. 44(3) en (4) FLA. 32 Zie voor meer informatie de sectie verderop in het rapport over gevolgen van meerouderschap.

19

In de Uniform Child Status Act staat in het commentaar bij s. 5 Presumption of parentage - assisted reproduction dat de presumptie hier geen betrekking heeft op het genetisch ouderschap, maar op de intentie van de partner van de geboortemoeder om juridisch ouder te worden. De partner van de moeder wordt verondersteld te hebben ingestemd met het juridisch ouderschap, heeft hij of zij dit niet gedaan, dan kan hij of zij het tot stand gekomen ouderschap aanvechten. Heeft hij of zij wel ingestemd, dan kan hij of zij het ouderschap niet aanvechten. 3.7 Conclusie

Bij het ouderschap op basis van een schriftelijke overeenkomst (zowel met betrekking tot meer dan twee ouders als met betrekking tot draagmoederschap), is in gevolge de FLA geen rechtelijke beslissing noodzakelijk. In de eerder besproken Uniform Child Status Act, is in deze gevallen wel rechterlijke tussenkomst noodzakelijk.

De meerouderschapsregeling is feitelijk beperkt tot drie ouders en voorziet niet in ouderschap voor een vierde persoon wanneer een lesbisch stel en een homostel samen kinderen op willen voeden. In dat geval valt er altijd een persoon buiten de boot. Daarnaast bevat de FLA geen regeling voor de erkenning van meervoudig juridisch ouderschap van bestaande meeroudergezinnen die al enige tijd samen een kind opvoedden voor de inwerkingtreding van de FLA. Ook in geval er in de loop der tijd met de donor en de moeders een meeroudergezin ontstaat, kan dit niet door middel van juridisch ouderschap worden geformaliseerd. De adoptieregeling beperkt zich nog altijd tot een maximum van twee ouders en biedt voor deze groep geen uitkomst. Het valt te bezien of de meerouderschapsregeling op den duur via jurisprudentie bijvoorbeeld op grond van s 15 van de Canadian Charter of Rights and Freedoms ook in deze gevallen toepassing kan krijgen.

20

4. Belangen van het kind bij de regeling van het ouderschap

Welke belangen zijn in de voorbereiding van de regeling herkend als belangen van het kind en op welke wijze komen deze belangen tot uitdrukking in de regeling? (Te denken valt aan: de mogelijkheid om een evenwichtige en ongestoorde ontwikkeling door te kunnen maken, het beschermen tegen conflicten, het verkrijgen van informatie over de afkomst, etc.) Of zijn deze belangen reeds op meer algemene wijze beschermd? Zijn er concrete criteria geformuleerd om het belang van het kind te kunnen toetsen en zo ja, welke?

'The proposed changes are intended to provide a scheme for determining legal parentage, including where assisted conception is used, in a way that protects the child's best interests and promotes stable family relationships' zo wordt gesteld in het White Paper uit 2010.33 De belangen van de betreffende kinderen lijken vooral te liggen in de juridische erkenning van de bestaande gezinssituatie en het treffen van een regeling die de stabiliteit van dit gezin bevordert. Het feit dat er geen rechterlijke beslissing noodzakelijk is bij het meerouderschap of het overdragen van een kind in het kader van draagmoederschap wanneer partijen het met elkaar eens zijn, biedt rechtszekerheid en draagt bij aan de stabiliteit van het gezinsleven van het kind. Daarnaast komt dit tegemoet aan het recht op gelijke behandeling van kinderen geboren met behulp van kunstmatige voortplanting. Zoals uit de bespreking van de jurisprudentie in het eerste deel van dit rapport bleek, wordt een recht van donorkinderen op afstammingskennis in British Columbia niet erkend. De regeling in de FLA ziet hier dan ook niet op en zoals uit de bespreking van de ouderschapsregelingen blijkt, speelt het genetisch ouderschap vrijwel geen rol bij de toewijzing van ouderschap buiten het reguliere man/vrouw gezin waar het kind op natuurlijke wijze wordt verwerkt. De geboortemoeder speelt weliswaar een grote rol in de ouderschapsregelingen, maar of zij al dan niet de genetische moeder is van het kind maakt daarbij niet uit. Ook in geval zij als draagmoeder fungeert en daarbij gebruik maakt van haar eigen eicel, kan zij haar kind zonder rechterlijke tussenkomst afstaan aan de wensouders indien aan de eisen in de FLA zijn voldaan.

Geboorteregistratie en afstammingskennis

Op de geboorteakte van kinderen staat het geslacht van de ouders niet vermeld; de akte is sekseneutraal als gevolg van de eerder genoemde uitspraak van het British Columbia Human Rights Tribunal. Bovendien bepaalt de tegelijk met de FLA in werking getreden s. 14.1 van de Vital Statistics Act dat uit de geboorteakte van een kind niet mag blijken dat het kind via kunstmatige voortplanting is verwekt. Op het formulier dat ouders invullen om de geboorte van een kind te registreren moet juist wel worden aangegeven of het kind al dan niet via kunstmatige voortplanting is verwekt (bijlage A). Dit formulier bevat dus meer informatie voor het kind dan de geboorteakte. Op dit formulier staat vermeld wie de geboortemoeder is en daarnaast kan een vader worden vermeld of een andere ouder indien gebruik is gemaakt van kunstmatige voortplanting en deze andere ouder voor de conceptie heeft toegestemd in het juridisch ouderschap. De vader kan zich alleen als vader registreren als hij zonder kunstmatige voortplanting met eigen zaad een kind bij de geboortemoeder heeft verwekt. Heeft hij met de geboortemoeder gebruik gemaakt van kunstmatige voortplanting met zijn eigen zaad (bijvoorbeeld IVF of IUI) dan moet hij zich onder het kopje ouder registreren. Voor de betreffende biologische vaders blijkt dit problematisch te zijn omdat uit de registratie dan 33 Ministry of Attorney General Justice Services Branch Civil Policy and Legislation Office: White paper on Family Relations Act Reform: Proposals for a new Family Law Act, July 2010, p.29.

21

niet blijkt dat zij biologisch vader zijn. 34 Voor de geboorteakte maakt dit overigens niet uit, want die is zoals eerder vermeld sekseneutraal. Naast de moeder en haar partner kunnen nog een of twee andere ouders worden opgenomen indien voldaan is aan de vereisten van s. 30 FLA zoals hierboven beschreven. Ouder 3 en 4 kunnen op het registratieformulier aangeven of hun reproductief materiaal (eicel/zaadcel) is gebruikt bij het tot stand komen van het kind. Zoals eerder vermeld, komen alle ouders als ouder op de (lange) geboorteakte, zonder de aanduiding moeder of vader. Het geboorteregistratieformulier kan later door het kind worden opgevraagd.35

In geval van draagmoederschap gaat de registratie door de wensouders via een ander registratieformulier (bijlage B). Uit dit formulier blijkt overigens niet dat er sprake is geweest van draagmoederschap. Het registratieformulier is sekseneutraal opgesteld en heeft plaats voor twee ouders. Naast dit formulier, dat door de wensouders wordt ingevuld, moeten nog twee formulieren worden ingevuld en ondertekend. De draagmoeder moet een formulier invullen waarin zij onder meer aangeeft het kind aan de wensouders af te staan (bijlage C) en de wensouder(s) moet(en) een formulier invullen waarin zij onder meer aangeven het kind van de draagmoeder in hun gezin op te hebben genomen (bijlage D). De laatste twee formulieren worden niet bewaard en zijn dus niet op een later tijdstip voor het kind in te zien.36 Wel wordt de oorspronkelijke melding van de geboorte door het ziekenhuis bewaard, maar niet in combinatie met het registratieformulier van de wensouders.

34 De aandacht was bij het maken van de formulieren zo gericht op de duo-moeders dat hier niet over is nagedacht begreep ik van Ingrid Bloomfield van de Vital Statistics Agency. Er wordt aan een oplossing gewerkt. 35 https://www.vs.gov.bc.ca/births/certificate.html 36 Informatie uit gesprek met Ingrid Bloomfield.

22

5. Belangen van de betrokken partijen

Op welke wijze biedt de regeling waarborgen voor de positie van: - de geboortemoeder; - een eventuele verwekker; - de andere verzorgende ouder; - de eventuele zaad- of eiceldonor(en); - de eventuele draagmoeder?

Geboortemoeder De geboortemoeder is bij de geboorte hoe dan ook de juridische moeder van het kind (s. 30(1)(c)) en kan of samen met haar partner en de donor (s 30(1)(b)(ii)) of samen met de wensouder(s) (s. 30(1)(b)(i) FLA) juridisch ouder worden.

Verwekker Als er sprake is van een verwekker, kan geen gebruik worden gemaakt van de meerouderschapsregeling van s. 30 FLA, deze regeling ziet alleen op concepties door middel van kunstmatige voortplanting. Een verwekker is geen donor in de zin van s. 24 FLA en is dus niet gevrijwaard van ouderschap. Wanneer sprake is van verwekking van een kind door de ‘donor’, wordt hij op grond van s. 26(1) FLA in beginsel beschouwd als de juridische vader.

Andere verzorgende ouder Dat hangt van de constructie af waarvoor gekozen is:

s. 30(1)(b)(i): de geboortemoeder komt schriftelijk met de wensouders overeen dat zij alle drie juridisch ouder zullen zijn. Onder deze omstandigheden heeft de partner van de geboortemoeder geen juridische relatie met het kind. NB: Dit kan alleen wanneer de partner van de geboortemoeder niet heeft ingestemd met juridisch ouderschap.

s. 30(1)(b)(ii) FLA: de geboortemoeder en haar partner komen met de donor overeen dat ze alle drie juridisch ouder zijn van het kind. Onder deze omstandigheden heeft de partner van de geboortemoeder wel een juridische band met het kind.

Stel dat een vrouwenstel en een mannenstel samen kinderen op willen voeden. Een van de mannen levert zaad en een van de vrouwen baart het kind. Van deze vier volwassenen kunnen er slecht drie juridisch ouder worden:

- de geboortemoeder kan samen met de twee mannen juridisch ouder worden; of - de geboortemoeder en haar partner kunnen samen met de man die het zaad heeft geleverd

juridisch ouder worden. In beide situaties valt een van beide partners buiten de boot, of de partner van de man die het zaad levert, of de partner van de geboortemoeder. Zaad/eiceldonoren Een donor in de zin van Part 3 van de FLA is iemand die voor kunstmatige voortplantingsdoeleinden ten behoeve van gebruik door derden reproductief materiaal afstaat (zaad/eicellen/embryo) waaruit

23

een kind is ontstaan (s. 20(1) FLA). In beginsel is het uitgangspunt dat een donor niet op grond van het doneren van zaad/eicel/embryo alleen automatisch juridisch ouder wordt of door een rechter als juridisch ouder kan worden aangemerkt (s. 24(1) FLA). Een donor is slecht juridisch ouder als hij dat is volgens de regelingen neergelegd in Part 3 van de FLA. Dit zal alleen het geval zijn als hij of zij een schriftelijke overeenkomst heeft gesloten met de geboortemoeder, op grond waarvan hij of zij als ouder aangemerkt zal worden (s. 29 of s. 30 FLA). In dat geval staat de donor geen genetisch materiaal af ten behoeve van gebruik door derden, maar met het idee om zelf ouder te worden, net als de gehuwde man die met eigen zaad via kunstmatige voortplanting met zijn vrouw een kind krijgt. Een donor die zaad afstaat aan twee vrouwen, zonder met hen voor de geboorte overeen te komen dat hij juridisch ouder zal worden, heeft geen recht op juridisch ouderschap. De meerouderschapsregeling ziet alleen op meerouderschap in geval van overeenstemming voor de conceptie.

Draagmoeder In geval van draagmoederschap wordt het juridisch ouderschap van de draagmoeder niet beëindigd puur op grond van de schriftelijke overeenkomst die zij voor de conceptie van het kind met de wensouders heeft gesloten. Na de geboorte is een tweede instemmingsmoment voor haar (s. 29(3)(b)(i) FLA) en voor de wensouders (29(3)(b)(ii) FLA) ingebouwd. De draagmoeder heeft de keuze het kind te houden, maar de wensouders hebben ook de keuze het kind niet in hun gezin op te nemen. In geval van onenigheid na de geboorte tussen draagmoeder en wensouders, geldt de instemming voor de conceptie wel als bewijs van de bedoelingen van partijen. De rechter zal dan op grond s. 31 FLA moeten bepalen wie de ouders zijn, waarbij hij voor zover mogelijk uitvoering moet geven aan de regels die in Part 3 zijn neergelegd.

24

6. Gevolgen meerouderschap

Wat zijn de gevolgen van het meerouderschap op het terrein van gezag, onderhoudsverplichtingen, omgang, naamrecht, erfrecht, nationaliteit, belastingregime (erfbelasting/schenkbelasting) en regelgeving betreffende woonplaats, burgerlijke stand en/of basisregistratie personen? Verschillen deze gevolgen per ouder en zijn die verschillen van rechtswege verbonden aan het ouderschap, of zijn die door de ouders zelf in te vullen? Is toestemming van alle met gezag beklede ouders vereist bij belangrijke aangelegenheden? Is bij verschil van mening tussen de ouders beroep (en hoger beroep) op de rechter mogelijk? In welke gevallen? Wie kunnen er een beroep doen op de rechter? Zijn er criteria gegeven voor de beslissing?

6.1 Gezag In Part 4 Care of and time with children van de FLA is nieuwe terminologie geïntroduceerd met betrekking tot de zorg voor en tijd met kinderen. Dit deel wordt wel gezien als de grootste verandering ten opzichte van de Family Relations Act die eerder de verhouding tussen ouders en kinderen en ouders onderling regelde.37 Binnen deze nieuwe regeling die alle ouders betreft, is ook plaats gemaakt voor meeroudergezinnen, maar dit was niet de focus van de nieuwe regeling. De termen die relevant zijn in Part 4 zijn guardianship, parenting arrangements, parental responsibilities, parenting time en contact. Guardianship houdt verantwoordelijkheid voor kinderen in en parental responsibilities geven vorm aan deze verantwoordelijkheid. Parenting time verwijst naar de tijd die een guardian heeft met een kind en contact de tijd die een persoon die geen guardian is heeft met een kind. Een parenting arrangement is de manier waarop guardians in de praktijk vorm geven aan hun ouderschap, dit kan een informeel arrangement zijn of gebaseerd zijn op een formele overeenkomst of rechterlijke beslissing. Alleen guardians kunnen parental responsibilities en parenting time hebben (s. 40(1) FLA) hebben. Ouders zijn in beginsel guardians zowel tijdens hun samenleving als na een mogelijke scheiding (s. 39(1) FLA). Een ouder die nooit met een kind heeft samengeleefd is in beginsel geen guardian, tenzij hij of zij ouder is geworden op grond van s. 30 FLA (s. 39(3)(a) FLA); of de ouder en alle guardians van het kind overeenkomen dat de ouder ook guardian is (s. 39(3)(b) FLA); of de ouder regelmatig voor het kind zorgt (s. 39(3)(c) FLA). Een persoon die geen ouder is, kan niet door overeenkomst met de guardians van het kind ook guardian worden (s. 50 FLA).38 Hij of zij kan echter wel op grond van een rechterlijke beslissing guardian worden indien dit in het belang van het kind is, ook als er al twee of meer guardians zijn (s. 51(1) FLA). Daarnaast kan een guardian bij testament een ander als guardian aanwijzen (s. 53 FLA). Van groot belang in Part 4 van de FLA is de bepaling dat bij alle beslissingen en afspraken met betrekking tot guardianship, parenting arrangements en contact het belang van het kind de enige overweging vormt (s. 39(1) FLA). Dit geldt zowel voor beslissingen van rechters als voor beslissingen door guardians bij het uitoefenen van parental responsibilities (s. 43(1) FLA). Bij het bepalen van het belang van het kind moeten alle behoeftes van het kind en alle relevante omstandigheden worden

37 Guidance document Ministry of Justice Part 4 - Care and time with children, p. 1. 38 Dit kon onder de Family Relations Act wel, maar de mogelijkheid om guardianship aan een niet-ouder toe te kennen is in de FLA aan de rechter voorbehouden (s. 50 en s 51 FLA) om de veiligheid van het kind te waarborgen door te zorgen dat een rechter overzicht houdt in alle gevallen waar een niet-ouder guardianship willen hebben met betrekking tot een kind (Guidance document Ministry of Justice Part 4 - Care and time with children, on section 50).

25

meegenomen, waarbij s. 37(s) FLA een lijst bevat met omstandigheden en belangen die in ieder geval moeten worden meegewogen: s. 37(2) To determine what is in the best interest of a child, all the child's needs and circumstances must be considered, including the following: (a) the child's health and emotional well-being; (b) the child's views, unless it would be inappropriate to consider them; (c) the nature and strength of the relationships between the child and significant persons in the child's life; (d) the history of the child's care; (e) the child's need for stability, given the child's age and stage of development; (f) the ability of each person who is a guardian or seeks guardianship of the child, or who has or seeks parental responsibilities, parenting time or contact with the child, to exercise his or her responsibilities; (g) the impact of any family violence on the child's safety, security or well-being, whether the family violence is directed toward the child or another family member; (h) whether the actions of a person responsible for family violence indicate that the person may be impaired in his or her ability to care for the child and meet the child's needs; (i) the appropriateness of an arrangement that would require the child's guardians to cooperate on issues affecting the child, including whether requiring cooperation would increase any risks to the safety, security or well-being of the child or other family members; (j) any civil or criminal proceeding relevant to the child's safety, security or well-being.

Guardians kunnen met elkaar afspraken maken over de uitoefening van het gezag, Het uitgangspunt bij parental responsibilities is dat elke guardian alle parental responsibilities mag uitoefenen ten opzichte van het kind in overleg met de andere guardians tenzij dit in de gegeven omstandigheden onredelijk of ongepast is (unreasonable or inappropriate) (s. 40(2) FLA). Guardians kunnen echter bij overeenkomst van dit uitgangspunt afwijken in die zin dat een of meerdere guardians alle of bepaalde parental responsibilities uitoefenen (s. 40(3)(a) FLA) of dat ze gezamenlijk of apart van elkaar handelen in het kader van parental responsibilities (s. 40(3)(b) FLA). Guardians zijn vrij in het invullen van hun parenting arrangement waarbij het belang van het kind de enige leidende factor is. De FLA geeft in s. 40(4) aan dat er geen presumptie is dat een specifiek parenting arrangement in het belang van het kind geacht wordt te zijn, waarbij expliciet wordt aangeven dat er geen presumptie is dat (a) parental responsibilities evenredig over de guardians moeten worden verdeeld; (b) dat parenting time evenredig over de guardians moet worden verdeeld; (c) of dat beslissing door guardians gezamenlijk of apart moeten worden genomen.

26

In s. 41 zijn de parental responsibilities in de context van Part 4 van de FLA nader uitgewerkt. s. 41 For the purposes of this Part, parental responsibilities with respect to a child are as follows:

(a) making day-to-day decisions affecting the child and having day-to-day care, control and supervision of the child; (b) making decisions respecting where the child will reside; (c) making decisions respecting with whom the child will live and associate; (d) making decisions respecting the child's education and participation in extracurricular activities, including the nature, extent and location; (e) making decisions respecting the child's cultural, linguistic, religious and spiritual upbringing and heritage, including, if the child is an aboriginal child, the child's aboriginal identity; (f) subject to section 17 of the Infants Act, giving, refusing or withdrawing consent to medical, dental and other health-related treatments for the child; (g) applying for a passport, licence, permit, benefit, privilege or other thing for the child; (h) giving, refusing or withdrawing consent for the child, if consent is required; (i) receiving and responding to any notice that a parent or guardian is entitled or required by law to receive; (j) requesting and receiving from third parties health, education or other information respecting the child; (k) subject to any applicable provincial legislation, (i) starting, defending, compromising or settling any proceeding relating to the child, and (ii) identifying, advancing and protecting the child's legal and financial interests; (l) exercising any other responsibilities reasonably necessary to nurture the child's development.

Het uitgangspunt tijdens parenting time (de tijd dat een kind bij een guardian is) is dat de betreffende guardian op de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse beslissingen omtrent het kind en verantwoordelijkheid voor de dagelijkse zorg, zeggenschap en begeleiding van het kind heeft, tenzij anders is overeengekomen of door de rechter anders is bepaald (s. 42(2) FLA). In het kader van de meerouderschapsregeling is, na opmerkingen tijdens het consultatieproces over het aanvragen van een paspoort voor een kind, door de federale overheid aangegeven dat alle ouders moeten toestemmen in de aanvraag van een paspoort voor een kind.39 Wanneer guardians uit elkaar gaan heeft dat geen invloed op hun status als guardian. De rechter kan guardianship van een van de guardians na scheiding echter wel beëindigen (s. 39(2) FLA).40 In de context van een scheiding kunnen twee of meer guardians een overeenkomst sluiten met betrekking tot de volgende zaken: (a) de toedeling van parental responsibilities; (b) parenting time; (c) de uitvoering van een dergelijke overeenkomst; (d) en de manier waarop conflicten die ontstaan in het kader van de overeenkomst worden opgelost (s. 44 FLA). Een dergelijke overeenkomst is alleen bindend wanneer deze is gemaakt na een scheiding of met het oog op een scheiding met het doel

39 Mail van Shannan Knutsen dd. 8 oktober 2014 (zie bijlage) 40 Zie bijvoorbeeld Re British Columbia Birth Registration No. 2004-59-020158, 2014 BCCA 137.

27

om na de scheiding effectief te worden (s. 44(2) FLA). Wanneer de overeenkomst op schrift is gesteld en bij de rechtbank is ingeschreven, wordt de overeenkomst afdwingbaar als ware het een rechterlijke beslissing (s. 44(3) FLA). De rechtbank moet de overeenkomst (of onderdelen daarvan) echter aanpassen of terzijde schuiven op verzoek van een van de partijen, wanneer deze niet in het belang van het kind blijkt te zijn (s.44(4) FLA). De rechter kan op verzoek van een van de guardians een beslissing nemen omtrent de zaken die de guardians in een overeenkomst kunnen opnemen (s. 45 FLA). Wanneer er geen overeenkomst of rechterlijke beslissing is met betrekking tot de toedeling van parental responsibilities en/of parenting time, maar guardians wel een informele overeenkomst hebben in die zin dat ze een substantiële periode een bepaalde parenting arrangement met betrekking tot het kind naleven en dit inmiddels deel uit maakt van de dagelijkse routine van een kind, dan kan een guardian deze informele overeenkomst niet zonder overleg met de andere guardians wijzigen, tenzij overleg in de omstandigheden onredelijk of ongepast zou zijn (s. 48(1) FLA). Guardians kunnen in dit geval alsnog een overeenkomst sluiten of de rechter om een beslissing vragen (s. 48 FLA). Een rechterlijke beslissing inzake een parenting arrangement is voor wijziging vatbaar wanneer de behoeften of de omstandigheden van kind zijn veranderd (s. 47 FLA). In geval van conflict kunnen guardians dus aan de rechter om een toedeling van parental responsibilities en parenting time (s. 45 FLA) vragen. Daarnaast kunnen guardians de rechter om aanwijzingen (directions) vragen met betrekking tot een zaak die het kind betreft om zo zeker te zijn welke beslissing in het belang van het kind is. Bovendien mag de rechter ook een bindende aanwijzing (order) geven als hij dit toepasselijk acht (s. 49 FLA). 6.2 Omgang Zoals hierboven bleek kan een persoon die geen ouder is, niet via een overeenkomst met de guardians van een kind zelf ook guardian worden. Het is echter wel mogelijk voor een niet-juridische ouder om via overeenkomst met de guardians van het kind een contactregeling vast te leggen. Deze overeenkomst kan ook afspraken over de aard en voorwaarden van het contact bevatten. Wanneer deze overeenkomst bij de rechtbank wordt ingeschreven, krijgt deze dezelfde afdwingbaarheid als een rechterlijke beschikking. Partijen kunnen om wijziging verzoeken indien blijkt dat de gemaakte afspraken niet in het belang van het kind zijn (s. 58(4) FLA). Daarnaast kan een persoon ook aan de rechter verzoeken een contactregeling vast te stellen. Deze mogelijkheid is open voor iedere persoon die geen guardian is, waarbij ouders die geen guardian zijn en grootouders expliciet worden genoemd. Bij de vraag of de rechter een contactregeling vaststelt en de vorm die het contact zal hebben, is het belang van het kind de enige overweging (s. 37(1) FLA). 6.3 Onderhoudsverplichtingen De onderhoudsverplichting ten opzichte van kinderen is gekoppeld aan het juridisch ouderschap (s. 147 (1)FLA). Daarnaast kan ook een guardian die geen ouder is een onderhoudsverplichting hebben, maar die verplichting is ondergeschikt aan de verplichting van de ouder (s. 147 (3) FLA). Heeft het

28

kind drie juridische ouders, dan ligt er op alle drie de ouders een onderhoudsverplichting. Ouders kunnen een overeenkomst sluiten over kinderalimentatie na scheiding of met zicht op een scheiding. Schrijven ze deze overeenkomst bij de rechtbank in dan krijgt deze dezelfde rechtskracht als een rechterlijke beschikking. Op verzoek kan de rechter de overeenkomst aanpassen of terzijde schuiven als deze niet in het belang van het kind blijkt te zijn (s. 148(1) FLA). Zolang er geen conflict is met betrekking tot de zorg en opvoeding van kinderen tussen de drie ouders, zullen ze in overleg in het onderhoud voorzien. Ontstaan er conflicten tussen de moeders en de juridische vader, dan kan de rechter een regeling met betrekking tot onderhoud vaststellen (s. 149 (1) FLA). 6.4 Drie voorbeelden Lesbisch stel met bekende donor die juridisch ouder is op grond van s. 30 FLA Als het kind drie ouders heeft op grond van s. 30 FLA (moeders en bio-vader of moeder en twee andere ouders) zijn ze in beginsel alle drie guardian en dus gerechtigd tot het uitoefenen van parental responsibilities (s. 40(1)). De drie guardians kunnen overkomen hoe ze de parental responsibilities willen uitoefenen. Ze kunnen bijvoorbeeld afspreken dat de moeders in beginsel het gezag uitoefenen en de bio-vader tijdens zijn parenting time de dagelijkse verantwoordelijkheid en zorg heeft voor het kind. Ze kunnen echter ook afspreken dat ze alle drie evenveel verantwoordelijkheid hebben en alle beslissingen omtrent het kind gezamenlijk nemen, tenzij dit niet opportuun is. Alle drie de ouders hebben een verplichting tot het bijdragen in het levensonderhoud van het kind. Mochten de vrouwen uit elkaar gaan, dan kunnen de drie ouders en guardians gezamenlijk een parenting arrangement vastleggen, met daarin afspraken over de toedeling en uitoefening van de parental responsibilities en de verdeling van parenting time. De rechter heeft de bevoegdheid om guardianship van een ouder te beëindigen (s. 39(2) en s. 51(1)(b) FLA), wanneer dit in het belang van het kind is. Daarbij kan een rol spelen dat de noodzaak tot samenwerken van de guardians in het kader van een parenting arrangement een risico oplevert voor de veiligheid of het welzijn van het kind (s. 37(2)(i) FLA). De drie guardians kunnen ook overeenkomen dat ze na de scheiding niet langer alle drie guardian zullen zijn (39(2) FLA), maar dat bijvoorbeeld alleen de geboortemoeder guardian is. Daarnaast kunnen ze ook een overeenkomst sluiten over de kinderalimentatie (s. 148 (1) FLA). Lesbisch stel met bekende donor die geen juridisch ouder is De donor die geen juridisch ouder is, is geen guardian en heeft dus geen parental responsibilities. Hij kan dit ook niet door overeenkomst met de moeders verkrijgen. Daarvoor zal hij naar de rechter moeten en moeten aantonen dat het in het belang van het kind is dat hij ook guardian wordt (s. 51(1)(a) FLA). De instemming van de moeders alleen is hiertoe niet voldoende (s. 219 FLA). De moeders kunnen hem bij testament wel als guardian aanwijzen voor het geval zij komen te overlijden (s. 53(1) FLA). Als hij geen guardian wordt, kan hij met de moeders overeenkomen dat hij contact heeft met het kind (s. 58(1) FLA). Indien de moeders niet willen dat hij contact heeft met het kind, kan hij de rechter verzoeken een contactregeling vast te stellen (s. 59(1) en (2) FLA). Bij de vraag of de rechter een contactregeling zal vaststellen is het belang van het kind wederom de enige overweging (s. 37(1) FLA). Krijgt de donor via de rechter de status van guardian dan kan hij samen

29

met de moeders afspraken maken over de uitoefening van de parental responsibilities. Ook krijgt hij daarmee een onderhoudsplicht, zij het een die onderschikt is aan die van de ouders (s. 147 (1) en (3) FLA). Lesbisch stel en homostel dat samen kinderen opvoedt waar bij de moeders en de bio-vader juridisch ouder zijn In dit geval zijn de moeders en de bio-vader juridisch ouder (s. 30 FLA) en guardians met parental responsibilities. De mannelijke partner van de bio-vader heeft geen juridische status en is geen guardian. Hij kan ook niet via overeenkomst met de drie ouders guardian worden. Dit kan alleen via de rechter en daarbij moet heel helder zijn dat het belang van het kind gediend is met het toekennen van de status van guardian. Omstandigheden die daarbij bijvoorbeeld een rol spelen zijn het feit dat de partner feitelijk voor de kinderen zorgt als ze bij hem en de bio-vader verblijven (s. 37(2)(d) FLA) en de aard en hechtheid van de relatie tussen het kind en de partner van de bio-vader (s. 37(2)(c) FLA). Duidelijk is wel dat de mannelijke partner in een dergelijke constructie een zeer zwakke juridisch positie heeft ten opzichte van het kind, zeker in vergelijking met de positie van de partner van de geboortemoeder. Krijgt de partner van de biologische vader via de rechter de status van guardian dan kan hij samen met de moeders en de vader afspraken maken over de uitoefening van de parental responsibilities. Ook krijgt hij daarmee een onderhoudsplicht, zij het een die onderschikt is aan die van de ouders (s. 147 (1) en (3). FLA). 6.5 Naamrecht Ouders zijn vrij de achternaam van hun kind te kiezen, ze kunnen daarbij uit hun eigen achternamen kiezen, maar ze kunnen ook een willekeurige andere naam kiezen (s. 4(1) Vital Statistics Act). Ze mogen daarbij niet meer dan twee achternamen combineren (of met een streepje verbinden) en als een van de ouders al een achternaam heeft die uit een combinatie van twee namen bestaat (met of zonder streepje) mag slecht een van die namen worden gebruikt (s. 4(2)(a) en (b) Vital Statistics Act). Zijn er drie ouders, dan mogen slechts twee van de achternamen worden gecombineerd. Hebben de vrouwen dezelfde achternaam aangenomen bij het huwelijk, dan is natuurlijk een combinatie van hun achternaam met die van de juridische vader mogelijk.

Zijn er conflicten tussen de ouders dan staan de volgende mogelijkheden open: hebben de ouders dezelfde achternaam, dan krijgt het kind die achternaam; hebben de ouders verschillende achternamen, dan krijgt het kind een combinatie van die achternamen (al dan niet met een streepje) in alfabetische volgorde (s. 4(1)(c) FLA). Het is niet duidelijk wat er gebeurt als meer dan twee ouders een conflict hebben over de achternaam van het kind, aangezien de wet niet de mogelijkheid biedt om drie achternamen te combineren.

30

6.6 Erfrecht en belasting Het materiële erfrecht is geregeld per provincie en de erf- en schenkingsbelasting is federaal geregeld.

Als geen testament is opgemaakt erven de kinderen in gelijke delen van een juridische ouder (s. 21, s. 23 en s. 24(1) Wills, Estates and Succession Act).41 Hier is geen aparte regeling getroffen voor kinderen met drie ouders, zij erven van alle drie de ouders wanneer deze ouders geen testament hebben gemaakt.

Wanneer een ouder een testament opmaakt, kan hij of zij besluiten een of meer kinderen niet te laten erven. Kinderen hebben geen recht op een kindsdeel of legitieme portie zoals in Nederland. De rechter kan echter op verzoek van het kind van een testament afwijken, indien er voor het kind geen adequate onderhoudsvoorziening (adequate provisions for propper maintenance and support) in het testament is getroffen voor hem of haar (s. 60 Wills, Estates and Succession Act). Concludeert de rechter dat er inderdaad geen adequate onderhoudsvoorziening is getroffen, dan kan hij een dergelijke bijdrage vaststellen. Dit recht geldt voor kinderen ten opzichte van alle juridische ouders.

In Canada wordt in beginsel geen erf- en schenkingsbelasting geheven. 6.7 Nationaliteit Het verkrijgen en het verlies van de Canadese nationaliteit is geregeld in de federale Citizenship Act.42 In beginsel heeft een ieder die na 14 februari 1977 op Canadees grondgebied wordt geboren de Canadese nationaliteit (s. 3 (1)(a) Citizenship Act) en heeft een ieder die na 14 februari 1977 buiten Canada is geboren de Canadese nationaliteit indien een van zijn ouders op het moment van de geboorte de Canadese nationaliteit heeft (s. 3(1)(b) CA). In de Citizenship Act zijn beperking op deze twee algemene regels opgenomen, zo geldt het ius soli-beginsel niet voor kinderen van diplomaten van vreemde mogendheden die in Canada zijn gestationeerd op het moment dat het kind wordt geboren (s. 3(2)(a) CA) en geldt het ius-sanguinis beginsel (uitzonderingen daargelaten) niet voor kinderen die als tweede generatie buiten Canada worden geboren (s. 3(3)(a)).

Kinderen met drie of vier ouders op grond van s. 30 FLA die in British Columbia worden geboren, krijgen de Canadese nationaliteit, ongeacht de nationaliteit van hun ouders.

6.8 Woonplaats Er is in British Columbia geen registratie vergelijkbaar met de Nederlandse gemeentelijk basisadministratie waar iedereen die in een bepaalde gemeente woont, is ingeschreven. Wanneer een kind in twee huizen verblijft, zal veelal aangesloten kunnen worden bij de regelgeving zoals die voor gescheiden co-ouders bestaat. Bijvoorbeeld voor de federale Child Benefit Programs is de daadwerkelijke zorg die een ouder voor een kind heeft bepalend voor de vraag wie recht heeft op de 41 http://www.bclaws.ca/civix/document/id/complete/statreg/09013_01#section8.1 42 http://laws-lois.justice.gc.ca/eng/acts/c-29/page-1.html#docCont

31

toelage. Hebben gescheiden ouders ongeveer evenveel tijd de zorg voor het kind dan ontvangen beide ouders 50% van de toelage.43 Met betrekking tot de schoolkeuze kunnen apart wonende ouders kiezen welk adres bepalend zal zijn voor de schoolkeuze. In het kader van de bevoegdheid van de rechter in British Columbia in zaken met betrekking tot guardianship, parenting arrangements en contact, geeft s. 72 FLA een kader waarbinnen kan worden bepaald bij wie het kind zijn gewone verblijfplaats heeft.

6.9 IPR aspecten

Is in de voorbereiding van het wetsvoorstel aandacht besteed aan de IPR-aspecten van het meerouderschap, met name de te verwachten (on)mogelijkheden om meerouderschap erkend te krijgen in andere landen? (En hoe werkt de interregionale erkenning tussen de deelstaten van Canada?)

Er is niet veel aandacht geweest voor de IPR consequenties van het meerouderschap binnen Canada of buiten Canada. British Columbia heeft in de FLA zelf regels opgenomen voor de erkenning van declaratory orders met betrekking tot ouderschap uit andere provincies (s. 35 FLA) en andere staten (s. 36 FLA). Deze regeling is grotendeels gebaseerd op de erkenningsregeling in de Uniform Child Status Act. Het uitgangspunt is erkenning van rechterlijke beslissingen uit andere provincies in Canada, tenzij er inmiddels bewijs voorhanden is dat eerder niet voorhanden was en tot een andere uitspraak zou leiden of de rechter overtuigd is dat de uitspraak is verkregen op grond van fraude of bedreiging (s. 35(3) FLA). Dit zou betekenen dat British Columbia ook een declaration of parentage uit een andere provincie met vier ouders zal accepteren. Als het om declaratory orders van buiten Canada gaat, moet er aan meer eisen worden voldaan wil een degelijke order erkend worden (s. 36 FLA). Het uitgangspunt is dat een dergelijke order wordt erkend indien het kind of een van de ouders zijn gewone verblijfplaats had in de betreffende jurisdictie op het moment dat de declaratory order werd gevraagd of gegeven, of dat het kind of een van de ouders een substantiële band had met de betreffende jurisdictie op dat moment (s. 36(1) FLA). Verder gelden hier ook de eisen die voor erkenning van een Canadese order gelden, met daarbij nog de bepaling dat erkenning van een niet-Canadese order geweigerd kan worden als deze in strijd is met de openbare orde (s. 36(3) FLA). Interessant is hier om op te merken dat de Law Reform Commission van Manitoba in zijn recente rapport verwijst naar de regeling in de Uniform Child Status Act en de regeling in de FLA en daarbij opmerkt dat zij aanbevelen de erkenning van buitenlandse geboorteakten via rechterlijk beslissing te laten verlopen. 'Considering the policy implications and risks associated with international surrogacy arrangements, the Commission takes the view that extra-provincial parentage orders issued outside Canada ought to be recognized through a judicial rather than an administrative process.'44

Of en hoe het meerouderschap uit British Columbia in de andere provincies wordt erkend, kan in British Columbia zelf niet worden geregeld en zal van de regelgeving in de betrokken provincie zelf afhangen. De vraag rijst of een rechterlijke beslissing hier niet meer bescherming biedt dan geboorteregistratie zoals nu in British Columbia mogelijk is. Met betrekking tot draagmoederschap

43 http://www.cra-arc.gc.ca/E/pbg/tf/rc66/rc66-fill-14e.pdf 44 Manitoba Law Reform Commission: Manitoba Law Reform Commission, Assisted reproduction: Legal parentage end birth registration, Issue paper, April 2014, p. 38.

32

waarbij de wensouders niet uit British Columbia afkomstig zijn, lijkt de mogelijkheid te bestaan om alsnog een declaration of parentage te verkrijgen van de rechter. Of dit ook mogelijk is voor de regeling van s. 30 en het meerouderschap zal moeten blijken. Advocaten waarschuwen dat meerouderschap tot ongewenste gevolgen kan leiden. 'A surface reading of the FLA provisions on parentage could lead parents to erroneously assume that the provisions of the FLA will apply to all children born in B.C. regardless of where the parents or children might have lived in the past or live in the future, and regardless of the location of any donors or surrogates who may be involved. Relying on provincial law as a source of parental status is risky as choice of law issues are complex.'45

Gezag en omgang

De FLA bevat ook een sectie met betrekking tot de vraag wanneer de rechter in British Columbia bevoegd is een verzoek met betrekking tot guardianship, parenting arrangements of contact te behandelen en de vraag of en wanneer aan een beschikking van buiten de provincie uitvoering moet worden gegeven (s. 72 e.v. FLA). In s. 72 FLA wordt in de context van deze vragen bepaald wanneer er sprake is van 'habitual residence' van een kind op een bepaalde plek (gewone verblijfplaats). Dit is in eerste instantie de plaats waar het kind meest recent heeft gewoond (a) met zijn of haar ouders of wanneer de ouders niet bij elkaar wonen, met een ouder (b) op basis van een overeenkomst (c) met de stilzwijgende toestemming (implied consent) van de andere ouder of (d) op basis van een gerechtelijke beslissing. In s. 74 FLA wordt vervolgens bepaald dat de rechter in British Columbia in ieder geval bevoegd is als het kind zijn gewone verblijfplaats heeft in British Columbia als het verzoek wordt ingediend en vervolgens zijn er ook omstandigheden waaronder de rechter in British Columbia bevoegd is terwijl het kind elders zijn gewone verblijfplaats heeft (s. 74(b) en (c) FLA). Daarbij kunnen de volgende omstandigheden een rol spelen: het kind verblijft op dat moment in British Columbia, er is veel informatie over het belang van het kind beschikbaar in British Columbia, het kind heeft een substantiële band met British Columbia en zo wordt er nog een aantal omstandigheden genoemd in (s. 74 FLA). Vervolgens wordt in s. 75 en 76 FLA het kader uiteengezet voor de erkenning van extra-provinciale beslissingen.

Het advies van legal practitioners voor potentiële ouders die meerouderschap overwegen op grond van s. 30 FLA is om in de schriftelijke overeenkomst die voor de conceptie wordt opgesteld ook afspraken op te nemen over bij wie het kind zijn gewone verblijfplaats heeft, wie guardians zijn, hoe de verdeling van parental responsibilities vorm wordt gegeven en wat er gebeurt in geval er een conflict tussen de ouders ontstaat, kortom alle afspraken die normaliter worden gemaakt in een parenting agreement wanneer ouders uit elkaar gaan. Daarbij houdt de rechter natuurlijk de mogelijkheid deze overeenkomst te wijzigen wanneer het belang van het kind dit vergt.46

45 L. Selby (ed) Family Law Act Transition Guide - 2014 Update - The continuing legal education society of British Columbia (CLE BC) August 2014 Update, p. 3.58. 46 L. Selby (ed) Family Law Act Transition Guide - 2014 Update - The continuing legal education society of British Columbia (CLE BC) August 2014 Update, p. 3.56.

33

7. Maatschappelijke discussie en evaluatie van de regeling

Hoe valt de maatschappelijke discussie omtrent de uitbreiding naar meerouderschap samen te vatten en – voor zover dit onderwerp van debat is geweest – in hoeverre duurt dit debat voort na invoering? Zijn kinderen/jongeren betrokken bij de introductie van de regeling voor meerouderschap en in hoeverre is gebruik gemaakt van empirisch onderzoek op basis waarvan de ervaringen en standpunten van kinderen/jongeren konden worden bepaald.

Er is nauwelijks maatschappelijke discussie geweest over het meerouderschap. Het kan heel goed zijn dat dit komt daardoor het meerouderschap deel uitmaakt van een veel grotere wetgevingsoperatie. Tijdens de consultatie is er gereageerd op het nieuwe afstammingsrecht door het publiek en belangengroeperingen. Met een aantal van deze groeperingen is ook door de wetgever gesproken om uit te leggen wat het doel van de wetgeving is. De reacties op de consultatie waren over het algemeen positief. De reacties op de consultatie zijn niet openbaar, maar uit de verzamelde reacties op de Public Consultation blijkt dat alle respondenten op de vraag of een kind meer dan twee ouders moet hebben, ja geantwoord hebben, onder andere omdat dit het kind ten goede zou komen, of omdat dit soort gezinnen bestaan en dus erkend moeten worden.47 Daarbij kwam naar voren dat de bedoelingen en de toestemming van de volwassenen als essentieel wordt gezien.

Met betrekking tot het recht op afstammingskennis kwam naar voren dat de meeste respondenten vonden dat er medische informatie voor het kind beschikbaar moet zijn, enkelen vonden dat er informatie over voorouders (ancestry) beschikbaar moet zijn, maar dat geen van de respondenten voorstander was van een systeem waarbij de identiteit van de donor tegen zijn wil vrij wordt gegeven aan het kind. Het voorstel is om een databank met non-identifying information op te zetten.48

Zal de regeling worden geëvalueerd? En zijn er op dit moment reeds empirische gegevens over het gebruik van de regeling en mogelijke knelpunten in de toepassing van de regeling? Is er reeds op grond van de regeling gegeven rechtspraak gepubliceerd?

Er zijn geen plannen om de meerouderschapsregeling te evalueren. Tot nu toe is er een geboorteakte met drie ouders geregistreerd bij Vital Statistics Agency en er is nog geen rechtspraak over de regeling voorhanden.

47 Ministry of Attorney General Justice Services Branch Civil and Family Law Policy Office Family Relations Act Review: Report of Public Consultation, Victoria BC February 2009, p. 49. 48 Ministry of Attorney General Justice Services Branch Civil and Family Law Policy Office Family Relations Act Review: Report of Public Consultation, Victoria BC February 2009, p. 50.

34

Bibliografie

N. Bala en R. Leckey, Family Law and the Charter's first 30 years: An Impact Delayed, Deep and Declining but Lasting, Canadian Family Law Quarterly, 32 CFLQ 2013 p. 22-52. Susan B. Boyd, 'Equality, an uncomfortable fit in parenting law', in R. Leckey (ed) After Legal Equality: Family, sex and kinship, Routledge, 2014 Barbara Findlay QC and Zara Suleman, Baby steps: Assisted reproductive technology and the B.C. Family Law Act, the continuing legal education society of British Columbia (CLE British Columbia) January 2013 http://www.barbarafindlay.com/uploads/9/9/6/7/9967848/baby_steps.pdf Guidance document Ministry of Justice FLA Part 3 – Parentage http://www.ag.gov.bc.ca/legislation/shareddocs/family-law/part3.pdf Guidance document Ministry of Justice FLA Part 4 - Care and time with children http://www.ag.gov.bc.ca/legislation/shareddocs/family-law/part4.pdf

Guidance document Ministry of Justice FLA Part 7 – Child and spousal support http://www.ag.gov.bc.ca/legislation/shareddocs/family-law/part7.pdf Fiona Kelly - Transforming Law’s family: the legal recognition of planned lesbian families (PhD thesis University of British Columbia Vancouver) 2007

Manitoba Law Reform Commission: Manitoba Law Reform Commission, Assisted reproduction: Legal parentage end birth registration, Issue paper, April 2014

Ministry of Attorney General Justice Services Branch Civil and Family Law Policy Office Family Relations Act Review: Report of Public Consultation, Victoria BC February 2009.

Ministry of Attorney General Justice Services Branch Civil Policy and Legislation Office: White paper on Family Relations Act Reform: Proposals for a new Family Law Act, July 2010, p.29.

Selby (ed) Family Law Act Transition Guide - 2014 Update - The continuing legal education society of British Columbia (CLE BC) August 2014 Update

35

Personen die informatie hebben verschaft over de Family Law Act

Prof. Joost Blom QC - UBC Law - IPR

Ingrid Bloomfield - Regional Manager Vital Statistics Agency (Ingrid Bloomfield is nauw betrokken geweest bij de implementatie van de FLA bij de Vital Statistics Agency, bijvoorbeeld bij het opstellen van de nieuwe geboorteregistratie formulieren).

Professor Susan Boyd - University of British Columbia Vancouver - Family Law

Professor Gillian Calder - University of Victoria - Family Law

Barbara Findlay QC – Family Lawyer based in Vancouver

Agnes Huang – BC Family Lawyer based in Vancouver

Lawrence Kahn QC - Barrister and solicitor - Vancouver

Fiona Kelly - author of Transforming Law’s family: the legal recognition of planned lesbian families (PhD thesis University of British Columbia Vancouver) 2007.

Shannan Knutson – Legal Counsel, Civil Policy and Legislation Office, Justice Services Branche, Ministry of Justice, Victoria BC

Donna Martinson QC - Donna Martinson was a judge for 21 years and now works on a volunteer basis as an Adjunct Professor at Simon Fraser University School of Criminology, and as Visiting Scholar at the UBC Faculty of Law. She is Chair of the national Canadian Bar Association’s committee on the United Nations Convention on the Rights of the Child; and co-chairs, with Dr. Nancy Bell, the Children, Law and Human Rights Initiative, which they founded in 2013.

Jerry McHale QC (UVIC - until July 2011 Jerry Mc Hale was Assistant Deputy Minister with the Justice Services Branch of the BC Ministry of Justice responsible for civil, family and criminal law policy and legislation, mediation and alternative dispute resolution, legal aid, and family law programs.

Prof. Martha O'Brien - University of Victoria - tax law

36

Bijlagen

Bijlage A - Geboorteregistratieformulier met en zonder kunstmatige voortplanting

Bijlage B - Geboorteregistratieformulier draagmoederschap

Bijlage C - Toestemmingsformulier draagmoeder bij geboorteregistratie

Bijlage D - Toestemmingsformulier wensouders bij geboorteregistratie (draagmoederschap)

Bijlage E - E-mail van S. Knutson, Ministry of Justice dd. 8 oktober 2014

BIRTH REGISTRATIONREGISTRATION NUMBER (Office use only)DOCUMENT CONTROL NUMBER

Please PRINT and use blue or black ink when completing the form. Corrections should be crossed out and initialled. Do not use pencil or white-out.

This is the permanent record of your child’s birth, legal name, and parentage.

Are the parents married to each other?

If the parents are not married to each other state whether mother is:Never married Married WidowedDivorced Separated Other

Place of Birth in BC:

Name:

Time of Birth:

(First 3 letters)

Date of Birth:

First Name Middle Name(s) Surname Sex of Child

Month Day Year Kind of Birth If “Kind of Birth” was twin, triplet, or 4+, was this child born:

hh : mm

24 Hour Clock Hospital Birth? Name of Hospital

If the birth did not occur in a hospital, give the exact location where the birth occurred (include postal code)

Children ever born to this mother (including this birth)

City, Town or Other Place (By Name)

Yes NoNumber of Stillborn (after 20 weeks of pregnancy)

Numberof Liveborn

Child’s Personal Health Number

CHILD

SECTION 1

MOTHERSECTION 2

I certify that the foregoing is true and correct to the best of my knowledge and belief.(First 3 letters)

Month Day Year

Name:

First Name Middle Name(s) Maiden Name (Name on Birth or Change of Name Certificate)

Usual Residence Street City Province/State Country Postal Code Phone Number

Complete Mailing Address (If different from above give Post Office or Rural Route address) City, Province, State, Country, Postal Code

( ) -

Current Legal Surname

Date of Birth:

Province of BirthCity of Birth Country of Birth(First 3 letters)

Month Day Year

Age at Time of this Birth BC Resident? Personal Health Number (CareCard Number) Aboriginal? Do you Live on a Reserve?

Date Signedx *If the mother is unable to sign this form, please contact the Vital Statistics Agency for instructions on how to register the birth.

Signature of Mother*

I am the mother of this child and do solemnly declare that:

The father/parent is incapable or deceased (if the father/parent is deceased or not present in the country, contact Vital Statistics to discuss options).

MOTHER MUST CHECK THIS BOX IF NO FATHER OR OTHER PARENTS ARE BEING REGISTERED BELOW.

MOTHER’S DECLARATION

SECTION 3

I am the father of this child, OR

I am a parent of this child and my child was born as a result of assisted reproduction and I was married to, or was in a marriage- like relationship with, this child’s mother at the time this child was conceived.

To apply for the Medical Services Plan, Canada Child Benefits and your child’s Social Insurance Number, see Birth Registration Services on page 2. This form can only be used to apply for these services up to a child’s first birthday.

Signature of Father or Parent* Date Signedx

(First 3 letters)

*If the father or parent does not sign, the father or parent will not be included on the birth record.

I certify that the foregoing is true and correct to the best of my knowledge and belief. Month Day Year

First Name Middle Name(s) Surname (Name on Birth or Change of Name Certificate)

Name:Province of BirthCity of Birth Country of Birth

(First 3 letters)Month Day Year

Age at Time of this Birth Do you live on a reserve?BC Resident? Personal Health Number (Carecard Number) Aboriginal?

Date of Birth:

Sex

ASSISTED REPRODUCTIONSections 5 through 7 on page 2 of this form apply only if your child was conceived using assisted reproduction and you would like to register parents for your child who are not already registered under “Mother” in Section 2 and “Father or Parent” in Section 4.Note: This form is not used for surrogacy birth arrangements.

Who can be registered as a Parent?

• If a written agreement was made before this child was conceived through assisted reproduction, additional parents named in the agreement may be recorded on this child’s birth registration.

Additional documentation will be required. For details, contact the Vital Statistics Agency at:

Telephone: 250 952-2681 (Victoria & Outside BC)Toll Free: 1 888 876-1633 (within BC)

FATHEROR

PARENT

SECTION 4 Fill out this section if you are registering as this child’s father or parent AND one of the statements below is true. You may still be registered as this child’s parent under section 6 or 7 on page 2 if other parentage arrangements have been made (see Assisted Reproduction below).

VSA404mp 2014/JUL/17 1

Single Twin Triplet 4+ 1st 2nd 3rd 4+

Yes No

Yes No Yes No Yes No

Yes No Yes No Yes No

The father is unacknowledged or unknown by the mother or the father refused to acknowledge this child.

VSA404mp 2014/JUL/17

MOTHER MUST SIGN THIS SECTION TO CONFIRM THAT THIS CHILD WAS BORN AS A RESULT OF ASSISTED REPRODUCTION. See the instruction sheet for a definition of assisted reproduction.

MOTHER’SDECLARATIONREGARDINGTHE BIRTH Signature of Mother

x

SECTION 5

PARENT

First Name Middle Name(s) Surname (Name on Birth or Change of Name Certificate)

Name:

Date of Birth:

Province of BirthCity of Birth Country of Birth(First 3 letters)

Month Day Year

I certify that the foregoing is true and correct to the best of my knowledge and belief.

Signature of Parent* Date Signedx

(First 3 letters)Month Day Year

I confirm that my human reproductive material was used in the conception of the child named on this birth registration.

SECTION 6

*If the parent does not sign, the parent will not be included on the birth record.

PARENT

FIrst Name Middle Name(s) Surname (Name on Birth or Change of Name Certificate)

Name:

Date of Birth:

Province of BirthCity of Birth Country of Birth(First 3 letters)

Month Day Year

I certify that the foregoing is true and correct to the best of my knowledge and belief.

Signature of Parent*Date Signed

x(First 3 letters)

Month Day Year

I confirm that my human reproductive material was used in the conception of the child listed on this birth registration.

SECTION 7

*If the parent does not sign, the parent will not be included on the birth record.

BIRTH REGISTRATION SERVICES RELEASE OF INFORMATIONBy checking the box next to and signing an application below, I authorize the registrar general of the Vital Statistics Agency to release the necessary information contained in this registration to the relevant government authorities for the purpose of:

MEDICAL SERVICES PLAN (MSP) APPLICATION

Applicant Signature (mother)

(Remember to check the box and sign if you want this service.)

I declare the named child is a resident of British Columbia. Under the Medicare Protection Act, a resident is defined as “a person who is a citizen of Canada or is lawfully admitted to Canada for permanent residence, makes his or her home in British Columbia, and is physically present in British Columbia at least 6 months in a calendar year, and includes a person who is deemed under the regulations to be a resident but does not include a tourist or visitor to British Columbia.” I understand that personal information on this form will be used by the Ministry of Health (HLTH) and/or Health Insurance BC (HIBC) to determine eligibility for provincial health care benefits. I declare that the information provided is true and I understand that HLTH and/or HIBC may verify the information with public authorities as appropriate. I understand that practitioners who provide service(s) under MSP are required under the Medicare Protection Act to release information relative to those services to MSP to support claims for payment.

CANADA CHILD BENEFITS APPLICATION

Applicant Signature Applicant Social Insurance Number (mother) (mother)

(Remember to check the box and sign if you want this service.)

I understand that the necessary information from this registration will be transferred to the Canada Revenue Agency to process my application for the Canada Child Tax Benefit, the Universal Child Care Benefit, the goods and services tax/harmonized sales tax credit, including any related provincial or territorial programs administered by the Canada Revenue Agency. I certify that I am a Canadian citizen or permanent resident and that I am primarily responsible for the care and upbringing of the child identified in the birth registration. For further information relating to your privacy rights, see Canada Revenue information sheet (RC4476-BC).

Signature of Parent

SOCIAL INSURANCE NUMBER APPLICATION (Remember to check the box and sign if you want this service.)

Applying for a Social Insurance Number (SIN) for my child. The necessary information will be forwarded to Service Canada (operating within Employment and Social Development) to process the SIN application. I understand that applying for a SIN is optional. I certify that I am either a Canadian citizen or a permanent resident. For further information, including information relating to your privacy rights, see the enclosed Service Canada insert. Information can also be obtained at www.servicecanada.gc.ca.

Age at Time of this Birth Do you live on a reserve?BC Resident? Personal Health Number (Carecard Number) Aboriginal?Sex

Age at Time of this Birth Do you live on a reserve?BC Resident? Personal Health Number (Carecard Number) Aboriginal?Sex

2

Yes No Yes No

Yes No

Yes No Yes No Yes No

Yes No

Yes No

If you wish to include an order for certificates for your newborn, please complete the following section, enclose correct payment, and mail it along with the Birth Registration form using the postage-paid envelope provided.

BIRTH CERTIFICATE ORDER FORM

VSA404mp 2014/JUL/17

MAILING ADDRESS INFORMATIONNOTE: Please PRINT your name, address and identifying information clearly.

This portion will be used when mailing your service or correspondence.

CITY, PROVINCE/STATE, COUNTRY

MAILING ADDRESS

SURNAME

HOME PHONE (INCLUDING AREA CODE) WORK PHONE (INCLUDING AREA CODE) IF COMPANY, ATTENTION:

FOR OFFICE USE ONLY: AFS#

GIVEN NAMES

POSTAL CODE

The information on the birth registration form is collected under the authority of the Vital Statistics Act (RSBC 1996, c, 479S 3(1)).The information provided will be used to register this birth, produce birth certificates and provide statistical and demographic information required for the administration of the provincial health care system. If you have any questions about the collection and use of this information, contact the British Columbia Vital Statistics Agency at 250 952-2681. Personal information collected by the British Columbia Vital Statistics Agency is protected under the Freedom of Information and Protection of Privacy Act and is treated with the utmost confidentiality.

• Vital Statistics Offices also accept INTERAC™ if you submit this form in person.• Processing time to both register a birth and issue birth certificates is approximately 3 weeks. This includes time to receive the Notice of Birth from the hospital or medical attendant, processing and mail time. If you do not complete the documents fully or submit them in a timely manner, there may be a delay.

Name on Card

Signature of Cardholder

Card Number Expiry Date

2. Credit Card: MasterCard (16 digits) Visa (16 digits) American Express (15 digits)

1. Enclosed is a cheque or money order for $ made payable to the Minister of Finance (postdated cheques not accepted).• Please write the Registration Document Control Number on the back of your cheque or on the memo line on the front of the cheque.

CERTIFICATE TYPE QUANTITY PRICE AMOUNT

Includes Parental Information - Required for Passport

For security purposes the maximum number of Official Birth Certificates which may be ordered is TWO of each type.

$27

$27

$50

$50TOTAL $

Commemorative Birth Certificates

Official Birth Certificatefor official identification

Commemorative # Commemorative Description

Individual Information Only

3

City Province/State Country

First Middle Names

SURNAME*

GIVEN NAMES

BIRTH PLACEMO

THER

DET

AIL

S

First Middle Names

City Province/State Country

SURNAME

GIVEN NAMES

BIRTH PLACE

FATH

ER

DET

AIL

S

First Middle Names MALE FEMALE

Month (ex: Feb) Day Year City ProvinceBRITISH COLUMBIA

SURNAME

GIVEN NAMES & SEXDATE & PLACE OF BIRTH

CH

ILD

D

ETA

ILS

First Middle Names

City Province/State Country

SURNAME

GIVEN NAMES

BIRTH PLACE

PAR

ENT

DET

AIL

S

First Middle Names

City Province/State Country

SURNAME

GIVEN NAMES

BIRTH PLACE

PAR

ENT

DET

AIL

S

Maiden Name (Name on Birth or Change of Name Certificate)

*

YOUR RELATIONSHIP TO BIRTH

Mother Father/Parent

BIRTH REGISTRATIONREGISTRATION NUMBER (Office use only)DOCUMENT CONTROL NUMBER

Please PRINT and use blue or black ink when completing the form. Corrections should be crossed out and initialled. Do not use pencil or white-out.

This is the permanent record of your child’s birth, legal name, and parentage.

VSA404s 2014/MAY/14

To apply for the Medical Services Plan, Canada Child Benefits and your child’s Social Insurance Number, see Birth Registration Services on the reverse. These services are only available up to the child’s first birthday.

CHILDPlace of Birth in BC:

Name:

Time of Birth:

(First 3 letters)

Date of Birth:

First Name Middle Names(s) Surname Sex of Child

Month Day Year Kind of Birth Birth Order: If twin, state whether this child was born

hh : mm

24 Hour Clock Hospital Birth? Name of Hospital

Single Twin Triplet 4+ 1st 2nd 3rd 4+

City, Town or Other Place (By Name)

Yes No

For assistance completing the birth registration, contact the Vital Statistics Agency at 250 952-2681.

To order a birth certificate for your child, please complete the order section on the reverse. NOTE: A free birth certificate is not issued at the time your child’s birth is registered.

Please ensure all information provided is complete, correct, and received by the British Columbia Vital Statistics Agency within 30 days after the birth. If the birth registration is submitted more than 30 days after the birth, you may be charged a $27.00 fee to register the birth.

To register your child for the British Columbia Medical Services Plan, Canada Child Benefits and Social Insurance Number, you must authorize the Release of Information for each service. See the reverse side of this form.

Are the parents married or in a marriage-like relationship with each other?

If birth did not occur in hospital give exact location where birth occurred (include postal code)

Attending Physician/Midwife:

Full Name of Attending Physician or Midwife

Yes No

Child’s Personal Health Number

Name:

First Name Middle Name(S) Surname At Birth (Name on Birth or Change of Name Certificate)

Current Legal Surname

PARENT

Date of Birth:

Province of BirthCity of Birth Country of Birth(First 3 letters)

Month Day Year

Age At Time Of This Birth

BC Resident? Personal Health Number (Carecard Number) Aboriginal? Do you live on a reserve?

Usual Residence Street City Province/State Country Postal Code Phone Number

( ) -

Yes No Yes NoYes No

Sex

Phone NumberComplete Mailing Address (If different from above, give Post Office or Rural Route address) City, Province, State, Country, Postal Code

( ) -YearI certify that the foregoing is true and correct to the best of my knowledge and belief.

Date Signed

(First 3 letters)Month Day

Signature of Parentx

First Name Middle Name(s) Surname (Name on Birth or Change of Name Certificate)

Name:

Date of Birth:

Province of BirthCity of Birth Country of Birth(First 3 letters)

Month Day Year

Age at Time of this Birth

BC Resident? Personal Health Number (Carecard Number)

Yes No

Do you live on a reserve?

Yes NoYes No

Aboriginal?

PARENT

I certify that the foregoing is true and correct to the best of my knowledge and belief.

Signature of Parent* Date Signedx

(First 3 letters)Month Day Year

*If the parent does not sign, the parent will not be included on the birth record.

Sex

*If the parent does not sign, the parent will not be included on the birth record.

RELEASE OF INFORMATIONBIRTH REGISTRATION SERVICES

By checking the box next to and signing an application below, I authorize the Registrar General of the Vital Statistics Agency to release the necessary information contained in this registration to the relevant government authorities for the purpose of:

Signature of Parent

MEDICAL SERVICES PLAN (MSP) APPLICATION

Applicant Signature (mother)

CANADA CHILD BENEFITS APPLICATION

Applicant Signature Applicant Social Insurance Number

(mother) (mother)

(Remember to check the box and sign if you want this service.)

(Remember to check the box and sign if you want this service.)

I declare the named child is a resident of British Columbia. Under the Medicare Protection Act, a resident is defined as “a person who is a citizen of Canada or is lawfully admitted to Canada for permanent residence, makes his or her home in British Columbia, and is physically present in British Columbia at least 6 months in a calendar year, and includes a person who is deemed under the regulations to be a resident but does not include a tourist or visitor to British Columbia.” I understand that personal information on this form will be used by the Ministry of Health (HLTH) and/or Health Insurance BC (HIBC) to determine eligibility for provincial health care benefits. I declare that the information provided is true and I understand that HLTH and/or HIBC may verify theinformation with public authorities as appropriate. I understand that practitioners who provide service(s) under MSP are required under the Medicare Protection Act to release information relative to those services to MSP to support claims for payment.

I understand that the necessary information from this registration will be transferred to the Canada Revenue Agency to process my application for the Canada Child Tax Benefit, the Universal Child Care Benefit, the goods and services tax/harmonized sales tax credit, including any related provincial or territorial programs administered by the Canada Revenue Agency. I certify that I am a Canadian citizen or permanent resident and that I am primarily responsible for the care and upbringing of the child identified in the birth registration. For further information relating to your privacy rights, see Canada Revenue information sheet (RC4476-BC).

SOCIAL INSURANCE NUMBER APPLICATION (Remember to check the box and sign if you want this service.)

Applying for a Social Insurance Number (SIN) for my child. The necessary information will be forwarded to Service Canada (operating within Human Resources and Skills Development Canada) to process the SIN application. I understand that applying for a SIN is optional. I certify that I am either a Canadian citizen or a permanent resident. For further information, including information relating to your privacy rights, see the enclosed Service Canada insert. Information can also be obtained at www.servicecanada.gc.ca.

VSA404s 2014/MAY/14

The information on the birth registration form is collected under the authority of the Vital Statistics Act (RSBC 1996, c, 479S 3(1)).The information provided will be used to register this birth, produce birth certificates and provide statistical and demographic information required for the administration of the provincial health care system. If you have any questions about the collection and use of this information, contact the British Columbia Vital Statistics Agency at 250 952-2681. Personal information collected by the British Columbia Vital Statistics Agency is protected under the Freedom of Information and Protection of Privacy Act and is treated with the utmost confidentiality.

• VitalStatisticsOfficesalsoacceptINTERAC™ifyousubmitthisforminperson.• Processingtimetobothregisterabirthandissuebirthcertificatesisapproximately3weeks.ThisincludestimetoreceivetheNoticeofBirthfromthehospitalormedicalattendant,processingandmailtime.Ifyoudonotcompletethedocumentsfullyorsubmittheminatimelymanner,theremaybeadelay.

Name on Card

Signature of Cardholder

Card Number Expiry Date

2. Credit Card: MasterCard (16 digits) Visa (16 digits) American Express (15 digits)

1. Enclosed is a cheque or money order for $ made payable to the Minister of Finance (postdated cheques not accepted).• Please write the Registration Document Control Number on the back of your cheque or on the memo line on the front of the cheque.

BIRTH CERTIFICATE ORDER FORMIf you wish to include an order for certificates for your newborn, with the Birth Registration Form, please complete the following section, enclose with correct payment and mail in the envelope provided.

CERTIFICATE TYPE QUANTITY PRICE AMOUNT

Includes Parental InformationFor security purposes the maximum number of Official Birth Certificates which may be ordered is TWO of each type.

$27

$27

$50

$50

TOTAL $

Commemorative Birth Certificates

Official Birth Certificatefor official identification

Commemorative # Commemorative Description

Individual Information Only

OFFICE USE ONLYC or MO

I, ______________________________________________________________________________________________________________________________

of ______________________________________________________________________________________________________ hereby declare that I:

made a written surrogacy agreement on the date of _______________________ with _____________________________________________________

and _________________________________________________; and that this surrogacy agreement was made prior to the conception of _________________________________________________________________.

* If your maiden name is different than the surname listed above, please provide your maiden name here:

And I further declare that in this surrogacy agreement it states that I will be the birth mother of a child conceived through assisted reproduction, and that on the Child’s birth:

I will not be a parent of the Child;

I will surrender the Child to the intended parent(s); and

the intended parent(s) will be the Child’s parent(s).

And I further declare that:

before the Child was conceived, no party to the surrogacy agreement withdrew from the agreement or died; and I surrender all parental rights to the Child to _________________________________________, and ________________________________________.

VSA 607s 2014/02/06

(Name of Surrogate*)

(Month, Day, Year)

(the Child)

(Intended Parent)

(Intended Parent)

(Intended Parent) (Intended Parent)

And I make this solemn declaration conscientiously believing it to be true, and knowing that it is of the same force and effect as if made under oath and by virtue of the “Canada Evidence Act.”

Canada:

Province of British columBia

to Wit:

In the Matter of a Birth Registration involving Assisted Reproduction (Surrogacy)

The information provided on this form is collected under the authority of the Vital Statistics Act (RSBC 1996, c, 479 S 29(4)). The information provided will be used to register events and provide statistical and demographic information required for the administration of the provincial health care system. If you have any questions about the collection and use of this information, contact a British Columbia Vital Statistics Agency representative at 250-952-2681.

Personal information collected by the British Columbia Vital Statistics Agency is protected under the Freedom of Information and Protection of Privacy Act and is treated with the utmost confidentiality.

day of (Year)

,

(Day)

(Month)

(Declarant)

(Notary Public, or Vital Statistic District Registrar of Births, Deaths, and Marriages, Commissioner for Taking Affidavits, etc.)

Declared before me at

in the Province of British Columbia, this

(Address)

(Maiden Name of Surrogate)

}}}

}}}

In th

e M

atte

r of

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

.

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

.

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

Stat

utor

y D

ecla

ratio

n(C

An

AD

A Ev

IDEn

CE

ACT

)

I, ______________________________________________________________, and I, _______________________________________________________________

of _______________________________________________________________________________________________________________ hereby declare that we

were married on, or began living in a marriage-like relationship, on ______________________ ; and

made a written surrogacy agreement with _______________________________________________________ on the date of ______________________ ;

that this surrogacy agreement was made prior to the conception of _________________________________________________ .

And I/we further declare that in this surrogacy agreement it states that the Surrogate will be the birth mother of a child conceived through assisted reproduction, and that on the Child’s birth:

the Surrogate will not be a parent of the Child;

the Surrogate will surrender the Child to me/us; and

I/we will be the Child’s parent(s).

And I/we further declare that:

before the Child was conceived, no party to the surrogacy agreement withdrew from the agreement or died; and

after the birth of the Child, the Surrogate provided her written consent to surrender the Child to me/us; or that her consent was waived by the Supreme Court (copy of order attached); and

a copy of the letter from the Fertility Clinic confirming the date of conception is attached; and I/we have taken the Child into my/our care.

VSA 607p_fill 2014/02/04

(Maiden Name of Surrogate)

(the Child)

(Intended Parent)(Intended Parent)

And I/we make this solemn declaration conscientiously believing it to be true, and knowing that it is of the same force and effect as if made under oath and by virtue of the “Canada Evidence Act.”

Canada:

Province of British columBia

to Wit:

In the Matter of a Birth Registration involving Assisted Reproduction (Surrogacy)}}}

The information provided on this form is collected under the authority of the Vital Statistics Act (RSBC 1996, c, 479 S 29(4)). The information provided will be used to register events and provide statistical and demographic information required for the administration of the provincial health care system. If you have any questions about the collection and use of this information, contact a British Columbia Vital Statistics Agency representative at 250-952-2681.

Personal information collected by the British Columbia Vital Statistics Agency is protected under the Freedom of Information and Protection of Privacy Act and is treated with the utmost confidentiality.

day of (Year)

,

(Day)

(Month)

(Declarant)

(Declarant)

(Notary Public, or Vital Statistic District Registrar of Births, Deaths, and Marriages, Commissioner for Taking Affidavits, etc.)

Declared before me at

in the Province of British Columbia, this }}}

(Month, Day, Year)

(Month, Day, Year)

In th

e M

atte

r of

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

.

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

.

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

......

Stat

utor

y D

ecla

ratio

n(C

An

AD

A Ev

IDEn

CE

ACT

)

05-02-15 22:26[Fwd: RE: FW: Possibility to discuss history of BC Family Law Act?]

Pagina 1 van 2https://webmail.campus.leidenuniv.nl/owa/?ae=Item&t=IPM.Note…%2bvV4mYAAA9MOwJAAAJ&a=Print&pspid=_1423171544817_539769805

[Fwd: RE: FW: Possibility to discuss history of BC Family Law Act?][email protected]:donderdag 9 oktober 2014 0:29Aan: Vonk, M.J.Bijlagen: Family Relations Act Revie~1.pdf (4 MB )

---------------------------- Original Message ----------------------------Subject: RE: FW: Possibility to discuss history of BC Family Law Act?From: "Knutson, Shannan JAG:EX" <[email protected]>Date: Wed, October 8, 2014 2:57 pmTo: "[email protected]" <[email protected]>--------------------------------------------------------------------------

Machteld,

At long last, I am sending you a bit of information in response to yourquery about the parentage provisions in BC's Family Law Act. AS Iunderstand you are interested particularly in the feedback the Ministryreceived about the proposed parentage regime during the consultationprocess prior to the drafting and implementation of the legislation.

As you are aware, the Ministry engaged in an extensive consultationprocess, seeking input and feedback from the legal community, justicepartners and stakeholders, and the general public. The consultationprocess was ongoing throughout the development of the Act - there wasearly consultation, which was reflected in the development of policydirections and the White Paper, which led to further consultation beforepolicy was finalized and the legislation drafted. The White Paper waspublished online, accessible to everyone, and people were encouraged tosend their feedback through an email that was established for consultationpurposes. I am assuming you already have the White Paper - let me know ifyou don't.

As a great deal of the feedback materials were received on a confidentialbasis, I am unable to share those with you directly. I have attached adocument that contains a report of the public consultations that wasdrafted based on consultations before the White Paper, including a sectionon the parentage provisions (see pg 48).

I can also say that the feedback on the parentage provisions outlined inthe White Paper was mostly positive and the Ministry received accoladesfor addressing this legal vacuum. Amongst other feedback, we heard fromsame-sex families who were planning to have children and who were verypositive about the provisions, stating that the Act acknowledged thereality of their families. A small minority of the feedback expressedopposition to the use of assisted reproduction. Some of the concerns thatwere voiced were:- BC would be the first jurisdiction to address the issue of trying to putsome limits on the number of parents a child can have.- 3 parents would never be in the best interests of a child.- this was destroying the traditional family structure.- there was a question about whether these provisions might be used to tryand immigrate to Canada. The example given was an individual may obtainsperm from outside the country and then that sperm donor may claim theywere the father of the child and applying for immigration status inCanada. The response to this particular concern is that this would be aremote circumstance and the provisions in the Act about an intention toparent at conception and living as a parent post birth would beconsiderations. Also, children cannot sponsor immigrants until they are

05-02-15 22:26[Fwd: RE: FW: Possibility to discuss history of BC Family Law Act?]

Pagina 2 van 2https://webmail.campus.leidenuniv.nl/owa/?ae=Item&t=IPM.Note…%2bvV4mYAAA9MOwJAAAJ&a=Print&pspid=_1423171544817_539769805

18 (so the child could not sponsor the biological parent).- Others expressed concerns about how passports would be obtained if therewere three parents. This issue was raised with the federal government. Consent of all parents is required for a passport so there could be theneed for 3 parent families to submit a request in a non standard form. Federal legislation permits the use of assisted reproduction, donation ofgenetic material and surrogacy.

Some other responses to concerns:- As a result of 2001 Human Rights Tribunal decision, a birth mother'spartner (same sex or opposite sex) can register with Vital Statistics asco-parent. However, registration on a birth certificate is notdeterminative of the legal parent-child relationship, so a legislative gapexists that the parentage provisions fill.- There was already an Ontario Court of Appeal decision resulted in achild having 3 legal parents. Courts have inherent jurisdiction to dealwith anything not dealt with in the law. The new law in BC puts limitson how and when a person becomes a parent of a child - it ensuresconsistency and certainty rather than waiting for the courts to fill a gapin a way that may not create consistency and certainty. Prior to the FLA,use of assisted reproduction has resulted in a gap in the current law,including for heterosexual couples. It is in a child's interest to beclear about who the parents are. In one case, the child was 2 beforeparentage was determined in court.

I hope you find this helpful. If I come across anything further that Ican share, I will pass it along.

Shannan Knutson | Legal CounselCivil Policy and Legislation Office | Justice Services Branch | Ministryof JusticeDirect: 250.356.7521 | Fax: 250.387.4525 | Email: [email protected]

This message, including any attachments, is confidential and may containprivileged information intended only for the persons named above. Anyother distribution, copying or disclosure is strictly prohibited. If youare not the intended recipient, please notify us immediately by replyemail and permanently delete the original transmission from us, includingany attachments, without making a copy.