rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof...

35
Colofon Projectnummer : 14050309/35329 Auteurs : G.C.W. Verschoor BA, H.W.D. van den Engel BA, drs. T. Nales Redactie : dr. A. Kerkhoven Versie : 2.0 ISBN : 978-90-8996-281-2 Definitieve versie Opdrachtgever : Croonen Adviseurs mevr. M. Courtier Postbus 435 5240 AK Rosmalen © Becker & Van de Graaf bv Noordwijk, november 2011 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch Bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek (IVO), d.m.v. boringen Wilgenoord, Beuningen Gemeente Beuningen CIS-code: 35329

Transcript of rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof...

Page 1: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Colofon Projectnummer : 14050309/35329 Auteurs : G.C.W. Verschoor BA, H.W.D. van den Engel BA, drs. T. Nales Redactie : dr. A. Kerkhoven

Versie : 2.0 ISBN : 978-90-8996-281-2 Definitieve versie Opdrachtgever : Croonen Adviseurs

mevr. M. Courtier Postbus 435 5240 AK Rosmalen © Becker & Van de Graaf bv Noordwijk, november 2011 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen

Archeologisch Bureauonderzoek & Inventariserend

Veldonderzoek (IVO), d.m.v. boringen

Wilgenoord, Beuningen Gemeente Beuningen CIS-code: 35329

Page 2: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

SAMENVATTING: In opdracht van Croonen Adviseurs zijn in mei-juni 2009 een archeologisch bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) verkennende fase door middel van boringen uitgevoerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling van het plangebied op de locatie Wilgenoord in Beuningen, gemeente Beuningen.

Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek wordt verwacht dat het plangebied op de rand van een oeverwalachtige vlakte ligt van de diverse rivieren die hier actief zijn geweest, waaronder de Winssense stroomrug die direct ten westen van het plangebied ligt. Het plangebied heeft daardoor een middelhoge tot hoge trefkans op archeologische waarden. Vanwege deze geomorfologische ligging kunnen archeologische waarden worden aangetroffen worden vanaf het Neolithicum.

Op basis van de resultaten van het booronderzoek is gebleken dat het plangebied gelegen is in een komgebied. Komgebieden zijn in het verleden overwegend te vochtig geweest voor bewoning. Theoretisch is er in de top van het daaronder gelegen Laagpakket van Wijchen enige tijd gedurende het Neolithicum menselijke activiteit mogelijk geweest. Vanwege de aanwezigheid van hoger gelegen locaties in de nabije omgeving is de kans echter klein dat men in die periode actief is geweest in het huidige plangebied. Pas na bedijking en ontginning gedurende de Late-Middeleeuwen zijn komgebieden in gebruik genomen als grasland. Mocht er vanaf de Late-Middeleeuwen menselijke activiteiten zijn geweest in het plangebied, dan bevinden eventuele sporen zich vlak onder het maaiveld. De top van het kleidek is echter tot een diepte van 50-70 cm verstoord. De archeologische verwachting voor het gebied dient daardoor naar beneden te worden bijgesteld tot een lage verwachting voor alle perioden.

Op basis van de resultaten van het Inventariserend Veldonderzoek wordt geadviseerd om geen vervolgonderzoek uit te laten voeren.

Page 3: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

INHOUDSOPGAVE:

ADMINISTRATIEVE GEGEVENS VAN HET PLANGEBIED ............................................................... 4 

1. INLEIDING ........................................................................................................................................ 5 1.1. Aanleiding ............................................................................................................................... 5 1.2. Doel- en vraagstelling van het onderzoek............................................................................... 5 1.3. Ligging van het plangebied ..................................................................................................... 5 

2. BUREAUONDERZOEK .................................................................................................................... 7 2.1. Werkwijze ................................................................................................................................ 7 2.2. Geologie, geomorfologie en bodem ........................................................................................ 7 2.3. Bekende archeologische waarden .......................................................................................... 9 2.4. Historisch landgebruik ............................................................................................................. 9 2.5. Conclusie bureauonderzoek en verwachtingmodel ................................................................ 9 

3. VELDONDERZOEK ........................................................................................................................ 11 3.1. Onderzoekshypothese en onderzoeksopzet ........................................................................ 11 3.2. Werkwijze .............................................................................................................................. 11 3.3. Resultaten ............................................................................................................................. 11 3.4. Interpretatie ........................................................................................................................... 12 

4. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN .......................................................................................... 13 4.1. Beantwoording vraagstelling ................................................................................................. 13 4.2. Aanbevelingen ...................................................................................................................... 14 4.3. Betrouwbaarheid ................................................................................................................... 14 

LITERATUUR EN KAARTEN ............................................................................................................. 15 

LIJST VAN AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN .................................................................................. 16 

BIJLAGEN 1. Topografische kaart 2. Archis-informatie 3. Overzicht Archismeldingen 4. Boorlocatiekaart 5. Boorbeschrijvingen 6. Periodentabel 7. Kadastrale Minuutkaart 1811-1832 8. Luchtfoto RAF 1944 9. Topografische kaart 1985

Page 4: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

4

Administratieve gegevens van het plangebied

Toponiem Beuningen Wilgenoord

CIS-code 35329

Plaats Beuningen

Gemeente Beuningen

Kadastrale aanduiding Sectie G nr. 1313, 1575

Provincie Gelderland

Coördinaten

Centrum

Hoekpunten

180145/429860

180140/429895 (N);

180200/429880 (O);

180145/429830 (Z);

180075/429860 (W).

Oppervlakte plangebied Circa 10.000 m2

Opdrachtgever Croonen Adviseurs

Contactpersoon: mevr. M. Courtier

Postbus 435

5240 AK Rosmalen

Tel: 073-5233900

Uitvoerder Becker & Van de Graaf bv

Contactpersoon: G.C.W. Verschoor

Postbus 126

2200 AC Noordwijk (ZH)

Tel: 071-3326888

Bevoegde overheid Gemeente Beuningen

Contactpersoon: dhr. A. Senff

Postbus 14

6640 AA Beuningen

Tel: 024-6780800

[email protected]

Beheer en plaats van

documentatie

Becker & Van de Graaf, Noordwijk

Uitvoeringsdatum veldwerk 29 mei 2009

Page 5: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

5

1. Inleiding

1.1. Aanleiding

Becker & Van de Graaf bv, onderdeel van de IDDS groep, heeft in opdracht van Croonen Adviseurs een archeologisch bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door middel van boringen uitgevoerd op de locatie Wilgenoord in Beuningen, gemeente Beuningen. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in mei-juni 2009. De aanleiding voor dit onderzoek is de aanvraag voor een bouwvergunning ten behoeve van herstructurering van de locatie die momenteel in gebruik is als woonwagencentrum. Hier zullen minimaal 6 woningen worden gebouwd. Graafwerkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling zullen zorgen voor een bodemverstoring tot een nog onbekende diepte. De kans bestaat dat eventueel aanwezige archeologische waarden hierdoor verstoord dan wel vernietigd zullen worden.1

1.2. Doel- en vraagstelling van het onderzoek

De doelstelling van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie aan de hand van bestaande bronnen over bekende of verwachte archeologische waarden binnen het plangebied. Hieruit voortvloeiend wordt een specifieke archeologische verwachting opgesteld. Het doel van het veldonderzoek is het toetsen en aanvullen van de gespecificeerde verwachting, die gebaseerd is op het bureauonderzoek. Daarnaast wordt inzicht verkregen in de vormeenheden van het landschap in het plangebied, voor zover deze vormeenheden van invloed kunnen zijn geweest op de bruikbaarheid van de locatie door de mens in het verleden. Op basis van de resultaten van het onderzoek kunnen kansarme zones van het plangebied worden uitgesloten en kansrijke zones worden geselecteerd voor behoud of voor vervolgonderzoek. Om deze doelstelling te kunnen realiseren, wordt op de volgende vragen een antwoord gegeven (Nales 2009):

Wat is de fysiek-landschappelijke ligging van de locatie?

Hoe is de bodemopbouw in het plangebied en in welke mate is deze nog als intact te beschouwen?

Zijn er archeologische waarden aanwezig in het plangebied?

Wat is de diepteligging van eventueel aanwezige archeologische resten?

Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt deze bij het veldonderzoek bevestigd?

In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen graafwerkzaamheden?

Het archeologisch bureauonderzoek en het inventariserend veldonderzoek zijn uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1 (Centraal College van Deskundigen 2006) en de provinciale eisen.

Voor de in dit rapport gebruikte geologische en archeologische tijdsaanduidingen wordt verwezen naar bijlage 6. Afkortingen en enkele vaktermen worden achterin dit rapport uitgelegd (zie lijst van afkortingen en begrippen).

1.3. Ligging van het plangebied

De ligging van het onderzochte gebied, ofwel het plangebied, is weergegeven in bijlage 1. Het plangebied betreft het woonwagencentrum op de locatie Wilgenoord te Beuningen, gemeente Beuningen. De exacte ligging en contouren van het plangebied zijn weergegeven in bijlage 4. Ten

1 Vooralsnog zijn de directe en indirecte verstoring van eventuele archeologische waarden door heiwerkzaamheden onduidelijk. Derhalve wordt verstoring door heiwerkzaamheden buiten beschouwing gelaten.

Page 6: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

6

tijde van het veldonderzoek was het plangebied in gebruik als woonwagencentrum. Een deel van het plangebied omvatte woonwagens met tuin en een deel was verhard ten behoeve van parkeergelegenheid.

Page 7: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

7

2. Bureauonderzoek

2.1. Werkwijze

Bij het bureauonderzoek zijn gegevens verzameld over bekende en verwachte archeologische waarden binnen het onderzoeksgebied. Er is onder meer gebruik gemaakt van de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Gelderland, de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW), De Archeologische Monumentkaart (AMK) en het Archeologisch Informatie Systeem (Archis II) van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE). Aanvullende historische informatie is verkregen uit historisch kaartmateriaal, waaronder het Minuutplan van begin 19e eeuw (www.watwaswaar.nl), Topografische Militaire kaarten uit 1830-1850, luchtfoto’s van de RAF uit 1944 en topografische kaarten van 1903 (Uitgeverij Nieuwland 2005) en 1957, 1966, 1990 en 1995 (watwaswaar.nl)

Om inzicht te krijgen in de opbouw en ontwikkeling van het landschap zijn onder andere de bodemkaart en de geomorfologische kaarten van respectievelijk Nederland en de Rijn-Maas delta gebruikt (Stichting voor Bodemkartering 1985; Stichting voor Bodemkartering/Rijks Geologische Dienst 1985; Berendsen/Stouthamer 2001). Voor informatie over het reliëf in en rondom het plangebied is gebruik gemaakt van het Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN; www.ahn.nl). Deze gegevens zijn aangevuld met informatie uit beschikbare achtergrondliteratuur (zie literatuurlijst).

2.2. Geologie, geomorfologie en bodem

2.2.1. Ontstaansgeschiedenis landschap Het landschap van het Midden-Nederlandse rivierengebied is gevormd door erosie en sedimentatie vanuit in de tijd zich verleggende rivierstromen. Gedurende de laatste ijstijd (het Weichselien, 120.000 tot 10.000 jaar geleden) bestond het gebied uit een vlechtend riviersysteem. Dit bestond uit vele geulen met daartussen kale zandbanken die in de ondergrond een dik pakket zand en grind hebben achtergelaten. In de omgeving van Lobith bevinden de afzettingen van vlechtende rivieren zich op een diepte van ongeveer 2 m –mv en in de omgeving van Rotterdam bevinden ze zich op bijna 20 m –mv.

Na de laatste ijstijd, gedurende het Holoceen (ongeveer 10.000 jaar geleden tot heden) hadden de meeste rivieren die door Midden-Nederland stroomden een meanderend rivierpatroon2. Een meanderende rivier heeft een kronkelend verloop, waarbij door erosie van de oevers de bochten steeds groter worden en/of langzaam stroomafwaarts migreren (figuur 1). De breedte van de geul blijft echter vrijwel gelijk. Hierdoor wordt in de binnenbocht van een meander zand afgezet en ontstaat door de migratie over vele jaren een breed zandlichaam in de bodem. Buiten de geul wordt bij overstromingen het zand en de zandige kleien afgezet op de oevers van de geul en worden oeverwallen gevormd. Verder van de geul verwijderd, in de lager gelegen komgebieden, wordt steeds fijner sediment afgezet in de vorm van siltige kleien. In de verst van de stroomgeul gelegen komgebieden ontstaat veengroei. .

Bij actieve rivieren zijn met name de oeverwallen belangrijk voor de mens. Door de hogere ligging overstromen de oeverwallen minder vaak dan de komgebieden, waardoor ze geschikter zijn voor bewoning en hieraan verwante nederzettingsactiviteiten, zoals akkerbouw. Daarnaast is de textuur van de zandige kleien van de oeverwallen beter geschikt voor akkerbouw dan de zware kleien en het veen van de komgebieden. De kommen stonden een groot deel van het jaar onder water en waren begroeid met moerasbos. De kommen zijn pas voor de landbouw in gebruik genomen na de bedijking van de rivieren in de Late-Middeleeuwen. Soms kunnen oeverwallen doorbreken, waarbij zogenaamde crevasses ontstaan (figuur 1). Een crevasse bestaat uit een diep uitgesleten geul door de oeverwal heen en een delta-achtige afzetting in de kom achter de oeverwal. Crevasse-afzettingen zijn veelal sterk zandig vanwege de hoge stroomsnelheden en de directe verbinding met de hoofdgeul.

2 In sommige gebieden en/of gedurende sommige periodes kwamen ook anastomoserende rivieren voor (Berendsen/ Stouthamer 2001)

Page 8: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

8

Figuur 1. Blokdiagram van de afzettingen van meanderende rivieren en gerelateerde organische afzettingen in de Betuwe. De rivier stroomt naar links (Berendsen/Stouthamer 2001).

Sedimentatieprocessen in de geul van een rivier, kleine klimatologische veranderingen of specifieke lokale omstandigheden zorgden in het midden-nederlandse rivierengebied regelmatig voor de verlegging van een rivierloop over een traject van tientallen kilometers. In de nabijheid van de nieuwe geul werden de bestaande afzettingen geërodeerd terwijl bestaande afzettingen verder van de nieuwe geul verwijderd langzaam werden bedekt met nieuwe afzettingen. De oude rivierloop verlandde in zijn geheel, waarbij de laatste restgeul werd opgevuld met humeuze zanden en kleien en soms met veen. Door verschillen in de mate van inklinking tussen veen, klei en zand vormden de verlaten rivieren en hun oeverwallen ruggen in het landschap die stroomruggen of stroomgordels worden genoemd. Zand klinkt vrijwel niet in terwijl klei en vooral veen zeer sterk kunnen inklinken. Deze stroomruggen vormen net als oeverwallen hogere zones in het landschap die minder vaak overstromen en daardoor meer geschikt zijn voor bewoning en voor akkerbouw. Door verdergaande sedimentatie gedurende het Holoceen zijn verschillende van deze stroomruggen weer begraven geraakt, hergebruikt door een nieuwe rivier of grotendeels weg geërodeerd. Daardoor zijn sommige stroomruggen in het huidige landschap niet meer te herkennen.

2.2.2. Geomorfologie Volgens de geomorfologische kaart ligt het plangebied in een rivierkom en oeverwalachtige vlakte (2M22). Een dergelijke eenheid wordt gebruikt om het gebied aan te geven tussen de hoge oeverwal langs de loop van de rivier en de laaggelegen komvlakte. Volgens de kaart van de Maas- en Rijndelta van Berendsen en Stouthamer zijn hier verschillende rivieren actief geweest waaronder de Winssense stroomgordel (actief geweest van circa 4480 – 3150 voor Chr.) die direct ten westen van het plangebied is gelegen en de stroomgordel van de Waal ten noorden van het plangebied die actief is sinds circa 325 na Chr. 2.2.3. Bodem Volgens de bodemkaart ligt het plangebied op een kalkloze poldervaaggrond met zavel en licht klei en profielverloop 3, 3 en 4 of 4 (Rn67C). Dit is een kleigrond met een grijze, gevlekte, niet slappe en niet humeuze ondergrond. Dit wil zeggen dat er doorgaans een lichte, zware en vaak weer lichtere klei opbouw van de bodem is. Het heeft een gereguleerde grondwatertrap V. Grondwatertrap V duidt op gronden met een sterk wisselende grondwaterstand. Bij grondwatertrap V wordt de Gemiddeld

Page 9: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

9

hoogste Grondwaterstand (GHG) aangetroffen op minder dan 40 cm -mv terwijl de Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG) wordt aangetroffen op een diepte van meer dan 120 cm –mv.

2.3. Bekende archeologische waarden

Het plangebied staat op de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden aangegeven als een gebied met een middelhoge trefkans op archeologische waarden. Op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van Gelderland heeft het eveneens een middelhoge verwachting. Op de archeologische waardenkaart van de gemeente Beuningen heeft het plangebied een hoge verwachting. Deze waardering is vermoedelijk gebaseerd op de ligging van het terrein op de rand van een oeverwalachtige vlakte nabij de Winssense stroomrug. Het plangebied ligt tussen twee archeoloigsche terreinen van zeer hoge waarde (bron: Archeologische MonumentenKaart (AMK)). AMK-terrein 299, circa 200 meter ten oosten van het plangebied op een verhoging in het landschap, zijn sporen van een Romeinse nederzetting aangetroffen met mogelijk sporen uit de IJzertijd (Archis waarnemingsnrs 4180, 4216, 4217, 6943, 6944, 7308, 7464, 7471 en 27610). Hier zijn tevens bewerkt vuursteen uit het Neolithicum en laat-middeleeuwse sporen gevonden. Mogelijk is deze verhoging een rivierduin. Rivierduinen zijn de oudst mogelijke woonplaatsen binnen het Nederlandse rivierengebied. Daarom worden hierop vaak archeologische waarden aangetroffen. Rivierduinen kunnen dicht onder het maaiveld liggen. AMK-terrein 309, circa 600 meter ten westen van het plangebied, betreft eveneens een Romeinse nederzetting, die op de Winssense stroomrug ligt. Hier zijn aardewerk en sporen uit het Neolithicum gevonden. (Archis waarnemingsnrs 17906, 21481, 25746, 25747, 41855 en 406093). Binnen een straal van een kilometer om het plangebied liggen nog vier AMK-terreinen met een hoge en zeer hoge waarde (deze zijn niet opgenomen in bijlage 2 en 3). AMK-terreinen 4602 en 4603 op circa 800-900 meter ten noordwesten van het plangebied betreffen Vroege IJzertijd bewoning en vondsten. Op AMK-terrein 4604, op een afstand van 750 m ten noordwesten van het plangebied, zijn vondsten en sporen uit de IJzertijd en Romeinse tijd aangetroffen. Deze terreinen zijn allen gelegen op de Winssense Stroomrug. AMK-terrein 301, op 750 m ten noordoosten van het plangebied betreft een Romeinse nederzetting dat vermoedelijk nabij de Romeinse weg heeft gelegen. Hier zijn ook sporen en vondtsen aangetroffen die verband houden met Merovingische, Karolingische en Laat Middeleeuwse bewoning. Binnen een straal van 500 meter van het plangebied zijn verder nog diverse onderzoeken uitgevoerd en waarnemingen gedaan. Op een afstand van 150 m ten zuidoosten van het plangebied is bij de verbreding van een sloot Romeins aardewerk aangetroffen (Waarnemingsnummer 25887). Circa 100 meter verder naar het zuidoosten is IJzertijd en (inheems-) Romeins aardewerk aangetroffen samen met bot en bewerkt steen (Waarnemingsnummer 25861). Beide waarnemingen horen vermoedelijk bij het archeologisch terrein met nr. 299. Circa 175 m ten noordwesten van het plangebied is bij graafwerkzaamheden IJzertijd aardewerk aangetroffen (Waarnemingsnummer 40603). Op een afstand van 230 m ten noordwesten van het plangebied is de Romeinse weg aangetroffen die vanaf Nijmegen naar het westen loopt ter hoogte van de huidige Koningsweg (Archis waarnemingsnummers 25864 en 42167).

2.4. Historisch landgebruik

Op historische kaarten (zie par. 2.1) is te zien dat het plangebied vanaf begin 19e eeuw (bijlage 7, 8 en 9) tot de bouw van het woonwagenkamp in 1990 in gebruik geweest is als weiland of akker.

2.5. Conclusie bureauonderzoek en verwachtingmodel

Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek wordt verwacht dat het plangebied op de rand van een oeverwalachtige vlakte ligt van de diverse rivieren die hier actief zijn geweest, waaronder de Winssense stroomrug die direct ten westen van het plangebied ligt. Het plangebied heeft daardoor een middelhoge tot hoge trefkans op archeologische waarden. Vanwege deze geomorfologische

Page 10: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

10

ligging kunnen archeologische waarden worden aangetroffen worden vanaf het Neolithicum. Mogelijk zijn in de omgeving van het plangebied rivierduinen in de ondergrond aanwezig. Rivierduinen vormen de oudst mogelijke woonplaatsen binnen het Nederlandse rivierengebied (daterend vanaf 9.000-8.000 jaar voor Chr). Hierop kunnen archeologische waarden voorkomen die uit de periode vanaf het Mesolithicum kunnen dateren. Rivierduinen kunnen met hun kop dicht onder het maaiveld liggen en zelfs tot in de bouwvoor rijken.

Om het verwachtingsmodel te toetsen en waar nodig aan te vullen dient er een verkennend veldonderzoek door middel van boringen te worden uitgevoerd.

Page 11: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

11

3. Veldonderzoek

3.1. Onderzoekshypothese en onderzoeksopzet

Het doel van het verkennend veldonderzoek door middel van boringen is om de in het bureauonderzoek opgestelde specifieke archeologische verwachting te toetsen en waar nodig aan te passen. Tijdens het veldonderzoek wordt vastgesteld waar de oorspronkelijke bodemopbouw intact is gebleven en waar niet. Daarnaast wordt vastgesteld of het bodemprofiel en eventuele archeologische indicatoren aanleiding geven te veronderstellen dat archeologische resten aanwezig kunnen zijn in het plangebied. Het veldonderzoek bestaat uitsluitend uit een booronderzoek. Vanwege de aanwezige bebouwing en bestrating was een veldkartering niet mogelijk.

3.2. Werkwijze

In het plangebied op de locatie Wilgenoord zijn 6 boringen gezet (bijlagen 4 en 5). Vier boringen zijn gezet met een diepte van 2,0 meter en twee met een diepte van 3,0 m. Deze boringen zijn verdeeld over de gebieden die verstoord zullen worden als gevolg van toekomstige graafwerkzaamheden ten behoeve van de geplande bebouwing. Er is gebruik gemaakt van een Edelmanboor met een diameter van 10 cm. De boringen zijn beschreven volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode (ASB; SIKB 2008) met behulp van een veldcomputer en het programma Boormanager van I.T. Works. De locaties van de boringen (x- en y-waarden) zijn ingemeten vanuit de bebouwing. De hoogtes van de boringen (z-waarden) zijn bepaald aan de hand van het AHN. De opgeboorde monsters zijn verbrokkeld en macroscopisch (met het oog)in het veld onderzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren (zoals aardewerk, baksteen, vuursteen, huttenleem en bot).

3.3. Resultaten

3.3.1. Lithologie en bodemopbouw Onder in boring 3 is op een diepte van 230 cm -mv matig fijn ontkalkt zand aangetroffen. Dit zand is vermoedelijk pleistoceen beddingzand, dat geologisch gezien bekend staat als de Formatie van Kreftenheije (de Mulder et al. 2003). De diepteligging van het zand is groter dan verwacht, in vergelijking tot de zanddieptekaart van Berendsen (2002). Onder in de overige boringen is matig siltige klei aangetroffen met een lichtgrijsblauwe kleur. Deze is vermengd met grof zand. In de klei zijn kleine concreties waargenomen. Geologisch gezien behoort deze klei vermoedelijk tot het Laagpakket van Wijchen. De klei is geïnterpreteerd als laatglaciale en vroeg-holocene overstromingsafzettingen van de Rijn. In boringen 2 en 3 zijn deze afzettingen opvallend genoeg zandiger en zijn hierin fragmenten van respectievelijk hout en riet waargenomen. Mogelijk zijn deze afzettingen oeverafzettingen die over het algemeen genomen dichter bij een natuurlijke rivierloop worden afgezet. In de top van het Laagpakket van Wijchen is in boring 1 en 2 een lichte laklaag waargenomen. Een laklaag is een oude vegetatiehorizont, die is ontstaan als gevolg van een aantal bodemchemische veranderingen, zoals verlaging van de zuurgraad en inspoeling van organische stof. Het Laagpakket van Wijchen heeft in het oosten van het rivierengebied vrij lang aan het oppervlak gelegen voor deze bedekt werd met rivierklei. Zolang het Laagpakket van Wijchen aan het oppervlak lag, kon er vegetatie op groeien en vond er bodemvorming plaats. Op plaatsen waar het Laagpakket van Wijchen op de overgang lag van natte naar droge condities ontstond bovenin een begroeiingsniveau. Dergelijke bodemvorming in het rivierengebied kon alleen optreden, wanneer er sprake was van een verlaagde rivieractiviteit, waarbij sedimentatie als gevolg van overstromingen sterk verminderde. Bovenop de afzettingen van Wijchen wordt opnieuw een pakket zware klei aangetroffen. Deze zware klei is kenmerkend voor overstromingsvlaktes, in dit geval vermoedelijk van de Waal en diens voorlopers. De klei is gerijpt als gevolg van bodemvormende processen, getuige de aanwezigheid van veel mangaanconcreties en roestvlekken. Dit pakket klei wordt aangetroffen vanaf een diepte van circa 150 cm tot aan het maaiveld. De top van dit pakket is als gevolg van grondbewerkingen, verstoord geraakt tot een diepte van circa 70 cm beneden maaiveld, Dit blijkt uit indicatoren als metaalslak, modern puin en plastic.

Page 12: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

12

3.3.2. Archeologische indicatoren Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen.

3.4. Interpretatie

Op basis van de resultaten van het booronderzoek is gebleken dat het plangebied gelegen is in een komgebied, namelijk in de overstromingsvlakte van de Waal en diens voorlopers, en niet in een oeverwalachtige vlakte. Komgebieden zijn in het verleden overwegend te nat geweest voor bewoning en kenden een groot risico op overstromingen. In het daar onder gelegen Laagpakket van Wijchen zijn mogelijk oeverafzettingen aanwezig gezien de aanwezigheid van grof zand. De aanwezige dunne laklaag in de top geeft aan dat er een korte periode is geweest, vermoedelijk gedurende het Neolithicum, waarop het milieu droog genoeg was voor menselijke aanwezigheid (Berendsen 2005). Het was echter een relatief laaggelegen en overstromingsgevoelig gebied ten opzichte van de nabijgelegen rivierduin in het oosten en de Winssense stroomrug in het westen. Dit is ook af te lezen aan de veelheid van waarnemingen en archeologische monumenten hierop en het gebrek hieraan in de omgeving van het plangebied. In de boringen zijn tenslotte geen aanwijzingen voor archeologische waarden aangetroffen. Pas na bedijking en ontginning gedurende de Late-Middeleeuwen zijn komgebieden actief in gebruik genomen voor de teelt van gras, populieren en wilgen. Voor die tijd konden komgebieden hooguit in de zomer gebruikt worden om vee te weiden. Mocht er vanaf de Late-Middeleeuwen nederzettingsactiviteiten zijn geweest in het plangebied, dan bevinden deze zich vlak onder het maaiveld. De top van het kleidek is echter tot een diepte van circa 70 cm verstoord. De archeologische verwachting voor het gebied dient naar beneden te worden bijgesteld tot een lage verwachting voor alle perioden.

Page 13: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

13

4. Conclusies en aanbevelingen

In opdracht van Croonen Adviseurs zijn in mei-juni 2009 een archeologisch bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) verkennende fase door middel van boringen uitgevoerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling van het plangebied op de locatie Wilgenoord in Beuningen, gemeente Beuningen.

Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek wordt verwacht dat het plangebied op de rand van een oeverwalachtige vlakte ligt van de diverse rivieren die hier actief zijn geweest, waaronder de Winssense stroomrug die direct ten westen van het plangebied ligt. Het plangebied heeft daardoor een middelhoge tot hoge trefkans op archeologische waarden. Vanwege deze geomorfologische ligging kunnen archeologische waarden worden aangetroffen worden vanaf het Neolithicum.

Op basis van de resultaten van het booronderzoek is gebleken dat het plangebied gelegen is in een komgebied. Komgebieden zijn in het verleden overwegend te vochtig geweest voor bewoning. Theoretisch is er in de top van het daaronder gelegen Laagpakket van Wijchen enige tijd gedurende het Neolithicum menselijke activiteit mogelijk geweest. Vanwege de aanwezigheid van hoger gelegen locaties in de nabije omgeving is de kans echter klein dat men in die periode actief is geweest in het huidige plangebied. Pas na bedijking en ontginning gedurende de Late-Middeleeuwen zijn komgebieden in gebruik genomen als grasland. Mocht er vanaf de Late-Middeleeuwen menselijke activiteiten zijn geweest in het plangebied, dan bevinden eventuele sporen zich vlak onder het maaiveld. De top van het kleidek is echter tot een diepte van 50-70 cm verstoord. De archeologische verwachting voor het gebied dient daardoor naar beneden te worden bijgesteld tot een lage verwachting voor alle perioden.

4.1. Beantwoording vraagstelling

Wat is de fysiek-landschappelijke ligging van de locatie?

Het plangebied is gelegen in een komgebied.

Hoe is de bodemopbouw in het plangebied en in welke mate is deze nog als intact te beschouwen?

Onder in boring 3 is op een diepte van 230 cm ten opzichte van het maaiveld zand matig fijn zand aangetroffen, dat ontkalkt is geraakt (Formatie van Kreftenheije). Onder in de overige boringen is matig siltige klei aangetroffen met een lichtgrijsblauwe kleur. In de klei zijn kleine concreties waar te nemen en bevindt zich vermengd grof zand (Laagpakket van Wijchen). Bovenop deze afzettingen van een diepte van circa 150 cm tot aan het maaiveld, is opnieuw een pakket zware klei aangetroffen. Deze zware klei is kenmerkend als sediment dat is afgezet in de overstromingsvlakte van een rivier, in dit geval vermoedelijk van de Waal en diens voorlopers. De top van het kleidek is daarbij tot een diepte van circa 70 cm verstoord.

Zijn er archeologische waarden aanwezig in het plangebied?

Er zijn geen indicatoren aangetroffen. Wat is de diepteligging van eventueel aanwezige archeologische resten?

Mogelijk zijn er vanaf de bedijking en ontginning in de Late-Middeleeuwen menselijke activiteiten geweest in het plangebied. Eventuele sporen daarvan bevinden dit zich vlak onder het maaiveld.

Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt deze bij het veldonderzoek bevestigd?

Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek was de verwachting op archeologische waarden middelhoog op de Indicatieve kaart voor Archeologische Waarden (IKAW) en de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) en hoog op de archeologische Waardenkaart van de gemeente Beuningen. Dit vanwege de verwachte ligging op de rand van een oeverwalachtige vlakte. Op basis van de resultaten van het booronderzoek is gebleken dat het plangebied gelegen is in een komgebied en dat de top van het kleidek verstoord is. Vanwege deze ligging moet de

Page 14: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

14

archeologische verwachting voor het gebied naar beneden worden bijgesteld tot een lage verwachting.

In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen graafwerkzaamheden?

De bodem is tot circa 70 cm beneden maaiveld verstoord als gevolg van grondbewerkingen dus eventueel aanwezige archeologische waarden zijn daardoor niet meer aanwezig.

4.2. Aanbevelingen

Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat het plangebied gelegen is in een komgebied en dat de top van het kleidek tot 50-70 cm verstoord is. Hierdoor moet de archeologische verwachting voor het gebied naar beneden worden bijgesteld tot een lage verwachting voor alle perioden. Op basis van de resultaten van het Inventariserend Veldonderzoek wordt daarom geadviseerd om geen vervolgonderzoek uit te laten voeren.

4.3. Betrouwbaarheid

Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het onverwacht aantreffen dan wel het ongezien vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Aangezien het onderzoek is uitgevoerd door middel van een steekproef kan echter, op basis van de onderzoeksresultaten, de aan- of afwezigheid van eventuele archeologische waarden niet gegarandeerd worden. Indien archeologische waarden worden aangetroffen dienen deze conform de Monumentenwet 1988, artikel 53, bij het Rijk gemeld te worden.

Page 15: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

15

Literatuur en kaarten

ANWB, 2005: ANWB Topografische Atlas Gelderland 1:25000, Den Haag.

Berendsen, H.J.A. et.al., 2001: Zand in banen. Zanddiepte-attentiekaarten van het Gelders rivierengebied, Arnhem.

Berendsen, H.J.A. /E. Stouthamer, 2001: Geological – Geomorphological map of the Rhine-Meuse delta, the Netherlands, in H.J.A. Berendsen/E. Stouthamer (eds.), Palaeogeographical development of the Rhine-Meuse delta, the Netherlands, Assen, Addendum 1.

Besier, J.A., 1840-1861: Topografische en militaire kaart van Nederland (veldminuten), schaal 1:25.000, (http://www.watwaswaar.nl).

Centraal College van Deskundigen, 2006: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.1, Gouda.

Cultuurhistorische Waardenkaart Provincie Gelderland

SIKB, 2008: Archeologische standaard boorbeschrijving, Archeologie Leidraad, Gouda.

Mulder, E.F.J. de/ M.C. Geluk/ I.L. Ritsema/ W.E. Westerhoff/ T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland, Groningen/Houten.

Nales, T., 2009: Plan van aanpak. Beuningen Wilgenoord in Beuningen, gemeente Beuningen, Noordwijk (Intern rapport, Becker & Van de Graaf).

Stichting voor Bodemkartering / Rijks Geologische Dienst, 1985: Geomorfologische kaart van Nederland, 1:50.000, blad 40 Arnhem, Wageningen / Haarlem.

Stichting voor Bodemkartering, 1985: Bodemkaart van Nederland, 1:50.000, blad 40 West Arnhem, Wageningen.

Uitgeverij Nieuwland, 2005: Grote Historische topografische Atlas, 1905, Gelderland , schaal 1:25.000, Tilburg.

www.ahn.nl: De Actuele Hoogtekaart van Nederland, (http://www.ahn.nl/kaart).

www.watwaswaar.nl: Minuutplan 1811-1832,

Page 16: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

16

Lijst van afkortingen en begrippen

Afkortingen AMK Archeologische Monumenten Kaart ASB Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode Archis Archeologisch Informatie Systeem BP Before Present (Present = 1950) CHW Cultuurhistorische Waardenkaart IKAW Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie mv maaiveld (het landoppervlak) NAP Normaal Amsterdams Peil PvA Plan van Aanpak RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed SIKB Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer Verklarende woordenlijst antropogeen door menselijke activiteit veroorzaakt of gemaakt artefact door de mens vervaardigd voorwerp dekzand dikke laag zand, door de wind afgezet tijdens het de laatste ijstijd donk rivierduin, ontstaan tijdens de laatste ijstijd, waarvan de top uitsteekt boven

de holocene afzettingen Edelmanboor een handboor voor bodemonderzoek horizont kenmerkende laag binnen de bodemvorming humeus organische stoffen bevattend; bestaande uit resten van planten en dieren in

de bodem leem samenstelling van meer dan 50% silt, minder dan 50% zand en minder dan

25% klei meanderende rivier rivier bestaande uit één kronkelende riviergeul oeverwal ophoging van zandige sedimenten langs een riviergeul, afgezet bij hoogwater podzol goed ontwikkelde bodem in gebieden met veel neerslag rivierkom laaggelegen vlakte achter een oeverwal rivierduin heuvel ontstaan tijdens de laatste ijstijd door opwaaiend zand van uit een

droge rivierbedding silt zeer fijn sediment met grootte 0,002-0,063 mm slak steenachtig afval van metaal- of aardewerkproductie stroomgordel het geheel van afzettingen (stroombed en oeverwal) van een rivier stroomrug oude riviergeul die zodanig is opgehoogd met zandige afzettingen dat de

rivier een nieuwe loop heeft gekregen; blijven door inklinking van de komgebieden als een rij in het landschap liggen

vaaggrond grond zonder duidelijke tekenen van bodemvorming vlechtende rivier rivier bestaande uit meerdere stroomgeulen die door elkaar heen lopen en

regelmatig verschuiven zavel grondsoort die tussen 8 en 25% klei (deeltjes kleiner dan 0,002 mm) bevat

Page 17: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Bijlage 1: Topografische kaart

Page 18: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch
Page 19: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Bijlage 2: Archis-informatie bron: Archis II (RACM).

Page 20: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

!

!

!!

!!

!!

!!

!! !

!

!

!

!!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

35329

4216

7203

74644217

74717308

71587157

7156

71237121 6978

6944694342314230

4199

4180

42167

25973

2596625621

21481

45819 41855

40603

3364827610

25972

2597025969

25887

25864

25861

25858

16858

137713

137712

137711137709

2992

32578

320

299309

180000

180000

181000

181000

4300

00

4300

00

Archeologische informatiegeraadpleegd via archis2 en de website van de RCE

Legenda plangebiedonderzoeksmeldingen

! waarnemingen( vondstmeldingen

monumentenTerrein van archeologische betekenisTerrein van archeologische waardeTerrein van hoge archeologische waardeTerrein van zeer hoge archeologische waardeTerrein van zeer hoge archeologische waarde, beschermd

IKAWlage trefkans (water)middelhoge trefkans (water)hoge trefkans (water)lage trefkanswatermiddelhoge trefkansongekarteerdhoge trefkanszeer lage trefkans0 190 38095 Meter

­

Page 21: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Bijlage 3: Overzicht Archismeldingen Waarnemingen

Nummer Omschrijving Tijdvak

25861 Aardewerk, bot, steen IJzertijd, Romeinse tijd 25864 Weg Romeinse tijd

25887 Aardewerk Romeinse tijd 40603 Aardewerk IJzertijd

42167 Weg Romeinse tijd Monumenten

Nummer Omschrijving Tijdvak

299 Terrein van zeer hoge archeologische waarde (beschermd): nederzetting

(IJzertijd –) Romeinse tijd, Late Middeleeuwen

309

Terrein van zeer hoge archeologische waarde (beschermd): nederzetting

Neolithicum, Romeinse tijd

Onderzoeksmeldingen

Nummer Uitvoerder Jaar

320 2992

32578

Onbekend Booronderzoek

Booronderzoek

1989 1999

2009 34373 Proefsleuvenonderzoek 2009

35329* Booronderzoek 2009

* dit onderzoek.

bron: Archis II (RCE).

Page 22: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Bijlage 4: Boorlocatiekaart

Page 23: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch
Page 24: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Bijlage 5: Boorbeschrijvingen

Page 25: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Projectcode: 14050309

Boring: 01

X: 429831

Y: 180150

Datum: 29-05-2009

GWS:

Opmerking:

Maaiveld [m] 7,5

0

50

100

150

200

gras

Klei, sterk zandig, matig humeus, sporen stenen, sporen puin, sporen roest, donker grijsbruin, omg ca3

Klei, matig siltig, sporen roest, grijsbruin, ca1

Klei, matig siltig, sporen roest, licht grijsblauw, lkl 170 ca1

Boring: 02

X: 429850

Y: 180118

Datum: 29-05-2009

GWS: 150

Opmerking:

Maaiveld [m] 7,5

0

50

100

150

200

250

300

gras

Klei, matig siltig, zwak humeus, sporen roest, sporen baksteen, grijsbruin, mnc metaalslak

Klei, matig siltig, sterk roesthoudend, grijsbruin, mnc

Klei, matig siltig, sporen roest, grijs, ca1 mnc

Klei, matig zandig, sporen hout, donker grijsblauw, wychen ca1 lkl op 160 {st op 250}

Klei, matig siltig, zwak humeus, sporen riet, grijs, ca3

Klei, matig zandig, zwak humeus, sporen riet, grijs

Boring: 03

X: 429860

Y: 180164

Datum: 29-05-2009

GWS: 150

Opmerking:

Maaiveld [m] 7,6

0

50

100

150

200

250

300

gras

Zand, uiterst fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen planten, sporen plastic, grijsbruin, ca3

Klei, matig siltig, zwak humeus, sporen roest, mnc ca1

Klei, matig siltig, sporen roest, sporen grind, grijs, mnc ca1

Klei, matig siltig, grijsbruin, mnc ++ ca1

Klei, matig siltig, sporen roest, grijs, ca1

Klei, matig zandig, zwak humeus, sporen roest, sporen riet, grijs, ca1

Zand, uiterst fijn, zwak siltig, grijs, ca1

Page 26: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Projectcode: 14050309

Boring: 04

X: 429856

Y: 180076

Datum: 29-05-2009

GWS:

Opmerking:

Maaiveld [m] 7,6

0

50

100

150

200

braak

Klei, matig siltig, zwak humeus, sporen planten, sporen puin, donker grijsbruin, ca1

Klei, zwak siltig, grijsbruin, ca1

Klei, matig siltig, sporen roest, licht grijsbruin, ca2

Klei, zwak zandig, sporen roest, grijs, cac 160 ca3

Boring: 05

X: 429878

Y: 180191

Datum: 29-05-2009

GWS:

Opmerking:

Maaiveld [m] 7,6

0

50

100

150

200

gras

Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen stenen, licht grijsgeel, ca3 opg

Klei, zwak siltig, zwak humeus, donkergrijs, bruin gevlekt ca1

Klei, zwak siltig, sporen roest, grijs

Boring: 06

X: 429900

Y: 180144

Datum: 29-05-2009

GWS:

Opmerking:

Maaiveld [m] 7,6

0

50

100

150

200

braak

Klei, zwak siltig, zwak humeus, sporen puin, donker grijsbruin, ca1

Klei, zwak siltig, grijsbruin, ca1

Klei, matig siltig, sporen roest, licht grijsbruin, ca2

Klei, zwak zandig, sporen roest, bruingrijs, cac 160 ca3

Page 27: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Legenda (conform NEN 5104)

grind

Grind, siltig

Grind, zwak zandig

Grind, matig zandig

Grind, sterk zandig

Grind, uiterst zandig

zand

Zand, kleiïg

Zand, zwak siltig

Zand, matig siltig

Zand, sterk siltig

Zand, uiterst siltig

veen

Veen, mineraalarm

Veen, zwak kleiïg

Veen, sterk kleiïg

Veen, zwak zandig

Veen, sterk zandig

klei

Klei, zwak siltig

Klei, matig siltig

Klei, sterk siltig

Klei, uiterst siltig

Klei, zwak zandig

Klei, matig zandig

Klei, sterk zandig

leem

Leem, zwak zandig

Leem, sterk zandig

overige toevoegingen

zwak humeus

matig humeus

sterk humeus

zwak grindig

matig grindig

sterk grindig

geur

geen geur

zwakke geur

matige geur

sterke geur

uiterste geur

olie

geen olie-water reactie

zwakke olie-water reactie

matige olie-water reactie

sterke olie-water reactie

uiterste olie-water reactie

p.i.d.-waarde

>0

>1

>10

>100

>1000

>10000

monsters

geroerd monster

ongeroerd monster

overig

bijzonder bestanddeel

Gemiddeld hoogste grondwaterstand

grondwaterstand

Gemiddeld laagste grondwaterstand

slib

water

Page 28: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Legenda afkortingen Archeologische Boorbeschrijving (conform ASB 2008) Percentages en Mediaan

Klasse Zandmediaan

Uiterst fijn 63-105 µm

Zeer fijn 105-150 µm

Matig fijn 150-210 µm

Matig grof 210-300 µm

Zeer grof 300-420 µm

Uiterst grof 420-2000 µm

Nieuwvormingen (1=spoor, 2=weinig, 3=veel)

Afkorting Nieuwvormingen

FEC IJzerconcreties

FFC Fosfaatconcreties

FOV Fosfaatvlekken

MNC Mangaanconcreties

ROV Roestvlekken

VIV Vivianiet

VKZ Verkiezeling

ZAV Zandverkittingen

Bodemkundige interpretaties

Code Bodemkundige interpretaties

BOD Bodem

BOV Bouwvoor

ESG Esgrond

GLE Gleyhorizont

HIN Humusinspoeling

INH Inspoelingshorizont

KAT Katteklei

KBR Klei, brokkelig

LOO Loodzand

MOE Moedermateriaal

OMG Omgewerkte grond

OPG Opgebrachte grond

OXR Oxidatie-reductiegrens

POD Podzol

RYP Gerijpt

TKL Top kalkloos

TRP Terpaarde

UIT Uitspoelingshorizont

VEN Vegetatieniveau

VNG Gelaagd vegetatieniveau

VRG Vergraven

Bodemhorizont

Code Bodemhorizont Omschrijving

BHA A-horizont Minerale bovengrond

BHAB AB-horizont Overgangshorizont

BHAC AC-horizont Overgangshorizont

BHAE AE-horizont Overgangshorizont

BHB B-horizont Inspoelingshorizont

BHBC BH-horizont Overgangshorizont

BHC C-horizont Uitgangsmateriaal

BHE E-horizont Uitspoelingshorizont

BHEB EB-horizont Overgangshorizont

BHO O-horizont Strooisellaag

BHR R-horizont Vast gesteente

Sedimentaire karakteristiek, laaggrens

Afkorting Afmeting overgangszone

Klasse

BDI ≥ 3,0 - < 10,0 cm Basis diffuus

BGE ≥ 0,3 - < 3,0 cm Basis geleidelijk

BSE < 0,3 cm Basis scherp

Kalkgehalte

Code Kalkgehalte

CA1 Kalkloos

CA2 Kalkarm

CA3 kalkrijk

Archeologische indicatoren (1=spoor, 2=weinig, 3=veel)

Code Omschrijving

AWF Aardewerkfragmenten

BST Baksteen

GLS Glas

HKB Houtskoolbrokken

HKS Houtskoolspikkels

MXX Metaal

OXBO Onverbrand bot

OXBV Verbrand bot

SGK Gebroken kwarts

SLA Slakken/sintels

SVU Vuursteen

SXX Natuursteen

VKL Verbrande klei

VSR Visresten

Page 29: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Bijlage 6: Periodentabel

Page 30: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Bijlage 7: kadastrale Minuutplan 1811-1832

Page 31: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Rev. Datum Naam Omschrijving Goed gek.Historische situatie

Bron: Schaal

FormaatA4

Legenda

1:85000 300 Meter

±

Bijlage 7. Kadastrale minuutkaart 1811-32

www.watwaswaar.nl

Plangebied

Page 32: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Bijlage 8: Luchtfoto RAF 1944

Page 33: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Rev. Datum Naam Omschrijving Goed gek.Historische situatie

Bron: Schaal

FormaatA4

Legenda

1:100000 300 Meter

±

Bijlage 8. Luchtfoto RAF 1944

www.watwaswaar.nl

Plangebied

Page 34: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Bijlage 9: Topografische kaart 1985

Page 35: rapport-definitief Beuningen Wilgenoord 35329 v2.0 01-11-2011 · Controle Dhr. drs. J.W. Oudhof Senior Archeoloog 23-07-2009 Goedkeuring Dhr. A. Senff Gemeente Beuningen Archeologisch

Rev. Datum Naam Omschrijving Goed gek.Historische situatie

Bron: Schaal

FormaatA4

Legenda

1:75000 300 Meter

±

Bijlage 9. Topografische kaart 1985

www.watwaswaar.nl

Plangebied