Rapport Begrensd Kansen Bieden

21
Toevoeging aan de Rotterdamse Methodiek Jongerenwerk op het onderdeel ruimte geven en grenzen stellen Begrensd kansen bieden

description

Hoe ga je om met het gedrag van jongeren? Wanneer geef je jongeren de ruimte en wanneer trap je op de rem of zorg je voor een werkcultuur waar andere jongeren corrigerend optreden? Wat moet je doen in welke situatie? Hoe zorg je ervoor dat je op één lijn zit met je collega\'s en jongeren? Grenzen stellen is een totaalconcept. Dit handboek \'begrensd kansen bieden\' is een leidraad voor uitvoerend jongerenwerkers en hun leidinggevenden. In het handboek worden vijf belangrijke basisregels uitgewerkt.

Transcript of Rapport Begrensd Kansen Bieden

Page 1: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Toevoeging aan de Rotterdamse Methodiek

Jongerenwerk op het onderdeel ruimte geven

en grenzen stellen

Begrensd kansen bieden

Page 2: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk2

Inhoudsopgave

Inleiding 3

1 Grenzen stellen: repressie? 5

2 De jongerenwerker als pedagoog 62.1 Vier opvoedstijlen 62.2 Autoritatieve (democratische) opvoeding meest geschikt 7

3 Grenzen stellen bij groepsgericht werken 83.1 Inpandig werken 83.2 Ambulant werken 13

4 Grenzen stellen bij individueel werken 15

5 Samenwerking met de politie en andere ketenpartners 16

6 Randvoorwaarden: Teamsamenwerking en sturing 186.1 Eén lijn vormen 186.2 Een veilig klimaat 196.3 De rol van leidinggevenden 19

Page 3: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk3

Inleiding

Werken met jongeren: leuk?! Werken met jongeren is uitdagend, prikkelend, boeiend, afwisselend, energiek en spannend. Jongeren hebben veel lef en zijn vaak heel creatief, ze ontdekken waar ze goed in zijn. In dans, sport, muziek... Jongeren relative­ren minder, willen de wereld echt veranderen. Hersen­paden die veel gebruikt worden, worden doorontwikkeld, hersenpaden die weinig of niet gebruikt worden, worden afgesloten. Daardoor kunnen jongeren hun talenten volop ontdekken en ontwikkelen. De paden in het brein zijn aangelegd, maar nog niet af.

Hersenen in ontwikkelingHeel lang werd gedacht dat de menselijke hersenen rond het zesde jaar volgroeid zijn. Sinds een jaar of tien blijkt echter dat de hersenen doorgroeien tot ongeveer je 25ste. Tijdens de pubertijd worden de hersenen flink verbouwd. De verschillende hersengebieden ontwikkelen zich echter niet even snel, waardoor de adolescentie over het algemeen een riskante periode is.

Op zoek naar kicksJongeren krijgen bijvoorbeeld heel veel behoefte aan ‘kicks’, aan spanning. Vaak zoeken ze die op door gevaarlijke dingen te doen. Ineens moeten ze skaten over brugleuningen, willen ze gruwelijke films zien, gaan ze gokken, of zoeken ze grof geweld op in games. Andere jongeren willen ergens bij horen en sluiten zich daarom aan bij een groep die de spanning opzoekt. Het hersengebied dat zegt ‘dit is niet zo verstandig’, reageert bij pubers niet zo goed of te laat. Pubers voelen hierdoor vaak helemaal geen remming als er iets ‘lekkers en uitda­gends’ voorbij komt, of ze voelen het pas achteraf. Te laat dus. Ze weten dan wel dat het niet goed was om iets te doen, maar toch doen ze het.1

1 Eveline Crone (2008). Het puberende brein: Over de ontwik­

keling van de hersenen in de unieke periode van de adolescentie.

Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.

Het gevolg is dat pubers juist veel gevoeliger zijn voor allerlei soorten verslaving dan jongere kinderen of volwassenen. En juist in deze periode komt alles voorbij aan spannende risico’s, van alcohol, drugs, tot spannen­de dingen waar je in groepsverband ineens in verzeild raakt… Hangen, roken, blowen, spijbelen, rondzwerven op straat, graffiti spuiten, vechtpartijtjes, vernielingen, winkeldiefstal… Jongeren willen de wereld ontdekken, gaan experimenteren. Ze proberen nieuw gedrag uit en moeten leren van de fouten die ze maken. Jongeren verkennen de grenzen en overschrijden die soms. Dat hoort bij hun ontwikkeling. Bij de een valt het meer op dan bij de ander en het leidt niet altijd tot grote proble­men. Maar overal ter wereld vertonen jongeren hetzelfde ‘lastige’ gedrag.2

HandboekHoe ga je om met het gedrag van jongeren? Wanneer geef je jongeren de ruimte en wanneer trap je op de rem of zorg je voor een werkcultuur waar andere jonge­ren corrigerend optreden? Wat moet je doen in welke situatie? Hoe zorg je ervoor dat je op één lijn zit met je collega’s en jongeren? Grenzen stellen is een totaalconcept. Jongeren krijgen de kans om hun zorgen en ideeën te delen met de jonge­renwerker. Aan de ene kant worden op grond daarvan de nodige antwoorden op hulpvragen van de jongere gevon­den. Anderzijds deelt het jongerenwerk de informatie met ketenpartners om de jongeren te helpen en om waar nodig zichzelf en anderen te beschermen. Daarnaast zijn een goede teamsamenwerking en goed leiderschap door leidinggevenden randvoorwaarden om grenzen te kunnen stellen aan het gedrag van jongeren. Alleen als je grenzen stelt kun je jongeren kansen bieden. We spreken daarom van ‘begrensd kansen bieden’.

2 Eveline Crone (2008). Het puberende brein: Over de ontwik­

keling van de hersenen in de unieke periode van de adolescentie.

Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.

Page 4: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk4

Dit handboek “begrensd kansen bieden” is een leidraad voor uitvoerend jongerenwerkers en hun leidinggeven­den. In het handboek worden vijf belangrijke basisregels uitgewerkt:

De vijf basisregels

1. Als pedagoog bieden we jongeren ruimte en kansen. Grenzen stellen is hier niet los van te zien.

2. Jongerenwerk is een vak, jongeren zijn niet je vrienden. Wel zijn we een betrouwbare partner voor jongeren.

3. We werken samen met de politie en daar zijn we duidelijk over naar jongeren.

4. We zetten als team (van jongeren en professio­nals) een werkcultuur neer op straat en in een accommodatie en we houden elkaar aan de werkcultuur.

5. De teamleider vertoont leiderschap en is op de hoogte van het werken op de werkvloer.

LeeswijzerIn hoofdstuk 2 gaan we in op het waarom van grenzen stellen. Onderdruk je jongeren door grenzen aan hen te stellen? Hoort grenzen stellen wel bij je preventieve taak als jongerenwerker? In hoofdstuk 3 spreken we over de pedagogische functie van de jongerenwerker. Er zijn verschillende manieren van opvoeden. Welke past het beste bij het jongerenwerk? Hoe ga je om met het vinden van een balans tussen ruimte geven en grenzen stellen?

In de hoofdstukken 4 t/m 7 komt een aantal thema’s aan de orde:n Grenzen stellen bij groepsgericht werken (inpandig en

ambulant);n Grenzen stellen bij individueel werken;n Samenwerking met de politie en andere ketenpartners;n Teamsamenwerking en sturing.

Bij ieder thema worden praktische tips gegeven.

Page 5: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk5

1 Grenzen stellen: repressie?

Grenzen stellen wordt vaak geassocieerd met repres­sie. Volwassenen moeten echter altijd grenzen stellen aan het gedrag van jongeren. Voor de veiligheid van de jongere, maar óók om jongeren te leren ‘invoegen’ in de maatschappij. Jongeren moeten de basisregels van de sociale omgang leren, normen en waarden aanleren en leren rekening te houden met de gevoelens en wensen van anderen. Het stellen van grenzen doe je niet om de ruimte van jongeren te beperken, maar om de rechten, veiligheid en vrijheid van iedereen te waarborgen. Dat is je pedagogische taak als jongerenwerker.

Grenzen stellen: tegennatuurlijk?Grenzen stellen klinkt vaak negatief. Toch doen we het allemaal, dagelijks. Of niet? De angst om af te wijzen of om afgewezen te worden weerhoudt veel mensen ervan om duidelijke grenzen te stellen. We willen mensen niet onder druk zetten, we willen conflicten vermijden, we willen graag gewaardeerd worden, enzovoorts. En dus geven we meestal subtiele en onduidelijke boodschappen in plaats van een duidelijke ‘nee’. Je zegt bijvoorbeeld “Kan het ook morgen?” in plaats van “Ik heb geen tijd”. We hopen dat de ander de boodschap wel begrijpt en er begripvol en vriendelijk op reageert. De praktijk is meestal anders. Een vage manier van grenzen aangeven nodigt de ander uit om de druk verder op te voeren. Nee heb je, ja kun je krijgen, zeker als je wilt dat iemand iets voor je doet. Grenzen stellen is daarom best lastig, maar wél nodig. Doe je het niet, dan walsen mensen over je heen.

Grenzen stellen: taak van de jongerenwerker?Zoals hierboven gezegd is grenzen stellen moeilijk maar wél altijd nodig. Grenzen stellen hoort daarom bij de preventieve taak van de jongerenwerker. Grenzen zijn niets meer of niets minder dan de afspraken die je maakt over de manier waarop je met elkaar omgaat. Grenzen stellen is niet alleen ‘dit mag niet en dat mag niet’. Het is ook niet de bedoeling om ‘de politieagent uit te hangen’. Door grenzen te stellen geef je juist aan wat wél hoort.

Het is gewoon om elkaar te begroeten als we elkaar zien. Om in de wc te plassen in plaats van ernaast. Om je schoenen uit te doen voordat je naar binnen gaat. Als je geen afspraken maakt, dan wordt het een rommeltje en mensen voelen zich niet op hun gemak. Met grenzen waarborg je de rechten, veiligheid en vrijheid van ieder­een. Als er bijvoorbeeld een playstation wordt gesloopt of gestolen, dan is dat vervelend voor de portemonnee van de organisatie, maar vooral voor alle jongeren die er dagelijks plezier aan beleven.

Grenzen stellen: waar ligt de grens?Een grens betekent letterlijk ‘scheiding’ of ‘afbakening’. Een grens bepaalt wat nog wel en wat niet meer toelaat­baar is. In het jongerenwerk bepaal je met het stellen van grenzen hoe groot de ruimte is die jongeren krijgen.

Een jongere moet genoeg ruimte krijgen om zichzelf te ontwikkelen. Dat betekent dat hij of zij de kans krijgt om zijn omgeving te verkennen, te experimenteren met nieuw gedrag en fouten te maken. Jongeren zijn veel bezig met identiteitsvragen en –twijfels en zoeken naar hun eigen maatschappelijke rol. Opvoeders3 zorgen ervoor dat jongeren de mogelijk­heden krijgen om meer dingen zelf te onderzoeken en uit te proberen. Zij spreken jongeren daar ook pro­actief op aan: hoe zie jij jezelf? Wat wil jij met je leven gaan doen? Maar… aan de ruimte die je jongeren geeft zijn wel grenzen verbonden. Daar maken we afspraken over. De afweging die je maakt tussen ruimte geven en grenzen stellen is onderdeel van je pedagogische taak als jonge­renwerker. Daarover gaat het volgende hoofdstuk.

3 Onder opvoeders verstaan we ouders, leerkrachten, jongeren­

werkers, vrijwilligers bij een sportclub, et cetera.

Page 6: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk6

Peter loopt naar binnen zonder entreegeld te betalen voor een speciale activiteit. Wat doe je?

Iedere jongerenwerker, veel of weinig ervaring, maakt situaties mee waarvan hij of zij denkt: “Wat moet ik doen?”. Ga je de confrontatie aan? Is het dat waard? Wat betekent het voor je relatie met de jongere als je hem/haar aanspreekt op zijn/haar gedrag? Waarom vertoont deze jongere dit gedrag? Wat voor invloed heeft een ingrijpen op de rest van de groep? Wat voor afspraken zijn er gemaakt met collega’s?

De jongerenwerker besluit toch iets te zeggen over het entreegeld. Peter wordt boos, er ontstaat een gespannen sfeer. De jongerenwerker houdt vol. Uiteindelijk gooit Peter een hoop kleingeld op tafel neer. Wat doe je? Zeg je hier iets van of laat je het gaan?

Als de jongerenwerker voet bij stuk houdt, is de kans groot dat de situatie escaleert. De hele vriendengroep van Peter kijkt toe. De spanning hangt in de lucht. De jongere heeft zelf een uitweg gezocht uit de situatie door het geld te betalen, alleen dan op een niet zo nette manier. De jongere zal nu geen verder gezichtsverlies willen leiden ten aanzien van zijn vrienden. De jongeren­werker besluit daarom het geld op te rapen en de jongere op een later moment aan te spreken over de manier waarop het geld is betaald.

Als je een jongere vraagt wat een jongerenwerker doet, dan antwoordt 90% dat het jongerenwerk leuke activitei­ten organiseert. Het nieuwe Rotterdamse jongerenwerk heeft andere ambities en wil een ander profiel van de jongerenwerker. De enige die de ambities kan duiden en het nieuwe profiel zichtbaar kan maken is de jonge­renwerker. Door te laten zien wat jongerenwerk inhoudt

leren we jongeren wat ze van ons kunnen verwachten en wat wij van hen verwachten. We leren jongeren hoe we samen met hen en met anderen kunnen zorgen voor toekomstgericht jongerenwerk.

2.1 Vier opvoedstijlen

Een jongerenwerker heeft een pedagogische functie. Een pedagoog ondersteunt kinderen en jongeren bij het opgroeien naar volwassenheid. Globaal gezien zijn er vier opvoedstijlen:n Autoritair Veel grenzen, strakke handhaving van grenzen, weinig

eigen keus.n �Toegeeflijk Vrije opvoeding, alles mag, kind zelf laten ervaren,

veel praten, weinig regels en geen controle.n Onverschillig Kind eigen gang laten gaan, geen kaders of grenzen,

geen emotionele band.n Autoritatief (democratisch) Duidelijke grenzen, uitleg waarom de grenzen er zijn,

grenzen staan ter discussie als er goede argumenten voor zijn, dialoog aangaan.

Welke opvoeding het meest functioneel is, is afhanke­lijk van het doel van de opvoeding (wat wil je bereiken). In sommige maatschappijen (zoals de Nederlandse samenleving) is het belangrijk dat jongeren leren om zelfredzaam te zijn, dat ze leren onafhankelijk te zijn en dat ze leren in hun eigen levensonderhoud te voorzien. In andere maatschappijen is het leren leven in een groep/een gemeenschap veel belangrijker. In deze culturen leren jongeren zich veel meer ‘in te voegen’ in sociale structuren.

De jongeren­werker als pedagoog2

Page 7: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk7

Voor het Rotterdamse jongerenwerk zijn de volgende opvoeddoelen vastgesteld4:n Het verkrijgen en benutten van kansen op maatschap­

pelijke participatie;n Het leveren van een bijdrage aan de eigen samen­

leving;n Het dragen van eigen verantwoordelijkheid.Daarnaast lever je als jongerenwerker een bijdrage aan de ‘sociale opvoeding’ van jongeren. Het gaat daarbij om (het leren van) solidariteit, gelijkwaardigheid, tolerantie, vrijheid, verantwoordelijkheid en respect voor verschil.

2.2 Autoritatieve (democratische)

opvoeding meest geschikt

Gezien de pedagogische doelstelling van het jongeren­werk is de autoritatieve (democratische) opvoedstijl het meest geschikt. Dat betekent dat je – met het oog op de opvoeddoelen van het jongerenwerk – samen met collega’s en jongeren duidelijke grenzen stelt, die de kaders vormen van wat wel en niet mag. Je communi­ceert de grenzen met jongeren en legt uit waarom ze er zijn. Binnen de grenzen krijgen jongeren ruimte om zich te ontwikkelen (ontwikkelruimte). Vorm de kaders samen met je collega’s en met de jongeren zelf, vorm één front met collega’s en hou je aan de onderlinge afspraken. Als jongeren goede redenen hebben voor het verleggen van de grenzen, bespreek het dan eerst met collega’s en sta gezamenlijk achter de beslissingen die genomen worden. Bij een autoritatieve opvoedstijl hoort ook dat jongeren fouten mogen maken. Opgroeien is een leerproces waar je jongeren bij ondersteunt. Ook jongerenwerkers kunnen fouten maken. Als je je realiseert dat je een fout gemaakt hebt, dan kun je dit het beste gewoon toegeven naar jongeren toe.

Binnen de autoritatieve (democratische) opvoeding bete­kent grenzen stellen niét dat je jezelf autoritair opstelt als je grenzen stelt. Op het moment zelf kan het een goed gevoel geven als je je autoritair opstelt en het kan tijdelijk heel effectief zijn. Echter, als je harde grenzen stelt zonder ruimte voor discussie en met machtsvertoon, dan sluit je de deur voor jongeren, dan komen ze niet meer terug. Daarnaast is het risico op escalatie groot. De inhoudelijke discussie, het met jongeren bediscus­siëren van het waarom van regels is veel belangrijker dan machtsvertoon. Het kan soms heel moeilijk zijn om je kalmte te bewaren als je zelf boos en geïrriteerd bent. Als je als veertiger door een blaagje van 12 wordt uitge­scholden, dan kunnen je handen gaan jeuken. In zo’n situatie moet je echter tóch professioneel blijven. Ook in crisis situaties moet je je best doen om kalm te blijven en zelf geen geweld te gebruiken. Je moet wel je eigen veiligheid en die van anderen bewaken en je macht laten gelden door bijvoorbeeld de politie in te schakelen.

4 Conform de Rotterdamse Methodiek voor het jongerenwerk

(Adviesbureau van Montfoort, 2006. Het Rotterdamse Jongeren­

werk: Functies, kerntaken, competenties, methoden.).

Hoewel je je niet autoritair moet opstellen als dat niet noodzakelijk is, moet je wel altijd consequent zijn naar jongeren. Consequent zijn is iets anders dan autoritair zijn. Consequent zijn betekent dat je doet wat je hebt gezegd. Consequent zijn heeft niets te maken met je houding richting jongeren. Je kunt consequent zijn en jongeren gewoon blijven aankijken, je kunt vriendelijk en rustig blijven praten met ze. Wijs een jongere nooit af als persoon, maar spreek hem of haar wel aan op het gedrag. Als je een jongere als persoon afwijst (bijvoor­beeld: ‘wat ben je toch dom’) dan is dat niet goed voor het zelfbeeld van de jongere, hij of zij gaat dan slecht over zichzelf denken. De jongere heeft dan ook niets meer te verliezen, denkt: “Weer iemand die mij afwijst, dat maak ik al zoveel mee, op school, mijn ouders en de politie; ik heb niets meer te verliezen dus wat kan mij het verrotten als ik bijvoorbeeld iets sloop of iemand in elkaar sla”. Door een jongere aan te spreken op zijn of haar gedrag, zeg je niets over de jongere zélf, je zegt alleen iets over wat hij of zij wel of niet gedaan heeft (bijvoor­beeld: “Wat je net deed, zo ken ik je niet, je weet dat we hier afspraken over hebben”).

Een jongen zorgde telkens weer voor problemen in een jongerenvoorziening. De jongerenwerkers hadden met elkaar overlegd en besloten de toegang tot de voorziening te weigeren totdat er een goed gesprek had plaatsgevonden tussen de jongen en een jongerenwerker. Op dezelfde dag dat het toegangsverbod is opgelegd wilde de jongen de voorziening in. De jongerenwerker zei: “Vandaag kom je er in ieder geval niet in. We maken eerst een afspraak voor een gesprek”. Nog geen uur later was de jongen tóch binnen terwijl er nog geen gesprek had plaatsgevonden.

De jongerenwerker is hier niet consequent geweest. Als je tegen iemand zegt dat hij vandaag niet meer naar binnen mag en dat je eerst een afspraak wilt maken voor een goed gesprek, dan moet je daar aan vast houden. Doe je dat niet, dan neemt de jongen je niet serieus. “Hij zegt dat nu wel, maar ik mag toch wel naar binnen”, is dan de gedachte. Zorg daarom dat je regels stelt die uitvoerbaar zijn.

Page 8: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk8

Je hebt (g)een goed cijfer gehaald op school. Je wiskun-deleraar heeft je weer eens de les uit gestuurd. Je hebt ruzie met je broer. Je hebt geld verloren met gokken. Je wilt die dure schoenen hebben maar je hebt er geen geld voor. Je ziet er niet uit met die puisten en je denkt dat er vast geen jongens zijn die je leuk vinden.

De dagelijkse bezigheden van jongeren beïnvloeden hun humeur en hun gedrag. De hormonen gieren door het lijf en soms weten ze niet hoe ze er mee om moeten gaan. Het gedrag van jongeren wordt nog eens versterkt door de groep waarin ze verkeren of waar ze bij willen horen. Groepsgedrag is individueel gedrag in het kwadraat. Jongeren laten vaak uiterlijk waar­neembaar gedrag zien waarmee ze zeggen: “Rot op en bemoei je er niet mee!”. Vakkundige jongerenwerkers doorzien deze houding en bemoeien zich er dan juist wél mee. Het werken met jongeren is uitdagend en dynamisch. Maar… het vraagt veel van je professiona­liteit en de samenwerking met collega’s om het werken met jongeren tot iets moois maken. Wat je vandaag doet kan morgen al geen effect meer hebben. Vandaag was de jongere aanspreekbaar maar morgen staat de pet weer anders en moet je weer zoeken om contact te krijgen.

Over het algemeen werken jongerenwerkers met groepen jongeren. De effecten van groepsprocessen moeten niet onderschat worden. Het stellen van een (soms zelfs schijnbaar onbenullige) grens aan een belangrijke pion in een groep, kan effect hebben op het gedrag van de hele groep. Andersom geldt hetzelfde: een jongerenwerker die een schijnbaar onbenullige gebeurtenis door de vingers ziet, moet niet verbaasd staan te kijken als de hele groep vervolgens denkt dat hij of zij een loser is. De groep probeert gezamenlijk de jongerenwerker uit. “Hij zegt nu wel dat het niet mag, maar laten we eens kijken wat er gebeurt als we het toch doen”, “Ik ben een vrijwilliger in de voorziening dus die regel geldt niet voor mij”. Voor

je het weet luistert niemand uit de groep meer naar de jongerenwerker.

Met name in een groep is het belangrijk om vast te houden aan de kaders. Zorg er bij ‘lichte’ groepen wel voor dat een jongere geen gezichtsverlies leidt ten aanzien van zijn vrienden. Bij zwaardere groepen is het soms juist van belang om één of meerdere jongeren uit de groep te halen, bijvoorbeeld als ze erg beïnvloedbaar zijn of als zij degene zijn die de groep elke keer opnieuw de verkeerde kant uit trekken. Hierbij kan gezichtsverlies soms noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld als voorbeeldfunctie van verkeerd (crimineel) gedrag.

In de volgende paragrafen gaan we in op het stellen van grenzen bij inpandig werken en bij ambulant werken.

3.1 Inpandig werken

Bij inpandig werken komen jongeren vaak vanaf de straat naar de voorziening. De meeste jongeren komen naar de accommodatie om positief bezig te zijn; ze zijn er omdat ze het zelf willen.

Ruimte geven Binnen de grenzen die je stelt is er voor de jongere genoeg ruimte om zich te ontplooien. We noemen dit de ‘ontwikkelruimte’. Als jongerenwerker ben je steeds op zoek naar een goede balans tussen ruimte en grenzen. Als je te veel de nadruk legt op het geven van kansen en het ontwikkelen van talenten van jongeren, dan nemen jongeren je niet serieus en halen ze je onderuit. Als je echter te veel de nadruk legt op het stellen van grenzen, dan ben je alleen kader scheppend bezig en kun je jongeren niet ondersteunen bij het ontdekken en ontwikkelen van hun talenten. Om een juiste balans te vinden, moet je contact maken en hebben met jongeren, zelf grenzen durven stellen (lef) en met het team en de

Grenzen stellen bij groeps­gericht werken3

Page 9: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk9

jongeren afspraken maken en deze vaak evalueren om te kijken of ze nog werken.

In een jongerenvoorziening zijn jongeren actief bezig met het ontdekken en ontwikkelen van talenten. Er is een methodiek bedacht, waarbij jongerenwerkers een ondersteunende rol vervullen in het begeleiden en ondersteunen van jongeren bij hun ideeën en plannen. De voorziening is al snel populair. Op een inloopavond zijn er soms wel 50 jongeren binnen. Als er 50 jongeren binnen zijn en er zijn twee jonge­renwerkers, dan kunnen jongerenwerkers de jonge­ren niet begeleiden in het bedenken en uitwerken van ideeën en plannen. De jongerenwerkers kunnen niet anders dan alleen maar bezig zijn met het hand­haven van de orde. Aan het ontwikkelen van talenten komen zij niet meer toe.

In bovenstaand voorbeeld is er geen juiste balans meer tussen ruimte geven en grenzen stellen. De nadruk is veel meer komen te liggen op het stellen van grenzen, terwijl het uitgangspunt van de voorziening juist was om de talenten van jongeren aan te boren, jongeren te prik­kelen en uit te dagen.

Wanneer is een gebrek aan structuur het probleem en moet er dus meer structuur geboden worden? Wanneer is een verkeerde of een te strakke structuur het probleem en moet er juist meer ruimte gegeven worden?

Het is moeilijk om een precieze grens aan te geven tussen dat wat nog wel kan en dat wat niet kan. Vast staat in ieder geval dat jongeren ruimte nodig hebben om zich te ontwikkelen. Daarom moet de aandacht er vooral op gericht zijn om jongeren kansen te geven. Latere problemen ontstaan vooral bij jongeren die sterk onder de duim zijn gehouden, onevenredig streng werden gestraft en nauwelijks ruimte kregen voor hun eigen ontwikkeling.

Veel jongeren waar jongerenwerkers mee werken, zijn gewend om negatief benaderd te worden. Ouders en vaak ook de school bemoeien zich vooral met de jongere als het niet goed gaat met hem of haar: bijvoorbeeld als hij/zij rottigheid uithaalt of slechte cijfers haalt op school. Voor veel jongerenwerkers is de wetenschap dat er in de thuissituatie (mogelijk) fysiek geweld wordt toegepast, een reden om ouders niet te informeren over problemen van hun zoon of dochter. Door ouders te betrekken bij positieve activiteiten van een jongere, gaan ouders op den duur anders naar hun kind kijken en kan er ook in de thuissituatie meer ruimte ontstaan voor een jongere om zich positief te ontwikke­len.

TIPS voor ruimte geven

n Benader jongeren positief (“Leuk je te zien!”).n Heet jongeren iedere keer welkom (“Leuk dat je

er bent!”).n Complimenteer jongeren (“Goed gedaan!”).n Wees actief met jongeren.n Betrek jongeren bij het bedenken, organiseren,

uitvoeren en evalueren van activiteiten. n Betrek ouders bij positieve activiteiten.

Grenzen stellen: een kunst apartHoewel de aandacht vooral gericht moet zijn op het geven van ruimte aan jongeren, moeten er wel grenzen zijn. Er zijn jongeren voor wie het permanent opzoeken van grenzen een geliefd tijdverdrijf is. Als jongerenwerker word je dan op de proef gesteld, krijg je te maken met je eigen grenzen en moet je tóch pedagogisch verantwoord blijven handelen.Bij inpandig jongerenwerk ben je vaak bezig met het stellen en handhaven van grenzen. Je moet immers de veiligheid van alle bezoekers waarborgen, de huisregels handhaven, enzovoorts.

Op vrijdagavond draait een jongerenwerker samen met haar collega de inloop voor jongeren van 16+. Deze avonden worden voornamelijk bezocht door Marokkaanse jongens. Het is moeilijk om met deze doelgroep activiteiten te doen. De jongens komen met als doel, bij elkaar te komen en te kaarten. Het kaarten binnen het buurthuis is tijdelijk verboden, omdat de jongerenwerkers er achter kwamen dat er werd gegokt bij het kaarten.

Op een dag werd de inloop bezocht door één van de jongens. Hij vroeg naar de reden waarom er niet meer werd gekaart. De jongerenwerkers hebben hem uitgelegd dat het kaarten tijdelijk verboden is, totdat er een andere oplossing is. De jongerenwerkers proberen de jongeren nu te stimuleren om mee te denken aan andere activiteiten die ze kunnen doen tijdens de ontmoeting. Bijvoorbeeld meer gebruik maken van de sportzaal of activiteiten buiten het buurthuis.

De jongen was het er niet mee eens en begon te schelden op één van de collega’s die er op dat moment niet was. Hij vond hem schijnheilig en een verrader. De jongen denkt dat de collega het brein is achter het verbod op het kaarten. De collega werd voor Jood uitgemaakt en er werden nog meer verne­derende woorden gebruikt.

In bovenstaand voorbeeld wordt de afwezige collega het ‘pispaaltje’ van het kaartverbod. In een dergelijke situatie is het belangrijk om de jongere die je collega uitscheldt, duidelijk te maken dat het kaartverbod een teambesluit was en dat je niet wilt dat de jongere op deze manier over je collega praat. Neem het áltijd op voor je collega, schaar je niet aan de kant van de jongeren om zo je eigen positie te bewaren.

Page 10: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk10

Wanneer je de situatie van het kaartverbod goed leest, dan kun je concluderen dat het kaartverbod niet de echte oorzaak van de problemen is. Wat namelijk opvalt, is dat de jongeren zich niet verantwoordelijk voelen voor het kaartverbod (de collega jongerenwerker is de schuldige). Het kaartverbod wordt gezien als een manier om de jongeren te jennen. De vraag die opdoemt is: Is de reden van het kaartverbod wel tot de jongeren doorgedrongen?

Het is belangrijk dat jongeren zich realiseren waaróm het kaarten verboden is. De jongerenwerkers zullen de jongeren ongetwijfeld verteld hebben dat het gokgedrag aanleiding was voor het verbod, maar dit soort uitleg gaat meestal het ene oor in en het andere oor weer uit. Door jongeren intensief te betrekken bij het opstellen van een activiteitenprogramma en door jongeren zélf verantwoor­delijk te maken voor het reilen en zeilen in de voorzie­ning, gaan jongeren nadenken over welk gedrag wel en niet gewenst is in de voorziening en welke consequenties ze kunnen verbinden aan ongewenst gedrag.

Jongeren betrekken bij regels stellenZeker in het begin kan inpandig werken ingewikkeld zijn, omdat jongeren het gedrag van de straat gewend zijn, waar hun eigen regels gelden. Als jongeren binnen komen, dan gedragen ze zich net zo als op straat. Het is belangrijk dat je met jongeren in gesprek gaat en ze laat nadenken over welk gedrag wel en welk gedrag niet aanvaardbaar is in een voorziening. Jongeren zijn onder­ling vaak veel strenger in het bedenken en handhaven van regels. Daar kun je als inpandig jongerenwerker gebruik van maken door jongeren te betrekken bij het opstellen van de regels.

In een jongerenvoorziening hebben jongerenwerkers de jongeren een aantal thema’s gegegeven waarover regels bedacht moesten worden. Van tevoren hadden de jongerenwerkers zelf ook een lijst met regels gemaakt. Wat bleek: de regels waar de jongeren mee kwamen waren veel strenger dan de regels die de jongerenwerkers vooraf hadden bedacht!

Als je jongeren betrekt bij het opstellen van de regels in de jongerenvoorziening, dan kunnen jongeren ook een rol spelen bij de handhaving van de regels. Jongeren willen zelf ook niet dat het een chaos wordt in de voorzie­ning. Als jongeren met elkaar afspreken dat iedereen op tijd aanwezig is bij een activiteit, dan is de kans groot dat een consequente laatkomer hier door zijn vrienden op wordt aangesproken.

Er is ingebroken in een jongerenvoorziening. De jongeren zijn woedend dat hun spullen gestolen zijn. De jongeren hebben een vermoeden wie de dader is.

Durven jongeren het dilemma te doorbreken, zijn ze verraders wanneer ze de jongere aangeven? Of moeten ze het allemaal maar laten gebeuren. Wat zouden de jongeren doen als thuis hun tv wordt gestolen? Of hun scooter wordt kapot gemaakt en ze weten wie de dader is?

Groepsdynamische processen: Leider aanspreken Wanneer jongeren zich niet gedragen in de voorziening, dan kun je desbetreffende jongeren aanspreken, maar je kunt ook de leider van de groep aanspreken. Jonge­ren zullen niet snel opgeven, niet snel naar jou luisteren als de leider van de groep op een afstandje staat toe te kijken. Je spreekt de leider aan en complimenteert de leider als het ware met zijn of haar leiderschap “Naar jou luisteren ze wél”.

TIPS cultuur opbouwen in een accommodatie

n Geef alle jongeren, gemeend, het gevoel dat ze welkom zijn!

n Dat zijn dus ook meisjes en/of jongens die niet tot de vaste groep bezoekers behoren.

n Kijk in de spiegel: hoe stevig sta ik vandaag in mijn schoenen, zit ik goed in mijn vel om met jongeren te werken.

n Observeer hoe collega’s omgaan met jongeren.n Hou overzicht over de ruimte, sta niet met je

rug naar een groep.n Bedenk samen met jongeren de leefregels en

leefcultuur in de accommodatie.n Hou het simpel met de regels. n Pas op voor overheersing van één subcultuur,

dat sluit anderen uit (muziek, graffiti enz.).n Zorg dat je jongeren leert kennen, investeer in

ze en leer gedrag van ze herkennen.n Investeer in drukke maar ook in rustige jonge­

ren.n Observeer en luister goed wat jongeren zeggen

en hoe een ander hierop reageert.n Signaleer de reactie van een jongere en schat

in of jouw bemoeienis wenselijk is. n Praat niet over jongeren waar andere jongeren

bij zijn.n Praat niet over collega’s waar jongeren bij zijn.n Praat met een ‘leider’ als er problemen zijn met

een groep.n Complimenteer de leider (“Naar jou luisteren ze

tenminste”).n Zorg dat je als collega’s één standpunt hebt en

betrek ook je leidinggevende.n Zeg tegen jongeren dat de regels samen met

collega’s zijn afgesproken.n Als jongeren gelijk hebben, geef dan je fout toe.n Herken je eigen emotie, pas op voor alleen

maar reageren vanuit je emotie, je zegt dan dingen waarvan je later spijt kunt hebben.

n Hou je aan de afgesproken sluitingstijden, ook als het gezellig is.

n Uitdagen, prikkelen en confronteren is een onderdeel van het vak jongerenwerk, leer dat te doceren!

n Een jongerenwerker is ook maar een mens met z’n sterke en zwakke momenten.

Page 11: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk11

Omgaan met groepsdruk Sommige jongeren zijn goed in het organiseren van groepsdruk op een jongerenwerker. Ze gebruiken de groep om de druk op een jongerenwerker op te voeren. Een beetje sarren, een beetje plagen, een beetje afzeiken en wachten totdat je als jongerenwerker hier op reageert. Als je te lang wacht komt het rot uit je strot en heeft de jongere al terrein gewonnen, als je er direct met een grote mond bovenop zit daag je de jongere uit tot een ‘verbale’ reactie. Soms is dit wenselijk, om te laten zien wie je bent. Soms is het slimmer om een rustig moment af te wachten waarop je de jongere apart kunt spreken, zonder een groep om hem of haar heen. Dat praat makkelijker en je kunt achterhalen wat er loos is bij de jongere. Wees direct in je vraag en confronteer hem of haar met zijn/haar gedrag en woorden. Jij vindt het niet prettig hoe hij/zij je aanspreekt en je wilt dat ook niet meer! Wat zou hij/zij ervan vinden als je hem/haar zo bejegent?

Omgaan met misbruik van statuspositieHet komt geregeld voor dat jongeren misbruik van hun vrijwilligerspositie om dingen te mogen die anderen niet mogen (“Ik ben vrijwilliger dus ik mag wel in het kantoor komen”).

Een vrijwilligerspositie mag natuurlijk wel beloond worden met bepaalde privileges, maar zorg dat daar ook verantwoordelijkheden en hoge verwachtingen ten aanzien van het gedrag tegenover staan. Vrijwilliger word je niet zomaar, maar verdien je door actieve inzet en betrokkenheid bij de voorziening. Maak dit ook duidelijk aan de jongeren die geen vrijwilligerspositie hebben. Jongeren zijn heel gevoelig voor een gelijke behande­ling. Als ze zien dat andere jongeren anders behandeld worden, dan kan dat tot problemen leiden. Wanneer jongeren misbruik maken van hun positie, stel dit dan aan de orde en bespreek de situatie in het team. Als een jongere wil doorgaan als vrijwilliger, vertel de jongere dan dat als er weer iets gebeurt, dat het team dan weet dat er niet serieus wordt omgegaan met de vrijwilligerspositie. Als de jongere geen zin meer heeft in het vrijwilligerswerk of er met de pet naar gooit, bedank hem of haar netjes voor de inzet als vrijwilliger (‘Je hebt het een jaar lang hartstikke goed gedaan, je bent toe aan een nieuwe uitdaging en je maakt plaats voor een andere jongere’).

Het doel van de confrontatieAls een jongere de regels overtreedt en je gaat de confrontatie aan, bedenk dan goed wat het doel is van de confrontatie. Als je doel behaald is, moet je de jongere verder met rust kunnen laten. Ook als de jongere je probeert uit te dagen, om te spelen met de grenzen die je hebt gesteld. Jongeren gaan graag eindeloos de discus­sie aan. Je moet goed weten tot hoever je daar in mee gaat. Wanneer het gedrag acceptabel wordt en je doel bereikt is (of soms niet bereikt en niet haalbaar), moet je de situatie voor dat moment los kunnen laten. Je kunt altijd op een later moment terugkomen op de situatie, het gedrag van de jongere en jouw reactie daarop. Het is soms goed om de details te parkeren voor een volgende dag, een nachtje slapen doet vaak wonderen, zeker wanneer beiden emotioneel zijn.

Een jongen komt een jongerenvoorziening binnen zonder entreegeld te betalen. De jongerenwerker zegt hier iets van, de jongen wordt boos. Er ontstaat een gespannen sfeer. De jongerenwerker houdt vol. Uiteindelijk gooit de jongen een hoop kleingeld op tafel neer. De jongerenwerker zegt: ‘Dank je wel’ en raapt het geld bij elkaar.

Als de jongerenwerker in deze situatie zegt: ‘Je smijt dat geld toch niet zomaar op tafel neer, raap het eens op en geef het gewoon aan me’, dan is de kans erg groot dat de situatie escaleert. Het ging immers om het entreegeld en niet om de manier waarop het entreegeld wordt aange­reikt. De jongen ontsnapt zelf uit de gespannen situatie door een compromis te bedenken: ‘Ik betaal het geld wel, maar dan op een niet zo nette manier’. De jongen kan geen gehoor geven aan het verzoek om het geld op een nettere manier te overhandigen, zonder dat hij gezichts­verlies lijdt bij zijn vrienden. Hij zal nu eerder kiezen voor een confrontatie dan dat hij het verzoek van de jonge­renwerker opvolgt. Het doel is voor de jongerenwerker in principe al bereikt: de jongen geeft – door het op tafel gooien van het entreegeld – aan dat hij de regel dat je entreegeld hoort te betalen, accepteert. Het is beter om de jongen op dat moment verder met rust te laten. Het gebruik van gepaste humor kan de­escalerend werken. Op een later moment, als de gemoederen zijn bedaard, kan de jongerenwerker alsnog met de jongere in gesprek gaan over de manier waarop het geld is betaald.

Page 12: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk12

TIPS bij een confrontatie

n Roep de hulp in van een collega wanneer het uit de hand dreigt te lopen.

n Zeg duidelijk dat het gedrag van een jongere niet acceptabel is.

n Wijs het gedrag maar niet de jongere zelf af!n Herhaal je grens, ook als er niet naar geluisterd

wordt. Verleg je grens niet! Bespreek later in je team hoe je er mee omgaat.

n Raak jongeren niet aan, respecteer de fysieke grens van een jongere.

n Eis dat ze van je afblijven, geef aan dat zij dat ook niet willen.

n Herken je emotie en pas op dat je NIET rea­geert vanuit je emotie.

n Pas op dat je in je boosheid geen geweld ge­bruikt..

n Probeer te achterhalen wat de aanleiding was van een incident, kijk ook naar jouw rol.

n Val nooit je collega af, ook al ben je het op dat moment niet eens met een collega.

n Bespreek situaties na met collega’s, liefs direct na een activiteit, stoom afblazen.

n Agressie van een jongere heeft altijd een oorzaak en komt niet zomaar uit de lucht vallen (tenzij er overmatig drugs of alcohol in het spel is).

n Bespreek de situatie nog eens in het teamover­leg.

n Sta open voor feedback van je collega’s, ook al is dat ingewikkeld.

n Een jongerenwerker is ook maar een mens met z’n sterke en zwakke momenten.

Niets werkt, wat dan?!Als een jongere zich in de accommodatie niet gedraagt, en praten over en confronteren met ongewenst gedrag niets oplevert, dan kun je de jongere zelf gaan opzoeken in zijn eigen omgeving. Wacht niet af totdat de jongere weer bij jou aan de deur komt jengelen of weer binnen komt lopen, maar zoek hem of haar op in de buiten­ruimte. Daarmee laat je zien dat je niet bang bent. Doe dit niet alleen, maar met een collega of de coördinator. Juist de combinatie van inpandig en ambulant jongeren­werk is belangrijk. Jongeren weten jou te vinden, maar jij weet jongeren – en indien nodig ook hun ouders – ook te vinden.

TIPS bij sanctioneren

n Geef nooit direct een sanctie aan een jongere, zorg eerst voor een ‘afkoelperiode’.

n De volgende dag: zoek jongeren op in hun eigen omgeving, hiermee laat je zien dat je respect voor ze hebt en lef om ze ondanks de confrontatie op te zoeken.

n Ben je op dat moment niet gewenst, dan weg­wezen en niet aanhouden.

n Doe wat je hebt gezegd.n Geef jongeren een keuze in sanctie (bijvoor­

beeld of toegangsverbod of een opdracht uitvoeren).

n Zeg wat er gebeurt als het weer gebeurt, wees transparant in de gevolgen.

n Als het weer gebeurt, doe dan ook wat je ge­zegd hebt (wees consequent).

n Zorg dat er een collega bij is als je een sanctie oplegt (back up) en het is een teambesluit en geen individueel besluit.

n Zorg dat je ouders ook betrekt bij positieve activiteiten/gedrag van jongeren!

Ingrijpen bij een crisis situatieVeel jongerenwerkers voelen intuïtief aan dat er iets zal gaan gebeuren. Het is zaak om dan tijdig te handelen. Je kunt bijvoorbeeld bang zijn dat niemand naar huis zal gaan als het sluitingstijd is. Door tijdig in te spelen op deze ‘voorgevoelens’, kun je vervelende situaties voorkomen. Je kunt bijvoorbeeld een half uur voor slui­tingstijd een bezem pakken en die aan Bart geven met de vraag of hij zou willen vegen omdat de voorziening over een half uur sluit. Vervolgens vraag je aan Hakim of hij de stoelen wil stapelen en aan Sanne vraag je of ze de kopjes wil verzamelen. Meestal werken dergelijke trucjes goed. Toch ontkom je er niet aan dat er situaties ontstaan waar je hard en duidelijk moet optreden, bijvoorbeeld als twee groepen jongeren met elkaar op de vuist gaan.

TIPS bij een crisis situatie

Op het moment zelf:n Muziek uit en lichten aann Schat je eigen veiligheid en die van anderen inn Roep de hulp in van collega’sn Bel de politie (zorg dat je een standaard af­

spraak hebt met de politie)n Isoleer de harde kernn Los een afkoelperiode inn Verlaat nooit alleen het pand

Na afloop:n Zorg dat je je emotie kwijt kunt. Bel je team­

leider en je collega’sn Zoek de volgende dag jongeren op in hun eigen

omgevingn Praat met de leiders van de groep(en)

Page 13: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk13

Omgaan met angst en woede

Joachim is in het dagelijkse leven jongerenwerker. In zijn vrije tijd zijn hij en zijn vriendin bedreigd in de metro. Zijn vriendin is aangerand door een groep jongens van 18 jaar en ouder.

Jongeren kunnen gedrag vertonen waar je van terug­deinst. Dat kan zijn doordat je een nare ervaring hebt meegemaakt, zoals Joachim. Het kan ook zijn dat je je die dag niet zo lekker of energiek voelt, dat je thuis ruzie hebt gehad of dat een dierbare ernstig ziek is. Ons gedrag wordt bepaald door een combinatie van vroegere ervaringen, gedachten, stemmingen, gevoelens, menin­gen en overtuigingen.

Iedereen is wel eens bang tijdens het werken met jongeren, ook stoere en ervaren collega’s! Veel mensen schamen zich ervoor als ze bang zijn. Angst of woede is echter een normale reactie op een bedreigende situatie. Dat je dergelijke gevoelens hebt is daarom niet erg. Hoe je er mee omgaat, is wél belangrijk. Het is voor iedereen moeilijk om met gevoelens van bedreiging en onveiligheid om te gaan. Als er sprake is van een (voor jou) gespan­nen situatie, dan reageer je vaak heel intuïtief en snel. Je kunt pas na afloop nadenken over wat er is gebeurd en hoe je reageerde. Het leren inschatten, overzien en bewust reageren leer je pas door veel na te praten over situaties die jij en je collega’s in de praktijk meemaken. Vraag je aan de hand van praktijkervaringen af: Waarom voel ik me bedreigd? Waar komt het gevoel van angst vandaan? Waar ben ik precies bang voor? Waarom voel ik me klein of niet in staat om goed te reageren op een situatie? Hoe zorg ik er voor dat ik niet zelf agressief word? Hoe kan ik de agressie bij de ander(en) tot bedaren brengen? Hoe zorg ik er voor dat ik toch mijn ‘mannetje’ sta? Hoe ga ik om met de fysieke verschijnselen van angst (zweet, beven, haperende stem, kramp in buik)?

Praat erover in je team en kijk hoe anderen met spannen­de situaties omgaan. Zorg dat je een uitlaatklep hebt voor je angst en woede. Heb je dit niet of levert dit onvoldoen­de op, dan kan een individueel (coaching) traject helpen bij het verwerken van angstgevoelens.

Tel eerst tot 10, ga in principe nóóit vanuit je eigen angst en woede de confrontatie aan met jongeren. Misschien win je de confrontatie op dat moment, maar het is niet professioneel, het ondermijnt je relatie met jongeren, ze pakken je op een later moment terug. Een agressie regu­latie training kan ervoor zorgen dat je van tevoren beter weet hoe je in een bedreigende situatie moet handelen. Als je dan een keer een bedreigende situatie meemaakt, verval je minder snel in intuïtief gedrag.

Indien de situatie het toelaat, zoek de jongere(n) dan een paar dagen na het incident op in hun eigen omgeving. Doe dit nooit in je eentje, maar samen met een collega of met je leidinggevende. Als er sprake is van een ernstige bedreiging, eis dan maatregelen vanuit je team en je leidinggevende. Jongeren hebben een duidelijke grens nodig en jij moet veilig je werk kunnen doen.

TIPS voor het omgaan met angst en woede

n Iedere jongerenwerker is wel eens bang!n Zorg dat je een uitlaatklep hebt voor je angst en

woede.n Praat met collega’s over situaties die je mee­

maakt.n Kijk en vraag hoe collega’s omgaan met span­

nende situaties.n Tel tot 10, ga nooit zomaar de fysieke confron­

tatie aan met jongeren.n Maak duidelijke afspraken met de politie over

jouw veiligheid.n Zoek jongeren later op in hun eigen omgeving.n Bij ernstige bedreiging: eis maatregelen vanuit

je team en je leidinggevende.

Communicatie als instrumentEr is een tijd geweest dat jongerenwerkers groot en sterk moesten zijn. Dit type jongerenwerker werd veel uitge­daagd op zijn lichamelijke krachten. Natuurlijk kan het een voordeel zijn wanneer je niet terugdeinst voor een groep jongeren. Vaak heeft dat minder te maken met je lichamelijke kracht dan met lef, het goed kunnen inschat­ten van situaties en het contact dat je hebt met jongeren.Jongerenwerk gaat hoofdzakelijk over contact maken en communiceren met jongeren. De dagelijkse en natuurlijke omgang met jongeren, ze kennen en gekend worden zijn doorslaggevend bij het (kunnen) stellen van grenzen. De jongerenwerker die jongeren ruimte biedt en duidelijk is in de grenzen die met z’n allen (jongeren en team) zijn gemaakt, hoeft over het algemeen niet te vechten voor z’n hachje. Investeren en communiceren met jongeren zorgt voor een inspirerende cultuur in een accommodatie.

3.2 Ambulant werken

De straat is het leefdomein van de jongere. Op straat heb je geen huisregels waarmee je grenzen kunt stellen aan het gedrag van jongeren. Op straat heersen de onbe­schreven regels van de straat. Het enige wat je op straat hebt is jezelf en methodieken om het contact met jonge­ren aan te gaan. Vanuit het contact met jongeren krijg je zicht op de jongeren die hangen, die soms een klerezooi maken, die lastig zijn naar buurtbewoners of die fantas­tisch panna spelen. Contact ontstaat door echt tijd in jongeren te investeren, door ze ruimte te geven om na te denken, door ze te laten worstelen zonder dat ze afgaan. Daarmee laat je jongeren zien dat je er voor hun bent. De uitdaging aan het jongerenwerk op straat is om in een positie te komen waarin je jongeren vragen mag stellen die anderen niet durven te stellen. Vragen die jongeren prikkelen, die hen aan het denken zetten, die moeilijk en confronterend zijn, maar ook heel eerlijk.

Soms heb je (nog) onvoldoende tijd gehad om echt contact te maken met jongeren. Omdat je nieuw bent of omdat de opdracht daar onvoldoende tijd voor biedt. Als

Page 14: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk14

er geen echt contact is met jongeren, zorg dan dat je transparant bent in wie je bent en wat je doet. Ga niet in je eentje op stap, maar minimaal met z’n tweeën. Onder­zoek welke afspraken er al gemaakt zijn met jongeren en val daar op terug. Zolang je de situatie niet eigen bent, stel dan niet heel veel grenzen aan jongeren. Dit werkt vaak averechts. Wanneer je nieuw bent in een organisa­tie of in een wijk, trek dan op met jongerenwerkers die al langer met de jongeren werken. Ondertussen is het belangrijk om niet eenmalig, maar een aantal keer per week te investeren in het contact maken met jongeren.

TIPS in de fase van contact maken

n Maak op ooghoogte contact met jongeren.n Bedenk een begroetingsritueel.n Benader jongeren positief (“Hé jongens, wat

leuk dat jullie hier zijn!”).n Vertel wie je bent en wat je kunt betekenen .n Bezoek jongeren wekelijks en op verschillende

tijdstippen.n Onderzoek de afspraken tussen de politie en

jongeren.n Ga mee met een collega die de jongeren al

kent.n Raak jongeren niet aan.n Kleineer jongeren niet (“Die schoenen kunnen

toch niet meer!”).n Zeg geen lelijke dingen over de ouders.n Ben je de situatie niet eigen, stel dan niet heel

veel grenzen.n Begroet jongeren ook als je ze ergens anders

tegenkomt.

Deelgemeenten geven het ambulante jongerenwerk vaak opdrachten die sterk gericht zijn op het stellen van grenzen aan het gedrag van jongeren op straat. Buurtbe­woners ervaren overlast, voelen zich onveilig, jongeren richten vernielingen aan en veroorzaken troep. Aan het ambulante jongerenwerk wordt de opdracht gegeven om hier iets aan te doen. De sterke focus op handhaving en normerend optreden vraagt om specifieke vaardigheden van jongerenwerkers. Je ziet steeds vaker dat welzijns­instellingen voor stevige opdrachten ambulant jonge­renwerkers in dienst nemen die goed kunnen opereren binnen de veiligheidsketen.

L. begint met een groep altijd met veel regels en handhaaft die strak. Na een tijdje laat ze de teugels wat vieren. Het moment en de manier waarop zij de teugels laat vieren, is afhankelijk van de situatie en de jongeren.

TIPS als je al contact hebt met jongeren

n Wees consequent in waar je jongeren op aanspreekt.

n Spreek jongeren aan op hun gedrag, niet op de persoon.

n Zorg ervoor dat jongeren geen gezichtsverlies leiden ten opzicht van de groep, tenzij dat echt nodig is (bijv. bij criminele activiteiten).

n Begroet de politie wanneer deze toevallig langs komt.

n Stel jongeren voor aan de politie indien daar aanleiding voor is.

n Laat zien dat je ook contact hebt met buurt­bewoners (dat zijn ook de ouders van jongeren).

Page 15: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk15

Door grenzen te stellen aan jongeren, baken je de ruimte af die zij krijgen om zich te ontwikkelen (‘ontwikkelruim­te’). De ontwikkelruimte die je een jongere geeft is afhan­kelijk van de leeftijd (vaardigheden) van de jongere (hoe ouder een kind hoe meer ruimte het aan kan) en van het individuele kind en de situatie (de ene jongere is verder in zijn of haar ontwikkeling en heeft meer ervaring met bepaalde situaties dan een ander kind). Als je individueel werkt met jongeren dan zijn de grenzen makkelijker af te stemmen op de leeftijd van de jongere en op de individu­ele situatie.

Bij het individueel werken met jongeren is de kans dat je erg betrokken raakt bij het wel en wee van de persoon in kwestie groot. Als je te betrokken raakt bij een jongere, dan kan het stellen van grenzen erg moeilijk worden. Het dilemma van afstand/nabijheid ligt op de loer bij het individueel werken.

TIPS

n Schat in of je alleen kunt zijn met de jongere.n Kom als man niet alleen bij een meisje thuis.n Laat jongeren hun eigen problemen oplossen,

neem het niet over.n Begin niet met wat de jongere allemaal fout doet.n Geef complimenten.n Betrek ouders bij trajecten van jongeren (ook

als het goed gaat!).n Confronteer jongeren met hun gedrag: hoe zou

jij reageren als…?n Stel veel vragen.n Spreek jongeren aan op hun gedrag, niet op de

persoon (niet “Wat ben je toch een stomkop”).n Zoek de grens op van wat je wel en niet kunt

doen (prikkelen).n Laat je trots op de jongere zien, ook waar

anderen bij zijn.n Deel geen informatie met andere jongeren.n Zorg dat jongeren waar je individueel mee

werkt geen andere positie krijgen bij het groepsgericht werken.

Grenzen stellen bij individueel werken4

Page 16: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk16

Samenwerken met de politie doe je niet omdat de politie informatie nodig heeft, maar omdat de veiligheid van de jongere en van de omgeving gewaarborgd moet worden. Informatie die hiervoor van belang is draag je over aan de politie. In de samenwerking met de politie betekent dit dat je duidelijk bent naar jongeren dat je samenwerkt met de politie en dat je informatie die van belang is voor hun veiligheid en die van anderen altijd aan de politie over­draagt.

‘‘Hé, jij werkt samen met de politie!’’

Wat doe je als een jongere dit naar je roept?

De kracht van de jongerenwerker ligt in het contact dat hij of zij heeft met jongeren. Contact betekent dat je jonge­ren kunt begroeten, aanspreken en naar ze toe durft te gaan. Het betekent dat je een werkrelatie met ze hebt waardoor je informatie krijgt over thuis, school, hobby’s, vriendjes en vriendinnetjes, over wat er in hen omgaat.

Veel jongerenwerkers zijn bang dat het contact met jongeren verloren gaat als jongeren weten dat je met de politie samenwerkt. Op het moment dat een jongere iets vertelt dat de politie zou moeten weten, dan heeft de jongerenwerker het gevoel dat hij of zij dit niet kan doorgeven omdat de ‘vertrouwensrelatie’ met de jongere dan onder druk komt te staan. Jongeren vertrouwen een jongerenwerker niet zomaar informatie toe. Daarom vinden veel jongerenwerkers dat ze voorzichtig moeten zijn met welke informatie wel of niet gedeeld wordt. Het woord vertrouwensrelatie suggereert dat je geheimen van jongeren bewaart, dat je informatie die in vertrouwen aan jou verteld is, niet doorgeeft aan anderen.

Aan de ene kant wil en moet je als jongerenwerker infor­matie verstrekken, aan de andere kant vinden jongeren­werkers dat ze voorzichtig met de privacy van jongeren

om moeten gaan. Je bent immers geen verlengstuk van de politie. Hoe ga je om met dit dilemma?

Openheid en eerlijkheid naar jongeren toe zijn de belangrijkste sleutel tot een goede informatie­uitwisseling met partners én het behoud van goede contacten met jongeren. Op het moment dat je open en eerlijk bent, ben je betrouwbaar voor een jongere. Een betrouwbare relatie is iets heel anders dan een vertrouwensrelatie. In een vertrouwensrelatie wek je al snel de indruk dat je informatie die jongeren jou geven, voor jezelf houdt. Als je vervolgens tóch informatie deelt met ketenpartners, dan voelen jongeren zich verraden. Als je informatie niét deelt, dan help je een jongere niet verder in zijn of haar ontwikkeling en ben je niet professioneel bezig met de uitoefening van je vak. In een betrouwbare relatie vertel je jongeren in openheid en eerlijkheid wat je taak is, wat je beoogt met een jongere en wat je met informatie van jongeren doet of moet doen. Jongeren weten dan vooraf wat ze aan je hebben en je verlinkt ze niet als je samen­werkt met ketenpartners. Als je niét duidelijk bent naar jongeren, dan kan het altijd fout aflopen, ook als je denkt dat je het ‘vertrouwen’ van jongeren hebt (eigenlijk heb je dat nooit echt). Leidend in een betrouwbare relatie is dat je alles deelt wat van belang kan zijn om een veilige en gezonde omgeving voor opgroeiende jeugd te creëren.

Binnen de groepsaanpak hebben de professionals ervoor gekozen om met alle professionals één lijn te trekken naar een individuele jongere. De jongere was door de politie en door de projectleider groepsaan­pak de wacht aan gezegd. Vervolgens hebben jonge­renwerkers van twee verschillende organisaties(!) gezamenlijk een gesprek met hem gevoerd waarin ze hebben aangegeven hem graag te willen helpen, maar dat ook zij de handen van hem af trekken als hij nogmaals bij hen of anderen over de schreef gaat.

Samenwerking met de politie en andere ketenpartners5

Page 17: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk17

De aanpak van de professionals heeft er echter voor gezorgd dat de jongere is gaan beseffen dat hij echt zijn best moet gaan doen. De angst bestond dat hij het gevoel zou krijgen dat iedereen tegen hem was, maar doordat de jongerenwerkers een gesprek met de jongen hebben gevoerd, is het tegenovergestelde gebeurd. De jongeman doet nu ook zijn best op school en elders.

Als jongerenwerker moet je kunnen en durven zeggen dat je met de politie samenwerkt. De reactie op de opmerking “Hé, jij werkt samen met de politie!” moet daarom zijn “Ja, dat is zo”. Het is goed om precies te weten wat de samenwerkingsafspraken met de politie zijn. Je kunt afspraken maken met de politie over welke informatie je wel en niet deelt. Je weet dan waar je eigen grenzen als jongerenwerker liggen. Als je weet waar je grenzen liggen als jongerenwerker, dan ben je ook minder bang. Als je je bedreigd voelt, dan moet je daar altijd iets mee doen. Bespreek vervelende situaties of ervaringen met je leidinggevende en met je collega’s.

TIPS

n Jongerenwerk is een vak.n Doe niet alsof jongeren je vrienden zijn, het is

je werk.n Wees duidelijk dat je samenwerkt met keten­

partnersn Maak op papier afspraken met de politie over

hoe je informatie uitwisselt.n Bespreek deze afspraken regelmatig.n Bekrachtig de afspraken op management ni­

veau.n Zorg dat de politie welkom is in de accommoda­

tie.n Zorg dat politie langs komt uit interesse en niet

alleen wanneer er iets aan de hand is (investe­ren in relatieopbouw).

n Maak afspraken met de politie over de manier waarop ze binnen mogen komen.

Page 18: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk18

Een belangrijk onderdeel van het grenzen stellen aan het gedrag van jongeren is hoe je als team omgaat met het onderwerp grenzen stellen en hoe leidinggevenden hun leiderschap uitoefenen. Grenzen stellen aan het gedrag van jongeren werkt namelijk alleen als er goede teamafspraken zijn, als je ervaringen en dilemma’s kunt bespreken met collega’s en als leidinggevenden goed leiderschap uitoefenen. In dit hoofdstuk komen deze onderwerpen aan bod.

6.1 Eén lijn vormen

Een groep jongeren is aan het kaarten. Ze hebben de spelregel bedacht dat degene die verliest een klap krijgt. Een jongerenwerker ziet dat er geslagen wordt en zegt dat dit niet mag. De jongeren reageren met “Van je collega mag het wel!”. De jongerenwerker zegt: “Oké, goed dan, maar wel voorzichtig zijn”. Vijf minuten later komt de andere collega. Zij ziet dat er geslagen wordt en zegt tegen de jongeren “Hé, dat mag niet”. De jongeren: “Maar we hebben net met je collega afgesproken… !”.

Bijna iedereen weet dat ouders van opgroeiende kinde­ren en jongeren in het bijzijn van het kind geen onder­linge discussies moeten hebben over de opvoeding. Als ouders dat doen, dan spelen kinderen de ouders tegen elkaar uit. Bijvoorbeeld: als vader zegt dat een kind met mes en vork moet eten en moeder zegt steeds “Laat dat kind toch”, dan zal het kind niet meer naar vader luiste­ren. De ene ouder ondermijnt het gezag van de andere ouder. Voor jongerenwerkers die werken met jongeren geldt eigenlijk precies hetzelfde. Dat laat bovenstaand voorbeeld wel zien. Op het moment dat jongerenwerkers niet op de hoogte zijn van de grenzen die ze stellen en daar niet over overleggen, dan spelen jongeren de jonge­renwerkers tegen elkaar uit. Voor jongeren is de bood­

schap helder: “De jongerenwerkers vormen niet één front en daar gaan we gebruik van maken!”.

Het is belangrijk dat collega jongerenwerkers dezelfde grenzen hanteren naar jongeren. Spreek met elkaar af wat de grenzen, de regels zijn. Vorm de kaders samen met je collega’s, vorm een lijn en hou je aan die afspra­ken, ook als je het er zelf niet mee eens bent. Als er redenen zijn om de grenzen te verleggen, bespreek dit dan eerst met collega’s en sta er gezamenlijk achter. Laat jongeren zien dat je collega’s op jou kunnen bouwen en dat je je collega’s steunt als dat nodig is.

In een buurthuis wordt elke dinsdagavond een inloop georganiseerd voor de jongeren uit de wijk. Op een avond zijn zeker 20­30 jongeren aanwezig. Afspraak is dat het kantoor van de jongerenwerkers tijdens de inloop op slot gaat. Veel jongerenwerkers zijn hier nogal nalatig in, omdat “Ze heus niets zullen jatten”. Op een avond loopt jongerenwerker Farid, die wel altijd de deur op slot doet, aan het eind van de avond naar het kantoor om iets lekkers uit zijn tas te halen. Tot zijn verbazing merkt hij dat het kantoor niet afgesloten is. In het kantoor blijkt één van de jonge­ren aanwezig te zijn. De jongen schrikt als hij Farid ziet en laat iets vallen. Het blijkt de Mars te zijn die Farid net uit zijn tas wilde halen om op te eten. Farid houdt de jongen in de kamer, haalt een collega en wil de politie bellen. De collega vindt het onzin om Farid vast te houden en om de politie te bellen. “Het was toch maar een Mars(?!), zo zegt de collega”. De Mars lijkt een kleinigheidje, maar Farid denkt: “Als ze een Mars kunnen jatten, dan kunnen ze ook een portemonnee jatten”. Farid loopt het kantoor uit om de politie te bellen, komt terug en komt erachter dat zijn collega de jongen heeft vrijgelaten.

Randvoorwaarden: Teamsamen ­werking en sturing6

Page 19: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk19

De jongerenwerker in bovenstaand voorbeeld is het niet eens met het optreden van zijn of haar collega. Veel mensen hebben in een dergelijke situatie de neiging om de jongere gelijk te geven en het voor hem of haar op te nemen. Je eigen relatie met de jongere blijft dan (voor je gevoel) behouden en je hoeft niet bang te zijn dat de jongere zijn woede ook op jou zal uiten. Tóch moet je het in zo’n situatie áltijd opnemen voor je collega. Oók als je het niet eens bent met het ingrijpen van je collega. Doe je dat niet, dan ondermijn je het gezag van je collega én je eigen gezag.

Jongeren zijn continu op zoek naar onzekerheid en onenigheid in een team. Bespeuren ze die, dan maken ze daar handig gebruik van! In bovenstaand voorbeeld is de kans groot dat de jongere de volgende keer weer het kantoor binnenloopt en een Mars (of iets anders) steelt. Zijn argument om het kantoor in te komen zal zijn “Ja maar van … mag ik wel naar binnen!”. Naast dat je het altijd moet opnemen voor je collega’s, is het ook verstandig om ervoor te zorgen dat er altijd een collega bij is als je afspraken met jongeren maakt of sancties oplegt. Je hebt dan een back­up als jongeren later zeggen: “Maar dat heb je niet gezegd…!”.

TIPS

n Investeer in het krijgen van een teamuitstraling, dit komt niet zomaar aanwaaien.

n Maak het ontbreken van een teamuitstraling bespreekbaar, wat gaat het team er aan doen om dit wel te krijgen.

n Geen teamuitstraling biedt jongeren de kans om werkers tegen elkaar uit te spelen…en dat houden ze heel lang vol!

n Teamafspraken gelden voor het hele team dus ook voor jou.

6.2 Een veilig klimaat

Grenzen stellen als team lukt alleen als er een veilig klimaat is binnen het team. Iedere jongerenwerker maakt lastige situaties mee. Er van leren lukt alleen als je ervaringen kunt bespreken en uitwisselen. De cultuur in een team moet dusdanig zijn dat je je kwetsbaar durft op te stellen. Iedereen maakt wel eens fouten en denkt achteraf wel eens “Had ik dat niet anders moeten doen?”. Binnen je team moet je fouten kunnen bespreken met elkaar, zonder dat het tot gezichtsverlies leidt. Leiding­gevenden moeten investeren in het realiseren van zo’n open en veilige cultuur. Veiligheid in een team moet georganiseerd worden en er moet continu en blijvend aandacht aan besteed worden. Veiligheid ontstaat niet vanzelf maar moet gecreëerd worden, in de eerste plaats door de teamleider.

TIPS

n Organiseer momenten om praktijksituaties te bespreken.

n Organiseer samen met het team beleidsdagen (is ook werk!).

n Laat mensen uitpraten. n Geef niet gelijk adviezen en oplossingen.n Onderzoek eerst wat er allemaal speelt.n Geef collega’s de ruimte om hun emoties kwijt

te kunnen.n Maak je collega’s niet belachelijk (“Weet je dat

nou nóg niet?!”).

6.3 De rol van leidinggevenden

Veel jongerenwerkers weten dat ze goed zijn in hun vak, ze weten alleen niet waaróm. Ze zijn zich niet bewust van hun vaardigheden, ze zeggen: “We doen het gewoon”. Het is jammer dat jongerenwerkers zich niet bewust zijn van hun kwaliteiten. Als je weet waarom je ergens goed in bent en waarom je handelt zoals je handelt, dan kun je het gedrag doelbewust en vaker inzetten. Het is ook jammer voor collega’s, want als je niet weet waarom je iets goed doet, dan kun je het ook niet uitleggen aan een ander. Je kunt jouw manier van werken niet overdragen aan een ander.

Het is belangrijk dat leidinggevenden jongerenwerkers leren verwoorden wat ze doen in de praktijk en waarom ze dat doen. Als je kunt verwoorden wat je doet en waarom, dan ga je je eigen gedrag begrijpen. Jongeren­werkers moeten continu, in teamverband, aan de hand van praktijkvoorbeelden, terugkijken op hun gedrag. Jongerenwerkers zijn vaak echte ‘doeners’, die het beste leren vanuit de praktijk (lerend werken). Van leiding­gevenden wordt verwacht dat ze hierin faciliteren. Dat betekent dat zij intervisiebijeenkomsten organiseren, een veilig klimaat scheppen in een team en zelf dicht op de uitvoering zitten om jongerenwerkers een spiegel te kunnen voorhouden. Het betekent ook dat leidinggeven­

Page 20: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk20

den grenzen stellen aan jongerenwerkers, jongerenwer­kers confronteren met hun gedrag en hen laten nadenken over het hoe en waarom van hun handelen. Het betekent dat leidinggevenden de randvoorwaarden creëren om het jongerenwerk te kunnen uitvoeren (bijvoorbeeld altijd met z’n tweeën de straat op wanneer het spannend is of als je het spannend vindt). Het bekent dat je er bent voor de jongerenwerker, dat je zorgt dat jongerenwerkers je zonder drempel kunnen bellen en bij je kunnen aanklop­pen met hun verhaal.

TIPS

n Zorg dat je ziet hoe jongerenwerkers en jonge­ren zich tot elkaar verhouden (zie je werkers werken!).

n Kom achter het bureau vandaan!n Zorg dat je ‘er bent’ voor de jongerenwerkers.n Laat je team niet vallen.n Wees kritisch naar het handelen van collega’s.n Maak ruimte om te praten over hoe het gaat.

Als het niet goed gaat maar óók als het goed gaat!

n Complimenteer jongerenwerkers wanneer ze hun werk goed doen.

n Vertel ze waaróm ze hun werk goed doen.n Laat jongerenwerkers vertellen over situaties. n Zorg dat jongerenwerkers naar elkaars

verhalen luisteren.n En niet direct hun eigen oplossingen geven. n Grijp in naar jongerenwerkers die laatdunkend,

kleinerend of lacherig zijn over anderen.n Zorg dat je er bij bent als er spanningen zijn in

een accommodatie (ook ’s avonds).n Stuur niet meer dan 10 jongerenwerkers aan.n Laat jongerenwerkers niet alleen de straat op

gaan.n Laat jongerenwerkers niet in hun eentje een

voorziening bemensen.n Laat beginnend jongerenwerkers optrekken met

een ervaren collega.n Laat ruimte geven versus grenzen stellen een

onderdeel zijn van de functionerings­ en beoor­delingsgesprekken.

Page 21: Rapport Begrensd Kansen Bieden

Colofon

Begrensd kansen biedenToevoeging aan de Rotterdamse Methodiek Jongerenwerk op het onderdeel ruimte geven en grenzen stellen

Dit is een uitgave van Jeugd, Onderwijs en Samenleving, Gemeente Rotterdam Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met RadarAdvies (Han Paulides & Mara Frank)www.radaradvies.nl Dit handboek is geschreven met de input van Liesbeth van der Ree, Dirk Scherpenisse, Yeter Demirci, Jeanette Jonker, Alaoui Alaoui, Tjaako Minnema, Karin Joosten, Karin van Wijk, Henk Spies, Jolanda Bachrach en Mounir Aboulasri.

Jeugd, Onderwijs en SamenlevingBlaak 16Postbus 700143000 KS RotterdamTelefoon (010)8914444Fax (010)[email protected] Vormgeving BeeldinZicht, Peter SnaterseFotografie Oscar Seijkens Fotografie

April 2009

Begrensd kansen bieden Handboek ruimte geven en grenzen stellen in het jongerenwerk21