RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van...

76
GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL

Transcript of RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van...

Page 1: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl

Page 2: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.)

Wetenschappelijk Instituut VolksgezondheidOperationele Directie Volksgezondheid en surveillanceJ. Wytsmanstraat 14B-1050 Brussel+32 2 642 50 25E-mail: [email protected]

Depotnummer: D/2014/2505/69Intern referentienummer PHS Report 2014-47

Page 3: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

6. VoedingsstatusAutEuRSabine DRIESKENS

Page 4: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

Gelieve bij het verwijzen naar resultaten van dit hoofdstuk de volgende referentie te gebruiken: Drieskens S. Voedingsstatus. In: Gisle L, Demarest S (ed.). Gezondheidsenquête 2013. Rapport 2: Gezondheidsgedrag en leefstijl. WIV-ISP, Brussel, 2014

Page 5: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

415VO

EDIN

GSS

tAtu

S | I

NH

Ou

DSt

AfE

L

Inhoudstafel

Samenvatting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 417

1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 419

2. Vragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 421

3. Indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 423

4. Resultaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 425

4.1. Gemiddeld relatief gewicht bij volwassenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 425

4.2. Over- en ondergewicht bij volwassenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 428

4.3 Prevalentie van overgewicht en zwaarlijvigheid bij jongeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 439

5. Bespreking. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 447

6. Bibliografie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 449

7. tabellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 451

Page 6: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten
Page 7: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

417VO

EDIN

GSS

tAtu

S | S

Am

ENVA

ttIN

G

samenvattIng

met een waarde voor de Body mass Index van 25,4 is de gemiddelde inwoner (van 18 jaar en ouder) van België te dik. De gemiddelde BmI stijgt met de leeftijd en dit tot 75 jaar, om daarna terug af te nemen. Bij niet minder dan 48% van de bevolking is het relatief gewicht in functie van de lengte te hoog en heeft dus overgewicht (BmI van 25 of meer), terwijl 14% van de volwassen bevolking als zwaarlijvig (BmI van 30 of meer) omschreven kan worden. meer mannen (55%) dan vrouwen (42%) hebben te kampen met overgewicht; voor zwaarlijvigheid (ook obesitas genoemd) zijn er geen verschillen tussen de geslach-ten. Zowel overgewicht als zwaarlijvigheid is met de leeftijd gerelateerd. In beide gevallen nemen deze percentages toe met de leeftijd en dit tot en met de leeftijdsgroep van 65 tot 74 jaar. Ronduit veront-rustend is dat vanaf de leeftijdsgroep van 45 tot 54 jaar al meer dan de helft van de volwassenen een overgewicht heeft en dat in de leeftijdsgroep van 55 tot 74 jaar één persoon op vijf te maken heeft met zwaarlijvigheid.

Aan de andere kant van het spectrum kan worden vastgesteld dat 3% van de volwassen bevolking te mager is. Dit komt vooral voor bij de vrouwelijke populatie (4%) en de jongste leeftijdsgroepen (18-34 jaar).

In vergelijking met de voorgaande enquêtejaren (1997, 2001, 2004 en 2008) is de gemiddelde BmI-waarde bij volwassenen lineair gestegen sinds 1997, en dit zowel op nationaal als op gewestelijk niveau. Wat de tijdstrend met betrekking tot de prevalentie van overgewicht en obesitas betreft, wordt wel een verschil tussen de gewesten vastgesteld: zowel voor België als voor het Vlaams en het Brussels Gewest zijn deze prevalenties bij volwassenen lineair gestegen sinds 1997, maar in het Waals Gewest zijn deze prevalenties over de tijd onveranderd gebleven.

Globaal genomen is één op vijf jongeren (van 2 t.e.m. 17 jaar) te dik en kampt 7% met zwaarlijvigheid. Dit percentage is bij jongens quasi hetzelfde als bij meisjes. Voor overgewicht zijn er geen verschillen volgens leeftijdsgroep, maar dit is wel het geval voor zwaarlijvigheid: de prevalentie is nl. hoger bij de jongste kinderen (2-4 jaar). In stedelijke gebieden (8%) komt meer zwaarlijvigheid bij jongeren voor dan in landelijke gebieden (5%).

In het Brussels (23%) en het Waals Gewest (25%) ligt het percentage jongeren met overgewicht een stuk hoger dan in het Vlaams Gewest (16%). Ook is het percentage jongeren met overgewicht in België in 2013 (20%) significant hoger dan in 1997 (15%).

Overgewicht en obesitas gaan gepaard met het opleidingsniveau (van het huishouden in geval van jon-geren). mensen met een laag diploma lopen hierop meer risico. Zo heeft in de groep van de laagst opge-leiden bijna twee op drie (64%) volwassenen overgewicht en is één op vier (25%) zwaarlijvig. meer dan één op drie jongeren uit lager opgeleide huishoudens heeft overgewicht (38% uit huishoudens met een diploma lager secundair) en minstens één op vijf is zwaarlijvig (22% uit dezelfde opleidingscategorie).

Page 8: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten
Page 9: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

419VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 1

. IN

LEID

ING

1. InleIdIng

De Body mass Index (BmI, of Index van Quetelet) is een gemakkelijke manier om het relatief lichaams-gewicht weer te geven en wordt berekend door het gewicht in kg te delen door de lengte in meters tot het kwadraat (kg/m²). Vanaf de leeftijd van 18 jaar is de BmI vrij stabiel en is het mogelijk om de absolute drempelwaarden van onder- en overgewicht te definiëren voor deze bevolkingsgroep. Onder de leeftijd van 18 jaar is de BmI nog niet stabiel. Het relatief gewicht van jongeren verandert namelijk wanneer ze ouder worden en deze verandering is verschillend bij meisjes en jongens. Deze verschillen van de BmI-waarde in functie van de leeftijd zijn dusdanig dat het noodzakelijk is leeftijds- en geslachtsspecifieke criteria voor jongeren te gebruiken (1).

Epidemiologische studies tonen aan dat vanaf een BmI van 25 de morbiditeit en mortaliteit toenemen (2). Op basis hiervan wordt deze drempelwaarde1,2 door experten aanvaard voor het definiëren van over-gewicht. Wanneer de BmI 30 of meer bedraagt, spreekt men van zwaarlijvigheid of obesitas. Een BmI lager dan 18,5 wordt bestempeld als ondergewicht (1-4). Deze laatste situatie is vaak geassocieerd met bepaalde pathologieën zoals groeiachterstand, lage hartslag en bloeddruk, endocriene stoornissen, nierproblemen en osteoporose (5). Hoewel ondergewicht ook een belangrijk probleem bij jongeren is, wordt dit hier niet bestudeerd omdat de drempelwaarden nog gevalideerd moeten worden (1).

Overgewicht en obesitas zijn ernstige problemen voor de volksgezondheid volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO). Overgewicht treft 30-80% van de volwassenen in de Europese landen. Ongeveer 20% van de kinderen en de adolescenten hebben overgewicht, waarvan een derde zwaarlijvig is. Bovendien is de prevalentie van obesitas snel aan het toenemen. Deze trend is vooral alar-merend voor kinderen en adolescenten. Deze hoge prevalentie bij kinderen en adolescenten draagt bij tot de obesitasepidemie bij volwassenen en het is bijgevolg een grote uitdaging om dit tegen te gaan (6).

Studies hebben aangetoond dat obesitas meer voorkomt in de lagere socio-economische klassen (7-10). Dit werd ook aangetoond in de vorige Gezondheidsenquête van 2008 (11). Een studie in frankrijk toont aan dat de prevalentie van obesitas tussen 1970 en 2003 sneller is toegenomen bij de laag opgeleiden (12). Ook Engeland heeft hetzelfde probleem vastgesteld. Dit wijst op de nood voor actie om deze trend te stoppen, zodat de ongelijkheden in gezondheid (obesitas en zijn gerelateerde ziekten) tussen de socio-economische klassen kleiner worden (13).

Volgens een studie van gezondheidseconoom Prof. Lieven Annemans zou ons land jaarlijks 200 miljoen Euro besparen indien de BmI van de Belgische bevolking met overgewicht (BmI [25-29[) of obesitas (BmI 30+) met één eenheid zou afnemen (14). Overgewicht en obesitas doen de jaarlijkse medische consump-tie (o.a. huisarts, specialist, hospitalisatie) en hun gerelateerde kosten toenemen. Enerzijds zijn er de kos-ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten van overgewicht en obesitas. De kost van overgewicht en obesitas in de Europese lan-den varieert van 0,7% tot 8% van de jaarlijkse uitgaven voor gezondheidszorg, met obesitas als duurste. Lichaamsbeweging en slechte voedingsgewoonten zijn belangrijke risicofactoren (15).

De BmI is een indicatie van de gezondheidstoestand van de Belgische bevolking. Op het niveau van de bevolking laat de studie van de BmI en de verdeling hiervan toe de prevalentie van over- en onderge-wicht in de bevolking in te schatten en vergelijkingen te maken tussen subgroepen en in de tijd. Een hoge prevalentie van overgewicht is een signaal aan de overheid om de promotie van gezonde voeding en lichaamsbeweging in hun gezondheidsbeleid op te nemen.

1 http://apps.who.int/bmi/

2 International Obesity task force : http://www.iotf.be

Page 10: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten
Page 11: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

421VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 2

. VRA

GEN

2. vragen

De vragen met betrekking tot de voedingsstatus waren onderdeel van de mondelinge vragenlijst. Voor het bepalen van de BmI, werden aan de respondenten de volgende vragen gesteld:

• Hoe groot bent u, zonder schoenen aan? (NS.01)

• Hoeveel weegt u zonder kleding en zonder schoenen aan? (NS.02). Bij zwangere vrouwen werd naar het gewicht vóór de zwangerschap gevraagd.

Dezelfde vragen over het lichaamsgewicht en -lengte werden ook in de vorige enquêtes gesteld. Deze twee vragen werden ook door Eurostat (EHIS) aanbevolen.

Studies hebben aangetoond dat bij vrouwen het gewicht meestal iets wordt onderschat en bij mannen de lengte iets overschat, en dat de antwoorden vaak een afronding vertonen naar 0 of 5. Hierbij werd wel aangetoond dat dit de validiteit van de vergelijkingen of de gemiddelde waarden niet significant beïnvloedt (16).

Page 12: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten
Page 13: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

423VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 3

. IN

DIc

AtO

REN

3. INDIcaTORENDe eerste 5 indicatoren hebben betrekking op de volwassen bevolking (d.i. de populatie van 18 jaar en ouder):

NS_1 Deze indicator geeft het gemiddeld relatief gewicht – beter gekend als de Body mass Index (BmI) – voor de volwassen bevolking weer. Hierbij wordt het (gerapporteerde) gewicht uitge-drukt in kilogram gedeeld door de (gerapporteerde) lengte in meters tot het kwadraat (kg/m²).

NS_2 Deze indicator geeft de verdeling (%) van de BmI in categorieën weer, gaande van onderge-wicht (BmI < 18,50), normaal gewicht (BmI 18,50 – 24,99), overgewicht (BmI 25,00 – 29,99) tot zwaarlijvigheid (BmI ≥ 30,00).

NS_3 Een groep met een verhoogd risico wordt gevormd door mensen met een overgewicht (BmI ≥ 25). Deze indicator geeft de prevalentie van deze subpopulatie. Er wordt dieper ingegaan op hun achtergrondkenmerken.

NS_4 Naast voorgaande indicator, is er ook een soortgelijke indicator aangemaakt specifiek voor zwaarlijvige mensen (ook obesitas genoemd, BmI ≥ 30).

NS_5 Wellicht minder gekend is dat ook mensen met een ondergewicht (BmI < 18,5) ernstige gezondheidsrisico’s lopen. Aandacht voor deze subpopulatie is dan ook gerechtvaardigd.

De volgende 2 indicatoren hebben betrekking op de jongeren (van 2 t.e.m. 17 jaar):

NS_6 De voorvermelde drempelwaarden gebruikt om mensen in te delen in diverse (relatieve) gewichtscategorieën zijn enkel van toepassing op de volwassen bevolking. Voor jongeren worden leeftijds- en geslachtsspecifieke grenzen gebruikt om overgewicht te definiëren. Deze specifieke grenzen werden toegepast op de gegevens van de enquête om de prevalentie van jongeren met een overgewicht te vergelijken met jongeren met een normaal gewicht.

NS_7 Op basis van deze leeftijds- en geslachtspecifieke grenzen kan ook de prevalentie van zwaar-lijvige jongeren worden bepaald.

Page 14: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten
Page 15: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

425VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 4

. RES

uLt

AtEN

4. resultaten

4.1. GEmIDDELD RELAtIEf GEWIcHt BIJ VOLWASSENEN

4.1.1. BELGIë

analyse volgens geslacht en leeftijdDe gemiddelde waarde voor de Body mass Index (BmI) voor personen van 18 jaar en ouder is 25,4 - een waarde die net de benedengrens voor overgewicht (25) overschrijdt. Gemiddeld gezien is de inwoner van dit land dus te dik. Dit gemiddelde is significant hoger bij mannen (25,9) dan bij vrouwen (25,0). Er kan een duidelijke samenhang vastgesteld worden tussen leeftijd en de gemiddelde BmI-waarde: naar-mate de leeftijd toeneemt, stijgt de gemiddelde BmI-waarde, doch vanaf de leeftijd van 75 jaar daalt deze waarde terug (figuur 1).

figuur 1 Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013

analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerkenDe gemiddelde BmI-waarde is het hoogst bij diegenen met geen of slechts een diploma lager onderwijs (27,3), het laagst bij diegenen die beschikken over een diploma hoger onderwijs (24,5). Na correctie voor leeftijd en geslacht is het verschil tussen de laagst en de hoogst opgeleiden significant.

Er kan geen samenhang vastgesteld worden tussen de urbanisatiegraad en de gemiddelde BmI-waarde.

evolutie over de tijd Over de verschillende meetpunten heen neemt de gemiddelde BmI-waarde, weliswaar in beperkte mate, toe (1997: 24,7; 2001: 25,0; 2004: 25,1, 2008: 25,3 en 2013: 25,4). Na correctie voor leeftijd en geslacht, blijft deze stijging significant (p < 0,05). Dus sinds 1997 is er een significante lineaire stijging van de gemiddelde BmI bij de Belgische bevolking (figuur 2).

Page 16: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

426

VOED

ING

SStA

tuS

| 4. R

ESu

LtAt

EN

figuur 2 Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking, per jaar en per gewest, Gezondheidsenquête, België, 2013

4.1.2. GEWEStEN

De gemiddelde BmI-waarde is hoger in het Waals Gewest (25,8) dan in het Vlaams (25,3) en het Brussels Gewest (25,1). Na correctie voor leeftijd en geslacht blijven deze verschillen significant.

vlaams gewestDe gemiddelde BmI-waarde voor volwassenen in het Vlaams Gewest is 25,3. Ook hier is dit gemiddelde significant hoger bij mannen (25,7) dan bij vrouwen (24,9). Voor het overige lopen de resultaten voor het Vlaams Gewest parallel met deze voor het ganse land: toename van de BmI-waarde naarmate de leeftijd stijgt (behoudens voor de oudste leeftijdsgroepen) (figuur 3), een hogere gemiddelde BmI-waarde voor de lager geschoolden, geen samenhang tussen de urbanisatiegraad en de gemiddelde BmI-waarde. Zoals voor België, wordt er ook voor het Vlaams Gewest, na correctie voor leeftijd en geslacht, vanaf 1997 een significante lineaire stijging (p < 0,05) van de gemiddelde BmI-waarde vastgesteld.

Page 17: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

427VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 4

. RES

uLt

AtEN

figuur 3 Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 – Vlaams Gewest

Brussels gewestDe gemiddelde BmI-waarde voor volwassenen in het Brussels Gewest is 25,1. Ook in het Brussels Gewest is dit gemiddelde significant hoger bij mannen (25,7) dan bij vrouwen (24,6). Voor het overige lopen ook de resultaten voor het Brussels Gewest parallel met deze voor het ganse land: toename van de BmI-waarde naarmate de leeftijd stijgt (behoudens voor de oudste leeftijdsgroep) (figuur 4) en een hogere gemiddelde BmI-waarde voor de lager geschoolden. Zoals voor België, wordt er ook voor het Brussels Gewest, na correctie voor leeftijd en geslacht, vanaf 1997 een significante lineaire stijging (p < 0,05) van de gemiddelde BmI-waarde vastgesteld.

figuur 4 Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 – Brussels Gewest

Page 18: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

428

VOED

ING

SStA

tuS

| 4. R

ESu

LtAt

EN

Waals gewestDe gemiddelde BmI-waarde voor volwassenen in het Waals Gewest is 25,8 (en is daarmee significant hoger dan de waarden in het Vlaams en Brussels Gewest). Ook in het Waals Gewest is dit gemiddelde sig-nificant hoger bij mannen (26,3) dan bij vrouwen (25,3). Voor het overige zijn de tendensen in het Waals Gewest vergelijkbaar met die voor het ganse land: toename van de BmI-waarde naarmate de leeftijd stijgt (behoudens voor de oudste leeftijdsgroep) (figuur 5); een hogere gemiddelde BmI-waarde voor de lager geschoolden; geen samenhang tussen de urbanisatiegraad en de gemiddelde BmI-waarde. Zoals voor België, wordt er ook voor het Waals Gewest, na correctie voor leeftijd en geslacht, vanaf 1997 een significante lineaire stijging (p < 0,05) van de gemiddelde BmI-waarde vastgesteld.

figuur 5 Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 – Waals Gewest

4.2. OVER- EN ONDERGEWIcHt BIJ VOLWASSENEN

4.2.1. BELGIë

49% van de volwassen bevolking behoort tot de BmI-klasse ’18,5–24,9’ en kan beschouwd worden als de groep met een ‘normaal’ gewicht. Niet minder dan 48% valt in een hogere BmI-klasse en mag bestem-peld worden als te zwaar.

34% valt in de categorie ‘overgewicht’ (BmI van 25,0 t.e.m. 29,9), terwijl 14% van de bevolking als zwaar-lijvig (BmI ≥ 30) omschreven kan worden. Aan de andere kant van het spectrum kan worden vastgesteld dat 3% van de volwassen bevolking te mager is (en dit vooral bij de vrouwen met 4% in vergelijking met 2% bij de mannen).

In de hiernavolgende analyse gaat de aandacht uit naar de volgende risicogroepen: de bevolking met overgewicht (BmI ≥ 25), de zwaarlijvige bevolking (BmI ≥ 30) en de bevolking met ondergewicht (BmI < 18,5).

overgewicht en zwaarlijvigheid

analyse volgens geslacht en leeftijdIn de bespreking van overgewicht wordt een onderscheid gemaakt tussen volwassen personen met een overgewicht (BmI ≥ 25) en zwaarlijvige volwassenen (BmI ≥ 30). Reeds is vermeld dat 48% van de volwas-sen bevolking een overgewicht heeft. Dit percentage is veel hoger bij mannen (55%) dan bij vrouwen

Page 19: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

429VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 4

. RES

uLt

AtEN

(42%), een verschil dat ook na correctie voor leeftijd significant blijft. Wordt de aandacht toegespitst op zwaarlijvigheid, dan wordt een ander plaatje gekregen: zowel het percentage mannen als het percen-tage vrouwen met een BmI van 30 of meer is gelijk, nl. 14%. Ook na correctie voor leeftijd is er geen signi-ficant verschil tussen mannen en vrouwen voor wat het percentage zwaarlijvige mensen betreft.

Zowel overgewicht als zwaarlijvigheid is met de leeftijd gerelateerd. In beide gevallen nemen deze per-centages toe met de leeftijd en dit tot en met de leeftijdsgroep van 65 tot 74 jaar. Verontrustend is dat vanaf de leeftijdsgroep van 45 tot 54 jaar al meer dan de helft van de volwassen bevolking een overge-wicht heeft en dat in de leeftijdsgroep van 55 tot 74 jaar bijna één persoon op vijf te maken heeft met zwaarlijvigheid (figuur 6).

figuur 6 Percentage van de volwassen bevolking met 1) overgewicht (BmI ≥ 25) en 2) obesitas (BmI ≥ 30), volgens leeftijd en geslacht, gezondheidsenquête, België, 2013

1) overgewicht

2) obesitas

Page 20: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

430

VOED

ING

SStA

tuS

| 4. R

ESu

LtAt

EN

analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerkenZowel overgewicht als zwaarlijvigheid vertoont een samenhang met het opleidingsniveau. Voor beiden geldt dat hoe lager het opleidingsniveau is, hoe hoger de prevalentie. Bij de bevolkingsgroep met geen diploma of slechts een diploma van het lager onderwijs loopt de prevalentie voor overgewicht op tot 64%, voor zwaarlijvigheid tot 25%. Na correctie voor leeftijd en geslacht valt het op dat het percentage van overgewicht en zwaarlijvigheid bij mensen met een diploma hoger onderwijs significant lager is in vergelijking met de andere opleidingsniveaus.

Zowel wat overgewicht als zwaarlijvigheid betreft, worden er geen verschillen naar urbanisatiegraad vastgesteld.

evolutie over de tijdDe prevalentie van overgewicht vertoont over de verschillende meetpunten (1997, 2001, 2004, 2008 en 2013) een stijgend verloop: van 41% in 1997, naar 44% in 2001 en 2004, tot 47% in 2008 en 48% in 2013. Na correctie voor leeftijd en geslacht, wordt er een significant lineair stijgende tendens (p < 0,05) voor overgewicht in België waargenomen, zowel voor mannen als vrouwen. Een dergelijke tendens wordt ook vastgesteld in het Vlaams en het Brussels Gewest, maar niet in het Waals Gewest, waar de prevalentie van overgewicht eerder constant is (figuur 7.1).

De prevalentie van zwaarlijvigheid lijkt toe te nemen tot 2008 (van 11% in 1997, over 12% in 2001 en 13% in 2004, tot 14% in 2008), om daarna te stabiliseren (14% in 2013), maar na correctie voor leeftijd en geslacht wordt er een significant lineair stijgende tendens (p < 0.05) voor zwaarlijvigheid in België waar-genomen, zowel voor mannen als vrouwen. Dezelfde tendens als voor overgewicht wordt vastgesteld voor de gewesten (figuur 7.2).

figuur 7 Percentage van de volwassen bevolking met 1) overgewicht (BmI ≥ 25) en 2) obesitas (BmI ≥ 30), per jaar en per gewest, Gezondheidsenquête, België, 2013

1) overgewicht

Page 21: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

431VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 4

. RES

uLt

AtEN

2) obesitas

ondergewicht

analyse volgens geslacht en leeftijdGlobaal genomen heeft 3% van de bevolking een gewicht dat in functie van de lengte te gering is, we spreken hier van ondergewicht (BmI < 18,5). Dit probleem stelt zich vaker voor bij vrouwen (4%) dan bij mannen (2%), na correctie voor leeftijd blijft dit verschil significant. Hoewel veel sterker uitgesproken bij vrouwen, vertoont de leeftijdscurve voor ondergewicht een duidelijk beeld: vooral in de jongere leef-tijdsgroepen (18-34 jaar) – zowel bij mannen als bij vrouwen – is het percentage van volwassenen met een ondergewicht het grootst, om terug toe te nemen in de oudste leeftijdsgroep (figuur 8).

figuur 8 Percentage van de volwassen bevolking met ondergewicht (BmI < 18,5), volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013

Page 22: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

432

VOED

ING

SStA

tuS

| 4. R

ESu

LtAt

EN

analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerkenDe ruwe resultaten geven geen duidelijke samenhang aan tussen het opleidingsniveau en de prevalen-tie van ondergewicht. Ook na correctie voor leeftijd en geslacht kan worden vastgesteld dat er geen sig-nificante verschillen zijn tussen de verschillende opleidingsniveaus voor wat de prevalentie van onder-gewicht betreft.

Ook op niveau van urbanisatie worden er geen significante verschillen vastgesteld.

evolutie over de tijdOp het eerste zicht lijkt er een lichte daling te zijn van de prevalentie van volwassenen met een onderge-wicht (van 4% in 1997 tot 3% in 2013), maar na correctie voor leeftijd en geslacht zijn deze prevalenties over de jaren heen quasi onveranderd gebleven. Deze constante tijdstrend wordt vastgesteld zowel voor beide geslachten als voor de drie gewesten (figuur 9).

figuur 9 Percentage van de volwassen bevolking met ondergewicht (BmI < 18,5), per jaar en per gewest, Gezondheidsenquête, België, 2013

4.2.2. GEWEStEN

overgewicht en zwaarlijvigheid Het percentage van volwassenen met een overgewicht (BmI ≥ 25) is het hoogst in het Waals Gewest (50%) in vergelijking met het Vlaams Gewest (48%) en het Brussels Gewest (44%). Na correctie voor leef-tijd en geslacht blijft dit percentage significant (p < 0,05) hoger in het Waals Gewest in vergelijking met de twee andere gewesten. Wanneer de aandacht wordt toegespitst op obesitas (BmI ≥ 30) dan zijn de prevalenties als volgt: hoogste percentage in het Waals Gewest (16%) in vergelijking met het Vlaams en het Brussels Gewest (beiden 13%). Ook na correctie voor leeftijd en geslacht blijft dit percentage signifi-cant (p < 0,05) hoger.

Page 23: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

433VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 4

. RES

uLt

AtEN

ondergewichtHoewel de ruwe cijfergegevens aangeven dat de prevalentie van ondergewicht het hoogst is in het Brussels Gewest (4%) in vergelijking met de andere gewesten (3% in het Vlaams Gewest, 3% in het Waals Gewest), kunnen na correctie voor leeftijd en geslacht geen significante verschillen hieromtrent tussen de gewesten vastgesteld worden.

vlaams gewest

overgewicht en zwaarlijvigheidSignificant meer mannen (54%) dan vrouwen (42%) geven aan een overgewicht te hebben, ook na cor-rectie voor leeftijd. met uitzondering van de oudste leeftijdsgroep stijgt het percentage van volwas-senen met een overgewicht met de leeftijd (figuur 10.1). Bij personen met een diploma hoger onder-wijs ligt het percentage van volwassenen met een overgewicht significant lager dan bij personen met geen diploma of een diploma lager en bij personen met een diploma lager secundair. Ook in het Vlaams Gewest wordt er een significant stijgende lineaire tijdstrend (p < 0,05) voor overgewicht waargenomen.

Wanneer de aandacht toegespitst wordt op volwassenen met obesitas, dan tonen de resultaten voor het Vlaams Gewest grote overeenkomsten met deze van het ganse land: evenveel vrouwen dan mannen zijn zwaarlijvig (respectievelijk 12% en 13%, geen significant verschil na correctie voor leeftijd). Het per-centage zwaarlijvige volwassenen stijgt met de leeftijd (met uitzondering van de oudste leeftijdsgroep) (figuur 10.2) en is significant lager bij die personen met een diploma hoger onderwijs. Ook voor obesitas is er een significant stijgende lineaire tijdstrend (p < 0,05) in het Vlaams Gewest.

figuur 10 Percentage van de volwassen bevolking met 1) overgewicht (BmI ≥ 25) en 2) obesitas (BmI ≥ 30), volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 – Vlaams Gewest

1) overgewicht

Page 24: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

434

VOED

ING

SStA

tuS

| 4. R

ESu

LtAt

EN

2) obesitas

ondergewichtIn het Vlaams Gewest heeft 3% van de volwassen bevolking een ondergewicht: 4% van de vrouwen en 1% van de mannen, een verschil dat significant blijft na correctie voor leeftijd. Daarnaast tonen de resul-taten voor het Vlaams Gewest grote overeenkomsten met deze van het ganse land: personen met een ondergewicht kunnen vooral teruggevonden worden in de jongste leeftijdsgroepen (figuur 11), geen significante verschillen tussen de verschillende opleidingsniveaus en op niveau van urbanisatie. Het per-centage volwassenen met een ondergewicht is onveranderd gebleven over de verschillende meetpun-ten (1997, 2001, 2004, 2008 en 2013).

figuur 11 Percentage van de volwassen bevolking met ondergewicht (BmI < 18,5), volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 – Vlaams Gewest

Page 25: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

435VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 4

. RES

uLt

AtEN

Brussels gewest

overgewicht en zwaarlijvigheidSignificant meer mannen (49%) dan vrouwen geven (39%) aan een overgewicht te hebben. met uitzon-dering van de twee oudste leeftijdsgroepen stijgt het percentage volwassenen met een overgewicht met de leeftijd (figuur 12.1). Bij volwassenen met een diploma hoger onderwijs ligt de prevalentie van overgewicht significant lager dan bij de andere opleidingsniveaus. Ook in het Brussels Gewest wordt dezelfde tendens voor overgewicht vastgesteld als op nationaal niveau: een significante lineaire stijging (p < 0,05).

Wanneer de aandacht toegespitst wordt op volwassenen met obesitas, dan tonen de resultaten voor het Brussels Gewest enige overeenkomsten met deze van het ganse land: evenveel vrouwen dan man-nen (13%) zijn zwaarlijvig en het percentage zwaarlijvige volwassenen stijgt met de leeftijd (met uitzon-dering van de oudste leeftijdsgroep) (figuur 12.2). ten opzichte van diegenen met geen/lager diploma en diploma hoger secundair is de prevalentie zwaarlijvige personen significant lager bij diegenen met een diploma hoger onderwijs. Zoals voor België en het Vlaams Gewest, wordt er ook voor het Brussels Gewest een significante lineaire stijging (p < 0,05) van obesitas in de loop van de tijd waargenomen.

figuur 12 Percentage van de volwassen bevolking met 1) overgewicht (BmI ≥ 25) en 2) obesitas (BmI ≥ 30), volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 – Brussels Gewest

1) overgewicht

Page 26: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

436

VOED

ING

SStA

tuS

| 4. R

ESu

LtAt

EN

2) obesitas

ondergewichtIn het Brussels Gewest geeft 6% van de vrouwen en 2% van de mannen aan een ondergewicht te heb-ben, een verschil dat significant blijft na correctie voor leeftijd. Personen met een ondergewicht worden vooral teruggevonden in de jongste leeftijdsgroep (18-24 jaar), maar het percentage in deze leeftijds-groep is alleen maar significant hoger dan het percentage in de leeftijdsgroep van 65-74 jaar (figuur 13). De prevalentie ligt lager bij diegenen met een diploma hoger secundair (3%) t.o.v. diegenen met een diploma hoger onderwijs (5%), ook na correctie voor leeftijd en geslacht. Het percentage volwassenen met een ondergewicht is onveranderd gebleven over de verschillende meetpunten (1997, 2001, 2004, 2008 en 2013).

figuur 13 Percentage van de volwassen bevolking met ondergewicht (BmI < 18,5), volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 – Brussels Gewest

Page 27: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

437VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 4

. RES

uLt

AtEN

Waals gewest

overgewicht en zwaarlijvigheidSignificant meer mannen (59%) dan vrouwen (42%) geven aan een overgewicht te hebben. met uitzon-dering van de oudste leeftijdsgroep stijgt het percentage volwassenen met een overgewicht met de leeftijd (figuur 14.1). In vergelijking met volwassen met een diploma hoger onderwijs (44% met overge-wicht) ligt de prevalentie van overgewicht bij volwassenen significant lager ten opzichte van diegenen met een lager diploma (51% bij hoger secundair, 54% bij lager secundair en 63% bij lager onderwijs of geen diploma). De prevalentie volwassenen met een overgewicht is niet significant gewijzigd over de verschillende meetpunten (1997, 2001, 2004, 2008 en 2013) heen.

Wanneer de aandacht wordt toegespitst op volwassenen met obesitas, dan tonen de resultaten voor het Waals Gewest aan dat het percentage zwaarlijvige personen zo goed als gelijk is bij mannen (17%) als bij vrouwen (15%). Het percentage zwaarlijvige personen stijgt met de leeftijd (met uitzondering van de oudste leeftijdsgroep) (figuur 14.2). Na correctie voor leeftijd en geslacht is de prevalentie van zwaarlijvige personen bij diegenen met de laagste opleidingsniveaus (25% bij een diploma lager onder-wijs of geen diploma en 22% bij lager secundair) significant hoger ten op zichte van diegenen met een diploma hoger onderwijs (12%). De prevalentie van zwaarlijvige personen ligt significant lager in lan-delijke gebieden (14%) ten opzichten van stedelijke gebieden (18%), ook na correctie voor leeftijd en geslacht. De prevalentie van obesitas blijft onveranderd over de verschillende meetpunten (1997, 2001, 2004, 2008 en 2013) heen.

figuur 14 Percentage van de volwassen bevolking met 1) overgewicht (BmI ≥ 25) en 2) obesitas (BmI ≥ 30), volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 – Waals Gewest

1) overgewicht

Page 28: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

438

VOED

ING

SStA

tuS

| 4. R

ESu

LtAt

EN

2) obesitas

ondergewichtIn het Waals Gewest geeft 5% van de vrouwen en 2% van de mannen aan een ondergewicht te heb-ben, een verschil dat significant blijft na correctie voor leeftijd. Volwassenen met een ondergewicht wor-den vooral teruggevonden in de jongste leeftijdsgroep (figuur 15). Er zijn geen significante verschillen qua opleidingsniveau en qua urbanisatiegraad. Het percentage volwassenen met een ondergewicht is onveranderd gebleven over de verschillende meetpunten (1997, 2001, 2004, 2008 en 2013).

figuur 15 Percentage van de volwassen bevolking met ondergewicht (BmI < 18,5), volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 – Waals Gewest

Page 29: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

439VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 4

. RES

uLt

AtEN

4.3 PREVALENtIE VAN OVERGEWIcHt EN ZWAARLIJVIGHEID BIJ JONGEREN

tot dusver is de aandacht uitsluitend uitgegaan naar de volwassen bevolking. De gehanteerde grens-waarden voor het onderscheiden van ondergewicht, normaal gewicht en overgewicht zijn immers enkel stabiel voor volwassenen en kunnen niet zonder meer op jongeren worden toegepast. Voor deze jonge populatie (van 2 t.e.m. 17 jaar) worden leeftijds- en geslachtsspecifieke grenswaarden gehanteerd voor het inschatten van de prevalentie van overgewicht (1).

4.3.1. BELGIë

analyse volgens geslacht en leeftijdGlobaal genomen is 20% van de jongeren te dik. Het percentage overgewicht bij jongens (21%) ligt iets hoger dan bij meisje (19%), maar dit verschil is niet significant. De resultaten tonen aan dat dit percen-tage het laagst is bij jong adolescenten (15-17 jaar) (16%), maar het verschil met de andere leeftijdsgroe-pen is niet significant (figuur 16.1).

7% van de jongeren (van 2 t.e.m. 17 jaar) kampt met zwaarlijvigheid. Ook hier is geen significant verschil tussen jongens en meisjes. De prevalentie van zwaarlijvigheid ligt significant hoger bij de jongste kinde-ren (2-4 jaar: 11%; 5-9 jaar: 9%) in vergelijking met kinderen van 10-17 jaar (4%) (figuur 16.2).

figuur 16 Percentage van de jongeren (van 2 t.e.m. 17 jaar) met 1) overgewicht en 2) obesitas, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013

1) overgewicht

Page 30: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

440

VOED

ING

SStA

tuS

| 4. R

ESu

LtAt

EN

2) obesitas

analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerkenEr kan een samenhang vastgesteld worden tussen de prevalentie van overgewicht bij jongeren en het opleidingsniveau (hoogste opleidingsniveau van het huishouden waartoe de jongere behoort): jonge-ren behorend tot huishoudens waarin dit opleidingsniveau eerder laag is, lopen relatief meer risico om een overgewicht te hebben (38% in de categorie ‘lager secundair’) in vergelijking met jongeren beho-rend tot huishoudens met een hoog opleidingsniveau (12% in de categorie ‘hoger onderwijs’), een ver-schil dat ook significant is na correctie voor leeftijd en geslacht. Voor obesitas komt de hoogste preva-lentie ook voor in categorie ‘lager secundair’ (22%), een verschil dat significant is ten op zichte van de hoogst opgeleiden (3%).

Voor overgewicht is er geen samenhang met de urbanisatiegraad. Voor obesitas is dit wel het geval. De prevalentie van zwaarlijvigheid bij jongeren ligt hoger in stedelijke gebieden (8%) in vergelijking met landelijke gebieden (5%), een verschil dat significant is na correctie voor leeftijd en geslacht.

evolutie over de tijdVoor overgewicht bij jongeren ligt de prevalentie van 2013 (20%), na correctie voor leeftijd en geslacht, significant hoger dan in 1997 (15%), maar niet ten opzichte van de tussenliggende jaren (18% in 2001, 2004 en 2008). Voor obesitas is de prevalentie van 2013 niet significant verschillend van de vorige jaren (figuur 17).

Page 31: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

441VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 4

. RES

uLt

AtEN

figuur 17 Percentage van de jongeren (van 2 t.e.m. 17 jaar) met 1) overgewicht en 2) obesitas, per jaar en per gewest, Gezondheidsenquête, België, 2013

1) overgewicht

2) obesitas

4.3.2. GEWEStEN

In het Vlaams Gewest wordt het laagste percentage jongeren met een overgewicht teruggevonden (16%) in vergelijking met het Brussels (23%) en het Waals Gewest (25%), na correctie voor leeftijd en geslacht blijft het verschil tussen het Vlaams Gewest en de twee andere gewesten significant. Ook voor wat obesitas betreft ligt de prevalentie in het Vlaams Gewest (5%) lager dan in de twee andere gewesten (9%), maar dit verschil is niet significant na correctie voor leeftijd en geslacht.

vlaams gewestHet percentage jongeren met een overgewicht in het Vlaams Gewest is 16%. Dit percentage ligt iets hoger bij jongens (18%) dan bij meisjes (15%), maar dit verschil is niet significant. Ook hier is de preva-lentie van overgewicht bij jong adolescenten (15-17 jaar) het laagst (14%), maar niet significant (figuur

Page 32: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

442

VOED

ING

SStA

tuS

| 4. R

ESu

LtAt

EN

18.1). Jongeren behorend tot huishoudens met een opleiding ‘hoger onderwijs’ (11%) vertonen een sig-nificant lagere prevalentie van overgewicht dan die met een lagere opleiding. Ook hier is de prevalentie van 2013 niet significant verschillend van de vorige jaren.

Als we ons verder focussen op de prevalentie van zwaarlijvigheid, dan kampt 5% van de Vlaamse jon-geren met dit probleem. Zoals ook het geval is bij overgewicht, is er geen verschil tussen jongens (4%) en meisjes (7%). De prevalentie is significant lager bij jong adolescenten (15-17 jaar: 2%) (figuur 18.2). Jongeren behorend tot huishoudens met een opleiding ‘hoger onderwijs’ (3%) vertonen een significant lagere prevalentie van obesitas dan die met een opleiding ‘lager secundair’ (13%). Ook de prevalentie van zwaarlijvigheid verschilt in 2013 niet significant met de vorige jaren.

figuur 18 Percentage van de jongeren (van 2 t.e.m. 17 jaar) met 1) overgewicht en 2) obesitas, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 – Vlaams Gewest

1) overgewicht

2) obesitas

Page 33: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

443VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 4

. RES

uLt

AtEN

Brussels gewestHet percentage jongeren met een overgewicht in het Brussels Gewest is 23%, zowel voor jongens als voor meisjes. De prevalentie van overgewicht is significant hoger in de leeftijdsgroepen van 5-9 jaar (30%) en 10-14 jaar (29%) (figuur 19.1). Jongeren behorend tot huishoudens met de hoogste opleiding (hoger onderwijs: 16%) vertonen een significant lagere prevalentie van overgewicht dan die met de twee laagste opleidingen (lager/geen diploma: 38% en lager secundair: 33%). Ook hier is de prevalentie van 2013 niet significant verschillend van de vorige jaren.

Als we ons verder focussen op de prevalentie van zwaarlijvigheid, dan kampt 9% van de Brusselse jonge-ren met dit probleem. Zoals ook het geval is bij overgewicht, is er geen verschil tussen jongens (9%) en meisjes (8%). De prevalentie is het hoogst in de leeftijdsgroep van 5-9 jaar (14%), maar is niet significant verschillend (figuur 19.2). Jongeren behorend tot huishoudens met een opleiding ‘hoger onderwijs’ (3%) vertonen een significant lagere prevalentie van obesitas dan die met een lagere opleiding (lager/geen diploma en lager secundair: 16% en hoger secundair: 9%). Ook de prevalentie van zwaarlijvigheid ver-schilt in 2013 niet significant met de vorige jaren.

figuur 19 Percentage van de jongeren (van 2 t.e.m. 17 jaar) met 1) overgewicht en 2) obesitas, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 – Brussels Gewest

1) overgewicht

Page 34: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

444

VOED

ING

SStA

tuS

| 4. R

ESu

LtAt

EN

2) obesitas

Waals gewestEén op vier jongeren in het Waals Gewest heeft te kampen met overgewicht, waarbij evenveel meisjes (24%) als jongens (25%). De prevalentie van overgewicht is het hoogst in de leeftijdsgroepen van 2-4 jaar (30%) en 5-9 jaar (32%), maar is niet significant verschillend van de andere leeftijdsgroepen (10-14 jaar en 15-17 jaar) (figuur 20.1). Jongeren behorend tot huishoudens met een hoog opleidingsniveau (diploma hoger onderwijs: 13%) hebben, na correctie voor leeftijd en geslacht, een significant lagere prevalentie van overgewicht dan zij die behoren tot huishoudens met een opleiding lager secundair (42%) en hoger secundair (32%). In stedelijke gebieden (28%) lijkt overgewicht op het eerste zicht meer voor te komen dan in halfstedelijke (20%) en landelijke (22%) gebieden, maar dit verschil is niet significant. ten opzichte van 1997 (17%) en 2004 (18%) ligt de prevalentie van 2013 (25%) na correctie voor leeftijd en geslacht significant hoger.

9% van de jongeren is zwaarlijvig, met geen significante verschillen tussen de prevalenties bij meisjes (10%) en jongens (9%). Ook zwaarlijvigheid komt meer voor in de jongste leeftijdsgroepen (2-4 jaar: 13% en 5-9 jaar: 12%), maar is ook niet significant verschillend van de oudere leeftijdsgroepen (figuur 20.2). Jongeren behorend tot huishoudens met een opleiding ‘lager secundair’ (30%) vertonen een significante hogere prevalentie van obesitas dan die met een opleiding hoger onderwijs (4%). Ook voor zwaarlijvig-heid zijn er geen verschillen wat het urbanisatieniveau betreft. De prevalentie van zwaarlijvigheid ligt in 2013 (9%) significant hoger dan in 2001 (5%).

Page 35: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

445VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 4

. RES

uLt

AtEN

figuur 20 Percentage van de jongeren (van 2 t.e.m. 17 jaar) met 1) overgewicht en 2) obesitas, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 – Waals Gewest

1) overgewicht

2) obesitas

Page 36: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten
Page 37: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

447VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 5

. BES

PREK

ING

5. BesprekIng

Hoewel de Body mass Index (BmI) een waardevol middel is voor het bepalen van de proportie personen met een onder- of overgewicht, heeft het ook nadelen, vooral wanneer gewicht en lengte zelfgerappor-teerd zijn. Studies hebben nl. aangetoond dat respondenten de neiging hebben hun gewicht te onder-schatten en hun lengte te overschatten, waardoor overgewicht wordt ondergerapporteerd (9;17-19). Daarnaast houdt de BmI geen rekening met het lichaamsvet en de verdeling ervan, wat geassocieerd wordt met de comorbiditeiten van obesitas (8;18;20). metingen van het vetpercentage of de buikomtrek zijn dan misschien betere aanduidingen voor de gezondheidsrisico’s, maar dergelijke metingen kunnen alleen uitgevoerd worden in een Gezondheidsenquête door middel van onderzoek (HES). Hoewel de BmI-metingen door zelfgerapporteerde gegevens vertekend zijn, is het onwaarschijnlijk dat deze verte-kening verandert doorheen de tijd. Bijgevolg kan worden aangenomen dat de evolutie van overgewicht en obesitas via zelf-gerapporteerde BmI vrij betrouwbare resultaten levert (21). Bovendien gebruiken de meeste studies die onderzoek doen naar overgewicht deze index als enige indicator. (22)

Bijna de helft van de Belgische volwassen bevolking is te dik, 14% is zwaarlijvig. Dit is een steeds groter wordend probleem voor de volksgezondheid, daar de prevalentie van zowel overgewicht als obesitas in België sinds 1997 is blijven toenemen, een toename van respectievelijk 16% en 27%! Veranderingen in levensstijl en in de omgeving in de laatste decennia zijn waarschijnlijk de belangrijkste oorzaken van deze epidemie (22). Ongezonde eetgewoonten en te weinig lichaamsbeweging zijn de belangrijkste risicofactoren, die zelf dan weer het gevolg zijn van sociale veranderingen en economische ontwikke-lingen (23). Ongezonde eetgewoonten zijn deels te wijten aan overconsumptie van goedkope voeding rijk aan verzadigde vetten en suikers, vaker eten, buitenshuis eten, grotere porties (op restaurant en voorverpakte maaltijden). Bovendien is gezonde voeding vaak duurder dan ongezonde voeding (9;24). Daarnaast heeft de invoering van nieuwe technologieën de werkomstandigheden en de dagelijkse activiteiten beïnvloed waardoor het niveau van lichaamsbeweging is afgenomen. Ook wordt er meer gebruik gemaakt van gemotoriseerd vervoer en meer vrije tijd gespendeerd aan sedentaire activiteiten, zoals tV kijken, videospelletjes spelen en de computer gebruiken (9;20;23).

In deze nationale toename van de prevalentie van overgewicht en obesitas schuilen belangrijke regi-onale verschillen. Het Vlaams en Brussels Gewest delen dezelfde toename, terwijl deze prevalenties in het Waals Gewest stabiel blijven, maar dan wel op een relatief hoog niveau. ten opzichte van het toene-mend obesitasprobleem dat wereldwijd wordt gerapporteerd, is de stabilisatie van obesitas in het Waals Gewest erg opmerkelijk. Dit werd ook al in de Gezondheidsenquête van 2008 vastgesteld en werd verder bestudeerd. uit een studie (21) blijkt dat te weinig lichaamsbeweging tijdens de vrije tijd de belangrijkste determinant is voor obesitas in al de gewesten en dat in het Waals Gewest de associatie tussen lichaams-beweging tijdens de vrije tijd en obesitas significant gedaald is tijdens de studieperiode (1997-2008). De stagnatie van de obesitasprevalentie in het Waals Gewest kan niet volledig verklaard worden door het toenemend aantal mensen die fysiek actief zijn tijdens hun vrije tijd. Een veronderstelling zou kunnen zijn dat een verbetering van de lichaamsbeweging tijdens de vrije tijd bij zwaarlijvige personen in het Waals Gewest mogelijk geassocieerd zou kunnen zijn met een gezondere levensstijl in het algemeen.

Wat zeer verontrustend is, is dat de trend in kinderobesitas wereldwijd aan het stijgen is. Naast het feit dat het een risico is voor hun gezondheid, beïnvloedt obesitas ook de levenskwaliteit van de kinderen daar het een impact heeft op hun lichamelijk, sociaal en psychologisch functioneren (6;25). Bovendien heeft deze epidemie een invloed op de obesitasepidemie bij volwassenen (6). Hoewel kinderobesi-tas deels genetische is aangelegd, wijst de snelle toename het belang van omgevingsfactoren aan. commercialisering van de voeding, technologie, stedelijke en socio-economische ontwikkeling dragen bij tot het consumeren van ongezonde voeding en een inactieve levensstijl. De kindertijd is een kritische periode om obesitas te ontwikkelen, maar is dus ook een geschikt moment om het te voorkomen of in te grijpen, daar eet- en bewegingspatronen zich tijdens deze periode ontwikkelen (25). Risicofactoren die kunnen worden gewijzigd zijn diabetes tijdens de zwangerschap, veel tV kijken, weinig lichaams-beweging, inactiviteit bij de ouders, en een hoge consumptie van energierijke voeding en gesuikerde dranken (26). Een bijkomend aspect is dat kinderen zeer ontvankelijk zijn voor marketing met betrekking tot kinderthema’s. Door de uitbreiding van de media (tV, internet,…), worden kinderen hieraan meer en

Page 38: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

448

VOED

ING

SStA

tuS

| 5. B

ESPR

EKIN

G

meer onderworpen waardoor hun voorkeur voor bepaalde voeding sterk wordt beïnvloed. Interessant is ook dat ongestructureerde lichaamsbeweging (op straat spelen, fietsen) zelfs een groter beschermend effect heeft op obesitas dan georganiseerd sporten, maar deze vorm van lichaamsbeweging is dan weer afhankelijk van andere factoren zoals ruimtelijke ordening en veiligheid. uit dit alles blijkt dat obesitas een multidimensionaal probleem is dat in een ruime zin moet worden aangepakt (25).

De grote socio-economische verschillen, ook in deze enquête vastgesteld, kunnen worden verklaard door de recente trend in lichaamsbeweging: enerzijds door het feit dat er steeds minder arbeiders met een fysiek zware job zijn en anderzijds door de toename van lichaamsbeweging tijdens de vrije tijd, welke meer uitgesproken zou zijn bij personen met een hogere socio-economische status. Een ander argument dat van belang zou kunnen zijn, is de veranderde houding tegenover het lichaamsgewicht: sociale druk, stigmatisatie en discriminatie tegenover dikkere mensen hebben mogelijk een groter effect op personen met een hogere socio-economische status, waardoor ze meer op hun lichaamsgewicht let-ten (7). De socio-economische status heeft niet alleen een invloed op het energieverbruik, maar ook op de energie-inname, wat uiteindelijk een effect heeft op de vetopslag in het lichaam (2;27). Energierijke voeding en dranken, welke een grote invloed hebben op obesitas, worden meer geconsumeerd door personen met een lagere socio-economische status (25;28).

Overgewicht komt momenteel zo veel voor waardoor het risico bestaat dat de bevolking dit gaat zien als de nieuwe norm. Dit mogen we zeker niet laten gebeuren! Om dit probleem te stoppen en hopelijk om te keren, moet het beleid gezonde eetgewoonten en een actieve levensstijl blijven promoten, daar onze gezondheid daar baat bij heeft (afname van o.a. cardiovasculaire aandoeningen, bepaalde kankers, diabetes…) (29-31).

Page 39: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

449VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 6

. BIB

LIO

GRA

fIE

6. BIBlIografIe

(1) cole tJ, Bellizzi mc, flegal Km, Dietz WH. Establishing a standard definition for child overweight and obesity worldwide: international survey. BmJ 2000 may 6;320(7244):1240-3.

(2) WH0-Geneva. Obesity: preventing and managing the global epidemic - report of a WHO consultation on obesity. 6-3-1997.

(3) WHO. Physical status: the use and interpretation of antropometry. Geneva: World Health Organization; 1995. (4) cameron N. Body mass index cut offs to define thinness in children and adolescents. BmJ 2007;335:166-7.(5) casper Rc. the Pathophysiology of Anorexia Nervosa and Bulimia Nervosa. Annual Review of Nutrition 6, 299-

316. 1986. (6) the challenge of obesity in the WHO European region and the strategies for response: summary. World Health

Organization; 2007. (7) charafeddine R, Van Oyen H, Demarest S. trends in social inequalities in obesity: Belgium, 1997 to 2004. Prev

med 2008 Oct 8;48:54-8.(8) Paeratakul S, Lovejoy Jc, Ryan DH, Bray GA. the relation of gender, race and socioeconomic status to obesity

and obesity comorbidities in a sample of uS adults. International Journal of Obesity 26, 1205-1210. 2002. (9) Zhang Q, Wang Y. Socioeconomic inequality of obesity in the united States: do gender, age, and ethnicity

matter? Soc Sci med 58, 1171-1180. 2004. (10) Ogden cL, Lamb mm, carroll mD, flegal Km. Obesity and Socioeconomic Status in Adults: united States, 2005-

2008. NcHS.Data Brief. [50], 1-8. 2010. (11) Demarest S, Drieskens S, Gisle L, Van der Heyden J, tafforeau J. Enquête de santé, 2008. Rapport V - Les

inégalités Socio-économiques en matière de santé. Brussels: Institut Scientifique de Santé Publique; 2010. Report No.: 2032-9180.

(12) Singh-manoux A, Gourmelen J, Lajnef m, Sabia S, Sitta R, menvielle G, et al. Prevalence of educational inequalities in obesity between 1970 and 2003 in france. Obes Rev 2009 may 12.

(13) Zaninotto P, Head J, Stamatakis E, Wardle H, mindell J. trends in obesity among adults in England from 1993 to 2004 by age and social class and projections of prevalence to 2012. J Epidemiol community Health 2009 feb 1;63(2):140-6.

(14) Annemans L. De prijs van uw gezondheid. Is onze gezondheid in gevaar? tielt: 2014.(15) Van Herp H. cost of illness: Verschillen in medische consumptie naargelang het psychisch welbevinden en de

leeftijl. Gent: universiteit Gent - faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen; 2011. (16) de Bruin A, Picavet HS, Nossikov A. Health Interview Surveys: towards international harmonization of methods

and instruments. copenhagen: World Health Organisation; 1996.(17) mokdad AH, ford ES, Bowman BA, Dietz WH, Vinicor f, Bales VS, et al. Prevalence of obesity, diabetes, and

obesity-related health risk factors, 2001. JAmA 2003 Jan 1;289(1):76-9.(18) cámara AD, Spijker JJA. Super size Spain? A cross-sectional and quasi-cohort trend analysis of adult overweight

and obesity in an accelerated transition country. J.Biosoc.Sci. 42, 377-393. 2010. (19) Baum II cL, Ruhm cJ. Age, socioeconomic status and obesity growth. Journal of Health Economics 2009;28:635-

48.(20) Apfelbacher cJ, cairns J, Bruckner t, möhrenschlager m, Behrendt H, Ring J, et al. Prevalence of overweight

and obesity in East and West German children in the decade after reunification: population-based series of cross-sectional studies. Journal of Epidemiology and community Health 62, 125-130. 2008.

(21) Drieskens S, Van der Heyden J, Demarest S, tafforeau J. Is the different time trend (1997-2008) of the obesity prevalence among adults in the three Belgian regions associated with lifestyle changes? Arch Public Health 2014;72(18).

(22) Duvigneaud N, Wijndaele K, matton L, Deriemaeker P, Philippaerts R, Lefevre J, et al. Socio-economic and lifestyle factors associated with overweight in flemish adult men and women. Bmc Public Health 2007;7:23.

(23) Astrup A. Healthy lifestyles in Europe: prevention of obesity and type II diabetes by diet and physical activity. Public Health Nutr 2001 Apr;4(2B):499-515.

(24) Hossain P, Kawar B, El Nahas m. Obesity and diabetes in the developing world - a growing challenge. the New England Journal of medicine 356[3], 213. 2007.

(25) maziak W, Ward KD, Stockton mB. childhood obesity: are we missing the big picture? Obes Rev 2008 Jan;9(1):35-42.

(26) Kipping RR, Jago R, Lawlor DA. Obesity in children. Part 1: Epidemiology, measurement, risk factors, and screening. BmJ 2008 Oct 15;337(oct15_3):a1824.

Page 40: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

450

VOED

ING

SStA

tuS

| 6. B

IBLI

OG

RAfI

E

(27) Sundquist J, Johansson SE. the influence of socioeconomic status, ethnicity and lifestyle on body mass index in a longitudal study. International Journal of Epidemiology 27, 57-63. 1998.

(28) Groholt EK, Stigum H, Nordhagen R. Overweight and obesity among adolescents in Norway: cultural and socio-economic differences. J Public Health 2008 Sep 1;30(3):258-65.

(29) Health 21. the health for all policy framework for the WHO European Region. European Health for All Series N°6 ed. WHO Regional Office for Europe; 1998.

(30) Seo Dc, Li K. Leisure-time physical activity dose-response effects on obesity among uS adults: results from the 1999-2006 National Health and Nutrition Examination Survey. J Epidemiol community Health 2010;64:426-31.

(31) Jakicic Jm, Otto AD. Physical activity considerations for the treatment and prevention of obesity. Am J clin Nutr 2005;82(suppl):226S-9S.

Page 41: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

451VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

7. taBellen

tabel 1 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), België. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 453

tabel 2 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), België. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 454

tabel 3 | Verdeling van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) volgens hun relatief gewicht (BmI), België . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 455

tabel 4 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met overgewicht (BmI >= 25), België . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 456

tabel 5 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met obesitas (BmI >= 30), België . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 457

tabel 6 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met ondergewicht (BmI < 18,5), België . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 458

tabel 7 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met overgewicht, België. . . . . . . . . . . . . . . . . . 459

tabel 8 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met obesitas, België. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 460

tabel 9 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), Vlaams Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 461

tabel 10 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), Vlaams Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 462

tabel 11 | Verdeling van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) volgens hun relatief gewicht (BmI), Vlaams Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 463

tabel 12 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met overgewicht (BmI >= 25), Vlaams Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 464

tabel 13 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met obesitas (BmI >= 30), Vlaams Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 465

tabel 14 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met ondergewicht (BmI < 18,5), Vlaams Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 466

tabel 15 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met overgewicht, Vlaams Gewest. . . . . . . . . 467

tabel 16 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met obesitas, Vlaams Gewest . . . . . . . . . . . . . 468

tabel 17 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), Brussels Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 469

tabel 18 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), Brussels Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 470

tabel 19 | Verdeling van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) volgens hun relatief gewicht (BmI), Brussels Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 471

tabel 20 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met overgewicht (BmI >= 25), Brussels Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 472

tabel 21 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met obesitas (BmI >= 30), Brussels Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 473

Page 42: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

452

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 22 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met ondergewicht (BmI < 18,5), Brussels Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 474

tabel 23 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met overgewicht, Brussels Gewest. . . . . . . . 475

tabel 24 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met obesitas, Brussels Gewest . . . . . . . . . . . . 476

tabel 25 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), Waals Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 477

tabel 26 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), Waals Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 478

tabel 27 | Verdeling van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) volgens hun relatief gewicht (BmI), Waals Gewest. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 479

tabel 28 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met overgewicht (BmI >= 25), Waals Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 480

tabel 29 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met obesitas (BmI >= 30), Waals Gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 481

tabel 30 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met ondergewicht (BmI < 18,5), Waals Gewest. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 482

tabel 31 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met overgewicht, Waals Gewest . . . . . . . . . . 483

tabel 32 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met obesitas, Waals Gewest . . . . . . . . . . . . . . 484

Page 43: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

453VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 1 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), België

NS_1 Gemiddelde (Ruw)

95% BI gemid

Gemiddelde (corr*)

95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 25,9 (25,7-26,0) 25,8 (25,6-26,0) 4111

Vrouwen 25,0 (24,7-25,3) 24,9 (24,6-25,2) 4514

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 22,7 (22,2-23,1) 22,7 (22,2-23,1) 792

25 - 34 24,5 (24,1-24,9) 24,5 (24,1-24,9) 1390

35 - 44 25,3 (25,0-25,6) 25,3 (24,9-25,6) 1492

45 - 54 25,6 (25,4-25,9) 25,6 (25,4-25,9) 1536

55 - 64 26,7 (26,3-27,2) 26,7 (26,3-27,2) 1438

65 - 74 26,7 (26,3-27,0) 26,7 (26,3-27,1) 1014

75 + 26,1 (25,0-27,1) 26,2 (25,2-27,2) 963

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 27,3 (26,2-28,4) 27,0 (26,1-27,9) 968

Lager secundair 26,4 (26,0-26,8) 26,1 (25,7-26,6) 1229

Hoger secundair 25,6 (25,3-25,8) 25,5 (25,2-25,8) 2736

Hoger onderwijs 24,5 (24,3-24,7) 24,5 (24,3-24,7) 3600

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 25,4 (25,2-25,7) 25,3 (25,1-25,6) 4366

Halfstedelijk gebied 25,2 (25,0-25,5) 25,1 (24,8-25,4) 1895

Landelijk gebied 25,6 (25,1-26,1) 25,5 (25,1-26,0) 2364

VERBLIJfPLAAtS Vlaams Gewest 25,3 (25,1-25,5) 25,1 (24,9-25,3) 2866

Brussels Gewest 25,1 (24,9-25,4) 25,2 (25,0-25,5) 2362

Waals Gewest 25,8 (25,4-26,2) 25,7 (25,3-26,1) 3397

JAAR 1997 24,7 (24,6-24,8) 24,8 (24,7-25,0) 8075

2001 25,0 (24,9-25,1) 25,0 (24,8-25,1) 9400

2004 25,1 (25,0-25,3) 25,1 (24,9-25,2) 10331

2008 25,3 (25,1-25,4) 25,2 (25,0-25,3) 8837

2013 25,4 (25,2-25,6) 25,3 (25,1-25,5) 8625

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van lineair regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 44: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

454

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 2 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), België

NS_1 Gemiddelde 25°p mediaan 75°p N

GESLAcHt mannen 25,9 23,2 25,4 27,8 4111

Vrouwen 25,0 21,5 24,0 27,3 4514

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 22,7 20,4 22,2 24,7 792

25 - 34 24,5 21,3 23,8 26,6 1390

35 - 44 25,3 22,2 24,6 27,4 1492

45 - 54 25,6 22,7 25,1 27,8 1536

55 - 64 26,7 23,4 25,9 29,0 1438

65 - 74 26,7 23,9 26,3 29,3 1014

75 + 26,1 23,0 25,5 28,0 963

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 27,3 23,7 26,4 30,1 968

Lager secundair 26,4 23,1 25,6 29,0 1229

Hoger secundair 25,6 22,6 24,8 27,9 2736

Hoger onderwijs 24,5 21,6 24,1 26,7 3600

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 25,4 22,1 24,7 27,8 4366

Halfstedelijk gebied 25,2 22,4 24,8 27,5 1895

Landelijk gebied 25,6 22,4 24,9 27,8 2364

VERBLIJfPLAAtS Vlaams Gewest 25,3 22,4 24,8 27,5 2866

Brussels Gewest 25,1 21,8 24,4 27,5 2362

Waals Gewest 25,8 22,2 25,0 28,1 3397

JAAR 1997 24,7 21,7 24,2 27,0 8075

2001 25,0 22,0 24,4 27,4 9400

2004 25,1 21,9 24,4 27,4 10331

2008 25,3 22,0 24,7 27,7 8837

2013 25,4 22,3 24,8 27,7 8625

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

Page 45: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

455VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 3 | Verdeling van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) volgens hun relatief gewicht (BmI), België

NS_2 Ondergewicht (<18,5)

Normaal (18,5-24,9)

Overgewicht (25,0-29,9)

Obese (30+)

N

GESLAcHt mannen 1,5 43,6 41,3 13,6 4109

Vrouwen 4,4 53,9 27,9 13,9 4509

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 9,1 69,9 17,0 3,9 790

25 - 34 5,2 57,6 26,9 10,3 1390

35 - 44 1,6 53,6 31,8 13,0 1491

45 - 54 1,6 47,0 37,4 14,0 1536

55 - 64 1,2 38,1 41,4 19,3 1438

65 - 74 1,4 36,2 42,8 19,6 1014

75 + 3,0 41,5 41,0 14,5 959

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 2,4 33,2 39,2 25,2 964

Lager secundair 2,9 42,0 36,4 18,8 1229

Hoger secundair 3,2 48,4 34,0 14,5 2735

Hoger onderwijs 3,0 55,6 32,7 8,7 3598

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 3,1 49,6 32,9 14,3 4364

Halfstedelijk gebied 2,9 48,8 36,2 12,1 1894

Landelijk gebied 2,8 48,0 34,7 14,6 2360

VERBLIJfPLAAtS Vlaams Gewest 2,6 49,6 35,1 12,6 2864

Brussels Gewest 4,1 52,0 31,1 12,9 2361

Waals Gewest 3,2 46,6 34,1 16,1 3393

JAAR 1997 3,7 55,0 30,5 10,8 8071

2001 3,5 52,0 32,4 12,1 9391

2004 3,4 52,5 31,4 12,7 10319

2008 3,1 50,0 33,1 13,8 8831

2013 3,0 48,9 34,4 13,7 8618

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

Page 46: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

456

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 4 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met overgewicht (BmI >= 25), België

NS_3 % (Ruw) 95% BI ruw % (corr*) 95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 54,9 (52,8-57,1) 54,2 (51,9-56,5) 4109

Vrouwen 41,7 (39,7-43,8) 39,3 (37,1-41,5) 4509

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 21,0 (16,7-25,2) 20,3 (16,4-24,8) 790

25 - 34 37,3 (33,4-41,1) 37,0 (33,1-41,0) 1390

35 - 44 44,8 (41,2-48,5) 44,3 (40,7-48,0) 1491

45 - 54 51,5 (48,0-55,0) 51,5 (48,0-55,0) 1536

55 - 64 60,7 (57,2-64,1) 60,8 (57,3-64,3) 1438

65 - 74 62,4 (58,3-66,5) 62,9 (58,5-67,1) 1014

75 + 55,5 (51,2-59,7) 57,3 (53,0-61,5) 959

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 64,5 (60,0-69,0) 60,7 (55,1-66,1) 964

Lager secundair 55,2 (51,5-58,9) 51,9 (47,9-55,9) 1229

Hoger secundair 48,5 (45,7-51,2) 47,3 (44,5-50,2) 2735

Hoger onderwijs 41,3 (38,9-43,8) 40,4 (37,9-43,0) 3598

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 47,2 (45,0-49,4) 45,9 (43,5-48,3) 4364

Halfstedelijk gebied 48,3 (45,2-51,3) 45,9 (42,6-49,3) 1894

Landelijk gebied 49,3 (46,2-52,4) 48,0 (44,8-51,2) 2360

VERBLIJfPLAAtS Vlaams Gewest 47,7 (45,4-50,1) 45,5 (42,9-48,0) 2864

Brussels Gewest 43,9 (41,4-46,5) 44,5 (41,8-47,2) 2361

Waals Gewest 50,2 (47,8-52,6) 49,0 (46,5-51,6) 3393

JAAR 1997 41,3 (39,7-42,9) 41,5 (39,8-43,3) 8071

2001 44,5 (43,1-45,9) 43,2 (41,7-44,7) 9391

2004 44,1 (42,7-45,5) 42,6 (41,1-44,1) 10319

2008 46,9 (45,4-48,4) 45,2 (43,6-46,8) 8831

2013 48,1 (46,5-49,7) 46,3 (44,6-47,9) 8618

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 47: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

457VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 5 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met obesitas (BmI >= 30), België

NS_4 % (Ruw) 95% BI ruw % (corr*) 95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 13,6 (12,1-15,2) 12,2 (10,5-14,2) 4109

Vrouwen 13,9 (12,4-15,3) 12,3 (10,8-14,0) 4509

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 3,9 (1,1-6,7) 3,9 (1,9-7,9) 790

25 - 34 10,3 (7,9-12,8) 10,3 (8,1-13,0) 1390

35 - 44 13,0 (10,2-15,8) 13,0 (10,5-16,0) 1491

45 - 54 14,0 (11,8-16,3) 14,0 (11,9-16,5) 1536

55 - 64 19,3 (16,4-22,1) 19,3 (16,6-22,3) 1438

65 - 74 19,6 (15,8-23,4) 19,6 (16,1-23,7) 1014

75 + 14,5 (11,5-17,6) 14,5 (11,7-17,8) 959

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 25,2 (20,9-29,6) 23,5 (18,4-29,4) 964

Lager secundair 18,8 (15,8-21,8) 16,6 (13,7-19,8) 1229

Hoger secundair 14,5 (12,6-16,3) 13,0 (11,3-15,0) 2735

Hoger onderwijs 8,7 (7,2-10,1) 7,7 (6,4-9,2) 3598

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 14,3 (12,7-15,9) 12,8 (11,2-14,6) 4364

Halfstedelijk gebied 12,1 (10,2-14,0) 10,5 (8,5-12,9) 1894

Landelijk gebied 14,6 (12,4-16,9) 13,2 (11,1-15,6) 2360

VERBLIJfPLAAtS Vlaams Gewest 12,6 (11,0-14,3) 11,1 (9,4-13,0) 2864

Brussels Gewest 12,9 (11,2-14,5) 12,1 (10,5-14,0) 2361

Waals Gewest 16,1 (14,4-17,8) 14,5 (12,7-16,4) 3393

JAAR 1997 10,8 (9,8-11,9) 10,2 (9,2-11,2) 8071

2001 12,1 (11,2-13,0) 10,8 (10,0-11,7) 9391

2004 12,7 (11,7-13,6) 11,3 (10,4-12,2) 10319

2008 13,8 (12,7-14,8) 12,1 (11,1-13,2) 8831

2013 13,7 (12,7-14,8) 12,0 (10,9-13,1) 8618

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 48: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

458

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 6 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met ondergewicht (BmI < 18,5), België

NS_5 % (Ruw) 95% BI ruw % (corr*) 95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 1,5 (0,9-2,0) 1,2 (0,8-1,7) 4109

Vrouwen 4,4 (3,6-5,1) 3,7 (3,1-4,4) 4509

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 9,1 (6,3-12,0) 8,2 (5,7-11,7) 790

25 - 34 5,2 (3,4-6,9) 4,5 (3,1-6,5) 1390

35 - 44 1,6 (0,9-2,2) 1,4 (0,9-2,1) 1491

45 - 54 1,6 (0,9-2,2) 1,3 (0,9-2,0) 1536

55 - 64 1,2 (0,6-1,8) 1,0 (0,6-1,7) 1438

65 - 74 1,4 (0,6-2,2) 1,1 (0,6-2,1) 1014

75 + 3,0 (1,8-4,2) 2,3 (1,5-3,5) 959

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 2,4 (1,4-3,4) 1,9 (1,2-3,1) 964

Lager secundair 2,9 (1,7-4,1) 2,1 (1,4-3,3) 1229

Hoger secundair 3,2 (2,3-4,1) 2,2 (1,6-3,0) 2735

Hoger onderwijs 3,0 (2,2-3,8) 2,1 (1,6-2,8) 3598

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 3,1 (2,5-3,8) 2,2 (1,7-2,8) 4364

Halfstedelijk gebied 2,9 (2,0-3,8) 2,1 (1,5-3,1) 1894

Landelijk gebied 2,8 (1,8-3,7) 2,0 (1,4-2,8) 2360

VERBLIJfPLAAtS Vlaams Gewest 2,6 (1,9-3,3) 1,9 (1,4-2,6) 2864

Brussels Gewest 4,1 (3,1-5,2) 2,7 (1,9-3,7) 2361

Waals Gewest 3,2 (2,4-4,0) 2,2 (1,7-2,9) 3393

JAAR 1997 3,7 (3,1-4,3) 2,5 (2,1-2,9) 8071

2001 3,5 (2,9-4,0) 2,5 (2,1-2,9) 9391

2004 3,4 (2,9-3,9) 2,4 (2,1-2,8) 10319

2008 3,1 (2,6-3,6) 2,2 (1,9-2,6) 8831

2013 3,0 (2,5-3,4) 2,1 (1,8-2,5) 8618

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 49: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

459VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 7 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met overgewicht, België

NS_6 Gemiddelde (Ruw)

95% BI gemid

Gemiddelde (corr*)

95% BI stand

N

GESLAcHt Jongens 20,8 (16,3-25,2) 20,4 (16,5-25,0) 885

meisjes 19,3 (15,4-23,2) 19,3 (15,7-23,5) 829

LEEftIJDSGROEP 2 - 4 22,4 (15,9-28,9) 22,4 (16,6-29,5) 366

5 - 9 23,3 (17,9-28,6) 23,2 (18,3-28,9) 540

10 - 14 17,9 (13,3-22,5) 17,9 (13,8-23,1) 479

15 - 17 15,8 (9,9-21,6) 15,8 (10,8-22,5) 329

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 32,7 (20,3-45,1) 32,8 (21,0-47,3) 102

Lager secundair 38,4 (26,9-50,0) 38,7 (28,3-50,4) 199

Hoger secundair 26,1 (20,0-32,2) 26,2 (20,7-32,6) 534

Hoger onderwijs 11,8 (8,7-14,9) 11,5 (8,7-15,0) 862

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 22,3 (17,6-26,9) 22,1 (17,8-27,0) 885

Halfstedelijk gebied 15,4 (9,6-21,2) 15,6 (10,6-22,3) 347

Landelijk gebied 21,0 (15,4-26,7) 20,6 (15,7-26,6) 482

VERBLIJfPLAAtS Vlaams Gewest 16,5 (12,3-20,7) 16,4 (12,6-20,9) 533

Brussels Gewest 23,4 (18,6-28,1) 22,8 (18,4-27,9) 516

Waals Gewest 24,6 (19,1-30,2) 24,6 (19,6-30,4) 665

JAAR 1997 14,9 (12,4-17,4) 14,7 (12,3-17,4) 1614

2001 18,5 (16,0-21,0) 18,5 (16,1-21,1) 1907

2004 17,9 (15,1-20,7) 17,7 (15,0-20,6) 1687

2008 18,4 (15,9-21,0) 18,3 (15,9-21,0) 1517

2013 20,0 (17,0-23,1) 19,7 (16,9-22,9) 1714

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2001 als referentie)

Page 50: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

460

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 8 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met obesitas, België

NS_7 Gemiddelde (Ruw)

95% BI gemid

Gemiddelde (corr*)

95% BI stand

N

GESLAcHt Jongens 6,4 (4,1-8,7) 5,7 (3,9-8,4) 885

meisjes 7,7 (4,8-10,6) 7,3 (4,9-10,7) 829

LEEftIJDSGROEP 2 - 4 11,4 (6,4-16,4) 11,4 (7,3-17,4) 366

5 - 9 8,9 (5,6-12,3) 9,0 (6,1-13,0) 540

10 - 14 4,4 (1,4-7,4) 4,3 (2,2-8,2) 479

15 - 17 3,8 (1,3-6,4) 3,8 (1,9-7,4) 329

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 10,3 (1,1-19,6) 10,5 (4,1-24,1) 102

Lager secundair 21,6 (10,4-32,8) 21,8 (12,2-36,0) 199

Hoger secundair 8,3 (4,6-12,1) 7,4 (4,9-11,1) 534

Hoger onderwijs 3,4 (1,7-5,1) 2,8 (1,6-4,9) 862

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 8,5 (5,2-11,9) 7,8 (5,0-12,0) 885

Halfstedelijk gebied 7,4 (3,0-11,9) 7,0 (4,0-12,0) 347

Landelijk gebied 4,6 (2,4-6,7) 4,0 (2,5-6,4) 482

VERBLIJfPLAAtS Vlaams Gewest 5,4 (2,8-8,0) 5,0 (3,1-7,9) 533

Brussels Gewest 8,6 (5,3-11,9) 7,3 (4,8-11,1) 516

Waals Gewest 9,2 (5,3-13,1) 8,6 (5,4-13,3) 665

JAAR 1997 4,9 (3,4-6,5) 4,4 (3,2-6,1) 1614

2001 5,3 (4,0-6,5) 4,9 (3,8-6,2) 1907

2004 5,7 (4,2-7,2) 5,3 (4,1-6,9) 1687

2008 5,1 (3,7-6,6) 4,7 (3,5-6,1) 1517

2013 7,1 (5,1-9,0) 6,3 (4,7-8,5) 1714

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2001 als referentie)

Page 51: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

461VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 9 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), Vlaams Gewest

NS_1 Gemiddelde (Ruw)

95% BI gemid

Gemiddelde (corr*)

95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 25,7 (25,4-25,9) 25,5 (25,3-25,8) 1385

Vrouwen 24,9 (24,6-25,3) 24,7 (24,4-25,1) 1481

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 22,5 (21,8-23,2) 22,5 (21,8-23,2) 234

25 - 34 24,7 (24,1-25,2) 24,7 (24,1-25,2) 393

35 - 44 25,1 (24,6-25,5) 25,0 (24,6-25,5) 513

45 - 54 25,3 (24,9-25,6) 25,3 (24,9-25,6) 501

55 - 64 26,6 (26,0-27,3) 26,6 (25,9-27,3) 491

65 - 74 26,4 (25,9-26,9) 26,4 (25,9-26,9) 364

75 + 25,7 (25,2-26,1) 25,7 (25,3-26,2) 370

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 26,8 (26,1-27,5) 26,6 (25,7-27,4) 278

Lager secundair 26,4 (25,8-27,0) 26,1 (25,5-26,7) 379

Hoger secundair 25,5 (25,2-25,9) 25,4 (25,1-25,8) 1038

Hoger onderwijs 24,4 (24,1-24,7) 24,3 (24,0-24,6) 1160

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 25,2 (24,8-25,6) 25,1 (24,7-25,5) 899

Halfstedelijk gebied 25,2 (24,9-25,5) 25,0 (24,7-25,3) 1274

Landelijk gebied 25,6 (25,1-26,1) 25,5 (25,0-25,9) 693

JAAR 1997 24,6 (24,4-24,8) 24,7 (24,5-24,9) 2812

2001 24,8 (24,6-25,0) 24,8 (24,6-25,0) 3247

2004 24,9 (24,7-25,1) 24,8 (24,7-25,0) 3670

2008 25,2 (25,0-25,5) 25,1 (24,9-25,3) 3160

2013 25,3 (25,1-25,5) 25,1 (24,9-25,3) 2866

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van lineair regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 52: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

462

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 10 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), Vlaams Gewest

NS_1 Gemiddelde 25°p mediaan 75°p N

GESLAcHt mannen 25,7 23,3 25,3 27,7 1385

Vrouwen 24,9 21,7 24,2 27,2 1481

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 22,5 20,4 22,2 24,5 234

25 - 34 24,7 21,5 24,1 26,8 393

35 - 44 25,1 22,4 24,5 27,2 513

45 - 54 25,3 22,5 24,9 27,2 501

55 - 64 26,6 23,4 25,6 28,4 491

65 - 74 26,4 23,9 26,0 29,0 364

75 + 25,7 23,3 25,5 28,0 370

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 26,8 23,7 26,4 30,5 278

Lager secundair 26,4 23,1 25,7 29,0 379

Hoger secundair 25,5 22,8 24,7 27,7 1038

Hoger onderwijs 24,4 21,7 24,2 26,5 1160

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 25,2 22,1 24,6 27,4 899

Halfstedelijk gebied 25,2 22,4 24,8 27,3 1274

Landelijk gebied 25,6 22,8 25,0 28,0 693

JAAR 1997 24,6 21,7 24,1 26,8 2812

2001 24,8 21,9 24,2 27,2 3247

2004 24,9 21,9 24,3 27,1 3670

2008 25,2 22,0 24,7 27,7 3160

2013 25,3 22,4 24,8 27,5 2866

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

Page 53: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

463VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 11 | Verdeling van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) volgens hun relatief gewicht (BmI), Vlaams Gewest

NS_2 Ondergewicht (<18,5)

Normaal (18,5-24,9)

Overgewicht (25,0-29,9)

Obese (30+)

N

GESLAcHt mannen 1,4 45,0 41,7 11,9 1384

Vrouwen 3,8 54,0 28,9 13,3 1480

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 8,6 71,3 16,6 3,5 233

25 - 34 5,7 54,8 28,6 10,8 393

35 - 44 1,1 56,1 31,5 11,4 513

45 - 54 1,2 50,3 38,0 10,5 501

55 - 64 1,0 39,8 41,0 18,1 491

65 - 74 1,2 38,3 42,4 18,2 364

75 + 2,1 40,5 43,1 14,3 369

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 1,5 31,0 41,4 26,1 277

Lager secundair 1,9 41,0 39,3 17,8 379

Hoger secundair 3,3 50,0 32,8 14,0 1038

Hoger onderwijs 2,6 56,3 34,3 6,8 1159

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 2,7 51,4 33,9 12,0 899

Halfstedelijk gebied 2,7 50,0 36,1 11,3 1273

Landelijk gebied 2,5 46,9 34,9 15,8 692

JAAR 1997 3,7 55,8 30,8 9,6 2812

2001 3,3 53,4 32,3 11,0 3245

2004 2,8 54,5 31,3 11,5 3666

2008 2,7 50,2 33,4 13,6 3157

2013 2,6 49,6 35,1 12,6 2864

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

Page 54: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

464

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 12 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met overgewicht (BmI >= 25), Vlaams Gewest

NS_3 % (Ruw) 95% BI ruw % (corr*) 95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 53,6 (50,4-56,9) 52,3 (48,7-55,8) 1384

Vrouwen 42,2 (39,1-45,3) 39,1 (35,9-42,4) 1480

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 20,1 (13,3-26,8) 19,4 (13,6-26,7) 233

25 - 34 39,4 (33,4-45,4) 39,3 (33,4-45,7) 393

35 - 44 42,8 (37,4-48,3) 42,5 (37,1-48,0) 513

45 - 54 48,4 (43,2-53,6) 48,4 (43,3-53,6) 501

55 - 64 59,1 (54,0-64,2) 59,1 (53,8-64,2) 491

65 - 74 60,5 (54,6-66,4) 60,8 (54,5-66,8) 364

75 + 57,4 (51,4-63,4) 58,8 (52,8-64,6) 369

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 67,5 (60,7-74,3) 62,9 (53,5-71,5) 277

Lager secundair 57,1 (51,5-62,6) 52,3 (46,2-58,4) 379

Hoger secundair 46,8 (42,9-50,7) 45,0 (41,1-48,9) 1038

Hoger onderwijs 41,1 (37,4-44,8) 40,0 (36,2-44,0) 1159

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 45,9 (41,7-50,1) 43,7 (39,4-48,1) 899

Halfstedelijk gebied 47,4 (44,0-50,7) 44,8 (41,0-48,6) 1273

Landelijk gebied 50,7 (45,7-55,7) 48,9 (43,8-54,0) 692

JAAR 1997 40,4 (38,1-42,8) 40,5 (38,0-43,1) 2812

2001 43,3 (41,2-45,4) 41,6 (39,4-43,8) 3245

2004 42,7 (40,7-44,8) 40,6 (38,5-42,7) 3666

2008 47,1 (44,8-49,3) 44,8 (42,4-47,2) 3157

2013 47,7 (45,4-50,1) 45,1 (42,6-47,6) 2864

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 55: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

465VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 13 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met obesitas (BmI >= 30), Vlaams Gewest

NS_4 % (Ruw) 95% BI ruw % (corr*) 95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 11,9 (9,6-14,2) 10,5 (7,9-13,9) 1384

Vrouwen 13,3 (11,1-15,5) 11,6 (9,3-14,4) 1480

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 3,5 (0,0-8,4) 3,5 (0,8-13,6) 233

25 - 34 10,8 (6,9-14,8) 10,8 (7,5-15,4) 393

35 - 44 11,4 (7,0-15,8) 11,4 (7,7-16,6) 513

45 - 54 10,5 (7,7-13,2) 10,4 (7,9-13,6) 501

55 - 64 18,1 (13,9-22,3) 18,1 (14,3-22,7) 491

65 - 74 18,2 (12,6-23,8) 18,1 (13,2-24,4) 364

75 + 14,3 (10,1-18,6) 14,2 (10,5-18,9) 369

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 26,1 (18,8-33,3) 24,6 (15,6-36,5) 277

Lager secundair 17,8 (13,5-22,0) 15,5 (11,4-20,9) 379

Hoger secundair 14,0 (11,4-16,6) 12,6 (10,1-15,6) 1038

Hoger onderwijs 6,8 (4,6-9,1) 5,9 (4,2-8,4) 1159

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 12,0 (9,1-14,9) 10,4 (7,9-13,7) 899

Halfstedelijk gebied 11,3 (9,2-13,4) 9,7 (7,1-13,0) 1273

Landelijk gebied 15,8 (11,9-19,7) 14,2 (10,6-18,7) 692

JAAR 1997 9,6 (8,1-11,1) 9,0 (7,6-10,6) 2812

2001 11,0 (9,7-12,3) 9,7 (8,5-11,0) 3245

2004 11,5 (10,2-12,8) 10,0 (8,7-11,3) 3666

2008 13,6 (12,1-15,2) 11,7 (10,3-13,4) 3157

2013 12,6 (11,0-14,3) 10,6 (9,1-12,4) 2864

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 56: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

466

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 14 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met ondergewicht (BmI < 18,5), Vlaams Gewest

NS_5 % (Ruw) 95% BI ruw % (corr*) 95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 1,4 (0,5-2,3) 1,1 (0,6-1,9) 1384

Vrouwen 3,8 (2,8-4,8) 3,1 (2,2-4,2) 1480

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 8,6 (4,1-13,1) 8,1 (4,4-14,3) 233

25 - 34 5,7 (3,0-8,5) 5,1 (3,0-8,5) 393

35 - 44 1,1 (0,2-2,0) 1,0 (0,4-2,1) 513

45 - 54 1,2 (0,4-2,1) 1,1 (0,5-2,1) 501

55 - 64 1,0 (0,2-1,9) 0,9 (0,4-2,0) 491

65 - 74 1,2 (0,1-2,3) 1,0 (0,4-2,6) 364

75 + 2,1 (0,7-3,5) 1,7 (0,8-3,3) 369

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 1,5 (0,3-2,7) 1,3 (0,5-3,4) 277

Lager secundair 1,9 (0,5-3,4) 1,6 (0,7-3,4) 379

Hoger secundair 3,3 (2,0-4,6) 2,2 (1,4-3,3) 1038

Hoger onderwijs 2,6 (1,5-3,6) 1,7 (1,1-2,8) 1159

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 2,7 (1,5-3,9) 1,8 (1,1-2,9) 899

Halfstedelijk gebied 2,7 (1,7-3,7) 1,9 (1,2-2,9) 1273

Landelijk gebied 2,5 (1,0-3,9) 1,8 (1,0-3,2) 692

JAAR 1997 3,7 (2,8-4,6) 2,5 (1,9-3,2) 2812

2001 3,3 (2,5-4,2) 2,4 (1,8-3,2) 3245

2004 2,8 (2,2-3,4) 2,0 (1,6-2,5) 3666

2008 2,7 (2,0-3,5) 2,0 (1,5-2,6) 3157

2013 2,6 (1,9-3,3) 1,9 (1,4-2,5) 2864

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 57: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

467VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 15 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met overgewicht, Vlaams Gewest

NS_6 Gemiddelde (Ruw)

95% BI gemid

Gemiddelde (corr*)

95% BI stand

N

GESLAcHt Jongens 17,6 (11,4-23,9) 17,6 (12,3-24,5) 256

meisjes 15,3 (9,9-20,8) 15,3 (10,6-21,7) 277

LEEftIJDSGROEP 2 - 4 19,4 (10,2-28,6) 19,4 (11,9-30,1) 106

5 - 9 16,9 (9,4-24,4) 16,7 (10,7-25,3) 172

10 - 14 16,1 (9,7-22,5) 16,2 (10,8-23,7) 163

15 - 17 13,7 (4,9-22,4) 13,7 (7,0-24,9) 92

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 36,7 (13,2-60,1) 36,3 (16,5-62,1) 21

Lager secundair 36,5 (14,9-58,1) 36,7 (19,9-57,6) 38

Hoger secundair 21,8 (13,2-30,5) 22,1 (14,6-32,0) 161

Hoger onderwijs 10,7 (6,3-15,1) 10,6 (6,9-15,9) 312

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 16,1 (9,6-22,6) 15,9 (10,6-23,3) 170

Halfstedelijk gebied 14,3 (7,7-20,9) 14,5 (8,9-22,6) 224

Landelijk gebied 20,0 (10,9-29,1) 19,9 (12,6-30,1) 139

JAAR 1997 13,0 (9,5-16,5) 12,9 (9,8-16,8) 558

2001 16,6 (12,7-20,4) 16,6 (13,1-20,7) 607

2004 17,6 (13,3-21,9) 17,3 (13,5-21,9) 579

2008 16,9 (13,0-20,7) 16,7 (13,2-20,9) 482

2013 16,5 (12,3-20,7) 16,2 (12,4-20,8) 533

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2001 als referentie)

Page 58: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

468

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 16 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met obesitas, Vlaams Gewest

NS_7 Gemiddelde (Ruw)

95% BI gemid

Gemiddelde (corr*)

95% BI stand

N

GESLAcHt Jongens 4,2 (1,3-7,2) 3,6 (1,8-7,0) 256

meisjes 6,6 (2,4-10,8) 5,8 (3,0-10,9) 277

LEEftIJDSGROEP 2 - 4 11,2 (3,5-18,8) 10,8 (5,3-20,9) 106

5 - 9 5,7 (1,4-10,0) 5,7 (2,6-11,9) 172

10 - 14 4,2 (0,0-8,3) 3,9 (1,5-9,9) 163

15 - 17 1,6 (0,0-3,5) 1,5 (0,5-4,9) 92

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 12,7 (0,0-35,6) 12,4 (2,2-47,5) 21

Lager secundair 13,1 (0,0-26,6) 12,7 (4,5-31,1) 38

Hoger secundair 8,1 (1,8-14,4) 7,0 (3,5-13,3) 161

Hoger onderwijs 2,9 (0,4-5,4) 2,1 (0,8-5,5) 312

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 5,9 (1,3-10,5) 4,9 (2,1-10,9) 170

Halfstedelijk gebied 6,8 (1,9-11,7) 5,9 (3,0-11,2) 224

Landelijk gebied 2,9 (0,2-5,7) 2,4 (0,9-6,0) 139

JAAR 1997 4,4 (2,2-6,5) 3,7 (2,2-6,2) 558

2001 4,4 (2,5-6,4) 4,1 (2,6-6,3) 607

2004 5,2 (3,0-7,4) 4,8 (3,1-7,4) 579

2008 4,3 (2,1-6,4) 3,6 (2,2-6,0) 482

2013 5,4 (2,8-8,0) 4,7 (2,9-7,7) 533

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2001 als referentie)

Page 59: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

469VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 17 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), Brussels Gewest

NS_1 Gemiddelde (Ruw)

95% BI gemid

Gemiddelde (corr*)

95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 25,7 (25,3-26,1) 25,8 (25,4-26,2) 1098

Vrouwen 24,6 (24,2-24,9) 24,6 (24,3-25,0) 1264

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 22,9 (22,3-23,4) 22,9 (22,3-23,4) 239

25 - 34 24,2 (23,7-24,7) 24,2 (23,7-24,7) 498

35 - 44 25,7 (24,9-26,4) 25,6 (24,9-26,4) 451

45 - 54 25,6 (24,9-26,2) 25,6 (24,9-26,2) 420

55 - 64 26,3 (25,8-26,9) 26,4 (25,8-26,9) 348

65 - 74 26,6 (25,9-27,3) 26,7 (25,9-27,4) 201

75 + 25,2 (24,5-25,8) 25,3 (24,6-26,0) 205

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 26,7 (25,8-27,5) 26,7 (25,9-27,6) 263

Lager secundair 25,6 (24,9-26,3) 25,6 (25,0-26,3) 318

Hoger secundair 25,6 (25,2-26,1) 25,8 (25,4-26,2) 653

Hoger onderwijs 24,4 (24,0-24,8) 24,4 (24,0-24,8) 1080

JAAR 1997 24,3 (24,0-24,5) 24,4 (24,2-24,7) 2428

2001 24,7 (24,5-25,0) 24,8 (24,6-25,0) 2364

2004 24,9 (24,5-25,3) 25,0 (24,6-25,4) 2762

2008 24,7 (24,5-25,0) 24,9 (24,6-25,1) 2584

2013 25,1 (24,9-25,4) 25,2 (25,0-25,5) 2362

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van lineair regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 60: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

470

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 18 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), Brussels Gewest

NS_1 Gemiddelde 25°p mediaan 75°p N

GESLAcHt mannen 25,7 22,7 24,9 27,8 1098

Vrouwen 24,6 21,1 23,5 27,1 1264

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 22,9 20,7 22,2 24,6 239

25 - 34 24,2 21,2 23,3 25,9 498

35 - 44 25,7 22,4 24,6 28,1 451

45 - 54 25,6 22,7 25,1 27,8 420

55 - 64 26,3 23,0 26,2 28,9 348

65 - 74 26,6 23,1 26,6 29,4 201

75 + 25,2 22,4 24,8 28,0 205

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 26,7 22,8 26,0 29,4 263

Lager secundair 25,6 22,5 25,0 28,1 318

Hoger secundair 25,6 22,4 25,0 28,1 653

Hoger onderwijs 24,4 21,4 23,6 26,6 1080

JAAR 1997 24,3 21,4 23,6 26,6 2428

2001 24,7 21,5 23,9 27,1 2364

2004 24,9 21,5 23,9 26,8 2762

2008 24,7 21,4 23,9 27,2 2584

2013 25,1 21,8 24,4 27,5 2362

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

Page 61: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

471VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 19 | Verdeling van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) volgens hun relatief gewicht (BmI), Brussels Gewest

NS_2 Ondergewicht (<18,5)

Normaal (18,5-24,9)

Overgewicht (25,0-29,9)

Obese (30+)

N

GESLAcHt mannen 1,7 49,1 36,7 12,5 1098

Vrouwen 6,4 54,7 25,7 13,2 1263

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 7,4 71,8 17,5 3,3 239

25 - 34 3,2 64,9 22,9 9,1 498

35 - 44 3,5 50,5 31,9 14,1 451

45 - 54 5,2 43,9 35,1 15,8 420

55 - 64 3,1 35,3 45,0 16,6 348

65 - 74 1,8 39,5 38,6 20,1 201

75 + 5,4 45,9 33,9 14,9 204

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 3,4 43,2 30,8 22,6 263

Lager secundair 4,8 44,7 37,6 12,8 318

Hoger secundair 2,9 47,0 34,0 16,1 652

Hoger onderwijs 4,8 58,6 27,5 9,1 1080

JAAR 1997 4,6 59,9 26,3 9,2 2425

2001 3,5 55,9 28,8 11,8 2359

2004 5,0 55,9 27,7 11,4 2756

2008 4,1 56,1 27,9 11,9 2582

2013 4,1 52,0 31,1 12,9 2361

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

Page 62: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

472

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 20 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met overgewicht (BmI >= 25), Brussels Gewest

NS_3 % (Ruw) 95% BI ruw % (corr*) 95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 49,2 (45,5-52,9) 50,7 (46,6-54,8) 1098

Vrouwen 38,9 (35,7-42,1) 39,0 (35,7-42,5) 1263

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 20,7 (12,9-28,5) 20,4 (13,9-29,0) 239

25 - 34 32,0 (27,2-36,8) 31,7 (27,2-36,7) 498

35 - 44 46,0 (40,6-51,4) 45,5 (40,1-50,9) 451

45 - 54 50,9 (44,8-57,1) 50,7 (44,6-56,8) 420

55 - 64 61,6 (55,3-68,0) 61,9 (55,6-67,8) 348

65 - 74 58,7 (50,6-66,9) 59,4 (51,0-67,2) 201

75 + 48,7 (40,8-56,7) 50,2 (42,2-58,2) 204

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 53,4 (45,2-61,5) 53,4 (45,0-61,6) 263

Lager secundair 50,4 (43,7-57,2) 50,7 (43,6-57,7) 318

Hoger secundair 50,1 (45,5-54,7) 52,6 (47,5-57,6) 652

Hoger onderwijs 36,6 (32,8-40,4) 36,3 (32,2-40,5) 1080

JAAR 1997 35,5 (32,9-38,2) 36,1 (33,4-38,9) 2425

2001 40,6 (38,3-42,9) 40,5 (38,0-42,9) 2359

2004 39,1 (36,9-41,4) 39,5 (37,1-41,9) 2756

2008 39,8 (37,5-42,0) 40,4 (37,9-42,8) 2582

2013 43,9 (41,4-46,5) 44,6 (42,0-47,3) 2361

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 63: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

473VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 21 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met obesitas (BmI >= 30), Brussels Gewest

NS_4 % (Ruw) 95% BI ruw % (corr*) 95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 12,5 (10,1-14,8) 11,7 (9,5-14,3) 1098

Vrouwen 13,2 (11,1-15,4) 12,2 (10,3-14,5) 1263

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 3,3 (1,1-5,5) 3,3 (1,7-6,3) 239

25 - 34 9,1 (6,0-12,2) 9,1 (6,4-12,7) 498

35 - 44 14,1 (10,4-17,8) 14,1 (10,8-18,3) 451

45 - 54 15,8 (11,4-20,1) 15,8 (11,9-20,6) 420

55 - 64 16,6 (11,9-21,3) 16,6 (12,4-21,8) 348

65 - 74 20,1 (13,7-26,5) 20,1 (14,5-27,1) 201

75 + 14,9 (9,5-20,2) 14,8 (10,2-20,9) 204

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 22,6 (16,8-28,4) 20,9 (15,9-27,0) 263

Lager secundair 12,8 (8,2-17,4) 11,4 (7,9-16,2) 318

Hoger secundair 16,1 (12,8-19,5) 15,6 (12,4-19,5) 652

Hoger onderwijs 9,1 (7,1-11,2) 8,1 (6,4-10,3) 1080

JAAR 1997 9,2 (7,5-11,0) 8,8 (7,3-10,6) 2425

2001 11,8 (10,3-13,3) 11,0 (9,6-12,7) 2359

2004 11,4 (10,0-12,8) 10,8 (9,5-12,2) 2756

2008 11,9 (10,4-13,4) 11,4 (9,9-13,0) 2582

2013 12,9 (11,2-14,5) 12,2 (10,7-13,9) 2361

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 64: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

474

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 22 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met ondergewicht (BmI < 18,5), Brussels Gewest

NS_5 % (Ruw) 95% BI ruw % (corr*) 95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 1,7 (0,8-2,5) 1,6 (0,9-2,7) 1098

Vrouwen 6,4 (4,6-8,3) 6,2 (4,6-8,2) 1263

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 7,4 (3,0-11,8) 6,2 (3,3-11,3) 239

25 - 34 3,2 (1,5-4,8) 2,6 (1,4-4,6) 498

35 - 44 3,5 (1,4-5,6) 3,0 (1,6-5,5) 451

45 - 54 5,2 (1,4-8,9) 4,3 (2,1-8,7) 420

55 - 64 3,1 (1,3-4,9) 2,5 (1,3-4,6) 348

65 - 74 1,8 (0,0-3,6) 1,4 (0,5-3,8) 201

75 + 5,4 (1,9-8,9) 3,9 (2,0-7,5) 204

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 3,4 (1,1-5,8) 2,5 (1,1-5,7) 263

Lager secundair 4,8 (0,3-9,3) 3,4 (1,4-7,8) 318

Hoger secundair 2,9 (1,5-4,3) 2,2 (1,2-3,8) 652

Hoger onderwijs 4,8 (3,2-6,4) 4,0 (2,8-5,5) 1080

JAAR 1997 4,6 (3,6-5,6) 3,6 (2,8-4,5) 2425

2001 3,5 (2,7-4,3) 2,8 (2,2-3,6) 2359

2004 5,0 (3,9-6,1) 4,0 (3,2-4,9) 2756

2008 4,1 (3,3-4,9) 3,2 (2,5-4,0) 2582

2013 4,1 (3,1-5,2) 3,3 (2,5-4,3) 2361

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 65: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

475VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 23 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met overgewicht, Brussels Gewest

NS_6 Gemiddelde (Ruw)

95% BI gemid

Gemiddelde (corr*)

95% BI stand

N

GESLAcHt Jongens 23,2 (16,6-29,8) 22,8 (16,7-30,3) 271

meisjes 23,5 (17,1-29,9) 23,5 (17,9-30,2) 245

LEEftIJDSGROEP 2 - 4 16,3 (8,9-23,7) 16,3 (10,2-25,0) 134

5 - 9 29,7 (20,7-38,6) 29,7 (21,6-39,3) 164

10 - 14 29,3 (19,8-38,8) 29,3 (20,8-39,6) 126

15 - 17 14,2 (5,7-22,6) 14,1 (7,7-24,6) 92

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 38,3 (20,3-56,2) 38,4 (22,5-57,3) 51

Lager secundair 32,9 (19,5-46,2) 30,8 (19,5-45,0) 86

Hoger secundair 22,9 (14,4-31,4) 22,7 (15,7-31,8) 149

Hoger onderwijs 15,6 (9,5-21,6) 15,3 (10,1-22,6) 220

JAAR 1997 18,0 (9,7-26,2) 17,1 (10,9-25,9) 437

2001 27,4 (22,4-32,4) 27,6 (23,0-32,8) 476

2004 21,3 (16,7-25,9) 21,0 (16,8-25,9) 415

2008 27,2 (22,4-32,0) 26,6 (22,1-31,7) 449

2013 23,4 (18,6-28,1) 22,3 (18,0-27,3) 516

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2001 als referentie)

Page 66: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

476

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 24 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met obesitas, Brussels Gewest

NS_7 Gemiddelde (Ruw)

95% BI gemid

Gemiddelde (corr*)

95% BI stand

N

GESLAcHt Jongens 9,4 (4,1-14,6) 7,4 (4,0-13,2) 271

meisjes 7,8 (3,5-12,1) 6,6 (3,8-11,3) 245

LEEftIJDSGROEP 2 - 4 8,5 (2,2-14,7) 8,4 (4,0-16,9) 134

5 - 9 14,5 (7,1-22,0) 14,5 (8,5-23,6) 164

10 - 14 4,7 (0,3-9,1) 4,7 (1,8-11,6) 126

15 - 17 3,1 (0,0-6,3) 3,1 (1,1-8,6) 92

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 15,9 (3,6-28,1) 14,3 (6,3-29,3) 51

Lager secundair 16,3 (3,9-28,7) 13,4 (5,9-27,8) 86

Hoger secundair 8,6 (2,3-15,0) 6,5 (3,1-13,3) 149

Hoger onderwijs 3,4 (1,1-5,8) 2,2 (0,9-5,3) 220

JAAR 1997 5,5 (2,7-8,3) 4,6 (2,7-7,7) 437

2001 11,9 (8,2-15,6) 10,9 (7,9-14,8) 476

2004 8,5 (4,9-12,1) 7,3 (4,8-10,9) 415

2008 9,9 (6,3-13,5) 8,7 (5,9-12,6) 449

2013 8,6 (5,3-11,9) 7,0 (4,6-10,3) 516

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2001 als referentie)

Page 67: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

477VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 25 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), Waals Gewest

NS_1 Gemiddelde (Ruw)

95% BI gemid

Gemiddelde (corr*)

95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 26,3 (26,0-26,6) 26,3 (26,0-26,5) 1628

Vrouwen 25,3 (24,6-26,0) 25,2 (24,5-25,8) 1769

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 22,9 (22,2-23,6) 22,9 (22,2-23,6) 319

25 - 34 24,3 (23,7-24,9) 24,3 (23,7-24,9) 499

35 - 44 25,5 (25,0-26,0) 25,5 (25,0-26,0) 528

45 - 54 26,3 (25,8-26,8) 26,3 (25,9-26,8) 615

55 - 64 27,0 (26,4-27,5) 27,0 (26,4-27,5) 599

65 - 74 27,3 (26,6-27,9) 27,3 (26,6-27,9) 449

75 + 27,1 (23,9-30,3) 27,2 (24,1-30,4) 388

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 28,2 (25,4-30,9) 27,6 (25,5-29,8) 427

Lager secundair 26,6 (25,9-27,4) 26,4 (25,7-27,2) 532

Hoger secundair 25,6 (25,2-26,0) 25,6 (25,2-26,0) 1045

Hoger onderwijs 24,9 (24,5-25,2) 24,9 (24,6-25,2) 1360

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 25,9 (25,6-26,3) 25,8 (25,4-26,2) 1105

Halfstedelijk gebied 25,8 (25,3-26,3) 25,7 (25,2-26,2) 621

Landelijk gebied 25,6 (24,8-26,4) 25,6 (24,8-26,4) 1671

JAAR 1997 25,1 (24,8-25,3) 25,2 (25,0-25,4) 2835

2001 25,4 (25,2-25,6) 25,3 (25,1-25,5) 3789

2004 25,6 (25,3-25,8) 25,6 (25,3-25,8) 3899

2008 25,5 (25,2-25,7) 25,4 (25,2-25,6) 3093

2013 25,8 (25,4-26,2) 25,7 (25,3-26,1) 3397

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van lineair regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 68: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

478

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 26 | Gemiddeld relatief gewicht (BmI) bij de volwassen bevolking (18 jaar en ouder), Waals Gewest

NS_1 Gemiddelde 25°p mediaan 75°p N

GESLAcHt mannen 26,3 23,4 25,7 28,4 1628

Vrouwen 25,3 21,4 23,9 27,7 1769

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 22,9 20,5 22,2 24,7 319

25 - 34 24,3 21,1 23,6 26,7 499

35 - 44 25,5 22,1 24,8 27,7 528

45 - 54 26,3 23,2 25,8 28,7 615

55 - 64 27,0 23,6 26,5 29,4 599

65 - 74 27,3 24,1 26,6 29,4 449

75 + 27,1 22,6 25,5 27,7 388

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 28,2 23,6 26,6 29,8 427

Lager secundair 26,6 23,0 25,4 29,4 532

Hoger secundair 25,6 22,3 25,2 28,2 1045

Hoger onderwijs 24,9 21,7 24,2 27,3 1360

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 25,9 22,3 25,1 28,4 1105

Halfstedelijk gebied 25,8 22,6 25,4 28,4 621

Landelijk gebied 25,6 22,1 24,7 27,7 1671

JAAR 1997 25,1 21,8 24,5 27,6 2835

2001 25,4 22,1 24,8 27,8 3789

2004 25,6 22,0 24,8 27,9 3899

2008 25,5 22,0 24,9 28,0 3093

2013 25,8 22,2 25,0 28,1 3397

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

Page 69: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

479VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 27 | Verdeling van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) volgens hun relatief gewicht (BmI), Waals Gewest

NS_2 Ondergewicht (<18,5)

Normaal (18,5-24,9)

Overgewicht (25,0-29,9)

Obese (30+)

N

GESLAcHt mannen 1,5 39,2 42,1 17,2 1627

Vrouwen 4,8 53,3 26,8 15,1 1766

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 10,5 67,1 17,5 4,8 318

25 - 34 5,1 58,7 26,1 10,0 499

35 - 44 1,6 50,5 32,4 15,5 527

45 - 54 1,1 41,7 37,1 20,1 615

55 - 64 1,0 35,8 41,2 22,0 599

65 - 74 1,6 31,3 44,8 22,3 449

75 + 4,3 42,4 38,5 14,8 386

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 3,3 33,2 38,6 24,8 424

Lager secundair 3,6 42,5 32,0 21,9 532

Hoger secundair 3,1 45,5 36,5 15,0 1045

Hoger onderwijs 3,1 53,2 31,6 12,0 1359

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 3,0 45,6 33,1 18,3 1104

Halfstedelijk gebied 4,6 41,1 36,8 17,5 621

Landelijk gebied 3,1 49,1 34,4 13,5 1668

JAAR 1997 3,3 51,9 31,2 13,7 2834

2001 3,6 48,3 33,7 14,4 3787

2004 3,9 47,9 32,8 15,3 3897

2008 3,5 47,6 34,3 14,6 3092

2013 3,2 46,6 34,1 16,1 3393

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

Page 70: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

480

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 28 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met overgewicht (BmI >= 25), Waals Gewest

NS_3 % (Ruw) 95% BI ruw % (corr*) 95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 59,3 (56,1-62,5) 59,0 (55,6-62,3) 1627

Vrouwen 41,9 (38,7-45,1) 39,6 (36,2-43,0) 1766

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 22,4 (16,1-28,7) 21,8 (16,1-28,8) 318

25 - 34 36,2 (29,7-42,7) 35,4 (29,1-42,2) 499

35 - 44 47,9 (42,0-53,7) 47,3 (41,4-53,4) 527

45 - 54 57,2 (52,3-62,1) 57,6 (52,6-62,4) 615

55 - 64 63,2 (58,2-68,1) 63,6 (58,5-68,4) 599

65 - 74 67,1 (61,1-73,1) 68,0 (61,6-73,8) 449

75 + 53,3 (46,7-59,9) 56,1 (49,3-62,8) 386

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 63,4 (56,6-70,3) 59,9 (52,1-67,3) 424

Lager secundair 53,9 (47,9-59,8) 51,9 (45,5-58,2) 532

Hoger secundair 51,4 (47,2-55,6) 51,1 (46,6-55,7) 1045

Hoger onderwijs 43,7 (40,1-47,3) 42,9 (39,1-46,8) 1359

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 51,4 (47,8-55,0) 49,9 (45,8-53,9) 1104

Halfstedelijk gebied 54,3 (48,6-59,9) 53,0 (47,0-58,9) 621

Landelijk gebied 47,9 (44,1-51,6) 47,2 (43,4-51,1) 1668

JAAR 1997 44,8 (42,3-47,4) 45,3 (42,5-48,0) 2834

2001 48,1 (45,9-50,2) 47,0 (44,7-49,3) 3787

2004 48,1 (45,8-50,5) 47,4 (44,9-49,9) 3897

2008 48,9 (46,6-51,2) 47,7 (45,2-50,1) 3092

2013 50,2 (47,8-52,6) 48,8 (46,3-51,4) 3393

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 71: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

481VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 29 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met obesitas (BmI >= 30), Waals Gewest

NS_4 % (Ruw) 95% BI ruw % (corr*) 95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 17,2 (14,7-19,7) 15,4 (13,2-17,9) 1627

Vrouwen 15,1 (12,9-17,2) 13,4 (11,2-15,9) 1766

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 4,8 (1,9-7,8) 4,8 (2,6-8,8) 318

25 - 34 10,0 (6,5-13,6) 10,0 (6,9-14,2) 499

35 - 44 15,5 (11,6-19,3) 15,4 (11,9-19,6) 527

45 - 54 20,1 (15,6-24,5) 20,1 (16,0-24,8) 615

55 - 64 22,0 (17,8-26,2) 21,9 (18,0-26,4) 599

65 - 74 22,3 (17,0-27,7) 22,3 (17,5-28,1) 449

75 + 14,8 (9,9-19,7) 15,0 (10,7-20,7) 386

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 24,8 (19,1-30,5) 22,7 (17,5-28,8) 424

Lager secundair 21,9 (16,6-27,2) 19,4 (14,9-24,9) 532

Hoger secundair 15,0 (11,9-18,0) 13,4 (10,7-16,5) 1045

Hoger onderwijs 12,0 (9,9-14,2) 10,7 (8,8-13,0) 1359

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 18,3 (15,4-21,1) 16,3 (13,7-19,4) 1104

Halfstedelijk gebied 17,5 (12,8-22,1) 15,3 (11,7-19,8) 621

Landelijk gebied 13,5 (11,3-15,7) 12,1 (10,1-14,6) 1668

JAAR 1997 13,7 (11,9-15,4) 12,7 (11,0-14,5) 2834

2001 14,4 (12,9-15,9) 12,8 (11,4-14,3) 3787

2004 15,3 (13,6-16,9) 13,6 (12,2-15,3) 3897

2008 14,6 (13,1-16,2) 12,9 (11,4-14,4) 3092

2013 16,1 (14,4-17,8) 14,1 (12,6-15,8) 3393

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 72: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

482

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 30 | Percentage van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) met ondergewicht (BmI < 18,5), Waals Gewest

NS_5 % (Ruw) 95% BI ruw % (corr*) 95% BI stand

N

GESLAcHt mannen 1,5 (0,8-2,2) 1,1 (0,7-1,9) 1627

Vrouwen 4,8 (3,4-6,2) 3,7 (2,7-5,0) 1766

LEEftIJDSGROEP 18 - 24 10,5 (6,2-14,8) 9,1 (5,8-14,0) 318

25 - 34 5,1 (1,8-8,5) 4,5 (2,4-8,3) 499

35 - 44 1,6 (0,5-2,8) 1,4 (0,7-3,0) 527

45 - 54 1,1 (0,3-2,0) 0,9 (0,5-2,0) 615

55 - 64 1,0 (0,2-1,8) 0,9 (0,4-2,0) 599

65 - 74 1,6 (0,3-2,9) 1,3 (0,6-3,0) 449

75 + 4,3 (1,9-6,7) 3,2 (1,8-5,8) 386

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 3,3 (1,4-5,2) 2,5 (1,4-4,4) 424

Lager secundair 3,6 (1,4-5,8) 2,3 (1,2-4,1) 532

Hoger secundair 3,1 (1,9-4,4) 2,0 (1,2-3,3) 1045

Hoger onderwijs 3,1 (1,7-4,5) 2,0 (1,2-3,1) 1359

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 3,0 (1,9-4,1) 2,0 (1,3-3,0) 1104

Halfstedelijk gebied 4,6 (2,3-6,9) 3,1 (1,7-5,7) 621

Landelijk gebied 3,1 (1,7-4,4) 1,9 (1,2-3,0) 1668

JAAR 1997 3,3 (2,4-4,2) 2,1 (1,6-2,8) 2834

2001 3,6 (2,9-4,4) 2,5 (2,0-3,1) 3787

2004 3,9 (2,9-4,9) 2,6 (2,0-3,4) 3897

2008 3,5 (2,7-4,3) 2,3 (1,8-3,0) 3092

2013 3,2 (2,4-4,0) 2,2 (1,7-2,8) 3393

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2013 als referentie)

Page 73: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

483VO

EDIN

GSS

tAtu

S | 7

. tA

BELL

EN

tabel 31 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met overgewicht, Waals Gewest

NS_6 Gemiddelde (Ruw)

95% BI gemid

Gemiddelde (corr*)

95% BI stand

N

GESLAcHt Jongens 24,8 (17,0-32,5) 24,2 (17,6-32,3) 358

meisjes 24,4 (17,5-31,4) 24,3 (17,9-32,1) 307

LEEftIJDSGROEP 2 - 4 29,7 (17,3-42,1) 29,7 (19,1-43,2) 126

5 - 9 31,8 (22,1-41,4) 31,8 (23,1-42,0) 204

10 - 14 18,0 (10,1-25,9) 18,0 (11,4-27,1) 190

15 - 17 19,2 (10,0-28,5) 19,2 (11,7-30,0) 145

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 23,2 (0,6-45,9) 24,3 (8,6-52,3) 30

Lager secundair 42,3 (23,6-61,0) 42,7 (25,5-61,8) 75

Hoger secundair 32,1 (21,6-42,6) 31,8 (22,8-42,3) 224

Hoger onderwijs 13,1 (8,2-18,1) 12,7 (8,7-18,2) 330

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 28,3 (18,1-38,6) 28,2 (19,4-39,1) 199

Halfstedelijk gebied 20,4 (8,6-32,2) 20,4 (11,7-33,3) 123

Landelijk gebied 22,1 (15,6-28,7) 21,5 (15,8-28,5) 343

JAAR 1997 16,9 (13,0-20,9) 16,7 (13,2-21,0) 619

2001 19,0 (15,3-22,7) 18,8 (15,4-22,8) 824

2004 17,5 (13,6-21,4) 17,3 (13,8-21,5) 693

2008 18,3 (14,6-22,1) 18,5 (15,0-22,6) 586

2013 24,6 (19,1-30,2) 24,6 (19,5-30,4) 665

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2001 als referentie)

Page 74: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

484

VOED

ING

SStA

tuS

| 7. t

ABE

LLEN

tabel 32 | Percentage van de jongeren (2-17 jaar) met obesitas, Waals Gewest

NS_7 Gemiddelde (Ruw)

95% BI gemid

Gemiddelde (corr*)

95% BI stand

N

GESLAcHt Jongens 8,9 (4,4-13,3) 8,1 (4,5-14,1) 358

meisjes 9,5 (4,4-14,7) 9,1 (5,0-16,0) 307

LEEftIJDSGROEP 2 - 4 13,1 (4,1-22,0) 13,1 (6,5-24,9) 126

5 - 9 12,5 (5,9-19,1) 12,5 (7,3-20,7) 204

10 - 14 4,7 (0,0-9,9) 4,6 (1,5-13,4) 190

15 - 17 7,3 (1,0-13,6) 7,3 (3,1-16,4) 145

OPLEIDINGSNIVEAu Lager/geen diploma 2,8 (0,0-5,8) 2,9 (0,7-10,9) 30

Lager secundair 30,5 (10,4-50,7) 30,6 (13,6-55,4) 75

Hoger secundair 8,5 (3,3-13,7) 7,6 (4,3-13,0) 224

Hoger onderwijs 4,4 (1,9-6,9) 3,9 (2,1-7,0) 330

uRBANISAtIEGRAAD Stedelijk gebied 11,5 (4,0-18,9) 10,8 (5,0-21,8) 199

Halfstedelijk gebied 10,5 (0,1-20,8) 10,0 (4,0-22,9) 123

Landelijk gebied 6,4 (3,0-9,7) 5,7 (3,3-9,6) 343

JAAR 1997 5,7 (3,0-8,3) 5,3 (3,3-8,6) 619

2001 4,7 (3,1-6,2) 4,4 (3,1-6,2) 824

2004 5,8 (3,7-7,9) 5,5 (3,8-7,9) 693

2008 5,2 (3,1-7,2) 5,0 (3,3-7,3) 586

2013 9,2 (5,3-13,1) 8,7 (5,6-13,3) 665

Bron: Gezondheidsenquête, België, 2013

*correctie voor leeftijd en/of geslacht op basis van logistisch regressiemodel (Belgische bevolking van 2001 als referentie)

Page 75: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten
Page 76: RappORT 2: GEZONDHEIDSGEDRaG EN lEEfSTIjl documenten/NS_NL_2013.pdf · ten voor de behandeling van overgewicht of obesitas, anderzijds zijn er de kosten veroorzaakt door de comorbiditeiten

Verantwoordelijke uitgever: Dr. Johan PeetersDepotnummer: D/2014/2505/69

© Wetenschappelijk Instituut VolksgezondheidOPERAtIONELE DIREctIE VOLKSGEZONDHEID EN SuRVEILLANcEJuliette Wytsmanstraat 141050 Brussel | België www.wiv-isp.be