RAAD VAN DE EUROPESE UNIE PUBLIC 1 · 5455/2/11rev2 wat/wat/lm 1 dgf 2b nl raad van de europese...

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 1

DG F 2 B NL

RAAD VANDE EUROPESE UNIE

Brussel, 27 april 2011 (06.05) (OR. en)

5455/2/11 REV 2

PUBLIC 1

NOTA

Betreft: MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE BESLUITEN VAN DE RAAD -

NOVEMBER 2010

Dit document bestaat uit:

– BIJLAGE I met een lijst van besluiten die de Raad in november 2010 heeft aangenomen12.

– BIJLAGE II met nadere gegevens over de aanneming van deze besluiten. In DEEL I staat

informatie over de aanneming van wetgevingshandelingen, zoals de datum van aanneming, de

betrokken Raadszitting, het nummer van het aangenomen document en, in voorkomend geval,

de toepasselijke stemregel, de uitslagen van de stemmingen, de stemverklaringen en de

verklaringen in de Raadsnotulen. In DEEL II staat informatie over de aanneming van andere

besluiten die de Raad openbaar wil maken.

1 Met uitzondering van bepaalde besluiten met een beperkte draagwijdte, zoals

procedurebesluiten, benoemingen, besluiten van organen die zijn opgericht bij internationale

overeenkomsten, specifieke begrotingsbesluiten, enz. 2 In het geval van wetgevingshandelingen die volgens de gewone wetgevingsprocedure zijn

aangenomen, kan de datum van de Raadszitting waarin de wetgevingshandeling is

aangenomen, verschillen van de eigenlijke datum van de betrokken handeling, omdat

wetgevingshandelingen in de gewone wetgevingsprocedure pas geacht worden te zijn

aangenomen nadat de voorzitter van de Raad, de voorzitter van het Europees Parlement en de

secretarissen-generaal van beide instellingen deze hebben ondertekend.

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 2

DG F 2 B NL

Dit document is ook beschikbaar op het internet (http://consilium.europa.eu, onder "Documenten",

"Transparantie wetgeving", "Overzicht van de besluiten van de Raad"). De in het overzicht

genoemde documenten zijn beschikbaar via het openbaar register van Raadsdocumenten (Toegang

tot Raadsdocumenten: Openbaar Register).

Alleen de notulen inzake de definitieve aanneming van de wetgevingshandelingen zijn authentiek

(beschikbaar op het internet: http://consilium.europa.eu, onder "Documenten", "Transparantie

wetgeving", "Notulen van de Raad").

_______________

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 3

BIJLAGE I DG F 2B NL

BIJLAGE I LIJST VAN BESLUITEN DIE DE RAAD

IN NOVEMBER 2010 HEEFT AANGENOMEN

3043e zitting van de Raad van de Europese Unie (JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN), gehouden te Brussel op 8 en 9 november 2010

Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake

industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (Voor de EER

relevante tekst)

PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17-119

Verordening (EU) nr. 1091/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad tot vaststelling van de lijst van derde

landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van

een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld

PB L 329 van 14.12.2010, blz. 1-2

2010/687/EU: Besluit van de Raad van 8 november 2010 betreffende de ondertekening namens de

Unie van de overeenkomst tussen de Europese Unie en Georgië inzake de overname van personen

die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

PB L 294 van 12.11.2010, blz. 9

Conclusies van de Raad betreffende de paraatheid voor en de reactie op een CBRN-aanslag

15465/10

Resolutie van de Raad over Enfast - Europees netwerk van teams voor de actieve opsporing van

voortvluchtigen

15382/10

Conclusies van de Raad over de totstandbrenging en uitvoering van een EU-beleidscyclus voor

georganiseerde en zware internationale criminaliteit

15358/10

Conclusies van de Raad betreffende innovatieve oplossingen voor het financieren van

rampenpreventie

14971/10

Resolutie van de Raad over het bestrijden en voorkomen van criminaliteit in het vrachtvervoer over

de weg en het aanleggen van beveiligde parkeerterreinen voor vrachtauto's

12083/4/10 REV 4

2010/682/EU: Besluit van de Raad van 8 november 2010 betreffende de start van de automatische

uitwisseling van dactyloscopische gegevens in Slowakije

PB L 293 van 11.11.2010, blz. 58-59

2010/689/EU: Besluit van de Raad van 8 november 2010 betreffende de start van de automatische

uitwisseling van DNA- gegevens in Slowakije

PB L 294 van 12.11.2010, blz. 14

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 4


Conclusies van de Raad over het voorkomen en verminderen van de gezondheids- en sociale risico's

ten gevolge van het gebruik van illegale drugs in recreatieve gelegenheden

15452/10

Besluit 2010/677/GBVB van de Raad van 8 november 2010 tot intrekking van Gemeenschappelijk

Standpunt 98/409/GBVB inzake Sierra Leone

PB L 292 van 10.11.2010, blz. 39

14864/10

Conclusies van de Raad betreffende het jaarverslag 2010 over het ontwikkelingsbeleid van de

Europese Unie en de tenuitvoerlegging van de externe bijstand in 2009

14908/10

2010/676/EU: Besluit van de Raad van 8 november 2010 betreffende de ondertekening namens de

Europese Unie van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en

het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond

van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte

PB L 292 van 10.11.2010, blz. 1

Besluit van de Raad betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van het protocol bij

de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt

gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds,

inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne over de algemene beginselen

voor de deelname van Oekraïne aan EU-programma's

13607/10

Conclusies van de Raad over de totstandbrenging en uitvoering van een EU-beleidscyclus voor

georganiseerde en zware internationale criminaliteit

15358/10

3045e zitting van de Raad van de Europese Unie (ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN), gehouden te Brussel op 17 november 2010

Verordening (EU) nr. 1096/2010 van de Raad van 17 november 2010 tot toewijzing aan de

Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor

systeemrisico's

PB L 331 van 15.12.2010, blz. 162-164


betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot

oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico's

PB L 331 van 15.12.2010, blz. 1-11


tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot

wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie

PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12-47

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 5



tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor

verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking

van Besluit 2009/79/EG van de Commissie

PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48-83


tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en

markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van

de Commissie

PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84-119

Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging

van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG,

2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de

Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende

autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese

toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (Voor de EER

relevante tekst)

PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120-161

Verordening (EU, Euratom) nr. 1081/2010 van het Europees Parlement en de Raad van

24 november 2010 tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad

houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese

Gemeenschappen, voor wat betreft de Europese dienst voor extern optreden

PB L 311 van 26.11.2010, blz. 9-14

Verordening (EU, Euratom) nr. 1080/2010 van het Europees Parlement en de Raad van

24 november 2010 tot wijziging van het statuut van de ambtenaren van de Europese

Gemeenschappen en van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze

Gemeenschappen

PB L 311 van 26.11.2010, blz. 1-8


tot wijziging van Richtlijn 2009/42/EG betreffende de statistiek van het zeevervoer van goederen en

personen (Voor de EER relevante tekst)

PB L 325 van 9.12.2010, blz. 1-3

2010/740/EU: Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende

de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees

Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel

beheer (aanvraag EGF/2009/024 NL/Noord-Holland en Zuid-Holland, afdeling 58, Nederland)

PB L 318 van 4.12.2010, blz. 37

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 6






beheer (aanvraag EGF/2009/026 NL/Noord-Holland en Utrecht, afdeling 18, Nederland)

PB L 318 van 4.12.2010, blz. 41





beheer (aanvraag EGF/2009/027 NL/Noord-Brabant en Zuid-Holland, afdeling 18, Nederland)

PB L 318 van 4.12.2010





beheer (aanvraag EGF/2009/028 NL/Limburg, afdeling 18, Nederland)

PB L 318 van 4.12.2010, blz. 39





beheer (aanvraag EGF/2009/029 NL/Gelderland en Overijssel, afdeling 18, Nederland)

PB L 318 van 4.12.2010, blz. 40





beheer (aanvraag EGF/2009/030 NL/Drenthe, afdeling 18, Nederland)

PB L 318 van 4.12.2010, blz. 43

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1030/2010 van de Raad van 17 november 2010 tot instelling van

een definitief antidumpingrecht op bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit de

Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van

de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009

PB L 300 van 17.11.2010, blz. 1-15

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1064/2010 van de Raad van 17 november 2010 tot beëindiging

van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de antidumping- en compenserende

maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van polyethyleentereftalaat folie (petfolie) van

oorsprong uit India

PB L 304 van 20.11.2010, blz. 2-6

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 7


Richtsnoeren inzake de consulaire bescherming van EU-burgers in derde landen 15613/10

Besluit 2010/694/GBVB van de Raad van 17 november 2010 betreffende de tijdelijke opvang van een aantal Palestijnen door lidstaten van de Europese Unie

PB L 303 van 19.11.2010, blz. 13 Besluit van de Raad tot vaststelling van de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds in 2011, inclusief de eerste tranche voor 2011 15831/10 + REV 1 (ro) BESLUIT VAN DE RAAD houdende wijziging van het besluit van de Raad van 15 maart 2010 inzake de deelname van de Europese Unie aan onderhandelingen over de herziening van het Protocol bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau 13719/10 Conclusies van de Raad over klimaatfinanciering 17074/10 Conclusies van de Raad over het gezamenlijk verslag van het Comité voor de economische politiek en het Comité voor sociale bescherming over pensioenen 15885/10 + COR 1 Conclusies van de Raad over EU-statistieken 15908/10

3046e zitting van de Raad van de Europese Unie (ONDERWIJS, JEUGDZAKEN, CULTUUR EN SPORT), gehouden te Brussel op 18 en 19 november 2010

2010/757/EU: Besluit van de Raad van 18 november 2010 tot aanwijzing van de Culturele Hoofdstad van Europa voor het jaar 2015 in België

PB L 322 van 8.12.2010, blz. 42

Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over het Werkplan voor cultuur 2011-2014 PB C 325 van 2.12.2010, blz. 1-9 Conclusies van de Raad over de rol van cultuur bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting PB C 324 van 1.12.2010, blz. 16-17 Conclusies van de Raad over het Europees cinematografisch erfgoed, met inbegrip van de uitdagingen van het digitale tijdperk PB C 324 van 1.12.2010, blz. 1-4 Conclusies van de Raad van 18 november 2010 over de kansen en uitdagingen voor de Europese cinema in het digitale tijdperk PB C 323 van 30.11.2010, blz. 15-17 Resolutie van de Raad van 18 november 2010 inzake de gestructureerde EU-dialoog over sport PB C 322 van 27.11.2010, blz. 1-2

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 8


Conclusies van de Raad van 18 november 2010 over de rol van sport als bron en motor van actieve sociale insluiting PB C 326 van 3.12.2010, blz. 5-8

Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader

van de Raad bijeen, over de rol van de EU in de internationale dopingbestrijding

PB C 324 van 1.12.2010, blz. 18

Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van

de Raad bijeen, over de prioriteiten voor intensievere Europese samenwerking inzake

beroepsonderwijs en -opleiding voor de periode 2011 - 2020

PB C 324 van 1.12.2010, blz. 5-15

Conclusies van de Raad van 19 november 2010 over het initiatief "Jeugd in beweging" — een

geïntegreerde aanpak als reactie op de uitdagingen waarmee jongeren geconfronteerd worden

PB C 326 van 3.12.2010, blz. 9-11

Conclusies van de Raad over het verhogen van het niveau van de basisvaardigheden in de context

van Europese samenwerking inzake scholen voor de 21e eeuw

PB C 323 van 30.11.2010, blz. 11-14

Conclusies van de Raad van 19 november 2010 over educatie voor duurzame ontwikkeling

PB C 327 van 4.12.2010, blz. 11-14

Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van

de Raad bijeen, over jeugdwerk

PB C 327 van 4.12.2010, blz. 1-5

Conclusies van de Raad van 19 november 2010 over de toegang van jongeren tot cultuur

PB C 326 van 3.12.2010, blz. 2-3

Conclusies van de Raad van 19 november 2010 over de Europese en internationale beleidsagenda's

betreffende kinderen, jeugdzaken en de rechten van kinderen

PB C 326 van 3.12.2010, blz. 1

3047e zitting van de Raad van de Europese Unie (ALGEMENE ZAKEN), gehouden te Brussel op 22 november 2010


de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie,



beheer

PB L 318 van 4.12.2010, blz. 42

2010/710/EU: Uitvoeringsbesluit van de Raad van 22 november 2010 waarbij Duitsland, Italië en

Oostenrijk worden gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 193

van Richtlijn 2006/112/EG en waarbij Beschikking 2007/250/EG wordt gewijzigd teneinde de

geldigheid van de aan het Verenigd Koninkrijk verleende machtiging te verlengen

PB L 309 van 25.11.2010, blz. 5-6

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 9


Besluit van de Raad betreffende de ondertekening en de sluiting van de overeenkomst tussen de

Europese Unie en de Republiek Servië inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en

bescherming van gerubriceerde gegevens

15179/10

3048e zitting van de Raad van de Europese Unie (BUITENLANDSE ZAKEN), gehouden te Brussel op 22 november 2010

2010/726/EU: Besluit van de Raad van 22 november 2010 betreffende de sluiting van een tweede

aanvullend protocol bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de

Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds, in verband

met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie

PB L 313 van 30.11.2010, blz. 1-2

Conclusies van de Raad over Sudan

16877/10

Conclusies van de Raad over Libanon

16725/10

Conclusies van de Raad over Irak

16840/10

3049e zitting van de Raad van de Europese Unie (CONCURRENTIEVERMOGEN INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERZOEK EN RUIMTEVAART), gehouden te Brussel op 25 en 26 november 2010

Verordening (EU) nr. 1211/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad tot vaststelling van de lijst van derde

landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van

een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld

PB L 339 van 22.12.2010, blz. 6-7

Conclusies van de Raad over Speciaal verslag nr. 2/2010 van de Rekenkamer: de doeltreffendheid

van de steunregelingen voor ontwerpstudies en de opbouw van nieuwe infrastructuren in het kader

van het zesde kaderprogramma voor onderzoek

15267/10

Resolutie van de Raad: Mondiale uitdagingen: volledig benutten van de Europese ruimtesystemen

16864/10

Conclusies van de Raad over het Europa2020-vlaggenschipinitiatief Innovatie-Unie: in een snel

veranderende wereld Europa door innoveren slagvaardiger transformeren

17165/10

Conclusies van de Raad over vorderingen in het gezamenlijk programmeringsproces

17166/10

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 10


3050e zitting van de Raad van de Europese Unie (LANDBOUW EN VISSERIJ), gehouden te Brussel op 29 november 2010 Verordening (EU) nr. 1235/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot wijziging, wat de geneesmiddelenbewaking van geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft, van Verordening (EG) nr. 726/2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, en Verordening (EG) nr. 1394/2007 betreffende geneesmiddelen voor geavanceerde therapie (Voor de EER relevante tekst) PB L 348 van 31.12.2010, blz. 1-16 Richtlijn 2010/84/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot wijziging, wat de geneesmiddelenbewaking betreft, van Richtlijn 2001/83/EG tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (Voor de EER relevante tekst) PB L 348 van 31.12.2010, blz. 74-99 Verordening (EU) nr. 1236/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot vaststelling van een controle- en handhavingsregeling voor het gebied dat onder het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan valt en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2791/1999 van de Raad PB L 348 van 31.12.2010, blz. 17-33 Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor circulatie PB L 339 van 22.12.2010, blz. 1-5 BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat door de Europese Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Veterinair Comité ten aanzien van de wijziging van de aanhangsels 1, 2, 5, 6, 10 en 11 van bijlage 11 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten 15674/10 Conclusies van de Raad over Het TSE-stappenplan 2: Een beleidsnota betreffende overdraagbare spongiforme encefalopathieën voor de periode 2010-2015 13889/10 ADD 1 REV 1 +ADD 1 REV 1 COR 1 (lv) + ADD 1 REV 2 (da) Conclusies van de Raad over het katten- en hondenwelzijn 15620/1/10 ADD 1 REV 2 +ADD 1 REV 2 COR 1 (es) +ADD 1 REV 3 (sv) +ADD 1 REV 4 (fr)

2010/783/EU: Besluit van de Raad van 29 november 2010 betreffende de ondertekening, namens de

Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling van de

vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de

Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie van de

Comoren

PB L 335 van 18.12.2010, blz. 1

Verordening (EU) nr. 1212/2010 van de Raad van 29 november 2010 betreffende de verdeling van

de vangstmogelijkheden in het kader van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de

Europese Gemeenschap en de Unie van de Comoren

PB L 335 van 18.12.2010, blz. 19–20 15573/10

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 11


Verordening (EU) nr. 1124/2010 van de Raad van 29 november 2010 tot vaststelling, voor 2011,

van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de

Oostzee van toepassing zijn

PB L 318 van 4.12.2010, blz. 1-9

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1105/2010 van de Raad van 29 november 201 tot instelling van

een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op

garens met een hoge sterktegraad van polyesters van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot

beëindiging van de procedure betreffende de invoer van garens met een hoge sterktegraad van

polyesters van oorsprong uit de Republiek Korea en Taiwan

PB L 315 van 1.12.2010, blz. 1-15

2010/748/EU: Uitvoeringsbesluit van de Raad van 29 november 2010 tot wijziging van Beschikking

2007/441/EG waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd maatregelen toe te passen die

afwijken van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het

gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

PB L 318 van 4.12.2010, blz. 45-46

2010/809/EU: Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/014 SI/Mura, Slovenië) PB L 342 van 28.12.2010, blz. 21 2010/811/EU: Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/018 DE/ Heidelberger Druckmaschinen, Duitsland) PB L 342 van 28.12.2010, blz. 23

___________________

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 12

BIJLAGE II (DEEL I) DG F 2B NL

BIJLAGE II (DEEL I)

INFORMATIE OVER DE AANNEMING VAN WETGEVINGSHANDELINGEN NOVEMBER 2010

TITEL VAN DE WETGEVINGSHANDELING

AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING


Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van

24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en

bestrijding van verontreiniging) (Voor de EER relevante tekst)

PE-CONS 31/10

+ COR 1 (pt)

+ COR 2 (fr)

+ COR 3 (cs)

+ REV 1 (lt)

+ REV 2 (nl)

+ REV 3 (pl)

+ REV 4 (ro)

Gekwalificeerde

meerderheid

Alle lidstaten voor

Verklaring van Duitsland Duitsland heeft nog steeds bedenkingen tegen de algemene bewoording van de afwijkingsbepaling in artikel 15, lid 4, van de ontwerp-richtlijn. Deze bedenkingen

worden echter opgeschort om het gevaar van een volledige mislukking van de gehele herzieningsprocedure af te wentelen. Vergeleken met de geldende IPPC-

richtlijn bevat de ontwerp-richtlijn kernverbeteringen, die niet mogen worden opgegeven, zoals bijvoorbeeld de invoering van een nieuwe verplichting voor de

Commissie om de minimumeisen voor emissiebegrenzing te toetsen, de fundamentele versterking van het gebruik van de beste beschikbare technieken middels een

dwingende vastlegging van grenswaarden van de emissie aan de hand van de marges van de BBT-documenten, een duidelijke aanscherping van de eisen aan grote

stookinstallaties en de opstelling van meer samenhangende eisen voor het toezicht op installaties.

Verordening (EU) nr. 1091/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24

november 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad tot

vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding

van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde

landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld

PE-CONS

50/1/10 REV 1

Gekwalificeerde

meerderheid

Alle lidstaten voor

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 13




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING

Verklaring van de Commissie Het Europees Parlement en de Raad hebben op voorstel van de Commissie besloten de visumplicht te schrappen voor onderdanen van Albanië en Bosnië en

Herzegovina die houder zijn van een biometrisch paspoort.

De Commissie wijst in dit verband op het grote belang van een effectieve uitvoering van de maatregelen die de landen van de Westelijke Balkan genomen hebben

om blijvend aan de ijkpunten in de stappenplannen inzake het visumliberaliseringsproces te voldoen.

Hiertoe zal de Commissie zich nog sterker maken voor de invoering van een follow-upmechanisme voor met name het beheer van de grenzen, de veiligheid van

documenten, de strijd tegen georganiseerde criminaliteit en corruptie, de effectieve uitvoering van de overnameovereenkomsten en het beheer van de

migratiestromen tussen de EU en de betrokken landen.

Deze follow-up zal een integrerend deel vormen van de jaarlijkse voortgangsverslagen van de Commissie over de stand van zaken bij de hervormingen in deze

landen.

Daarnaast zal hij systematisch aan de orde komen in de comités die bevoegd zijn voor de stabilisatie- en associatieovereenkomsten.

Daarenboven zal dit mechanisme moeten worden aangevuld met speciale voorzieningen voor de delegaties van de Europese Unie om tezamen met de autoriteiten

van deze landen de bevolking voor te lichten teneinde het risico op misbruik van de asielprocedures te voorkomen.

Er wordt een spoedoverleg ingevoerd opdat de Europese Unie en haar lidstaten onder optimale voorwaarden tezamen met de autoriteiten van de betrokken landen

kunnen reageren indien zich bijzondere problemen mochten voordoen in verband met de instroom van personen uit de landen van de Westelijke Balkan.

Indien een of meer lidstaten ten gevolge van een plotselinge toestroom van onderdanen van een of meer derde landen, daaronder begrepen de landen van de

Westelijke Balkan, in een noodsituatie terechtkomen, kan de Commissie de Raad overeenkomstig artikel 78 van het Verdrag betreffende de werking van de

Europese Unie voorstellen om voorlopige maatregelen ten gunste van de betrokken lidstaat of lidstaten vast te stellen, en snel over te gaan tot een opschorting van

de visumliberalisering.

De Commissie zal bij de Raad en bij het Europees Parlement regelmatig verslag uitbrengen, voor de eerste maal zes maanden na de inwerkingtreding van de

onderhavige verordening; zij zal zich daarbij met name baseren op de bevindingen van deskundigen van de Commissie en uit de lidstaten, op de delegaties van de

Europese Unie en op de eventuele inlichtingen die door de lidstaten in dit verband worden aangeleverd. In de noodsituatie als bedoeld in de vorige alinea zal de

Commissie ter informatie van de Raad en het Europees Parlement een ad-hocverslag opstellen.

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 14




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING


Verordening (EU) nr. 1096/2010 van de Raad van 17 november 2010 tot toewijzing

aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het

Europees Comité voor systeemrisico's

13694/10

Eenparigheid Alle lidstaten voor

Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van

24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op

het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor

systeemrisico's

PE-CONS

39/1/10 REV 1

Gekwalificeerde

meerderheid

Alle lidstaten voor


24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit

(Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot

intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie

PE-CONS

40/2/10 REV 2

Gekwalificeerde

meerderheid

Alle lidstaten voor

Verklaring van de Commissie in verband met de artikelen 290 en 291 VWEU Wat de procedure voor de vaststelling van reguleringsnormen betreft, benadrukt de Commissie het unieke karakter van de financiëledienstensector, dat een gevolg

is van de Lamfalussy-structuur en dat expliciet erkend wordt in Verklaring 39 bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De Commissie

betwijfelt evenwel ten zeerste of de beperkingen van haar rol met betrekking tot het aannemen van gedelegeerde handelingen en uitvoeringsmaatregelen in

overeenstemming is met de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 15




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING

Verklaring van de Commissie inzake toezichtbevoegdheden met betrekking tot ratingbureaus en op andere terreinen De Commissie neemt ter kennis dat is overeengekomen de EAEA bepaalde toezichtbevoegdheden met betrekking tot ratingbureaus toe te wijzen. De Commissie is

van oordeel dat het in de toekomst wellicht opportuun zou kunnen zijn ook op andere terreinen toezichtbevoegdheden aan de Europese toezichtautoriteiten toe te

vertrouwen. Dit zou met name het geval kunnen zijn voor bepaalde marktinfrastructuren. De Commissie zal een en ander nader bestuderen en de

wetgevingsvoorstellen formuleren die zij wenselijk acht.

Verklaring van de Commissie inzake crisisbeheersing en liquidatie In haar mededeling van 26 mei 2010 betreffende resolutiefondsen voor banken heeft de Commissie er nadrukkelijk op gewezen dat het een adequate eerste stap zou

kunnen zijn een systeem te ontwikkelen dat gebaseerd is op de oprichting van een geharmoniseerd netwerk van nationale fondsen, verbonden met een geheel van

gecoördineerde nationale regelingen voor crisismanagement.

De Commissie bevestigt dat zij voornemens is tegen voorjaar 2011 met wetgevingsvoorstellen te komen voor een compleet arsenaal van preventie- en liquidatie-

instrumenten voor failliet gaande banken. Het is de bedoeling de overheden aldus in staat te stellen failliet gaande financiële instellingen te liquideren en

tegelijkertijd de impact van faillissementen op het financieel systeem zo klein mogelijk te maken, zodat nadelige effecten voor de economie en het gebruik van

overheidsmiddelen kunnen worden beperkt.

De Commissie bevestigt dat de ETA's op deze terreinen een belangrijke rol zouden moeten vervullen en dat zij zal onderzoeken welke instrumentele bevoegdheden

hen zouden moeten worden toevertrouwd in de preventieve sfeer en wat betreft de liquidatie van failliet gaande banken.

Deze regelingen zijn een eerste stap en zullen voor eind 2014 worden getoetst met het doel geïntegreerde Unieregelingen voor crisismanagement en toezicht, en op

langere termijn een crisisafwikkelingsfonds van de Unie in het leven te roepen.



(Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van

Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de

Commissie

PE-CONS

41/2/10 REV 2

Gekwalificeerde

meerderheid

Alle lidstaten voor

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 16




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING




















5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 17




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING



(Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit

nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie

PE-CONS

42/2/10 REV 2

Gekwalificeerde

meerderheid

Alle lidstaten voor




















5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 18




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING


24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG,

2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG,

2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese

toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese

toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en

bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese

Autoriteit voor effecten en markten) betreft (Voor de EER relevante tekst)

PE-CONS

43/1/10 REV 1

Gekwalificeerde

meerderheid

Alle lidstaten voor

Verklaring van de Commissie in verband met de Omnibusrichtlijn/Aanpassing aan het Verdrag van Lissabon MiFID: De Commissie evalueert de richtlijn markten voor financiële instrumenten (MiFID) en zal, indien nodig, verbeteringen van de richtlijn voorstellen. In dit

verband zal de Commissie onder meer onderzoeken hoe de transparantie voor en na de transactie kan worden verbeterd, met inbegrip van de voorschriften en

regelingen die van gereglementeerde markten worden vereist, en zal zij nagaan welke wijzigingen noodzakelijk zijn om de richtlijn aan het Verdrag van Lissabon

aan te passen.

MAD: De Commissie evalueert de richtlijn marktmisbruik (MAD). In dit verband zal de Commissie onder meer onderzoeken welke wijzigingen noodzakelijk zijn

om de richtlijn aan het Verdrag van Lissabon aan te passen.

Richtlijn betreffende financiële conglomeraten: De Commissie evalueert de richtlijn betreffende financiële conglomeraten (FICOD). In dit verband zal de

Commissie onder meer onderzoeken welke wijzigingen noodzakelijk zijn om de richtlijn aan het Verdrag van Lissabon aan te passen.

Verklaring van de Commissie in verband met de omnibuswijziging van de transparantierichtlijn / verslaglegging per land De Commissie is voornemens met een mededeling te komen waarin wordt nagegaan of het haalbaar is dat bepaalde uitgevende instellingen van aandelen waarvan

effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, en die een geconsolideerde jaarrekening opstellen, in het jaarlijks financieel verslag

belangrijke financiële informatie over hun activiteiten in derde landen vrijgeven. In deze mededeling kan het soort uitgevende instellingen die hierbij betrokken

kunnen zijn, worden bepaald, alsmede de financiële informatie die zinvol is voor investeerders en andere belanghebbenden en de manier waarop deze informatie

kan worden gepresenteerd. De Commissie zou voldoende rekening kunnen houden met de voortgang die op dit gebied door de IASB is geboekt. De Commissie is

voornemens de mededeling op te stellen vóór 30 september 2011, na raadpleging van de EAEM. De mededeling zou ook op de eventuele impact van dergelijke

maatregelen kunnen ingaan, en zou in aanmerking kunnen worden genomen bij de herziening van Richtlijn 2004/109/EG.

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 19




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING

Verordening (EU, Euratom) nr. 1081/2010 van het Europees Parlement en de Raad

van 24 november 2010 tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002

van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene

begroting van de Europese Gemeenschappen, voor wat betreft de Europese dienst

voor extern optreden

PE-CONS

53/1/10 REV 1

Gekwalificeerde

meerderheid

Alle lidstaten voor

Verklaring van de Commissie De Commissie zal bij de behandeling van het onderwerp "Europees Ontwikkelingsfonds" streven naar integratie van dit instrument in de begroting van de Unie in

het kader van haar voorstellen met betrekking tot het volgende meerjarig financieel kader.

Verordening (EU, Euratom) nr. 1080/2010 van het Europees Parlement en de Raad

van 24 november 2010 tot wijziging van het statuut van de ambtenaren van de

Europese Gemeenschappen en van de regeling die van toepassing is op de andere

personeelsleden van deze Gemeenschappen

PE-CONS

52/1/10 REV 1

Gekwalificeerde

meerderheid

Alle lidstaten voor

Verklaring van de hoge vertegenwoordiger over het geografische evenwicht in de EDEO De hoge vertegenwoordiger hecht er het grootste belang aan dat bij de aanwerving uit de onderdanen van de lidstaten van de Unie een zo breed mogelĳke

aardrĳkskundige spreiding in acht wordt genomen, en dat er in de Dienst een adequate aanwezigheid van onderdanen van alle lidstaten is. De EDEO dient ten volle

te profiteren van de diversiteit en de rijkdom aan ervaring en expertise van de buitenlandse diensten in de Unie.

De hoge vertegenwoordiger zal gebruik maken van alle mogelijkheden die de benoemingsprocedure van het EDEO biedt om deze doelstellingen te verwezenlijken.

Zij zal in het jaarverslag over de bezetting van de functies in de EDEO een hoofdstuk aan dit vraagstuk wijden.

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 20




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING

Verklaring van de hoge vertegenwoordiger over het genderevenwicht in de EDEO

De hoge vertegenwoordiger hecht het grootste belang aan de bevordering van genderevenwicht in het personeelsbestand van het EDEO.

Essentieel voor het bevorderen van genderevenwicht is dat vrouwen worden aangemoedigd zich kandidaat te stellen voor functies bij de EDEO en dat

belemmeringen daartoe worden weggenomen. Op basis van de ervaring die is opgedaan met de benoemingsprocedure voor delegatiehoofden in het kader van het

rouleringssysteem in 2010 zal de EDEO nagaan op welke wijze in toekomstige benoemingsprocedures beter rekening kan worden gehouden met de vaak niet-

lineaire sollicitatiepatronen van vrouwen, en hoe andere mogelijke belemmeringen uit de weg kunnen worden geruimd. De hoge vertegenwoordiger zal tevens de

beste praktijken van de nationale diplomatieke diensten in kaart brengen en deze, waar mogelijk, toepassen in de EDEO.

De hoge vertegenwoordiger zal ten volle gebruik maken van de mogelijkheden van artikel 1 quinquies, leden 2 en 3, van het Statuut voor het bevorderen van de

indienstneming van vrouwen in de EDEO. De hoge vertegenwoordiger zal in het jaarverslag over de bezetting van de functies in de EDEO een hoofdstuk aan dit

vraagstuk besteden.

Verklaring van de Commissie ad artikel 95, lid 2 De Commissie verstrekt de hoge vertegenwoordiger een gedegen motivering voor ieder negatief advies ten aanzien van een persoon op de kandidatenlijst.


24 november 2010 tot wijziging van Richtlijn 2009/42/EG betreffende de statistiek

van het zeevervoer van goederen en personen (Voor de EER relevante tekst)

PE-CONS

54/1/10 REV 1

Gekwalificeerde

meerderheid

Alle lidstaten voor, behalve

tegen: DE

Verklaring van de Raad De Raad bevestigt dat de wijziging van deze richtlijn niet impliceert dat de regelgevingsprocedure met toetsing automatisch moet worden omgezet in een

bevoegdheidsdelegatie overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 21




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING


2010/745/EU: Besluit van het Europees Parlement en de Raad van

24 november 2010 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het

Solidariteitsfonds van de Europese Unie, overeenkomstig punt 26 van het

Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de

Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel

beheer

14125/10 Gekwalificeerde

meerderheid

Alle lidstaten voor

3049e zitting van de Raad van de Europese Unie (CONCURRENTIEVERMOGEN - INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERZOEK EN RUIMTEVAART), gehouden te Brussel op 25 en 26 november 2010


15 december 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad

tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij

overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de

lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld

PE-CONS

55/1/10 REV 1 Gekwalificeerde

meerderheid

Alle lidstaten voor

Verklaring van de Republiek Bulgarije Bulgarije bevestigt dat het zich achter het "één China"-beginsel schaart. Dit standpunt staat de ontwikkeling van de economische en culturele samenwerking met

Taiwan niet in de weg.

Bulgarije neemt er nota van dat de Europese Commissie de EU-lidstaten ervan heeft verzekerd dat de afschaffing van de visumplicht voor onderdanen van Taiwan

in geen enkel opzicht gevolgen zal hebben voor het algehele strategische partnerschap tussen de EU en China.

Bulgarije steunt het voornemen van de Europese Commissie om een passend mechanisme in te stellen voor het uitwisselen van informatie met de bevoegde

autoriteiten van Taiwan over geplande bezoeken van hoge Taiwanese functionarissen aan de EU-lidstaten.

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 22




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING

Verklaring van Cyprus De aanneming van het "visumvrijstellingsvoorstel" laat de status van Taiwan onverlet. Cyprus is sterk gehecht aan het "één China-beleid" van de EU, dat erop

neerkomt dat Taiwan niet wordt erkend als soevereine staat en dat met Taiwan geen diplomatieke of formele politieke betrekkingen worden onderhouden.

Verklaring van Malta Malta bevestigt gehecht te zijn aan het "één China-beleid" en beschouwt de aanneming van deze verordening in dat verband.

3050e zitting van de Raad van de Europese Unie (LANDBOUW EN VISSERIJ), gehouden te Brussel op 29 november 2010


15 december 2010 tot wijziging, wat de geneesmiddelenbewaking van genees-

middelen voor menselijk gebruik betreft, van Verordening (EG) nr. 726/2004 tot

vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en

het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot

oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, en Verordening (EG)

nr. 1394/2007 betreffende geneesmiddelen voor geavanceerde therapie (Voor de

EER relevante tekst)

PE-CONS


meerderheid

Alle lidstaten voor

Verklaring van de Commissie Naar aanleiding van het verzoek van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de inschaling van het hoofd van het Europees Geneesmiddelenbureau,

en om de goedkeuring van dit belangrijke voorstel niet onnodig te vertragen, verbindt de Commissie zich ertoe de kennisgeving van de vacature voor een nieuw

hoofd van het Europees Geneesmiddelenbureau opnieuw te publiceren onder verwijzing naar schaal AD15 in plaats van AD14.

De Commissie is van mening dat de lopende horizontale besprekingen binnen de interinstitutionele werkgroep voor agentschappen het aangewezen kader vormen

voor de behandeling van deze kwestie. Dit aspect is nog onderwerp van discussie binnen de interinstitutionele werkgroep, en deze inschaling kan voor toekomstige

kennisgevingen worden heroverwogen als deze besprekingen tot andere conclusies leiden met betrekking tot het gepaste publicatieniveau.

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 23




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING

Verklaring van Nederland, België, Bulgarije, Ierland, Spanje, Finland en Zweden Uit de formulering van de definitie van veiligheidsonderzoek na toelating (post-authorisation safety study - PASS), zoals voorgesteld in de wetgeving inzake

geneesmiddelenbewaking (Verordening (EG) nr. 726/2004), en de formulering van de definitie van proeven zonder interventie die thans wordt gegeven in de

Richtlijn klinische proeven (2001/20/EG) volgt dat een onderzoek dat niet als proef zonder interventie kan worden beschouwd, automatisch geacht wordt een onder

Richtlijn 2001/20/EG vallende klinische proef te zijn.

Wij hebben met name bezwaren ten aanzien van het gedeelte van de definitie van een proef zonder interventie in de Richtlijn klinische proeven, dat luidt:

"onderzoek waarbij de geneesmiddelen worden voorgeschreven op de gebruikelijke wijze, overeenkomstig de in de vergunning voor het in de handel brengen

vastgestelde voorwaarden". Naar ons oordeel zou dit betekenen dat alle onderzoeken betreffende veiligheidsvraagstukken die niet onder de voorwaarden in de

vergunning voor het in de handel brengen vallen (of dit nu gebruik volgens de gevestigde klinische praktijk, misbruik, overdosis, afwijkend gebruik of misbruik

voor illegale doeleinden enz. inhoudt) als klinische proeven zouden worden beschouwd.

Een PASS kan al dan niet een interventie omvatten. In geval van een 'proef zonder interventie' zal het conform de voorgestelde wijzigingen in Verordening (EG)

nr. 726/2004 opgerichte Risicobeoordelingscomité voor geneesmiddelenbewaking, volgens onze opvatting van de definitie in de Richtlijn klinische proeven, alleen

onderzoeken mogen beoordelen "volgens de voorwaarden voor het in de handel brengen". Onderzoeken die betrekking hebben op veiligheidskwesties die niet onder

een vergunning voor het in de handel brengen vallen, zouden derhalve niet tot het mandaat van het toekomstige Risicobeoordelingscomité voor

geneesmiddelenbewaking behoren.

Wij zijn van oordeel dat dit juridische probleem moet worden opgelost bij de herziening van de Richtlijn klinische proeven en verzoeken de Commissie derhalve

deze herziening met spoed ter hand te nemen, zodat het Risicobeoordelingscomité onderzoeken naar veiligheidskwesties voor gebruik van geneesmiddelen die niet

onder een vergunning voor het in de handel brengen vallen, kan beoordelen.


15 december 2010 tot wijziging, wat de geneesmiddelenbewaking betreft, van

Richtlijn 2001/83/EG tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende

geneesmiddelen voor menselijk gebruik (Voor de EER relevante tekst)

PE-CONS

47/4/10 REV 4

Gekwalificeerde

meerderheid

Alle lidstaten voor,

behalve:

onthouding: SL

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 24




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING

Verklaring van Nederland, België, Bulgarije, Ierland, Spanje, Finland en Zweden Uit de formulering van de definitie van veiligheidsonderzoek na toelating (post-authorisation safety study - PASS), zoals voorgesteld in de wetgeving inzake

geneesmiddelenbewaking (Verordening (EG) nr. 726/2004), en de formulering van de definitie van proeven zonder interventie die thans wordt gegeven in de

Richtlijn klinische proeven (2001/20/EG) volgt dat een onderzoek dat niet als proef zonder interventie kan worden beschouwd, automatisch geacht wordt een onder

Richtlijn 2001/20/EG vallende klinische proef te zijn.

Wij hebben met name bezwaren ten aanzien van het gedeelte van de definitie van een proef zonder interventie in de Richtlijn klinische proeven, dat luidt:

"onderzoek waarbij de geneesmiddelen worden voorgeschreven op de gebruikelijke wijze, overeenkomstig de in de vergunning voor het in de handel brengen

vastgestelde voorwaarden". Naar ons oordeel zou dit betekenen dat alle onderzoeken betreffende veiligheidsvraagstukken die niet vallen onder de voorwaarden in

de vergunning voor het in de handel brengen (of dit nu gebruik volgens de gevestigde klinische praktijk, misbruik, overdosis, afwijkend gebruik of misbruik voor

illegale doeleinden enz. inhoudt) als klinische proeven zouden worden beschouwd.

Een PASS kan al dan niet een interventie omvatten. In geval van een 'proef zonder interventie' zal het conform de voorgestelde wijzigingen in Verordening (EG)

nr. 726/2004 opgerichte Risicobeoordelingscomité voor geneesmiddelenbewaking, volgens onze opvatting van de definitie in de Richtlijn klinische proeven, alleen

onderzoeken mogen beoordelen "volgens de voorwaarden voor het in de handel brengen". Onderzoeken die betrekking hebben op veiligheidskwesties die niet onder

een vergunning voor het in de handel brengen vallen, zouden derhalve niet tot het mandaat van het toekomstige Risicobeoordelingscomité voor

geneesmiddelenbewaking behoren.

Wij zijn van oordeel dat dit juridische probleem moet worden opgelost bij de herziening van de Richtlijn klinische proeven en verzoeken de Commissie derhalve

deze herziening met spoed ter hand te nemen, zodat het Risicobeoordelingscomité onderzoeken naar veiligheidskwesties voor gebruik van geneesmiddelen die niet

onder een vergunning voor het in de handel brengen vallen, kan beoordelen.

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 25




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING

Verklaring van Slovenië Slovenië onderschrijft de algemene doelstellingen van de Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad, wat de geneesmiddelenbewaking betreft, en Richtlijn

2001/83/EG tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik. Desalniettemin heeft Slovenië zich van stemming

onthouden, omdat het zich blijft verzetten tegen artikel 126 bis van de richtlijn.

Slovenië maakt zich ernstig zorgen over eventuele negatieve effecten van de toepassing van artikel 126 bis. Het artikel beoogt de beschikbaarheid van

geneesmiddelen te verbeteren. Slovenië is evenwel van oordeel dat deze bepaling slechts beperkt effect op deze beschikbaarheid zal hebben, terwijl zij

mogelijkerwijs andere volksgezondheidsproblemen zal veroorzaken, in het bijzonder in kleine lidstaten.

Slovenië is met name bezorgd dat artikel 126 bis, hoewel bedoeld als mogelijkheid, een parallelle route voor bevoorrading van de markt met geneesmiddelen zou

kunnen creëren waarbij belangrijke wettelijke verplichtingen worden omzeild. Dat zou kunnen leiden tot een ongewenste marktpenetratie van geneesmiddelen

waarbij de gebruikelijke procedures voor het verlenen van vergunningen voor het in de handel brengen, én alle verplichtingen van houders van vergunningen voor

het in de handel brengen, met voeten worden getreden. De bepaling houdt geen verplichting in om de verantwoordelijkheid te dragen voor

geneesmiddelenbewaking, reclame gericht tot gezondheidswerkers, hanteringsverschillen, etikettering, voorlichting van de patiënt, samenvatting van de

productkenmerken, en andere activiteiten die normaliter van houders van vergunningen worden verlangd. Ook blijft onduidelijk aan wie sancties moeten worden

opgelegd in geval van niet-naleving van het acquis.

Slovenië is van oordeel dat de vereenvoudiging van artikel 126 bis op zijn minst voorbarig is, omdat de Commissie nog geen verslag over de uitvoering van de

vigerende bepalingen heeft voorgelegd, ook al werd dat reeds in april 2008 verwacht. Aan de hand van een dergelijk verslag zou een uitvoerige discussie kunnen

worden gevoerd over het al dan niet wijzigen van het huidige systeem. Slovenië verwacht dat de Commissie alle nodige analyses verricht, en op basis daarvan

verdere stappen zet om het vraagstuk van de beschikbaarheid van geneesmiddelen op kleine markten op te lossen.

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 26




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING

Verordening (EU) nr. 1236/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15

december 2010 tot vaststelling van een controle- en handhavingsregeling voor het

gebied dat onder het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op

visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan valt en tot

intrekking van Verordening (EG) nr. 2791/1999 van de Raad

PE-CONS

48/2/10 REV 2

Gekwalificeerde meerderheid

Alle lidstaten voor,

behalve:

onthouding: SE

Verklaringen van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie ad artikel 51 1. Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie verklaren dat alle niet-essentiële onderdelen van het basiswetsbesluit, die nu zijn opgenomen in artikel 51

van de verordening (bevoegdheidsdelegatie), in de toekomst te allen tijde vanuit politiek oogpunt essentiële onderdelen van de bestaande NEAFC-controleregeling

kunnen worden. Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie herinneren eraan dat ieder van de wetgevers, de Raad of het Europees Parlement, onmiddellijk

gebruik kan maken van zijn recht om bezwaar aan te tekenen tegen een ontwerp van gedelegeerde handeling van de Commissie of van zijn recht om de

bevoegdheidsdelegatie in te trekken, als bepaald respectievelijk in de artikelen 48 ter en 49 van de verordening.

2. De Raad en het Parlement verklaren dat de opneming van een bepaling betreffende de NEAFC-controleregeling in deze verordening in de lijst van niet-

essentiële elementen van artikel 51 niet per se inhoudt dat deze bepaling door de wetgevers in de toekomst ook in andere verordeningen als niet-essentieel element

zal worden beschouwd.

3. Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie verklaren dat de bepalingen van deze verordening geen afbreuk doen aan enig toekomstig standpunt van

de instellingen betreffende de uitvoering van artikel 290 VWEU of van individuele wetgevingshandelingen die dergelijke bepalingen bevatten.

Verklaring van de Commissie De Commissie vreest dat de beperkte bevoegdheden die door de medewetgevers aan haar zijn gedelegeerd, in de toekomst een hinderpaal kunnen vormen voor de

tijdige omzetting in EU-wetgeving van door NEAFC genomen maatregelen waarbij de controleregeling van die organisatie wordt herzien of bijgewerkt.

De Commissie verklaart derhalve dat deze verordening wat haar betreft geen invloed heeft op het standpunt van de instelling ten aanzien van het gebruik van de

artikelen 290 en 291 VWEU met het oog op de omzetting van maatregelen van een regionale organisatie voor visserijbeheer.

Voorts behoudt de Commissie zich het recht voor wijzigingen van de verordening voor te stellen die gericht zijn op het verhogen van het aantal maatregelen dat

door middel van gedelegeerde handelingen of uitvoeringshandelingen kan worden vastgesteld in gevallen waarin omzetting via de gewone wetgevingsprocedure

zou leiden tot vertragingen waardoor de naleving door de EU van haar internationale verplichtingen in het gedrang zou kunnen komen.

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 27




AANGENOMEN TEKSTEN

STEMREGEL STEMMING

Verklaring van Zweden Zweden onthoudt zich van stemming om een akkoord met eenparigheid van stemmen in de Raad niet te beletten.

Zweden is de mening toegedaan dat een snelle wijzigingsprocedure noodzakelijk is om de Europese Unie in staat te stellen haar internationale verplichtingen na te

komen. Zweden handhaaft deze principiële stellingname voor zover een beroep moet worden gedaan op het beginsel van gedelegeerde handelingen. Naar het

inzicht van Zweden moeten de besluiten van de Raad betreffende de uitvoering van internationale overeenkomsten waarbij de Europese Unie partij is, en die dus als

zodanig reeds bindend zijn, worden beschouwd als niet-essentiële elementen. Derhalve zouden de bevoegdheden van artikel 48 van de betreffende verordening aan

de Commissie kunnen worden gedelegeerd.

Zweden wenst evenwel een eenparig akkoord in de Raad niet in de weg te staan en onthoudt zich derhalve van stemming.

Verordening (EU) van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010

betreffende de echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van

euromunten die ongeschikt zijn voor circulatie

PE-CONS


meerderheid

Alle lidstaten voor

_______________

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 28

BIJLAGE II (DEEL II) DG F 2B NL

BIJLAGE II (DEEL II)

INFORMATIE OVER DE AANNEMING VAN ANDERE BESLUITEN NOVEMBER 2010

ANDERE BESLUITEN Openbaar gemaakte stemmingen/verklaringen


2010/687/EU: Besluit van de Raad van 8 november 2010 betreffende de ondertekening namens de Unie van de

overeenkomst tussen de Europese Unie en Georgië inzake de overname van personen die zonder vergunning

op het grondgebied verblijven

10248/10

Conclusies van de Raad betreffende de paraatheid voor en de reactie op een CBRN-aanslag

15465/10

Resolutie van de Raad over Enfast - Europees netwerk van teams voor de actieve opsporing van

voortvluchtigen

15382/10

Conclusies van de Raad over de totstandbrenging en uitvoering van een EU-beleidscyclus voor georganiseerde

en zware internationale criminaliteit

15358/10

Conclusies van de Raad betreffende innovatieve oplossingen voor het financieren van rampenpreventie

14971/10

Resolutie van de Raad over het bestrijden en voorkomen van criminaliteit in het vrachtvervoer over de weg en

het aanleggen van beveiligde parkeerterreinen voor vrachtauto's

12083/4/10 REV 4

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 29




2010/682/EU: Besluit van de Raad van 8 november 2010 betreffende de start van de automatische uitwisseling

van dactyloscopische gegevens in Slowakije

14616/10

2010/689/EU: Besluit van de Raad van 8 november 2010 betreffende de start van de automatische uitwisseling

van DNA- gegevens in Slowakije

14606/10

Conclusies van de Raad over het voorkomen en verminderen van de gezondheids- en sociale risico's ten

gevolge van het gebruik van illegale drugs in recreatieve gelegenheden

15452/10

Besluit 2010/677/GBVB van de Raad van 8 november 2010 tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt

98/409/GBVB inzake Sierra Leone

14864/10

Conclusies van de Raad betreffende het jaarverslag 2010 over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie

en de tenuitvoerlegging van de externe bijstand in 2009

14908/10

2010/676/EU: Besluit van de Raad van 8 november 2010 betreffende de ondertekening namens de Europese

Unie van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk

Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte

14204/10 + COR 1

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 30




Besluit van de Raad betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van het protocol bij de

Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de

Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst

tussen de Europese Unie en Oekraïne over de algemene beginselen voor de deelname van Oekraïne aan EU-

programma's

13607/10

Conclusies van de Raad over de totstandbrenging en uitvoering van een EU-beleidscyclus voor georganiseerde

en zware internationale criminaliteit

15358/10


2010/740/EU: Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende de

beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig

punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de

Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2009/024

NL/Noord-Holland en Zuid-Holland, afdeling 58, Nederland)

14399/10





NL/Noord-Holland en Utrecht, afdeling 18, Nederland)

14401/10

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 31








NL/Noord-Brabant en Zuid-Holland, afdeling 18, Nederland)

14403/10





NL/Limburg, afdeling 18, Nederland)

14406/10





NL/Gelderland en Overijssel, afdeling 18, Nederland)

14397/10





NL/Drenthe, afdeling 18, Nederland)

14395/10

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 32




Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1030/2010 van de Raad van 17 november 2010 tot instelling van een

definitief antidumpingrecht op bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar

aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11,

lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009

15392/10

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1064/2010 van de Raad van 17 november 2010 tot beëindiging van het

gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de antidumping- en compenserende maatregelen die van

toepassing zijn op de invoer van polyethyleentereftalaat folie (petfolie) van oorsprong uit India

15414/10

Richtsnoeren inzake de consulaire bescherming van EU-burgers in derde landen

15613/10

Besluit 2010/694/GBVB van de Raad van 17 november 2010 betreffende de tijdelijke opvang van een aantal

Palestijnen door lidstaten van de Europese Unie

14139/10

Besluit van de Raad tot vaststelling van de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees

Ontwikkelingsfonds in 2011, inclusief de eerste tranche voor 2011

15831/10 + REV 1 (ro)

BESLUIT VAN DE RAAD houdende wijziging van het besluit van de Raad van 15 maart 2010 inzake de

deelname van de Europese Unie aan onderhandelingen over de herziening van het Protocol bij het Verdrag van

1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand inzake vermindering van

verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau

13719/10

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 33




Conclusies van de Raad over klimaatfinanciering 17074/10

Conclusies van de Raad over het gezamenlijk verslag van het Comité voor de economische politiek en het

Comité voor sociale bescherming over pensioenen

15885/10 + COR 1

Conclusies van de Raad over EU-statistieken

15908/10

3046e zitting van de Raad van de Europese Unie (ONDERWIJS, JEUGDZAKEN, CULTUUR EN SPORT), gehouden te Brussel op 18 en 19 november 2010

2010/757/EU: Besluit van de Raad van 18 november 2010 tot aanwijzing van de Culturele Hoofdstad van

Europa voor het jaar 2015 in België

15168/10

Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad

bijeen, over het Werkplan voor cultuur 2011-2014

15472/10

Conclusies van de Raad over de rol van cultuur bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting

15448/10

Conclusies van de Raad over het Europees cinematografisch erfgoed, met inbegrip van de uitdagingen van het

digitale tijdperk

14711/10 + REV 1 (bg)

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 34




Conclusies van de Raad van 18 november 2010 over de kansen en uitdagingen voor de Europese cinema in het

digitale tijdperk

15449/10

Resolutie van de Raad van 18 november 2010 inzake de gestructureerde EU-dialoog over sport

15214/10 + COR 1

Conclusies van de Raad van 18 november 2010 over de rol van sport als bron en motor van actieve sociale

insluiting

15213/10 + COR 1

Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad

bijeen, over de rol van de EU in de internationale dopingbestrijding

16009/10

Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad

bijeen, over de prioriteiten voor intensievere Europese samenwerking inzake beroepsonderwijs en -opleiding

voor de periode 2011 - 2020

15010/10

Conclusies van de Raad van 19 november 2010 over het initiatief "Jeugd in beweging" — een geïntegreerde

aanpak als reactie op de uitdagingen waarmee jongeren geconfronteerd worden

15276/10

Conclusies van de Raad over het verhogen van het niveau van de basisvaardigheden in de context van

Europese samenwerking inzake scholen voor de 21e eeuw

14948/10

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 35




Conclusies van de Raad van 19 november 2010 over educatie voor duurzame ontwikkeling

14947/1/10 REV 1

Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad

bijeen, over jeugdwerk

14847/10

Conclusies van de Raad van 19 november 2010 over de toegang van jongeren tot cultuur

14849/1/10 REV 1

Conclusies van de Raad van 19 november 2010 over de Europese en internationale beleidsagenda's betreffende

kinderen, jeugdzaken en de rechten van kinderen

14846/10 + COR 1

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 36





2010/710/EU: Uitvoeringsbesluit van de Raad waarbij Duitsland, Italië en Oostenrijk worden gemachtigd een

bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG en waarbij

Beschikking 2007/250/EG wordt gewijzigd teneinde de geldigheid van de aan het Verenigd Koninkrijk

verleende machtiging te verlengen

15373/10

Verklaring van de Raad Wanneer de Raad een derogatie verleent uit hoofde van artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG waardoor het mogelijk wordt een verleggingsregeling in te voeren

als dringende maatregel ter bestrijding van fraude die een aanzienlijke belastingderving tot gevolg heeft, bevestigt hij het dat het om een uitzonderingsmaatregel

gaat en dat de geldigheidsduur geacht wordt beperkt te zijn.

De Raad onderkent dat het toepassen van de verleggingsregeling ter bestrijding van specifieke soorten fraude nadere bespreking behoeft. De Raad belooft bij de

bespreking van het resterende deel van het Commissievoorstel van 29 september 2009 passende aandacht te besteden aan de prestaties ten aanzien waarvan lidstaten

aantonen dat er fraude mee gemoeid is die in de lidstaten aanzienlijke belastingderving tot gevolg heeft, en tevens dat de verleggingsregeling een adequaat middel is

om dit probleem aan te pakken.

Verklaring van Frankrijk Frankrijk is van oordeel dat persoonlijke computers en hun onderdelen en accessoires niet mogen vallen onder de werkingssfeer van de bij dit besluit vastgestelde

bijzondere maatregelen die gebaseerd zijn op artikel 395 van Richtlijn 2006/112, aangezien de markt voor deze apparatuur, anders dan die voor mobiele telefoons

en geïntegreerde schakelingen die nog niet in het eindproduct ingebouwd zijn, geen kenmerken vertoont die de mogelijke schadelijke gevolgen van een

verleggingsregeling zouden kunnen beperken.

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 37




Besluit van de Raad betreffende de ondertekening en de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie

en de Republiek Servië inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde

gegevens

15179/10

3048e zitting van de Raad van de Europese Unie (BUITENLANDSE ZAKEN), gehouden te Brussel op 22 november 2010

2010/726/EU: Besluit van de Raad betreffende de sluiting van een tweede aanvullend protocol bij de

Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar

lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Bulgarije

en Roemenië tot de Europese Unie

12550/2/07 REV 2

Conclusies van de Raad over Sudan

16877/10

Conclusies van de Raad over Libanon

16725/10

Conclusies van de Raad over Irak

16840/10

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 38




3049e zitting van de Raad van de Europese Unie (CONCURRENTIEVERMOGEN - INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERZOEK EN RUIMTEVAART), gehouden te Brussel op 25 en 26 november 2010

Conclusies van de Raad over Speciaal verslag nr. 2/2010 van de Rekenkamer: De doeltreffendheid van de

steunregelingen voor ontwerpstudies en de opbouw van nieuwe infrastructuren in het kader van het zesde

kaderprogramma voor onderzoek

15267/10

Resolutie van de Raad: Mondiale uitdagingen: volledig benutten van de Europese ruimtesystemen

16864/10

Conclusies van de Raad over het Europa2020-vlaggenschipinitiatief Innovatie-Unie: in een snel veranderende

wereld Europa door innoveren slagvaardiger transformeren

17165/10

Conclusies van de Raad over vorderingen in het gezamenlijk programmeringsproces

17166/10

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 39




3050e zitting van de Raad van de Europese Unie (LANDBOUW EN VISSERIJ), gehouden te Brussel op 29 november 2010

BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat door de Europese Unie moet worden ingenomen in

het Gemengd Veterinair Comité ten aanzien van de wijziging van de aanhangsels 1, 2, 5, 6, 10 en 11 van

bijlage 11 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel

in landbouwproducten

15674/10

Gekwalificeerde meerderheid

Alle lidstaten voor, behalve:

onthouding: IT

Verklaring van Italië Italië wijst op de goede betrekkingen met de Zwitsers Bondsstaat en de inspanningen die dat land zich heeft getroost ten behoeve van de aanpassing van de

nationale veterinaire wetgeving aan die van de Gemeenschap, doch is het niet eens met het verzet van de Commissie tegen een verklaring in de notulen betreffende

de onwenselijkheid van een verlenging van de afwijking betreffende het onderzoek van vlees van gedomesticeerde varkens op de aanwezigheid van Trichinella in

slachthuizen met een geringe capaciteit. De afwijking dient te eindigen op de in het bovengenoemde voorstel vastgestelde datum.

Italië is van oordeel dat een afwijking per definitie inhoudt dat er een termijn moet worden vastgesteld voor de overgangsperiode, en dat er geen sprake mag zijn

van herhaaldelijke verlengingen voor onbepaalde tijd.

Italië wijst erop dat aan de Zwitserse Bondsstaat reeds een eerste overgangsperiode is toegekend, en dat de afwijking Zwitserland een mogelijkheid biedt die niet

voor de EU-lidstaten openstaat.

Italië kan daarom het ter tafel liggende voorstel niet steunen en onthoudt zich van stemming.

Conclusies van de Raad over Het TSE-stappenplan 2: Een beleidsnota betreffende overdraagbare spongiforme

encefalopathieën voor de periode 2010-2015

13889/10 ADD 1 REV 1 +ADD 1 REV 1 COR 1 (lv) + ADD 1 REV 2 (da)

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 40




Conclusies van de Raad over het katten- en hondenwelzijn

15620/1/10 ADD 1 REV 2 +ADD 1 REV 2 COR 1 (es) +ADD 1 REV 3 (sv) +ADD 1 REV 4 (fr)

Alle lidstaten voor, behalve:

onthouding: DE

Verklaring van de Roemeense delegatie Roemenië geeft in beginsel zijn steun aan de tekst van de Raadsconclusies over het katten- en hondenwelzijn en vertrouwt erop dat het onderzoek van de

Commissie de beste oplossingen voor de welzijnsproblemen van huisdieren in kaart brengt.

Na nauwgezet onderzoek van de vermelde elektronische identificatie van honden en katten is Roemenië van mening dat verdere toezeggingen tot financiële en

administratieve inspanningen, bovenop de bestaande, niet gerechtvaardigd zijn.

Roemenië acht het bij het verwerven van de steun en de actieve participatie van de Roemeense burgers bij alle beleidsmaatregelen die gericht zijn op een

vermindering van het aantal achtergelaten dieren, van belang dat een voorgestelde oplossing kostenefficiënt, eenvoudig en conform de EU-bepalingen inzake de

verwerking van persoonsgegevens is.

2010/783/EU: Besluit van de Raad van 29 november 2010 betreffende de ondertekening, namens de Europese

Unie, en de voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de

financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de

Europese Gemeenschap en de Unie van de Comoren

15571/10

Verordening (EU) nr. 1212/2010 van de Raad van 29 november 2010 betreffende de verdeling van de

vangstmogelijkheden in het kader van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese

Gemeenschap en de Unie van de Comoren

15573/10

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 41




Verordening (EU) nr. 1124/2010 van de Raad van 29 november 2010 tot vaststelling, voor 2011, van de

vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing

zijn

15986/10

Alle lidstaten voor

1. Gezamenlijke verklaring van de Raad en de Commissie over langetermijnplannen Onverminderd het initiatiefrecht van de Commissie in wetgevingszaken, verzoekt de Raad de Commissie zo spoedig mogelijk een langetermijnplan voor het beheer

van de pelagische bestanden en zalm in de Oostzee voor te stellen.

2. Gezamenlijke verklaring van de Raad en de Commissie over pelagische bestanden De Raad en de Commissie zijn het erover eens dat de TAC's voor de pelagische bestanden in de jaren 2011-2015 moeten worden bepaald zoals noodzakelijk is voor

het verwezenlijken van FMSY in 2015.

3. Verklaring van de Commissie over de evaluatie van het plan voor kabeljauw Overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EG) nr. 1098/2007 blijft de Commissie het effect van de beheersmaatregelen op de kabeljauwbestanden beoordelen,

en in dat verband heeft zij het WTECV wetenschappelijk advies gevraagd over het tempo van de voortgang in de richting van de streefwaarden. De beoordeling zal

aan de lidstaten worden gestuurd en zal het uitgangspunt zijn voor verdere besprekingen over het beheer op lange termijn voor kabeljauwbestanden in de Oostzee,

al naar gelang.

4. Gezamenlijke verklaring van de Raad en de Commissie over inspanningsregeling voor kabeljauw De Commissie en de Raad zijn het erover eens dat voor maart 2011 aan de hand van de informatie die de betrokken lidstaten verstrekken moet worden nagegaan of

flexibiliteit inzake de nationale toewijzing van het aantal buitengaats doorgebrachte dagen kan worden toegestaan overeenkomstig het meerjarenplan voor de

kabeljauwbestanden (Verordening (EG) nr. 1098/2007 van de Raad).

Zonder te raken aan het initiatiefrecht van de Commissie in wetgevingsaangelegenheden verzoekt de Raad de Commissie een dienovereenkomstige wijziging van

de verordening vangstmogelijkheden voor te stellen, al naar gelang.

5. Gezamenlijke verklaring van de Raad en de Commissie over bijvangsten (artikel 6) De Commissie en de Raad erkennen dat niet-doelsoorten onvermijdelijk als bijvangst worden vertegenwoordigd in de ongesorteerde aanlandingen van de haring- en

sprotvisserij met trawlnetten, Deense zegens of soortgelijk vistuig met een maaswijdte van minder dan 32 mm, en dat deze bijvangsten moeten worden

gekwantificeerd voor het bepalen van passende hoogtes van de TAC in de toekomst.

De lidstaten die dergelijk vistuig gebruiken, moeten de bijvangstgegevens in deze takken van visserij op juiste wijze bemonsteren en in 2011 dienovereenkomstige

gegevens verstrekken aan de ICES en het WTECV.

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 42




6. Gezamenlijke verklaring van de Raad en de Commissie over volledig gedocumenteerde visserij De Commissie juicht het initiatief inzake volledig gedocumenteerde visserij toe als een mogelijkheid voor het verminderen van het overboord zetten van vis.

Uitbreiding ervan tot de Oostzee kan een interessante optie zijn en de Commissie stemt ermee in het potentieel van dit initiatief voor de kabeljauwvisserij in de

Oostzee te beoordelen overeenkomstig het meerjarenplan voor de kabeljauwbestanden in de Verordening (EG) nr. 1098/2007 van de Raad inzake de Oostzee.

Zonder te raken aan het initiatiefrecht van de Commissie in wetgevingsaangelegenheden verzoekt de Raad de Commissie een wijziging van de verordening

vangstmogelijkheden voor te stellen door er een quotumpremie in in te voeren als stimulans voor de invoering van dit systeem, indien passend geacht volgens het

advies van het WTECV, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan het beginsel relatieve stabiliteit.

7. Gezamenlijke verklaring van de Raad en de Commissie over haring uit de westelijke Oostzee De Commissie en de Raad zijn het erover eens dat de terugdringing van de visserijmortaliteit voor het lentepaaiende haringbestand in de westelijke Oostzee in 2011

een feit moet zijn, overeenkomstig het wetenschappelijk advies, en dat een gelijke terugdringing voor beide beheersgebieden moet worden toegepast in afwachting

van het resultaat van de onderhandelingen met Noorwegen voor beheersgebied IIIa.

De Raad en de Commissie stellen vast dat in het toekomstig beheersplan voor de lange termijn voor pelagische soorten en in toekomstige TAC-besluiten terdege

rekening moet worden gehouden met het wetenschappelijk advies over de verdeling van lentepaaiende haring in de westelijke Oostzee in de deelsectoren 22-24 en

in gebied IIIa.

8. Verklaring van de Raad over sprot De Raad verzoekt de Commissie na te denken over de door de lidstaten te verstrekken aanvullende wetenschappelijke gegevens en zo nodig een voorstel in te

dienen tot wijziging van deze verordening.

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1105/2010 van de Raad van 29 november 201 tot instelling van een definitief

antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op garens met een hoge

sterktegraad van polyesters van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot beëindiging van de procedure

betreffende de invoer van garens met een hoge sterktegraad van polyesters van oorsprong uit de Republiek

Korea en Taiwan

15912/10

5455/2/11 REV 2 wat/WAT/lm 43




2010/748/EU: Uitvoeringsbesluit van de Raad tot wijziging van Beschikking 2007/441/EG waarbij de

Italiaanse Republiek wordt gemachtigd maatregelen toe te passen die afwijken van artikel 26, lid 1, onder a),

en artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de

toegevoegde waarde

15941/10

Verklaring van Italië Italië is van oordeel dat, wanneer de Raad overeenkomstig artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG een afwijking toestaat die een bepaling bevat die voorziet in een

mogelijke verdere verlenging op de verstrijkingsdatum, in deze afwijking te allen tijde, met het oog op een samenhangende implementatie van btw-richtlijn

2006/112/EG en gelijke behandeling van de lidstaten, dient te worden bepaald dat de betrokken lidstaat het verzoek om verlenging ten minste negen maanden voor

de verstrijkingsdatum moet indienen.

2010/809/EU: Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de

beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig



SI/Mura, Slovenië)

2010/811/EU: Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de

beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig


Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/018 DE/

Heidelberger Druckmaschinen, Duitsland)

_______________

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE PUBLIC 1 · 5455/2/11rev2 wat/wat/lm 1 dgf 2b nl raad van de europese...

Documents

Transcript of RAAD VAN DE EUROPESE UNIE PUBLIC 1 · 5455/2/11rev2 wat/wat/lm 1 dgf 2b nl raad van de europese...