PWS

28
Over kranten en hun nieuwe- mediastrategieën. Profielwerkstuk J.P. van der Horst - Onder begeleiding van dhr. Rasing Economie & Nederlands Stedelijk Gymnasium Arnhem - Klas 6D Arnhem, 1 februari 2013 Nieuwe Media, Nieuwe Journalistiek

description

PWS over nieuwe media en journalistiek

Transcript of PWS

Over kranten en hun nieuwe-

mediastrategieën.Profielwerkstuk

J.P. van der Horst - Onder begeleiding van dhr. RasingEconomie & Nederlands

Stedelijk Gymnasium Arnhem - Klas 6D Arnhem, 1 februari 2013

Nieuwe Media,Nieuwe

Journalistiek

Voor Alexandra, Yannick, Ira, Jur, Max, Gina, Laura Machteld, Pascal, Mãe, Pai en Nick.

Weet dat jullie veel voor mij betekenen en dat dit een onhandige poging is om dat uit te drukken.

3

InhoudsopgaveInleiding Onderwerp Onderzoeksopzet

Woord van dank

Beantwoording deelvragenDe status quo Volkskrant.nl en De Persgroep digitaal NRC.nl Andere sites

Financieel Inhoud gratis te lezen Inhoud tegen betaling te lezen Conclusie

Vaardigheden Schrijven voor internet Flexibiliteit Transparantie & verantwoording Conclusie

De verhouding krant/site Beschikbare middelen De plaats van internet als medium Andere doelgroep Conclusie

Journalistieke mores Gedragscodes Nieuwe dilemma’s Conclusie

Conclusie

Literatuurlijst

Beeldverantwoording

BijlagenBijlage 1: LogboekBijlage 2: Plan van aanpak

44

4

6677

991011

1313131415

1616171718

19191920

21

22

23

2326

4

InleidingIk ben opgegroeid in een huis vol met boeken en kranten. Daar heb ik de liefde voor het lezen meegekre-gen van mijn ouders. Uit deze belangstelling groeide mijn interesse voor journalistiek en de rol die ze speelt in de samenleving. De ‘band’ die ik heb met dit onderwerp maakt dat ik al met een zekere voork-ennis kon beginnen met dit profielwerkstuk en gedurende het proces me nog meer kon verdiepen in dit onderwerp dat mij zeer interesseert.

OnderwerpMet de opkomst van internet die eind jaren ‘90 begon, zijn de omstandigheden waarin journalisten werken onherkenbaar veranderd. Er zijn enorm veel mogelijkheden bijgekomen, maar de journalistiek staat ook voor nieuwe problemen, met name hoe er voldoende inkomsten gegenereerd kunnen worden om de continuïteit te garanderen. Het onderwerp van dit profielwerkstuk, aan de hand van welke fac-toren bepalen kranten hun nieuwe-mediastrategie, ligt op het snijvlak van deze ontwikkelingen.Onder de nieuwe-mediastrategie versta ik alle digitale activiteiten van een krant, waarbij ik me met name zal richten op de krantensite. In dit onderzoek beperk ik mij tot de Nederlandse situatie en toets ik de bevindingen aan NRC.nl en Volkskrant.nl. Natuurlijk zijn deze sites niet volledig los te zien van de andere nieuwssites die in Nederland actief zijn, daarom is er ook enige ruimte voor de werkwijze van sites als Telegraaf.nl en Nu.nl en initiatieven buiten Nederland.

OnderzoeksopzetIk heb meerdere redacties van krantensites benaderd en NRC.nl en Volkskrant.nl uiteindelijk bereid gevonden mee te werken aan mijn onderzoek middels een interview over hun huidige werkwijze. Daar-naast heb ik enkele boeken en artikelen over dit onderwerp gelezen, waarvan ik de inhoud heb gekop-peld aan de sites van NRC en de Volkskrant. Naast deze kwalitatieve informatie, is er ook een kwantita-tieve component met de bereikcijfers van de sites die gemeten worden door STIR. Op basis van de informatie uit deze bronnen zijn de deelvragen beantwoord. Deze gaan over de huidige nieuwe-mediastrategieën van kranten, verdienmodellen, vaardigheden van journalisten, de verhoud-ing krant/site met de nadruk op verschillen in inhoud en ethische normen bij online journalistiek. De deelvragen bestrijken ieder een factor die mogelijk invloed kan hebben op de nieuwe-mediastrategie van een krant. Op basis van de deelconclusies heb ik geprobeerd de hoofdvraag in het slot van dit pro-fielwerkstuk te beantwoorden.

Woord van dankBij een langdurig project als het profielwerkstuk is de hulp van anderen van onschatbare waarde. Graag wil ik enkele mensen bedanken die mij geholpen hebben en dit project voor mij tot een waardevolle ervaring hebben gemaakt. Allereerst dhr. Rasing, die in zijn rol als begeleidend docent mij goed heeft geadviseerd en waarmee ik met veel plezier heb gewerkt. Daarnaast Michiel van der Geest van Volk-skrant.nl en Peter van der Ploeg van NRC.nl. Zij reageerden snel en enthousiast op mijn mail met de vraag of ze wilden meewerken aan dit onderzoek. De bevindingen die ik heb gedaan in de interviews met beiden hebben mij veel geleerd over de huidige online journalistiek en waren bijzonder waardevol voor het project. Ten slotte wil ik graag het ANP en in het bijzonder Henk van ‘t Klooster bedanken. In samenwerking met mijn werkgever Scholieren.com maakten zij het mogelijk dat ik een dag stage kon lopen op de buitenlandredactie bij het ANP in Rijswijk. De zaken die ik daar heb gedaan hebben mij een goed beeld gegeven van het werk als journalist en hebben ervoor gezorgd dat ik de losse onderdelen van dit PWS aan elkaar heb kunnen koppelen.

“No one experiment is going to replace what we are now losing with the demise of news on paper, but over time, the collection of new experiments that do work might give us the journalism we need.”

Clay Shirky - 2009

6

De status quoWelke nieuwe-mediastrategieën hebben kranten?De strategieën voor verdienmodel en werkwijze van ‘de papieren kranten’ zijn de af-gelopen decennia redelijk uitgekristalliseerd. Inkomsten komen uit een combinatie van opbrengsten van losse verkoop en abonnees en opbrengsten uit reclame. Uit deze omzet worden verschillende zaken bekostigd, zoals de redactie. Kranten proberen zich van elkaar te onderscheiden in identiteit, kwaliteit en het claimen van hun eigen doelgroep, maar in de basis werken zij hetzelfde.Er heeft een tijd bestaan dat kranten vrijwel een alleenheerschappij hadden op de nieuwsvoorziening en een absolute positie op de advertentiemarkt. In de inleiding van het handboek crossmediale jour-nalistiek en redactie beschrijven de auteurs het ook wel als de tijd waarin “het geld met kruiwagens tegelijkertijd werd binnengekard…”, “Maar die winst werd niet gebruikt om zich te wapenen voor een toekomst in een mogelijk minder vriendelijke omgeving.”Met de introductie van gratis dagbladen en het groeiende gebruik van internet door het grote publiek vanaf eind jaren ‘90 komt er langzaam een einde aan deze situatie. Veel kranten starten hun eigen web-sites, maar ze krijgen daarbij ook concurrentie van nieuwe partijen als NU.nl en het voormalige Planet.nl.Om te onderzoeken aan de hand van welke factoren kranten tot hun nieuwe-mediastrategie (dat wil zeggen, het verdienmodel, de doelgroep en de werkwijze van de redactie) is het allereerst nodig om te kijken welke nieuwe-mediastrategieën kranten nu hanteren. In dit hoofdstuk ga ik onder andere in op de strategieën van NRC.nl en Volkskrant.nl om zo een beeld te geven van de situatie in Nederland.

Volkskrant.nl en De Persgroep digitaalDe site van de Volkskrant werd voorheen voor een groot deel gevuld met kopij uit de krant en had een webredactie die was geïntegreerd bij de krantenredactie1. Na overname van PCM door de Persgroep is er veel veranderd in die strategie, vertelt, Michiel van der Geest, chef Volkskrant.nl.De redacties van Volkskrant.nl, Parool.nl, AD.nl en Trouw.nl werden losgekoppeld van de redacties van de kranten. In 2011 werden de webredacties gecombineerd en verhuisd naar Rotterdam. Daar zouden ze de inhoud voor alle nieuwssites van de Persgroep gaan verzorgen. Later werd de oude situatie weer deels hersteld. Op dit moment heeft elke krantensite heeft zijn eigen redactie van ongeveer 12 mensen. Een gedeelte van de kopij wordt gedeeld, zoals berichten gebaseerd op materiaal van persbureaus. Daarnaast worden zaken als layouts en de achterliggende systemen van de sites gedeeld met de sites van De Persgroep. Een voorbeeld daarvan zijn de overeenkomstige layouts van de AD.nl en HLN.be, twee sites die zich op een vergelijkbare doelgroep richten in België dan wel Nederland.De reden voor het herstellen van de aparte redacties per krantensite is omdat de titels van de Persgroep erg van toon en doelgroep verschillen. Met een eigen redactie kunnen de titels zich beter onderschei-den. AD.nl richt zich bijvoorbeeld erg op sport en showbizz, terwijl Volkskrant.nl veel aandacht schenkt aan cultuur en opinie.Nog steeds zijn de krantenredacties en de webredacties formeel gescheiden. Zo zitten de webredacties in een aparte holding, zodat beide onderdelen financieel gescheiden van elkaar zijn.Echter, wat betreft de inhoud is die splitsing bij Volkskrant.nl niet absoluut. Journalisten van de krant schrijven wel eens voor de site en vice versa.De doelgroep waarop Volkskrant.nl zich richt is de hoogopgeleide en progressieve Nederlander. Dit komt overeen met de krant, met als kanttekening dat de site zich wel richt op een jonger publiek omdat internetgebruikers over het algemeen jonger zijn dan krantenlezers.Kort na mijn gesprek met Michiel van der Geest maakte de Volkskrant bekend dat in de loop van 2013 de site wordt vernieuwd. Het doel is om de site en de krant weer beter op elkaar aan te laten sluiten2.

6

7

De site blijft gratis toegankelijk, maar wordt uitgebreid met een ‘Plus omgeving’. Alle artikelen uit de papieren Volkskrant komen hier online in een opmaak die vergelijkbaar is met normale webpagina’s. Dit is een groot verschil met de huidige digitale editie van de krant, die bestaat uit een pdf van de krant met grotendeels dezelfde vorm en opmaak.Lezers van de site kunnen de ‘Plus-artikelen’ en het online archief raadplegen als ze abonnee zijn van de Volkskrant, of als ze een dag- dan wel een maandpas kopen voor de site. Daarnaast worden er apps ontwikkeld voor specifieke rubrieken, zoals columnisten.

NRC.nlOp de oude site van NRC Handelsblad werden vooral krantenstukken doorgeplaatst. Belangrijk nieuws stond er vaak veel later op dan bij de concurrenten3. Om de site financieel rendabeler te maken en beter bezocht werd er in 2010 een volledig nieuwe site ontwikkeld.Ook werd er een aparte webredactie samengesteld, die op dit moment bestaat uit 18 mensen inclusief freelancers en technisch team. “Geen krantenredacteuren die dit werk ook nog eens naast hun eigen werk moesten doen: nog even een stukje voor internet maken. Nu doet iedereen het werk waar ze goed in zijn.” Vertelt Peter van der Ploeg, chef van NRC.nl.De grondgedachte bij NRC.nl is “snelle duiding bij het laatste nieuws”. In de praktijk betekent dat volgens Van der Ploeg, een strenge selectie van het nieuws dat de redactie belangrijk acht en te proberen dat in het kort te duiden. Het zorgt er wel voor dat de redactie zich kan concentreren op minder artikelen dan andere nieuwssites, maar dit komt inhoud van de artikelen die wel worden gebracht ten goede. Op deze manier heeft de lezer wel een overzicht van wat hij moet weten, met als extra stap ook de betekenis van het nieuws in een bredere context. Daarnaast zorgt deze aanpak voor meer achtergrondkennis over het onderwerp bij de redactie en een goede relatie met de specialisten bij de krantenredactie, die vaak benaderd worden voor de benodigde informatie.In de rubriek ‘Beste van het web’ is ruimte voor experiment. Bij de introductie van het vernieuwde NRC.nl werd deze rubriek als volgt geïntroduceerd: “In de rechterkolom vindt u het beste van het web. Onze internetredacteuren speuren de hele dag Twitter af voor online hoogtepunten. Zoals bijzondere virals of een opzienbarend interview met Obama van The New Yorker.” Het zijn berichten die soms niet direct nieuws zijn, maar juist extra informatie daarnaast bieden. Van der Ploeg geeft zelf als voorbeeld dat na het nieuws van een tsunami in Japan in ‘beste van het web’ video’s en blogs van ooggetuigen kunnen staan. De site richt zich op andere doelgroep dan de krant. Er wordt geschreven voor de internet-gebruiker die op allerlei verschillende sites een of twee artikelen leest om van het laatste nieuws op de hoogte te blijven. “Telegraaf.nl heeft wel een ander publiek, maar er is veel overlap”, aldus Van der Ploeg.Naast de berichten van de nieuwsredactie is op NRC.nl voor abonnees ook de digitale editie van de krant te lezen. De opmaak daarvan is vergelijkbaar met de digitale editie van de Volkskrant op dit mo-ment. Vanaf maart worden er bij dit onderdeel enkele wijzingen aangebracht4. Zo moet het makkelijker worden om een los nummer van de digitale editie van NRC Handelsblad te kopen. Op dit moment is de digitale editie op andere platformen dan de app voor iPad en iPhone, alleen beschikbaar voor abonnees.

Andere krantensitesUit de gesprekken met de chefs van NRC.nl en Volkskrant.nl is te zien dat beide een strategie hebben die duidelijk van elkaar verschilt. Voor de volledigheid is het ook goed om kort te kijken naar de aanpak van Telegraaf.nl en de lokale kranten van Wegener. Dit is minder uitgebreid, omdat ik hiervan geen me-dewerkers heb kunnen spreken.Telegraaf.nl focust zich op het zo snel mogelijk brengen van het laatste nieuws met berichten in een beknopte stijl. Naast de aandacht voor het gebruikelijke nieuws uit binnen- en buitenland is er ook veel ruimte voor shownieuws en sport. De site onderscheidt zich door de online versies van rubrieken uit de Telegraaf zoals ‘Vrouw’ en ‘De Financiële Telegraaf’. Daarnaast zijn er op regelmatige basis zelfgeprodu-ceerde video-items, iets wat zelden is te zien bij andere krantensites. De site van de Telegraaf is op dit moment de krantensite met het grootste bereik, maar wordt daarin wel voorbijgestreefd door NU.nl, een nieuwssite die geen oorsprong heeft vanuit een krant.

7

8

Wegener is het bedrijf achter enkele lokale kranten. Voorbeelden van titels zijn De Gelderlander en De Stentor. De sites van deze kranten werken op hetzelfde systeem en komen wat betreft opmaak en in-houd overeen. Voor de berichten buiten het eigen verspreidingsgebied wordt vaak vertrouwd op kopij van het ANP en andere persbureaus. De berichten over lokale onderwerpen worden door de journalis-ten van de lokale redacties geschreven. Deze artikelen zijn vaak verkorte versies van de artikelen die in de kranten verschijnen. Sinds de sites vernieuwd zijn wordt er ook naar het volledige artikel verwezen dat te lezen is door een abonnement op de digitale editie te kopen. Een abonnement kan voor losse nummers worden afgesloten, of voor langere periodes.

Bovenstaande voorbeelden laten zien dat de nieuwe-mediastrategieën van kranten in Nederland zeer verschillen. Deze verschillen zijn zoals bij de papieren kranten in toon en doelgroep, maar de sites ver-schillen daarnaast ook fundamenteel in organisatie en de filosofie waaruit gewerkt wordt.Interessant is dat de strategie van een bepaalde titel ook sterk verandert in een relatief korte peri-ode. Zo gingen de kranten van de Persgroep van een gezamenlijke webredactie snel weer terug naar aparte redacties per site. De verschillen zijn enerzijds te verklaren in de dynamische natuur van in-ternet. Veranderingen zijn snel gemaakt en producten en diensten worden vaak gelanceerd terwijl ze niet uitontwikkeld zijn. Anderzijds speelt mee dat de kranten ieder op zoek zijn naar een formule die voldoende inkomsten oplevert en journalistiek interessant is. De vele veranderingen in strategie zijn onderdeel van het experiment om tot de goede formule te komen.

1 Boon, L. & Pleijter, A., 2011, http://www.denieuwereporter.nl/2011/01/%E2%80%9Cinternetredacties-werden-gehin-derd-door-kranten-mensen-die-het-web-niet-kennen-en-willen-kennen%E2%80%9D/2 Redactie Volkskrant, 2012, http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2664/Nieuws/article/detail/3361135/2012/12/10/Volk-skrant-gaat-krant-in-nieuw-online-model-aanbieden.dhtml3 Pfauth, 2012, http://pfauth.com/nrc-digitaal/4 Vandermeersch, 2013, http://www.nrc.nl/hoofdredacteur/2013/01/09/betalen-voor-de-digitale-nrc/

Figuur 1 Het bereik van enkele Nederlandse nieuwssites op basis van metingen door STIR

8

9

FinancieelIn hoeverre moet een krant haar traditionele verdienmodel aanpassen om de site en digitale edities rendabel te maken?De oplages van de kranten dalen elk jaar gestaag met een vast percentage. Dit levert ontslagen op bij redacties van de kranten, maar ook een persbureau als het ANP heeft tegenwoordig veel minder mensen in dienst. De hoop is gevestigd op inkomsten die uit de digitale activiteiten komen, zeker met het oog op de con-tinuïteit in de toekomst, maar het traditionele model van inkomsten uit abonnementen en losse verkoop in combinatie met advertentie-inkomsten is niet zonder aanpassingen succesvol over te zetten naar internet. Er wordt daarom druk gezocht naar een verdienmodel voor journalistiek op internet dat wel werkt.Bij mijn vragen aan Michiel van der Geest van Volkskrant.nl en Peter van der Ploeg van NRC.nl heb ik ook gevraagd naar of de sites rondkwamen met de inkomsten die ze genereerden. Omdat dit concur-rentiegevoelige informatie betreft kon Van der Geest daar niet al te uitgebreid op in gaan, maar er werd op dit moment wel geïnvesteerd in de digitale tak. Op dezelfde vraag antwoorde Van der Ploeg “Wij komen op dit moment rond”.In dit hoofdstuk bespreek ik van enkele verdienmodellen die resultaten die ermee behaald zijn om zo te komen tot een conclusie over in welke mate een krant zijn traditionele verdienmodel moet aanpassen om tot een gezonde bedrijfsvoering te komen bij de digitale activiteiten.

Inhoud gratis te lezenBijna alle Nederlandse krantensites zijn gratis te lezen en halen hun inkomsten uit advertenties. Het is een verdienmodel dat ook door veel andere sites wordt gebruikt, maar voor de krantensites is het tot nu toe nog geen groot succes. Ondertussen dalen de bestedingen aan advertenties voor televisie, tijdschriften en dagbladen door het aanhouden van de economische crisis. De enige sector waar de advertentiebestedingen stijgen is in-ternet. De krantensites profiteren daar echter niet van. Met de stap naar internet is het aantal concur-renten van kranten flink gestegen. Er zijn vele andere nieuwssites die met een kleine redactie en veel kopij op basis van berichtgeving van persbureaus en andere nieuwssites sneller zijn dan krantensites en niet de kosten hebben van een grote redactie. Daarnaast worden nieuwsberichten ook gelezen via diensten die nieuwsberichten van verschillende sites bundelen op een eigen pagina, zoals Google News. Een deel van de advertentie-inkomsten die vroeger naar kranten gingen, komen nu bij deze sites terecht. Marianne Zwagerman, voormalig algemeen directeur digitale media bij de Telegraaf, beschrijft deze ontwikkeling als het verdwijnen van het fenomeen dat de reclame-inkomsten automatisch naar de bedrijven gingen die de redacties onderhielden1. Deze ‘loskoppeling’ is niet meer terug te draaien en vraagt om nieuwe financieringsmethodes van journalistiek. Het is niet onmogelijk om grote winsten te halen met advertenties. Het probleem voor de kranten is echter dat een groot deel van de online bestedingen aan advertenties naar giganten als Google en Fa-cebook gaan, die een markt bedienen die veel groter is dan het Nederlandse taalgebied. Extra inkom-sten vallen te halen met nieuwe vormen van adverteren, zoals de aanpak van Buzzfeed. Op deze site kunnen adverteerders tegen betaling zelf inhoud aandragen die met hulp van redacteuren wordt be-werkt tot stukken voor de site. Een voorbeeld is een artikel over 6 mensen die hun leven verbeterden met behulp van Mentos2. Er is zoveel vertrouwen in de potentie van deze aanpak dat afgelopen jaar een investeringsronde ruim vijftien miljoen dollar opleverde. Het plaatsen van advertorials komt ook al voor in gratis kranten als Metro en Spits, maar zo ver als Buzzfeed gaat in het combineren van de redactie en de marketingafdeling, is nog geen krant in Nederland gegaan. Zeker voor de zelfbenoemde kwalitei-tskranten is deze aanpak moeilijk te combineren met het nastreven van journalistieke integriteit. Voor kwaliteitsjournalistiek zijn voldoende inkomsten nodig en onafhankelijkheid, maar in de huidige markt

10

gaat het streven naar onafhankelijkheid ten koste van de advertentie-inkomsten en omgekeerd. Daar-naast is de slagkracht beperkt in vergelijking met de ‘papieren tak’ omdat de inkomsten te klein zijn voor het werken met een grote redactie.

Inhoud tegen betaling te lezenHoewel er al jaren door verschillende kranten wordt geopperd om geld te vragen voor artikelen op de websites, zijn op dit moment de enige kranten die artikelen van de site tegen betaling laten lezen zijn het Nederlands Dagblad en het Financieele dagblad. Zij hebben een zogenaamde pay wall om al hun artikelen in tegenstelling tot de andere kranten die dit systeem alleen gebruiken voor lezers die de pdf van de papieren krant willen lezen.Artikelen alleen maar laten zien aan betalende bezoekers brengt niet automatisch meer op dan gratis toegang tot een site met advertenties. De bezoekersaantallen zullen bij een pay wall dalen en dan heeft ook invloed op de tarieven die adverteerders bereid zijn te betalen. Deze daling van inkomsten moet gecompenseerd worden uit de inkomsten door betalende bezoekers. Of dat lukt is erg afhankelijk van hoe het systeem is opgebouwd. De ene pay wall is de andere niet. Het Nederlands Dagblad verkoopt losse artikelen die een tarief hebben afhankelijk van de lengte. Op de site van het Financieele Dagblad zijn na registratie de eerste 10 artikelen per maand gratis en moet er daarna een abonnement worden afgenomen. Dit zijn slechts twee van de vele manieren om lezers te laten betalen voor de inhoud van een websiteEen obstakel is dat het betalen voor een artikel extra stappen meebrengt voor de lezer. Voor waarde-volle informatie die nergens anders (goedkoper) te krijgen is, zoals het zakennieuws van het Financieele Dagblad is dat een minder groot probleem. De lezers zijn wel bereid de moeite te nemen om een apart account aan te maken. Voor algemeen nieuws is dat een ander verhaal, omdat er op dit moment ook veel sites zijn waar je niet hoeft te betalen. Internetgebruikers zijn vaak niet gebonden aan een titel en gaan dus simpelweg naar een andere site. Betekent dat automatisch dat internetgebruikers niet bereid zijn om te betalen? Er zijn tegenwoordig genoeg voorbeelden die het tegendeel laten zien. De bested-ingen aan apps stijgen elk jaar en sites als Kickstarter waar mensen zelf kunnen investeren in nieuwe producten en projecten zijn een groot succes. Wat nodig is, is een betalingssysteem dat extreem ge-bruiksvriendelijk is. Een veelgenoemd voorbeeld in dit verband is iTunes, waar het mogelijk is om met één klik muziek en apps te kopen. Daarnaast is er een onderscheidend vermogen nodig. Artikelen die ergens anders gratis te krijgen zijn verkopen niet, maar de bereidheid om te betalen voor goede achter-grondreportages, spraakmakende columns en informatie van experts is veel groter.In de loop van 2013 willen de Volkskrant en NRC.nl een nieuwe strategie lanceren voor hun online edi-ties die lijkt op hetgeen wat ik hiervoor beschreven heb. Om de digitale edities nu te lezen heb je een abonnement nodig, maar in de nieuwe strategie moet het net zoals in de apps voor iPhone en iPad mogelijk worden om makkelijk een losse krant te kopen. In het geval van de Volkskrant blijft wat nu op de site staat gratis en fungeren dit deel van de site als ‘etalage’ voor het betaalde deel van de site. Daar-naast worden de stukken uit de krant als een normale webpagina gepresenteerd, in plaats van als pdf. Op deze manier moet de online leeservaring van stukken uit de krant beter worden dan nu het geval is. Op kleinere schaal wordt er geëxperimenteerd met andere vormen van betalen voor online journal-istiek. Zo is er De Nieuwe Pers dat vanaf februari 2013 van start gaat, een project van enkele oud-medewerkers van het opgeheven gratis dagblad De Pers. Bij De Nieuwe Pers neem je als lezer geen abonnement op de krant, maar op een bepaalde journalist. Via een app kun je uit journalisten kiezen, met ieder hun eigen expertises, en nadat er betaald is komen de berichten automatisch binnen via de app. Op deze manier bouwt een journalist zijn eigen publiek op dat hem of haar volgt. Van de netto-inkomsten van de abonnementen gaat 25% naar De Nieuwe Pers, die het publicatieplatform beheert, en 75% naar de journalist. De dienst start met een app voor iPhone en iPad, maar er wordt een site ontwik-keld zodat de stukken op toegankelijk zijn op de PC of smartphones en tablets van andere fabrikanten.The Sochi Project gaat ook uit van het idee dat een lezer zich niet abonneert op een krant, maar op een journalist. De fotograaf Rob Hornstra en de schrijver en filmmaker Arnold van Bruggen wilden lang-durig onderzoek doen naar de ontwikkelingen in Sochi, waar in 2014 de winterspelen gehouden zullen worden. Dit project is echter te duur voor Nederlandse kranten en tijdschriften om te financieren. Daarom werd er gekozen om het project zelf te financieren met behulp van donaties van geïnteress-

11

eerden. Voor 25 euro per jaar krijg je toegang tot alle artikelen op de site en bij een hogere donatie is er de mogelijkheid tot het bezoeken evenementen gelieerd aan het project, worden de artikelen jaarlijks in een boek gebundeld dat je thuis krijgt gestuurd of wordt er speciaal voor een donateur een artikel geschreven.

ConclusieHet is mogelijk om een nieuwssite rendabel te maken met alleen inkomsten uit advertenties. De be-perkte inkomsten zorgen er echter wel voor dat er minder mensen aangenomen kunnen worden en de dalende inkomsten van de papieren krant zijn er maar moeilijk mee te compenseren. Betalen voor artikelen kan ervoor zorgen dat de inkomsten stijgen, maar om genoeg lezers te krijgen die willen betalen moet het systeem goed en makkelijk werken en moet er in ruil voor dat bedrag inhoud worden aangeboden die zijn geld écht waard is.De vraag blijft dan hoe het betalen voor artikelen toegepast moet worden. Er wordt geëxperimenteerd met losse artikelen, toegang tot alle artikelen van een krant voor een bepaalde tijd, of abonnementen op losse journalisten. Welk model het best werkt is op dit moment onduidelijk, omdat er nu pas op de Nederlandse markt langzaamaan initiatieven ontstaan om online nieuws betaald aan te bieden. Het traditionele verdienmodel hoeft dus niet volledig weggeschoven te worden. Er zijn mensen die willen betalen voor nieuws. De aanpassing zal zitten in meer flexibiliteit door het kopen van losse ar-tikelen, abonnementen op bepaalde rubrieken en dergelijke en dus niet de handhaving van de voor de Nederlandse markt kenmerkende doorlopende abonnementen op de hele krant.

1 Blom & Stekelenburg, 2013, http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=2R3XLWEZeXU# (vanaf 0:48)

2 http://www.buzzfeed.com/leonoraepstein/6-people-whose-lives-were-vastly-improved-by-mento

Een publicatie van The Sochi Project Screenshot van de app van De Nieuwe Pers (oude versie)

1

1

2

2

3 3

4

4

4

4

4

4

44

Elementen op NRC.nl en Volkskrant.nl die de site goed scanbaar maken voor bezoekers.

1. Lijsten 2. Headlines 3. Gerelateerde berichten4. Samenvattende koppen 5. Afgescheiden kolommen nieuws/achtergronden 6. Label voor onderwerp

figuur 2

5 5

13

VaardighedenWelke vaardigheden moeten journalisten hebben als ze werken voor een krantensite?Natuurlijk zijn voor journalistiek op internet veel van dezelfde vaardigheden belangrijk als voor de journalistiek in het algemeen. Het bedrijven van journalistiek op internet vraagt echter ook om aandacht voor enkele nieuwe vaardigheden die bij andere me-diavormen minder belangrijk zijn. Dit komt onder andere door de technische mogeli-jkheden. Waar journalisten voorheen vaak gebonden waren aan een mediavorm om hun verhaal te brengen, is het tegenwoordig mogelijk om tekst, beeld en geluid van verschillende bronnen te combineren. Daar-naast is de rol van de lezer op internet een heel andere dan bij kranten. De lezer kan zelf een selectie maken uit een overvloed van nieuws uit verschillende bronnen. Dat maakt hem minder gebonden aan een nieuwsbron. Daarnaast is het bij selecteren van berichten die de moeite waard zijn prettig als de berichten goed door te scannen zijn. In het volgende hoofdstuk ga ik verder in op de invloed van deze ontwikkeling op de inhoud van krantensites op dit moment en de verschillen die hierdoor ontstaan met de inhoud uit de kranten waar de sites uit zijn voortgekomen.

Schrijven voor internetWebgebruikers zijn continu op zoek, naar het antwoord op hun vraag, of in ieder geval naar zaken die de moeite waard zijn. Usability expert Jacob Nielsen vat het samen onder het credo: Internetters lezen niet, maar scannen1. De kunst is om aan die behoefte te voldoen door artikelen te schrijven die mak-kelijk scanbaar zijn. Allereerst betekent dat voor artikelen op internet, nog meer dan voor krantenar-tikelen, dat ze specifiek en duidelijk moeten zijn.In de praktijk is dat te bereiken door te letten op een aantal punten. Belangrijk is de kop. In kranten en tijdschriften is het mogelijk om een kop te plaatsen die de inhoud niet direct weergeeft, maar op internet zal een scannende lezer niet snel de tijd nemen om achter de betekenis van de kop te komen. Daarnaast worden de koppen vaak doorgeplaatst op Twitter, of overzichten van rubrieken. Daar mist de mogelijkheid om de kop toe te lichten.

Daarnaast zijn goede tussenkoppen van belang. Voor een goede scanbaarheid van de tekst is het noodzakelijk dat de tussenkop in enkele woorden een tekstdeel kan samenvatten. Met name in lange artikelen zijn tussenkoppen prettig, omdat het niet vanzelfsprekend is dat lezers deze artikelen volledig lezen. Met tussenkoppen is het makkelijker te beoordelen voor de lezer of een tekstdeel interessant is.

Verder werken bepaalde schrijfstijlen beter bij internet. Het gebruik van passieve constructies of in-gewikkeld geconstrueerde zinnen maakt artikelen moeilijk scanbaar en afstandelijk. De informatie wordt beter over gebracht met actieve constructies en niet al te lange zinnen. Ook kan informatie samen worden gevat in lijsten en kunnen woorden geaccentueerd worden door ze te linken naar rel-evante pagina’s. De structuur van het artikel kan bijdragen aan het makkelijker scannen. Een voorbeeld zijn artikelen die opgebouwd uit een aantal alinea’s die ieder het antwoord vormen op de vraag die wordt gesteld in de tussenkop.

FlexibiliteitIn de beginjaren van online journalistiek werd er hoog opgegeven van de nieuwe mogelijkheden dia in-ternet gaf. Praktisch werd er toen maar weinig gebruik van gemaakt. De krantensites ‘speelden krantje op internet’, publiceerden vooral tekst zagen het linken in artikelen naar andere sites als het weggeven van bezoekers aan de concurrenten.

14

David Domingo publiceerde in 2008 in de Journal of Computer-Mediated Communication een onder-zoek naar de redenen van dit fenomeen. De onderzochte webredacteuren noemden het probleem van de beperkte mankracht door een tekort aan middelen. Het was simpelweg onmogelijk om de site in de lucht te houden en ondertussen te innoveren en interactie te bieden voor de lezer. Uit het onderzoek kwam echter dat met name de klassieke journalistieke cultuur de oorzaak was. Het ultieme doel was om de eerste te zijn die het nieuws meldt. Daarmee werd het bestaansrecht ten opzichte van andere redacties bewezen. De interactie aangaan met de lezer of linken naar andere sites was niet relevant voor het aanzien binnen die cultuur.

De ‘beklemming’ van de klassieke journalistieke cultuur wordt echter steeds minder. Er wordt tegen-woordig veel meer gebruik gemaakt van links en gebruik van verschillende soorten media. Het is niet nodig om per definitie alle mogelijkheden te benutten. Flexibiliteit als vaardigheid voor de moderne journalist staat voor andere zaken. Allereerst het strategisch gebruik van media. In welke vorm komt het verhaal het best tot zijn recht? Daarnaast flexibiliteit in de werkwijze. Journalisten hoeven niet gebonden te zijn aan een mediavorm. De kennis en vaardigheden om naast het schrijven ook te kun-nen filmen zijn een pluspunt, maar dat hoeft niet zondermeer te betekenen er afbreuk moet worden gedaan aan de kwaliteit omdat er moet worden geschreven, gefilmd en gefotografeerd door een en dezelfde persoon.

Verder is flexibiliteit ook een einde aan de angst om te verwijzen naar concurrenten. Als The New York Times op de site een interview heeft staan dat relevant is voor een nieuwsartikel, dan is er naar linken een meerwaarde voor de lezer.

Transparantie en verantwoordingEen krantentitel op zichzelf heeft geen autoriteit meer, schrijven Henk Blanken en Mark Deuze in Pop-Up: de botsing tussen oude en nieuwe media. Lezers kunnen op internet een actievere rol aannemen dan voorheen en gebruiken dat ook als ze fouten ontdekken doordat ze berichten kunnen toetsen aan hun eigen specialistische kennis, of bepaalde feiten kunnen natrekken op andere sites. Betrouwbaar-heid komt met transparantie over hoe het nieuws tot stand komt en verantwoording van keuzes die worden gemaakt, maar ook door de dialoog met lezers niet te ontwijken.

Voorbeelden van het toepassen van deze vaardigheid in de praktijk zijn de redactieblogs2 op de sites van NRC Handelsblad en de Volkskrant. Er is ruimte voor opmerkingen van lezers over het taalgebruik en vertaalfouten in artikelen, maar ook voor zaken vanuit de redactie. Beide blogs gaan bijvoorbeeld in op de gevolgen van de ‘cookiewet’3 op hun websites en hoe ze de wettelijke bepalingen technisch toepassen op hun website. In tegenstelling tot Volkskrant.nl heeft NRC.nl het redactieblog uitgesmeerd over meerdere blogs. Het blog van de hoofdredacteur focust zich meer op het werken aan de papieren krant, of NRC Media in het algemeen. Vragen van lezers over de werkwijze van de krant komen op het blog van de ombudsman. Het blog van de webredactie richt zich specifiek op de site en de apps en de discussie met lezers over de digitale toekomst van NRC Handelsblad. Op het blog zelf wordt als inspi-ratie het Open Platform blog genoemd van de Britse krant The Guardian. Daar vertellen journalisten , maar ook ontwikkelaars over hun ideeën voor de toekomst. Daarnaast kunnen ontwikkelaars daar informatie vinden om applicaties te bouwen op basis van de API4 van The Guardian.

OriginaliteitOm op te vallen in het enorme aanbod van nieuws op internet is originaliteit onontbeerlijk. Dat geldt voor de formule van de site. De site van de Volkskrant probeert dat met eigen rubrieken en een uit-gebreide opinisectie en de site van NRC Handelsblad onderscheidt zich met de aandacht voor het duiden van berichten en een site onderdeel als ‘beste van het web’.

Het streven naar originaliteit geldt echter ook steeds meer voor individuele journalisten. Een vast dien-stverband bij een bedrijf wordt steeds zeldzamer binnen de journalistiek. Vaak worden de lege plekken na een ontslagronde deels gevuld door freelancers. Ook op deze markt is veel aanbod. Door op te vallen

15

in originele invalshoeken of expertise van bepaalde onderwerpen wordt een freelance journalist sneller gevraagd voor opdrachten. Daarbij is het hebben van een eigen toon cruciaal bij nieuwe journalistieke initiatieven als het crowdfunden van projecten, of De Nieuwe Pers die uitgaat van lezers die zich abon-neren op een individuele journalist in plaats van een hele redactie. Om binnen dat model te slagen is het opbouwen van een eigen publiek nodig. Dat lukt niet door gewoonweg te kopiëren wat andere journalisten doen zonder het toevoegen van eigen unieke elementen.

ConclusieVoor journalistiek op internet zijn naast benodigde vaardigheden van journalistiek in het algemeen ook enkele andere zaken van belang. Om een verhaal goed over te brengen is het nodig om bij het schrijven al rekening te houden met de scanbaarheid van het artikel, omdat dit aansluit op de behoefte die er is bij de lezers van de site.Daarnaast is flexibiliteit nodig om los te komen uit de klassieke journalistieke cultuur en tot een nieuwe werkwijze te komen waarbij niet het eigen medium centraal staat, maar de vraag op welke manier een verhaal het beste verteld kan worden. Het kan in dit proces handig zijn om zelf ook in staat te zijn meerdere vormen van media te kunnen produceren.Transparantie en verantwoording spelen een grote rol bij het de dialoog met de lezer, die dankzij in-ternet een actievere rol kan spelen en kranten niet meer vanzelfsprekend als betrouwbaar ziet. Die betrouwbaarheid kan weer teruggewonnen worden door zelf open te zijn over de werkwijze.Als laatste is er originaliteit. Om op te vallen tussen de concurrenten zijn eigen unieke punten onmis-baar. Originaliteit valt bijvoorbeeld te bereiken met speciale inhoud die nergens anders te vinden is, of door onderwerpen vanuit een ander perspectief te benaderen. Deze vaardigheid kan gezien worden in de context van een site, maar ook als vaardigheid voor een individu. Om als journalistieke freelancer te slagen helpt het om een eigen expertise of toon te hebben waarmee je positief opvalt tussen alle anderen die hun diensten aanbieden aan opdrachtgevers.

1 Dasselaar, 2010, p. 142

2 Volkskrant: http://vkredactieblog.wordpress.com/

NRC Handelsblad: http://www.nrc.nl/hoofdredacteur/, http://www.nrc.nl/ombudsman/

& http://www.nrc.nl/nrclab/

3 Met de invoering van de vernieuwde telecommunicatiewet moeten sites toestemming vragen aan bezoekers voordat

ze cookies mogen plaatsen, dit wordt ook wel een opt-in constructie genoemd. Cookies zijn kleine bestanden waar-

mee het o.a. mogelijk is om het surfgedrag van bepaalde computers te volgen. Ze worden vaak gebruikt door adver-

teerders, maar ook door sites zelf voor het bijhouden van bezoekerscijfers.

4 Application Program Interface, een set van definities en instrumenten voor ontwikkelaars waarmee ze in dit geval

makkelijk gebruik kunnen maken van de database met artikelen van The Guardian voor hun apps.

16

De verhouding krant/siteWaarom zijn er zoveel verschillen tussen de inhoud van de papieren editie en de site van dezelfde krant in stijl en onderwerpkeuze? “Op de huidige website is nauwelijks een relatie tussen site en krant. Waarom is daar voor gekozen? En wanneer zie je dan wel de link?“ - Deze reactie op een bericht op het NRC Lab blog is een uiting van een vraag die veel bezoekers van krantensites hebben. Door het gebruik van de naam van de kranten, het imago dat daaruit volgt en soms inhoud te delen is de verwachting dat de krantensite een spiegelbeeld is van de papieren krant. De huidige nieuwe-mediastrategieën van kranten staan daar juist ver van af met losse webredacties, eigen onderzoek en een eigen toon die verschilt van de krant waaruit ze ontstaan is. Deze keuze is bewust gemaakt. In dit hoofdstuk wil ik dieper in gaan op de redenen achter het grote aantal verschillen tussen de papieren editie en de krantensite wat betreft de inhoud. Beschikbare middelenHet verdienmodel van de meeste krantensites is op dit moment volledig gebaseerd op inkomsten uit ad-vertenties. De inkomsten hieruit zijn minder dan de combinatie van advertentie-inkomsten en inkom-sten uit abonnementen en losse verkoop bij de papieren kranten. Het resultaat is dat de beschikbare middelen minder zijn en dat komt tot uiting in het aantal journalisten dat een redactie bemand. In mijn gesprek met Michiel van der Geest van Volkskrant.nl vertelt hij hoe dit doorwerkt bij zijn organisatie. De krant heeft een redactie van 180 (freelance-)journalisten en veel ruimere budgetten dan zijn webre-dactie van 12 mensen. Om deze reden is het moeilijker om mensen in te zetten voor langdurig onder-zoek, zonder dat dit ten koste gaat van het aantal nieuwsonderwerpen dat de site kan behandelen.Naast geld is ook de beschikbare tijd schaarser, omdat de doorloopsnelheid bij de webredactie veel sneller is dan bij de krant. Op internet kan immers direct gepubliceerd worden en hoeft er niet gewacht te worden op de rest van de stukken en het drukken van de krant. Daarnaast is er altijd het risico dat een concurrerende site sneller is in het publiceren van een bericht. De gevolgen van deze zaken voor de webredactie is een voortdurende tijdsdruk. Waar de krantenredactie best vijftien mensen kan bel-len voor informatie, zal de webredactie eerder twee of drie mensen bellen als dat in principe ook voldoende is voor een goed artikel. Als gevolg hiervan bevat de krantensite minder achtergrondartikelen of nieuws door bevindingen uit eigen langdurig onderzoek. De beperkte financiële middelen in combinatie met beperkte tijd dwingen tot het maken van een keuze, omdat de slagkracht van de redactie aan grenzen gebonden is. Die keuze is dan op de eerst plaats een focus op het bijhouden van de headlines. De plaats van internet als mediumHet probleem dat de middelen van een webredactie kan vragen oproepen. Waarom kiezen kranten voor een webredactie met al zijn beperkingen, als ze ook gebruik kunnen maken van de krantenredactie? Bij het stellen van die vraag wordt er wel voorbijgegaan aan het feit dat internet als medium duidelijk ver-schilt van de papieren krant. Beide media zijn grotendeels gebaseerd op tekst, al is er de mogelijkheid tot beeld, maar verder hebben papier en internet als medium een eigen plaats. Bij het lezen vanaf papier is er volle concentratie op die bezigheid. Lezers lezen de teksten lineair en hebben een passieve rol. Het initiatief ligt bij de zender van de informatie. Daarnaast laten onderzoeken zien dat lezen vanaf papier sneller1 gaat en langer is vol te houden, hoewel dit verschil wel minder wordt omdat beeldschermen technisch steeds beter worden en langzaam de scherpte van papier evenaren. De actualiteit die bereikt kan worden op papier is relatief, doordat er tijd nodig is om alles te drukken en te verspreiden. Op in-

17

ternet wordt er vaker al multitaskend gelezen. De rol van de lezer is actiever dan bij papier, omdat een website in tegenstelling tot papier bijvoorbeeld geen vaste volgorde van artikelen aanbiedt. Binnen die actieve rol leest de internetter meer scannend dan lineair, omdat er wordt gelezen met een specifiek doel. Dat doel kan het antwoord op een vraag zijn, maar ook het vervullen van een behoefte aan inter-essant nieuws. Ook is internet een medium dat van nature zeer actueel is, omdat het publiceren zeer gemakkelijk te doen is en gepubliceerde informatie direct beschikbaar is en snel verspreid kan worden. Daarbij geldt ook dat het wijzigen van artikelen ook snel kan, wat het makkelijker maakt om fouten te corrigeren of om artikelen naar verloop van tijd uit te breiden als er meer informatie beschikbaar is.Papier heeft als medium eigenschappen die over het algemeen beter passen bij langere, diepgravender en tijdlozer artikelen dan de meeste berichten op internet. Bij internet passen juist de kortere artikelen over het nieuws dat net is gebeurd beter. Uiteraard is deze scheiding niet absoluut, zoals een succesvol initiatief als Longreads toont. Op deze site is een overzicht te zien van de beste lange artikelen op in-ternet in combinatie met een schatting van de tijd die nodig is om het artikel te lezen.De verschillende rollen die papier en internet als medium hebben, zorgen ervoor dat het een-op-een kopiëren van de krant op een site niet werkt. Deze aanpak is geprobeerd in het verleden, maar een groot nadeel was dat het ten koste ging van de actualiteit van de site en dat er niet genoeg mee kon worden verdiend. Nieuwssites die zich louter richtten op het zo snel mogelijk brengen van het laatste nieuws hadden meer bezoekers en betere financiële resultaten. De werkwijze van deze laatste sites sloot beter aan bij het medium internet en de manier waarop mensen er gebruik van maken. In de praktijk betekent dat voor de inhoud van de krantensite dat er meer ruimte is voor wat er nú gebeurt. Dat kan met korte berichten op basis van kopij van een persbureau, die later worden uit-gebreid met bevindingen uit eigen onderzoek. Ook is dit mogelijk met live-blogs waarmee belangrijke gebeurtenissen van minuut tot minuut gevolgd kunnen worden. Bovendien hebben de artikelen een structuur die ervoor zorgt dat het geheel snel te scannen is door de lezer. In het vorige hoofdstuk is dat uitgebreider behandeld.De rol van de papieren krant gaat de laatste jaren steeds meer naar het duiden van nieuws met achter-grond artikelen, omdat het verslaan van zeer actueel nieuws is overgenomen door andere media als internet, maar ook televisie. De inhoud zal zich dus meer kenmerken door nieuws uit eigen onderzoek, analyses van nieuwsgebeurtenissen en opinie over actuele onderwerpen.De werkwijze van beide media verschillen zodanig dat het schrijven voor de site niet zomaar iets is wat naast het werk voor de krant kan worden gedaan, in ieder geval niet structureel. Het opzetten van een aparte redactie heeft in die zin een meerwaarde omdat er door specialisatie betere resultaten bereikt kunnen worden.

Andere doelgroepHet mediagebruik van Nederlanders is vrij constant, zo blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. De samenstelling van het mediagebruik is echter wel veranderd. Tot 2000 werd er minder tijd besteed aan lezen en luisteren naar de radio en werd er meer televisie gekeken. In 2005 daalde echter het aantal uren dat er naar televisie werd gekeken en steeg de tijd die besteed werd aan inter-netten. Uit dat onderzoek blijkt ook dat de samenstelling van het mediagebruik flink verschilt tussen de verschillende generaties. In 2005 maakten tieners twee keer zoveel gebruik van internet als de groep tussen 20 en 34 jaar2, die weer meer gebruik maakt van internet dan de oudere groepen boven hen. De gemiddelde internetgebruiker is dus jonger dan de gemiddelde krantenlezer.

Volkskrant.nl heeft in het verlengde van de krant de progressieve en hoogopgeleide Nederlander als doelgroep, maar richt zich wel op de jongere helft van die groep aangezien er meer jonge internet-gebruikers zijn. NRC.nl richt zich op de internetgebruiker, die al scannend zijn nieuwsberichten overal vandaan haalt. In de inhoud komt dit tot uiting in de onderwerpkeuze. Zo is er op de sites meer aan-dacht voor internet- en technologienieuws dan in de krant, omdat dit een van de onderwerpen is waar internetgebruikers bovengemiddeld geïnteresseerd in zijn. Daarnaast is de toon van de site informeler dan die dan de krant. Dat is vooral merkbaar in de verhouding ‘hard nieuws’ en ‘luchtig nieuws’ op de sites.

18

ConclusieEr zijn meerdere redenen aan te wijzen voor de verschillen in inhoud van krantensites en kranten. Al-lereerst zijn er niet genoeg middelen beschikbaar om als webredactie hetzelfde te kunnen doen als een krantenredactie. Daarbij geldt ook dat het niet wenselijk is om de papieren krant te kopiëren op de krantensite. De ervaringen die ermee zijn gedaan in het verleden laten ook zien dat deze aanpak niet werkt op internet. Waar papier zich leent voor achtergrond artikelen en enige afstand van de actualiteit, is internet bij uitstek het medium voor actuele, korte, berichten. De specifieke rol die een medium heeft, vraagt om een daarbij passende aanpak die ten volle kan profiteren van wat een medium te bieden heeft.. Ten slotte is de internetpopulatie jonger dan de gemiddelde krantenlezer en richten de krantensites zich dan ook op een jongere doelgroep dan de krant om bij een groter deel van de in-ternetgebruikers in de smaak te vallen. De krantensite werkt vanuit de geest van de krant waaruit zij voortkomt, maar heeft haar werkwijze wel aangepast aan de specifieke omstandigheden waar journalistiek op internet mee te maken heeft. Dat verklaart de verschillen in de inhoud ten opzichte van de krant.

1 Poort, (2010), p. 90

2 Dasselaar, (2010), p. 33 & p. 34

De redactieruimte van het ANP in Rijswijk

19

Journalistieke moresHanteren kranten dezelfde journalistieke normen voor pa-pier en digitaal? Ethiek is een van de zaken waarmee in journalistiek werk rekening mee moet worden gehouden. Het gaat om een pakket met normen en regels waarmee te bepalen is hoe ver een journalist mag gaan, wat wenselijk is, of gepast. Dit alles niet vanuit een wettelijk context, maar vanuit een moreel oogpunt.In de 20e eeuw zijn veel van deze ethische codes op schrift gesteld. De werkomstandigheden van een journalist weken toen wel sterk af van de huidige situatie. De vraag is hoe media met dat gegeven werken. In het geval van de krant geldt dat bijvoorbeeld voor de journalistieke normen die de site en de krant hanteren. Komen deze overeen? GedragscodesIn 1954 stelde de Internationale Federatie van Journalisten tijdens een congres in Bordeaux een ethis-che code op waar elke journalist zich aan zou moeten houden. Deze code van Bordeaux bestaat uit acht algemene richtlijnen waarin de klassieke journalistieke waarden worden vastgelegd, zoals waar-heidstrouw, onafhankelijk en eerlijk berichten, maar ook feiten controleren, het plegen van wederhoor en met open vizier werken. In Nederland zijn er twee verschillende ethische codes voor journalisten, die op grote lijnen de code van Bordeaux volgen. Zo is er de code voor de journalistiek, in 1995 opgesteld door het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren. Daarnaast is er sinds 2007 de leidraad van de Raad voor de Journalistiek. De codes geven richtlijnen voor journalisten die onafhankelijk zijn van het journalistieke medium.Met de opkomst van online journalistiek, groeide ook de kritiek dat deze codes onvoldoende zijn toe-gesneden voor de huidige tijd. In reactie daarop kwam de Raad voor de Journalistiek in 2008 met een aanvulling op zijn leidraad. Deze extra richtlijnen behandelen kwesties die met name van toepassing zijn op internet. Verder werd er weinig vernieuwd aan de gedragscode. Dat bleek ook niet nodig, was de conclusie van onderzoekers Klaus Schönbach en Richard van der Wurff na vragen aan 60 Nederlandse journalistiekexperts. Journalistiek blijft journalistiek, of het nou in de vorm is van een krant, of een site. In basis voldoen dus dezelfde journalistieke normen voor elk medium.De journalistieke beginselen en gedragsregels die op NRC.nl staan zijn exemplarisch voor deze opvat-ting. Er wordt expliciet gesteld dat “de artikelen en bijdragen voldoen aan de criteria die NRC Han-delsblad stelt aan kwaliteitsjournalistiek.” Het grootste gedeelte van de inhoud komt overeen met de klassieke journalistieke normen, maar er is ook ruimte voor enkele zaken die specifiek voor internet van toepassing zijn. Deze punten zijn bijvoorbeeld het waarborgen van de privacy van websitebezoek-ers en het maken van een zorgvuldige keuze uit kanalen als blogs en twitter zodat speculaties en geruchten geen ruimte krijgen op NRC.nl. Daarnaast wordt er ook gewezen op de gedragsregels voor mensen die willen reageren op artikelen op de site. Nieuwe dilemma’sHoewel de journalistieke mores in grote lijnen hetzelfde zijn, hebben journalisten op nieuwe media wel te maken met nieuwe dilemma’s en afwegingen die gemaakt moeten worden. Een voorbeeld is het overnemen van berichtgeving van andere nieuwssites zonder op juistheid te controleren, omdat er vanuit wordt gegaan dat de controle al is gedaan door de bron. Recentelijk ging dat mis bij ‘het Haagse toiletoproer’. Op een middelbare school zou ophef zijn ontstaan omdat de nieuwe rector het betalen voor wc-bezoek op school verplicht zou stellen. Het werd als eerste gemeld door de gratis krant Metro, vervolgens overgenomen door het ANP met als toevoeging “dat schrijft de gratis krant Metro”. Dit bericht werd weer overgenomen door nieuwssites, kwam de dag erna terug in kranten en een rel was geboren. Het bericht bleek uiteindelijk niet te kloppen1. Het gerucht was de wereld in geholpen door

19

20

leerlingen die ontevreden waren over de nieuwe rector. Om niet achter te lopen bij de concurrentie lijkt de werkwijze door dit soort voorbeeld eerst publiceren, dan checken. De eerste gedachte is dat de redactie volledig verantwoordelijk is voor de inhoud van de site, maar geldt dat ook als de herkomst van het bericht gemeld wordt? Het nieuwsfeit is bijvoorbeeld dan niet “Toiletoproer op Haagse school”, maar “Metro meldt toiletoproer op Haagse school.” In de leidraad van de Raad van Journalistiek wordt deze werkwijze goedgekeurd, mits de bron duidelijk vermeldt wordt en het bewezen is dat het gerucht echt circuleert. Deze werkwijze is niet uniek voor internet, het komt ook geregeld voor in kranten en tijdschriften. Het wordt op internet echter wel sneller gedaan.Ook bij het plaatsen van links in artikelen spelen dilemma’s. Het is vanzelfsprekend om bij een artikel over een onderzoek een link te plaatsen naar het onderzoeksrapport, maar hoe zit het bij het linken naar illegale of niet-openbare informatie? Soms is het noodzakelijk om te kunnen verwijzen naar bewijs bij het aan de kaak stellen van misstanden. De vragen die spelen bij het linken naar dit soort informatie is of het algemeen belang ermee gediend wordt en of dat opweegt tegen de belangen die geschaad worden met de plaatsing van de link. Het onderscheid tussen een geheim overheidsrapport waarin fraude wordt aangetoond en naaktfoto’s van een BN’er is nog wel te maken, maar tussen deze twee uitersten is een grijs gebied.De omgang met archieven en correcties op artikelen komt in de huidige tijd ook onder een nieuw licht te staan. Krantenarchieven waren voorheen afgesloten systemen, tegenwoordig is veel terug te vinden met een zoekopdracht op Google. Op deze manier zijn artikelen waar mensen negatief worden be-schreven en met naam worden genoemd dus ook makkelijker te vinden. De laatste jaren hebben justitie en de Raad voor de Journalistiek hier meerdere uitspraken over gedaan. De teneur is dat de archieven zo volledig mogelijk moeten zijn en dat die volledigheid boven de belangen van individuele personen staat. Slechts in uitzonderlijke gevallen mag van dit principe worden afgeweken. Op redactioneel niveau wordt er bij bepaalde titels soms anders over gedacht en worden namen toch uit archieven verwijderd. De afweging tussen integriteit en de volledigheid van het archief versus belangen van anderen speelt ook bij correcties op artikelen. Waar in een krant een rectificatie nodig is om feiten te herroepen, kun-nen artikelen op internet bijna geruisloos worden aangepast. Enerzijds is het mooi dat het mogelijk is, maar daartegenover staat dat de redactie ook de geschiedenis in feite vervalst. In de leidraad voor de Raad voor Journalistiek wordt gewezen op een ‘passende en ruimhartige rechtzetting’ als er een jour-nalist onjuiste informatie gepubliceerd heeft. Dat is op internet zeker mogelijk, door een update bij het bericht te plaatsen met de juiste informatie en de oorzaak van de fout uit te leggen.Ten slotte is er het privacyvraagstuk . Informatie van slachtoffers en daders van misdrijven is tegen-woordig makkelijk te achterhalen op sociale media en vervolgens te verspreiden. In hoeverre heeft het dan nog zin om vast te houden aan de regel om slechts de initialen van verdachten te melden in de pers? De Raad voor Journalistiek erkent dat anonimisering in niet meer van nut is in gevallen waarbij de namen van verdachten al volop rondgaan op internet, zoals het geval was bij de moordenaars van Van Gogh en Fortuyn. Zolang er geen sprake is van algemene bekendheid van de namen, moet de pri-vacy van de verdachte echter gewaarborgd blijven. Redacties worstelen echter met dat onderscheid, waardoor er geregeld een situatie ontstaan waarbij de ene krant anonimiteit betracht en de andere krant uitpakt met foto’s van de dader. Ook bij privacy geldt de afweging wat het maatschappelijk belang is van publicatie tegen het al dan niet opwegen tegen de belangen van degene waarvan de informatie gepubliceerd wordt. ConclusieKranten hanteren voor hun sites in grote lijnen dezelfde ethische richtlijnen als voor de krant. Dat komt omdat de klassieke journalistieke waarden in principe onafhankelijk zijn van het medium waarop journalistiek bedreven wordt. De verschillen die ontstaan in de toepassing van de waarden bij krant en site komen door de specifieke eigenschappen en omstandigheden van elk medium. Internet heeft gezorgd voor nieuwe ethische dilemma’s in de journalistiek die vroeger geen, of in mindere mate een rol speelden. Er valt dus te concluderen dat de normen hetzelfde zijn, maar de omstandigheden waarin ze worden toegepast verschillen. Dat zorgt ervoor dat journalisten bij de site kunnen kiezen voor een andere afweging dan de journalisten bij de krant. 1 Koningsveld, (2012), http://www.scholieren.com/blog/2597

20

21

ConclusieAan de hand van welke factoren komen kranten tot hun nieuwe-mediastrategie?Met de deelvragen uit de vorige hoofdstukken heb ik geprobeerd de verschillende factoren die voor kranten een rol spelen bij een nieuwe-mediastrategie te onderzoeken. Een eerste bevinding daaruit is dat de nieuwe-mediastrategieën per krant erg verschillen, maar ook in de loop der tijd flink zijn aangepast. De vele verschillen en wijzigingen in strategie zijn te verklaren uit dat er nog volop wordt geëxperimenteerd met het vinden van de juiste formule, waarbij kwaliteitsjournalistiek mogelijk is in combinatie met voldoende inkomsten.Bij het bestuderen van het verdienmodel is te zien het oude model van de krant niet zonder wijzigin-gen overgezet kan worden naar internet. De meeste Nederlandse krantensites halen hun inkomsten volledig uit advertenties en hebben een digitale editie die vaak slechts beschikbaar is voor abonnees. De inkomsten hieruit zijn beperkt, terwijl de inkomsten uit de ‘papieren tak’ langzaam dalen. Daarom komt ook op de Nederlandse markt langzaam het betalen voor krantensites in opkomst. De implemen-tatie verschilt wel. Sommige sites willen krantenartikelen in een webomgeving beschikbaar maken en mensen laten betalen voor toegang tot al deze artikelen voor een beperkte tijd. Andere initiatieven gaan uit van het abonneren op bijdragen van individuele journalisten, terwijl er ook journalisten zijn die onafhankelijk van een krant of tijdschrift zelf geld inzamelen bij lezers om hun reportages te kunnen bekostigen. Mensen zijn bereid om te betalen voor nieuws, maar de manier waarop moet flexibeler dan voorheen het geval was.Flexibiliteit speelt ook een rol in de vaardigheden die een journalist nodig heeft. Het is een vorm van los komen uit de oude journalistieke cultuur, om zelf een werkwijze te ontwikkelen die strategisch gebruik maakt van de mogelijkheden die internet biedt. Schrijven voor internet is daarin een specifieke vaardigheid. Daarnaast is transparantie en ver-antwoording ook belangrijk, door de actievere rol van de lezer. Verder is originaliteit onmisbaar om zo een eigen stem te hebben tussen de vele concurrentie in de vorm van andere nieuwssites en andere (freelance-)journalisten.Het optimaal gebruik maken van de mogelijkheden die internet biedt is naast de beschikbare middelen de reden waarom de inhoud van krantensites verschilt van de krant waaruit zij is ontstaan. Als medium vervult internet een afwijkende rol ten opzichte van de krant, daarnaast is er sprake van een jongere doelgroep met eigen behoeftes. Er wordt echter wel gewerkt vanuit dezelfde ideeën als waar de krant voor staat, met enige aanpassingen aan de omstandigheden op internet. Dit is vergelijkbaar met de ethische principes voor kranten en hun sites. Op grote lijnen komen deze overeen, omdat ze univer-seel zijn voor de hele journalistiek. De verschillende afwegingen die kranten en sites echter maken is het gevolg van het speelveld dat anders is en zorgt voor nieuwe dilemma’s en andere toepassingen van ethische waarden. Het grote probleem in de huidige journalistiek is de vraag hoe er voldoende inkom-sten gehaald kunnen worden uit online publicaties, om zo de continuïteit van de krant in de toekomst te waarborgen. Deze factor is essentieel in het bepalen van een nieuwe-mediastrategie. Het gaat echter niet alleen om inkomsten. Een ander doel is dat de nieuwe-mediastrategie past in de geest van de krant en meer algemeen de journalistiek. Er moet ruimte blijven voor een goede, betrouwbare nieuwsvoor-ziening. Uiteraard met enkele aanpassingen aan de specifieke omstandigheden op internet, maar de grondgedachte blijft gelijk. De vorm verschilt alleen van het oude model.Het vinden van een nieuwe-mediastrategie die voldoet aan de doelstelling van economische houd-baarheid en het werken vanuit journalistieke ideeën vraagt om experimenteren totdat er modellen zijn gevonden die werken in de praktijk. Het resultaat dat daaruit kan volgen is misschien wel het best verwoord door Clay Shirky, een Amerikaanse schrijver die zich bezig houdt met de sociale en econo-mische effecten van internet. “No one experiment is going to replace what we are now losing with the demise of news on paper, but over time, the collection of new experiments that do work might give us the journalism we need.”

22

Armstrong, M., (z.d.) What Are Longreads? http://lon-greads.com/about/

Blom, E. & Stekelenburg, R., (2013) Top Names High-lights - Marianne Zwagerman. Geraadpleegd op 26/01/13 http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=2R3XLWEZeXU#

Blom, E. & Stekelenburg, R., (2013) Piet Bakker (Hoge-school Utrecht): “Kranten moeten een nieuw prod-uct ontwikkelen, geen beter product”. Geraadpleegd op 26/01/13 http://fastmovingtargets.nl/episodes/piet-bakker-hogeschool-utrecht-kranten-moeten-een-nieuw-product-ontwikkelen-geen-beter-product/

Blanken, H. & Deuze, M. (2007). Popup: De botsing tussen oude en nieuwe media. Amsterdam: Atlas

Boon, L. & Pleijter, A., (2011). “Internetredacties werden gehinderd door kranten-mensen die het web niet ken-nen en willen kennen”. Geraadpleegd op 29/11/12 http://www.denieuwereporter.nl/2011/01/%E2%80%9Cinternetredacties-werden-gehinderd-door-kranten-mensen-die-het-web-niet-kennen-en-willen-kennen%E2%80%9D/

Bruggen, A. van & Hornstra, R., (z.d.) Give us your money. Geraadpleegd op 23/12/12 http://www.thesochiproject.org/home/subscribe/

Dasselaar, A. (2010). Handboek crossmediale journalistiek en redactie. Culemborg: Van Duren Media

De Nieuwe Pers, (z.d.). Meedoen aan DNP? Geraadpleegd op 23/12/12 http://dnpblog.nl/meedoen

Jong, J. de, (2012) Dat kranten hun sites niet rendabel krijgen, ligt niet aan de NOS. Geraadpleegd op 03/01/13 http://www.denieuwereporter.nl/2012/05/dat-kranten-hun-sites-niet-rendabel-krijgen-ligt-niet-aan-de-nos/

Koningsveld, H. van (2012) Betalen om te plassen? Ger-aadpleegd op 30/01/13 http://www.scholieren.com/blog/2597

Logger, B. & Vries, R. de (2011). De laatste krant: DAG, het miljoenenverslindende huwelijk tussen PCM en KPN. Amsterdam: Podium

Pfauth, E.-J., (2013). Kranten ontkomen niet aan een betaalmuur. Geraadpleegd op 11/01/13 http://pfauth.com/journalistiek/kranten-ontkomen-niet-aan-een-betaalmuur/

Pfauth, E.-J., (2012). NRC Digitaal. Geraadpleegd op 23/12/12 http://pfauth.com/nrc-digitaal/

Pfauth, E.-J., (2010). Welkom op het nieuwe NRC.nl. Geraadpleegd op 23/12/12 http://www.nrc.nl/nieu-ws/2010/12/13/welkom-op-de-nieuwe-nrc-nl/

Haakman, D. & Ploeg, P. van der, (2009-2013). NRC Lab. Geraadpleegd op 23/12/12 http://www.nrc.nl/nrclab/

Poort, G. & Wert, C. de (2010). Handboek webredactie. Zaltbommel: Thema

Redactie NRC Handelsblad, (z.d.). Journalistieke be-ginselen en gedragsregels op nrc.nl. Geraadpleegd op 08/01/13 http://www.nrc.nl/journalistieke-beginselen-en-gedragsregels-op-nrc-nl/

Redactie Volkskrant, (2012). Volkskrant gaat krant in nieuw online model aanbieden. Geraadpleegd op 13/12/12 http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2664/Nieu-ws/article/detail/3361135/2012/12/10/Volkskrant-gaat-krant-in-nieuw-online-model-aanbieden.dhtml

Redactie Volkskrant, (2012). Internet uitzondering in dalende advertentiemarkt. Geraadpleegd op 13/12/12 http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2694/Tech-Media/article/detail/3329593/2012/10/10/Internet-uitzonder-ing-in-dalende-advertentiemarkt.dhtml

Shirky, C. (2009). Newspapers and Thinking the Unthink-able. Geraadpleegd op 20/12/12 http://www.shirky.com/weblog/2009/03/newspapers-and-thinking-the-unthinkable/

Tsotsis, A., (2012), Viral Aggregator BuzzFeed Raises $15.5M To Transform The Way People Get Their News. Geraadpleegd op 23/12/12 http://techcrunch.com/2012/01/09/viral-aggregator-buzzfeed-raises-15-5m-to-transform-the-way-people-get-their-news/

Vandermeersch, P. (2013). Betalen voor de digitale NRC? Geraadpleegd op 09/01/13 http://www.nrc.nl/hoofdredacteur/2013/01/09/betalen-voor-de-digitale-nrc/

Verhagen, L. (2013). Bereik nieuwssites in december: NOS en NU zakken weg. Geraadpleegd op 30/01/13 http://vkredactieblog.wordpress.com/2013/01/29/bereik-nieuwssites-in-december-nos-en-nu-zakken-weg/

Literatuurlijst

23

Bijlage 1: Logboek14-03-12

20-03-12

14-04-12

21-04-12

05-05-12

11-05-12

29-05-12

30-05-12

08-06-12

20-08-12

1

1,5

1

0,5

2

-

1

2

0,5

-

Datum Tijd Plaats Verrichte werkzaamheden Opmerkingen AfsprakenAula

School

Thuis

Rome

Thuis

School

Thuis

Thuis

School

Bieb

Aanwezig bij voorlichting PWS voor gehele 5e klas

PWS presentatie 6e klas bezocht

Wat gezocht en nagedacht over een onderwerp

In een vrij uurtje nagedacht en onderwerpen weggestreept van de longlist

Gekozen voor kranten en nieuwe media, denk over aanscherping onderwerp. Wat zaken opgezocht

Keuzeformulier ingeleverd

Gewerkt aan Mediatheekopdracht 1 en formuleren deelvragen

Mediatheekopdracht 1 afgemaakt en opgestuurd naar RSW

Gesprek PWS voortgang/beoorde-ling met RSW

Boeken zoeken voor PWS

Start traject PWS

Veel inspiratie

Longlist ge-maakt

Keuze gemaakt!

Nadenken over aanscherp-ing onderwerp + starten met bronnen zoeken

Bibliotheek bleek gesloten

Week erop PWS presentatie 6e, boekje mee met alle info

11 mei inleveren

Inleveren me-diatheekopdracht voor 1 JuniAfspraak gemaakt met RSW voor gesprek op 8 juni

BeeldverantwoordingOmslag: Collins, K. (2011) Keyboard X-ray & Com-puter Mouse X-Ray http://www.flickr.com/pho-tos/kevincollins123/sets/72157626902882349/with/6598913491/ (CC BY-NC-ND licentie)

Pagina 5: Verhoeff, B. / Anefo. Maanland-ing, mensen lezen de krant. Nationaal Archief. http://www.flickr.com/photos/nationaalar-chief/8240396745/

Pagina 6-7-8: Hine, L. (1936). Mt. Holyoke, Mas-sachusetts - Paper. American Writing Paper Co. Cylinder machine. US National Archives. http://www.flickr.com/photos/usnational-archives/7494449750/

Pagina 8: Verhagen, L. (2013). Figuur met het be-reik van Nederlandse nieuwssites STIR. De af-gedrukte versie is een bewerkte versie van het origineel. http://vkredactieblog.wordpress.com/2013/01/29/bereik-nieuwssites-in-decem-

ber-nos-en-nu-zakken-weg/Pagina 11, links: Een publicatie van The Sochi Pro-ject. http://www.thesochiproject.org/home/sub-scribe/

Pagina 11, rechts: Screenshot van de DNP app. http://www.ipadclub.nl/37015/ipad-app-de-nieu-we-pers-van-de-pers-verschijnt-op-11-april/Pagina 12: Zelfgemaakte afbeelding op basis van printscreens van NRC.nl en Volkskrant.nl.

Pagina 18: Zelfgemaakte foto, (2012). Newsroom ANP

Pagina 19-20: Central Office of Information ‘News-boys waiting to collect their copies of ‘News’. The National Archives UK. http://www.flickr.com/pho-tos/nationalarchives/8022855372/

Binnenwerk: Walraet, D. (2012). De Handleiding. Das Magazin, 3, bijlage.

24

04-09-12

15-09-12

01-10-12

05-10-12

07-10-12

09-10-12

10-10-12

11-10-1211-10-12

15-10-12

19-10-12

23-10-12

27-10-12

2-11-12

18-11-12

23-11-12

24-11-12

26-11-12

27/28-12-1229-11-12

30-11-121-12-12

1

2

1

0,3

0,5

1

2

0,21

2

0,5

1

2,5

0,1

2

0,5

1

1

0,25

1

0,51

Aula

Thuis

Bieb

School

Thuis

Mediatheek

Thuis

MediatheekThuis

Thuis

Trein

Kantine

Thuis

Thuis

Thuis

Bieb

Thuis

Thuis

Thuis

ThuisTrein

Instructiebijeenkomst & mediathee-kopdracht 2

Mail naar RSW gestuurd met plan, deelvragen en onderzoeksvraag geformuleerd. Gezocht in catalogus biebBoeken opgehaald, nog andere boeken gevonden en geleend.

Voortgangsgesprek met RSW

Gestart met Mediatheekopdracht 2

Krantenbank doorgezocht voor Me-diatheekopdracht 2

Mediatheekopdracht afgerond + start digitaliseren logboek + opstel-len Plan van Aanpak

Gesprek mediathecaris meth.opd.Logboek afgemaakt, contact gehad over datum ANP stage die doorgaat!

Gelezen in PopUp en aantekeningen gemaaktGelezen in boek over DAG en aantekeningen gemaakt

Gelezen in PopUp en aantekeningen gemaakt tijdens tussenuurGelezen in PopUp, Hb Webredactie en DAG en aantekeningen gemaaktMail gekregen met datum stage ANP

Gelezen in PopUp, Hb Webredactie en DAG en aantekeningen gemaaktVerlengingen op. Dus boeken dag daarvoor ingeleverd en opnieuw geleend. Hb Webredactie alweer uitgeleend

Boek DAG uitgelezen, begonnen aan boek De Pers een aantekeningen gedigitaliseerdInternetredacties gemaild met vraag medewerking PWS + voortgang gemaild RSWMailcontact RSW voortgang + plan-nen datum voortg. gesprekBellen chef VK.nl en uitwerken tel-efoongesprekMailen vragen naar chef NRC.nlGelezen in PopUp en aantekeningen gemaakt tijdens tussenuur

Op het idee gekomen voor gewijzigde onderzoeks-vraag en daarbij onderzoeksop-zet opgesteld

Tip inter. lezingOriëntatiefase afgerond, over-gang tot onder-zoeksfase

Nieuwe bronnen naast boeken

Inleveren materi-aal beoordeling 1B voor 12 okt 15:00

Voortgangsgesprek 5 okt 2e uur

13/12 meelopen op buitenlandredactie

29/11 chef VK.nl bellen, mailen naar chef NRC.nlDinsdag 13:00 voortgangsgesprek

Datum Tijd Plaats Verrichte werkzaamheden Opmerkingen Afspraken

25

2-12-12

4-12-12

8-12-12

13-12-12

15-12-1215-12-1219-12-12

20-12-12

23-12-12

24-12-12

27-12-12

30-12-1208-01-12

09-01-13

11-01-1312-01-13

25-01-1326-01-13

27-01-1328-01-13

29-01-13

30-01-13

01-02-13

0,5

0,5

2

8

1

2,5

31,50,5

0,5

2,5

2

2

20,5

1

0,152

23

24

2

8

-

Thuis

School

Bieb Utrecht

ANP Rijswijk

Trein

Thuis

ThuisTrein

School

Trein

Thuis

Thuis

Thuis

ThuisThuis

Thuis

ThuisThuis

ThuisThuis

ThuisThuis

Thuis

Thuis

Thuis

Bezoekscijfers nieuwssites gezocht

Voortgangsgesprek

PopUp uitgelezen en aantekeningen gedigitaliseerdMeegelopen op de buitenlandredac-tie

Gelezen in boek De Pers en aanteke-ningen gemaakt

Verslag gemaakt ANP, aantekenin-gen gedigitaliseerd en/of afgewerkt. Logboek en werkplaats bijgewerkt.Gelezen in HB webrd. en HB crossm.Gelezen in HB webrd. en HB crossm.Beoordelingsgesprek

Artikel Clay Shirky gelezen

Gelezen in HB crossm + DNP + NRC + Soschi Project sites onderzochtAantekeningen HB webr. + crossm. gemaakt, geanalyseerdGedachten in aantekeningen gezet. Nadenken over bevindingenZoeken sites, praktijkvoorbeeldNRC.nl stijlboek + journlistieke code geanalyseerd ic.m. HB crossm.Artikelen gelezen, aantekeningen gemaaktArtikel Pfauth paywall gelezenAantekeningen gemaakt, negedacht over raamwerk beantwoording deelvragenEerste deelvraag uitgeschrevenSites gezocht, aantekeningen doorgenomen, tweede deelvraag uitgeschrevenDerde deelvraag uitgeschrevenVierde en vijfde deelvraag uit-geschrevenConclusie geschreven, contact gehad met drukker, opzetje gemaakt in InDesign.Spelling checken, opmaak in Inde-sign, nalezen, afbeeldingen erbij zoeken, inleiding schrijven, klaar-maken PWS om in te leveren.PDF PWS inleveren op werkplaats en opsturen naar drukker.

Gevonden (STIR)

Wederzijdse tevredenheid

Geweldig! Uit-gebreid verslag op werkplaatsDefinitief niet nuttig voor onderzoeks-vraag, wel erg leuk om te lezen

HB webr. uitMooi op schema

Erg interessant

HB crossm. uit

Beide zeer nut-tige boeken

Nog geen concentratie gehad voor het daadwerkelijke schrijven

Klaar

Beoorde-lingsgesprek 19/12 08 :00

HB webredactie en HB crossm. Journ. Volgende week uit.

1 feb 09:00 dead-line

Levertijd drukker is 4 werkdagen

Datum Tijd Plaats Verrichte werkzaamheden Opmerkingen Afspraken

Leerling: Joca v/d Horst – SGA 6D ’12-‘13Begeleider: RSWOnderwerp: Kranten en nieuwe mediaSBU: 80

Totaal tijd: 89 uur

26

Bijlage 2: plan van aanpakOnderzoeksopzet zoals gemaild naar PWS begeleider dhr. Rasing op 15 september:“Door enige persoonlijke problemen de afgelopen weken kwam het PWS bij mij wat op de achtergrond te staan. Het wordt echter nu wel tijd om te beginnen. De afgelopen week heb ik nagedacht over het afbakenen van mijn onderwerp en daarbij kwam ik op de volgende opzet: Een vergelijking van de nieuwe-media-strategieën van 2 à 3 Nederlandse kranten. Ik dacht hierbij aan een regionale titel (De Gelderlander) en 1 à 2 landelijke dagbladen.De afgelopen jaren hebben Nederlandse kranten veel geëxperimenteerd met hun websites en de verdi-enmodellen erachter. Graag zou ik de overwegingen achter hun huidige strategie onderzoeken (speelt bijvoorbeeld regionale binding mee met hoe een lokale krant met nieuwe media om gaat?) en de ef-fecten binnen een aantal invalshoeken. Redactioneel (staat de internetredactie los van de krantenre-dactie, of is het een geheel? Schrijfstijl van stukken), economisch (hoeveel bezoekers, welke doelgroep) en vergelijkend (waarom kiest krant 1 methode x en krant 2 methode y).Als bronnen denk ik aan een mix van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens. Ik zou graag een poging wagen om mensen te spreken die direct bij het beleid op dit gebied verantwoordelijk zijn, daarnaast boeken/artikelen over deze onderwerpen en kwantitatieve gegevens als bezoekerscijfers van de web-sites.“

Hoofdvraag en deelvragen

HoofdvraagAan de hand van welke factoren komen kranten tot hun nieuwe-mediastrategie?

Deelvragen1. Welke nieuwe-mediastrategieën hebben kranten?2. In hoeverre moet een krant haar traditionele verdienmodel aanpassen om de site en digitale edities rendabel te maken?3. Welke vaardigheden moeten journalisten hebben als ze werken voor een krantensite?4. Waarom zijn er zoveel verschillen tussen de inhoud van de papieren editie en de site van dezelfde krant in stijl en onderwerpkeuze? 5. Hanteren kranten dezelfde journalistieke normen voor papier en digitaal?

HypotheseIk denk dat op dit moment de belangrijkste factor voor de nieuwe-mediastrategie is of er winst mee wordt gemaakt, dit omdat de oplages en winsten van kranten onder druk staan. Daarmee samen-hangend is een tweede belangrijke factor een zo groot mogelijk publiek en ik denk dat factoren als in-novatie door de berichtgeving op een nieuwe manier aan te pakken, wat meer op de achtergrond staan.