Pwp Tijd
-
Upload
valerie1987 -
Category
Travel
-
view
1.573 -
download
0
Transcript of Pwp Tijd
Tijdsbegrip in de lagere schooleerste leerjaar
Julie GoossensJoke Dullaert
Charlotte BrondeelMelissa Stremersch
Ellen DejongheLynn Gistelinck
Sarah Van MeleIlse Colman
Valérie Van Vaerenbergh
1. Leerplanstudie
• Kinderen ervaren en uiten dat hun leven een opeenvolging van gebeurtenissen is.
• Kinderen kunnen een planning maken in de tijd en er zich aan houden
Het leerplan over ons onderwerp :
Dagelijkse tijd: • het besef, dat het leven een opeenvolging van
gebeurtenissen is
• het inzicht dat er in de dagelijkse tijdsbesteding van mensen verschillen en gelijkenissen zitten
• Belangrijker: het zorgvuldig kunnen omgaan met de dagelijkse tijd = een planning kunnen maken en je daaraan houden
• Tijdsbegrippen : morgen, gisteren, vandaag, nu,…
• In de graad van de basisschool:
We hebben het enkel over dagen, weken en maanden. Dit is het enige dat in het eerste leerjaar besproken word.
2. Leermiddelen tijdsbegrip
Leermiddel 1 :
1. Tijd voor.. Tijd
2. Een dag … een week … een maand …
1. Tijd voor… tijd
• Lang of kort?• Gedicht ( + instrumenten waar de tijd mee kan
meten, bvb chronometer, zandloper,… )• Kinderen laten ervaren hoelang 1 minuut duurt• Werken met werkbladen. ( bvb experimenten,
inschatten van de tijd )
• In de juiste volgorde• Luisteropdracht: zoeken naar de elementen die niet
kloppen in een verhaal• Groepswerk: samen bepaalde dingen ordenen• Individueel: op een werkblad plaatsen wat ze eerst
doen in de ochtend, wat volgt enz.
2. Een dag … een week … een maand
• Dagklok:• Dag overlopen, van ‘s morgens tot de volgende
ochtend• Klok lezen, het uur en half uur.
• Daglijn:• Foto’s van kinderen tijdens verschillende
activiteiten op een draad met een klok eronder. Tot het verloop van de dag gevormd wordt
• Klasgesprek:• Gelijkenissen en verschillen zoeken
• Verwerkingsopdracht:• Het uur op een klokje zetten of tekenen
• Weekkalender:• De fouten zoeken in een verhaaltje, laten
vertellen over hun wekelijkse activiteiten zoals jeugdbeweging e.d.
• Maandkalender:• De vaste gebeurtenissen van de maand
aantonen op een kalender
Leermiddel 2 :
1. Maak tijd…voor de tijd
2. Dag – nacht
3. Ik film mijn dag
4. De klok tikt
5. De weekklok
6. Groot worden is veranderen
7. Van piepkleine baby tot..
1. Maak tijd voor … de tijd= creëren van tijdsbesef
2. Dag - nacht• prenten van mensen die een opdracht
uitvoeren, bijplaatsen : dag of nacht• Gerichte vragen stellen over dag en nacht• Seizoenen associëren met de dagen en
nachten• Beroepen uitbeelden van dag / nacht• Klein opstel over eigen dag schrijven• Klassikale tijdsbalk maken
3. Ik film mijn dag
• Elk detail van de ochtend laten uitbeelden• Gerichte vragen stellen, zoals wat beeld je NU
uit? Wat moet nog komen?• Aandacht besteden aan de chronologische
volgorde• Bij prenten plaatsen: moet nog komen, is bezig,
is al voorbij ( bvb bij opstaan : is al voorbij ) • Woorden op de tijdband plaatsen zoals
voormiddag, middag , namiddag , avond en daarbij prenten wat er gebeurt in die periode.
4. De klok tikt
• Een minuut lang stil zijn en een minuut lang bezig zijn, vertellen wat het langste duurt.
• Horloges verstoppen en opsporen adhv het getik
• Verschillende klokken benoemen• Het uur koppelen aan klasactiviteiten• Collage maken van de verschillende klokken
5. De weekklok• Dozen maken: voor elke dag van de week is er
een doos. De namen op de doos plaatsen en ze versieren naar gelang van de activiteiten van die dag.
• Bij de dozen typische kenmerken plaatsen van die dag. Bv. op zondag werken de meesten mensen niet
• Tekeningen maken over hun weekend en er dan bij vertellen.
• Op het einde van de week , de week overlopen• Kinderen laten vertellen wat er op een week
allemaal kan veranderen
6. Groot worden is veranderen ! • Waarnemingsopdrachten:
• De kinderen beschrijven elkaar
• Zoekopdrachten met foto’s• In groepjes van 5, foto’s van alle leden van het
groepje, de anderen moeten raden welke foto bij wie hoort.
• Doe hetzelfde met de babyfoto’s en doe hetzelfde met de kleuterfoto’s maar dan klassikaal
• Practicum• Iedereen meten met een meetstrook of meetlint. Dit
wordt afgeknipt op de lengte van het kind. • Iedereen wegen en hun gewicht wordt op een
kaartje geschreven. • Vergelijken met elkaar• Gegevens van zichzelf als baby ook aanduiden.
• Werken met een lied:• Als afronding kan je een liedje zingen
• Werken aan de ontdektafel:• spulletjes en afbeeldingen van dingen die met
ontwikkelingsfasen te maken hebben en de ontwikkelingsfasen zelf op tafel. (BV fopspeen, ...) de leerlingen reageren hierop.
• Laat de leerlingen dit materiaal ook bij de juiste ontwikkelingsfase leggen.
• Stel hierbij ook aanvullende vragen.
BV: Hebben alle baby’s een fopspeen, ...
• Kringgesprek:• Vraag aan de leerlingen wat er nog veranderd is
sinds de laatste foto (kleuter) en wat ze intussen allemaal geleerd hebben.
• Doe- activiteiten:• Bezoekje brengen aan de oudste kleuters. • Laat de kinderen zelf bedenken hoe ze hetgeen
ze geleerd hebben, kunnen gebruiken tijden een gezamenlijke activiteit.
7. Van piepkleine baby tot… Klasgesprek:
• Herneem een aantal aandachtspunten uit het vorige werkgeheel
• En daaruit de overgang naar het nieuwe onderwerp: de geboorte van een baby.
• Waarnemings- en ordeningsopdrachten:• kinderen weten dat een mens achtereenvolgens
peuter, kleuter, schoolkind, jongere en volwassen wordt.
• Ga daarop in met fotomateriaal. Leg het kriskras door elkaar op de tafel en bespreek het. Laat de leerlingen hierna de foto’s chronologisch rangschikken.
• Verwerkingsopdrachten:• soortgelijke opdrachten op een werkblaadje.
Hierop staat een man op zes verschillende tijdstippen in zijn leven. Ze knippen die afbeeldingen uit en leggen op de juiste plaats op het werkblad. Bespreek het resultaat.
• Werken met een fotoalbum:• Laat een grootouder van één van de leerlingen
komen vertellen over de verschillen van vroeger en nu aan de hand van een fotoalbum.
• Creatieve uitbreidingsopdracht:• In een les beeldende vorming kan je de kinderen
zichzelf laten schilderen als ze zeventig jaar zijn.
Leermiddel 3 : (+ uitwerking )
Mijn dag: een dag , een ding• Doelen:
• Het verloop van de ochtend, de voormiddag, de namiddag en de avond verwoorden
• De begrippen ochtend, voormiddag, middag, namiddag en avond gebruiken om herkenbare situaties te situeren in het dagritme.
• Een dagverloop in een lineaire vorm weergeven
• Materiaal:Gekleurde prenten ( zie hierna ) • Woordkaarten ( = kaarten met woorden op : dag,
ochtend , voormiddag, middag , namiddag, avond , nacht )
• 2 wasdraden en wasknijpers• Kleurpotloden en viltstiften• Schaar en lijm
• Wat kan er mislopen ?• Het plastificeren kan soms mislopen.• De prenten kunnen scheef geknipt worden.• Bij het kopiëren zijn de prenten soms niet duidelijk
• Tips :• Tijdens de lessen wiskunde (metend rekenen:
tijdstip en tijdsduur) de begrippen dag en nacht en de uuraanduiding verder ingeoefenen
• Elke dag kan een leerling een gekleurde wasknijper waaraan een kaartje met het woord ‘nu’ hangt op de juiste plaats bevestigen. Zo oefenen ze dagelijks de tijdsbegrippen in.
• Hoe maken?• Prentjes kopiëren, inkleuren, plastificeren en
uitknippen.• Alles aan de wasdraad hangen.
Leermiddel 4: ( + uitwerking )
Een weekkalender• Doelen:
• De kinderen herhalen dagelijks de begrippen : vandaag, gisteren, eergisteren, morgen en overmorgen.
• De leerlingen kunnen bepaalde activiteiten die kenmerkend zijn voor die dag situeren in de week en herkennen daarin een patroon.
• De leerlingen krijgen een ‘weekbesef’.• Dus: de leerlingen kennis laten maken met de
week – dag – morgen – overmorgen – gisteren en eergisteren en specifieke activiteiten op de dag kunnen situeren.
• Hoe maken?• knip uit stevig karton een grote cirkel, een kleine
cirkel en een pijltje• kleef op het karton papier• op de pijl schrijf je vandaag• op de kleine cirkel schrijf je nog in de juiste
volgorde ‘morgen’, ‘overmorgen’, ‘gisteren’, ‘eergisteren’.
• Op de buitenste cirkel schrijf je eerst de dagen van de week in de juiste volgorde.
• Daar rond kan je afbeeldingen van activiteiten plakken.
• Materiaal?• stevig karton• Papier• Schaar• Lijm• Velcro• Kleurtjes• afbeeldingen van activiteiten• …
DUS:
Er zijn mogelijkheden genoeg om de tijd op een leuke manier aan te brengen in het
eerste leerjaar.