De Tijd Voorbij

19
1 DE TIJD VOORBIJ Een éénmalige uitgave over vier jaar Bibliotheek Hoorn in verandering juni 2015 2011 – 2015 Met bijdragen van: Wim Keizer & Adriaan van Dis Zonder collectie geen bibliotheek: de bevlogenheid van Hans Lastdrager Wees niet bang, wees nieuwsgierig: educatie volgens het Hoornse model

description

De Bibliotheek Hoorn heeft afgelopen jaren te maken gehad met alle grote landelijke veranderingen, van bezuinigingen tot opkomst van E-books en daar zijn we op geheel eigen wijze mee omgegaan. We hebben steeds gedacht vanuit onze centrale doelstelling: Leesbevordering. Dat bracht ons tot een aantal creatieve oplossingen. In 'De Tijd Voorbij' kunt u daar uitvoerig over lezen.

Transcript of De Tijd Voorbij

Page 1: De Tijd Voorbij

1

DE TIJD VOORBIJ

Een éénmalige uitgave over vier jaar Bibliotheek Hoorn in verandering

juni 2015

2011 – 2015

Met bijdragen van: Wim Keizer & Adriaan van Dis

Zonder collectie geen bibliotheek: de bevlogenheid van Hans Lastdrager

Wees niet bang, wees nieuwsgierig: educatie volgens het Hoornse model

Page 2: De Tijd Voorbij

2 3

Lezen, ontmoeten en afscheid nemen

De bibliotheek is ontzettend belangrijk voor de gemeente Hoorn. En natuurlijk vooral voor haar inwoners. Het is de plek waar kin deren mee krijgen hoe leuk lezen is. Er gebeurt daarnaast heel veel. Er zijn aller lei acti viteiten, en het is ook gewoon een erg leuke plek om te zijn. Het Leescafé, dat in samen werking met Phila­delphia gerund wordt, is voor veel mensen een fijne ontmoetings­plaats om een kopje koffie te drinken, wat te lezen en een praatje te maken.

Zelf vind ik vooral ook de Brede School Bibliotheek, waarin kinderen zélf bibliothecaris mogen zijn, een erg mooi concept. Toen de bibliotheek daarmee begon, was dit erg vernieuwend. Inmiddels heeft dat voorbeeld op veel andere plaatsen navolging gekregen. Daar zijn we best trots op. Het is heel belangrijk om kinderen het plezier van lezen bij te brengen. Door ze op deze manier ook te laten ervaren wat er allemaal komt kijken bij het draaiende houden van een bibliotheek, betrek je een hele brede groep bij de wereld van het boek.

Dit magazine is bedoeld als afscheidscadeau van Hans Lastdrager aan zijn collega’s en andere betrokkenen bij het biblio­theekwezen. Nu hij met pensioen gaat, nemen we afscheid van een zeer ervaren bibliotheekdirecteur met een eigen visie op de rol van de bibliotheek. Als wethouder heb ik jammer genoeg maar een jaar met hem samengewerkt, maar voor die tijd had ik in mijn rol als fractievoorzitter in de gemeenteraad jarenlang een heel plezierig contact met hem.

Hans is heel toegankelijk en steekt zijn mening niet onder stoelen of ban ken. Hij is een man van de rechtstreekse communi­catie en de korte lijnen. Hij vindt het belangrijk dat de bibliotheek innovatief en vernieuwend is, midden in onze samenleving staat en de samenwerking aangaat met andere partijen, zoals scholen. Hans komt bijvoorbeeld met initiatieven en plannen voor het terugdringen van laaggeletterdheid en voor de uitbreiding van de functie van de bibliotheek als ontmoetingsplek. Dat stel ik enorm op prijs.

Hoe de toekomst van de bibliotheek eruit zal zien? Wie het weet, mag het zeggen. Lezen blijft sowieso belangrijk, daar ben ik van overtuigd. Wat de trend richting digitaal lezen zal betekenen voor de bibliotheek en vooral hoe snel die trend zal doorzetten, is lastiger te voorspellen. De bibliotheek als ontmoetingsplek zal in elk geval blijven bestaan. Misschien wel in een andere vorm, daar moeten we ons in laten verrassen. En misschien ook op een andere locatie. Binnenkort bespreken we in de gemeenteraad in hoeverre een Westfries Centrum voor de Kunsten binnen de bestaande budgetten gerealiseerd kan worden.

Maar wat er ook komen gaat, we zullen Hans zeker missen. Als biblio theek directeur, moet ik daar eigenlijk aan toevoegen. Want ik vermoed dat we elkaar nog op veel andere plekken in de stad zullen tegenkomen.

Judith de JongWethouder kunst en cultuur, financiën en sociale zaken, gemeente Hoorn

Page 3: De Tijd Voorbij

54

7 Zonder collectie geen bibliotheek In gesprek met Hans Lastdrager

12 Wees niet bang, wees nieuwsgierig Educatie volgens het ‘Hoornse model’

18 Menselijk kapitaal als grootste troef Marije Molthoff

16 Het leven: één groot boekenbal Boeken horen bij het leven!

22 Het boek is springlevend Tanja de Jong over collectievorming

22 De mooiste baan van Hoorn Coördinatoren aan het woord

26 Hot & hip, dat is de bieb Miranda Rood over het cultureel programma 28 Van klant­

gericht naar klantgedreven Over creatieve én effectieve marketingplannen

32 De bibliotheek als kloppend hart Bestuursvoorzitter Thom Pronk

30 Schrijvers moeten schrijvenLezers moeten lezen Adriaan van Dis

Page 4: De Tijd Voorbij

7

Hans Lastdrager

Zonder collectie geen bibliotheek

Belangrijke uitspraken die in het gesprek met Hans Lastdrager een paar keer terugkomen, zijn ‘collectie centraal stellen’ en ‘anticyclisch beleid voeren’. Je kunt inderdaad wel zeggen dat een directeur die de collectie centraal stelt tegendraads bezig is. Tegenwoordig hoor je vaak dat in het digitale tijdperk voor een moderne openbare bibliotheek ‘de connectie’ belangrijker is dan ‘de collectie’. Maar daar trekt Hans zich niets van aan. ‘Als er geen collectie is, hebben we het niet meer over een bibliotheek.’ ›

Tekst: Wim Keizer

Hans Lastdrager voerde anticyclisch beleid

Page 5: De Tijd Voorbij

98

Kop en staartIn de Bibliotheek Hoorn is een

onderdeel van het personeelsbeleid ‘projectmatig werken’. Hans noemt als voordeel dat er veel meer interdisci-plinaire teams zijn en dat alles wat er gedaan wordt ‘een kop en een staart’ heeft. En dat er verantwoording over wordt afgelegd. Het maakt het beleid veel overzichtelijker. Hans ‘Personeelsbeleid is de sleutel tot goede, geactiveerde mensen. Er was een gat tussen front- en backoffice, maar met zo’n klein personeelsbestand is dat helemaal niet nodig. We zijn ook begonnen met een ‘bibliotheekaca-demie’: kennis delen, inspiratie opdoen en deskundigheid bevorderen. Een aantal keren per jaar sessies voor het hele personeel, die door een wisselend clubje mensen worden voorbereid. Dit mag men zelf regelen. Het moet over het vak gaan, voor iedereen van belang zijn en een lokale component hebben. Het werkt heel goed. We doen weinig met mensen van buiten, we hebben onze eigen capaci-teiten.’

De Bibliotheek heeft twee orga nisatie-clusters, Educatie en Col lectie vor ming, en Publieke dienstverlening. Hans stuurt zelf het eerst genoemde cluster aan, het andere wordt gedaan door Marije Molthoff. ‘Verder zijn er geen managers, we heb ben al die lagen managers geschrapt. Ik haal het management-beleid uit mezelf, niet uit cursussen of literatuur. Ik ga één keer in de acht weken met alle medewerkers in gesprek en dan moeten ze ook mij vragen stellen.’

Alle Nederlandse literatuur

Als we het nog even over collectie beleid hebben, kun je dan iets zeggen over keuzes die je moet maken?

Hans ‘Ik vind dat we alle Neder landse literatuur in de bibliotheek moeten hebben, de tachtigers, de vijft igers enzovoorts. Als wij dat niet hebben, wat doen we dan nog als openbare biblio-theek? Wij staan voor de Neder landse litera tuur en daar horen ook gedich ten bij. Ik ben een fan van Slauerhoff. Zulke gedichten moeten er gewoon zijn. Ik heb niks met een management cultuur; daardoor zijn boekhandels failliet gegaan. Het leukst is: praten over lezen en boeken. Ik ben altijd in een boek bezig.’

Tijdens het interview blijkt dat De macht van begeerte van de Duitse schrijver Uwe Timm te zijn. Hans vertelt dat medewerkers zelf themakasten mogen maken: ‘de keus van ons’. Maar het mag ook van een ander zijn, zoals ‘de keus van de burgemeester’. ›

Het lijkt wel of Hans morgen gaat beginnen als directeur in plaats van op 15 juni met pensioen te gaan, want hij praat met groot enthousiasme over zijn visie op openbaar bibliotheekwerk en wat deze betekent voor de Biblio theek Hoorn. Een voor 2011 door de gemeente aange-kondigde bezuiniging van ca. 250.000 euro (vijftien procent) gaf hem de kans het beleid aan te scherpen en duidelijke keuzes te maken. Op die manier wist hij de bezuiniging terug te brengen tot 160.000 euro (tien procent).

De gemeente Hoorn (bijna 72.000 inwoners) heeft een centrale biblio theek in de binnenstad en twee wijkfilialen: in Risdam en Kersen boogerd. Daarnaast zijn er vier bredeschoolbibliotheken (BSB). Zo is de bibliotheek in iedere wijk in Hoorn vertegenwoordigd. In de centrale vestiging is een leescafé. Dat wordt gerund door mensen met een beperking. De Bibliotheek verhuurt de ruimte aan zorginstelling Philadelphia en die treedt op als ondernemer. In de Bibliotheek werken 28 mensen op 22 fte.

Leesbevordering als doel

Hans ‘Ik heb tegen de wethouder gezegd: als je niet meer dan tien procent bezuinigt, kan ik alle vestig ingen open houden en dezelfde dienst verlening blijven bieden. Ik heb ook gezegd: we hebben één doel en dat is leesbevordering. Uit dat centrale doel hebben we een aantal diensten ontwikkeld. Informatie is er al genoeg op internet, de snelle data zijn we kwijt, maar primair voor een bibliotheek is leesbevordering. De mensen komen voor de collectie. Ik heb ook gezegd: we willen die vestigingen houden, maar wel met beter personeel. En ik heb gegarandeerd dat een derde van de bevolking in Hoorn lid zal blijven.’

Hans zegt dat ‘de collectie centraal stellen’ betekent dat je twee banden per inwoner moet hebben. Voor Hoorn komt dat neer op 130.000 tot 150.000 banden. ‘Als je geen collectie hebt, is er geen bibliotheek meer, dat principe hebben we in Hoorn gevolgd. Wel hebben we de manier van collectievorming anders aangepakt. De standing orders hebben we uitbesteed, maar verder hebben we mensen in groepjes van drie of vier zelf opgeleid voor collectievorming. Ieder krijgt een collectieonderdeel onder z’n hoede. Leesbevordering is: actief met mensen omgaan, je verhaal vertellen, weten wat er aangeschaft is, weten wat die titels betekenen. Dit is een reactie op wat internet biedt, niet anoniem, maar

persoonlijk. Het aantal uitleningen daalt hier amper. De satisfactie van de medewerkers is ontzettend gestegen,’ aldus Hans.

Persoonlijk budget

Hij vertelt dat elke medewerker een persoonlijk budget van ¤ 100,- per jaar krijgt om daar zelf boeken voor te kopen. Ieder van de 28 medewerkers kan dus 3 of 4 boeken per jaar aan schaffen. Als een klant erom vraagt, kan de medewerker het boek kopen. ‘De reacties zijn heel positief. Je krijgt hierdoor ook rariteiten in de collectie, boeken die je anders nooit ziet. Eén keer per jaar bespreken we die boeken. De mensen van educatie kopen zelf hun jeugdboeken in. Dat is tegen de trend in alles centraal te doen: we voeren een anticyclisch beleid. Ik vraag wel aan de medewerkers er voor te zorgen dat de aangeschafte boeken ook uitgeleend worden. Ze mogen zelf weten hoe. Het kan door ze frontaal te plaatsen, er op de website aandacht aan te besteden of op Facebook, dat mag men zelf bepalen. We kopen voor 170.000 euro per jaar aan boeken, dan mag er best iets bij zijn wat niet loopt.’

Actief personeelsbeleid

Door de bezuinigingen werd Hans genoodzaakt nieuw personeels beleid te ontwikkelen. ‘Je haalt 160.000 euro bezuinigen niet met contributieverhoging alleen. De veranderingen brachten met zich mee dat we mensen nodig hadden die het verschil maken en een kwali-tatieve bijdrage leveren aan de inhoud en de ontwikkeling van de bibliotheek. Om dit te kunnen bereiken, heb ik bij de nieuwe samenstelling van het personeel gekeken naar de kwaliteit van mensen: wat draag je bij aan dynamiek en inhoud? Een aantal mensen vonden we minder geschikt en die zijn bij de reorganisatie ontslagen. Daarbij is niet de standaard-ontslagregeling in de CAO gevolgd, maar per persoon een regeling getroffen. Het resultaat is een perso-neelssamenstelling op basis van kwaliteit en niet op basis van anciënniteit.’

Hans meldt dat zeventig procent van de frictiekosten die met de ontslagen gepaard gingen door de gemeente betaald zijn. ‘Ik hield gemotiveerde mensen over, mensen die een bijdrage leveren aan de invulling van ons beleid. Die bijvoor-beeld ook een meerwaarde hebben voor een school, door het beter te weten dan het onderwijs of de schoolbegeleidings-dienst.’

Page 6: De Tijd Voorbij

1110

Hij geeft mensen altijd lijstjes mee: dat moet je lezen. Hij is niet bang voor concurrentie door centraal aangeboden e-books, maar denkt dat de bibliotheek sterk genoeg is. Voor e-books ziet hij een soort nichemarkt die marginaal blijft (mensen op vakantie). ‘Wij hebben een duidelijke taak met educatie, ontmoeting en advies. Dat er landelijk een digitaal aanbod is, vind ik prima, maar die uitname uit het gemeentefonds (om er landelijk e-books mee aan te schaffen) is vervelend. De uitname is in Hoorn slechts met de helft bezuinigd, dat was een belofte van de wethouder. Maar het bibliotheekwerk zou landelijk eigenzin-niger moeten zijn. Men loopt nu wel erg in de pas met OCW. Zo is ook het leenrecht verkeerd geregeld: dat zou door OCW afgekocht moeten zijn. Daar hebben we als SOOB ook op aangedrongen. Nu weer die uitname voor e-books. Daar heb je tien jaar last van. Heel principiële dingen als deze zijn landelijk fout gegaan,’ vindt Hans, die tien jaar voorzitter is geweest van de SOOB (het provinciale directie-overleg Stichting Overleg Openbaar Bibliotheekwerk Noord-Holland: belan-genbehartiger voor Noord-Hollandse openbare bibliotheken).

Eenheidsverhalen zinloos

Wat vind je van andere landelijke ontwik-kelingen, zoals het bestaan sinds 2010 van een Sectorinstituut Openbare Biblio-theken en een Stichting Bibliotheek.nl, die beide ingaand 2015 zijn opgenomen in de Koninklijke Bibliotheek?

Hans ‘Het interesseert me niet wat daar gebeurt, als wij er maar geen last van hebben. Het idee dat we landelijk één merk zouden moeten zijn, vind ik onzinnig. Wij zijn geen Albert Heijn. Bibliotheken zijn verschillend en dat mag ook. Dat is juist de kracht van de

bibliotheek. Bibliotheken zullen steeds meer gaan verschillen, afhankelijk van lokale prioriteiten. Eenheidsverhalen hebben geen zin. Ik heb bijvoorbeeld ook niets aan een Nationale Bibliotheek pas. Er is al een identiteit van de bibliotheek: elke enquête zegt dat de bibliotheek wordt gewaardeerd om de uitleenfunctie. Innovatie moet ontstaan op de werkvloer, landelijke innovatie van bovenaf gaat bijna nooit werken.’

Educatie

Ik lees in jullie beleidsstukken dat naast de collectie (en adviseren erover) de focus op educatie ligt. Hoe maak je dat waar?

Hans zegt het thema laag gelet-terdheid binnen de gemeente geclaimd te hebben. ‘Ik heb gezegd dat ik die markt wil hebben, als de wethouder dat steunt. Dat is gebeurd. Zo zullen alle mensen die in de bijstand zitten gratis lid gemaakt worden van de bibliotheek. We gaan deze groep gratis cursuspro-gramma’s bieden als Digisterker en leren lezen. Dit speelt allemaal nog niet zo lang, maar we zijn er wel uit met de gemeente. Lastig is nog wel dat de sociale dienst niet alleen voor Hoorn, maar ook voor vijf andere gemeenten werkt. We hebben voor bestrijding van laaggelet-terdheid en Digisterker een compleet aanbod gemaakt en we gaan hiervoor alle ochtenden open. Wij doen de coördinatie, verder zijn er mensen die les willen geven en mensen die iets willen leren, dus ‘leren aan’ en ‘leren van’. Dit is de participatie-maatschappij.’

Hoorn is ook bekend geworden met het concept van de bredeschool-bibliotheek (BSB). De BSB zit in wijken waar geen vestiging is. Het is geen bibliotheek op de school: de collecties zijn wel op school ontsloten (via het automa-tiseringssysteem), boeken kunnen daar

gereserveerd worden, maar moeten worden opgehaald in een bibliotheek- vestiging.

Bijzonder van de BSB is dat de kinderen er zelf bibliothecaris zijn en, zo zegt Hans, daar razend enthousiast over zijn. ‘We hebben er in 2007 de innovatieprijs van de Vereniging van Openbare Biblio-theken voor gekregen.’

Landelijk is het concept ‘de Biblio-theek op School’ (dBos) ontwikkeld, waar discussie over ontstaan is omdat het kan leiden tot verdere sluitingen van wijkvestigingen ten gunste van alleen scholieren. Hans vindt dat dBos alleen maar bestaansrecht heeft als er ook een centrale en wijkfilialen zijn. ‘Ik wil geen ondernemer zijn, maar klanten moeten wel meer betalen. De scholen betalen € 250,- en dat werkt alleen als je iets goeds biedt. We halen nu € 31.000,- uit dienstverlening aan de basisscholen.’

Prestatieovereenkomst

Hoe ziet de toekomst van de Bibliotheek eruit, denk je?

Hans ‘Na die bezuiniging in 2011 met tien procent is er verder niet meer bezuinigd. Ik verwacht dat ook niet meer. We doen veel voor de gemeente. Een goede relatie met de wethouder en de ambtenaar is een belangrijke basis. We hebben met de gemeente een presta-tieovereenkomst, met een budget voor vier jaar. Die overeenkomst mocht ik zelf opstellen en die gebruiken we ook om intern te sturen. De laatste is voor de periode van 2012 tot en met 2015. De overeenkomst beschrijft vooral ontwik-kelingen en legt vast dat er ieder half jaar rapportageafspraken zijn. Het belang-rijkst is dat 31 procent van de bevolking van Hoorn lid van de Bibliotheek is. En we bieden dienstverlening aan 29 van de 31 basisscholen.’ ‹

‘We hebben één doel en dat is lees bevordering.’

Page 7: De Tijd Voorbij

13

Wees niet bang

wees nieuwsgierig

‘Kinderen zijn de beste lees bevorde-raars die er bestaan’, stelt educatiespeci-alist Tanja de Jonge. ‘Als ik tegen een kind zeg: “Dat boek moet je eens lezen, dat is gaaf”, dan denkt dat kind “Mwoah. Wat weet die mevrouw nou van gaaf?” Maar als een leeftijdgenoot dat tegen je zegt, dan is dat een heel ander verhaal. Dan word je nieuwsgierig.’ Het zou wel eens een belangrijke factor kunnen zijn in het succes van de Brede School Bibliotheek (BSB), het concept dat in 2006 werd ontwikkeld door coördinator educatie Miranda Corbière en dat een jaar later de Bibliotheek Innovatieprijs won.

‘De vestiging Grote Waal moest sluiten wegens bezuinigingen’, vertelt Miranda Corbière over de directe aanleiding voor haar vernieuwende aanpak. ‘Doodzonde, vonden we. Want je haalt zoiets waardevols uit een buurt. Daarom wilden we in elk geval de kindercollectie overeind houden. Want als je lezen wilt bevorderen, kun je het beste bij kinderen beginnen. Toen bedachten we een plan om de vestiging te laten verbouwen, zodat we aan de helft van de ruimte genoeg zouden hebben. Met iets minder

bezuinigingen zou het moeten lukken om de vestiging voor kinderen open te houden met één coördinator. Ik sprak met de schooldirecteuren in de buurt en iedereen was enthousiast. Maar niemand had manuren beschikbaar. ‘Dan doe ik het wel met kinderen’, zei ik toen. En dat was het begin van de BSB.’

De kinderen de baas

Elk jaar leidt het team Educatie, in samenwerking met de frontoffice, alle kinderen van groep 7 van de Hoornse Brede Scholen op tot bibliothecaris. Inmiddels zijn er namelijk maar liefst vier vestigingen van de BSB bijgekomen: er zit er nu een in de afgeslankte vestiging Grote Waal, twee in een wijkcentrum-gebouw en twee in een brede school zelf. In één ochtend leren de kinderen scannen, archiveren, adviseren, kortom, de basisvaardigheden van de bibliotheek-medewerker. Het is niet verplicht, maar vrijwel iedereen doet mee. Daarbij helpt het ongetwijfeld een handje mee dat de BSB-activiteiten een onderdeel van het lesprogramma vormen. Lees: onder schooltijd. Als de BSB open is, ›

Educatie volgens het Hoornse model:

12

Page 8: De Tijd Voorbij

1514

staan er twee kinderen achter de balie en geven twee anderen hun medeleer-lingen leesadvies. De rest van de klas kiest en leest boeken, die natuurlijk ook mee naar huis mogen. ‘Ook kinderen die niet zo veel met lezen hebben, vinden het leuk om in de bieb te werken’, heeft Tanja gemerkt. ‘Bovendien is de BSB heel effectief: alle leerlingen zijn lid.’

Vijf keer per jaar organiseren kleine projectgroepjes van leerlingen activi-teiten rondom de landelijke leesbevor-deringsacties als de Kinderboekenweek en de Kinderjury. Miranda: ‘Dat is heel inspirerend. Ik ben elke keer verbaasd wat ze nu weer bedenken. Een puzzeltocht, levende standbeelden in de bieb beroemde duo’s uit de kinderliteratuur… We proberen in de uitvoering echt zo dicht mogelijk bij hun eigen ideeën te blijven.’

‘We laten ze eerst brainstormen’, vertelt Tanja. ‘Dan komen er allemaal woeste plannen voorbij. Dat laten we gewoon gebeuren. Vervolgens gaan we stemmen over het beste plan. Dan blijkt dat ze zelf heel goed in staat zijn om te letten op zaken als haalbaarheid. “Nee joh, dat kan niet, dat wordt veel

te duur”, zeggen ze dan. Of: “Dat lukt ons nooit in die korte tijd.” ‘Het wordt vaak onderschat wat kinderen zelf allemaal kunnen’, vindt Miranda. Neem bijvoorbeeld de keer dat de leerlingen vergaderden over de inrichting van een nieuwe vestiging. Daarover mogen de kinderen namelijk ook zelf beslissen. Een van de leerlingen opperde een neonkleurige vloerbedekking met rode muren. “En als er dan iemand met ADHD binnenkomt? Die gaat helemaal stuiteren! Dat is veel te druk!”, zeiden de anderen prompt. We hebben helemaal niet ingegrepen en uiteindelijk viel de keuze weloverwogen op een kleurstelling die wel zelf ook zouden hebben gekozen: fris en licht.’

Voorvechters van Pippificatie

Het BSB-concept vindt intussen ook landelijk navolging. Regelmatig komen medewerkers uit binnen-en buitenland in Hoorn de kunst afkijken en Miranda is bij wijze van spreken al half Europa afgereisd om het verhaal van de BSB te vertellen: ze bezocht bibliotheken in Zweden, Kroatië en Frankrijk.

‘Wij vinden dat iedereen mag leren van onze aanpak. Het is gewoon een heel andere benadering van het biblio-theekwerk. Je moet een belangrijk deel van de regie uit handen durven geven. Niet iedereen kan dat.’

Ook Babel, de jeugdafdeling van de hoofdvestiging in Hoorn, is ingericht op basis van ideeën van kinderen. Daarom mag je er op de kasten klimmen en vind je bovenop een boekenkast een lekker loungebed om in te liggen lezen. ‘Dat leverde in het begin wel kritiek op’, vertelt Miranda. ‘Niet van kinderen, maar van volwassenen. Zij waren bang dat er ongelukken zouden gebeuren. Maar heus, kinderen kennen hun grenzen. Als ze zich niet zeker voelen, kruipen ze op hun knieën over de kast, of ze blijven beneden. Pas als ze merken dat het lukt, lopen ze eroverheen. Er is nog nooit iets mis gegaan.’ De collega’s werden over de streep getrokken voor het plan door het motto van niemand minder dan Pippi Langkous: “Wees niet bang, wees nieuwsgierig.” En daarmee is de ‘Pippifi-catie’ van de Hoornse bibliotheek een feit.

Miranda Corbière

Tanja de Jonge

Zelf verhalen makenDe naam Babel refereert uiteraard

aan het Bijbelse verhaal. Wat niet wil zeggen dat er op de jeugdafdeling boeken in allerlei talen te vinden zijn. ‘De naam heeft betrekking op de verschillende manieren van leren die kinderen hebben’, verduidelijkt Miranda. ‘De leertalen, als het ware. Normaal gesproken zijn biblio-theken vooral voor talige kinderen. Maar je hebt ook bouwers, doeners en denkers. Daarom gaat het in Babel ook om het zélf maken van verhalen. De muren hangen vol met magneetwoorden waar gedichten of verhalen mee gemaakt kunnen worden; er zijn verkleedkleren; er zijn bouwblokken. Op die manier kan iedereen op zijn eigen manier met verhalen aan de gang gaan.’ Educatief abonnement

De BSB en Babel kun je rustig de parade paardjes van de Hoornse biblio-theek noemen. Maar er is meer op educatief gebied. Met 98 procent van alle basisscholen in Hoorn heeft de bibliotheek een samen werkings verband. Naast de BSB bestaat er een educatief abonnement, waarin de scholen

lespakketten krijgen aan geboden rondom de landelijke leesbevorderings-activiteiten. Daarbij wordt weinig met standaardpakketten gewerkt, willen beide dames maar even benadrukken. Tanja: ‘In ons educatie team, dat bestaat uit vijf medewerkers, zit maar één persoon met een klassieke bibliotheek achtergrond. Miranda en ik zijn allebei letterkundigen met een achtergrond in het onderwijs. Daarnaast hebben we nog een pedagoog en een ont wikkelings psycholoog in het team. We hebben dus erg veel kennis van en ervaring met het onderwijs. Dan zie je op voorhand al of een lespakket gaat werken of niet. Wij passen vaak van alles aan en kunnen daarbij goed out of the box denken.’

Woordenwerkplaats

In het kader van Een Leven Lang lezen participeert de Hoornse biblio theek ook in de lande lijke projec ten BoekStart voor de aller kleinsten, de Bieb op School voor de basisscholen en, in toenemende mate, in bibliotheekprojecten voor het vervolg-onderwijs. Een relatief nieuw project is de Woorden werk plaats, waarbij ouders actief worden betrokken bij de

taalontwikkeling van hun kind. Met behulp van pratend materiaal uit de wereld van de afasie krijgen vooral taalzwakkere ouders middelen aangereikt om actief met hun kind met taal bezig te zijn. Vaak gaat het daarbij om beeldverhalen waarbij gesproken tekst kan worden afgeluisterd of juist opgenomen, zodat ouders handvatten krijgen om met hun kinderen actief te praten over wat er allemaal te zien is op de illustraties. Maar er zijn ook materialen waarbij de kinderen of de ouders zelf gesproken commentaar kunnen opnemen bij eigen tekeningen en andere kunst werken. Het project wordt op dit moment bij wijze van pilot uitgezet op vijf basisscholen.

Het is een prachtvak, stellen de dames tevreden vast. ‘Onze concepten blijven ook steeds in ontwikkeling. We blijven kijken naar hoe het werkt en wat er nog beter of leuker kan. Taal verandert, generaties veranderen; daar moet je in meebewegen.’ ‹

Page 9: De Tijd Voorbij

1716

Het leven: één groot boekenbal!

Boeken horen bij het leven. Ze worden er aan ontleend, ze leveren er een bijdrage aan en ze staan er middenin. ‘Een leven zonder boeken is onleefbaar’ zei Erasmus al. En hij heeft gelijk. Boeken zijn overal. Mensen blijven lezen en zich omringen met boeken en met literatuur. Boeken, schrijvers en hun werk spelen op veel manieren een rol in ons leven. En in boeken. Een willekeurige, totaal incomplete greep.

Met dank aan Pieter Steinz

‘Er staat een stenen man bij onze vijverWe noemen hem Oom GanzeveerHet is een of andere dode schrijver

Dus dichten doet hij vast niet meer’

‘Zie je daar die manDie man daar op die fietsDie man dat is een dichterDus verder doet hij niets’

‘Dat gebouw stond vol met boekenwant dat was de bibliotheek

en op die hoek dacht Kees de JongenAan Rosa Overbeek’

Literair Droste­effectSchrijvers die schrijven over schrijvers die schrijven. Dit literaire Droste­effect kom je als lezer met enige regelmaat tegen. En eigenlijk is dat ook best logisch. Schrijven is de wereld van de schrijver. Dus daar kunnen ze misschien wel het beste over schrijven.

Renate Dorrestein: De Blokkade (1994): Schrijven over niet kunnen schrijven, kan blijkbaar ook. Dorrestein beschrijft in dit boek haar writersblock. Een roman is het niet geworden, want dat lukte dus niet

Gustave Flaubert: Madame Bovary (1857); een provinciale doktersvrouw laat zich het hoofd op hol brengen door de romantische fictie die ze leest

Bohumil Hrabal: Al te luide eenzaamheid (1976); een oude papierpletter filosofeert over het leven terwijl hij gecensureerde boeken vernietigt

Jay McInerney: Brightness Falls (1992); in de absurde New-Yorkse uitgevers-wereld gaat een goed huwelijk kapot aan hebzucht en ambitie

Bernhard Schlink: Der Vorleser (1995); roman over de liefde van een school-jongen voor een oudere vrouw met een verborgen oorlogsverleden

Carlos Ruiz Zafón: De schaduw van de wind (2002); de zoon van een Barcelonese boekhandelaar probeert de schrijver van een mysterieus boek te traceren

De bibliotheek als literair decorMeestal staan boeken in de bibliotheek, maar soms staat de bibliotheek ook in boeken. Het huiveringwekkende labyrint dat het decor vormt van Umberto Eco’s Naam van de Roos is misschien wel het bekendst, maar ook Miss Marple en Hercule Poirot van Agatha Christie mochten hun briljante speurwerk graag samenvatten in een fraaie privébibliotheek van een door moord opgeschrikt Brits landhuis.

Umberto Eco: De naam van de roos (1980); middeleeuwse Sherlock Holmes ontmaskert een seriemoordenaar die huist in de bibliotheek van een klooster

Agatha Christie: The Body in the Library (1942); Miss Marple onderzoekt de moord op twee jonge vrouwen: een in een huisbibliotheek, een in een steengroeve

Herman Brusselmans: De man die werk vond (1985); angst en walging, woede en verveling van een Brusselse bibliothe-caris op de rand van de wanhoop

Jorge Luis Borges: De Bibliotheek van Babel (1944); kort verhaal over een bibliotheek waarin alle denkbare boeken in alle talen aanwezig zijn

Frans Kellendonk: Letter en geest (1982); ‘spookverhaal’ over een excentrieke jongen die als bibliothecaris vergeefs probeert ‘mens onder de mensen’ te worden

Paul Auster: Moon Palace (1989); boeken en bibliotheken spelen een belangrijke rol in de Bildung van Marco Stanley Fogg, een ontdekkingsreiziger van de geest

Lekker geschrevenRecepten uit de wereldliteratuur

Met lezen voed je je geest, wordt vaak gezegd. Dat boeken soms écht de speek-selklieren in beroering kunnen brengen, weten veel lezers ook. Want wanneer een auteur smakelijk weet te vertellen over de gerechten die hun personages klaarmaken of voorgeschoteld krijgen, kan het water je in de mond lopen. Als die gerechten vervolgens weer hun weg vinden naar een ánder boek, zoals bijvoorbeeld het Literair Kookboek van Sven de Potter, dan komt de wereld van het boek wel heel letterlijk de wereld van de lezer binnen.

Edwin, medewerker van zorginstelling Philadelphia

Page 10: De Tijd Voorbij

18 19

Marije Molthoff

Menselijk kapitaal als grootste troef

Bevlogen, creatief, gastvrij. Zie daar de belangrijkste karakter eigenschappen (‘kernwoorden’ in algemeen gangbaar mar ke ting jargon) van de bibliotheek­medewerkers in Hoorn. ‘In 2011 moesten we gaan nadenken over waar wij als bibliotheek precies voor staan’, zegt manager ope rations en publieks­service Marije Molthoff. ‘En toen we dat beeld eenmaal hadden staan, moesten we bedenken hoe we daar zouden kunnen komen. Dan kom je uit bij de medewerkers. Zij vormen de basis.

‘Als onze medewerkers goed functio-neren, zijn ze fantastisch’, weet Marije. ‘Hans en ik moesten dus een manier ontwikkelen om ze tot bloei te brengen. We moesten op zoek naar de kracht van mensen en deze benutten.’ Dat klinkt allemaal prachtig, natuurlijk, maar hoe doe je dat? ‘De eerste stap was om bij iedereen helder te krijgen wat onze missie is: wij staan voor leesbevordering. Die focus, plus onze kernwoorden, moesten vervolgens door iedereen geoperationali-seerd worden in het eigen handelen.

Ach ja, gesneden koek voor eenieder die ’s avonds voor zijn plezier met een goed marketingboek op de bank ploft. Maar voor de gemiddelde bibliotheek-medewerker niet minder dan een heuse cultuuromslag. Ga er maar aan staan. Hans Lastdrager en Marije Molthoff kozen voor het centraal stellen van de eigen verantwoordelijkheid. ‘Onze medewerkers zijn professionals. Zij weten meer van hun vak dan wij’, stelt Marije. ‘Toch hebben bibliotheekme-dewerkers vaak de neiging om zich niet alleen dienstbaar, maar ook afwachtend op te stellen. Ik zeg vaak: “Laat het je niet allemaal zo overkomen. Als je het niet eens bent met een bepaalde nieuwe afspraak, ga daar dan over in gesprek met de backoffice. Frontoffice en backoffice kunnen alleen naar elkaar toegroeien wanneer je kennis met elkaar deelt. Iedere medewerker moet in staat zijn

om haar eigen beslissingen over haar werkveld en specialisme te nemen. In 2011 hebben we afscheid genomen van zeven medewerkers die niet goed uit de voeten konden met de nieuwe aanpak. De rest van het team is er zichtbaar door opgebloeid. Tijdens het laatste medewer-kerstevredenheidsonderzoek gaven ze de bibliotheek gemiddeld een waarderings-cijfer van 7.8. Dat is landelijk ver boven het gemiddelde.’

Sterke punten uitvergroten

Essentieel onderdeel van een cultuur-omslag is dat je de verandering zelf inzet en uitvoert, wisten Marije en Hans. ‘Je kunt mensen niet veranderen in een cursus. Wij kunnen de grote lijnen uitzetten, maar de verandering zelf ligt bij de medewerkers. Wij hebben de context voor verandering geschapen door ons te focussen op het uitvergroten van ieders sterke punten.’ Die focus kreeg onder meer vorm in de Bibliotheek- academie. Hierin presenteert eens in de acht weken een wisselend groepje van vijf of zes medewerkers aan alle collega’s een programma over een thema waar ze op dat moment mee bezig zijn. ‘Welk thema ze kiezen, staat helemaal vrij. Het gaat vooral om het delen van kennis, het elkaar op de hoogte brengen van nieuwe ontwikkelingen in, of grenzend aan, het vakgebied. Soms worden daar externe sprekers bijgehaald. Zo kwam onlangs ›

Page 11: De Tijd Voorbij

2120

een lokaal vermaarde retailmanager zijn kennis van klantvriendelijkheid met ons delen. Dat was erg inspi rerend.’

Behalve het uitvergroten van je sterke punten, moet je als organisatie ook weten waar je minder sterke kanten liggen. ‘We zijn een vrouwenorganisatie met, laten we zeggen, niet al te veel ICT-potentie. We zitten in een a-technische omgeving, terwijl we wel met allerlei technologische ontwikkelingen te maken krijgen, zoals de nationale catalogus en biebkaart. Daarom hebben we ons systeembeheer uitbesteed aan een technisch bedrijf. Voorheen hadden we voor 36 uur per week een systeembeheerder in dienst; nu komt er wanneer dat nodig is een extern adviseur. Daardoor is wel ieders basiskennis verbeterd. Je kunt nu tenslotte niet meer met elk kleinigheidje naar systeembeheer.’

De meerwaarde van projectteams

Een ander sleutelwoord in het perso-neelsbeleid van Bibliotheek Hoorn is ‘projectmatig werken’. Marije: ‘We zijn begonnen om onze collectievorming projectmatig te organiseren (meer hierover op pagina 24). Op dit moment

organiseren we vijftig tot zestig procent van onze werkzaamheden in projectvorm: interdisciplinair, met een kop en een staart. Uiteindelijk willen we het liefst alles projectmatig aanpakken. In het bedrijfsleven is dat heel normaal, maar in de bibliotheekwereld is een project-matige aanpak nog vrij bijzonder. Het grote voordeel van een projectorganisatie is niet alleen de efficiencywinst, maar vooral ook dat iedereen er beter van wordt. Door in projectteams samen te werken met collega’s met andere functies en specialismes, leer je een hoop over de overige disciplines in de organisatie. Er ontstaat meer begrip tussen de front- en de backoffice. We proberen die twee werelden zoveel mogelijk naar elkaar toe te laten groeien. Dat stimuleert de frontoffice om te groeien in de eigen verantwoordelijkheid; voor de back - office-medewerkers helpt het om het idee los te laten van “Zo gaan we het doen”.’

Vraag één: waarom doen we dit?

Scherp gesteld zou iedere mede werker voor zichzelf moeten kunnen formu leren wat haar toege voegde waarde voor de bibliotheek is, vinden Marije en Hans.

‘Er is veel vrijheid in de invulling van onze nieuwe uitdaging. Dat is heel positief ontvangen door de medewerkers. Maar het betekent dus ook dat we veel eigen initiatief van ze verwachten. We hebben een standaard projectformat gemaakt. Daarbij is de eerste vraag: waarom zouden we dit doen? Dat moet in een paar zinnen glashelder neergezet kunnen worden, passend binnen onze doelstelling van lees bevordering en onze kernwaarden. Als dat niet lukt, moet degene die het project wil voorstellen zich ernstig afvragen of het wel een goed plan is. Als het doel van het project wél binnen onze kaders valt, moet de medewerker bovendien zelf eerst onderzoeken of er middelen zijn om het project te financieren. Dus niet over de schutting gooien met de mededeling: “Kijk eens wat leuk, doe maar geld.” Nee, zélf uitdokteren of het financieel haalbaar is. De introductie van de kinderstads-dichter, een paar jaar geleden, is een goed voorbeeld van het soort projecten dat we willen: leuk, pakkend, mediageniek en gefinancierd uit een beschikbaar fonds. Die kant moeten we op.’ ‹

‘Eigen verantwoordelijkheid staat bij ons centraal’

‘A room without Books is like a Body without a Soul. Ik denk dat het merendeel van de mensen het eens is met deze quote. Daarom voel ik me een gezegend mens met een baan in de bibliotheek vol met boeken.’

Zozan Özer

‘Waar ik trots op ben in mijn vestiging, is dat wij als team de jongerenoverlast teniet hebben gedaan. We hebben daar als team veel energie in gestoken, met z’n drieën een lijn getrokken, maar eigenlijk was de grootste winst, het leren kennen van de jongeren. Daardoor konden ze niet meer anoniem binnenkomen.

Het grootste compliment was dat de grootste onruststoker, een aantal jaren later binnenkwam om een praatje te maken en te vertellen hoe het nu met hem gaat.’

Ilse Le Mair

‘Al heel wat jaartjes werk ik in de bibliotheek en heb vele veranderingen meegemaakt.

Waar ik als coördinator van de centrale vestiging trots op ben is dat het team publieksservice al die veranderingen zo soepel heeft eigengemaakt. Daarbij staat de klantvriendelijkheid hoog in het vaandel. De veranderingen die hier op de jeugdafdeling Babel hebben plaats-gevonden, waren een omwenteling in denken en doen. Dat was even wennen hoe hier mee om te gaan, maar na een tijdje waren de meeste kinderziektes er wel uit en bleven wij niet meer met kinderen om sluitingstijd zitten, waarvan de ouders de stad waren ingegaan en de kinderen in ons Babelparadijs achter bleven.

Bij de komst van het leescafé kregen wij nieuwe collega’s, cliënten van stichting Philadelphia met hun begeleiders. Dat gaf weer een nieuwe dimensie en uitdaging aan ons werk.

Met alle veranderingen blijven de collectie en de klanten centraal staan. Het hele team is er trots op dat we zoveel mensen kunnen helpen met advies en zoeken naar het juiste boek maar ook met het gebruik van alle apparatuur.

Ik hoop dat ik mijn steentje heb bij gedragen aan de bewust wording van de collec tie in de zin van wat komt er ieder week nieuw binnen,waar heeft men het over in de media, wat staat er nu in de top 10 en wat kun je doen om je kennis over te dragen aan de klant en collega’s. Alles met het doel om je eigen kennis te vergroten en de klant zo goed mogelijk te kunnen adviseren.’

Ans Hageman

De mooiste baan van Hoorn Coördinatoren aan het woord

‘Ik heb de mooiste baan van Hoorn. De hele dag ben ik omringd door boeken. Ik zie de elke dag mensen die willen lezen. En het allermooiste is als je die twee samen kunt brengen. Als je dat ene boek bij die ene persoon kunt passen. Dat zijn voor mij de krentjes in de pap.’

Petra Meijer

‘A room without Books is like a Body without a Soul.’

Page 12: De Tijd Voorbij

22 23

Het boek is springlevend

collectievorming:

Tanja de Jong

Voor Hans Lastdrager stond het als een paal boven water: de bezuinigingen voor 2011­2015 zouden NIET ten koste gaan van de collectie. ‘De bibliotheek is een gebouw met boeken’, mag hij graag zeggen. ‘Kom je aan de collectie, dan hou je een lege huls over.’ Dus kon coördinator collectievorming Tanja de Jong ongehinderd aan de slag met een jaarbudget van 170.000 euro. ›

Page 13: De Tijd Voorbij

2524

Persoonlijk budgetDe leukste troefkaart in het betrekken

van de medewerkers bij de collectie-vorming, is het persoonlijk budget dat Hans Lastdrager alle medewerkers van Bibliotheek Hoorn jaarlijks toekent. ‘Iedereen mag honderd euro besteden aan de aanschaf van items voor de collectie’, vertelt Tanja. ‘De invulling daarvan is helemaal vrij. Het mogen romans zijn, non-fictie, speciale uitgaves, maar ook een CD of een DVD. De keuze kan gemaakt worden naar aanleiding van een verzoek van een klant of op basis van persoonlijke voorkeur. Je ziet dat deze aanpak medewerkers laat nadenken over de voorwaarden waaraan een item moet voldoen om iets toe te voegen aan de collectie. Collega’s zijn zelfs kleine inkooporganisaties gestart, waarin de persoonlijke budgetten bij elkaar worden gelegd en er korting wordt bedongen bij de leverancier. Door het ze zelf te laten doen, worden mensen geprikkeld om na te denken over het kernproces van de bibliotheek. Eén keer per jaar presenteert elke medewerker aan zijn collega’s wat hij of zij met het persoonlijke budget heeft aangeschaft en waarom. Dat zijn altijd hele leuke bijeenkomsten, waarin de liefde voor het bibliotheekvak voorop staat.’

Jeugd leent massaal

Het aantal collectie-onderdelen is, net als de omvang van de collectie als geheel, overeind gebleven. ‘Hans zegt altijd: “Als je eenmaal iets opheft, komt het niet meer terug.” We hebben dus nog steeds veel muziek en films, maar ook een geweldige collectie tijdschriften met meer dan driehonderd abonnementen, en een mooie verzameling luisterboeken. Je hoort zo vaak dat het boek aan het verdwijnen zou zijn, maar dat is niet waar. We lenen massaal uit aan jeugd. De ledenaantallen zijn gelijk gebleven. Het aantal uitleningen daalt maar licht; veel minder in elk geval dan de landelijke trend. We zitten nog steeds op 530.00 uitleningen per jaar. Genres waarvan je het niet altijd zou verwachten, blijven onverminderd populair: reisboeken, bijvoorbeeld. Maar ook boeken over de Tweede Wereldoorlog, over natuur, over esoterie. We hebben een mooie collectie kunstboeken, de ouderwetse humaniora. Poëzie is sterk aanwezig en we zorgen er voor dat de grote schrijvers goed verte-genwoordigd zijn. Als je geen Vestdijk of Slauerhoff hebt staan, dan heb je als bibliotheek toch eigenlijk geen bestaans-recht?’

Zien lezen doet lezenDe opkomst van het e-book speelt

volgens Tanja eigenlijk geen rol in de collectievorming. ‘Het aandeel e-books is met vijf procent relatief klein en beperkt zich toch vooral tot thrillers en recente romans. Daar zal waarschijnlijk ook in de toekomst niet zo gek veel aan veranderen. Jaarlijks kopen we ongeveer 12.000 boeken per jaar in; óók banden die digitaal beschikbaar zijn.’

Presentatie speelt een belangrijke rol in de gunst om het publiek. ‘We hebben presentatietafels rond speciale thema’s als literatuur, spanning of romantiek. De boeken die worden ingeleverd, komen in eerste instantie op een draaitafel terecht. Daarvan zie je een groot deel opnieuw uitgeleend worden, zonder dat ze eerst zijn teruggezet in de kast. Wanneer andere mensen een boek blijkbaar de moeite waard vonden, nodigt dat anderen ook uit tot lezen.’

Op datzelfde sentiment spelen de wandborden en presentatierekken in, met ‘Tips van andere lezers’ en ‘Tips van ons’. In dat laatste rek presenteert eens in de zes weken een andere bibliotheekmede-werker de boeken van haar eigen keuze. ‘We willen weer terug naar persoonlijk contact met de klant, naar het geven van advies. Als een soort tegenbeweging in reactie op internet. Want hoeveel reviews kun je lezen? Het basisenthou-siasme voor boeken delen, dáár staat een bibliotheek voor. En dat krijgen we steeds beter in de vingers.’ ‹

‘De grootte van de collectie of de inkoop is niet veranderd’, bevestigt Tanja. ‘Landelijk ligt de norm voor collectie-grootte op twee banden per inwoner. Daar houden we ons nog steeds aan. Daarmee zitten we op 130.000 banden.’ Binnen de collectie zijn de afgelopen jaren wel wat verschuivingen geweest. ‘Het aandeel jeugd is gegroeid, onder andere door de samenwerking met scholen. Ook is het aandeel non-fictie enigszins afgenomen. Het aandeel van de standing order abonnementen van NBN Biblion hebben we uitgebreid. Daardoor hebben we onze handen vrij gekregen om samen te kijken hoe we de collectie beter en breder kunnen maken.’

Betrokkenheid vergroten

Het collectievormingsbeleid is er op gericht om de betrokkenheid van de medewerkers sterk te vergroten. Tanja: ‘Sinds een jaar of zes hebben we aparte opruimkrachten die de ingeleverde boeken weer terugplaatsen in de kasten. Daardoor kregen de mensen die contact hebben met het publiek steeds minder contact met de collectie. Maar om goed advies te kunnen geven, is het natuurlijk heel belangrijk om te weten wat er in de kasten staat. Daarom worden medewerkers uit de hele organisatie getraind om de verantwoordelijkheid voor de selectie van nieuwe materialen van een gedeelte van de collectie op zich te nemen. Iedereen heeft daarbij zijn eigen expertise of interessegebied. Dat brengt veel waardevolle kennis voor de collectie met zich mee: medewerkers weten inhoudelijk meer en ook de collectie als geheel verbetert door deze aanpak.

‘Hans traint nu steeds een groepje medewerkers in collectievorming’, vertelt Tanja. ‘De leukste dag van het jaar, vindt hij dat.’ Er zijn tegenwoordig eigenlijk amper nog klassiek opgeleide bibliothe-carissen. De bibliotheekdirecteur laat de medewerkers in vogelvlucht de basis-processen van het bibliotheekwerk zien. Het geeft ze een goede basiskennis van de criteria voor een goed samengestelde collectie en de kernwaarden van het bibliotheekwerk.’

Page 14: De Tijd Voorbij

Hot & hip, dat is de biebMiranda Rood over het cultureel programma

De afgelopen jaren heeft bibliotheek Hoorn haar cultureel programma succesvol ingezet om haar imago te verbeteren. Want laten we eerlijk zijn: van oudsher heeft een bibliotheek vaak last van een wat suffe, oubollige bijsmaak in de ogen van het publiek. Dat moest dus anders.

‘We hebben het programma ingedikt en verkort’, vertellen manager Marije Molthoff en programmamaker (marketing & communicatie) Miranda Rood. ‘Het zwaartepunt van het programma ligt nu op de bezoeken van landelijk bekende auteurs, vier keer per jaar. We hebben Adriaan van Dis hier gehad, Kees van Kooten, Maarten van Rossem, Connie Palmen, Midas Dekkers en Arthur Japin.’

Voor zulke grote namen wordt dan ook alles uit de kast gehaald. Door de hele stad komen posters te hangen en er worden interviews geregeld met de lokale en regionale media. De leden krijgen vooraf een nieuwsbrief over het oeuvre van de auteur, zodat ze al een beetje voorpret hebben en goed beslagen ten ijs kunnen komen. Na de lezing wordt vaak een aantal gesigneerde exemplaren van recent werk van de auteur verloot. Marije: ‘De lezingen vinden plaats in onze Salon. Daar kan maar zo’n honderd man in, dus je zit echt knie aan knie met de schrijver. Dat geeft een heel bijzondere, intieme sfeer. Mensen zijn daar graag bij. De lezingen zijn dan ook altijd uitverkocht.’

Boek&BalNaast de schrijversbezoeken zijn de

kindervoorstellingen tijdens de Kinder-boekenweek en de peutervoorleesdagen vaste prik, plus het in populariteit snel groeiende Boek&Bal, dat georganiseerd wordt in samenwerking met HIER in Westfriesland (het magazine voor kunst, cultuur en lifestyle in de regio) en de lokale literatuurliefhebber Hans Feld. Miranda: ‘Dit jaar hebben we Boek&Bal voor de tweede keer op verschillende locaties in de stad gehouden: in de bieb zelf, maar ook in boekhandels en cafés. Het gaat dan ook verder dan alleen een boekenbal. Het is meer een cultuur-festival met een hoofdrol voor jong talent op het vlak van taal en muziek. De culturele incrowd uit de regio staat inmiddels te trappelen om een plekje in het programma. Daar zijn we trots op.’

Tientallen kleine activiteiten, vaak gehouden in het Leescafé, en een heus bibliotheekpromotieteam van frisse jonge meiden hebben ongetwijfeld ook een belangrijke bijdrage geleverd aan de actieve uitstraling die de bibliotheek inmiddels merkbaar aankleeft. ‘We krijgen steeds meer verzoeken om activiteiten in het Leescafé te mogen houden. En we krijgen regelmatig brieven van mensen die hier zouden willen werken. Dat zijn dan meestal brieven van jongeren, dus dat is voor ons een teken dat we op de goede weg zitten.’ ›

Miranda Rood

27

Page 15: De Tijd Voorbij

28 29

DE CIJFERS

Bibliotheek en vestigingen:― Centrale Bibliotheek― Risdam― Kersenboogerd― BSB Grote Waal― BSB De Kreek― Cedercampus― BSB Hoorn-Noord

Van klantgericht naar klantgedreven

Marketing bij Bibliotheek Hoorn:

Leden werven en binden, daar is marke­ting op gericht. In Hoorn lukt dat goed, want maar liefst 31 procent van de in­woners is lid van de bibliotheek. Lande­lijk ligt dit percentage op 24 procent.

‘Ons marketingplan heeft als hoofd doel leden werven en behouden’, vertelt Milet Verberne, coördinator marketing & communicatie. ‘Het verbeteren van het imago en de zichtbaarheid buiten de deuren van de bibliotheek spelen daarin een belangrijke rol. Dit doen we niet alleen door duidelijke keuzes te maken in het cultureel programma, maar we zoeken ook actief samenwerking met lokale partners en organiseren acties buiten de muren van de bibliotheek. Ook de positieve en frequente aandacht van de pers helpt daarbij.

We laten onze identiteit op een heel andere manier zien dan mensen van ons verwachten: we treden op een actieve manier naar buiten. Dus promoten we op straat de nieuwe website, laten we lokale kunstenaars een BiebTas ontwerpen of komen we als nachtzusters naar het Boek&Bal. Als het maar ánders is.’ ‹

21.500 gebruikers31 % van de bevolking is Iid

8.500 volwassen leden13.000 jeugdleden

130.000 banden

Hoorn: 71.000 inwoners

Begroting: ca. € 2 miljoenBijdrage gemeente Hoorn: € 1,6 miljoenBijdrage gemeente Hoorn per inwoner: € 22,‒Milet Verberne

Page 16: De Tijd Voorbij

30

Schrijvers moeten schrijven

Lezers moeten lezen

Schrijver en lezer, ze kunnen niet zonder elkaar. Maar moeten ze elkaar ook ontmoeten? Ja, in het boek. En in het echt? Niet noodzakelijk. Als een schrijver er geen zin in heeft en liever onzichtbaar en raadselachtig blijft, is dat zijn of haar goed recht. Jammer voor de lezer, want die zit mogelijk vol vragen en wil zijn bewondering kwijt of zijn verontwaardiging. Zodra een boek uit is, ontfermt de lezer zich erover – komen de meningen los en de inter­pretaties – en is het boek eigenlijk niet meer van de schrijver. Klaar. Op naar het volgende project.

Toch heb ik zelf als lezend scholier veel aan schrijversontmoetingen gehad: Victor van Vriesland en Adriaan Roland Holst in de tot aula omgedoopte gymzaal. ‘Is schrijven moeilijk meneer Van Vriesland?’ ‘Nee jongen, de om stan-digheden creëren om te kunnen schrijven, dát is moeilijk. Stilte, brood op de plank en een lege agenda.’ Een opmerking waar ik tot op de dag vandaag veel aan heb.

En later Hermans, Mulisch, Reve en Wolkers, eerst geleend in de krakende zaal van de Openbare Bibliotheek in Hilversum en later beluisterd in een progressieve boekhandel omdat deze schrijvers nog te schandalig waren voor een optreden in een ‘algemene nutsin-stelling.’ Niks zo vormend als een schandalige schrijver.

Vaak hoor je schrijvers zeggen dat de lezer geen gezicht mág krijgen; hij bestaat domweg niet als ze in eenzaamheid zitten te scheppen. Helemaal waar. En toch… als die schrijver gelooft dat lezen nut heeft (ook al noemt-ie dat nut ‘ontspanning’ of ‘ontsnapping’) of als-ie gelooft dat lezen mensen weerbaarder maakt of gelukkiger, dan kan-ie wel degelijk naar buiten treden en zich opwerpen als pleitbezorger voor de literatuur en het leesklimaat.

Literatuur laat ons het leven beter snappen. Willen we een mening vormen over onze snel veranderende samenleving dan hebben we meer aan aftastende essays of een verkennende roman dan over snippers kranten- en televisie-actualiteit. Een roman biedt de lezer de mogelijkheid zich in een ander te verplaatsen. Als lezer leid je duizend levens en ben je in alle geloven thuis. In alle landen als het moet. Je kan vrouw zijn

en man. Goed en slecht. Heel slecht. Er schuilt ook een stripheld in ons. Hoe vaak zijn we niet Kuifje geweest of Indiana Jones? Het gaat om de verplaatsing. Door je in een ander te verplaatsen, maak je meer mee én begrijp je die ander beter. Misschien veroordeel je hem of haar dan minder… Hoewel: het lezen leert ons ook dat er geen inconsequenter wezen is dan de mens. Dan wijzelf. Het lezen van literatuur is je verdiepen in tegenspraak. Van lezen word je dus geen beter burger maar ook niet meteen een slechter ‒ je leert hooguit het leven een beetje te doorzien.

Laten we niet te nobel zijn: een schrijver praat ook voor zijn eigen portemonnee. Eigen werk eerst. En dan liefst meteen in een volle zaal. Maar dertien lezers in een achterhoek van de provincie is ook goed. Soms moet je beginnen met een fluistering en maar hopen dat die aanzwelt tot een gerucht met de kracht van een megafoon.

Zo’n literaire avond kan een schrijver zelfs voeden. Ik test er mijn werk vaak uit ‒ een pas geschreven verhaal, dialogen, timing, het begin van een roman. Klinkt het goed? Komt het over? Wat kan eruit? Twee gapers in de zaal zegt genoeg. Er bestaan leesclubs waar al een half leven kritisch wordt gelezen en waar de reacties dieper gaan dan ‘wat herken-baar.’ Soms beland je in een heftige discussie. Dan weer krijg je vragen die je zo aan het denken zetten dat er een nieuw idee ontstaat.

De bibliotheek biedt de ruimte voor al deze ervaringen. Schrijver en lezer spelen daar een rol die groter is dan de som der delen. Praten over boeken is geen ijdel tijdverdrijf. De bibliotheek houdt de geest lenig. Hè ja, laten we daarop bezuinigen. ‹

Adriaan van Dis:

Page 17: De Tijd Voorbij

32 33

De bibliotheek als kloppend hart

Liefde voor het boek is niet genoeg om een goede bibliotheek neer te zetten. Je moet een visie hebben op de rol van de bibliotheek in de omgeving, op dienstverlening, op de collectie. En je moet mee veranderen met je klant, met de tijdgeest. Dat zegt Thom Pronk, bestuursvoorzitter van de Hoornse bibliotheek.

Thom Pronk begon eerder als penning-meester in het bestuur van Bibliotheek Hoorn. ‘Ik liep toen tegen de veertig en vond dat het tijd werd om iets maat schappelijks te doen. Ik was regis-teraccountant, had een goed leven en wilde iets teruggeven.’ Sindsdien heeft hij de bibliotheek langzaam zien veranderen van een aanbodgerichte naar een meer vraaggestuurde organisatie. Van een typische non-profit instelling naar een zelfbewuste, pro-actieve organisatie die een steeds grotere rol speelt in haar omgeving.

Gratis boardroomadvies

‘Het bestuur heeft als formele taak om toezicht te houden’, zegt Thom. ‘Maar we zijn er ook voor de algemene strategie en het ondernemerschap. De directie wordt gevoerd door de professionals. Zij kennen het vak, zij tanken ideeën in het land en passen het toe. Wij geven bijvoorbeeld als richtlijn mee dat de klant centraal moet staan; Hans vertaalt dat in “de collectie centraal”. Prima, hij weet hoe de hazen

lopen, hoe het werkt in het vak. Wij zijn scherp op de financiële daadkracht en de continuïteit. Soms kan dat best wringen. Maar er is onderling veel vertrouwen en respect. We accepteren elkaars argumenten. Wij bieden als het ware gratis boardroomadvies.’

In de loop der jaren heeft het bestuur verschillende bezuinigingsrondes voorbij zien trekken. ‘Het was leuk om te zien dat de organisatie de bezuinigingen van 2011 echt met zelfvertrouwen tegemoet ging. Er heerste een sfeer van ‘We gaan er gewoon wat van maken.’ Toen Hans zijn plannen voor de invulling van de bezui-nigingen aan de gemeente voorlegde, was men verrast: eindelijk een organisatie die niet moppert, maar doorpakt. Hans is in staat geweest het verhaal goed te brengen, zodat hij de gemeente achter zijn plannen kreeg. En daarmee werden de bezuinigingen getemperd van vijftien tot tien procent op het totaalbudget.’ Zakelijke genegenheid

‘Hans heeft zich ontwikkeld in zijn rol’, vindt Thom. ‘Hij is een bescheiden en bedachtzaam man, maar wel zeer goed bij machte om te zeggen waar het op staat. Hans is altijd zeer betrokken bij wat er in de stad gebeurt, zodat er in de loop der jaren een goede relatie is opgebouwd met de gemeente en de politiek. Je kunt nauwelijks overschatten hoe belangrijk dat is.’ Formeel is Thom de werkgever van Hans, maar dat doet hun relatie tekort, vindt de bestuursvoorzitter. ‘De term

vriendschap past niet in een zakelijke relatie, dus laten we het erop houden dat er sprake is van wederzijdse zakelijke genegenheid.’ Mee met de tijdgeest

‘Het meest bijzondere aan de Hoornse bibliotheek is dat de orga nisatie opmer-kelijk goed in staat is gebleken om mee te gaan in de tijdgeest. Waar je op veel plaatsen ziet dat de samenleving en de bibliotheek uit elkaar groeien, zie je in Hoorn juist een duidelijke toenadering.’ Spannend vindt hij de rol van de bibliotheek in het sociaal domein. ‘De bieb heeft zich aangeboden om een rol te spelen in het vergroten van de participatie van ouderen, jeugd, sociaal zwakkeren en laaggeletterden. Hoe die rol er precies gaat uitzien, is nog onderwerp van gesprek met de gemeente. Wat ik zelf bestuurlijk heel wenselijk zou vinden, is dat de bibliotheek gratis wordt. Daarmee verlaag je niet alleen de drempel; je haalt hem weg. Daar zouden we een financie-ringsmodel voor moeten zien te vinden.’

De bibliotheek zal niet meer dezelfde zijn zonder Hans, weet Thom. ‘We zijn nog bezig met zijn opvolging. We zullen ongetwijfeld weer een capabele directeur vinden, maar ieder heeft natuurlijk zo zijn eigen persoonlijke aanpak. We zijn in elk geval op zoek naar iemand die het beleid van Hans voortzet in de zin van het algemene doel: de bibliotheek als kloppend hart van Hoorn, dat de burgers zuurstof geeft.’ ‹

Bestuursvoorzitter Thom Pronk:‘In de loop

der jaren is een goede relatie met gemeente en politiek opgebouwd. Je kunt nauwelijks overschatten hoe belangrijk dat is.’

Thom Pronk

Page 18: De Tijd Voorbij

3534

De tijd voorbij is gemaakt ter gelegenheid van het afscheid van Hans Lastdrager als directeur van Bibliotheek Hoorn.

tekst

Annelies Roon, Ru de Groen eindredactie

Miranda Rood, Michiel Haans grafisch ontwerp

Art Collart

met dank aan: Marije Molthoff, Thom Pronk, Wim Keizer, Adriaan van Dis en Pieter Steinz.

fotografie Floor Godefroy,Marc Dorleijn (foto pagina 3)

coverfoto André Kertész (1894-1985) – Quaid’Orsay, 1926 © Estate of AndréKertész/Higher PicturesFotograaf André Kertész maaktegedurende zijn lange carrière foto’s van lezende mensen, veelal zittend of liggend, thuis of op straat. Kertész’ grote voorkeur ging echter uit naar de straatfotografie, waar hij zich al slenterend liet verrassen door het toeval. Het leverde stille, vaak poëtische foto’s op van hetongedwongen alledaagse leven.

uitgeverKrikke Special Bookswww.krikkebooks.nl

juni 2015 © Krikke Special Books

De samenstellers van deze publicatie hebben getracht zoveel mogelijk hun verplichtingen uit hoofde van de auteurswet jegens auteursrecht-hebbenden na te komen. Mochten er desondanks rechthebbenden zijn die menen dat op enigerlei wijze onvoldoende rekening is gehouden met hun belangen, dan wordt hen verzocht contact op te nemen met Krikke Special Books.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze opgave mag worden verveel-voudigd, opgeslagen in een geautoma-tiseerd gegevens bstand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Page 19: De Tijd Voorbij

36

‘Als lezer leid je duizend levens.’

— Adriaan van Dis