Provincie Antwerpen Onze provincie in balans programma Provincieraadsverkiezingen 2012
-
Upload
frank-helsen -
Category
Documents
-
view
219 -
download
0
description
Transcript of Provincie Antwerpen Onze provincie in balans programma Provincieraadsverkiezingen 2012
1
Onze provincie in balans { Iedereen inbegrepen}
Provinciaal verkiezingsprogramma
CD&V
2
CD&V gaat voor een provincie Antwerpen die bouwt aan een
warme samenleving die Versterkt, Verbindt, Verzorgt en Vooruitziet
Inhoudstafel 1. Inleiding ...................................................................................... 3
Onze maatschappijvisie ................................................................ 3
1.1 De provinciale gemeenschap ...................................................... 3
1.2 Versterken ............................................................................... 6
1.3 Verbinden en ontmoeten ........................................................... 6
1.4 Verzorgen ................................................................................ 7
1.5 Vooruitzien .............................................................................. 7
1.6 Een dienstvaardige provincie ...................................................... 7
2. Beter wonen in de provincie Antwerpen ........................................... 9
2.1. Een duurzaam ruimtelijke ordeningsbeleid .................................. 9
2.2. Wonen ................................................................................. 10
Veiligheid ................................................................................. 11
2.3. Mobiliteit .............................................................................. 11
Fietsenstallingen ....................................................................... 12
Vervoer voor personen met een beperking ................................... 12
2.4. Leefmilieu ............................................................................. 13
Aankoopbeleid .......................................................................... 13
Integraal Waterbeleid ................................................................ 13
Naar één vergunning ................................................................. 14
3. Leven in de provincie Antwerpen ................................................... 15
3.1. Cultuur, een nieuwe start ....................................................... 15
Musea ...................................................................................... 16
Ruimte voor amateurkunsten ...................................................... 17
Ruimte voor kunsten en erfgoed ................................................. 17
3.2 Vrije tijd en sport ................................................................... 18
3.3. Jeugdwerk ............................................................................ 19
3.4. Welzijn ................................................................................. 20
3.5. Onderwijs ............................................................................. 22
4. Werken in de provincie Antwerpen ................................................ 23
4.1. Economie en tewerkstelling..................................................... 23
Internationale samenwerking ...................................................... 25
4.2. Plattelandsbeleid met een sterke poot voor de land- en tuinbouwsector ............................................................................ 25
4.3. Toerisme .............................................................................. 27
5. De werking van de provincie ...................................................... 28
3
1.Inleiding
Onze maatschappijvisie
CD&V gelooft in de kracht van mensen die zich engageren en verantwoordelijkheid opnemen. Daarom ijveren wij voor een maatschappij
waar samenhorigheid, respect en vertrouwen heerst, waar er evenwicht is tussen vrijheid en verantwoordelijkheid, tussen rechten en plichten. Er is
nood aan waardering voor mensen die zich engageren, respect tonen voor de anderen en voor de spelregels van de samenleving.
Mensen moeten ook op elkaar kunnen rekenen. Alle mensen hebben een
gemeenschap nodig waarin ze zich kunnen ontplooien, die hen beschermt als het moeilijk gaat, waarin men voor elkaar zorgt. Een gemeenschap
die verbindt, vooruitziet, verzorgt en versterkt.
Mensen verbinden is de eerste opdracht van de Vlaamse
Christendemocraten, mensen verbinden is de eerste opdracht van de provincie Antwerpen. Dat betekent investeren in verenigingen en het
samenbrengen van mensen. Verbinden houdt ook in dat er geen beslissingen worden genomen zonder het nodige overleg.
Beslissingen nemen betekent ook vooruitzien. Bij elke beslissing dienen
we ons af te vragen of deze de toekomstige generaties niet nodeloos of
overdreven belast.
Wanneer mensen op elkaar moeten kunnen rekenen, dan houdt dat ook in dat niemand achtergelaten wordt. Christendemocraten hebben prioritair
aandacht voor degenen die speciale zorgen nodig hebben in de samenleving. Zij investeren ook in vrijwilligerswerk. Christendemocraten
verzorgen in een geest van efficiëntie en verantwoordelijkheid.
CD&V stimuleert ook wie vooruit wil. Daarom investeren we in onderwijs
en versterken we het ondernemersklimaat.
Bij CD&V is iedereen inbegrepen. Wie sterk is, willen we versterken. Wie minder sterk is, willen we sterk maken. We willen stimuleren wie vooruit
wil. We willen zorgen voor wie zorg nodig heeft.
1.1 De provinciale gemeenschap
De provincie Antwerpen is zeer divers. Zij omvat de grootstad Antwerpen
met haar uitgebreid haven- en industriegebied, de belangrijke centrumsteden Mechelen en Turnhout, een aantal kleinstedelijke
gebieden, een ruime Groene Rand en delen platteland. Antwerpenaren
4
identificeren zich eerder met hun stad, hun gemeente of hun streek, zoals
de Kempen, de Rupelstreek of Klein-Brabant, dan met de provincie als geheel.
Daarom geldt voor onze provincie nog meer dan elders dat het provinciale niveau zich in de eerste plaats dienstbaar moet opstellen. Elk deelgebied
moet zich volgens zijn kenmerken kunnen ontplooien. De provincie ondersteunt en bemiddelt waar aspiraties conflicteren. Wat niet
noodzakelijk het geval is. Zo zullen er de komende 10 jaar in de provincie Antwerpen 100.000 inwoners bijkomen. Willen we open ruimte en
platteland overhouden, moeten we beschikken over sterke, aantrekkelijke steden om die bevolkingsgroei op te vangen.
Als bestuurders op het bestuursniveau tussen gemeente en Vlaamse of federale overheid, geven onze gedeputeerden en onze
provincieraadsleden van CD&V elke dag het beste van zichzelf. Zij vinden het hun opdracht om van de provincie een leefbare en warme
gemeenschap te maken, die mensen kansen biedt maar mensen ook aanzet om de geboden kansen te grijpen. Vanuit onze visie gelooft CD&V
er immers in dat een mens enkel tot volledige ontplooiing kan komen door en in relatie met zijn naasten, met zijn gemeenschap. Deze gemeenschap
kan erg lokaal zijn, de eigen stad of gemeente, maar deze gemeenschap bestaat ook ruimer: onze provincie. Onze mandatarissen stellen hun
talenten ten dienste van hun provincie door aan een beleid op maat van hun provincie vorm te geven.
De bestuurlijke opbouw van Vlaanderen berust op drie rechtstreeks door de bevolking verkozen en gelegitimeerde bestuursniveaus: Vlaanderen, de
provincies en de gemeenten. Deze drie bestuursniveaus moeten naar de toekomst toe de kern van de bestuurlijke opbouw blijven uitmaken. In de
stad Antwerpen, werd gegeven de omvang van de stad, ook een nieuw basisniveau gecreëerd: het district, trouw aan het principe van
subsidiariteit van de christendemocratie.
In geen geval wenst CD&V het tot stand komen van nieuwe bestuurslagen die zich tussen de gemeenten en de provincies zou komen nestelen.
Dergelijke aanpak zou de besluitvorming enkel ondoorzichtiger en
ondemocratischer maken. Bovendien zou het in grote mate bijdragen tot een vergroting van de verrommeling op het intermediaire niveau; daar
waar de recente oefening rond de interne staatshervorming juist de bedoeling heeft om die verrommeling tegen te gaan. Als rechtstreeks
door de bevolking verkozen bestuursniveau zijn de provincies het enige gelegitimeerde niveau om bovenlokale taken op zich te nemen. CD&V
opteert evenmin voor het provincievrij maken van sommige steden of gemeenten.
5
CD&V ziet drie soorten taakstellingen essentieel voor een eigentijds
provinciaal beleid:
- Een bovenlokale taakstelling: dit zijn bestuursopdrachten die
planning, verdeling en afstemming op bovenlokaal vlak inhouden en
daardoor behoren tot de autonome taaksfeer van het bovenlokale
bestuursniveau;
- Een gebiedsgerichte taakstelling: dit zijn bovenlokale taken die de
provincie behartigt in overleg met andere bestuurlijke partners en
relevante actoren op het middenveld;
- Een ondersteunende taakstelling: dit zijn provinciale taken die
bovenlokale en/of gebiedsgerichte taken mogelijk maken of
ondersteunen (adviesbevoegdheid, tweedelijnstaken naar
gemeenten, medebewindstaken).
Belangrijk voor het provinciaal beleid is rekening houden met de plaats die de provincie vandaag inneemt in het geheel van de samenleving die
dynamisch is en gekenmerkt wordt als een netwerksamenleving.
De provincie kan haar bestuursrol niet los zien van de relatie tot die
dynamische samenleving met verenigingen, organisaties en burgers. Zij moet daarin een positieve en constructieve rol opnemen, waarbij
verenigingen, organisaties en burgers moeten betrokken worden. De provincie moet hen waarderen in de taken die zij in de samenleving
opnemen en hoeft zich niet in hun plaats te stellen. De provincie moet hen daarentegen de kans geven om mee uitvoering te geven aan een aantal
aspecten van het beleid.
In de oplossing van de verrommeling door het grote aantal beleidsinstellingen, speelt de regioscreening een belangrijke rol.
De Vlaamse overheid gaf de opdracht aan de gouverneurs om samen met
de lokale besturen deze situatie nauwkeuriger te bekijken met als doel de samenwerking tussen lokale besturen te versterken maar tegelijkertijd
ook deze samenwerking op een transparante, democratische en efficiënte
manier te organiseren. De inventarisatiefase werd intussen afgewerkt.
De provincie heeft als democratisch verkozen niveau zonder twijfel een
belangrijke rol te spelen bij die intergemeentelijke samenwerking. Bij het creëren van samenwerkingsverbanden tussen overheden moet immers de
democratische controle niet worden losgelaten. De provincie moet zich aanbieden als natuurlijke bondgenoot van de gemeenten om
schaalvoordelen, waar mogelijk, optimaal te laten spelen.
6
1.2 Versterken
Vanuit de eigen bevoegdheden wil de provincie goede initiatieven van verantwoordelijke burgers versterken. Zeker wanneer lokale initiatieven
moeilijker zijn of het Vlaamse of federale bestuursniveau, wegens een grotere “afstand” minder geschikt lijkt. We laten steden, districten en
gemeenten de ruimte om een eigen beleid te voeren maar ondersteunen, helpen en stimuleren waar nuttig of nodig.
1.3 Verbinden en ontmoeten
De provincie moet mensen voldoende kansen geven om zich met elkaar
en de gemeenschap waarin ze leven te verbinden. Dit vraagt mogelijkheden en ruimte voor ontmoeting, de provincie moet ‘tafels’
aanbieden. Een provinciebestuur kan hierin een belangrijke ondersteunende en/of coördinerende rol spelen.
Naast de intergemeentelijke samenwerking is de provincie het bestuursniveau bij uitstek om aan steden en gemeenten een platform te
bieden voor overleg en samenwerking. De mogelijkheid moet bestaan om ruime samenwerkingsverbanden tot stand te brengen waar de
verschillende bestuursniveaus elkaar kunnen vinden om oplossingen voor grote en kleinere maatschappelijke problemen uit te werken. Daarom is er
nood aan een aangepast kader om interbestuurlijke samenwerking mogelijk te maken, weliswaar zonder de gemeentelijke bevoegdheden aan
te tasten.
CD&V wil, in het kader van het verbinden, ook duidelijk maken dat ze het verenigingsleven belangrijk vindt. CD&V is dé partij die alle kansen wil
geven aan verenigingen, aan organisaties. De overheid maakt de samenleving niet. Dat doen jij en ik, dat doen families, organisaties,
verenigingen, ondernemingen….Een samenleving is pas echt dynamisch
en vitaal wanneer iedereen kan, mag en wil meedoen.
Participatie of meedoen en meekunnen is voor een samenleving dan ook essentieel. Meedoen blijkt uit de talrijke maatschappelijke activiteiten
waarvoor vele vrijwilligers zich inzetten. Meedoen betekent: mensen betrekken bij het bestuur, bij het culturele en sociale leven. Participatie
kan binnen een bepaalde sector gebeuren maar ook over generieke of zelfs projectmatige participatie gaan. Participatie vergroot bovendien ook
de democratische legitimiteit in een samenleving.
Wij streven naar een zo breed mogelijk draagvlak voor het provinciale beleid door een sterke betrokkenheid van de middenveldorganisaties en
verenigingen in onze provincie. We overleggen met hen regelmatig over het gevoerde en te voeren provinciale beleid. We gaan met hen een
engagementsverklaring aan waarin wederzijdse verbintenissen staan om dit meedoen vorm te geven.
7
1.4 Verzorgen
Een warme samenleving moet kwetsbare mensen, die zorg, hulp en bescherming behoeven, kansen geven om mee te kunnen delen in
welvaart en welzijn. Kinderen hebben recht op opvoeding, bescherming, zorg en participatie. Ouderen en personen met een handicap, moeten
omringd en verzorgd kunnen worden, professioneel en door hun eigen omgeving en familie. CD&V wil dat elke provincie, op basis van de
verschillende noden binnen de provincie, een verzorgende overheid wordt,
die, in overleg met alle betrokken actoren, private en lokale initiatieven ondersteunt en waar nodig zelf initiatieven neemt. Via een doordacht
impulsbeleid moet de provincie nieuwe noden aanpakken door vernieuwende positieve initiatieven te steunen of desnoods zelf te nemen.
1.5 Vooruitzien
Ook de CD&V van de provincie Antwerpen is bezorgd om het massaal
wereldwijde verbruik van grondstoffen en energie. In de actieve kansensamenleving waar CD&V voor kiest, moet iedereen zeker ook op dit
terrein zijn verantwoordelijkheid opnemen, niet alleen nu, maar ook ten aanzien van de komende generaties. Dit vraagt vandaag brede
samenwerkingsinitiatieven voor een duurzame samenleving.
Vooruitzien betekent tevens dat er een sluitend financieel beleid gevoerd wordt.
Elk project en initiatief zal telkens onder de loep genomen worden om te oordelen of de gerealiseerde impact in verhouding staat tot de gemaakte
maatschappelijke en financiële kosten.
CD&V zal er alles aan doen om de belastingen niet te verhogen en de schulden te beheersen. De toekomst van onze kinderen en kleinkinderen
mag immers niet bezwaard worden Een sluitend en duurzaam financieel
beleid dient gevoerd te worden.
Een heel belangrijk aspect in deze discussie zal de middelenherverdeling zijn in het kader van de door Vlaanderen op gang gebrachte interne
staatshervorming. Een herverdeling via het gemeente- en provinciefonds zijn bepalend om in de interne staatshervorming verdere stappen te
zetten en te beoordelen wat kan en wat niet kan.
Dat wil zeggen dat de CD&V wenst dat de provincie een sluitend en gezond financieel beleid voert, gekaderd binnen een correcte
middelenherverdeling in functie van de toekomstige bevoegdheden.
1.6 Een dienstvaardige provincie
De Vlaamse provincies hebben de troeven in handen om belangrijke
knooppunten te zijn in een “genetwerkte” samenleving ten dienste van iedereen. Mensen samenbrengen op bovenlokaal niveau, op het
8
provinciale niveau, en hen stimuleren om het beste uit zichzelf te halen,
blijft een actuele opdracht. Provincies moeten een dienstbaar bestuur zijn dat streeft naar partnerschap met velen. Er heerst in de Vlaamse
provincies een cultuur van openheid die zich vertaalt in een beleid waar
we elkaar ontmoeten en met elkaar overleggen.
Prioriteiten en afspraken met zowel het maatschappelijk middenveld als met Vlaanderen en de steden en de gemeenten kunnen gelegd en
gemaakt worden in goed afgesproken convenanten. Goede afspraken komen de efficiëntie en de effectiviteit van het beleid ten goede en laten
de provincies toe om hun rol als aanspreekpunt voor en partner van lokale besturen en middenveld ten volle te valoriseren.
Een dienstvaardige provincie is bereikbaar voor burgers, ondernemingen
en andere besturen en bouwt ten behoeve van hen een efficiënte, kwaliteitsvolle en klantvriendelijke dienstverlening uit. Daartoe wordt
onder meer voorzien in de nodige opleidingen van haar personeel en wordt een snelle, oplossingsgerichte, afhandeling verzekerd van de vragen
en problemen die voorgelegd worden.
Waar mogelijk wordt online dienstverlening de norm. Informatie moet echter zo verspreid worden dat moeilijk bereikbare doelgroepen toch
bereikt worden. Hierin vraagt CD&V dat de provincie pro-actief optreedt en een extra inspanning doet. De focus van de informatieverstrekking
aan de burger zal weliswaar nog meer verschoven worden naar informatie die online wordt aangeboden, op een interactieve manier. Maar de
klassieke kanalen moeten echter behouden blijven.
Ze moeten er voor zorgen dat alle groepen mee zijn en beletten dat mensen worden uitgesloten.
9
2. Beter wonen in de provincie Antwerpen
2.1. Een duurzaam ruimtelijke ordeningsbeleid
De provincie geeft mee gestalte aan het lokale ruimtelijk ordeningsbeleid,
zeker wat betreft de bovenlokale impact. Dit beleid moet er in bestaan een evenwicht te vinden tussen de verschillende ruimtegebruikers en
ruimtebehoeften op basis van lokale en regionale noden en regels. De maatschappelijke noden en de bestuurlijke context zijn de laatste
jaren grondig veranderd. Het ruimtelijk structuurplan dat de basis vormt van het provinciaal ruimtelijk beleid dient hieraan te worden aangepast.
Het provinciedecreet bepaalt het volgende: “De provincie moet beogen om op provinciaal niveau bij te dragen tot de duurzame ontwikkeling van het
provinciale gebied”. De toename van de bevolking noopt ons des te meer om bij de
ontwikkeling van het ruimtelijk ordeningsbeleid te vertrekken van de principes van zuinig ruimtegebruik en kernversterking.
In deze context engageren wij ons om een voortrekkersrol te vervullen in het gebiedsgericht beleid in nauwe samenspraak met de lokale besturen,
de Vlaamse Overheid en de middenveldorganisaties.
Dit betekent concreet dat de provincie - de bovenlokale ruimtelijke problemen en noden zal detecteren en
een voorstel van aanpak zal uitwerken. Er zullen voldoende bedrijventerreinen moeten komen en het ondersteunen van
bedrijven met ruimtelijke problemen moeten begeleid worden.
- initiatieven neemt ter ondersteuning van gemeentelijke ruimtelijke problemen en nagaat hoe de gemeenten in hun ruimtelijk beleid
kunnen ondersteund worden. Hierin blijft de problematiek van de weekendzones een belangrijk gegeven. De provincie wil hierin, en in
soortgelijke problematieken ‘meedenken’, een helpende hand aanbieden om complexe problemen aan te pakken. Ook de ruimte
zoeken voor geluidhinderlijke sporten blijft een aandachtspunt. - eigen gebiedsgerichte projecten kan opstarten, die een aantal
bovenlokale grondgebonden problemen aanpakken waarbij de coördinatietaak van de provincie noodzakelijk is.
Voorbeelden van gebiedsgerichte projecten zijn er in de Rupelstreek en rond de Fortengordels. Voor de regio Voor- en Noorderkempen
werken we een visie uit voor het bebouwd perifeer landschap. Een concept voor de omgeving van het Albertkanaal op het grondgebied
van de districten Merksem, Deurne en gemeente Schoten past in dit
kaartje. - een innovatief ruimtelijk beleid voert en durft verder te gaan, waar
andere overheden afhaken. We gaan voor het anders invullen en/of afbakenen van voorbijgestreefde gewestplanomschrijvingen. In de
10
Kempen zijn de sites van de voormalige steenbakkerijen langsheen
het kanaal Schoten – Turnhout – Dessel mogelijk een proefproject. We werken hierin ook verder op de aanbevelingen in de provinciale
mobiliteitsstudie (gebiedsgerichte studie Noorderkempen).
- open ruimte wil bewaren, als waarde op zich, maar vooral ook om voldoende ruimte te hebben voor wie met land- en tuinbouw zijn
brood verdient. De provincie nam onder meer al geslaagde initiatieven naar
glastuinbouwclusters. De provincie moet overal de streekeigen sterktes qua landbouw ondersteunen, en aangepaste
oplossingskaders uitwerken.
2.2. Wonen
Huisvesting is al jarenlang onze bekommernis. Recht op wonen staat ingeschreven in de Verklaring van de Rechten van de Mens. Hierin willen
we de slogan ‘levenslang wonen’ ingang doen vinden, woningen moeten aanpasbaar zijn. Nieuwe woonvormen moeten worden gelanceerd
aangezien ook de demografische structuur in onze provincie belangrijke veranderingen heeft ondergaan.
CD&V gaat voor de realisatie van de doelstellingen van het grond- en
pandendecreet. Wij pleiten voor een verhoging van de doelstellingen voor sociale koopwoningen, sociale huurwoningen en sociale kavels, in overleg
met de Vlaamse overheid. Maar wij vragen aan de Vlaamse regering ook de verhoging van de inkomensgrenzen, om zo aan tweeverdieners met
een laag gezinsinkomen betaalbare woningen te kunnen aanbieden en om
zo ook de gezinnen uit de middenklasse niet te vergeten. Wij pleiten er voor om het sociaal bindend objectief afdwingbaar te maken bij de
gemeenten. De provincie is het niveau bij uitstek om methoden te ontwikkelen om weerwerk te bieden om wonen in elke gemeente
betaalbaar te houden.
Huisvestingsinitiatieven door sociale huisvestingsmaatschappijen en openbare besturen moeten verder ondersteund worden. Ook de
aanpassingspremies aan woningen voor ouderen en mensen met een handicap moeten behouden blijven.
De provincie Antwerpen moet, vanuit de zorg voor goed wonen, ook de
integratie bevorderen. Taal speelt hierin een bijzonder grote rol. De provincie zal ondersteuning bieden aan hen die initiatieven daarrond
ontwikkelen.
11
Veiligheid
Goed wonen, beter wonen, behelst ook veiligheid. Vanuit de bril van
dienstvaardigheid en verantwoordelijkheid, kijkt de provincie naar het veiligheidsbeleid. De verdere uitbouw van Campus Vesta is een pluspunt.
Er wordt daar gefocust op praktijkgerichte opleidingen van brandweer, politie en ambulanciers. Ook op dit vlak is het een natuurlijke taak van de
provincie om onopgenomen beleidsvragen op te pikken en concrete antwoorden te bieden en om actie te ondernemen, waar nodig.
Zo is ook omgaan met agressie een probleem dat de dag van vandaag toeneemt.
Ook woninginbraken nemen toe. Voor vele mensen is dat pas het moment
om aan de veiligheid van hun woning te werken. CD&V provincie Antwerpen gaat voor veiliger woningen, tegen de inbraken.
De provincie onderzoekt of ze in de verdere ontwikkeling van nieuwere
reglementering en qua veiligheid en aanverwante sectoren of ook netheid van het openbaar domein, zoals bij het vaststellen van GAS boetes, een
rol te spelen heeft. De opleiding van de ambtenaren die hierin mogen optreden, moet goed ter harte worden genomen. Er moet vermeden
worden dat wanneer de provincie de opleidingen van brandweer, politie en ambulanciers bundelt en op elkaar afstemt, er toch opnieuw parallelle
circuits worden uitgebouwd.
2.3. Mobiliteit
Een goede mobiliteit houdt heel wat troeven in: er is niet alleen de invloed op het woon- werkverkeer maar ze biedt ook kansen tot ontmoeting.
Openbaar vervoer is een must. De provincie moet steeds blijven waken over het principe van die basismobiliteit over haar ganse territorium.
CD&V provincie Antwerpen gaat voor de volledige en onverkorte
uitvoering van het Masterplan 2020. In de Kempen wordt er weer een deel van de noord-zuidverbinding gebouwd. Waar hiervoor medewerking van
de provincie gevraagd wordt, zullen we deze uiteraard bieden.
Het woon- werkverkeer moet op een comfortabele en veilige manier kunnen gebeuren. Dat is ook onze zorg. Hier zullen we vooral problemen
moeten detecteren en doorspelen aan de Vlaamse overheid maar eveneens mee naar oplossingen zoeken. De mobiliteitsknopen op
autostrades en sommige grote invalswegen zijn dringend aan een
oplossing toe. De verantwoordelijkheid ligt bij de Vlaamse overheid maar een flankerend beleid vanuit de provincie zal steeds meer vruchten
afwerpen.
Werknemers die binnen een beperkte afstand van hun werk wonen, kunnen wij sensibiliseren met andere actoren, om meer gebruik te maken
van de fiets. Vandaar dat het comfort van fietspaden, fietsostrades en
12
veilige verbindingen onze opdracht is. Eén van de aandachtspunten voor
een goed bovenlokaal functioneel fietsnetwerk is de realisatie van een fietspad langs de HSL op grondgebied van de gemeenten Schoten,
Brasschaat, Brecht, Wuustwezel.
Een goed uitgerust netwerk van functionele fietsverbindingen bevordert het woon-werkverkeer op relatief korte afstanden. Zo slaan wij
twee vliegen in één klap: werken aan de mobiliteit én de gezondheid van mensen behouden of bevorderen.
Fietsenstallingen
De afgelopen jaren was er grote provinciale aandacht voor fietspaden en het website-initiatief voor gevonden fietsen. Hierop blijven we inzetten. De
provincie zal de komende jaren haar aandacht ook moeten richten op het veilig stallen van fietsen. Om de combinatie van fietsvervoer en openbaar
vervoer veiliger te maken, hebben we aandacht voor de infrastructuur van
veilige fietsbergplaatsen aan trein- en busstations. De veiligheid garanderen is een uitermate belangrijk gegeven. De provincie kan
investeren in de samenaankoop van veiligheidssystemen en fietskluizen.
Vervoer voor personen met een beperking
Met respect voor het vele nuttige werk dat vrijwilligers verrichten in de
MMC’s (Minder Mobielen Centrale) en vanuit het besef dat ook in onze provincie {iedereen inbegrepen} moet zijn, zorgt de provincie voor een
gebiedsdekkend systeem van Diensten Aangepast Vervoer (DAV).
De voorbije legislatuur werden oplossingen uitgewerkt voor de stad
Antwerpen en het arrondissement Mechelen en de Rupelstreek. Ook werd de opstart van een systeem in de Kempen gerealiseerd. De komende zes
jaar maken we dit systeem gebiedsdekkend.
Dit wil zeggen: een DAV voor de rest van het arrondissement Antwerpen, en de voorbereiding van een Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer (MAV).
Idealiter wordt in de toekomst de dispatching centraal over de ganse provincie vanuit één nummer gedaan, al blijven uiteraard de MMC’s en
DAV’s elk individueel hun werking behouden. Hiertoe bieden we al deze diensten alvast één informaticasysteem aan. Zo kunnen we op termijn een
koppeling realiseren, en dus 1 MAV, door het samenspel van de DAV’s en MMC’s.
We zijn er van overtuigd dat de mobiliteitsproblematiek gebiedsgericht
moet worden bekeken in nauw overleg met de lokale besturen. Het provinciaal niveau is best geplaatst om tot overleg te komen en adequate
oplossingen te bieden.
13
Waar wij ook wonen in de stad, in een verstedelijkt gebied of op het
platteland, alles heeft een specifieke invalshoek en vraagt aandacht op maat.
2.4. Leefmilieu
Het milieu en de duurzame ontwikkeling liggen ons na aan het hart. De
voorbije periode heeft de provincie ingezet op het voeren van een ISO14001 – gecertificeerd milieumanagementsysteem. Midden 2013
zullen wij als provincie het certificaat behalen en zal onze provincie de eerste provincie zijn met een milieumanagementsysteem voor het ganse
bestuur. Het doel is enerzijds onze voorbeeldfunctie als bestuur maar als
vergunningsverlener is het anderzijds noodzakelijk dat we de perfectie benaderen om zo de milieu-impact te verkleinen.
We zetten in op een klimaatneutraal 2020. Deze campagne werd
reeds gelanceerd en zal zeker hernomen worden na de gemeenteraadsverkiezingen om zo zoveel mogelijk gemeenten te kans te
geven deze doelstelling te halen. De provincie zal het eigen provinciaal patrimonium en de provinciale
evenementen verduurzamen.
Aankoopbeleid
Ook het dagdagelijks aankoopbeleid wordt hierop afgestemd. De ambitie is om voor gans de provincie een aankoopsysteem uit te werken en verder
uit te bouwen waarbinnen onder meer milieu, sociale economie, eerlijke handel, lokale en streekproducten worden geïntegreerd. Ook hier wordt dit
instrument ter beschikking gesteld van alle gemeenten om hun aankoopbeleid te verduurzamen.
De ondersteuning van de gemeenten inzake leefmilieu blijft inderdaad een belangrijk speerpunt.
In de loop van de nieuwe legislatuur zullen er tussen de provincie en de gemeenten nieuwe samenwerkingsvormen worden ontwikkeld die voor
beide partijen een meerwaarde betekenen. Na de overdracht van regionale landschappen en bosgroepen van
Vlaanderen naar de provincies zal de provincie ook onderzoeken hoe de landschapsparken verder kunnen georganiseerd worden. Heel concreet
gaat het over de ontwikkeling van het landschapspark Zuidrand (Hof ter
Linden).
Integraal Waterbeleid
Het waterlopenbeheer is momenteel sterk versnipperd en verspreid. Door
de verantwoordelijkheid te verschuiven naar de provincie kunnen we een
14
efficiëntere organisatie realiseren. Een organisatie dicht bij de lokale
spelers met oog voor een grensoverschrijdende aanpak. Een belangrijke rol zal weggelegd zijn voor de landbouwers. Door deling van kennis en
ervaring zullen ze in overleg met de provincie gestalte geven aan een
integraal waterbeleid.
De provincies zullen een steeds grote rol spelen in het integraal waterbeleid om de Europese doelstellingen te halen.
Een versterking van de provinciale bevoegdheden inzake het waterlopenbeleid zal leiden tot een aanzienlijke administratieve
vereenvoudiging en een drastische verhoging van de efficiëntie en onderbouwt tevens een van de principes van de kaderrichtlijn water, de
stroomgebiedsbenadering.
De provincie heeft immers bewezen dat ze haar verantwoordelijkheid opneemt bij de wateroverlast die bepaalde regio’s geteisterd heeft. De
bevolking moet zich veilig voelden dankzij de aanpak van de provincie. De afgelopen jaren voorkwam de provincie heel wat waterellende dankzij
haar proactieve aanpak.
De gemeenten die dat wensen moeten hun waterlopen 3de categorie
kunnen overhevelen naar de provincie. Behoud van goed werkende polders en wateringen is belangrijk voor een waterbeleid dicht bij de beek.
Naar één vergunning
Bij de verdere realisatie door de Vlaamse Overheid van haar project rond
de omgevingsvergunning, waarbij de milieuvergunning en de stedenbouwkundige vergunning worden geïntegreerd, zien wij dit als een
inpassing van de milieumaatregelen in de stedenbouwkundige regels.
Eens dit decreet kruissnelheid bereikt heeft, kan logischerwijs slechts 1 gedeputeerde hiervoor de eindverantwoordelijkheid dragen, al worden
uiteraard alle beslissingen binnen de deputatie collegiaal genomen.
15
3. Leven in de provincie Antwerpen Waar in de inleiding duidelijk is gesteld dat wij in onze visie de mens
centraal stellen zeker ook in relatie met anderen, betekent dit automatisch ook dat onze zorg en bekommernis uitgaat naar het Wel-zijn van mensen
en hun omgeving.
3.1. Cultuur, een nieuwe start
Op het vlak van cultuurbeleving heeft de provincie heel wat te bieden en
sinds vele jaren is Cultuurspreiding daarbij een belangrijk streefdoel. Zowel in de grote als kleine steden en plattelandsgemeenten moet er door
onderlinge samenwerking een kwalitatief aanbod ontwikkeld worden
waardoor de cultuurparticipatie vergroot wordt. De provincie moet dit financieel stimuleren waardoor zij ook zorg kan dragen dat er een
voldoende cultuureducatief programma kan uitgewerkt worden. Wel moet nu rekening worden gehouden met de actiebeperkingen door de interne
staatshervorming opgelegd.
Wat cultuur betreft is toegankelijkheid en betaalbaarheid een uitgangspunt.
De gemeenten krijgen een grotere vrijheid om vanuit hun specifieke lokale context een lokaal cultuurbeleid op maat van hun burgers te ontwikkelen.
En dat is goed. Dit verhoogt het maatschappelijk draagvlak en de verankering van cultuur. Cultuur stopt echter niet bij de gemeentegrenzen
en dat mag een cultuurbeleid ook niet doen. Evenmin mag een cultuurbeleid zich storen aan andere grenzen: tussen hoog en laag, elitair
en populair, materieel en immaterieel, kunsten en erfgoed, toerisme en
cultuur, … Daar ligt de sterkte van de provincie: ze heeft voldoende afstand om te
overschouwen en is toch steeds dichtbij. Als een monitor kijkt de provincie over grenzen heen en detecteert ze gedeelde behoeftes, opportuniteiten
en uitdagingen in de culturele sector. Vervolgens creëert ze ruimte voor cultuur door bruggen te bouwen. Samenwerking, coördinatie en
complementariteit zijn daarbij leidende begrippen.
De provincie is ook een belangrijke speler op het vlak van bibliotheekwerking, steunt de gemeenten volop in hun initiatieven en
stimuleert een streekgericht bibliotheekbeleid en de verdere uitbouw van het provinciaal bibliotheeksysteem. De middelen die hiervoor worden
ingezet moeten eerder worden vermeerderd dan worden verminderd. En hier zijn nog mensvriendelijke en belangrijke initiatieven mogelijk.
Wij zijn bijvoorbeeld voorstander van de automatisering van de lidkaart of
zelfs van het optimaal hanteren van de identiteitskaart als lidkaart waarbij elke burger in gelijk welke bib van de provincie terecht kan.
16
Wij geven de nodige aandacht aan het impulsbeleid: de oprichting van
bibpunten wordt aangemoedigd over de hele provincie en ook een integratie van een waaier aan activiteiten die het sociaal leven verruimen
zijn in een bibliotheek op hun plaats. Hierdoor wordt de leescultuur ook
aangemoedigd en gaat er eveneens aandacht naar de actualiteit. Die bibliotheekmiddelen worden ook gebruikt voor een verdergezette
opleiding van het personeel en openingen kunnen worden gemaakt naar het ontsluiten van zogenaamde “private bibliotheken”.
Een bestuursniveau dat respect heeft voor haar verleden draagt hiervoor ook zorg. Hiervoor zal de provincie een regionaal depotbeleid voeren en
meteen digitaal ontsluiten zodat de bewustwording voor de waarde van erfgoed duidelijk zou groeien. Ook kan het erfgoed in eigen bezit beter
ontsloten worden. Ook monumentenzorg blijft onze aandacht genieten en we zullen ons
vooral toespitsen op de preventieve zorg ervoor. Iedereen weet dat regelmatig onderhoud minder duur is dan een grondige restauratie,
vandaar de permanente aandacht voor de provinciale monumentenwacht.
De provincie zal voor haar toekomstig cultuurbeleid ook inzetten op
vernieuwende acties en zal via projectsubsidies aan verenigingen en organisaties initiatieven die regionaal relevant zijn mee mogelijk maken.
Hiertoe zullen reglementen worden uitgewerkt die deze invulling waar maken. Ook zullen subsidies kunnen worden voorzien voor bijzondere
doelgroepen. Wij willen de provinciale middelen efficiënt en adequaat inzetten en met
minder middelen toch creatief blijven. Dit wil zeggen: daarop inzetten waar we het verschil kunnen maken. Wat het middenveld zelf kan doen
hoeft niet door de provincie te worden georganiseerd. Een welkome ondersteuning met provinciale middelen is meegenomen om een lokaal
initiatief te doen groeien naar een bovenlokaal initiatief met uitstraling. Ook kansen tot ontmoeting geven is een belangrijke drijfveer. De
provincie zal niet nalaten evenementen en activiteiten te organiseren of te ondersteunen die laagdrempelig zijn en waarbij iedereen de weg vindt en
er zich thuis kan voelen.
Musea
Het Zilvermuseum, het Diamantmuseum, het Fotomuseum en het Modemuseum zijn (de) sterke merken in het Antwerpse
museumlandschap. De succesvolle tentoonstellingsreeksen van zowel het Fotomuseum als het Modemuseum tonen hoe een museum vandaag op
een hedendaagse wijze het publiek kan blijven boeien. Het Zilvermuseum moet ook de ruimte krijgen om naast de gewaardeerde
specialistenwerking grotere en meer toegankelijke tentoonstellingen te kunnen brengen, wellicht op een nieuwe en meer eigentijdse locatie. Het
Diamantmuseum blijft voor het provinciebestuur een evidentie en moet
17
nog meer dan vroeger het succesvolle verhaal en de huidige relevantie
van diamant voor de provincie Antwerpen blijven belichten.
Onze musea zijn daarnaast ook wetenschappelijke instellingen.
Het Modemuseum en het Zilvermuseum zijn zelfs uitgegroeid tot en erkend als expertisecentra. Het is volgens ons de opdracht van een
hedendaags museum om deze kennis en expertise meer publiek toegankelijk te maken o.m. via databanken die online beschikbaar
worden.
De musea moeten hun eigen identiteit behouden, maar moeten op zoek gaan naar allerhande samenwerkingsvormen waardoor het globale
museumaanbod een verrijking voor de cultuurliefhebber vormt. Dit kan ondermeer door het ondersteunen van culturele initiatieven en door het
uitlenen van collecties.
Musea dragen ten slotte ook bij tot de economische ontwikkeling van de stad of streek. Het wordt tijd om deze functie te onderzoeken en de
maatschappelijke meerwaarde ervan nog te verhogen.
Ruimte voor amateurkunsten
Een bloeiende amateurkunstensector heeft niet alleen een grote sociale meerwaarde. Hij draagt ook bij tot een vruchtbare bodem voor een rijk en
divers cultureel landschap. Amateurkunsten spelen zich hoofdzakelijk af onder de kerktoren, in wijken en buurten. En toch - of juist daarom - wilt
de provincie ook hier inzetten op een bovenlokale benadering. Amateurkunstenaars zijn vooral op zoek naar infrastructuur en feedback.
Naast ruimte om te repeteren en te creëren hebben ze ook ruimte nodig om de vruchten van hun artistieke arbeid te durven tonen en door
feedback verder te kunnen groeien. De provincie organiseert reeds
wedstrijden en tornooien samen met haar partners. Ze zet verder in op dit ingeslagen pad en zal hierbij ook meer aandacht hebben voor podium-
en spreidingskansen.
Ruimte voor kunsten en erfgoed
Kunst is de frisse wind die een samenleving nodig heeft. Een frisse wind
kan deugd doen, strelen en aangenaam zijn. Op andere momenten is hij killig of grillig. Maar steeds voert hij zuurstof aan. De provincie moet een
incubator voor talent en innovatie zijn en geeft nieuw talent de ruimte om te groeien, de vleugels uit te slaan, te vallen en uit te vliegen.
De waarde van kunst en erfgoed is niet in geld uit te drukken. Toch nodigt
de provincie de kunst- en erfgoedsector uit tot meer ondernemerschap. Het is een uitdaging om dit te doen met respect voor de erfgoedwaarde en
de noodzakelijke artistieke vrijheden. In dit onontgonnen gebied wil de provincie als een pionier bakens plaatsen. Samen met haar sterke
18
culturele instellingen, vanuit haar breed netwerk binnen de culturele
sector en door samenwerking en overleg met de economische sector en onderzoeksinstellingen, kan de provincie inspirerende pilootprojecten een
stimulans geven, en zoeken naar raakvlakken waar cultuur en economie
elkaar kunnen inspireren en verrijken. Cultuur krijgt pas betekenis door de beleving ervan. Cultuur spreekt
echter een eigen taal waar niemand mee wordt geboren. Net als andere talen moet deze aangeleerd worden. De provincie wil dat alle kinderen en
jongeren de kansen krijgen om zich deze taal eigen te maken, om de competenties voor cultuurparticipatie te ontwikkelen en zo alle kansen te
krijgen voor persoonlijke ontplooiing en volwaardige deelname aan onze samenleving.
De provincie brengt daarom organisaties en instellingen uit de sectoren jeugd, cultuur en onderwijs samen en stimuleert hen tot samenwerking,
uitwisseling van expertise en gezamenlijke acties.
3.2 Vrije tijd en sport
In de sector van de vrijetijdsbesteding biedt onze provincie al heel wat
mogelijkheden. De wandel- en fietspaden kronkelen zich doorheen alle regio’s in onze provincie, en zijn een succesvol raderwerk van onze
toeristische inspanning. Maar nu de basis is uitgebouwd kunnen aanpassingen gebeuren die het comfort van de gebruiker verhogen. We
denken aan info- en onthaalpunten. Die kunnen aangenamer en comfortabeler gemaakt worden. Hierbij
denken we in de eerste plaats aan zitaccommodatie en picknick mogelijkheden maar eveneens aan info om te wijzen op bepaalde
interessante zaken tijdens de tochten. Dit beleid ondersteunt ook de
lokale economie: een stopplaats in een gemeente doorbrengend op een terrasje is goed voor de plaatselijke middenstand en versterkt
tegelijkertijd het sociaal weefsel.
We wensen dat er in ons sportbeleid meer initiatieven genomen worden ook op ons groene platteland zodat er ook op deze wijze regionale
spreiding is en alle inwoners uit onze provincie aan hun trekken komen. Ook willen wij een aantal minder voor de hand liggende en of opkomende
sporten ondersteunen door hiervoor bovenlokale sportvoorzieningen mee te realiseren: bijvoorbeeld voor rugby, cricket, Kubb, petanque.
Topsporthallen, met aparte specialiteit per streek, kunnen hier over en voor de ganse provincie een invulling aan geven, al mag het aanmoedigen
voor de algemene sportontwikkeling niet vergeten worden.
CD&V vindt het uitermate belangrijk om de G-sport te blijven promoten.
De sportclubs en scholen moeten verder worden aangezet om personen met een handicap alle kansen te geven en om hen zoveel mogelijk
sportdisciplines aan te bieden.
19
Ook is het een taak de personen met een handicap te blijven
sensibiliseren om te gaan sporten eens de omkadering wordt geboden. Zo worden er bruggen gelegd en wordt er op deze wijze ook aan een vlotte
integratie gewerkt.
De uitleendienst voor sportmaterialen wordt geoptimaliseerd en
gedecentraliseerd om voor zoveel mogelijk mensen bereikbaar te zijn.
3.3. Jeugdwerk
Het nieuwe decreet jeugdbeleid, gevolg van de interne staatshervorming, stipuleert heel wat mogelijkheden waar wij ons als christendemocraten
kunnen op richten. De provincie zal zich in de nieuwe legislatuur meer kunnen focussen op de
ondersteuning van doelgroepspecifiek jeugdwerk.
Wij zullen inzetten op exploitatie en ondersteunen van bovenlokale
jeugddomeinen, jeugdinfrastructuur en uitleendiensten voor de jeugd. Het provinciale aanbod breiden we uit met bijvoorbeeld een grote fuiftent,
extra springkastelen…
De provincie zal gemeenten ondersteunen om goed uitgeruste en veilige kampplaatsen te realiseren vermits er een permanent tekort is aan
dergelijke infrastructuur. Specifieke jongerengroepen met een noodzaak voor regionale werking
kunnen voor hun infrastructuur blijvend rekenen op de steun van de provincie.
We voeren ook een inclusief beleid voor kinderen en jongeren die omwille
van hun afkomst, hun thuissituatie, hun fysieke of mentale situatie een
groter risico lopen op achterstelling of uitsluiting op een of meer domeinen. Hierin willen wij facilitator zijn. De provincie brengt
desgevallend de actoren samen om samen te zoeken naar een passende oplossing.
Gezinnen met kinderen met een handicap moeten kansen krijgen om
tijdens de vakantieperiode terecht te kunnen op inclusieve speelpleinen dicht in de buurt. Hiervoor willen we naast het sensibiliseren van deze
vorm van speelpleinwerking ook middelen vrijmaken om deze specifieke aanpak te realiseren.
Via impulssubsidies wensen we initiatieven in de sector jeugdcultuur te
ondersteunen en te versterken. Jong artistiek talent kan hierdoor worden aangemoedigd. De Studio, het centrum én podium voor jong talent dat in
samenwerking met vzw Villanella wordt beheerd, moet hierin een
belangrijke rol spelen. Voeren van een impulsbeleid ter uitvoering van het Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleid vinden we eveneens belangrijk,
20
alsook het organiseren van meer participatie van kinderen en jongeren bij
voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het provinciaal jeugdbeleid.
3.4. Welzijn
Op vlak van welzijn is het de bedoeling om de taken van de verschillende
overheden beter af te lijnen en beter op elkaar af te stemmen. De Vlaamse regering besliste dat de sociale planning, de netwerkvorming
en het impulsbeleid tot de bevoegdheden van de provincies blijven behoren.
Een goed uitgebalanceerd sociaal en welzijnsbeleid is een noodzaak in
onze provincie. Door de jaren heen hebben we hierin enorm geïnvesteerd.
De invulling van dergelijk beleid zal zich telkenmale aanpassen aan de noden van de samenleving.
De provincie speelt een belangrijke rol in het ontsluiten van informatie over armoede en sociale uitsluiting. De provincie maakt de sociale kaart
op en actualiseert deze zodanig dat gemeenten, diensten, organisaties en voorzieningen uit de welzijns-en gezondheidssector nauwkeurig mensen
kunnen begeleiden en doorverwijzen.
Wij hebben op de eerste plaats aandacht voor maatschappelijke tendensen die zich manifesteren in onze provincie: vergrijzing, dementie,
armoede,geweld, zelfdoding, opvoeding.
De vergrijzing van onze bevolking, die zich in onze provincie laat voelen, en in bepaalde gemeenten meer dan in andere, neemt toe en gelukkig
maar dat mensen ouder worden. Ouderen hebben recht op een waardig
en zinvol leven. Als ouderen zorg nodig hebben komt voor onze partij de thuiszorg en thuisverzorging op de eerste plaats. Er is een goede
omkadering nodig voor de zorgdragers en de mantelzorgers willen zij deze taak naar behoren kunnen uitvoeren. Af en toe rustpauzes voor hen
inbouwen is nodig. Wij stimuleren dat de dagopvang kan gerealiseerd worden in de
gemeenten. Hiertoe werkt de provincie aan een vorm van ondersteuning van initiatieven die gemeentelijke en intergemeentelijke dagopvang
organiseert. Recent onderzoek wees uit dat er in de toekomst ook meer en meer
mensen dementerend worden. Door de toenemende veroudering staan we immers voor een steeds verdere toename in het aantal, dat getroffen
worden door de ziekte van Alzheimer. Dit vraagt een specifieke benadering. Wij onderschrijven de basisprincipes
voor een dementievriendelijke samenleving uit het dementieplan
Vlaanderen, waarbij respect voor de dementerende en de dementie samen draagbaar maken de uitgangspunten vormen.
21
Het is onze verantwoordelijkheid om verder onderzoek te stimuleren en
daartoe middelen ter beschikking te stellen. Maar de provinciale taak ligt hier vooral op het werkveld, we willen als provincie impulsen geven om
nieuwe technieken uit te testen op het vlak van huisvesting, en het
verzorgen van de omgeving.
Algemeen in het welzijnsbeleid moeten we ons richten op de ondersteuning van vrijwilligers. De volledige professionalisering van zorg,
en nog meer van al het gemeenschapsvormende werk dat verenigingen verzorgen, is absoluut onbetaalbaar. Als provincie willen we een
betrouwbare partner zijn voor onze vrijwilligers. We willen het verenigingsleven kansen geven, en vooral ondersteuning bieden. Een
uiterst belangrijk punt hierin is de infrastructuur. Ook voor verenigingen, voor zover ze een bovenlokale nood invullen, willen we als provincie
optreden als aanspreekpunt voor hun infrastructurele noden. Momenteel wordt veel huisvesting voorzien door parochies, kerkfabrieken en
dergelijke. Bijstand bieden bij mogelijke problemen om dit mecenaat verder te zetten is in eerste plaats een taak weggelegd voor gemeenten.
Maar wanneer het gaat om verenigingen die een bovenlokale behoefte
invullen, moet ook de provincie haar verantwoordelijkheid opnemen. Inspelen op nieuwe noden, vaak het resultaat van bovenlokale
samenwerking en overleg is een uitdaging voor ons en via ons impulsbeleid geven we aanzetten.
Er is de toename van de armoede, mede door de crisis. Dit kan ons niet
onberoerd laten. Wij zijn bezorgd om alle inwoners maar meer nog moet onze aandacht gaan naar de mensen die in armoede leven of leven op de
armoedegrens en er dreigen in te belanden. Deze problematiek stelt zich in alle bevolkings- en leeftijdscategorieën:
alleenstaanden, gezinnen, één-oudergezinnen, zorgbehoevende ouderen. Met de economische crisis steekt de energiearmoede meer en meer de
kop op. Wij moeten zorgzaam omgaan met mensen in armoede.
Bij het bestrijden van armoede, moet er speciale aandacht zijn voor het
bestrijden van kinderarmoede. De komende zes jaar focust de provincie Antwerpen in haar armoedebeleid op kinderen.
Wij maken werk om gemeenten en organisaties te ondersteunen en te stimuleren om die mensen ter plaatse te helpen.
De inrichting van “sociale kruideniers” in gemeenten kan daartoe
bijdragen, de provincie kan via impulssubsidies initiatiefnemers hiertoe de nodige kansen geven. Dagelijks gezonde en betaalbare voeding kunnen
aankopen is essentieel, ook voor wie slechts over beperkte middelen beschikt. Om een stigma te vermijden, bekijken we een verschillend
prijzenbeleid in deze winkels per doelgroep.
Ouders en opvoeders zullen kunnen blijven rekenen op het Steunpunt Triple P dat kwaliteitsvolle opvoedingsondersteuning en opleiding biedt.
22
Op het vlak van gehandicaptenzorg blijven we onze verantwoordelijkheid opnemen.
Een impulsbeleid kan een hefboom zijn voor de uitvoering van het Vlaams beleid in de provincie zodat dit sneller wordt gerealiseerd.
We kunnen er niet omheen dat zelfdoding steeds een groot probleem wordt ook bij jonge mensen. We moeten de moed hebben om zaken te
detecteren en om gepaste preventieve hulp te bieden via subsidies voor uitbouw en ondersteuning van diensten.
De basis van vele nieuwe negatieve symptomen in onze samenleving is het gebrek aan verbondenheid met anderen. Het sociale weefsel dat er
vroeger als vanzelfsprekend was kalft af en vandaar dat we het opportuun achten om het vrijwilligerswerk, dat mensen samenbrengt, blijvend te
ondersteunen. Het geweld in de samenleving en het geweld op vrouwen stijgt.
Wij pleiten voor het behoud en de verdere uitbouw van vluchthuizen, die opvang en rust bieden aan vrouwen.
De lokale besturen en particuliere welzijnsactoren kunnen een beroep
doen op onze deskundige provinciale medewerkers. Deze diensten rekening houdend met de noden die zich aandienen in onze complexe
samenleving, zijn aan uitbreiding toe.
De eigen provinciale instellingen blijven we verder exploiteren zoals een goede huisvader en -moeder doet.
De senioren maken een belangrijke groep uit vandaar ook zullen we deze bevolkingsgroep speciaal aandacht geven. Veel meer nog dan vroeger
willen we hen laten participeren en hen advies vragen bij het invullen en uittekenen van ons beleid.
3.5. Onderwijs
Onze provincie is een belangrijke speler in het aanbod van technisch- en beroepsonderwijs. Door de jaren heen werden er degelijke scholen
opgericht in regio’s waar daaraan nood was en anderen geen initiatief namen.
Wij hebben er een modern onderwijs van gemaakt dat in staat is om flexibel in te spelen op en samen te werken met bedrijven om zo
gekwalificeerde opleidingen aan te bieden maximaal afgestemd op noden
van de industrie. Ook het landbouwonderwijs behoort tot onze corebusiness en we moeten
hierin blijven investeren. En voldoende aandacht moet er ook blijven voor jongeren die initiatief
willen nemen om een eigen bedrijf op te starten.
In de relatie tussen Welzijn en Economie, heeft de provincie ook een rol te spelen in het begeleiden van jongeren om die onderwijskeuzes te maken
23
waar de arbeidsmarkt behoefte aan heeft. Vooral de keuze voor
zorgberoepen moet extra worden aangemoedigd.
Ook heeft de provincie een rol te spelen in het levenslang leren, en in het
volwassenenonderwijs. Via projecten moet de provincie hierin beloftevolle initiatieven ondersteunen en kansen geven.
Andere vormen van onderwijs en opleiding die ook elders in dit
programma worden toegelicht moeten onze volle aandacht blijven krijgen. Wij bedoelen hiermee de veel gewaardeerde veiligheidsopleidingen van
ons Provinciaal Veiligheidsinstituut en de opleiding van politie, brandweer en ambulanciers.
Tenslotte zal de provincie blijven middelen investeren in de provinciale vereniging Inovant, om de bijscholing van gemeentelijke ambtenaren op
een hoog peil te houden.
4. Werken in de provincie Antwerpen
4.1. Economie en tewerkstelling
Het provinciaal economisch beleid wenst vooral in te zetten op:
- een ondernemersvriendelijk klimaat. - Ondersteuning van het lokale detailhandelsbeleid
- ondersteuning van de sociale economie - innovatie en technologie
- internationale samenwerking - KMO’s
- Herontwikkelen en optimaliseren van bedrijventerreinen - Regionale streekontwikkeling
Het provinciaal beleid zal er mee voor zorgen dat steden en gemeenten een ondernemersvriendelijk klimaat kunnen realiseren. De provincie is
juist omwille van haar schaalgrootte een belangrijke partner.
Detailhandel zorgt voor 33% van de tewerkstelling in de provincie
Antwerpen. Daarom wil CD&V de 70 gemeenten en steden van de provincie Antwerpen een financieel duwtje in de rug geven om winkelen in
de eigen handelskern aantrekkelijker te maken. De projecten die de provincie ondersteunde in de detailhandel moeten
worden verder gezet. Hierbij denken we aan de ondersteuning van gemeentelijke projecten
zoals bijvoorbeeld voor het opmaken van een winkelpromotieplan of het
24
ondersteunen van gemeentelijke acties voor een bloeiend
handelsapparaat. Een volgende stap die CD&V wil zetten, is de provinciale rol uitdiepen
binnen het kader van het samenwerkingsakkoord detailhandel dat is
afgesloten tussen de Vlaamse overheid, de vijf Vlaamse provincies en de VVSG. Daarbij is de basisvisie ‘kernversterkend werken’ m.a.w. meer
aandacht besteden aan de versterking, continuering of revalidering van winkelkernen in steden en gemeenten.
De provincie engageert zich om de ontwikkeling van bedrijventerreinen
mee te realiseren. Hierin heeft de POM een duidelijke opdracht. De provincie zal ook de nodige aandacht geven aan de verdere inrichting
en exploitatie van de technologiezones.
KMO’s zijn in onze provincie een belangrijke bron van tewerkstelling en vormen een essentieel onderdeel van onze economie. Starters moeten
worden ondersteund. CD&V lanceert de idee om startende bedrijven de eerste twee jaar vrij te stellen van het betalen van de provinciale
belasting.
De projecten in de sociale economie die de provincie opzet of stimuleert inspelend op lokale behoeften zijn van cruciaal belang voor de
tewerkstelling van kansengroepen die moeilijk in het reguliere systeem kunnen worden tewerkgesteld. We streven ook naar een vereenvoudiging
en doorzichtig maken van bestaande systemen.
We blijven voorstander van een eigentijds agrarische onderwijs dat de jongeren degelijk voorbereidt op een beroepsloopbaan in de sector en
hiermee ook de professionalisering alle kansen geeft.
Ook de werking van de RESOC’s mag niet worden vergeten. Elk arrondissement heeft via het opmaken van een streekpact een
langetermijnstrategie voor de economische ontwikkeling en de werkgelegenheid binnen hun gebied. De provincie moet een
overkoepelend orgaan zijn dat deze strategieën kan coördineren en kan
bijsturen in de richting van gemeenschappelijke belangen. De provincie moet haar ervaring en kennis in de vorm van een
instrumentenkoffer ter beschikking van de regio’s stellen waardoor een constructieve en dynamische samenwerking moet leiden tot maximale
ontplooiingskansen voor de regio. De provincie zal hierbij een dienstverlenende functie vervullen waarbij zij een kennisuitwisseling
tussen alle niveaus zal nastreven.
Ook in het kader van de mobiliteit, mag de slimme logistiek niet uit het oog worden verloren. Op voorhand, nog voor transporten werkelijk
plaatsvinden, moeten ze worden ingecalculeerd. Zo worden later heel wat problemen vermeden. Er kunnen vele transporten vermeden worden door
een goede locatiekeuze.
25
De chemische ondernemingen staan in voor zowat 20% van de Vlaamse
industriële bedrijvigheid en is daarmee een zeer belangrijke werkgever. De provincie Antwerpen heeft met meer dan 50% van de werkgelegenheid
in de chemische sector het hoogste aandeel binnen Vlaanderen.
We moeten ook de chemische nijverheid verder ondersteunen, en als
tewerkstellingsopportuniteit promoten. Een ‘chemie-doe-center’ kan hierin een wezenlijke bijdrage leveren. Waar Technopolis in Mechelen als missie
‘Wetenschap en technologie dichter bij de mensen brengen” heeft, zal dit nieuwe centrum als hoofdopdracht “chemie dichter bij de mensen
brengen” krijgen. Ook in dit centrum werken we met proefjes, en willen we ook schoolgaande kinderen al prikkelen om later chemische richtingen
te studeren, en in de chemische nijverheid te gaan werken. Qua locatie hiervoor denken we aan de Antwerpse haven.
Internationale samenwerking
Het aantal internationale investeringen in onze provincie is het voorbije jaar teruggelopen. Nochtans beschikken we over een aantal unieke
troeven, zoals onze wereldhaven, petrochemisch cluster, diamant, hoogstaand onderwijs en onderzoek, toonaangevende kunst en cultuur in
een aangename leefomgeving en met de Europese hoofdstad in onze achtertuin. Niet voor niets staat de provincie Antwerpen in Europese
vergelijkingen, als eerste van de Benelux, bij de top tien qua investeringsaantrekkelijkheid. De provincie moet dan ook versterkt haar
bijdrage leveren in het goed onthalen en begeleiden van mogelijke internationale investeerders.
4.2. Plattelandsbeleid met een sterke poot voor de land- en
tuinbouwsector
Wij koesteren de eigenheid van onze provincie: we beschikken in ons
provincie nog over ettelijke kilometers ruimte waar een beleid op zijn plaats is.
De land- en tuinbouw heeft ruimte nodig en de huidige beschikbare ruimte moet gevrijwaard blijven. Land- en tuinbouw is als volwaardige
economische activiteit de ruggengraat van het platteland. Het vergunningsbeleid dient dan ook op die manier te worden vormgegeven.
Het plattelandsbeleid is meer dan het instandhouden van het karakter van het platteland maar houdt ook rekening met evoluties die zich aandienen.
Daar zijn de verbrede activiteiten een belangrijk deel van. Zo kunnen landbouwers ook aandacht hebben voor hoevetoerisme om
naast hun hoofdactiviteit op hun bedrijf recreanten te laten genieten van
26
het buitenleven. De provincie moet in deze de promotor zijn voor deze
vorm van toerisme naar een breed publiek. Naast het hoevetoerisme is er meer en meer de thuisverkoop van
streekproducten waarin zowel de provincie en de gemeenten hun rol
moeten spelen.
In een hedendaags beleid moet er extra aandacht zijn voor betere en grotere vermarkting van de streekproducten: logistiek verbeteren, het
aanbieden van verkooppunten voor streekproducten. Dit pakken we in de komende bestuursperiode dan ook aan.
We nemen de bestaande afzetkanalen van hoeve- en streekproducten onder de loep. We gaan voor groeimogelijkheden voor producenten,
innovatie in afzetstrategieën en uitbouw van samenwerkingsinitiatieven. Dit alles om de marktpenetratie van hoeve- en streekproducten te
verhogen. Bestaande labels en erkenningen zullen hierbij een rol van betekenis spelen.
Mogelijke voorbeelden zijn:
- Samenwerking met horeca bv. ‘De Kempen op je bord’
- Geschenkaanbod voor de hoeve- en streekproducten - Samenwerking tussen hoevewinkels (‘Landwinkel’-concept)
Een ondersteunend landbouwbeleid betekent ook gerichtheid op
praktijkonderzoek, voorlichting, advisering en ondersteuning van actieve landbouwers. De Hooibeekhoeve en het Proefbedrijf voor de
Pluimveehouderij zijn hiervan de sprekende initiatieven.
De provincie investeert in het onderhouden en het beheer van de waterlopen. Dergelijk preventief en degelijk retroactief beleid (o.a.
slibruimingen) samen met lokale actoren heeft in het recente verleden geleid tot minder overstromingen.
27
4.3. Toerisme
De provincie is het best geplaatst om het toerisme op haar grondgebied te promoten.
Er moet ook begonnen worden met het geven van impulsen aan het slow toerisme. “Het hoeft niet altijd ver te zijn om goed te zijn”.
Langsheen de mooie routes mag er her en der een rustbank en schuilhut
worden geplaatst zodat de gebruiker er een hele daguitstap kan van maken.
De routedokters en de landschapsdokters, werkzaam aan het fiets-
wandelknooppuntennetwerk en op de landschappen, zijn welkom om de juiste diagnose te stellen en in een minimum van tijd het probleem dat
zich stelt aan te pakken en wandelaar en fietser bij te staan. Zowel de routedokters als de landschapsdokters zijn initiatieven in de lokale
diensteneconomie waar onze provincie enorm belang aan hecht. Langs de Antitankgracht die zich slingert doorheen de Noorderkempen
kunnen belevingselementen de aantrekking vergroten, met oog voor een kindvriendelijke aanpak. Zowel gezinnen, ouders en grootouders zullen dit
ten zeerste appreciëren. Het wordt echt toerisme dicht bij huis. Als beleidsniveau focussen we op duurzaam of ecotoerisme welke zorg en
aandacht geeft aan de natuur.
Onze groendomeinen zijn pareltjes waar natuur, genieten en ontspanning hand in hand gaan.
Dit vraagt een beleid dat dergelijke groene longen de nodige zuurstof
blijven krijgen en geven. De provincie is eigenaar van kastelen die een zinvolle bestemming krijgen.
Het kasteel Pulhof, in een groene omgeving, is er een van. Hier dienen nog de nodige restauratiewerken te worden uitgevoerd vooraleer het
optimaal kan ingevuld worden. Private participatie en medewerking zijn welkom.
Algemener staat de provincie voor een grote uitdaging, niet enkel wat de
vele “hoven van plezantie” betreft, maar ook in verband met andere gebouwen uit ons verleden, waaronder heel wat kerken en ander religieus
erfgoed (bijvoorbeeld abdijen, kloosters, kapelletjes…). De vraag stelt zich hoe ze te ontsluiten voor het publiek, en tegelijk de gemeenschap een
continu oplopende rekening te besparen. Een belangrijke taak voor een overheid, ook voor een provincie zal erin
bestaan voor dergelijke parels uit ons verleden nieuwe economische
dragers te vinden. Gelukkig hebben we hier onze vzw Kempens Landschap, om onze zaken snel te realiseren.
28
Momenteel wordt heel wat historisch verleden gekoesterd door vrijwilligers.
Vrijwilligers zijn, zoals in de ganse samenleving, ook hier van
onschatbare waarde.
5. De werking van de provincie Een alom gekend gezegde is dat koken geld kost De provincie haalt haar
middelen uit dotaties en belastingen die we zo rechtvaardig en billijk mogelijk willen innen van burgers en bedrijven en gebruiken voor een
evenwichtig beleid.
Het systeem wordt behouden maar weer opnieuw met aandacht voor de zwakkeren. Voor de gezinsbelasting moet de vrijstelling van de mensen
die genieten van het omniostatuut worden gegarandeerd. Ook het
bedrijfsleven moet blijvend een bijdrage leveren om de werking van de provincie te ondersteunen.
Vermits de Europese projectwerking in de huidige bestuursperiode al een
bedrag aan Europese subsidies heeft opgeleverd dat te vergelijken is met een derde van de jaarbegroting van het provinciebestuur, is het duidelijk
dat het Europees regionaal beleid een stevig beleidsinstrument is. Voor ons is het dan ook enorm belangrijk dat wij in de provincie sterk
inzetten op het zoeken naar Europese financiering. Wij zijn er voorstander van dat de provincie alle noodzakelijke inspanningen doet om daarbij een
regierol te vervullen zodat we er zeker van zijn dat de financiële middelen ook efficiënt ingezet kunnen worden. Het is onze bedoeling in nauw
overleg met de lokale overheden en het middenveld te zoeken naar innovatieve projecten die bijdragen tot de streekontwikkeling. Daarom
willen we met de steun van de Vlaamse overheid inzetten op
- een versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie;
- vergroting van de concurrentiekracht van KMO’s en de landbouwsector
- ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken
- bescherming van het milieu en bevordering van efficiënt gebruik van hulpbronnen
- bevorderen van sociale inclusie en bestrijding van armoede
De huisvesting van de provinciale diensten zal in de komende legislatuur erg wijzigen. De duurzaamheid van de huidige gebouwen wordt
problematisch vandaar dat er wordt werk gemaakt van een nieuw
29
provinciegebouw ten dienste én van de bevolking én van haar diensten.
We krijgen als provincie een eigentijds gezicht.
E-governement ten dienste van de burgers zal een sterk speerpunt
worden. In onze communicatie onderzoeken we de mogelijkheid om met een eigen
huis-aan-huis blad te beginnen, en ons rechtstreeks te richten tot iedereen.
Zo blijft de provincie ook aan opleidingen werken voor andere overheden. Niet enkel op het punt van veiligheid (zie 2.2 wonen), maar ook via
Inovant, de opvolger van de vroegere provinciale bestuursschool. De provincie wil zo actief een rol spelen in het zorgen voor een verbetering
van de kennis binnen de administraties in de ganse provincie, en ook op die manier de basis leggen voor een betere dienstverlening in heel de
provincie.
--------------------------------------------------------