Protocol Overgang - Home - De Triangel · 3. rekenen/wiskunde. De leerling heeft op de methode...

Overgangsprotocol De Triangel.

O.B.S. de Triangel Botter 40-75 8243 KW Lelystad Tel: 0320-250103

[email protected] www.obs-de-triangel.nl 1

Protocol Overgang




OVERGANGSPROTOCOL OBS De Triangel

Hoofdstuk 1 Inleiding

Hoofdstuk 2 Uitgangspunten OBS De Triangel

Hoofdstuk 3 Stappenplan bij besluitvorming

Hoofdstuk 4 Overgang groep 1-2 en 2-3

Hoofdstuk 5 Overgang groep 3-8

Hoofdstuk 6 Formulieren




HOOFDSTUK 1 INLEIDING

De wet op het Primair onderwijs schrijft voor dat ieder kind recht heeft op een ononderbroken ontwikkeling. In beginsel doorlopen leerlingen de basisschool in 8 jaar. Binnen de leerstofblokken van een methode differentiëren we naar tempo, naar niveau, naar leertijd en naar instructiebehoefte. Indien nodig, proberen we na het leerstofblok uitvallende leerlingen de gestelde minimumdoelen te laten behalen. Tegen het einde van het schooljaar wordt de definitieve balans opgemaakt. Dat betekent voor bijna alle kinderen overgang naar de opvolgende groep en voor een enkeling een doublure.

Omdat een doublure een ingrijpende gebeurtenis is voor een leerling, moet de keuze zorgvuldig gemaakt worden. Voor- en nadelen moeten goed overwogen worden, aan de hand van duidelijke criteria, die in een vroeg stadium met de ouders moeten worden besproken. Bij het nemen van een beslissing zijn de groepsleerkracht(en), de ouders en de intern begeleider betrokken. Bij een verschil van mening wordt de directeur ingeschakeld. De directeur heeft de eindverantwoordelijkheid en neemt de eindbeslissing

Dit overgangsprotocol geeft duidelijkheid over de procedure, die gevolgd wordt op de Triangel bij de besluitvorming.




HOOFDSTUK 2 UITGANGSPUNTEN M.B.T. DOUBLEREN

Op weg naar Passend Onderwijs zullen er steeds kinderen op onze school komen, die een aangepast arrangement op basis van cognitie of anderszins krijgen. Het onderstaande is niet (altijd) voor hen van toepassing. Op de Triangel hebben we de volgende uitgangspunten geformuleerd:

Kinderen kunnen eenmaal doubleren. Het doubleren in een groep is m.n. bedoeld voor leerlingen, die wat betreft de

resultaten op hun tenen lopen, terwijl er wel voldoende capaciteiten aanwezig (b)lijken te zijn.

Voor kinderen, die regelmatig ziek zijn (geweest) of zich door problemen thuis en/of op

school minder hebben ontwikkeld dan op grond van hun capaciteit verwacht mag worden, kan een doublure een goede oplossing zijn

Bij kinderen met een bepaalde diagnose ( sprake van arrangement) zijn we

terughoudend w.b. doubleren. Bij deze kinderen zal samen met een ambulant begeleider, bekeken moeten worden, of de achterliggende prestaties verband houden met deze diagnose. Tevens wordt er voor deze leerlingen een Ontwikkelingsperspectief opgesteld.

Bij kinderen met vastgestelde cognitieproblemen zijn we terughoudend w.b. doubleren.

Voor hen stellen we een Ontwikkelingsperspectief op ( OPP) Om de wenselijkheid van een doublure vast te stellen, speelt de omvang van de tot nu

toe uitgevoerde extra hulp en de resultaten hiervan een rol.

Om te komen tot een besluit van doubleren maken we gebruik van de resultaten vanuit:

o Leerlingvolgsysteem (LOVS) van CITO o Leerlingvolgsysteem voor de Sociale Competentie, de observatielijst SCOL. o Resultaten op methode gebonden toetsen rekenen, begrijpend lezen, taal,

spelling en technisch lezen o Overzicht uit ESIS waarop de leerachterstanden in % staat weergegeven o Eventueel rapportage van externen o Eventuele observaties m.b.t. de sociaal-emotionele ontwikkeling en/of de

taak/werkhouding M.b.t. de besluitvorming t.a.v. doubleren wordt altijd zorgvuldig overlegd met ouders. In bijzondere gevallen wordt er beredeneerd afgeweken van dit overgangsprotocol. Het

besluit hiertoe wordt genomen door het Ondersteuningsteam.




HOOFDSTUK 3 STAPPENPLAN

Bij de besluitvorming over een doublure worden de volgende stappen genomen:

Stap 1: Januari /februari

De groepsleerkracht maakt met betrekking tot zijn/haar advies zoveel mogelijk gebruik van diverse feitelijke gegevens bijvoorbeeld genormeerde toetsen en observaties. Het vakkundige oordeel van de leerkracht speelt een belangrijke rol bij de beslissing tot doorstroming of doublure. De groepsleerkracht bespreekt a.d.h.v. deze gegevens de leerling met de intern begeleider.

Inhoud van dit gesprek is: o Welke toetsgegevens/observatie gegevens zijn bekend? o Zijn er overige gegevens bekend, bijv. van een voorschools traject, externe

onderzoeken, intakegesprek met ouders? o Over welk ontwikkelingsgebied maakt de leerkracht zich het meeste zorgen,

welke hulp is daarvoor gegeven en wat waren de opbrengsten van deze extra hulp? (handelingsplannen)

o Is het bekend hoe de ouders de ontwikkeling van hun kind beoordelen? Van dit gesprek maakt de leerkracht een verslag, dat door ouders ondertekend wordt. Verslag wordt bewaard in de zorgmap. Kopie verslag naar IB.

Stap 2: Februari / maart.

1. De leerkracht bespreekt samen met de IB-er a.d.h.v. stap 1 en 2 de voorgenomen doublure met het Ondersteuningsteam van de school. Daarna zal de leerkracht de ouders uitnodigen voor een gesprek.

2. Minimaal een week voor de portfoliogesprekken in februari/maart brengt de leerkracht de eventuele doublure ter sprake bij de ouders.

Inhoud van dit gesprek is: o evaluatie van het handelingsplan van de afgelopen periode o de argumenten van de leerkracht voor een eventuele doublure o de voorlopige reactie van de ouders hierop o het opstellen van nieuw handelingsplan. o ouders op de hoogte brengen van de procedure (overgangsprotocol)

Van dit gesprek maakt de leerkracht een verslag, dat door ouders ondertekend wordt. Verslag wordt bewaard in de zorgmap. Kopie verslag naar IB.

Stap 3: April / mei

Leerkracht nodigt de ouders opnieuw uit voor een voortgangsgesprek. Inhoud van dit gesprek is: o tussenevaluatie van ingezette interventies (handelingsplan) o bespreken van de argumenten van de leerkracht en zienswijze ouders t.a.v. een

eventuele doublure? Van dit gesprek maakt de leerkracht een verslag, dat door ouders ondertekend wordt. Verslag wordt bewaard in de zorgmap. Kopie verslag naar IB.




Stap 4: Juni De ouders worden door de leerkracht uitgenodigd voor een gesprek. Inhoud van dit gesprek is: o bespreken van de uiteindelijke beslissing aan de hand van het formulier

verantwoording doublure. Het formulier verantwoording doublure wordt door ouders, directie en leerkracht ondertekend. Het formulier wordt bewaard in de zorgmap. Kopie naar IB.

Stap 5: Augustus / September

De leerkracht bespreekt met de ouders de wijze waarop de leerling de leerstof krijgt aangeboden. ( indien van toepassing op welk onderdeel, hoe, wanneer en door wie extra begeleiding gegeven wordt.) Van dit gesprek maakt de leerkracht een verslag, dat door ouders ondertekend wordt. Verslag wordt bewaard in de zorgmap. Kopie verslag naar IB.

Na stap 5 wordt de leerling, tenzij anders noodzakelijk, verder tijdens de reguliere oudercontacten (rapportgesprekken) besproken.

De beslissing voor een doublure ligt bij de school. We gaan ervan uit, dat school de ouders heeft kunnen meenemen in het proces van besluitvorming via bovenstaande stappen. Ouders zijn echter verantwoordelijk voor hun kind. Als zij niet akkoord gaan met de door de directie genomen besluit, kan deze hen adviseren uit te zien naar een andere school, die beter aansluit bij datgene wat de ouders van de school verlangen met het oog op de begeleiding van hun kind.




HOOFDSTUK 4 OVERGANG groep 1-2 en 2-3 De tijd die kleuters in groep 1 en 2 doorbrengen kan sterk verschillen. Kleuters die bijvoorbeeld jarig zijn in mei zitten doorgaans twee jaar in groep 1/2. Kleuters die jarig zijn in oktober, november en december(de zgn herfstkinderen) ) kunnen ofwel bijna 3 jaar ofwel ruim anderhalf jaar in de kleutergroep zitten. Zeker voor de herfstkinderen kan een extra periode van 6 of 7 maanden, m.n. als de kinderen gericht gestimuleerd worden op de gebieden waarop de ontwikkeling onvoldoende tot stand is gekomen een positief effect hebben. De keuze van verkorting of verlenging van de kleuterperiode heeft vooral te maken met de onderwijsbehoeften van de kinderen en hun ontwikkeling. De voortgang in deze ontwikkeling is bepalend, niet de kalenderleeftijd. We gaan uit van de totale ontwikkeling. Deze omvat de volgende aspecten:

o taal/spraakontwikkeling o ontwikkeling m.b.t. het voorbereidend lezen o ontwikkeling m.b.t. het voorbereidend rekenen o sociaal-emotionele ontwikkeling en spelontwikkeling o werkhouding en concentratie o speel- werkgedrag o zelfstandigheid en zelfredzaamheid o ontwikkeling van de motoriek

Daarnaast hanteren we op de Triangel een aantal instrumenten om te bepalen, of een kind doorgaat naar de volgende groep. Namelijk:

1. CITO Rekenen voor Kleuters en Taal voor Kleuters. 2. Sociale Competentie en Observatielijst. (SCOL) 3. Taaltoets Alle Kinderen. (TAK) 4. Toetspakket Beginnende Geletterdheid 5. Observatielijsten BOSOS van de leerkrachten ( n.a.v. de resultaten van de evaluatie

van de groeps- en of handelingsplannen.)

Het serieus nemen van een overgangsbeslissing begint in januari. Voor de uiteindelijke beslissing wordt gebruik gemaakt van het checklist overgang groep 1-2 of checklist overgang groep 2-3. (zie bijlage hoofdstuk 6)

Uit het doorgaan naar groep 2 mag niet de conclusie worden getrokken dat de leerling het jaar daarop automatisch naar groep 3 gaat. De ontwikkeling moet opnieuw bekeken worden. De leerling zal zich gedurende het tweede leerjaar blijvend positief moeten ontwikkelen. Communicatie naar ouders:

Aan de hand van deze gegevens wordt bepaald of een leerling overgaat naar groep 2 of 3. Dit wordt tijdig kortgesloten en overlegd. (Zie hoofdstuk 3 stappenplan.) De uiteindelijke beslissing ligt bij de school.




HOOFDSTUK 5 OVERGANG GROEP 3-8 Hoofdregel “procedure overgang groep 3 t/m 8”:

Stap 1

Voor alle leerlingen geldt dat zij doorgaan naar de volgende groep als de leerling voldoet aan de volgende hoofdcriteria:

groep 3:

Er is op de LVS toetsen geen sprake van een aantoonbare achterstand op functioneringsniveau van meer dan een half jaar op de onderdelen

1. technisch lezen (beheersingsniveau AVI M3 en DMT) 2. spelling 3. rekenen/wiskunde.

De leerling heeft op de methode gebonden toetsen rekenen, lezen, spelling en woordenschat 3 van de 4 leerstofonderdelen een voldoende. De leerling heeft op 6 van de 8 onderwerpen van de SCOL een voldoende. De leerling heeft gemiddeld een III niveau.

groep 4:

Er is op de LVS toetsen geen sprake van een aantoonbare achterstand op functioneringsniveau van een half jaar of meer op tenminste twee van de volgende onderdelen, waarvan op één onderdeel een aantoonbare achterstand is van tenminste een jaar.

1. technisch lezen (beheersingsniveau AVI en DMT) 2. spelling 3. rekenen/wiskunde 4. begrijpend lezen

De leerling heeft op de methode gebonden toetsen rekenen, begrijpend lezen, taal, spelling en woordenschat 3 van de 5 leerstofonderdelen een voldoende. De leerling heeft op 6 van de 8 onderwerpen van de SCOL een voldoende. De leerling heeft gemiddeld een III niveau.

groep 5 t/m 8:

Er is op de LVS toetsen geen sprake van een aantoonbare achterstand op functioneringsniveau van een half jaar of meer op tenminste twee van de volgende onderdelen, waarvan op één onderdeel een aantoonbare achterstand is van tenminste een jaar.

1. technisch lezen (beheersingsniveau AVI en DMT) 2. spelling 3. rekenen/wiskunde 4. begrijpend lezen

Nb. Een zorgelijke score op technisch lezen en spelling moeten geteld worden als één gezamenlijke score.




De leerling heeft op de methode gebonden toetsen rekenen, begrijpend lezen, taal, spelling en woordenschat 4 van de 6 leerstofonderdelen een voldoende. De leerling heeft op 6 van de 8 onderwerpen van de SCOL een voldoende. De leerling heeft gemiddeld een III niveau.

Stap 2:

Voor leerlingen, die niet aan bovenstaande hoofdregels voldoen, wordt de fijnmaziger checklist “overgang groep 3 t/m 8” ingevuld. Hiervoor worden gegevens verzameld m.b.t. de resultaten van het LVS, de methode gebonden toetsen, de sociaal emotionele ontwikkeling, de taak-, werkhouding en de mening van de leerkracht. Aan checklist is een verfijnde criterialijst verbonden op basis waarvan de beslissing tot doublure wordt genomen. De leerkracht volgt de stappen zoals omschreven in hoofdstuk 3 Ouders worden dus tijdig op de hoogte gebracht van het feit, dat hun kind niet voldoet aan de ‘hoofdregel procedure overgang groep 3 t/m 8” en dat op basis van deze conclusie een uitgebreidere analyse, zoals boven wordt omschreven, zal worden gedaan en dat op grond daarvan een beslissing zal worden genomen.

De beslissing over wel of niet doorstromen naar de volgende groep is gebaseerd op stap 1 en 2 van de “procedure overgang groep 3 t/m 8”. Als stap 2 van toepassing is op de leerling dan zijn de volgende beslisschema’s van toepassing

Een leerling stroomt alsnog door naar de volgende groep als het voldoet aan:

Niet meer dan één aspect zorgelijk op de onderdelen: o leerlingvolgsysteemresultaten o methode gebonden o sociaal emotionele ontwikkeling o taak-, werkhouding

en o de leerkracht is van mening dat de leerling over kan naar de volgende groep

Bij een leerling is twijfel over doorstroming en wordt het kind nader besproken als de score is:

Niet meer dan één aspect zorgelijk op de onderdelen: o leerlingvolgsysteemresultaten o methode gebonden o sociaal emotionele ontwikkeling o taak-, werkhouding en o de leerkracht is van mening dat de leerling niet over kan naar de volgende groep

Een leerling moet doubleren als de score is:

Meer dan één aspect zorgelijk op de onderdelen: o leerlingvolgsysteemresultaten o methode gebonden o sociaal emotionele ontwikkeling




o taak-, werkhouding en o de leerkracht is van mening dat de leerling niet over kan naar de volgende groep.

Bij de uiteindelijke beslissing spelen de volgende aspecten ook een rol: o de situatie in de groep waarin het kind mogelijk geplaatst wordt o schoolorganisatie (combinatieklas, grote/kleine groep, rustige/drukke groep e.d.) o het effect van de geboden hulp en eventueel ingewonnen advies van extern deskundigen o leeftijd o lichamelijke conditie o relevante onderzoeks-, observatiegegevens




HOOFDSTUK 6 FORMULIEREN

1. Verantwoording doublure 2. Checklist overgang gr 1 > 2 3. Checklist overgang gr 2 > 3 4. Checklist overgang gr 3 > 8




VERANTWOORDING DOUBLURE

Naam leerling: Groep:

Geboortedatum: Schooljaar:

Leerkracht(en): Schoolloopbaan:

Aanleiding tot het invullen van deze verantwoording:

Data gesprekken over doublure:

o Stap 1 met IB:

o Stap 2 met ouders:



Met Ondersteuningsteam ( Indien van toepassing )

Geboden hulp afgelopen jaar:

o Groepsplan > instructie afhankelijke groep (vakgebied/periode)

o Subgroep (vakgebied/periode)

o AB (vakgebied/periode)

o Anders ( bijv buiten school/ huiswerkbegeleiding)

Informatie externen (indien aanwezig)

Data invullen checklist overgang:

Besluit en onderbouwing:

de leerling is toelaatbaar tot de volgende groep omdat

de leerling is niet toelaatbaar tot de volgende groep omdat

In grote lijnen plan van aanpak volgend schooljaar:




Reactie ouders:

Handtekening ouders dd:

Handtekening directie dd:

Handtekening Leerkracht dd:




Checklist overgang groep 1 naar groep 2 Leerling: Geboortedatum: Didactische leeftijd:

Leerkracht(en): Groep: Schooljaar: Invuldatum:

Voorbereidend taal en lezen

1) De woordenschatontwikkeling is op niveau of er is sprake van een duidelijke vooruitgang in deze ontwikkeling. Tussen de afnamen van de TAK is een groei in de passieve woordvoorraad van minimaal 150 woorden per onderwijsmaand.

J

N

2) Het kind heeft op de CITO Taal voor Kleuters E1 minimaal niveau IV Er is sprake van een minimale vaardigheidsgroei (M1>E1) van 8

J J

N N

3) Het kind kan minimaal 5 letters herkennen en benoemen. Het kind kan de eigen naam herkennen en naschrijven

J J

N N

4) Het kind kan een rijmwoord herkennen. Het kind kan een eenvoudig rijmpje, van 3 á 4 zinnen, uit het hoofd leren.

J J

N N

5) Het kind kan een meervoudige opdracht begrijpen en uitvoeren. J

N

Totaal voorbereidend taal en lezen

Voorbereidend rekenen

1) Het kind heeft op CITO Rekenen voor kleuters E1 minimaal niveau IV Er is sprake van een minimale vaardigheidsgroei (M1>E1) van 3.7

J J

N N

2) Het kind kan tellen o Tellen, minimaal tot 10. o Synchroon (aanwijzend) tellen tot minimaal 6. o Terugtellen van 10-1, eventueel met materiaal.

J J J

N N N

3) Het kind heeft een voldoende symbool bewustzijn. Het kan: o Het kind herkent en benoemt de cijfers 1 t/ m 5. o Kan deze in goede volgorde leggen o Kent de getallenlijn van 1-10

J J J

N N N

4) Het kind kan: o 6 kleuren benoemen. o 3 vormen herkennen en benoemen.

J J

N N

5) Het kind kent de begrippen veel/weinig, dik/dun, hoog/laag etc.

J

N




6) Het kind kan series herkennen van groot naar klein, dik naar dun,etc. J

N

Totaal voorbereidend rekenen

Sociale vaardigheden

1) Scoort op de SCOL minimaal een C niveau en heeft op 6 van de 8 onderwerpen een voldoende.

J N

2) Het kind kan zichzelf aan en uitkleden, kan eigen schoenen aan/uit doen.

J

N

Totaal sociaal emotioneel

Mening van de groepsleerkracht (en)

De groepsleerkrachten zijn van mening dat doorstroming naar de volgende groep wenselijk is

De leerkrachten zijn van mening dat doublure wenselijk is

Met ouders besproken op met Handtekening ouders Handtekening leerkracht




Checklist overgang groep 2 naar groep 3 Leerling: Geboortedatum: Didactische leeftijd:

Leerkracht(en): Groep: Schooljaar: Invuldatum:

Voorbereidend taal en lezen

1) De woordenschatontwikkeling is op niveau of er is sprake van een duidelijke progressie in deze ontwikkeling. De leerlingen heeft minimaal een passieve woordvoorraad van 2500 woorden Tussen de afnamen van de TAK is een groei in de passieve woordvoorraad van minimaal 150 woorden per onderwijsmaand.

J J

N N

2) Het kind heeft op de CITO Taal voor Kleuters E2 minimaal niveau IV Er is sprake van een minimale vaardigheidsgroei (M2>E2) van 5.4

J N

3) Het kind kan minimaal 15 letters herkennen en benoemen

J N

4) Het kind kan de eigen naam, zonder gebruik te maken van een naamkaartje (op de aangeboden schrijfwijze) schrijven.

J

N

5) Het kind heeft op de Toetsen van het toetspakket beginnende geletterdheid voor groep 2 genoemde toetsen minimaal de referentie score. (III voldoende)

auditieve analyse toets auditieve synthese toets

Benoemsnelheid cijfers/ letters Letterkennis

J J J J

N N N N

Totaal voorbereidend taal en lezen

Voorbereidend rekenen

1) Het kind heeft op CITO Rekenen voor kleuters E2 minimaal niveau IV Er is sprake van een minimale vaardigheidsgroei (M2>E2) van 5.8

J N

2) Het kind kan tellen o Tellen, minimaal tot 20. o synchroon (aanwijzend) tellen

J J

N N

3) Het kind heeft een voldoende symbool bewustzijn. Het kan: o cijfers herkennen 1-20 o cijfers benoemen 1-20 o koppeling hoeveelheid aan getal o Kent de getallenlijn 1-20

J J J

N N N




4) Het kind heeft voldoende hoeveelheidbegrip. Het kan: o hoeveelheden van 1-6 direct herkennen o hoeveelheden direct tonen van 1-6

J J

N N

5) Het kind kan tellen met hoeveelheidbegrip. Het kan: o vooruit tellen, vanuit wisselend startpunt o terugtellen 10-1 zonder materiaal

J J

N N

Totaal voorbereidend rekenen

Sociale vaardigheden

1) Scoort op de SCOL minimaal een C niveau en heeft op 6 van de 8 onderwerpen een voldoende.

J N

2) Het kind kan zichzelf ………………………………………………….

J

N

Totaal sociaal emotioneel




Met ouders besproken op met Handtekening ouders Handtekening leerkracht




Checklist “overgang groep 3 t/m 8”

Naam leerling: Groep:

Leerkrachten: Datum:

Resultaten Leerlingvolgsysteem: de leerling heeft:

gewenst: zorgelijk:

Technisch lezen: Minder dan een half jaar achterstand op beheersingsniveau AVI en de LOVS toets technisch lezen (DMT)

Technisch lezen: o een half jaar o een jaar o > een jaar achterstand op beheersingsniveau AVI en de LOVS toets technisch lezen (DMT)

Spelling: Minder dan een half jaar achterstand op de LOVS toets spelling

Spelling: o een half jaar o een jaar o > een jaar achterstand op de LOVS toets spelling

Rekenen en wiskunde: Minder dan een half jaar achterstand op op de methode gebonden toets rekenen en wiskunde

Rekenen en wiskunde: o een half jaar o een jaar o > een jaar achterstand op de methode gebonden toets rekenen en wiskunde

Begrijpend lezen: Minder dan een half jaar achterstand op op de methode gebonden toets begrijpend lezen

Begrijpend lezen: o een half jaar o een jaar o > een jaar achterstand op de methode gebonden toets begrijpend lezen

- de leerling heeft op de LVS toetsen wel / geen aantoonbare achterstand op functioneringsniveau van een half jaar of meer op tenminste twee van de volgende onderdelen, waarvan op één onderdeel een aantoonbare achterstand is van tenminste een jaar.

Methode gebonden toetsen: de leerling scoort op:

gewenst: zorgelijk:

Spelling: de methode gebonden toetsen spelling gemiddeld op alle toets onderdelen minimaal voldoende.

Spelling: de methode gebonden toetsen spelling gemiddeld op alle toetsonderdelen onvoldoende

Begrijpend lezen: de methode gebonden toetsen begrijpend lezen gemiddeld minimaal voldoende

Begrijpend lezen: de methode gebonden toetsen begrijpend lezen gemiddeld onvoldoende

Taal: de methode gebonden toetsen taal

Taal: de methode gebonden toetsen taal over




gemiddeld over alle toets onderdelen minimaal voldoende. (gr 4 t/m 8)

alle toetsonderdelen gemiddeld onvoldoende (gr 4 t/m 8)

Rekenen: de methode gebonden toetsen rekenen gemiddeld over alle toetsonderdelen minimaal voldoende

Rekenen: de methode gebonden toetsen rekenen over alle toetsonderdelen gemiddeld onvoldoende

Woordenschat: de methode gebonden toetsen woordenschat gemiddeld minimaal voldoende

Woordenschat: de methode gebonden toetsen woordenschat gemiddeld onvoldoende

Wereldoriëntatie: de methode gebonden toetsen wereldoriëntatie zijn minimaal voldoende (gr 5 t/m 8)

Wereldoriëntatie: de methode gebonden toetsen wereldoriëntatie gemiddeld onvoldoende. (gr 5 t/m 8)

Gr 3:

- de leerling heeft op de methode gebonden toetsen rekenen, lezen, spelling en woordenschat 3 van de 4 leerstofonderdelen wel / geen voldoende.

Gr 4:

- de leerling heeft op de methode gebonden toetsen rekenen, begrijpend lezen, taal, spelling en woordenschat 3 van de 5 leerstofonderdelen wel / geen voldoende.

Gr 5 t/m 8

- de leerling heeft op de methode gebonden toetsen rekenen, begrijpend lezen, taal, spelling, woordenschat 4 van de 6 leerstofonderdelen wel / geen voldoende

Sociaal emotionele ontwikkeling:

gewenst: zorgelijk:

Scoort op de SCOL minimaal een C niveau en heeft op 6 van de 8 subitems een voldoende.

Scoort op de SCOL onder C niveau en heeft op minder dan 6 van de 8 subitems een voldoende.

Taak/werkhouding

gewenst: zorgelijk:

Concentratie: Kan langdurig de aandacht richten op een taak

Concentratie: Houdt de aandacht niet op een taak

Motivatie: Werkt gemotiveerd aan verschillende opdrachten

Motivatie: Werkt ongemotiveerd aan verschillende opdrachten

Taakgerichtheid: Kan doelgericht aan een opdracht werken en maakt deze af

Taakgerichtheid: Kan moeilijk gericht aan een opdracht werken en maakt deze af

Werktempo: Heeft een voldoende tot hoog werktempo

Werktempo: Heeft een laag tot onvoldoende werktempo

Uitsteltolerantie: De leerling is in staat te wachten op hulp, aandacht en beloning

Uitsteltolerantie: De leerling is niet in staat korte tijd te wachten op hulp, aandacht en beloning

Leergierigheid: De interesse van de leerling wordt snel gewekt en beperkt zich niet tot bekende

Leergierigheid: De interesse van de leerling wordt met moeite gewekt en beperkt zich tot




dingen bekende dingen

- Uit observatie van de leerkracht blijkt dat de leerling op 4 van de 6 items mbt de taak- werkhouding wel / geen voldoende scoort.




Handtekening ouders: _____________________________________________ Voor gezien / voor akkoord

Eventuele afspraken/opmerkingen hieronder noteren.

Protocol Overgang - Home - De Triangel · 3. rekenen/wiskunde. De leerling heeft op de methode...

Documents

Transcript of Protocol Overgang - Home - De Triangel · 3. rekenen/wiskunde. De leerling heeft op de methode...