Projectbesluit De Klencke
-
Upload
vanessa-rutgers -
Category
Documents
-
view
221 -
download
4
description
Transcript of Projectbesluit De Klencke
Projectbesluit
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Zuideramstel
5555
Februari2009
Dit document is opgesteld in nauwe samenspraak met de volgende belanghebbende partijen:
Deze vier partijen hebben gezamenlijk opdracht gegeven aan de
Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) voor het opstellen van dit stedenbouwkundig model.
Woningbouwvereniging Stadgenoot Stadsdeel Zuideramstel
Stichting SpoorwegpensioenfondsOsira Groep
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Zuideramstel
Februari2009
DE KLENCKEProjectbesluit
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Zuideramstel
Februari2009
Samenvatting
Inleiding
Analyse
Beschrijving plangebied
Beschrijving samenwerkingsproces
Opgave
Stedenbouwkundige ambities
Programmatische randvoorwaarden
Randvoorwaarden verkeer en vervoer
Visie en randvoorwaarden partijen
Stedenbouwkundig kader
Stedenbouwkundig ontwerp
Beeldkwaliteit architectuur en openbare ruimte
Bouwflexibiliteit
Aspecten
Luchtkwaliteit
Geluid
Duurzaam bouwen
Water
Externe veiligheid
Bouwhoogte
Bodemkwaliteit
Kabels en leidingen
Beheer openbare ruimte
Flora en Fauna
Archeologie
4
7
9
9
14
17
17
19
21
23
29
31
34
38
39
39
40
41
43
46
46
47
47
49
49
51
1.
2.
2.1
2.2
3.
3.1
3.2
3.3
3.4
4.
4.1
4.2
4.3
5.
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
5.8
5.9
5.10
5.11
Inhoud
Proces
Planprocedures
Planning
Fasering
Communicatie en inspraak
Risico’s
Financiële haalbaarheid
53
53
54
54
56
57
59
6.
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
7.
Het plangebied De Klencke ligt in het noordoostelijk deel van Buitenveldert tussende De Boelelaan, de Van Heenvlietlaan, de Oversinge en het Novotel. De grond is ineigendom of erfpacht van diverse eigenaren. In het gebied bevinden zich nu diversekantoorgebouwen (Stichting Spoorwegpensioenfonds), een verpleeg/revalidatiecentrum(OsiraGroep) en sociale huurwoningen (Stadgenoot). Stadsdeel Zuideramstel is eigenaaren beheerder van de openbare ruimte. De bebouwing in De Klencke verrees in de jaren’70 en ’80, zonder een samenhangend stedenbouwkundig concept. Aan de De Boelelaanwordt het gebied begrensd door hoge kantoorbebouwing. Het binnen-gebied bestaatuit kantoorbebouwing met een weinig heldere opzet en aan het water ligt een apparte-mentengebouw met 35 sociale huurwoningen. Na bijna veertig jaar zijn de meestegebouwen aan functionele en fysieke slijtage onderhevig en ook de openbare ruimteis dringend aan een opknapbeurt toe. Het gebied heeft een desolaat karakter gekregen.Daarnaast zijn de ontwikkelingen aan de Zuidas een extra impuls om het kantorenaanbodin De Klencke aan te passen aan de actuele en toekomstige marktsituatie.
In dit projectbesluit hebben stadsdeel en betrokken partijen in nauwe samenwerkinghet stedenbouwkundig kader vastgelegd. In de volgende fase wordt de herontwikkelingnader uitgewerkt tot een stedenbouwkundig plan. De partijen, willen graag samen verdermaar hoeven dat niet en kunnen ieder verder gaan in hun eigen tempo. Het gebied zalworden ontwikkeld tot een gemengd woon- en werkgebied, waarbij de nadruk ligt opwonen. De architectuur krijgt een degelijk, eerlijk en tijdloos karakter. Het gebiedwordt een gemengde wijk in Amsterdam Zuid en zal diverse vormen van wonen, werkenen zorg krijgen.
Het stedenbouwkundig ontwerp omvat de herinrichting van het grootste gedeelte vanhet gebied. De personeelsflat van Vreugdehof, twee kantoorgebouwen van Officia,de hotelschool en de woningen aan de singel worden gesloopt. Door het slopen van dekantoorgebouwen in het binnengebied ontstaat er ruimte voor circa 240 woningen.Daarnaast zullen er in de hoogbouw op de kop van Vreugdehof ongeveer 190 woningengerealiseerd worden. In totaal worden er dan 430 woningen bijgebouwd. De be-staande bewoners krijgen een mogelijkheid om terug te keren in de nieuwbouw methuurprijsgarantie. Kantoorgebouw Officia I en het hoofdgebouw van Vreugdehof zullenworden behouden. De ontsluiting van het gebied wordt teruggebracht tot één straat inoost/west richting waardoor het gebied in twee stedenbouwkundige ruimtes wordt ver-deeld. Deze nieuwe ‘Klenckelaan’ zal bestaan uit twee rijbanen, brede voetpaden, een
Samenvatting4
middenberm met bomen en aan weerszijden langs parkerenDe inrichting van de openbare ruimte krijgt een hoogwaardige uitstraling en het binnen-gebied van De Klencke wordt autoluw. De auto’s worden vanaf de entrees aan de DeBoelelaan zo snel mogelijk onder de grond geparkeerd. De Klencke zal in de toekomstgoed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer en het gebied wordt eveneens goedaangesloten op het langzaam verkeer. Door het gebied heen worden voetgangersroutesaangelegd.
Langs de singel komen ruime terraswoningen in noord/zuid richting. Tussen deterrascomplexen wordt op twee plekken extra water toegevoegd in de vorm van lang-werpige waterbassins of ‘grachten’ en de overige twee ruimtes tussen de gebouwenworden als collectieve tuinen aangelegd. Tussen de Klenckelaan en de De Boelelaanontstaat één groot bouwblok rond een gemeenschappelijke binnentuin. Aan de Klencke-laan vormen vrijstaande appartementengebouwen in 6 tot maximaal 8 bouwlagen eenstraatwand. Langs de De Boelelaan ontstaat een hoge, dichte bebouwing door aanweerszijden van Officia I twee nieuwe kantoorgebouwen te realiseren. De entrees aande De Boelelaan zullen beiden gemarkeerd worden door een opvallend gebouw. Inhet verlengde van de westelijke entree naast Vreugdehof wordt een nieuwe fietsbrugover de singel aangelegd. Hier komen ook een plein en een opvallend gebouw. Denieuwe brug, de pleinruimte en het gebouw moeten een herkenbaar architectonischgeheel gaan vormen in het nieuwe De Klencke.Een verantwoorde omgang met milieuaspecten zal bij de herontwikkeling hoog in hetvaandel staan. Zo wordt in De Klencke een flinke energiebesparing bereikt op zowelgebiedsniveau als op gebouwniveau. Er zal gebruik worden gemaakt van duurzamebouwmaterialen en er wordt een EPL (Energie Prestatie op Locatie) waarde van tenminste 8,0 nagestreefd. Ook op het gebied van waterhuishouding en ecologie wordtmet diverse ontwerp- en beheersmaatregelen naar een optimaal duurzaamheidsniveaugestreefd.
Uit een globale quick scan van dit Projectbesluit is gebleken dat het plan volgens deGemeente financieel haalbaar is, met een positief eindsaldo. In de volgende fase zalde nodige aandacht moeten worden geschonken aan overeenstemming met de markt-partijen over een sluitende grondexploitatie. Ook de recente wereldwijde krediet-crisis baart zorgen. Maar met een start van de uitvoering rond 2013 is er een geredekans dat deze crisis tegen die tijd voorbij zal zijn.
5
Sam
envattin
g
6
Projectbesluit De Klencke
Voor u ligt het concept Projectbesluit De Klencke. Dit besluit zal, na de in-
spraakprocedure, door de stadsdeelraad van Amsterdam Zuideramstel worden
vastgesteld. Het Projectbesluit is een stedenbouwkundige studie voor het plan-
gebied De Klencke en beschrijft de inrichting van het terrein en de invulling
daarvan, inclusief zijn aansluiting op de omgeving.
In dit projectbesluit zijn ook stedenbouwkundige randvoorwaarden vastgelegd
en het kan dus als basis dienen voor het bestemmingsplan. Hierna volgt de uit-
werking tot een stedenbouwkundig plan waarvoor een investeringsbesluit
wordt genomen en daarna kan het gebied worden gesplitst in verschillende
bouwenveloppen, die door de afzonderlijke marktpartijen worden uitgewerkt.
Dit document is opgesteld in nauwe samenspraak met Osira Groep (Osira),
Stichting Spoorwegpensioenfonds (SPF), Woningbouwvereniging Stadgenoot
(Stadgenoot) en stadsdeel Zuideramstel. Deze vier partijen hebben gezamenlijk
opdracht gegeven aan de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) voor het opstellen
van dit stedenbouwkundig model.
Leeswijzer
Na deze korte inleiding gaat de Analyse in hoofdstuk 2 gedetailleerd in op het
huidige plangebied en de ontwikkeling hiervan tot nu toe. Hoofdstuk 3 behandelt
de opgave voor dit gebied, met meeneming van alle randvoorwaarden en de visies
van de betrokken partijen. In hoofdstuk 4 volgt het stedenbouwkundig ontwerp: een
beschrijving van de nieuw te bouwen woningen en kantoren, de collectieve tuinen en
het openbare groen. Hoofdstuk 5 gaat over de diverse verkenningen en onderzoeken
die zijn verricht op het gebied van geluid, lucht, water, groen, bodemkwaliteit en meer.
Daarna wordt in hoofdstuk 6 de nodige aandacht geschonken aan de procedurele
kant van de zaak en sluit hoofdstuk 7 af met de financiële aspecten.
1. Inleiding
7
Inleiding� luchtfoto uit 1972 van het nog braakliggende terrein De Klencke
met op de achtergrond Buitenveldert
8
Projectbesluit De Klencke
9
Analyse
Dit hoofdstuk bestaat uit de beschrijving van het plangebied, de ontwikkeling
hiervan tot nu toe en de huidige situatie. Er wordt een beeld geschetst van de
omgeving en de ontwikkelingen die daar plaatsvinden. Ook komen de afspraken
aan bod tussen de partijen met belangen in het gebied. Tot slot wordt het proces
beschreven dat heeft geleid tot de huidige verhoudingen en dat aan de basis
heeft gestaan van het onderliggende projectbesluit.
Beschrijving plangebied
Het plangebied De Klencke ligt in het noordoostelijk deel van Buitenveldert. Aan de
oostzijde wordt De Klencke begrensd door het water voor het Novotel en de zuidgrens
is het water aan de Oversinge. De westgrens is
de oostelijke rand van het oostelijke trottoir
aan de Van Heenvlietlaan. Aan de noordkant
vormt de begrenzing van het grootstedelijk
project de Zuidas (deelproject De Boelelaan/
Boelegracht) de scheidslijn. De De Boelelaan
zelf maakt deel uit van het Zuidas gebied. De
weg zal worden geherprofileerd, maar uit-
gangspunt is dat de eigendomsgrenzen aan
de zuidzijde van de De Boelelaan worden ge-
respecteerd.
De eigendomssituatie van de grond in het pro-
ject-gebied is divers. Het bezit van Osira ligt
op eigen grond. Het vastgoed van Stadge-
noot staat deels op eigen grond en deels op
grond in erfpacht. Voor de kantoorgebouwen
Officia I, II en III van SPF Beheer zijn erfpacht-
contracten afgesloten. Het stadsdeel bezit en
beheert de openbare ruimte.
2. Analyse2.1� satellietfoto van De Klencke uit 2008 (met gebiedsgrenzen)
Stichting Osira Eigenaar Verpleeg- en revalidatiecentrum Vreugdehof
WBV Stadgenoot Eigenaar Hotelschool
Erfpacht * 35 sociale huurwoningen
Spoorwegpensioenfonds Erfpacht Kantoorgebouwen Officia I, II en III
Stadsdeel Zuideramstel Eigenaar Openbare ruimte, groen, verkeerswegen
Nutsbedrijven Eigenaar Nutsvoorzieningen
* Aanvullend Erfpacht Convenant van toepassing
10
Eigenaar Eigendomssituatie Gebruik
Projectbesluit De Klencke
Historie van het gebied
Buitenveldert is een naoorlogse woonwijk
gelegen in de Binnendijkse Buitenveldertse
Polder. Basis voor deze stadswijk vormde
het Algemeen Uitbreiding Plan (AUP) van
Van Eesteren uit 1934. De principes van het
Nieuwe Bouwen zijn doorgevoerd in het
stedenbouwkundige concept en de architec-
tonische uitwerking van de wijk. Strikte func-
tiescheiding tussen wonen, werken, verkeer
en recreatie is een belangrijk kenmerk van
het Nieuwe Bouwen. Volgens het AUP zou er
in De Klencke woningbouw voor arbeiders
komen, maar in de jaren ‘60 en begin jaren
‘70 veranderden de vooruitzichten voor De
Klencke. Door de fasering van de bouw was
het deel van Buitenveldert ten noorden
van de Oversinge nog niet uitgevoerd.
Toen de economische groei aantrok en
meer infrastructuur werd aangelegd tussen
Oud Zuid en Buitenveldert, veranderden
ook de perspectieven voor de noordelijke
rand van Buitenveldert. De vestiging van het
RAI complex en de in 1972 gehouden Floriade
in het Amstelpark hadden ook hun weerslag.
In volgende plannen uit die tijd, zoals het
Uitbreidingsplan Tuinstad Buitenveldert van
1961, werd daarom meer ruimte geboden aan
bedrijvigheid en andere voorzieningen.
Deze ontwikkelingen hadden stedenbouw-
kundige consequenties voor het noordelijk
deel van Buitenveldert, in het bijzonder voor
De Klencke. De regelmatige stempelstructuur van Buitenveldert werd er abrupt on-
derbroken, beginnend met de hoogbouw op de hoek De Boelelaan/Europaboulevard;
het huidige Novotel van architect Groosman. De bebouwing met schijfvormige flats
van architect Zanstra langs de Europaboulevard werd niet voortgezet. In plaats daarvan
werd de hoogbouw van Groosman er dwars op geplaatst. Overige bebouwing in De
Klencke verrees in de jaren ’70 en ’80, maar zonder samenhangend stedenbouw-
kundig concept.
Huidige situatie van De Klencke
Door de ligging bij de afrit van de A10 zijn de randen van De Klencke gezichtsbe-
palend voor de entree van Buitenveldert. Het beeld wordt bepaald door de hoge
flats aan de noord- en oostzijde. Deze sluiten aan op de hoge randbebouwing van
Buitenveldert langs de Europaboulevard en de De Boelelaan. De zuidzijde wordt
gevormd door middelhoogbouw langs de singel, met een doorsteek en voetgangers-
brug richting de A.J. Ernststraat. Het ‘binnengebied’, met zijn lage carrévormige
kantoorbebouwing (Officia II en III) heeft een weinig heldere opzet. Privéterrein en
openbare straat zijn moeilijk van elkaar zijn te onderscheiden. De gebouwen vormen
geen duidelijk patroon, maar zijn losse en in zichzelf gekeerde eenheden die nau-
welijks een relatie met de straat hebben.
Aan het water ligt een appartementengebouw met 35 sociale huurwoningen. Het
gebouw ligt geïsoleerd van de rest van het gebied en andere omwonenden, en is
omsloten door kantoorgebouwen. Deze woningen, oorspronkelijk van Rochdale, zijn
inmiddels verkocht aan Stadgenoot (de voormalige woningcorporaties AWV en Het
Oosten).
Geen van de woningen heeft een lift en ook de appartementen op de begane grond
zijn alleen via een trap toegankelijk. Deze woningen hebben echter wel een riante
tuin aan de waterzijde. Ook zijn er voldoende openbare parkeerplaatsen direct voor
het appartementengebouw.
Op het terrein van de geplande Kop van Vreugdehof staat nog een voormalige
zusterflat. Deze flat wordt momenteel gebruikt als interim-huisvesting en tijdelijke
opslagruimte. In een later stadium zal worden bepaald wanneer de sloopvergunning
11
Analyse
voor dit gebouw kan worden aangevraagd.
Langs het water bevindt zich ook een langgerekt woningblok waarin nu als tijdelijke
huurder een Hotelschool is gevestigd. Het betreft een verouderd gebouw dat niet
meer voldoet aan de moderne eisen. De uitstraling van het gebouw is grijs en troos-
teloos. Oorspronkelijk werd het gebouwd voor aanleunwoningen en het heeft ook
dienst gedaan als asielzoekerscentrum.
De kantoorbebouwing in De Klencke heeft grotendeels een modernistische uitstraling
met rechthoekige volumes en doorlopende, horizontale vensterstroken. Het beeld
van de architectuur is ‘hard en koel’, door het gesloten karakter van de gevels, de
lichte kleuren en het vele gebruik van beton. De kwaliteit van de architectuur is matig.
De drie kantoorgebouwen (Officia I, II en III) zijn in de jaren ’70 en eind jaren ’80
gebouwd. Alle drie de gebouwen zijn als belegging in eigendom van de Stichting
Spoorwegpensioenfonds en hebben goede parkeerfaciliteiten. Officia I is in- en
uitwendig ingrijpend gerenoveerd om in de toekomst als zogenaamd multi-tenant
kantoor van de stichting te blijven fungeren. Officia II oogt gedateerd, dat geldt in
mindere mate voor Officia III. Beide panden verkeren bouwtechnisch in goede staat
en zijn op dit moment verhuurd.
Na bijna veertig jaar zijn de meeste gebouwen aan functionele en fysieke slijtage
onderhevig. Het gebied heeft een desolaat karakter gekregen. Er bestaat weinig
samenhang tussen de bebouwing binnen het gebied en de uitstraling ervan is somber.
Doordat de eisen van deze tijd aan zowel ouderenvoorzieningen als kantoren zijn ver-
anderd, passen nieuwe programma’s niet meer in de bestaande gebouwindelingen.
Ook de openbare ruimte in het gebied is dringend aan een opknapbeurt en
vernieuwing toe. Het heeft nu geen hoogwaardige uitstraling, met name omdat de
openbare ruimte vooral wordt gebruikt voor de ontsluiting en voor het parkeren door
gebruikers van het gebied. Er is geen of nauwelijks verblijfsruimte en er is evenmin
veel groen in het gebied, met uitzondering van wat bomen. Daardoor oogt het
gebied erg stenig. Het meeste groen is geconcentreerd langs het water, de singel aan
de zuidkant en de inham tussen De Klencke en het Novotel.
12
Projectbesluit De Klencke
Ontwikkelingen in de omgeving
Om de ontwikkelingen en de kansen voor Amsterdam Zuid optimaal te benutten is Zuid-
waarts opgericht. Dit is een samenwerkingsverband tussen de stadsdelen Zuideramstel
en Oud-Zuid en de Centrale Stad. Er liggen kansen om de internationale aantrekkelijk-
heid van Amsterdam te vergroten en de toekomstige druk op het historische centrum
te verlichten. Ook ontstaat er ruimte voor nieuwe stedelijke ontmoetingsplekken en
voorzieningen, kantoren, bedrijfjes en woningen.
Het Zuidas gebied verandert in een intensief, gemengd stedelijk gebied waar wonen,
werken en voorzieningen gecombineerd gaan worden. De De Boelelaan ten noorden
van De Klencke wordt geherprofileerd en krijgt een gracht (De Boelegracht). De plannen
gaan er vanuit dat de A10 in het centrale deel van de Zuidas ondergronds zal worden
gebracht en met een dok overkapt. Hierdoor worden de stadsdelen ten noorden en
ten zuiden van de A10, die nu van elkaar zijn gescheiden, met elkaar verbonden en
komt ruimte vrij om boven het A10 tracé te bouwen. Het Beatrixpark wordt over het
dok heen uitgebreid met het nieuwe ’Amaliapark’ en ingericht met groen en sport-
velden. Ten Noorden van het gebied De Klencke ligt het gebied ’Vivaldi’ met een
intensieve gemengde bebouwing en een hoogwaardig ingerichte openbare ruimte.
De ontwikkelingen aan de Zuidas hebben een intensiever gebruik van de auto-infra-
structuur tot gevolg. Daarom moet de inrichting van de kruising van A10 op- en afrit
met de Europaboulevard mogelijk worden herzien. Daarnaast is de Zuidas een extra
impuls om het kantorenaanbod in De Klencke aan te passen aan de actuele en toe-
komstige marktsituatie.
Bovengenoemde ontwikkelingen maakt het voor het Novotel interessant om uit te
breiden en recreatieve- en vergaderfaciliteiten toe te voegen. Het Novotel Amster-
dam City, onderdeel van het Franse Accor, zal in 2009 grondig worden verbouwd tot
congreshotel, met een nieuwe voorzetgevel aan de voor- en achterzijde. Achter het
hotel wordt een zalencentrum van 1.300 m2 toegevoegd en aan de voorkant komt
een nieuwe entree en een restaurant. Voor deze uitbreidingen is inmiddels een
bouwvergunning verleend.
13
Analyse
Beschrijving samenwerkingsproces
Het gebied De Klencke is vanaf 1996 meerdere malen onderwerp geweest van studie
en planvorming. Dit leidde in 1997 al tot de vaststelling van een startnotitie door de
Stadsdeelraad Buitenveldert.
In 2001 moest de locatie echter opnieuw worden bekeken. Na de samenvoeging van
stadsdelen tot Zuideramstel, de ontwikkeling van de Zuidas en een veranderde kijk
op het projectgebied, kwam er in 2002 een geheel nieuwe startnotitie. Daarbij werd
het Novotel in het projectgebied opgenomen (Overigens is er op een later moment
toch weer voor gekozen om zonder Novotel verder te gaan).
Een integrale vernieuwing van De Klencke was de wens van zowel het stadsdeel als
de markpartijen. Daarom werd in 2003 gestart met een haalbaarheidsonderzoek. In
2004 is een intentieovereenkomst getekend met de betrokken vastgoedeigenaren
om te komen tot een gezamenlijke visie voor de ontwikkeling van dit plangebied.
In 2007 ontstond er een impasse in de planontwikkeling. Een analyse door een be-
middelaar gaf meer inzicht in de belemmeringen die de voortgang in de weg stonden
en gaf munitie voor een hernieuwde aanpak. Die leidde tot nieuwe afspraken voor de
herontwikkeling van het gebied. Duidelijk was dat alle partijen de missie deelden om
De Klencke te transformeren van werkgebied naar woongebied, met een verbeterde
woonomgeving. De belangrijkste afspraken waren:
• Partijen nemen de huidige eigendomsgrenzen én de verschillende ontwikkeltempo’s
als uitgangspunt voor een nieuwe ontwikkelingsstrategie;
• Partijen gaan uit van een nieuwe ontwikkelingsstrategie en verlaten de eerder
bedachte integrale stedenbouwkundige modellen;
• ‘Keep it simple’, door zo min mogelijk meervoudige relaties te leggen: financieel,
organisatorisch, eigendomtechnisch en stedenbouwkundig;
• Het stadsdeel verlaat zijn regierol in het ontwikkelingsproces en neemt in plaats
daarvan een faciliterende rol op zich (naast haar publiek- en privaatrechtelijke
taken en inrichting en beheer van de openbare ruimte).
• Partijen zijn het erover eens dat de gezamenlijke doelstelling voor herontwikkeling
14
Projectbesluit De Klencke
2.2
15
Analyse
van De Klencke is gericht op transformatie van een gebied met een hoofdzakelijke
werkfunctie naar een gebied met grotendeels woonfunctie en een verbeterde
woonomgeving;
• Het stadsdeel neemt het initiatief voor een stedenbouwkundig plan;
• Osira neemt 36 sociale huurwoningen in haar programma over van Stadgenoot.
Op basis van deze afspraken heeft het stadsdeel een plan van aanpak opgesteld voor
de uitwerking van de stedenbouwkundige en ruimtelijke inrichting.
Vervolgens ontstonden er nieuwe kansen in het gebied. Stadgenoot en het Pensioen-
fonds namen het initiatief tot verdergaande samenwerking. Hierdoor ontstonden er
toch weer nieuwe mogelijkheden voor een integrale gebiedsontwikkeling. Boven-
dien heeft Stadgenoot het woningblok van Rochdale gekocht, zodat er een vastgoed-
eigenaar minder kwam in het gebied en een effectievere samenwerking mogelijk
werd. Dit nieuwe elan maakte een herstart mogelijk. In 2008 heeft een stuurgroep
onder leiding van de stadsdeelvoorzitter het nu voorliggende projectbesluit voor De
Klencke voorbereid, met een stedenbouwkundige programma dat in opdracht van
alle partijen werd bepaald. Medio januari 2008 zijn in de stuurgroep nog een aantal
aanvullende afspraken gemaakt:
• De stuurgroep begeleidt het planproces en stelt het planproduct vast;
• Er wordt een projectgroep opgericht met vertegenwoordigers van alle partijen
en het stadsdeel;
• Het stadsdeel is trekker voor het projectbesluit.
De volgende stap is om dit projectbesluit na inspraak en besluitvorming in het
stadsdeel uit te werken tot een stedenbouwkundig plan waarover het Stadsdeel en
de Gemeenteraad een besluit zullen nemen. Hierna kunnen architecten aan het werk
om de bouwenveloppen verder uit te werken.
Er wordt gewerkt conform het zogenaamde Plaberum (Plan en besluitvormingsproces
ruimtelijke maatregelen) van de Gemeente Amsterdam. Hierin worden een aantal
fasen onderscheiden. Het eerder genoemde haalbaarheidsonderzoek uit 2003 is
daarbij de eerste fase van het strategiebesluit. Het nu voorliggende projectbesluit is
fase 2, de zogenoemde onderzoeksfase. Voor een gedetailleerde omschrijving van
bestuurlijk/procedurele elementen van een Projectbesluit wordt verwezen naar het
stedelijk Plaberum.
De kern van deze fase is dat het een overkoepelend kader biedt voor het hele ge-
bied. Op een later moment kan het worden verdeeld in een gebied van SPF/Stad-
genoot en van Osira. De intentie daarbij is dat beide gebieden zo onafhankelijk
mogelijk van elkaar kunnen worden ontwikkeld. Dit vereist dat in deze fase vooral
aandacht is voor de overstijgende aspecten:
• Positionering, identiteit en uitstraling van het gebied bepalen;
• Vastleggen van ruimtelijke opbouw, zonering, bestemmingen, ontsluiting,
mobiliteitseisen, programma (en verdeling daarvan tussen SPF/Stadgenoot en
Osira), uitgangspunten verkeer, parkeren, water, openbare ruimte;
• Vaststellen van het financiële kader;
• Strategie ten aanzien van samenwerking en financiën;
• Verdeling van het gebied in twee onafhankelijk van elkaar te ontwikkelen
gebieden, namelijk dat van SPF/Stadgenoot en van Osira;
16
Projectbesluit De Klencke
17
Opgave
3. Opgave3.1
Karakter gebied
Het gebied wordt getransformeerd tot een hoogwaardig woon- en
werkgebied. De ligging tussen de drukke, hoogstedelijke Zuidas
met veel voorzieningen en de rustige groene woongebieden in
Buitenveldert is kenmerkend en biedt bijzondere kansen voor de
toekomstige ontwikkeling. De bebouwing langs de drukke De
Boelelaan wordt ingevuld met kantoorfuncties. In het rustige binnen-
terrein ontstaat een uniek woongebied dat aansluit bij de groene
singel en bij de stedenbouwkundige kwaliteiten van Buitenveldert:
openheid van bebouwing, veel ruimte en groen.
Bebouwing
De bouwhoogte zal afnemen van noord naar zuid. Langs de De
Boelelaan is de bebouwing relatief gesloten en hoog (±10 bouw-
lagen met hoogteaccenten van maximaal 55 m) en sluit op deze
manier aan bij gebouw Officia I en de bebouwing in de Zuidas.
Langs de singel is de bebouwing opener en lager (circa 4-6 bouw-
lagen), passend bij de bebouwing in Buitenveldert.
Hoofdstuk 3 beschrijft de opgave voor dit gebied. Hoe gaat het gebied ge-
transformeerd worden tot een hoogwaardig woon- en werkgebied? De steden-
bouwkundige ambities voor De Klencke liggen hoog en worden samengevat in
beschrijvingen van de gewenste uitstraling voor het gebied, de architectuur en
de openbare ruimte. Visies van de betrokken marktpartijen op de invulling van
het wonen en werken worden uitgebreid besproken.
Stedenbouwkundige ambities
Het stadsdeel en de betrokken marktpartijen hebben een aantal gezamenlijke steden-
bouwkundige ambities geformuleerd voor de toekomstige ontwikkeling van De
Klencke. Hieronder worden deze kort samengevat.
De woonbebouwing wordt divers en zal bestaan uit een mix van ruime en lichte
appartementen met een brede beukmaat en woningen op de begane grond. De
oriëntatie van veel woningen zal op het zuiden zijn.
Het karakter van de architectuur is degelijk, eerlijk en tijdloos. De afzonderlijke
appartementengebouwen hebben een brede beukmaat, royale entrees en verkeers-
ruimtes, ze zijn gelijkvloers en allen ontsloten via een lift. Ook dient er rekening
gehouden te worden met de toepassing van domotica. De bijzondere kwaliteit van
de gebouwen komt tot uiting in de hoge mate van openheid in de gevels met veel
grote ramen. Daarbij komen er voor alle woningen goede buitenruimtes zoals grote
terrassen, daktuinen en ruime balkons.
Openbare ruimte
De inrichting van de openbare ruimte krijgt een hoogwaardige uitstraling. Dit komt
tot uitdrukking door zowel het materiaalgebruik als het profiel van de wegen, bij-
voorbeeld door brede stoepen. De openbare ruimte heeft een hoge verblijfskwaliteit
en een levendige uitstraling. Langs routes in het gebied worden bijzondere (verblijf-)
plekken en pleinen gecreëerd. Vooral de groene singel is een bijzondere kwaliteit
van het gebied die behouden blijft en verder ontwikkeld wordt. Groen en water zijn
beleefbaar in het gebied en zullen zoveel mogelijk worden toegepast.
Het binnengebied wordt een duidelijk herkenbaar onderdeel van het woongebied.
Het zal worden ingericht als rustige, parkachtige omgeving, waarbij het water meer
het gebied in wordt gehaald. Zo komen er meer woningen aan het water te liggen.
Vanuit het woongebied wordt aansluiting gezocht op diverse wandelroutes. Speciale
aandacht gaat uit naar het verbeteren van de uitstraling van de rand van het gebied,
met name gezien vanaf de De Boelelaan en de entrees van De Klencke.
Verbindingen
Het gebied De Klencke heeft nu een afgesloten en in zichzelf gekeerde ligging. Door
de herontwikkeling zal het gebied meer open en toegankelijk worden en beter aan-
sluiten bij de omgeving. Hier zal de open bebouwing aan de zuidkant in belangrijke
mate aan bijdragen. Daarnaast wordt de toe- en doorgankelijkheid van het gebied
18
Projectbesluit De Klencke
verbeterd. Langs en door het gebied heen worden de bestaande doorgaande lang-
zaam verkeerroutes verbeterd en nieuwe routes aangelegd:
• Een wandelroute langs de singel;
• Een goede fietsverbinding langs de Van Heenvlietlaan, als verbinding tussen
Drentepark en Gijsbrecht van Aemstelpark;
• Betere verbindingen vanuit het gebied met de winkels aan de A.J. Ernststraat en
het Gelderlandplein.
Verder worden bewegingen door het gebied heen gestimuleerd door het realiseren
van voorzieningen, zoals horeca en maatschappelijke voorzieningen. Dat komt ten
goede aan een levendige uitstraling van de openbare ruimte.
Programmatische randvoorwaarden
Woningen en voorzieningen
Het gebied wordt ontwikkeld tot een gemengd woon- en werkgebied, waarbij de nadruk
ligt op het wonen. De beoogde verdeling van het programma is ongeveer 70%
woningen, 20% kantoren en 10% voorzieningen.
De woningen liggen voor 30% in de sociale sector en ook het aandeel midden-
segment is substantieel. Het doel is een duurzame en levensloopbestendige wijk te
ontwikkelen, met ruime en aanpasbare woningen. De doelgroep is in beginsel
gemengd qua leeftijd, huishoudsamenstelling en inkomen. De nadruk ligt op woningen
voor tweepersoonshuishoudens. Daarnaast worden diverse vormen van wonen en zorg
in Vreugdehof gerealiseerd. Hierdoor kan deze wijk mogelijk worden aangemerkt als
een woonservice wijk.
Bij de voorzieningen kan gedacht worden aan ondersteunende functies uit de medi-
sche sector, zoals huisartsen en fysiotherapeuten en andere gemaksdiensten voor de-
bewoners (geconcentreerd rond Vreugdehof). Afhankelijk van de vraag van
toekomstige bewoners kan ook een kinderdagverblijf in het gebied worden geves-
tigd. Horeca op diverse plekken, zoals bijvoorbeeld bij de nieuwe brug aan het water
19
Opgave
3.2
20
Projectbesluit De Klencke
nr.
1
2
3
4
5
6
8
9
10
10a
11
12
Oppervlaktes en soort gebouwen in BVO
aantal lagen
7
max. 6
max. 7
max. 6
max. 7
gem. 7
5
1
15
1-2
gem. 10
13
oppervlakte
2.600 m2
3.200 m2
6.650 m2
3.200 m2
6.650 m2
10.800 m2
2.600 m2
700 m2
19.800 m2
370 - 740 m2
9.800 m2
7.200 m2
bestemming
wonen
wonen
wonen
wonen
wonen
wonen
wonen
horeca
wonen / voorz.
voorzieningen
kantoren / voorz.
kantoren / voorz.
}}
35.700 m2
17.000 m2
In De Klencke is op dit moment sprake van ruim 18.000 m² BVO
aan bestaande bebouwing dat zich leent voor transformatie. Het
gaat hier om de kantoorgebouwen Officia II en III. Het recent
gerenoveerde gebouw Officia I blijft staan en behoort uitdrukkelijk
niet tot de kantoorgebouwen die gesloopt zullen worden.
Voor De Klencke is afgesproken dat de herontwikkeling zoge-
naamd Plabeka-neutraal moet zijn. Dit betekent dat er niet méér
kantoren teruggebouwd mogen worden dan er worden gesloopt.
De in het binnengebied te slopen kantoorgebouwen zullen worden
teruggebouwd aan de De Boelelaan.
is gewenst om de levendigheid in het gebied te bevorderen.
Door het slopen van de kantoorgebouwen in het binnengebied ontstaat er ruimte
voor circa 240 woningen. Daarnaast zullen er in de hoogbouw op de kop van Vreug-
dehof ongeveer 190 woningen gerealiseerd worden. In totaal worden er dan 430
woningen bijgebouwd.
Kantoren
Volgens het Plabeka (Platform bedrijventerreinen en kantoorlocaties) rapport is op
diverse Amsterdamse locaties fors ingrijpen nodig om het verschil tussen de vraag
naar- en het (plan)aanbod van kantoren te verkleinen. Niet alleen moeten vraag en
aanbod met elkaar in overeenstemming zijn, ook moet beter worden ingespeeld op
de wensen van het internationale bedrijfsleven. Om dit voor elkaar te krijgen wordt
samengewerkt door de diverse gemeenten binnen de Noordvleugel van de Rand-
stad. Dit platform werkt een regionaal programma uit waaruit blijkt welke investeringen,
afspraken en beleidswijzigingen noodzakelijk zijn om de internationale kracht van de
Noordvleugel te behouden of te versterken. In de ‘Uitvoeringsstrategie Plabeka’ is over
kantoren de intentie afgesproken om 3,5 miljoen m2 BVO (bruto vloer oppervlak)
planaanbod uit de markt te nemen.
Randvoorwaarden verkeer en vervoer
Parkeren
Het binnengebied van De Klencke wordt autoluw. De auto’s wor-
den vanaf de entrees aan de De Boelelaan zo snel mogelijk onder
de grond gebracht om te parkeren. Het aantal parkeerplaatsen in
de openbare ruimte is dus geminimaliseerd. Om de marktpositie
van het gebied te optimaliseren, dient - binnen de norm van het
stadsdeel - het maximaal haalbare aantal parkeerplaatsen gereali-
seerd te worden. De mogelijkheid van dubbelgebruik voor kanto-
ren en woningen wordt onderzocht binnen de afzonderlijke
bouwblokken. In De Klencke is de parkeernorm gemiddeld 1,5 par-
keerplaats per woning, waarbij er voor goedkopere woningen wat
minder en bij luxe woningen wat meer parkeerplaatsen kunnen wor-
den gerealiseerd.
Het aantal parkeerplaatsen van de bestaande (al dan niet te vervang-
en) kantoren mag teruggebouwd worden conform de bestaande
parkeernorm. Voor nieuwe kantoren geldt de norm voor een B-locatie:
1 parkeerplaats per 125 m² of per 5 medewerkers.
Verkeer
Het gebied wordt vanaf de De Boelelaan ontsloten via twee aansluitpunten: ten oosten
van Vreugdehof en ten oosten van Officia I. Met de ontwikkeling van de Zuidas en het
gebied De Klencke zal de verkeersdruk op deze laan heel hoog worden. Met name
bij de kruispunten moet de verkeersveiligheid gewaarborgd kunnen worden. De plek
van de entrees is al afgestemd met de planontwikkeling in de Zuidas (deelgebied
Vivaldi). Voor het verkeer zijn verder de volgende aandachtspunten te noemen:
• Ligging van aansluitingen op de Boelelaan vanuit de noordkant (Vivaldi) en de
zuidkant (De Klencke) zo veel mogelijk tegenover elkaar;
• Het verkeer vanaf het Novotel terrein en van De Klencke met elkaar verweven
vóór het kruispunt met De Boelelaan;
21
Opgave
3.3
• Voldoende opstelruimte voor bussen en vrachtauto’s vóór het kruispunt van de
ontsluiting van De Klencke en De Boelelaan;
• Veilige oversteekpunten voor fietsers langs De Boelelaan;
• Onderzoek naar de noodzaak van het plaatsen van verkeerslichten.
In de volgende fase wordt een verkeerskundig onderzoek uitgevoerd dat meer
duidelijkheid zal verschaffen over de gewenste inrichting van kruispunten met de De
Boelelaan.
22
Projectbesluit De Klencke
Openbaar vervoer
De Klencke zal in de toekomst goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Op
ongeveer 750 meter afstand ligt het toekomstige metrostation RAI van de
Noord/Zuidlijn. In de visie van de Zuidas (2007) is opgenomen dat tramlijn 4 door-
getrokken zal worden door de De Boelelaan naar Station Zuid. Een tramhalte is
gepland ter de hoogte van Vreugdehof.
Langzaam verkeer
Het gebied wordt eveneens goed aangesloten op het langzaam verkeer net. Over de
Van Heenvlietlaan loopt een doorgaande fietsroute in noord-zuid richting. Zo wordt
het gebied verbonden met ondermeer het Gelderlandplein en het Beatrixpark. Door
het gebied heen worden voetgangersroutes aangelegd. Via bruggen kan het gebied
ten zuiden van de singel worden bereikt.
Visie en randvoorwaarden partijen
Aanvullend op bovengenoemde uitgangspunten hebben de marktpartijen een visie
met randvoorwaarden voor de ontwikkeling van De Klencke geformuleerd. Deze
visies worden hieronder weergegeven.
Visie van Osira over De Kop van Vreugdehof
Met de ontwikkeling van De Kop van Vreugdehof gaat voor Osira een wens in
vervulling om in stadsdeel Zuideramstel extra capaciteit voor seniorenwoningen te
realiseren. De plannen gaan uit van ondergronds parkeren, een ’plint‘ met algemene
welzijnsvoorzieningen en wellicht ook winkels voor de buurt.
Boven de plint wordt voor 81 cliënten huisvesting gerealiseerd in de vorm van klein-
schalige (groeps)woningen. Deze woningen vallen onder de categorie ´sociaal´ en
binnen de structuur van ´Scheiden, Wonen en Zorg´. Dit in een opzet met individuele
huurovereenkomsten met bewoners.
Daarboven worden ongeveer 100 appartementen in de vrije sector en in het
middensegment gerealiseerd, gericht op zelfstandig wonende senioren, die al dan
23
Opgave
3.4
niet zorg en dienstverlening van Osira afnemen. De woningen worden ontwikkeld
voor bewoners die kiezen voor een hoogwaardige woonomgeving en service op
niveau. Extra zorg is mogelijk zonder grote aanpassingen. Door het gebruik van hoog-
waardige architectuur en nieuwe woonconcepten wil Osira zich op De Kop van
Vreugdehof toonaangevend presenteren.
Aanvullende diensten
In de missie van Osira staat dat zij zorg en diensten biedt, die aanvullend zijn op wat
mensen zelf willen en kunnen. De planontwikkeling zal daarom samen met cliënten
worden ingevuld, waarbij wordt uitgegaan van een eigen woonplek en leefstijl.
Kleinschalige woonvormen
Kleinschalige woonvormen gaan uit van de visie dat mensen, ook wanneer zij in-
tensievere zorg nodig hebben, graag in hun eigen huis willen wonen. Deze voor-
ziening is bedoeld voor cliënten die als gevolg van hun lichamelijke en/of cognitieve
functioneren niet langer zelfstandig kunnen blijven wonen. De zorg- en dienstverlening
zijn gericht op het ondersteunen van de cliënt in het realiseren en/of handhaven van
zelfgekozen leefstijl en daginvulling. Groepswoningen als deze zijn bedoeld als eind-
voorziening; cliënten kunnen er in principe de rest van hun leven blijven.
Het groepswoning concept is ook bedoeld voor ouderen met een psychogeriatrische
aandoening (dementerende ouderen). Hun welbevinden wordt sterk bepaald door
het zich veilig en geborgen voelen. Vanuit deze gedachte wordt geprobeerd in de
groepswoning een thuis te creëren: een huiselijke, vertrouwde, herkenbare omge-
ving, waarin het gewone dagelijkse leven zoveel mogelijk wordt voortgezet.
Uitbreidingsplannen
Osira zoekt dus naar een optimale mix van enerzijds woningen met zorg en anderzijds
zelfstandig wonen voor senioren. Daartoe heeft Osira uitbreidingsplannen voor de
Vreugdehof in De Klencke. In de noordwestelijke hoek van het gebied wordt aan de
De Boelelaan een nieuw en hoogwaardig uitgevoerd complex gerealiseerd, met
ondermeer groepswoningen, appartementen en voorzieningen, totaal ongeveer 190
nieuwe woningen. Aan de toekomstige ontwikkeling van De Klencke stellen zij de
24
Projectbesluit De Klencke
volgende randvoorwaarden:
• Hoge ruimtelijke kwaliteit in de zuidwestelijke hoek van de Vreugdehof
(uitzicht, bezonning tuin);
• Aandacht voor de openbare ruimte aan de entreekant van de Vreugdehof,
bij voorkeur door het aanleggen van een aantrekkelijk plein;
• Stedenbouwkundige inpassing van de entree van de parkeergarage onder het
nieuwe gebouw aan De Boelelaan;
• Goede bereikbaarheid voor nooddiensten tijdens de bouwactiviteiten.
Visie van Stadgenoot en SPF over het wonen
Woningcorporatie Stadgenoot en belegger SPF richten zich vooral op tweeper-
soonshuishoudens met als woonwensen: comfort, gemak en rust. Het gaat hier in het
algemeen over stellen waarvan de kinderen uit huis zijn (of zonder kinderen) en die
hun gezinswoning inruilen voor een appartement.
Kwaliteit
Met deze doelgroep op het oog zijn de belangrijkste kwaliteitseisen voor het wonen
in De Klencke: een aangenaam woonmilieu, duurzaamheid, aanpasbaarheid, levens-
loopbestendig, parkachtige omgeving, riante buitenruimtes en 1 tot 2 parkeerplaatsen
per woning.
Architectuur
De gebouwen dienen luxe en rust uit te stralen. Voor de gebouwen en ook de
woningen zélf staat duurzaamheid voorop; qua materiaalgebruik, energiegebruik en
degelijkheid. Daarom wordt gedacht aan fraaie, kleinere appartementengebouwen.
Modern, degelijk, eerlijk en tijdloos en aansluitend bij de beoogde doelgroep. De
kwaliteit van de architectuur komt tot uiting in de openheid van de gevels met veel
grote ramen. Daarbij dienen er voor alle woningen goede buitenruimtes te komen
zoals grote terrassen, daktuinen en ruime balkons.
25
Opgave
26
Projectbesluit De Klencke
Woningprogramma
Het woonprogramma is gevarieerd en ziet er als volgt uit:
• Aan de Klenckelaan komen vier appartementsgebouwen van circa 6 lagen, met
soms een accent naar 8 lagen. Deze gebouwen komen los van elkaar te staan,
hebben ieder een eigen karakter en worden met elkaar verbonden door een
decoratief hekwerk. Gebouwen en hekwerk omsluiten een ’parkachtige’ wandel-
tuin. De woningplattegronden zijn in de breedte georiënteerd, met veel glas;
• Aan het water komen eveneens vier appartementengebouwen, met terraswoningen
en woningen met ruime balkons: 6 á 7 lagen aan de Klenckelaan en naar het
water toe aflopend in hoogte. Rondom deze gebouwen zijn duidelijk afgeba-
kende openbare- en privégebieden;
• Aan het water aan de zuidwestelijke kant, op de hoogte van de geplande brug,
komt een markant gebouw te staan met een bijzondere vorm en exclusieve
woningen. In het ontwerp van dit gebouw zullen ook een plein en wandelroute
met brug meegenomen worden.
Bij het uitwerken van bovengenoemde appartementengebouwen wordt terdege re-
kening gehouden met het bestaande 10-laagse kantoorgebouw aan de De Boelelaan en
de 4-laagse bebouwing van Buitenveldert, ten zuiden van de singel.
Voordat de bouwplannen kunnen
worden uitgevoerd moeten 35
bestaande sociale huurwoningen
worden gesloopt. Hiervoor komen
echter veel meer, kwalitatief hoog-
waardiger woningen terug. De
bewoners wordt bovendien de mogelijkheid geboden om naar een nieuwe,
passende huurwoning in De Klencke terug te keren met huurprijsgarantie.
Dichtheid
Er moet een goede balans worden gevonden in het spanningsveld tussen een
kwalitatief hoogwaardig woonmilieu (veel ruimte) en voldoende massa voor een ren-
dabel plan, met de juiste graad van stedelijkheid. Van de nabijgelegen buurten in
Buitenveldert is de dichtheid 60 woningen per hectare. Het voorstel is om in De
Klencke een hogere dichtheid te realiseren, maar mét behoud van groen en water.
Deze dichtheid komt overeen met een programma in het middengebied van circa
240 woningen (van 90 m² -160 m² GBO) op 2,5 hectare. Om binnen de parkeernorm
van het stadsdeel te blijven krijgen de appartementen de beschikking over 1 á 2
parkeerplaatsen per woning, die onder het gebouw worden gerealiseerd.
Randvoorwaarden
Zoals reeds gezegd zijn de woningen bedoeld voor tweepersoonshuishoudens. Dat
stelt de volgende eisen aan de ontwikkeling van De Klencke:
27
Opgave
28
Projectbesluit De Klencke
Visie van SPF over de kantoren
Het SPF heeft plannen om de kantoren in De Klencke
deels te vervangen door nieuwbouw. Kantoorgebouw
Officia I zal echter blijven staan en om de verhuur-
baarheid daarvan te blijven garanderen, stelt SPF een
aantal eisen aan de ontwikkeling van De Klencke:
• Voldoende afstand (minimaal 21 meter) houden
tussen Officia I en de nieuwe woonbebouwing;
• Vrije zichtlijnen door het aanbrengen van onder-
brekingen in de woonbebouwing aan de
Klenckelaan;
• Het (ondergronds) terugbrengen van 227 parkeer-
plaatsen behorend bij Officia I, met een directe
(inwendige) ontsluiting naar het kantoor;
• Een functionele oplossing voor de bevoorrading
van Officia I.
• ontwikkeling van een hoogstaand woonmilieu;
• ruime en lichte appartementen (90-160 m² ) van goede kwaliteit;
• riante buitenruimten;
• brede beukmaten;
• liftontsluiting;
• entree met allure;
• gemiddeld 1,5 parkeerplaats per appartement;
• bijzondere aandacht voor de openbare ruimte, zoals:
- mooie openbare ruimte
- rustige, parkachtige omgeving
- ontmoetingsplekken met zitbanken, kunst en dergelijke
- duurzaamheid (materiaal, energie) van de woningen als bijzondere kwaliteit
In dit hoofdstuk wordt de invulling beschreven van het stedenbouwkundig
ontwerp. Welke gebouwen worden gesloopt, wat blijft staan? Er wordt een
beschrijving gegeven van de nieuw te bouwen woningen en kantoren, de
collectieve tuinen en het openbare groen. Hoe wordt de bestaande
bebouwing geïntegreerd in het nieuwe plan? Een uiteenzetting
volgt hoe De Klencke een klein maar hoogwaardig woongebied zal
worden met kantoren aan de noordzijde en veel water en groen.
4. Stedenbouwkundigkader
29
Ste
denbouwku
ndig
kader
30
Projectbesluit De Klencke
De opgave is om De Klencke als kantorenlocatie te transformeren tot een gebied
waarin het accent ligt op wonen. Kantoorgebouw Officia I en het hoofdgebouw van
Vreugdehof zullen worden behouden. In dit gebied wordt - geheel volgens wens van
de opdrachtgevers - een kleine maar kwalitatief hoogwaardige woonbuurt ontwik-
keld, die verrassend verscholen ligt achter de hoge gebouwen aan de De Boelelaan.
Stedenbouwkundig ontwerp
Het stedenbouwkundig ontwerp omvat de herinrichting van het grootste gedeelte
van het gebied. De Kop van Vreugdehof, twee kantoorgebouwen van Officia, de
hotelschool en de woningen aan de singel zullen hiervoor worden gesloopt. Het
hoofdgebouw van Vreugdehof en Officia I worden in het ontwerp geïntegreerd. Het
ontwerp gaat uit van de volgende essentiële onderdelen:
Eén Klenckelaan
De ontsluiting van het gebied wordt teruggebracht tot één straatlus in oost/west rich-
ting waardoor het gebied in twee stedenbouwkundige ruimtes wordt verdeeld. Dit
wordt de nieuwe ‘Klenckelaan’. Deze ontsluitingsweg takt op twee punten aan op de
De Boelelaan.
Bebouwing langs de singel
Langs de singel komen terrasappartementen in noord-zuid richting. De hoogte van
de bebouwing loopt naar het water af, omdat gebruik wordt gemaakt van terrasbouw
van maximaal 7 bouwlagen aan de Klenckelaan tot 2 á 3 bouwlagen aan de singel.
Op deze manier krijgt een zo groot mogelijk aantal woningen uitzicht op de singel.
Tussen de terrascomplexen wordt op twee plekken extra water toegevoegd in de
vorm van langwerpige waterbassins of ‘grachten’. Zo kan de luxe van wonen aan het
water voor meer woningen worden gerealiseerd en de kwaliteit van de singel verder
het gebied in worden gebracht.
De overige twee ruimtes tussen de gebouwen worden als tuinen of privé groen aan-
gelegd, gekoppeld aan de woningen. Aan de niet bebouwde zijden worden deze
4.1
31
Ste
denbouwku
ndig
kader
groengebieden met decoratieve erfafscheidingen, bijvoorbeeld pergola’s, afge-
grensd van de openbare ruimte.
Bebouwing langs De Boelelaan
Tussen de Klenckelaan en de De Boelelaan ontstaat één groot bouwblok rond een ge-
meenschappelijke binnentuin van maximaal 21 meter breed. Aan de Klenckelaan vor-
men vrijstaande appartementengebouwen in 6 tot maximaal 8 bouwlagen een
straatwand. Openingen tussen de gebouwen zorgen ervoor dat de groene binnentuin
vanuit de straat beleefbaar wordt en dat er voldoende zonlicht in de binnentuin en
op Officia I valt.
Langs de De Boelelaan ontstaat een hoge, dichte bebouwing door aan de westkant
van Officia I een nieuw kantoorgebouw van maximaal 30 meter hoog te realiseren,
met een hoogteaccent van 40 m. Beide gebouwen blijven via de huidige ventweg aan
de De Boelelaan ontsloten. Het laden en lossen van Officia I en het nieuwe gebouw
wordt in de plint van het nieuwe gebouw opgelost.
Een ruim opgezette Klenckelaan
Het profiel van de nieuwe, naar het noorden te verleggen, Klenckelaan is minimaal
21,5 meter breed met daarin twee rijbanen, brede voetpaden, een middenberm met
bomen en aan weerszijden langs parkeren.
Markante gebouwen bij de entrees
Het gebied heeft twee entrees aan de De Boelelaan. De westelijke entree ligt te-
genover de ontsluiting van het Zuidas gebied Vivaldi. Aan de oostkant ligt de entree
naast de singel. Beide entrees zullen gemarkeerd worden door een markant gebouw:
de nieuwe ‘Kop Vreugdehof’ en een toren op de kop van de huidige gracht (aan de
oostkant van Officia 1). Kop Vreugdehof heeft een hoogte van maximaal 55 meter,
aansluitend op de gemiddelde bouwhoogte in het tegenoverliggende Vivaldi. Ter
hoogte van de Kop Vreugdehof knikt het profiel van De Boelelaan. Dit is aanleiding
om de rooilijn van dit nieuwe gebouw naar het noorden te verplaatsen.
32
Projectbesluit De Klencke
laden en lossen
De toren op de kop van de gracht staat in de rooilijn van Officia 1 en heeft eveneens
een hoogte van maximaal 55 meter. Om de invloed van dit hoge volume op het
nieuwe woongebied zo veel mogelijk te beperken dient het gebouw niet te ver het
gebied in te steken (maximaal 33,5 meter vanaf de rooilijn aan de De Boelelaan en
18 m breed). In de volgende planfase kan worden onderzocht of de toren 90 graden
kan worden gedraaid. Als dat kan, komt het volume met de lange zijde aan de De
Boelelaan te staan en steek het volume minder diep het woongebied in, wat ste-
denbouwkundig te verkiezen is.
Bijzondere plek rond de nieuwe brug
In het verlengde van de westelijke entree naast Vreugdehof wordt een nieuwe fiets-
brug over de singel aangelegd. Daarmee wordt De Klencke beter met de zuidelijk
aangrenzende buurt in Buitenveldert verbonden. De plek bij de brug wordt een bij-
zondere verblijfsplek in de buurt, met een pleintje aan het water. Grenzend aan de
tuin van Vreugdehof wordt een appartementencomplex gebouwd met een bijzon-
dere uitstraling. Dit opvallende gebouw van maximaal 20 meter hoog moet deze plek
gaan markeren en het aanzien hebben van een grote villa met uitzicht op het water.
De hoge plint (5 meter) krijgt een horecafunctie. De nieuwe brug, de pleinruimte en
het gebouw moeten samen een architectonisch ensemble gaan vormen in het nieuwe
De Klencke.
Doorlopende route langs de singel
De bestaande groene singel is erg belangrijk voor de sfeer binnen het gebied en als
openbare ruimte. Om deze kwaliteit voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk te
maken wordt langs de singel en de nieuwe ‘grachten’ gedeeltelijk op steigers, een
doorlopend voetpad aangelegd.
33
Ste
denbouwku
ndig
kader
Beeldkwaliteit architectuur en openbare ruimte
Algemeen aanzicht van de architectuur
De nieuwe gebouwen krijgen een hoogwaardige uitstraling. Dit wordt bereikt door
gebruik te maken van rustige architectuur, zorgvuldig op elkaar afgestemde kleuren
en hoogwaardige, natuurlijke materialen. Het geheel krijgt een lichte uitstraling, met
donkere accenten. In het hele gebied worden in de bebouwing hoge plinten gerea-
liseerd ten behoeve van programmaflexibiliteit en ruime entrees.
Open bouwblok rond Officia I
De De Boelelaan zal met de ontwikkeling van de Zuidas veranderen van een weidse
open laan in een straat met hoge wanden, gevormd door dicht op elkaar staande
gebouwen. De noordwand van De Klencke aan de De Boelelaan zal bestaan uit twee
aparte kantoorgebouwen: het bestaande Officia I en een nieuw te bouwen kantoor
daarnaast - ieder met een duidelijke eigen identiteit. Er zal wel een zekere verwant-
schap zichtbaar zijn, bijvoorbeeld door de kleurtoepassing. Beide kantoorgebouwen
hebben hun adres aan de De Boelelaan, met een eigen entree.
Aan de Klenckelaan is het bouwblok geknipt in verschillende appar-
tementengebouwen. Ook voor deze zelfstandige gebouwen geldt dat
ze een eigen identiteit hebben, maar samen wel een eenheid vormen.
Architectuur en kleurgebruik kunnen verschillen - zonder dat het geheel
uit elkaar valt - en vormen zo een bijzondere kwaliteit voor het gebied.
Als gevelmateriaal wordt hier baksteen en natuursteen voorgesteld.
De entrees van deze gebouwen zullen hoog en royaal zijn vormgegeven
met veel gebruik van hout en glas. Tussen de verschillende apparte-
mentengebouwen worden ruimtes opengehouden, waardoor meer
zonlicht in de binnentuin valt. De openingen tussen de gebouwen worden
afgesloten met een transparant, bijzonder vormgegeven hek dat voor
het hele blok als geheel wordt vormgegeven. De gevels die aan de
binnentuin grenzen zullen licht en rustig van kleur zijn, in contrast met
de gevels aan de straatkant.
34
Projectbesluit De Klencke
4.2
Kop Vreugdehof aan de De Boelelaan
De Klencke krijgt aan de Vreugdehof zijde een hoog entreegebouw dat onderdeel
gaat uitmaken van het Vreugdehof complex en hierop dus goed aan moet sluiten. Het
gebouw krijgt een duidelijke eigen identiteit en een duidelijk adres aan de De Boele-
laan.
Kop gracht aan de De Boelelaan
Op de kop van de zijgracht van de singel komt het tweede markante entreegebouw
van De Klencke. Het gebouw zal met name opvallen door de bijzondere vorm en
architectuur.
Terrasgebouwen tussen Klenckelaan en singel (Oversinge)
De eerder genoemde terrasgebouwen komen haaks op de Klenckelaan te staan. Qua
architectuur, materiaal- en kleurgebruik is er een duidelijke verwantschap met de
appartementengebouwen aan de overzijde van de Klenckelaan Daar waar de collec-
tieve tuinen tussen de terrasgebouwen aan de Klenckelaan grenzen, komt een
pergola die in vormgeving en architectuur onderdeel is van de bebouwing.
Aan de singelzijde hebben de terrasgebouwen een open, strakke architectuur met veel
glas en vormen zo een mooie combinatie met groen en water. De royale terrassen met
balustrades en pergola zijn als onderdeel van de architectuur ontworpen.
Exclusief wonen aan de singel ter hoogte van de nieuwe brug
Grenzend aan de tuin van Vreugdehof ligt aan de singel een bijzondere locatie voor
een nieuw wooncomplex. Het is de plek waar de nieuwe fietsbrug over de singel De
Klencke beter met Buitenveldert gaat verbinden. Dit zeer exclusieve gebouw moet
met zijn architectuur de plek gaan markeren. De plint is extra hoog uitgevoerd (5
meter), waardoor het een goede plek wordt voor een café-restaurant.
De nieuwe brug, de pleinruimte en het gebouw moeten samen een architectonisch
icoon worden in het vernieuwde gebied.
Openbare ruimte
De openbare ruimte in het hele gebied van De Klencke krijgt kwaliteit door een hoog-
35
Ste
denbouwku
ndig
kader
waardige inrichting en materiaalgebruik. Als één geheel vormgegeven ontstaat een
samenhangend beeld. Bijzondere aandacht heeft de verblijfskwaliteit van de open-
bare ruimte.
Groene uitstraling Klenckelaan
Het profiel van de Klenckelaan is 21,5 meter breed. Hoewel de bebouwing aan de
Klenckelaan hoog is (6 tot 8 lagen) krijgt de laan wel een groene uitstraling. Door de
openingen tussen de gebouwen transparant te houden, worden de collectieve tuinen
en het water vanaf de staat beleefbaar. Het profiel van de Klenckelaan krijgt een
brede middenberm met gras en bomen waardoor een groen straatbeeld ontstaat.
Om te voorkomen dat de Klenckelaan te donker zal worden, mogen de bomen niet
te groot uitgroeien en mag het bladerdak niet te dicht zijn.
Route langs de singel
Langs het water wordt een doorgaand openbaar voetpad aangelegd, waarmee de
kwaliteit van deze groene ruimte voor iedereen toegankelijk en beleefbaar wordt ge-
maakt. Deels loopt dit voetpad langs de groene oever en gedeeltelijk langs de
nieuwe waterpartijen. Steigers, kades en zachte oevers dienen tegelijkertijd in één
landschapsontwerp te worden vormgegeven.
Plein aan de singel
Een bijzondere nieuwe verblijfplek in het gebied is het pleintje aan het water naast
de nieuwe voet/fietsbrug over de singel. Het plein vormt samen met de nieuwe brug
en het markante woongebouw bij de Vreugdehof een ensemble en wordt een icoon
in het nieuwe gebied De Klencke. In de plint van het gebouw zal horeca worden
opgenomen, maar er zullen ook verblijfmogelijkheden komen in de vorm van aan-
gename zitbanken. De ruimte langs de hele singel zal een openbaar karakter krijgen
of behouden.
Collectieve tuinen
De binnentuin van Officia I wordt niet openbaar, maar is de gemeenschappelijke tuin
voor de bewoners en gebruikers van dit bouwblok. De binnentuin wordt ingericht als
36
Projectbesluit De Klencke
stille, groene oase die uitnodigt om hier op een bankje te gaan zitten. De tuin draagt
voor een belangrijk deel bij aan de groene kwaliteit van de Klenckelaan. Hekken en
pergola’s dienen daarom transparant te worden vormgegeven.
Ook de tuinen tussen de terrasflats zijn niet openbaar, maar worden als collectieve
tuinen ingericht. Ze hebben ook een belangrijke rol bij de groenbeleving vanuit de
Klenckelaan. Hekken en pergola’s dienen daarom ook hier transparant te worden
vormgegeven.
Overgangsgebied
De woongebouwen zijn omringd door een strook privégebied, de overgang tussen
voordeur en stoep: een zogeheten ‘encroachment’. In het stedenbouwkundig ont-
werp is met een lijn 1,5 meter aan de straatzijde gereserveerd voor deze stroken en
ook op de planschets is dit zichtbaar. De precieze invulling gebeurt in de volgende
fase, maar de ruimte is alvast gereserveerd. (Zie kaart pag. 29).
37
Ste
denbouwku
ndig
kader
Bouwflexibiliteit
Om voldoende bouwflexibiliteit te bieden voor de gebouwen in het gebied is een
denkbeeldige ’tent‘ om de volumes gezet, waarbinnen het gestelde programma
gerealiseerd kan worden. Hieronder worden de tenten voor de gebouwen in beeld
gebracht.
4.3
38
Projectbesluit De Klencke
39
Asp
ecte
n
Om straks te kunnen komen tot een nieuw bestemmingsplan zijn diverse
verkenningen, onderzoeken en metingen verricht op het gebied van lucht-,
water- en bodemkwaliteit en akoestiek. Er zijn modellen doorgerekend voor
waterberging en de effecten op de grondwaterstand. Een natuurtoets werd uit-
gevoerd en ook een archeologische quick-scan. De bevindingen hiervan staan
beschreven in dit hoofdstuk. Tot slot komen aan bod: klimaatneutraal bouwen,
kabel- en leidingtracés en het beheer en onderhoud van de openbare ruimte.
Luchtkwaliteit
Om herontwikkeling van De Klencke mogelijk te maken is een nieuw bestemmings-
plan nodig, met dit projectbesluit als uitgangspunt. Wettelijke luchtkwaliteitsnormen
zijn tegenwoordig een belangrijk onderdeel van bestemmingsplannen. Daarom heeft
Stadsdeel Zuideramstel het IBA (Ingenieursbureau Amsterdam) een verkenning laten
doen naar de kansen en risico’s van de luchtkwaliteit voor de plannen.
De Wet luchtkwaliteit schrijft ondermeer voor dat ‘iedere toename van de concen-
tratie van de maatgevende stoffen PM10 (fijnstof) en NO2 (stikstofdioxide) met meer
dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde, een toename is in betekenende mate.’
Ontwikkelingen die leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit onder die 3%
kunnen zondermeer worden gerealiseerd.
Tot ongeveer halverwege 2009 is er wettelijk sprake van een interim-fase, omdat het
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) nog niet is vastgesteld. In
deze periode geldt een maximaal toelaatbare verslechtering van 1% in plaats van de
genoemde 3%. In de ‘Regeling niet in betekenende mate’ (2007) zijn deze percen-
tages vertaald in volumes van bouwprojecten. De 1% norm staat hierin gelijk aan het
toevoegen van 500 woningen en 3% aan 1.500 woningen. Als het nieuwe bestem-
mingsplan voor De Klencke in deze interim periode wordt vastgesteld, dan is de 1%
norm dus van toepassing. De Klencke voegt ca 430 woningen toe aan de reeds
aanwezige functies in het gebied. Hierdoor kan het effect van het project op de
luchtkwaliteit worden aangemerkt als ‘niet in betekenende mate’ (NIBM). Dus ook in
5. Aspecten
5.1
de genoemde interim-fase zou het nieuwe (ontwerp)bestemmingsplan in overeen-
stemming zijn met de Wet luchtkwaliteit.
Anticumulatie bepaling
Zodra het NSL programma in werking treedt, zal echter ook een andere bepaling
in werking treden; de zogeheten ‘anticumulatie bepaling’. Die bepaling verplicht
projecten om de cumulatieve luchtkwaliteiteffecten te beoordelen van ‘aan elkaar
grenzende of in elkaars directe nabijheid liggende locaties die gebruik maken van
dezelfde ontsluitingsinfrastructuur.’ Zulke aangrenzende locaties dienen dus als één
geheel te worden beoordeeld. Daarmee wil de wetgever voorkomen dat projecten
worden ‘opgeknipt’, teneinde juist onder de grenswaarden te blijven. Hoe deze
bepaling zal worden toegepast is nog niet duidelijk. Het is denkbaar dat voor De
Klencke de luchtkwaliteit in combinatie met het naastgelegen Zuidas gebied moet
worden beoordeeld, als zijnde één geheel. Dit zou realisatie van het plan ernstig
kunnen belemmeren, tenzij de autonomie van het project De Klencke onomstotelijk
bewezen kan worden. Helaas valt nog nauwelijks in te schatten welke kant de juris-
prudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op zal gaan.
Dit leidt tot de conclusie dat het nieuwe bestemmingsplan bij voorkeur nog in de
periode wordt vastgesteld van de interim-fase, vóórdat het NSL in werking treedt.
Er van uitgaande dat het NSL programma inderdaad medio 2009 wordt vastgesteld
is dat niet haalbaar. In dat geval adviseert het IBA om af te wachten hoe de juris-
prudentie zich op dit gebied van de anticumulatie bepaling ontwikkelt.
Geluid
In 2006 is voor het gebied De Klencke akoestisch onderzoek uitgevoerd door de Dienst
Ruimtelijke Ordening. De conclusie van het onderzoek was dat de voorkeurswaarde
werd overschreden als gevolg van het verkeer van de A10 Zuid, de De Boelelaan en de
Europaboulevard. Er zijn toen echter ruimtelijke modellen doorgerekend die nu niet
meer conform de huidige plannen zijn. Er moet dus opnieuw onderzoek worden
40
Projectbesluit De Klencke
5.2
41
Asp
ecte
n
gedaan. De woningbouw in het middengebied van De Klencke zal waarschijnlijk goed
genoeg worden afgeschermd door de kantoorbebouwing aan de De Boelelaan en het
Novotel aan de Europaboulevard. Of hier eventueel een ontheffing hogere waarden
voor nodig is - of akoestische maatregelen - wordt later onderzocht. Nieuwe woon-
bebouwing aan de Kop van Vreugdehof aan de De Boelelaan krijgt zeker last van
verkeerslawaai. Voor deze bebouwing moet vooralsnog worden uitgegaan van dove
gevels.
Met de voorzitter van het Technisch Ambtelijk Vooroverleg Geluidshinder Amsterdam
(TAVGA) is afgesproken dat er nu in het kader van het projectbesluit nog geen nieuw
onderzoek wordt uitgevoerd. Met name de toekomstige situatie aan de De Boelelaan
is nu nog onbekend, vanwege de toekomstige herprofilering en de gewijzigde
stedenbouwkundige inzichten. De Zuidas heeft hiervoor nog geen plannen ontwik-
keld. Akoestisch onderzoek zal dus in een volgende planfase worden geactualiseerd,
bijvoorbeeld in het kader van het bestemmingsplan of het investeringsbesluit.
Duurzaam bouwen
In De Klencke wordt gestreefd naar energiebesparing op zowel gebiedsniveau als
op gebouwniveau. De gemeente Amsterdam heeft als ambitie dat vanaf 2010 ten
minste 40% van de nieuwbouw klimaatneutraal is (een Energie Prestatie op Locatie
norm van 9 á 10) en 60% half klimaatneutraal (EPL van 8). Voor De Klencke wordt een
EPL waarde van ten minste 8,0 nagestreefd. Op gebouwniveau wordt eveneens
gestreefd naar een EPC (energieprestatiecoëfficiënt) die scherper is dan de eis in het
bouwbesluit. Daarnaast wordt de Basiskwaliteit Woningbouw Amsterdam 2006 toe-
gepast. Op het gebied van duurzaam materiaalgebruik wordt dan ook uitsluitend
hout gebruikt met FSC certificaat en er zal zo min mogelijk koper en zink aan de
buitenschil worden toegepast, om te voorkomen dat het hemelwater verontreinigd
raakt met giftige metalen.
Naast deze uitgangspunten zal worden onderzocht hoe de duurzaamheid in De
Klencke op verschillende manieren kan worden ingevuld:
5.3
• Het gebruik maken van duurzame bouwmaterialen;
• Groot accommodatievermogen van gebouwen; grotere overspanningen en pla-
fondhoogtes, en afdoende ruimte voor mogelijke extra (technische) voorzieningen;
• Het toevoegen van groen levert een gezondere leefomgeving op (minder fijnstof).
Ook kan groen op daken een rol spelen bij isolatie;
• Mogelijk toepassen van WKO (Warmte/Koude Opslag), waarbij ingespeeld wordt
op de verschillende behoeften van kantoren (aan koeling) en woningen
(aan warmte).;
• Toepassen van WKO met photo-voltaïsche panelen (PV) op het dak, waardoor
een energieneutraal gebouw ontstaat;
• Osira is voornemens zowel het bestaande verpleeghuis Vreugdehof en de
herontwikkeling op de Kop van Vreugdehof aan te sluiten op de stadverwarming,
waardoor een substantiële CO2 reductie zal ontstaan.
Op 21 januari 2008 heeft de Gemeenteraad een wijziging van de Bouwverordening
Amsterdam 2003 vastgesteld, waarin de verplichting om aan te sluiten op stadsverwar-
ming is geregeld. Een nieuw gebouw moet worden aangesloten op de stadsverwarming
als het bouwwerk op ten hoogste 40 meter afstand van de dichtstbijzijnde leiding is
gelegen. In De Klencke is dat het geval, want er loopt een warmteleiding langs de
De Boelelaan. Er zijn twee soorten ontheffingen voor aansluiting op stadswarmte:
1. Ontheffing op gebiedsniveau
Dit gebeurt momenteel in de stadsdelen Noord en Zuidoost, op basis van vastgesteld
beleid waarin gebieden zijn aangegeven waar een zeker percentage niet op stads-
warmte wordt aangesloten. Van zulk beleid is in Zuideramstel geen sprake.
2. Ontheffing op gebouwniveau
Een ontheffing op gebouwniveau is alleen mogelijk als er dankzij de ontheffing
klimaatneutraal gebouwd kan worden. Het verlenen van de eventuele ontheffing
wordt vastgelegd in de bouwvergunning en is een bevoegdheid van het stadsdeel.
Het ontheffingenbeleid mag echter niet leiden tot een onrendabel stadsverwar-
mingsnet.
42
Projectbesluit De Klencke
Het verlenen van een ontheffing in het gebied van De Klencke is theoretisch denk-
baar, als het stadsdeel en de marktpartijen een energievoorziening voorstaan die
innovatief is, zoals warmte/koudeopslag in de bodem. Deze opties kunnen in een
volgend planstadium worden onderzocht. Wel moet vast de kanttekening worden
gemaakt dat er in de aangrenzende Zuidas al zoveel ondergrondse energieopslag-
systemen zijn, dat de kans bestaat dat er onder De Klencke geen bodemcapaciteit
meer over is om ook met energieopslag te werken.
Water
De stedenbouwkundige visie op De Klencke is in een vroeg stadium besproken met
Waternet. Het ontwerp is in principe positief ontvangen, waarbij een aantal opmer-
kingen en eisen voor de verdere uitwerking zijn meegegeven.
Algemeen
Het watersysteem van de Binnendijkse Buitenveldertse polder kenmerkt zich door
lang oost/west gerichte watergangen. De hoofdwatergang in het zuiden van het plan-
gebied De Klencke is hiervan een typisch onderdeel. Grootschalige veranderingen in
dit watersysteem vinden reeds plaats als gevolg van het Zuidas project, dat groten-
deels op polderniveau ligt. Het maken van De Boelegracht - direct ten noorden van
het plangebied - is een voorbeeld van die veranderingen. De planvorming rondom
de Zuidas heeft reeds de nodige waterstudies opgeleverd. Vanwege de ruimtelijke
verbondenheid van De Klencke met de Zuidas zullen deze als uitgangspunt dienen
bij de watertoets op de plannen voor De Klencke.
Watersysteem
Water wordt een bijzondere kwaliteit en een kenmerk van het toekomstige gebied.
Het zal zoveel mogelijk in het gebied beleefbaar zijn en openbaar toegankelijk. Het
watersysteem in De Klencke wordt uitgebreid door aan de bestaande watergang twee
inhammen toe te voegen. Het waterbergend vermogen neemt hierdoor toe en de
beleving van de openbare ruimte krijgt een extra impuls. Wel vragen dergelijke dood-
43
Asp
ecte
n
5.4
lopende stukken extra aandacht in het onderhoud.
Waterberging
Voor de Binnendijkse Buitenveldertse Polder is de compensatiefactor (extra verharding/
open water) bepaald op 15%. Het huidige oppervlak van De Klencke bestaat voor het
grootste deel al uit verharding, maar door de toekomstige ontwikkelingen zal ook
veel groen en water worden toegevoegd. Achter de kantoren aan de De Boelelaan
en tussen de strookbebouwing in het zuidelijke gedeelte worden grote tuinen/
groengebieden gerealiseerd. Daaronder liggen grotendeels parkeergarages. De
gronddekking is ruim genoeg om ook bomen te laten groeien. Het groen wordt
niet gedraineerd. Vanuit de singel wordt het water op twee plekken in het gebied
getrokken in de vorm van brede inhammen. De waterberging in het gebied wordt
daarmee aanzienlijk verbeterd. Extra waterbergend vermogen kan ook toegerekend
worden aan de ontwikkeling van de Zuidas.
Maaiveldinrichting/waterretentie
Voor het gebied De Klencke wordt dezelfde opgave meegegeven als bij de Zuidas:
minimaal 40% van het verharde oppervlak dient te worden ingericht voor water-
retentie. Met ‘groene of blauwe daken’ en slimme maaiveldinrichting wordt een
robuuste ontwikkeling nagestreefd, die niet kwetsbaar is voor een piekbelasting door
extreme regenval. De ambitie is een bui van 50 mm in een uur zonder noemens-
waardige schade te weerstaan. Dit vraagt aandacht voor de detaillering van het maaiveld
en afstemming tussen de verschillende ontwikkelingen in het plangebied. In het maai-
veldontwerp zal dit verder worden uitgewerkt.
Bij het realiseren van steigers aan de oevers gaat de voorkeur van Waternet uit naar
steigers met een maximale breedte van 1,2 meter, in verband met de schaduwwerking
die nadelig is voor de waterkwaliteit en voor schoonmaakactiviteiten. Bredere steigers zijn
vergunningplichtig en vergen een ontheffing. Een mogelijk alternatief zijn drijvende
- en dus voor onderhoudswerkzaamheden los te koppelen - steigers of verlaagde
kades.
44
Projectbesluit De Klencke
Grondwater
De grondwaterzorgplicht stelt dat de grondwaterstand niet door de ontwikkeling
veranderd mag worden. In De Klencke zijn onder de gebouwen en deels onder de
groengebieden/tuinen parkeergarages in één en twee ondergrondse lagen gepland.
Deze belemmering van de grondwaterstroom dient zo veel mogelijk beperkt te worden.
Maar door de aanleg van De Boelegracht, de aanwezigheid van de watergang in
het zuidelijke deel en de uitbreiding daarvan, worden de effecten op het grondwater
minimaal geacht. Voor de start van de bouwwerkzaamheden dienen de effecten op
de grondwaterstand echter wel te worden doorgerekend.
In maart 2006 is onderzocht wat de effecten van de ondergrondse parkeergarages op
het grondwater zijn en of dit noopt tot bijzondere maatregelen. De conclusie was
dat herontwikkeling van De Klencke, waarbij ondergrondse parkeergarages worden
aangelegd, niet zal leiden tot een overschrijding van de gemeentelijke normen. In-
middels zijn de bouwplannen veranderd, maar de veranderingen verschillen voor het
grondwater niet wezenlijk van de oude plannen. Bijzondere maatregelen zijn dus niet
nodig. Wel moet voorkomen worden dat er opsluiting van grondwater optreedt tussen
ondergrondse constructies.
Waterkwaliteit
De in het gebied gebruikte materialen dienen conform het bouwbesluit te zijn, waar-
door verontreiniging van het oppervlaktewater en het grondwater voorkomen wordt.
Bijzondere aandacht verdient de waterkwaliteit in de uitbreidingen van het water-
systeem. Deze inhammen lopen aan de noordzijde dood. Maar door de grote breedte
van de watergangen (ca. 16 m) zal er voldoende dynamiek in het water zijn om zuurstof-
arme omstandigheden te voorkomen. Wel kan zich in de doodlopende einden bij de
overheersende zuidwestenwind drijfvuil verzamelen. Het stadsdeel is verantwoordelijk
voor het verwijderen van drijfvuil.
45
Asp
ecte
n
Externe veiligheid
Het projectgebied De Klencke bevindt zich niet in de risicozone van risicobedrijven
en hun infrastructuur. Wat betreft de externe veiligheid zijn er dus geen belemme-
ringen voor ontwikkeling van het gebied.
Bouwhoogte
De maximale bouwhoogte binnen de straalpaden van KPN is 55 meter. In het overige
gebied geldt de Schiphol norm als maximale bouwhoogte (gedeeltelijk 87,5 meter
en gedeeltelijk 90 meter).
Straalpad zendmast
46
Projectbesluit De Klencke
5.5
5.6
Bodemkwaliteit
In 2003 is historisch onderzoek uitgevoerd naar mogelijke bodemverontreiniging in
De Klencke. Naast archiefonderzoek is de locatie ook bezocht. Enige bodemveront-
reiniging is wel te verwachten, maar de mate waarin valt alleen met bodemonderzoek
vast te stellen, omdat een historisch onderzoek te beperkt is. Bodemonderzoek kan
pas goed worden uitgevoerd na het slopen van de huidige gebouwen en voor het
bouwrijp maken van de grond. Daarover worden afspraken gemaakt met de dienst
Milieu- en Bouwtoezicht.
Kabels en leidingen
Er bevinden zich tal van tracés voor kabels en leidingen in het projectgebied. Matig
zware tracés bevinden zich in het fiets- en voetpad langs de De Boelelaan en in de
binnenring van De Klencke. Zware tracés bevinden zich in de voetpaden van de
Europaboulevard en de Van Heenvlietlaan en in delen van de De Boelelaan. Verder
bevindt zich een zwaar telecommunicatie tracé aan de bovenkant van het talud,
langs het water van de Oversinge en het water ten westen van het Novotel. Een
zware waterleiding bevindt zich in het oostelijk deel van het gebied. Daarnaast zijn
er tracés voor warmte en koudelevering aan Osira en de kantoren van SPF. Tot slot
ligt er een transportriool onder het terrein van het Novotel, maar dit stuk terrein valt
buiten het gebied waar ingrepen worden voorgesteld.
Het uitvoeren van het sloop/nieuwbouwprogramma en het verplaatsen van de
Klenckelaan naar het noorden heeft gevolgen voor kabel- en leidingentracés, die
soms moeten worden verplaatst. Hierover wordt overlegd met het stedelijke Procuwo
overleg (Coördinatie Commissie Uitvoering Werken in de Openbare ruimte). Enkele
van de belangrijkste bevindingen zijn:
• Onder het nieuwe gebouw ten oosten van Officia I liggen kabels en leidingen
die moeten worden verplaatst;
Straalpad Schiphol
47
Asp
ecte
n
5.7
5.8
• Een grote warmtetransportleiding van Nuon ligt in de De Boelelaan en er liggen
nieuwe warmte- en koudeleidingen in De Klencke tegen het talud van de singel.
Mogelijk moeten die leidingen verlegd worden;
• Gasleidingen van Liander (voorheen Continuon) moeten omgelegd worden bij
het verzorgingstehuis, het Novotel en het Pensioenfonds;
• Voor de aanvoer van elektriciteit aan de kantoren is waarschijnlijk een nieuwe
hoogspanningsruimte nodig. Voor de ongeveer 400 woningen die worden
gebouwd is één traforuimte wellicht genoeg;
• Waternet geeft aan dat nieuwe steigers vergunningplichtig zijn. Nader geo-
hydrologisch onderzoek is nodig voor de parkeerkelder onder het woonblok en
de groene tussenruimte. Bovenop de garages is een behoorlijke gronddekking
nodig, zowel voor kabels en leidingen als om mee te tellen als ‘niet verhard’;
• Ten oosten van Officia I ligt een transportriool en dit zal dus omgelegd moeten
worden.
In de volgende planfasen worden gevolgen voor kabels en leidingen in detail uitge-
werkt. Hierbij is ook overleg en afstemming met de Zuidas nodig.48
Projectbesluit De Klencke
Beheer openbare ruimte
Stadsdelen en de centraal-stedelijke diensten maakten in 2004 verregaande afspraken
over de inrichting van de openbare ruimte. Er wordt uitgegaan van de gezamenlijke
Amsterdamse traditie van inrichting van het openbare gebied. Deze is gericht op
samenhang en duurzaamheid, een herkenbaar en logisch straatbeeld en een hoge
uitvoeringskwaliteit. Voor De Klencke geldt daarom dat de rijwegen (30 km/u regime)
met gebakken materiaal worden bestraat en de trottoirs met een hoogwaardige
30x30 cm betontegel.
De ambitie ligt echter wat hoger voor De Klencke dan in veel andere plannen en daar
moet bij het beheer en onderhoud rekening mee worden gehouden. In Zuideramstel
wordt over het algemeen een middelhoog beheerniveau aangehouden in de
openbare ruimte. Voor het gebied van de Zuidas is een extra hoog beheerniveau
afgesproken. Om de meerkosten op te vangen wordt in de Zuidas extra budget ter
beschikking gesteld door de ontwikkelaars. Dit principe zou ook op De Klencke kunnen
worden toegepast. In een later uitwerkingstadium zullen hierover afspraken worden
gemaakt.
Flora en fauna
In de huidige situatie heeft De Klencke een overwegend stenige uitstraling. Er is weinig
groen beleefbaar. De enige groenstroken in het gebied zijn de groene oevers langs
de singel en de watergang tussen De Klencke en het Novotel. Vanuit het gebied
gezien ligt dit groen met name aan de achterkant van de bebouwing en is alléén
vanaf de overkant van de singel beleefbaar.
Door de voorgestelde ontwikkeling zal het gebied met name in het zuidelijke deel
een meer open en groene uitstraling krijgen. Daaraan draagt de strokenbebouwing
bij, die haaks op de singel staat en het zicht op het water en de collectieve tuinen tussen
de gebouwen open laat. Ook de nieuwe Klenckelaan heeft een groene uitstraling
door de middenberm met bomen. De groene oever langs de singel blijft zoveel
49
Asp
ecte
n
5.9
5.10
mogelijk behouden en ook één van de toegevoegde watergangen heeft een groene
oever.
Bomen
In het plangebied staan de bomen nu voornamelijk in de straat en op de parkeer-
terreinen; overwegend lindes met een (stam-)diameter van 20 tot 40 cm. Deze bomen
zullen in het kader van de herontwikkeling gekapt moeten worden. Langs het water
staan verschillende bomensoorten (essen, treurwilgen en elzen). Enkele van deze
bomen hebben een diameter tot 100 cm en zijn beeldbepalend. Waar mogelijk zullen
deze bomen geïntegreerd worden in de nieuwe ontwikkeling. In het gebied zijn geen
bomen aanwezig die als monumentaal gekenmerkt zijn.
In totaal zullen ongeveer 95 bomen gekapt moeten worden. Daar tegenover staat
dat er een groot aantal bomen teruggeplant wordt in de openbare ruimte en in de
collectieve (binnen-)tuinen. Het exacte aantal zal pas in de verdere uitwerking van
de plannen bepaald kunnen worden. Bij de uitwerking dient rekening gehouden te
worden met een voldoende dikke aardlaag bovenop de parkeergarages. Ook bij de
inrichting van de openbare ruimte zijn ruime boomspiegels een belangrijk uitgangs-
punt.
Natuurtoets
Voor het plangebied van De Klencke is in mei 2006 een natuurtoets uitgevoerd. Daarbij
werd vastgesteld dat er een beschermde vissoort (de bittervoorn) in het water leeft.
Maar aangezien er geen sprake is van demping van water wordt deze vissoort niet
gehinderd in zijn bestaan. De bittervoorn gebruikt grote zoetwater mosselen bij de
voortplanting, daarom moet bij werkzaamheden aan het water in de periode april
t/m augustus rekening met deze mosselen worden gehouden. Daarnaast zijn er
vogels in het gebied die tijdens het broedseizoen beschermd zijn. Dit stelt rand-
voorwaarden voor later uit te voeren bouwwerkzaamheden.
Sinds de uitvoering van de natuurtoets is de natuurwetgeving niet veranderd. Wel ligt
het accent nu meer op vaste verblijfplaatsen voor vogels, bijvoorbeeld in oude
bomen. Aangezien er geen oude bomen in het gebied zijn, levert dit verder geen
problemen op.
50
Projectbesluit De Klencke
Archeologie
In januari 2006 is een archeologische quick-scan uitgevoerd voor De Klencke. His-
torisch kaartmateriaal toont aan dat op de betreffende terreinen nauwelijks of geen
bewoningssporen uit het verleden kunnen worden verwacht. De kans dat bij werk-
zaamheden archeologische waarden worden bedreigd is dus gering. In 2006 werd
daarom geadviseerd om voorafgaand aan het bouwrijp maken geen nader archeo-
logisch onderzoek te doen. Intussen is de wetgeving echter gewijzigd en dient er
toch een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd te worden. Dit onderzoek zal
het stadsdeel laten uitvoeren in het kader van de bestemmingsplanprocedure.
51
Asp
ecte
n
5.11
52
Projectbesluit De Klencke
In dit hoofdstuk aandacht voor de aanpassing van het bestemmingsplan en de
planning van het project, met name de afstemming van de diverse deelprojecten.
Daarnaast wordt ingegaan op de gevolgen voor de huidige bewoners van De
Klencke en het overleg dat tussen hen en de ontwikkelende partijen zal plaats-
vinden. Ook worden de financiële en logistieke risico’s beschreven.
Planprocedures
Het van kracht zijnde juridisch-planologische kader is het Bestemmingsplan Buiten-
veldert uit 1973. De bestemmingen komen overeen met de bestaande bebouwing en
voor de sociale huurwoningen van Stadgenoot is een artikel 19-procedure gevoerd.
Het bestemmingsplan uit 1973 is gedetailleerd en laat geen andere ontwikkelingen
toe; er moet dus een nieuw bestemmingsplan worden gemaakt. Dit zal ook de snelste
route zijn van de bouwaanvragen voor de betreffende bouwplannen.
Op 1 juli 2008 is de Nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (nWRO) in werking ge-
treden. Daarmee is ook de anticipatieprocedure veranderd. De artikel 19-procedure
is komen te vervallen. In plaats daarvan is naast de bestemmingsplanprocedure een
mogelijkheid van het ‘projectbesluit’ in het leven geroepen. Onafhankelijk van de te
volgen procedure blijft een ruimtelijke onderbouwing noodzakelijk.
Daarnaast werd in 2006 de Grote Vereenvoudiging ingevoerd, waarmee het
gemeentelijke planproces is teruggebracht van 6 naar 4 fasen. Deze fasen staan
beschreven in het Plan- en besluitvormingsproces ruimtelijke maatregelen (Plaberum).
De mate van uitwerking van de nieuwe planproducten is hiermee veranderd. Afspraken
uit het Plaberum zullen uitgangspunt zijn voor de verdere uitwerking van dit project.
Het haalbaarheidsonderzoek van 2003 is hierbij opgevat als een strategiebesluit en
de tweede fase (de onderzoeksfase) wordt hierbij afgerond met dit projectbesluit.
Tot slot wordt in het Structuurplan Amsterdam ´Kiezen voor stedelijkheid´ (2003) De
Klencke gekenmerkt als gemengd stedelijk woon/werkgebied. De woonfunctie over-
heerst, maar ook kleinschalige werkfuncties, recreatieve en maatschappelijke functies
worden nagestreefd. In de naoorlogse woongebieden buiten de ring zal een stedelijke
6. Proces6.1
53
Pro
ces
herstructurering plaats vinden waarin op geschikte plekken woningen zullen worden
toegevoegd. Om ook woongebieden met lagere dichtheden te handhaven dienen op
andere plekken juist gebieden met hogere dichtheid en stedelijk wonen ontwikkeld
te worden. De Klencke is hiervoor geschikt.
Planning
In de planning wordt ervan uitgegaan dat alle onderzoeken die nodig zijn voor de
ruimtelijke onderbouwing parallel gaan lopen aan de onderzoeken van de program-
meringfase (Plaberum fase 3). Doel is dat het bestemmingsplan vigerend is als de
bouwaanvragen voor de bouwplannen ingediend gaan worden.
Een aandachtspunt bij de planning van het bestemmingsplan is de relatie met de
Zuidas. De Klencke wordt behandeld als een stadsdeelproject naast een groot-
stedelijk project (de Zuidas). In de onderzoekssfeer gaan deze projecten met elkaar
interfereren op het gebied van verkeersgegevens, luchtkwaliteit, waterberging, eco-
nomische ontwikkeling (grondprijzen, huurprijzen) en dergelijke. Een en ander moet
later worden uitgewerkt en afgestemd.
Fasering
In het projectgebied De Klencke willen verschillende ontwikkelende partijen bouw-
plannen realiseren. De volgende deelprojecten worden hierbij gedefinieerd:
1. De nieuwbouw van Osira op de kop van Vreugdehof aan de noordkant
2. Het appartementencomplex aan de zuidzijde van Vreugdehof
3. De bebouwing ten westen en aan de achterkant van Officia I
4. De terraswoningen aan de singel
5. Het kantoorgebouw ten oosten van Officia I
54
Projectbesluit De Klencke
6.2
6.3
Er is afgesproken dat de deelprojecten zich zoveel mogelijk onafhankelijk van elkaar
moeten kunnen ontwikkelen. De deelprojecten zijn echter voor een aantal zaken van
elkaar afhankelijk, namelijk:
• De vroegste start bouw wordt bepaald door de keten van het planvormings-
proces (fase 2 en 3 Plaberum) en de aansluitende voorbereidingen voor de
nieuwbouwontwikkelingen. Deze starten nu na het fase 3 besluit. Partijen kunnen
echter individueel besluiten parallel aan fase 3 met hun bouwvoorbereiding te
starten, waardoor eerder met de bouw begonnen kan worden;
• De bouw van de appartementen ten zuiden van Vreugdehof is afhankelijk van de
verhuizing van de Hogere Hotelschool naar de Zuidas;
• Ook de bouw van de terraswoningen is afhankelijk van de sloop van de Hotel-
school. Daarnaast zijn deze woningen afhankelijk van:
- de sloop van de kantoorgebouwen van Officia II en Officia III;
- de afspraak dat de huidige bewoners binnen het plangebied mogen verhuizen.
Mede hierdoor zal de bouw van de terraswoningen gefaseerd plaatsvinden;
• De bouw van het kantoor ten westen van Officia I en de woongebouwen
erachter zijn afhankelijk van de sloop van de kantoorgebouwen van Officia II en
Officia III;
• Osira heeft aangegeven haar start bouw af te stemmen op de andere projecten
om de overlast voor haar zittende bewoners zoveel mogelijk te beperken;
• Voor het kantoor ten oosten van Officia I hoeven geen functies verplaatst te
worden. Maar ook deze bouwplannen zijn afhankelijk van het bouwrijp maken,
waaronder algemene zaken als het omleggen van kabels en leidingen, het
kappen van bomen, opbreken van straten en dergelijke.
Op basis van deze uitgangspunten is de planning opgesteld. In 2011 wordt begonnen
met de eerste bouwplannen. Extra aandachtpunt is de bouwlogistiek en de inrichting
van de openbare ruimte in de eindfase. In het plangebied De Klencke liggen alle
eindtrajecten nu redelijk dicht in de tijd bij elkaar, wat tot een mogelijk transport- en
bouwprobleem kan leiden.
55
Pro
ces
Tevens moeten nadere afspraken met de Zuidas gemaakt worden over de herprofi-
lering van de De Boelelaan. Hun planning is nog niet bekend. In de planning van De
Klencke is een tijdvak aangegeven waarin het niet wenselijk is de De Boelelaan te
herprofileren, omdat er ten allen tijde twee ingangen naar het gebied toegankelijk
moeten blijven.
Communicatie en inspraak
In het Plaberum is opgenomen dat in elke planfase inspraak zal plaatsvinden. De
inspraak in fase 2 zal plaatsvinden nadat er vooroverleg met de bewoners en met de
bedrijven heeft plaatsgevonden. Hierna kan het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel
de stukken vrijgeven voor inspraak.
De partijen zijn verantwoordelijk voor de communicatie met de direct belang-
hebbenden in het gebied: Osira voor Vreugdehof, SPF-beheer voor de kantoren,
Stadgenoot voor de Hogere Hotelschool en de zittende bewoners.
• Extra aandacht is nodig voor de communicatie met de bewoners. Stadgenoot
is hiervoor verantwoordelijk. De exacte communicatiemomenten naar de 35
huurders/bewoners zullen in overleg plaatsvinden tussen het stadsdeel en
Stadgenoot;
• Alle 35 huurders hebben de mogelijkheid om terug te keren in een nieuwe
passende huurwoning in De Klencke. Ook als men tijdens de bouw ergens
anders wenst te gaan wonen;
• Er zullen tijdig goede alternatieven gezocht worden voor de huurders.
Aandacht is nodig voor de fasering zodat de 35 woningen als laatste gesloopt worden.
Hierdoor kunnen bewoners vanuit hun oude woning direct naar een nieuwe woning
in het gebied verhuizen.
56
Projectbesluit De Klencke
6.4
Risico’s
Er zal nog een uitgebreide risicoanalyse worden uitgevoerd, waarin alle mogelijke
risico’s worden benoemd, onderzocht in welke mate ze voorkomen en waarin
beheersmaatregelen worden geformuleerd. In het kader van dit Projectbesluit wordt
volstaan met het benoemen van een aantal reeds bekende risico’s.
Luchtkwaliteit /NSL
Tot ongeveer halverwege 2009 is er wettelijk sprake van een interim-fase, omdat het
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) nog niet is vastgesteld.
Op dit moment wordt De Klencke daarin gekenmerkt als ‘niet in betekenende mate’
(NIBM) bijdragend aan een verslechtering van de lokale luchtkwaliteit, omdat er
minder dan 500 woningen worden gebouwd. (Zie ook hoofdstuk 5.1).
Bouwlogistiek
Volgens de huidige planning komen de meeste bouwplannen in 2013 tot uitvoering.
In de eindfase zal er extra aandacht moeten zijn voor bouwlogistiek en inrichting van
de openbare ruimte. In het plangebied De Klencke liggen alle eindtrajecten nu
redelijk dicht in de tijd bij elkaar wat tot een mogelijk transport- en bouwprobleem
kan leiden.
Ontwikkelingen in de omgeving
Op dit moment is nog geen duidelijkheid over ontwikkelingen in de Zuidas die
mogelijk impact kunnen hebben op De Klencke. Er is bijvoorbeeld nog onduidelijk-
heid over het dokmodel en de toekomstige inrichting van de De Boelelaan.
Financiële haalbaarheid
Ten behoeve van deze fase van het projectbesluit is een zogenaamde quick-scan
uitgevoerd om de financiële haalbaarheid te onderzoeken. Daarbij is geconstateerd
dat er geen discussie is over de investeringen die nodig zijn voor deze herontwikkeling.
Maar wel over de inschatting van de te behalen opbrengsten. De Gemeente heeft
berekend dat een positief resultaat haalbaar is. Daarentegen zijn Stadgenoot en
57
Pro
ces
6.5
SPF beheer daar pessimistischer over gezien de economische waarde van de
bestaande opstallen die moeten worden gesloopt. Tevens is dit ook afhankelijk van de
uit bedrijfseconomisch opzicht gehanteerde rekenparameters, hoe de risico’s worden
ingeschat en wie ze gaat dragen, en de grondprijzen. Dit hoeft in principe geen
effect te hebben op de voorgestelde plannen. Of dat werkelijk zo is zal in de
volgende fase worden onderzocht. In die volgende fase wordt ook een grondex-
ploitatiebegroting opgesteld en zal tussen de partijen onderhandeld worden tot deze
ontwikkeling voor iedereen financieel haalbaar wordt geacht. (Zie ook hoofdstuk 7).
De kredietcrisis
Eind 2008 is Nederland opgeschrikt door een internationale kredietcrisis die ook
effect heeft op de vastgoedmarkt. Wat de gevolgen zullen zijn is niet helder en of dit
project risico loopt is nog niet te overzien. Het voordeel is dat het nog een paar jaar
duurt voordat er daadwerkelijk geïnvesteerd gaat worden in sloop en nieuwbouw.
58
Projectbesluit De Klencke
59
Finan
ciële
haalb
aarheid
Om te onderzoeken of de herontwikkeling van De Klencke financieel haalbaar is, is
een zogenaamde quick-scan uitgevoerd. Hiermee kan het projectbesluit financieel
onderbouwd worden en het dient als toetsing voor deze planfase. Alle ruimtelijke,
programmatische en financiële uitgangspunten zijn weergegeven en hiermee geeft
het stadsdeel inzicht in investeringen, opbrengsten en het financiële eindresultaat van
het projectbesluit De Klencke. Er wordt inzicht gegeven in de financiële gevolgen van
de transformatie van De Klencke van een gebied met hoofdzakelijk kantoren en
sociaal maatschappelijke functies naar een aantrekkelijk woon/werkgebied.
Gelet op het stadium van de planvorming heeft de financiële onderbouwing een
globaal karakter. Voor de quick scan is voor het gemak uitgegaan van een traditionele
ontwikkeling, waarbij de gemeente verwerft en uitgeeft. Er is nog geen rekening
gehouden met de intentie van SPF-beheer en Stadgenoot om deze locatie zelf te
herontwikkelen. In dat geval doet de Gemeente een stapje terug en zal een facilite-
rende rol op zich nemen. Hierover moeten in de volgende fase afspraken worden
gemaakt.
Mocht er sprake zijn van een traditionele ontwikkeling - waarbij de gemeente het
risico draagt voor het leveren van bouwrijpe grond - dan laat de quick scan zien dat
er een positief eindsaldo mogelijk is. Met andere woorden; het plan is financieel haal-
baar. Overigens zijn de marktpartijen daar minder optimistisch over, omdat zij de
opbrengsten lager inschatten dan de gemeente. De opdracht voor de volgende plan-
fase is daarom om veel aandacht te schenken aan een sluitende grondexploitatie.
Nota Bene: bij dit projectbesluit is een aparte financiële paragraaf opgesteld.
Vanwege de vertrouwelijkheid van de financiële gegevens wordt deze separaat aan-
geleverd in het kader van de besluitvorming in de Stadsdeelraad van Zuideramstel.
7. Financiëlehaalbaarheid
Colofon
Uitgave
Stadsdeel Zuideramstel, Gemeente Amsterdam
In samenwerking met
Osira Groep
Stichting Spoorwegpensioenfonds
Woningbouwvereniging Stadgenoot
Stadsdeel Zuideramstel
Tekst
Endre Timár / Vanessa Rutgers
Vormgeving
WisselWerking, Vanessa Rutgers