Programmagids 2014 - 2015

40
Rotterdamse Academie van Bouwkunst Jaarprogramma 2014/2015 Ateliers P.04 Iktinos P. 11 Colleges P.28 Laboratoria P.34 streetwise DE STRAAT ALS SOCIALE RUIMTE

description

In de programmagids presenteren we het onderwijsprogramma me thet atlier-, college- en lab aanbod en de docenten die het programma gaan verzorgen.

Transcript of Programmagids 2014 - 2015

RotterdamseAcademievanBouwkunst

Jaarprogramma 2014/2015

Ateliers P.04IktinosP. 11CollegesP.28Laboratoria P.34

stre

etw

ise

DE

STR

AAT

A

LS S

OC

IALE

R

UIM

TE

Wat maakt dat ontwerpvakmanschap zo belangrijk? Wat maakt ontwerpen zo bijzonder?

Het architectonisch en het stedenbouwkundig ontwerp gaat boven alles over mogelijkheidszin. Ontwerpen betekent immers mogelijke toekomsten ontdekken, leunend op de betekenisvolle waarden uit de geschiedenis van de disciplines. Daarbij gaat het vaak om de extrapolerende zoektocht naar een waarschijnlijke toekomst in het verlengde van het gekende heden. Het kan echter ook gaan om de verkenning van veel ongekendere toekomsten. Het ontwerp is bij uitstek in staat de werkelijkheid kritisch te ondervragen en nog niet gekende perspectieven te ontvouwen en doordenken.

Het ontwerpend verkennen van mogelijke toekomsten voltrekt zich volgens een eigen logica. Deze fuzzy logic van het ontwerpen staat diametraal tegenover de digitale logica die de hedendaagse werkelijkheid lijkt te beheersen. Het ontwerp gaat voorbij aan vastgeroeste ideeën over goed en fout en geniet daarbij maximaal van de agonistische relatie tussen ratio en intuïtie. Vanuit die ongebreidelde, maar doelbewuste genuanceerdheid is het ontwerp in staat alternatieven te ontwikkelen. Alternatieven die de gangbare werkelijkheid uitdagen en daarmee niet alleen probleemoplossend, maar ook probleem(her)definiërend zijn.

De Rotterdamse Academie van Bouwkunst (RAvB) leidt ontwerpende architecten en stedenbouwkundigen op. Daar kiezen we voor, omdat we ervan overtuigd zijn dat juist hun ontwerpkracht het verschil kan maken. Het ontwerpvakmanschap vormt daarom ook in 2014-2015 weer de kern van ons onderwijsprogramma.

VOORWOORD

Ontwerp als noodzaak

VOO

RW

OO

RD

2

RA

VB

De continue interactie tussen denken en handelen die ontwerpen is, voorziet de ongekende en onvermoede alternatieven voor de toekomst ten slotte ook nog eens van beelden. Het maakt daarmee mogelijke toekomsten inzichtelijk. Zodoende breekt het ontwerp de hedendaagse werkelijkheid open voor de dialoog en het debat over daadwerkelijke, want voorstel- en denkbare, vergezichten.

Deze eigenschappen van architectonische en stedenbouwkundige ontwerpen zijn onontbeerlijk bij het tegemoet treden van de ruimtelijke en maatschappelijke vraagstukken waar onze vastlopende samenleving mee kampt. Het is die kracht van het ontwerp die we met ons onderwijsprogramma willen aanboren en tot bloei willen laten komen. Daarmee is dat programma ook een oproep om dialogisch én provocatief te zijn: zet het ontwerp in om de werkelijkheid-zoals-ze-nu-eenmaal-is open te breken, te ondervragen én te veranderen!

Chris van LangenDirecteur Rotterdamse Academie van Bouwkunst

VOO

RW

OO

RD

3

RA

VB

Onze ateliers beslaan een zo breed mogelijk veld met verschillende schaalniveaus en onderwerpen. Dat kunnen actuele thema’s zijn of juist ‘evergreens’ - onderwerpen die altijd relevant zijn en blijven. Ongeacht de verschillende volgorden en methodieken die tijdens de ontwerpstudio’s worden doorlopen, bestaan alle opgaven uit drie basiselementen: het observeren en ontdekken, het formuleren van een idee, strategie, motief of standpunt en het verbeelden en ontwerpend uitwerken hiervan. Geen ontwerp zonder idee, geen idee zonder verbeelding: bij iedere opgave wordt nadrukkelijk geconcentreerd op een ontwerp dat doorwerkt wordt tot op een ‘waarachtig’ niveau. Een ontwerp dat zowel getuigt van kennis over functionaliteit, constructie en materialisatie, als uitgesproken is over de gewenste expressie, beleving en gebruiksomgang. Deze aspecten vormen de ruggengraat van het ontwerponderwijs op de Academie en representeren onze inzet op het ontwikkelen van ontwerpvakmanschap.

VerdiepingDe architectuur- en stedenbouwateliers zijn een slijpsteen voor dit ontwerpvakmanschap. De eerstejaarsprogramma’s architectuur en stedenbouw vormen een stoomcursus: de diepte in, met kleinschalige woon- en publieke gebouwen, buurten en wijken om zo de elementaire ontwerpvaardigheden door te ontwikkelen en grip te krijgen op maat, schaal en materialiteit. Aan de hand van omkaderde, heldere opgaven dagen we studenten uit om te werken aan hun ‘gereedschapskist’ en het vocabulaire van de aspirant architect en stedenbouwkundige. De opgaven voor architectuur zijn sterk interieur-, object- en contextgericht. De stedenbouwateliers verkennen de ruimtelijke en typologische consequenties van verschillende stedelijke contexten in Nederland en Vlaanderen.

Verdieping èn verbredingHet tweede- en derdejaarsprogramma kent een verdere verdieping, maar ook verbreding van het ontwerpvakmanschap in de ontmoeting met het maatschappelijk veld. De ateliers richten zich op de actualiteit

Ontwerpers moeten regelmatig kalibreren. Dat betekent anticiperen en afstemmen op ontwikkelingen die urgent en dynamisch zijn, of trager en langlopend. Deze opvatting wordt weerspiegeld in de opzet van ons curriculum.

ONTWERPONDERWIJS AteliersAT

ELIE

RS

4

RA

VB

van de vakuitoefening en zijn in hogere mate exploratief. Denk daarbij aan een architectuuropgave zoals ’Het Nieuwe Depot’, waarin gezocht wordt naar nieuwe typologieën van publiek, private en collectieve ruimten. De nieuwe condities en randvoorwaarden voor hedendaagse collectieve woongebouwen staan centraal in 'The Block: Learning from Rotterdam and Munich' en voor de renovatie van de bestaande voorraad in 'Renovatie van de Grote Getallen'. Ook het verkennen van toekomstscenario’s wordt nadrukkelijk geagendeerd. Dat gebeurt in het atelier '10.000 TEU Architecture', dat ingaat op de nieuwe distributiecentra en logistiek van de Rotterdamse haven. En op stedenbouwkundig niveau in het atelier 'Exit Randstad?', dat de ontwikkelingskansen verkent die ontstaan als de economieën van Rotterdam en Eindhoven meer met elkaar worden verbonden. Ontwerpend onderzoek aan de hand van scenario’s komt als methode het meest expliciet aan de orde in het stedenbouwatelier dat op zoek gaat naar de mogelijke ruimtelijke effecten van het terugwinnen van grondstoffen en energie uit Rotterdamse afvalwaterstromen.

StreetwiseHet is volgens ons essentieel dat stedenbouwkundigen en architecten in aanraking komen met de mores van elkaars disciplines. Een architect moet buiten de contouren van een plot kunnen kijken en, voorbij het object, de stedelijke context begrijpen. Een stedenbouwkundige moet inzicht hebben in de betekenis van bouwkundige typologieën en materialisering voor de kwaliteit van de stad. Deze overtuiging vormt de basis voor de combinatieateliers A/S en S/A, die dit jaar opnieuw zijn gekoppeld aan het thema Streetwise. De publieke interieurs van winkelstraten vormen de opgave in het atelier 'SALE'. De bindende werking van de stadstraat is het onderwerp in het atelier ‘Streetwise London – Rotterdam’. Afwisselend worden de beleving van ruimte en comfort, ons consumentengedrag, de sociale en economische betekenis van het publieke domein, de typologie van gebouwen en straten en de morfologie van de stad voor de lens gehouden. Dit aanbod maakt ook onze wens zichtbaar om ons tegelijkertijd sterk lokaal te wortelen en internationaal te oriënteren.

MethodenKortom, de Rotterdamse Academie van Bouwkunst programmeert actuele en maatschappelijk relevante opgaven in haar ontwerponderwijs. Wij vinden het daarom ook belangrijk om voor de ateliers begeleiders en leermeesters te casten die uitgesproken posities innemen in het debat. Zo komen de aspirant architecten en stedenbouwkundigen in aanraking met verschillende smaken van ontwerpvakmanschap en ontstaat de ruimte om in de loop van de studie een eigen methode of ontwerphouding te ontwikkelen.

- Job Floris en Wouter Veldhuiscoördinator architectuur en coördinator stedenbouw AT

ELIE

RS

5

RA

VB

AT 1.1 TEKTONIEK: NAGELHUISDocenten: Aldo Trim (Plane Sight Architecture), Rob Bollen (Ma architecten), Roelant ten Kate (Studio dapper) & Alexander Pols (Hans Kollhoff Architekten)

VrijdagmiddagCategorie: Klein Gebouw 1 / 9A|0S Thema: tektoniek & structuurComplexiteit: laag / 9 ECTSDit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Architectuur

Dit atelier gaat over het zogenaamde ‘nagelhuis’, een bouwwerk dat een opmerkelijke en vervreemdende architectonische ontmoeting met zijn omgeving ensceneert. In China vormen de nagelhuizen momenteel een uiting van burgerlijk verzet, waarmee de bewoners aangeven geen plaats te willen maken voor grootschalige bouwprojecten. Het atelier is opgezet als een stoomcursus ‘architectuur maken’; de wisselwerking tussen maken en ontwerpen vormt de rode draad. Daarom zal er direct tot ‘maken’ overgegaan worden door een hoge productie aan ruimtelijke modellen en materiaalstudies. Het atelier wordt opgedeeld in zes kortlopende oefeningen die onderzoekend en verkennend van aard zijn. In de eerste fase wordt gestudeerd op aspecten als constructie en grondvorm, bekleding en expressie, handwerk en prefab. De relatie tussen de constructie en de bekleding wordt onderzocht als leidend motief van het eigen ontwerp. De laatste fasen zijn geheel gericht op de uitwerking van een deel van het eigen ontwerp, een getekend fragment en een mock-up. Naast de ontwikkeling van elementaire vaardigheden worden verschillende architectuurhistorische en -theoretische overwegingen geanalyseerd en eigen gemaakt.

AT 1.2 ATLAS VAN DORDRECHTDocent: Sander Lap (LAP Landscape and Urban Design)

Vrijdagmiddag (lezingen en tussenpresentaties op maandagavond)Categorie: Atlas / 0A|9SThema: morfologie van de stadComplexiteit: laag / 9 ECTS Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Stedenbouw

Wat is kenmerkend voor de ruimtelijke en functionele opbouw van de Nederlandse stad? Welke ruimtelijke opgaven spelen er? En wat zijn de belangrijkste basisvaardigheden die je als stedenbouwkundig ontwerper moet hebben

om met deze opgaven om te kunnen gaan? De antwoorden op deze vragen komen aan de orde in dit inspirerende atelier, dat bestaat uit vijf intensieve werkperioden.Tijdens de eerste periode maak je kennis met de stad Dordrecht en de opgaven en plannen die in deze stad spelen. In deze analysefase worden begrippen als cultuurhistorie, identiteit, landschapstypen, stedelijke morfologie, openbare ruimte, gebouwtypologie, programma en ontsluiting met behulp van verschillende technieken nader verkend. De analyses vormen een inspirerende basis voor drie ontwerpopgaven op drie verschillende locaties in Dordrecht. Deze worden in drie opeenvolgende korte perioden uitgewerkt. Het programma is voor de drie locaties gelijk: honderd woningen en nader te bepalen aanvullende functies. Door een stedenbouwkundig plan met hetzelfde programma in verschillende gebieden te maken, worden de verschillende stedenbouwkundige wetmatigheden en verkavelingsmogelijkheden van die gebieden inzichtelijk.

AT 1.3 HET NIEUWE DEPOTTutor: Dirk Peters (BARCODE Architects)

VrijdagmiddagCategorie: Middelgroot Publiek Gebouw / 9A|0SThema: publiek gebouw Complexiteit: middel / 9 ECTSDit atelier is gekoppeld aan het laboratorium Study of Form

Het Rotterdamse museum Boijmans van Beuningen heeft de prikkelende ambitie om al zijn depots te concentreren in een prestigieus nieuw gebouw in het Museumpark, direct naast het museum. Een competitie heeft tot vijf opzienbarende voorstellen en één winnaar geleid. Al tijdens het selectieproces barstte een publiek debat los over de positie van de beoogde nieuwbouw in het Museumpark en over zijn verschijningsvorm in relatie tot de aanwezige bebouwing. Een mooie aanleiding om het vraagstuk van het publieke depot tijdens een atelier nauwkeurig te onderzoeken. Het idee om de museumdepots publiek te maken, is even inspirerend als progressief. Het Schaulager in Basel kent weliswaar eenzelfde principe, maar dat gebouw is niet direct gekoppeld aan een specifiek museum. Het uitgangspunt voor het Rotterdamse depotgebouw wordt gevormd door een behoefte aan (grote) openbare belevingswaarde, terwijl het programma voor tachtig procent uit private ruimtes bestaat. Een interessant spanningsveld, dat vraagt om onorthodoxe ontwerpoplossingen. Tijdens dit atelier wordt het programma onderzocht en wordt

Ateliers 1ste semester

ATEL

IER

S

6

RA

VB

de interactie tussen publieke en niet-publieke delen verkend. Het ontwerpvoorstel wordt tot en met materialisatie en constructie uitgewerkt.

AT 1.4 10.000 TEU ARCHITECTURETutors: Francesco Marullo (Generic Architecture) & Amir Djalali (Matteo Mannini Architetti Associati)

VrijdagmiddagCategory: Big public building / 9A|0STheme: logisticsComplexity: high / 9 ECTSThis studio is English spoken and collaborates with the professorship Mainport Development

Logistics is the funding principle of a post-Fordist economy. The more production of material and immaterial goods extended its network of exchange across the globe, the more supply chain management became the necessary condition for an efficient circulation of commodities and information. Whereas Fordism operated through linear assembly-lines and hierarchies of subcontractors, imposing unique mass standardized commodities upon massive requests of consumers, contemporary lean production works on a reversed perspective. Logistics are crucial to gather information and analyze data better, to distribute materials and goods among the chain of production faster, and hence to maximize profits.Despite its considerable size - more than 100 square kilometers along the banks of the Nieuwe Maas River - and its ceaseless activities, the Port of Rotterdam remains often ignored by the city and its daily rhythms. Yet, it does not only constitute the biggest and most important European hub for international transshipments, but it also provides the main infrastructural platform for rail and truck exchanges across the continent. Through an analysis of its historical evolution, a dissection of its architectural typologies, and with a particular emphasis on the practice of drawing, the studio will try to spatially understand by design the role of the port within the Dutch economy, focusing also on the subjects propelling its inner development, the working processes and the political issues related to its territorial configuration.

AT 1.5 SALEDocent: n.t.b.

VrijdagmiddagCategorie: Ensemble 1 / Grensgebied architectuur - stedenbouw / 5A|4SThema: publieke interieur als sociale ruimte in de stad | Streetwise AtelierComplexiteit: middel / 9 ECTS De almaar groeiende omvang van online-verkoop zet het klassieke model van de winkelstraat onder druk. De gevolgen hiervan zijn inmiddels zichtbaar in ons straatbeeld: boekhandels, kledingwinkels

en platenzaken worden geleidelijk schaarser of verdwijnen. In vergelijking met een aankoop via het internet, kent het model van de fysieke winkel een aantal pragmatische belemmeringen: beperkte openingstijden, parkeerdruk, wachttijden en beperkt assortiment. De vanzelfsprekendheid om monofunctionele winkelgebieden te ontwikkelen, verdwijnt hierdoor, waarmee er ruimte komt voor herinterpretatie en onderzoek. De winkel van de toekomst kent een versmelting van het digitale en het fysieke; het onderscheid zal verdwijnen. De beleving van de klant komt centraal te staan. Volgens experts vergt dit binnensteden die avontuurlijker moeten worden ingericht: eerder als pretpark dan als winkelstraat. Met veel superspeciaalzaken waar creatieve ondernemers bijzondere producten aanbieden.Tijdens het atelier wordt de winkel van de toekomst in de volle breedte bestudeerd. Zowel op interieurniveau (de inrichting en de etalage), als op stedenbouwkundig niveau (de wisselwerking tussen de plint en het publieke domein van de straat). Dit strekt zich uit tot het formuleren van een logische vestigingsstrategie en de gevolgen hiervan voor de binnenstedelijke straat.

AT 1.6 EXIT RANDSTAD?Docenten: Bernadette Janssen (BVR) & Martin Aarts (Stadsontwikkeling Gemeente Rotterdam)

VrijdagmiddagCategorie: Regio / 0A|9SThema: verkenning van de contouren van een nieuwe metropoolComplexiteit: hoog / 9 ECTS

Ruim tachtig jaar nadat luchtvaartpioniers Plesman en Fokker voor het eerst het concept Randstad introduceerden, is het tijd geworden voor een ingrijpende herziening van dit ruimtelijke en economische concept. De drie grootste stedelijke regio’s in Nederland, de Noordelijke en Zuidelijke Randstad en de regio Eindhoven, huisvesten de meeste buitenlandse bedrijven en zijn goed voor meer dan de helft van de export van Nederland. De ruimtelijk-economische structuur van deze drie regio’s maakt echter dat zij minder schaalvoordelen kennen dan monocentrische metropolen als Londen en Parijs. In dit atelier gaan wij op zoek naar de onvermoede kracht van de verbinding tussen Rotterdam en Eindhoven. Ogenschijnlijk heeft de transporteconomie van Rotterdam weinig te maken met de kenniseconomie van Eindhoven. Maar wie beter kijkt, ziet kansrijke verbanden met ontwikkelpotentieel. Vooral op het gebied van de technologische kennisindustrie en de high tech maakindustrie, die zowel in Eindhoven als in Rotterdam stevig is verankerd. Liggen er kansen om arbeidsmarkten, voorzieningen en faciliteiten te delen, waardoor agglomeratievoordelen kunnen worden gerealiseerd die vergelijkbaar zijn met die van een grote metropool?

VERVOLG PAGINA 8 ATEL

IER

S

7

RA

VB

In de eerste fase van het atelier wordt de organisatie van een aantal kenmerkende economische clusters, die verbonden zijn met beide steden, in beeld gebracht. Tevens worden voor beide steden de kritische vestigingsfactoren voor deze economische clusters verkend. In de tweede fase wordt een regionale visie ontwikkeld met ruimtelijke maatregelen die tot 2050 moeten worden genomen om het agglomeratievoordeel van Eindhoven en Rotterdam te kunnen realiseren. In de laatste fase wordt een stedenbouwkundige uitwerking ontworpen voor een locatie die het effect van de regionale visie het beste illustreert.

AT 2.1 GROOT STEDELIJK HUIS Docenten: Jasper de Haan (Jasper de Haan architecten), Lieke van Hooijdonk (Lillith Ronner van Hooijdonk) & John Lonsdale (John Lonsdale Architect) VrijdagmiddagCategorie: Klein Gebouw 2 / 9A|0SThema: stedelijk wonenComplexiteit: laag / 9 ECTSDit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Architectuur

Tijdens het atelier wordt een huis in een stad ontworpen. Het ontwerp van een woonomgeving behoort tot één van de meest precieze en prestigieuze architectuuropgaven, waarbij de specifieke vaardigheden van de ontwerper worden aangesproken. Ontwerpvraagstukken die hierbij spelen, omvatten de inpassing van de woning in een bestaande omgeving en het op maat maken van de woning voor de bewoner. Tal van zaken vragen om antwoorden en oplossingen van pragmatische en functionele aard. In een tijd dat het particuliere initiatief weer toe lijkt te nemen, vormt het ontwerp van een Groot Stedelijk Huis een onverminderd relevante opgave. De rijke historie en typologische ontwikkeling van de stadswoning worden bestudeerd. Zodoende kan worden voortgeborduurd op aanwezige architectonische kennis en op bestaande coderingen en betekenissen van architectonische elementen, zoals een trap, een raam, een deur, een gang en de samenhang met de ordening van het huis. Hier wordt vervolgens een eigen interpretatie van gemaakt door de indeling en vormgeving van de woning op basis van één leidend ontwerpmotief op te zetten. Dit leidmotief wordt vervolgens in verschillende stappen geconfronteerd en beproefd met aspecten als functionaliteit en context.

AT 2.2 INTENS ANTWERPENDocent: Han Dijk (Posad)

VrijdagmiddagCategorie: Buurt / 0A|9S Thema: binnenstedelijke leefmilieu’sComplexiteit: laag - middel / 9 ECTSDit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Stedenbouw

Na decennia van uitbreiden, kiezen steeds meer steden voor het versterken en intensiveren van het bestaande stedelijk gebied. De rol van de binnenstad ondergaat daarbij een opvallende verandering. Tien jaar geleden was er nauwelijks aandacht voor wonen in de binnenstad. Inmiddels is iedereen het erover eens dat een substantieel inwoneraantal een absolute voorwaarde is voor

Ateliers 2de semester

VERVOLG VAN PAGINA 7

ATEL

IER

S

8

RA

VB

een aantrekkelijke en vitale binnenstad. Dit geldt niet alleen voor Nederlandse steden, maar ook voor veel buitenlandse steden. Antwerpen is hiervan een mooi voorbeeld. Decennialang lag de binnenstad er vergeten bij, met uitzondering van de toeristische buurten. De laatste jaren wordt de binnenstad van Antwerpen echter steeds gewilder als plek om te wonen en wordt er hard gewerkt aan het verbeteren van het leefklimaat.Het atelier verkent de ruimtelijke mogelijkheden en gevolgen van de intensiveringsopgave voor de Antwerpse binnenstad. De eerste stap is een analyse van een aantal typisch binnenstedelijke buurten die de afgelopen zestig jaar zijn vernieuwd. In de tweede stap formuleert iedere student een visie op eigentijds wonen in de binnenstad. Deze visie wordt uitgewerkt in een strategische uitvoeringsagenda. Gedurende de derde en laatste stap wordt deze uitvoeringsagenda geconcretiseerd in een stedenbouwkundig ontwerp voor een interventie op een karakteristieke binnenstedelijke locatie.

AT 2.3 RENOVATIE VAN DE GROTE GETALLENDocent: Reimar von Meding (KAW architecten en adviseurs)

VrijdagmiddagCategorie: Middelgroot Woongebouw / 9A|0SThema: collectief wonen, duurzaamheid Complexiteit: middel / 9 ECTSDit college is gekoppeld aan de collegereeks ‘Design & Sustainability’ en maakt deel uit van het lectoraat Sustainable Architecture & Urban (re)Design.

De toekomst van de Nederlandse woningbouw wordt door drie ontwikkelingen bepaald. In de eerste plaats door verduurzaming van vastgoed met investeringen in vooral bestaande woningen. Ten tweede door een nieuw klantbewustzijn van de mondige woonconsument. En tot slot zal de stad zich niet meer ontwikkelen door middel van grootschalige uitbreiding, maar door transformatie en reparatie van wat er al is.Deze ontwikkelingen veranderen ook het werkveld van de architect op diverse vlakken. Enerzijds richting de oorsprong, omdat integrale kennis nodig is van de fysieke, sociale en economische context van het ontwerpend handelen en anderzijds richting een nieuw perspectief op het snijvlak tussen architectuur en productontwikkeling. Hier ligt de kans voor een nieuwe generatie architecten om vanuit architectonisch perspectief waarde toe te voegen aan een opgave, die vooralsnog vooral technisch en financieel wordt ingestoken. Tijdens het atelier wordt inzicht verschaft in de achtergronden van deze ontwikkelingen en de gevolgen voor de ruimtelijke en esthetische kwaliteiten van onze woongebieden. De studenten krijgen de kans om zich voor te bereiden op een nieuwe rol in de praktijk en ervaren welke positie zij kunnen innemen. Als ontwerpopgave wordt gewerkt

aan een nieuw vocabulaire voor deze bijzondere renovatieopgave.

AT 2.4 THE BLOCK: LEARNING FROM ROTTERDAM AND MUNICHDocenten: Like Bijlsma (Sub-office) & Frederik Künzel (Hochschule München)

VrijdagmiddagCategorie: Groot Woongebouw / 9A|0SThema: stedelijk collectief wonen Complexiteit: Hoog / 9 ECTDit atelier wordt in samenwerking met de Hochschüle München georganiseerd.

München kent momenteel een explosief groeiende populatie; de Beierse hoogconjunctuur zorgt voor een hausse aan stedelijke woningbouwprojecten. Opvallend is dat de groei van de stad plaatsvindt door het invoegen van comfortabele en kwalitatief goede, stedelijke wooncomplexen, aantrekkelijk voor gezinnen met kinderen. Dit in tegenstelling tot de woningproductie in Rotterdam, waar het merendeel van de ontwikkelingen is teruggebracht tot kleinschalige inpassingen en een centrum dat nauwelijks gezinnen herbergt.In dit atelier wordt een prototypisch stadsblok ontwikkeld, met zowel een woon- als een stedelijk programma. Dit gebeurt vanuit een analyse van Münchense en Rotterdamse wooncomplexen uit de jaren twintig die zeer lokaal geworteld zijn qua gebouwtypologie en architectonische uitwerking, qua bouwtechniek en opdrachtgeverschap. Dit prototype wordt geïmplementeerd in beide contexten. Die confrontatie legt de intrinsieke eigenschappen van de Münchense en Rotterdamse context en de verschillen in architectuur en stedelijke cultuur bloot.Uitgangspunt vormt een blokbebouwing met meerdere stadskamers, ieder met een eigen identiteit. Deze wordt gekoppeld aan de manier van bewoning: de samenhang tussen de typologische opzet, sfeer en de materialiteit van een binnenterrein, de wijze van ontsluiting en de graduele overgang van openbaar via collectief naar privé.

AT 2.5 STREETWISE LONDON - ROTTERDAMTutors: Wouter Veldhuis (MUST) & Jan Vermeulen (Studio Jan Vermeulen)

Friday afternoonCategory: Ensemble 2 / crossing border urban design – architecture / 4A|5STheme: the street as urban social space | Streetwise StudioComplexity: medium / 9 ECTSThis studio is English spoken and is organized in collaboration with The Sir John Cass Faculty of Art, Architecture and Design, London

The street is a spatial archetype, reappearing through the ages in different guises, conforming itself to the needs of the epoch. One thing has AT

ELIE

RS

9

RA

VB

never changed, though. The street was and still remains the spatial and social connective tissue of the city. It is the space where private, parochial and public domains meet and overlap. Where architecture, urban design and urban life fuse together. The Streetwise Studio connects London to Rotterdam, two cities that are struggling with the role of the street as a link between different neighborhoods in the city. Both cities have been badly battered by bombings and have a ‘street avoiding’ history of post war renewal. Both cities can be read first and foremost as a patchwork of separate districts, neighborhoods and incorporated - or vastly expanded - neighboring municipalities. The design assignment calls for the regeneration of a London High Street and a long main street in Rotterdam, both connecting different neighborhoods and both crucial to the urban economy and the spatial coherence.During the first phase of the design studio, spatial and typological studies will be undertaken, focusing on the streets of London and Rotterdam. This phase ends with a field study in both cities, in collaboration with students from the CASS in London. During the second part a design for the regeneration of a London High Street will be developed. In addition to a strategy that involves both the public and the commercial programme, a design of a substantial architectural intervention is asked for. During the third and final phase, the design for the London High Street will be implanted on a comparable site in Rotterdam.

AT 2.6 DE GRONDSTOFFENFABRIEK Docent: Florian Boer (De Urbanisten)

VrijdagmiddagCategorie: Ruimtelijke Strategieën / 0A|9SThema: water, stromen en een circulaire economie Complexiteit: hoog / 9 ECTSDit atelier maakt deel uit van het lectoraat ‘Future Urban Regions’ van de Academies van Bouwkunst in Amsterdam, Arnhem, Groningen, Maastricht, Rotterdam en Tilburg.

Dit atelier is gericht op een actuele ruimtelijke opgave in Rotterdam: de omgang met afvalwater. Aanleiding is de focus van de gemeente op een betere omgang met wateroverlast en de mogelijkheid van nutriëntenterugwinning als economisch verdienmodel. Er wordt veel onderzoek gedaan naar de verbetering van de afvalwaterketen, maar de ruimtelijke implicaties van bijvoorbeeld het afkoppelen of decentraliseren van systemen zijn nog nauwelijks geduid. Kunnen wij onze afvalwaterketen inzetten als grondstoffenfabriek voor de circulaire economie? Is het mogelijk om stedelijke ontwikkeling en circulaire economie steviger op elkaar te betrekken? Binnen het atelier worden mogelijke antwoorden op deze vragen analyserend en ontwerpend verkend.De afvalwaterketen is tegenwoordig niet meer zichtbaar in de stad, maar is wel van grote invloed

op het gebruik van de ruimte en ordening van de stad, ons welzijn en onze hygiëne. In een circulair economisch model wordt afval van een bron van overlast een bron voor nieuwe producten en grondstoffen. Op dit moment worden er al voorzichtige pogingen gedaan om grondstoffen, zoals meststoffen, terug te winnen. Maar de theoretische mogelijkheden zijn veel groter. Uit huishoudelijk afvalwater kunnen bijvoorbeeld schoon water en energie worden gewonnen.In de eerste fase van het atelier wordt zoveel mogelijk bestaande kennis over historische en nieuwe watertechnologieën vergaard en eigen gemaakt. Op basis van deze kennis wordt een aantal ‘polytechnische’ oplossingen voor ‘de grondstoffenfabriek’ uitgewerkt. Deze mogelijke oplossingen worden met behulp van scenario’s ruimtelijk getest op een aantal locaties in Rotterdam. Zo wordt de bandbreedte van mogelijke ruimtelijke oplossingen ontwerpend verkend. In de laatste fase maakt iedere student een concreet ontwerp voor een locatie in de stad, gebaseerd op de resultaten van de scenarioverkenning.

CO

LLEG

ES

10

RA

VB

IktinosDe Iktinosprijs is in 1969 ingesteld door architect Huig Maaskant, medeoprichter van de Rotterdamse Academie van Bouwkunst. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt met het oogmerk die Academiestudent te prijzen “… door kwaliteit en karakteristiek van het studieresultaat een (culturele) bijdrage heeft geleverd aan onderwijs, onderzoek en praktijk van architectuur of stedenbouw”. Het ging Maaskant daarbij nadrukkelijk om tussentijdse studieresultaten en niet om afstudeerprojecten.

Op voordracht van de docent(en) wordt uit elk atelier één project genomineerd voor de Iktinosprijs. In deze programmagids worden de nominaties uit studiejaar 2013-2014 en de Iktinoswinaar van 2013 gepresenteerd. De prijsuitreiking vindt plaats tijdens de opening van het academisch jaar en vormt de officiële opening van de Iktinostentoonstelling.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

Nominaties 2014

11

RA

VB

‘DE VRIJDENKER’ DOOR SASKIA KOKAtelier 1.1 ‘Tektoniek’ Docenten: Alexander Pols, Aldo Trim, Roelant ten Kate & Rob BollenDe vrijdenker vormt een extrovert antwoord op de gesloten woningarchitectuur van de jaren ’70. Deze wooncomplexen proberen gezelligheid, herbergzaamheid en kleinschaligheid in ruimtelijke zin te faciliteren en vormen daardoor naar binnen gekeerde enclaves, afgesloten van de buitenwereld. De lunchroom ‘De Vrijdenker’ vormt een nieuw middelpunt, zoals een dorpskerk, maar dan vrij van religieuze betekenis. Het werkt als verbinding en ontmoetingsplaats tussen de kleine woningen in de grote wooncomplexen op het betonnen talud aan het einde van de Rotterdamse Binnenrotte.

Het warme interieur opent zich naar buiten door de constructie die de kijkvensters benadrukt. De constructieve elementen komen samen en benadrukken vloer en dak. Materiaalkeuzes in constructie maken het gebouw leesbaar van buiten af, terwijl de gevel van gepolijst rvs de gehele omgeving weerspiegelt. Het werkt vervreemdend, waardoor de zuiverheid van de innerlijke constructie stevig aangezet wordt. De Vrijdenker vormt tegelijkertijd het ankerpunt tussen stad en woningcomplex en manifesteert zich kritisch naar de buitenwereld.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

12

RA

VB

‘ATLAS VAN DELFT - ONDERZOEK, HERSTRUCTURERING EN TRANSFORMATIE’ DOOR WANDER HENDRIKSAtelier 1.2 ‘Atlas van Delft’Docenten: Martin Aarts & Sander LapVia ontwerpend onderzoek is er op drie kansrijke locaties in Delft en omstreken gekeken naar een passend ontwerp voor meer leefbaarheid. Randvoorwaarden vormen de omliggende woontypologieën en (her)gebruik van groen, water en landschappelijke structuren.

Den Hoorn - HoornsekadeDe footprint van een voormalige kas biedt ruimte voor honderd woningen langs een lint, het Henry Dunantpark en de bestaande waterstructuur. Appartementen bevinden zich aan de noordzijde, waar de schaduw geen overlast veroorzaakt.

Spoorzone – CoendersbuurtIn het stedenbouwkundig plan van Palmbout Urban Landscape wordt de nieuwe Coendersbuurt gecreëerd. Op deze plek worden door middel van een minimale ontsluiting, autovrije straten, een nieuwe Singelgracht en parkeermogelijkheden langs de gevel 92 grondgebonden woningen en 58 appartementen gerealiseerd.

TU Delft - Transformatie gele scheikundeBinnen het beschermde stadgezicht wordt het voormalige Scheikundefaculteitsgebouw getransformeerd tot woningbouw. Oude binnenpleinen worden collectieve tuinen. De structuur langs de Bernhardlaan en de Michiel de Ruiterweg wordt behouden en waar mogelijk verlengd zodat er herkenbare rooilijnen ontstaan.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

13

RA

VB

‘LIGHT RHYTHM HOUSING’ DOOR ARTHUR MEERLOOStudio 1.3 ‘SunlabTutor: Marieke KumsFor the Sunlab project the designer made use of the sun as a design tool to let the building grow itself towards the optimal solar orientation. Departing from a prototypical closed building block, it fits the urban fabric and does not enhance any further problems while solving its own. The design of the dwelling spaces is based on the unique demands relating to the daily cycle of the inhabitant. Floor plans rotate to find a balance between the path of the sun, the time of day and the desired amount of light entering through

the windows. Using computational models for radiance and luminance, the spatial design can be qualified as parametric. The configuration of the dwelling spaces and its shape and orientation are informed by the computational model. The façade is an architectural expression of the interrelation between sun and building. The façade works as a rhythmic pattern of reflecting light and as furniture. From the outside, moving along the pedestrian route, the façade changes luminance and colour, while the façade’s inside functions as furniture. Coloured light created by the façade illuminates closets, drawers and shelves.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

14

RA

VB

‘APONROTS VERENIGD’ DOOR JOHN NIEUWENHUIZEAtelier 1.4 ‘Rehab 3.0’Docent: Penne HangelbroekHet ministerie van Buitenlandse Zaken, ontworpen door Dick Apon, dateert uit de tweede helft van de jaren '70 en is een bijzonder en expressief gebouw. Het omvangrijke gebouw maakt zich door zijn getrapte geleding zo klein mogelijk. De onderbouw wordt gevormd door een plint van gemiddeld drie bouwlagen hoog die zich als straatgevel gedraagt. Het ontwerp versmelt de structura-listische bovenbouw met de massieve onderbouw door de massa en structuur in beide delen te verweven.

Een openbare straat dwars door het ge-bouw verbindt het Anna van Burenplein met de hoek van de Bezuidenhoutseweg en de Prins Clauslaan. Alle publieke functies hebben hun adres en toegang aan deze straat. In de onderste drie lagen is het Koninklijk Conservatorium gehuisvest met de verschillende deelop-leidingen en een drietal publiektoegan-kelijke concertzalen. Deze concertzalen, die niet in de oorspronkelijke structuur ingepast kunnen worden, zijn in de nieuw te bouwen delen geplaatst. Vijf schachten ontsluiten circa 250 woningen die elk een eigen, herkenbare toegang hebben gekregen.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

15

RA

VB

‘WESTEWAGENHOVEN’ DOOR PASCALLE ASGARALIAtelier 1.5 ‘The Inner’Docenten: Frederik Pöll & Job FlorisHet fijnmazige Laurenskwartier is het oudste stukje centrum van Rotterdam. Toch wordt het gebied vaak overgeslagen; het ligt verscholen in de luwte van het drukke Lijnbaankwartier. Verbindingen tussen de kwartieren ontbreken. Tegelijkertijd vormen de oorspronkelijke bebouwing aan de Delftsevaart en de drie Wederopbouw-torens tussen Hoogstraat en Meent een waardevol historisch document. Het geheel oogt echter rommelig en nodigt niet uit tot verblijf.

Het ontwerp voor dit stukje stad schakelt grote en kleine kamers aan elkaar aan weerszijden van de bestaande torens. Hierdoor ontstaat een intiem en fijnmazig stedelijk interieur met grote ruimtelijke diversiteit. Er ontstaan grote stadskamers omringd door kleinere, alle verschillend: tuin, terras of hof. De grenzen vervagen en de spanning tussen overgangen van publiek naar privaat neemt af. De smalle beukmaat aan de straat- en waterkant maakt de sfeer en relatie tussen de weerszijden duidelijk voel- en zichtbaar.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

16

RA

VB

‘DE SPAANSE SLACHT’ DOOR BAREND MENSE & CHRIS VAN NIMWEGENAtelier 1.6 ‘Het Metabolisme van Rotterdam’Docenten: Thijs van Bijsterveldt & Willemijn LofversTijdens het atelier is de betekenis van de regionalisering van de voedselketen onderzocht voor de relatie tussen stad en land (ruimtelijk en programmatisch). Bedrijventerrein Spaanse Polder is gelegen tussen Rotterdam en Midden Delfland en is daarmee tussen een concentratie van consumenten (vraag) en producenten (aanbod). Met de in de Spaanse Polder aanwezige vleesverwerkende industrie is er een grote potentie voor een korte regionale vleesketen. Koeien uit Midden Delfland worden momenteel echter geslacht

in, bijvoorbeeld, Spanje en vervolgens verwerkt in de Spaanse Polder. Dit heeft nadelige effecten op de versheid, het dierenwelzijn, de kwaliteit en de afvalbeperking. Het voorstel is daarom het toevoegen van een slachthuis in Spaanse Polder. Het ontwerp bevat een grasdak als wachtruimte in verband met het dierenwelzijn, een slachtlaag en een logistieke laag om zowel product als afval op te vangen en te transporteren naar een keten van bedrijven in de regio. De afvalstromen van de slacht kunnen efficiënter gebruikt worden en input zijn voor nieuwe industrie in de Spaanse polder en Rotterdam op regionale schaal. Het iconische Agroduct over de Schie maakt de voedselstroom zichtbaar. Het vormt de symbolische en functionele verbinding tussen stad en land.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

17

RA

VB

‘GEDRAGEN EN BEDRUKT’ DOOR JEROEN TURENHOUTAtelier 2.1 ‘Groot Stedelijk Huis’Docent: Jasper de HaanEen woning voor Herman Brood staat naast de Hef, op het Noordereiland. Herman was de Nederlandse belichaming van “Sex, drugs en Rock&Roll”. Een gevolg van deze levensstijl was een uithuizige Herman, een jongen van de straat. Hij was vaker in steegjes, studio’s, barretjes en ateliers dan thuis. Om deze twee werelden dichter bijeen te

brengen zijn beide gescheiden van elkaar gehuisvest in de woning.Hermans programma wordt in doosjes tussen twee betonschijven gehangen. Het dianegatief van Hermans wereld vormt de woning voor zijn gezin. Hierdoor belicht de leefruimte van het gezin beide kanten van zijn levensstijl.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

18

RA

VB

‘EEN WONING VOOR PIERRE BONNARD EN MARIA BOURSIN’DOOR MICHELLE KOXAtelier 2.1 ‘Groot Stedelijk Huis’ Docent: Lieke van Hooijdonk Pierre Bonnard trouwde in 1925 met zijn vrouw Maria Boursin. In de daarop volgende periode van twintig jaar leefde het echtpaar vanwege Maria’s tuberculoze en angsten een intiem, geïsoleerd leven. Hij schildert zijn reeks “Scenes uit een huwelijk”, 350 portretten (veelal naakt en badend) van zijn vrouw doorheen de woning.

Uit deze reeks schilderijen heb ik vijf ruimtes kunnen afleiden die het programma voor de woning vormen. In iedere ruimte staat een kenmerkend

woonelement centraal, zoals het bad of de grote openhaard. Door deze ruimtes te variëren in grootte, hoogte en diepte ontstaan er voor Bonnard meerdere, verrassende perspectieven en aanzichten in de ruimtes waar Maria zich begeeft.

Een gesloten baksteen schil omsluit de vijf ruimtes. Om voldoende licht binnen te krijgen heeft iedere ruimte een lichtkoepel in een vorm die de desbetreffende ruimte accentueert. De hoogtes van de ruimtes zijn afgestemd op “de Hef”.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

19

RA

VB

Iktinoswinnaar 2013

Christophe Cornille (Stedenbouw)

IKTI

NO

SW

INN

AA

R

20

RA

VB

Juryrapport

“Een overtuigend, krachtig en helder gepresenteerd plan, met de beste toelichting van alle gepresenteerde plannen. Een scherpe analyse door schalen en tijd heen. In de uitwerking evenwichtig van opbouw, eveneens door alle schalen heen, compleet en doorwrocht.De uitwerking is op een aantal fronten zeer overtuigend, maar op andere plaatsen iets minder sterk. Met name de plaatsing en uitwerking van het paleis gaf veel stof voor discussie, hetgeen in het kader van de Iktinosprijs echter juist ook positief beoordeeldkan worden. Het plan toont ook besef van de aanwezige kwaliteiten, die als leidraad aangrepen worden voor de ontwikkeling van het plan. Mooie, maar vooral buitengewoon inzichtelijke presentatie.”

What happened to the pleasure gardens of the Moscow elite on the Yauza? Lefortovo Park and the River Yauza are part of the main green structures in the District Lefortovo. In process of time the personal garden became a huge park and transformed from a magnificent royal garden of Peter the Great, the ruler of Russia in the eighteenth century, to a park for the neighbourhood to walk the dog. It lost his greatness and it’s time to get it back! The idea underlying this project is to restore this greatness to some extent, to translate the contemporary power position of Moscow. The interventions have the impact to have a positive infl uence on the surrounding areas with new connections. ‘Lefortovo Park, greatness within Moscow’ is a new heart for the District.

‘RISE OF THE GREATNESS’ BY CHRISTOPHE CORNILLE STUDIO ‘LEFORTOVO MOSCOW’, TUTORS: SANDER LAP, HANK VAN TILBORG & HIELKJE ZIJLSTRA

IKTI

NO

SW

INN

AA

R

21

RA

VB

‘CHANGING SPACES’ DOOR THOM PEGMANAtelier 2.1 ‘Groot Stedelijk Huis’Docent: John LonsdaleChanges Spaces is een ontwerp voor een woning voor de schilder Piet Mondriaan. Zijn latere werken, gemaakt in New York, vormen het leitmotif. Mondriaan liet zich in deze schilderijen inspireren door het regelmatige stratenpatroon van Manhattan en de gele taxi’s. Net zoals Mondriaan schoof met kleurvlakken en lijnen van schilderstape, is het ontwerpproces van deze woningen een spel van schuiven met gevels, lijnen en

plattegronden. Schuifwanden maken de woning aanpasbaar aan de wensen van Mondriaan en maken een wisselend spel van licht, zichtlijnen en ruimtelijkheid mogelijk. De woning ligt op het talud en neemt het oude spoortracé als maatvoering. Flexibiliteit van wanden leidt tot tientallen varianten die elk hun eigen spel van zichtlijnen en doorkijk hebben. Het exterieur zal veranderen door het gebruik van de woning.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

22

RA

VB

‘TRANSFORMATIE KUREGEM’ DOOR RUUD VAN LEEUWENAtelier 2.2 ‘Intens Brussel’ Docent: Han DijkDe kanaalzone is een voornamelijk industriële zone dwars door Brussel. De gevestigde bedrijvigheid trekt echter langzaam weg naar andere delen van de stad waardoor er grote gaten ontstaan in het stedelijk weefsel. Deze wegtrekkende industrie schept echter veel potentie en biedt bij uitstek kansen voor binnenstedelijke transformatie.

Transformatie Kuregem is een transformatiestrategie voor de dichte 19e

eeuwse industriële stadswijk Kuregem. Door doorbraken te creëren in de grote bouwblokken krijgt de wijk meer lucht, openbare ruimte en groen. Gekoppeld aan de doorbraken wordt er verdicht met een divers woningaanbod en krijgen verschillende voorzieningen een plek. De autovrije, groene en kindvriendelijke wandelroute die ontstaat, fungeert als aanvulling op de huidige stadsstraten en versterkt de relatie van de wijk met de omgeving. De voormalige industriële stadwijk is geëvolueerd tot een dynamisch woon-, werk- en recreatiegebied.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

23

RA

VB

‘WHO IS AFRAID OF RED YELLOW AND BLUE’ DOOR MAARTEN DE HAASAtelier 2.3 ‘School’Docenten: Theo Kupers & Jeroen Schipper

1986, Amsterdam. Het jaar dat G.J. van Bladeren het schilderij “Who is affraid of Red Yellow and Blue” met negen messneden kapot sneed. Een meesterwerk beschouwde hij het, hij was duidelijk niet bang voor het oude.

2014, Den Haag.Een kerk op het plot van de school. Hoewel de kerk er eerder was, wint de school. Het nieuwe volume van de school perst zich in het bestaande kerkgebouw. Juist de plekken waar de kerk het nieuwe volume snijdt, ontstaan onverwachte ruimte. De buitengevel staat nu binnen. Men vraagt zich af, men verbaast, men ontdekt, de essentie van leren.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

24

RA

VB

‘DANCING FACADES’ BY ARTHUR MEERLOOStudio 2.4 ‘Metropolitan Collective Housing’Tutor: Hans van der HeijdenDuring this studio, the group did an extensive research on the classical colleges at Cambridge. While collecting data and drawing growth models, we tried to understand the college phenomenon. Our visit to Cambridge gave us the opportunity to measure and experience these college ensembles and their unique usage.

After our research on the classical colleges of Cambridge we decided as a group to design eight new colleges and integrate them into the already existing

Masterplan of NW Cambridge. While my own college design is based on a fairly modern build typology, I tried to pay a tribute to the rich history of the Cambridge city center. Typologically, the city center seems to follow certain rules of hierarchy. Learning from them, and with elements of contemporary design, I tried to relate to those classical orders. Together I created a mixture of different types to form a series of dancing facades.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

25

RA

VB

‘DE HOFSLINGER’ DOOR BAREND MENSEAtelier 2.5 ‘Streetwise’Docenten: Wouter Veldhuis & Reimar von MedingTijdens dit atelier worden twee ontwerpvoorstellen gedaan voor twee steden waarbij de relaties tussen straat en gebouw sterk verschilt. In Berlijn is een grootstedelijk bouwblok herontwikkeld dat nieuwe relaties legt met de straat. Langs de drukke stadsstraat Prenzlauer Allee komt een nieuw plein dat aansluit op het huidige programma van de straat. Aan de Marienburgerstrasse bevindt zich de ingang naar de ondergrondse parkeerplekken. De bewoners arriveren elk in hun eigen woonhof via de lichtpatios. Deze hoven aan het plein staan in de relatie met de bestaande

hoven die daardoor vergroot en in werking versterkt worden. Als een slang slingert het bouwblok zich om de ruimtes heen.

Deze Berlijnse Hofslinger is ook geprojecteerd op een Rotterdamse locatie, het wijkpark Oude Westen. De bestaande school krijgt een nieuw plein waardoor er een nieuw levendige stedelijke woonplek ontstaat. Ontspannen woonhoven sluiten aan op de wandelroutes door de bouwblokken. Tussen Oude Westen en Westerslingel wordt er weer een route gevormd.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

26

RA

VB

‘THE OPEN SOURCE SOCIETY’ DOOR BEN WEGDAMAtelier 2.6 ‘Randstad Utopia’Docenten: Jaakko van ’t Spijker & Riëtte Bosch

The future urban society will be a society where knowledge and resources will be shared in an open system, accessible to anyone. The way to shape society derives from the open source ideology and is

called Apertaism, what is the counterpart of Capitalistic ideology. Future of urban living will change drastically when oil will be insufficient to support every aspect that makes urban live as we know it today possible. The solution is that Apertaisic movements all over the world start to claim parts of the city to create self-sufficient communities where everyone can participate to shape their own future.

IKTI

NO

SN

OM

INAT

IES

27

RA

VB

Maatschappelijke realiteitWat draagt bij aan het vergroten van de ontwerpkracht van ontwerpers? Het ontwerpen als productie van nog ongekende werkelijkheden of mogelijke toekomsten veronderstelt een gekende werkelijkheid. Dat betekent dat ontwerpers het heden moeten kunnen analyseren op maatschappelijke trends. Vanuit extrapolaties en het zoeken naar verklaringen kunnen onderbouwde aannames en verwachtingen uitgesproken worden via het ontwerp. Daarvoor is begrip van het heden nodig. De collegereeksen waarin de ontmoetingen van het ontwerp en de maatschappelijke realiteit centraal staan, helpen ontwerpers de veranderkracht van het ontwerp op de maatschappelijke werkelijkheden te onderbouwen. Deze colleges dragen alle de titel ‘Ontwerp & X’, waarin X bijvoorbeeld staat voor Maatschappij of Politiek. Ze duiden de sociale, culturele, politieke en economische invloeden op én effecten van het ontwerpend handelen en denken.

Ontwerpen is een toekomstgerichte activiteit. Het ontwerp is een voor-afbeelding van dat wat nog niet is. Het is letterlijk een project, een schijngestalte van een mogelijk toekomstige werkelijkheid. Dat is het utopisch moment van architectuur en stedenbouw. Het verkent en toetst mogelijke werkelijkheden in een zoektocht naar een beter heden. Architectuur en stedenbouw zijn een laboratorium waarin ruimtelijke interventies en sturingsmechanismen op hun veranderkracht worden getoetst. De kracht van het ontwerp ligt in het vermogen om verleden, heden en toekomst tot een vanzelfsprekendheid aan elkaar te rijgen. Ontwerp en onderzoek liggen dan ook dicht bij elkaar. Architecten en stedenbouwkundigen gebruiken de verbeeldingskracht van het ontwerp om alternatieven te bieden voor de werkelijkheid en zodoende de toekomst voor te bereiden. Door ontwerpmatig denken wordt het ongewisse tegemoet getreden.

THEORIEONDERWIJS CollegesC

OLL

EGE

S

28

RA

VB

Een palet aan instrumentenAls ontwerpen het toekomstgerichte zoeken naar alternatieven is, dan is kennis van de grenzen van het vakmanschap nodig. Wat kunnen architectuur en stedenbouw? Wat ligt binnen het vermogen van de ontwerpende disciplines? De collegereeksen ‘European Contemporary Designs & Strategies’ en ‘Typologie & Morfologie’ tonen wat het ontwerp vermag. ‘Juridische en Wettelijke Kaders’ schetst de grens tussen droom en daad. ‘Ontwerp & Filosofie’ scherpt het verklarend denken dat nodig is om het ontwerp te toetsen. ‘Landschapsarchitectuur’ en ‘Kunstgeschiedenis’ spiegelen andere vormen van vakmanschap aan de onze, om zo vanuit verschil en overeenkomst nieuwe ontwerpmatige denkpatronen te ontwikkelen.

Reflectie en kritisch onderzoekOntwerpmatig denken is niet enkel gericht op het oplossen van ruimtelijke of maatschappelijk-ruimtelijke problemen. Het kan ook in stelling gebracht worden als probleemoverstijgend instrument, om een vraag te ontmantelen en de vraag erachter bloot te leggen. Dit denken vergt een kritisch perspectief waarbij het voorgestelde probleem zelf ter discussie gesteld wordt. Daarmee is ontwerpmatig denken een vorm van kritisch denken en vergt het een reflectieve houding. De geschiedenis en theoriereeksen bieden een kritisch perspectief op onze eigen discipline. Het scherpt de kritische geest en stelt ons in staat ons voortdurend vragend op te stellen. Tegelijkertijd moet deze kritische houding altijd actief zijn, omdat ontwerpmatig denken toekomstgericht is en niet enkel het heden nihilistisch mag verwerpen. Dat betekent dat het kritisch denken onderzoekend van karakter moet zijn. De reeks ‘Research by Design’ duidt de onderzoekende kracht van de ontwerpende disciplines en agendeert een scala aan methoden om in te zetten. - Jeroen Visschersopleidingscoördinator architectuur

CO

LLEG

ES

29

RA

VB

ARCHITECTUUR- EN STEDENBOUWGESCHIEDENISDocent: Ernie Mellegers

DonderdagavondCategorie: Geschiedenis & Theorie Werkvorm: hoorcollege Toetsvorm: verdiepend paper & reflectie assessment / 3 ECTS Deze verplichte eerstejaarsreeks duurt één semester

In deze collegereeks staat het historisch over-zicht van de architectuur en stedenbouw vanaf grofweg 1750 tot de eerste helft van de 20ste eeuw centraal. De veertien colleges bieden inzicht in de Westerse architectuur- en stedenbouwgeschiede-nis en haar context door gebruik te maken van een chronologisch-thematisch raamwerk. Deze bredere cultuurhistorische aanpak is gericht op revolutionaire ontwikkelingen, langer lopende tendensen en tradities binnen zowel het architec-tuurdebat als het leven in een snel ontwikkelend (modern) stedelijk landschap. Ontwikkelingen in het stedenbouwkundig en architectonisch ontwer-pen en hun historische interactie, zullen verkend worden binnen de context van hun gedeelde theo-retische en culturele achtergrond. De collegereeks beschouwt de verbintenis tussen traditie enerzijds en modernisme anderzijds.

CONTEMPORARY EUROPEAN DESIGNS & STRATEGIESTutor: Michiel Raats

Thursday eveningCategory: Profession related Format: formal lecture & debate Examination: practice related task / 1 ECTS This English spoken lecture series can also be assessed for 2 ECTS

What is the current state of affairs? Before trends have become mainstream they often can be seen for the first time during competitions like Europan. Young offices, often coined ‘Fresh’, prove their ability to renew the practice and carve out a position by means of competing. The grain size of a typical Europan design is always beyond the autonomy of the solitary building, but finds itself on the crossing border between urban design and architecture. Europan asks for a contextual solution to a very real problem. By disseminating the Europan archives, a picture can be drawn up of all minor and major movements in the European debate on architecture and urbanism. This lecture series augments this picture by theoretical observations from the magazine OASE and the foreshadowing of budding talent from decades of Archiprix and Archiprix International.

KUNSTGESCHIEDENISDocent: Jasper de Haan

DonderdagavondCategorie: Disciplineoverschrijdend Werkvorm: hoor- en discussiecollegeToetsvorm: reflectief paper / 1 ECTS Deze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS, wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Gebouweconomie & Projectaanpak’

Architectuur wordt soms beschouwd als de moeder der kunsten. Zij verenigt de beeldhouw-kunst en de schilderkunst in zich. Blijft de vraag of architectuur zelf ook kunst is, of alleen maar moeder. Maar zelfs los van die vraag begeef je je als ontwerpend architect, of je het nu wilt of niet, in het eeuwenoude discours van de kunsten. Daarom is het noodzakelijk dat discours en die geschiedenis te kennen, zodat je weet waartoe je je verhoudt. Kunst leert ons kijken, steeds maar weer, anders en opnieuw. Maar gelukkig zijn er ook constanten. En daar gaat het misschien eigenlijk om. Om de constanten die de echte kennis van ons vak vormen. Het college geeft inzicht in het veld der westerse kunsten en hoe architectuur en de architect zich daartoe verhouden. Met als doel dat de student zich bewust is van dat veld en daarbinnen een gemotiveerde positie kan innemen.

LANDSCHAPSARCHITECTUURDocent: Cor Geluk

DonderdagavondCategorie: Disciplineoverschrijdend Werkvorm: hoor- en discussiecollege met gastsprekers Toetsvorm: voorbereiden en verslag leggen van afsluitend debat / 1 ECTSDeze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS, wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Ruimtelijke Ordening’

Deze spoedcursus landschapsarchitectuur voor stedenbouwkundigen en architecten is opgebouwd rond de meest fundamentele onderdelen van het vakgebied: de tuin, de straat, het plein, het park en het landschap. Ze worden belicht vanuit de historie en de verschillende ontwerptradities, maar ook vanuit praktische feitelijkheden die voor stedenbouwkundigen en architecten onontbeerlijk zijn bij het ontwerpen. Drie gastsprekers zullen aan het woord komen vanuit de begrippenparen landschap-strategie, landschap-ecologie en landschap-stedenbouw. De ontwikkelde kennis wordt ingezet bij de afrondende opgave die een analyse van park, straat of plein omvat.

Colleges 1ste kwartaal

CO

LLEG

ES

30

RA

VB

ARCHITECTUUR- EN STEDENBOUWGESCHIEDENISDocent: Ernie Mellegers

Vervolg van het eerste kwartaal.

HISTORY OF ARCHITECTURETutor: Bastiaan Bijloos

Thursday eveningCategory: History & Theory Format: formal lectureExamination: take home exam / 2 ECTSThis is an English spoken lecture series / Prior to starting their graduation project students in architecture should have finished this lecture series successfully

This lecture series approaches the history of architecture departing from current events: following the contemporary architectural discourse history is put forward and made ‘productive’. Doing so, the critical and reflective attitude of architects in training is made pivotal; after all, they have to be able to position themselves in the contemporary discourse from a historical point of view. At the same time, the interdisciplinary path is left behind and the series focusses on the topicality and history of architecture. In this course, contemporary issues in architecture are reconsidered through an investigation into what makes up architectural knowledge.

JURIDISCHE EN WETTELIJKE KADERSDocent: Herman de Kovel

DonderdagavondCategorie: DisciplineoverschrijdendWerkvorm: hoorcollegeToetsvorm: praktijkopdrachten / 1 ECTSDeze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de collegereeks ‘Planecomie’

Wetten en regelgeving bepalen de kaders waarbinnen architectuur en stedenbouw tot stand kunnen komen. Het succesvol uitoefenen van het beroep veronderstelt dan ook kennis van deze kaders. Die kennis wordt in deze reeks aangeboord, waarbij de focus ligt op kansen die juridische en wettelijke kaders bieden om ze als ontwerpinstrument te hanteren.

ONTWERP & MAATSCHAPPIJ Docent: Carolien Hoogland

DonderdagavondCategorie: DisciplineoverschrijdendWerkvorm: werkcollege met gastsprekersToetsvorm: praktijkopdrachten / 1 ECTSDeze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Ontwerp & Economie’

Wat is de wisselwerking tussen ontwerp en gebruik en beleving? Wat kunnen de architect en stedenbouwer bereiken met het ontwerp? Dat zijn de vragen die centraal staan in deze reeks met als ondertitel: ‘anders kijken, anders ontwerpen’. Gastsprekers tonen voorbeelden – uit hun eigen praktijk – van ontwerpstrategieën met maatschappelijke ambities. Tussen de colleges door worden kleine opdrachten uitgevoerd waarmee we toewerken naar een bundeling van de opgedane bevindingen. De reeks put uit disciplines zoals sociale psychologie en omgevingspsychologie en uit nieuwe wetenschappelijke benaderingswijzen zoals actieonderzoek.

Colleges 2de kwartaal

CO

LLEG

ES

31

RA

VB

Colleges 3de kwartaalTYPOLOGIE & MORFOLOGIEDocent: Ernie Mellegers

DonderdagavondCategorie: DisciplinegebondenWerkvorm: hoorcollegeToetsvorm: praktijkopdrachten / 3 ECTS Deze verplichte eerstejaarsreeks duurt één semesterDeze collegereeks maakt deel uit van het de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Stedenbouw

Typologie en morfologie zijn twee van de mythische begrippen uit het vocabulaire van de architectuur en stedenbouw. Beide concepten staan open voor een pragmatische èn theoretische of ideologische interpretatie. Zodoende maken ze onderdeel uit van de dagelijkse (ontwerp)praktijk als ook van het polemisch slagveld. Zeker, deze dualiteit leidde tot zowel mythologisering als verwarring, in het bijzonder gedurende de twintigste eeuw.Deze collegereeks verkent de oorsprong, invloed en huidige betekenis van de begrippen typologie en morfologie (in verschillende vermommingen) binnen hun historische en hedendaagse context. Op deze manier wordt het ideologisch discours van de architectuur en stedenbouw gedurende de laatste tweehonderd jaar doorkruist. Desalniettemin richt deze collegereeks zich zeer sterk op het (historisch en hedendaags) gebruik van type en morfologie in hun meer ‘alledaagse’ ontwerpcontext. Oftewel: Wat is de betekenis van typologie en morfologie als concept en welke rol spelen ze, in verleden en heden?

ARCHITECTUURTHEORIEDocent: Jeroen Visschers

DonderdagavondCategorie: Geschiedenis & Theorie Werkvorm: werkcollegeToetsvorm: close reading & debat / 2 ECTSDeze collegereeks moet met een voldoende zijn afgerond voordat studenten architectuur aan hun afstudeerproject kunnen beginnen Architectuurtheorie is een slordig gedefinieerde academische discipline. Sommigen beschouwen het als een specialisatie binnen de architectuurgeschiedenis. Anderen zien het als leverancier van een maatschappijkritisch instrumentarium of als filosofisch perspectief op de architectuur van vandaag. Deze reeks interpreteert theorie als middel om zich kritisch te verhouden tot de eigen discipline en het maatschappelijk krachtenveld waarin architectuur tot stand komt. We beschouwen verschillende

stellingnamen over de rol van theorie voor de contemporaine vakuitoefening en voorbij het post critical debat zoeken we naar productieve uitwegen.

STEDENBOUWTHEORIEDocent: Chris van Langen

DonderdagavondCategorie: Geschiedenis & Theorie Werkvorm: werkcollege Toetsvorm: teksten lezen, interpreteren en presenteren & debat / 2 ECTSDeze collegereeks moet met een voldoende afgerond zijn voordat studenten stedenbouw aan hun afstudeerproject kunnen beginnen / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Stedenbouwgeschiedenis’

In deze collegereeks worden stedenbouwkundige theorieën, stellingen en opvattingen verkend vanuit de contemporaine praktijk van de stedenbouw en de actuele stedenbouwkundige opgaven. Een dergelijke verkenning van het theoretisch corpus van de stedenbouw levert niet alleen inzichten in de stedenbouw als discipline op, maar ook een enorme hoeveelheid ingrediënten waarmee de actualiteit van de stedenbouw begrepen en verder gebracht kan worden.

DESIGN & SUSTAINABILITYTutor: Hans van de Heijden

Thursday eveningCategory: Profession related Format: capita selecta Examination: practice related task & presentation / 1 ECTS This English spoken lecture series can be assessed for 2 ECTS

The lecture series on sustainable architecture and urban design focuses on the development of a sustainable built environment related to generic design principles and concepts, illustrated by contemporary projects and designs. Sustainability isn’t approached as a problem, but as a source of inspiration for innovations in architecture and urban design. Sustainability isn’t discussed as a green ‘extra’, but as a fundamental part of the disciplines upon which design decisions should be based. This year we will focus on the analysis and development of typologies for renewal of dwellings. This lectures series ties into the design studio ’Renovatie van de grote getallen’. Participation in the lecture series is mandatory for attending the studio, yet participation in the lecture series is also open to other students.C

OLL

EGE

S

32

RA

VB

TYPOLOGIE & MORFOLOGIE Docent: Ernie Mellegers

Vervolg van het derde kwartaal.

RESEARCH BY DESIGNTutor: Aglaée Degros

Thursday eveningCategory: Profession related | StreetwiseFormat: tutorial Examination: profession related task / 1 ECTSThis English spoken lecture series can also be assessed for 2 ECTS

During this lecture series various methods and techniques of design based research will be analysed. After all, it is one of the most important research types in the architectural or urban design practice. Design based research is a form of prospective, explorative and combinatory research with which the capability to design spatially is put to practice as a research instrument. Doing so, answers focused on the question ‘how the reality could turn out’ are formulated in a questioning and contextual way. This year we will focus on design research which explores the consequences of design interventions in the public space which is the street. The concept of a street is not only discussed as an infrastructural network but also as a living space with social and cultural traits.

ONTWERP & FILOSOFIEDocent: Jacob Voorthuis

DonderdagavondCategorie: Disciplineoverschrijdend Werkvorm: hoor- en discussiecollegeToetsvorm: presentatie / 1 ECTSDeze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Beroep & Ondernemerschap’

Filosofie als traditie van het denken, en het ondervragen van dit denken, kan een waardevolle bijdrage leveren aan de ontwikkeling van zelfstandig opererende architecten en stedenbouwkundigen. Met de genoemde traditie als achtergrond, stelt dit college vooral ‘manieren van denken’ centraal. Het primaire doel is niet het je eigen maken van de geschiedenis van de filosofie, maar het stimuleren van je kritische en cognitieve vermogens als ontwerper. De reeks biedt je instrumenten om te reflecteren op je eigen werk en vanuit scherpere redeneringen beslissingen te nemen of oordelen te vellen.

ONTWERP & POLITIEKDocent: Herman Meijer

DonderdagavondCategorie: Disciplineoverschrijdend Werkvorm: hoor- en discussiecollege met gastsprekersToetsvorm: reflectief paper / 1 ECTSDeze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Ontwerp & Cultuur’

Architectuur en stedenbouw zijn altijd een synthese van sociale, culturele, economische en politieke componenten. In sommige maatschappelijke constellaties of staatsvormen domineert de politieke component. Zo is er stalinistische, nazistische, fascistische, maar ook socialistische en anarchistische architectuur of stedenbouw. In deze reeks wordt onderzocht hoe politiek en ontwerp innig verbonden kunnen zijn met het oog op een welgevormde maatschappij.

Colleges 4de kwartaal

CO

LLEG

ES

33

RA

VB

Dit citaat van de Spaanse architect Alberto Campo Baeze komt uit een boek dat hij voor zijn neefjes heeft geschreven en waarin hij antwoord probeert te geven op de vraag waarom het eigenlijk zo leuk is om een architect* te zijn (een vraag die je in de loop van de studie jezelf waarschijnlijk ook weleens gesteld hebt). Het boek “I want to be an architect” heeft als ondertitel “for those who dream and then want to build those dreams”. Voor hem gaat architectuur niet alleen maar over het maken van gebouwen (en omgevingen) die perfect aan hun functie voldoen, goed gebouwd en mooi zijn, maar ook over het uitnodigen van de mensen die daarin leven om te dromen en vrolijk te zijn. Dat is nogal een opgave. In zijn boek maakt hij op grappig-poëtische manier duidelijk wat je als ontwerper eigenlijk doet en hoe je dat voor elkaar krijgt. Dat ‘hoe’ is dan ook waar het laboratoriumprogramma over gaat. In de laboratoria krijg je de mogelijkheid om heel gericht te werken aan bepaalde aspecten van het onderzoeken, het samenbrengen en het vertellen en deze te verdiepen. Dat doe je aan hand van je actuele atelierproject of, bij een reflectielaboratorium, aan hand van eerdere projecten, vraagstellingen of ontwikkelingen uit het werkveld.*voor de stedenbouwkundigen: architect is hier synoniem met ‘vormgever van ruimte’ op welk schaalniveau dan ook.

AlgemeenHet laboratoriumprogramma richt zich op het aanleren en ontwikkelen van het brede scala aan vaardigheden, technieken en praktische kennis. Het programma is gestructureerd rond drie pijlers: onderzoek, communicatie en reflectie.

CommunicatielaboratoriaOntwerpen gaat niet alleen om het ontwikkelen van ideeën en ruimtelijke concepten, maar ook om het kunnen overbrengen ervan. Daarom zijn communicatie- en presentatietechnieken een heel belangrijk onderdeel van het laboratoriumprogramma. Een tekening of maquette maakt ontwerpen of ideeën zichtbaar en inzichtelijk voor jezelf en anderen; het zijn middelen voor exploratie èn communicatie. Tijdens het ontwerpproces en bij de planpresentatie is het belangrijk om ideeën en concepten met behulp van tekeningen, maquettes en een goed opgebouwd verhaal te kunnen

“An architect is like a doctor, who diagnoses wisely and without haste. Like a chef, who combines ingredients in an in-formed way. Like a poet, who places words in such a way that they can thrill.”

VAARDIGHEDENONDERWIJS LaboratoriaLA

BO

RAT

OR

IA

34

RA

VB

communiceren om discussie en reflectie te stimuleren. Alleen als anderen begrijpen waar het over gaat, kunnen ze enthousiast worden over een project en erop reageren. Daarnaast is het heel belangrijk om goed te kunnen luisteren om duidelijk te krijgen wat de opgave achter de opgave is en wat jij als ontwerper daarvoor kan betekenen.

OnderzoekslaboratoriaOntwerpen is onderzoeken. Er zijn meerdere strategieën en methoden om tot een goed ontwerp te komen. Welke aanpak voor welk probleem het beste werkt, verschilt per situatie, ontwerpprobleem en individu. Dit onderdeel van het laboratoriumprogramma gaat over de verschillende manieren van aanpak, het onderzoeken hoe je aan belangrijke informatie komt, het filteren van deze informatie, het ordenen en het inzetten ervan in je ontwerpproces. De onderzoeksmethoden en -technieken die binnen de onderzoekslaboratoria aan de orde worden gesteld, zorgen voor een verbreding van het referentiekader en het spectrum aan instrumenten dat je bij het oplossen van ontwerpproblemen ter beschikking staat.

ReflectielaboratoriaBij het ontwerpen gaat het niet alleen om het kunnen toepassen van kennis en vaardigheden, maar ook om de reflectie op het ontwerpen zelf. De reflectielaboratoria ondersteunen je daarin en dagen je uit om bewuster van je eigen handelen te worden en daarop te sturen. Enerzijds ontwikkel je in de reflectielaboratoria de vaardigheid om te reflecteren op je eigen ontwerpen en je eigen ontwikkeling en positie in het vak. Anderzijds leer je er hoe je jouw ontwerpvakmanschap kunt inbedden in een breder palet aan beroepsvaardigheden en van daaruit kunt reflecteren op het ontwerpen in de context van het beroep van architect of stedenbouwkundige.

StreetwiseOok dit jaar zijn er twee laboratoria die een directe koppeling met de Streetwise-ateliers hebben. Vorig jaar lag de nadruk vooral op de sociale dimensie van de straat en werd de mogelijkheid geboden om op verschillende manieren naar gebruik en belevenis van de straat te kijken. Dit jaar ligt de focus meer op de betekenis van het programma van de straat. Beide Streetwise-ateliers richten zich op het winkelen, de ene meer vanuit de wisselwerking tussen straat en interieur de andere meer vanuit de betekenis van de High Street op stedelijk niveau. Het laboratorium ‘Typologisch Onderzoek’ onderzoekt de wisselwerking tussen straat en interieur typologisch. In het lab ‘Journalistic Research’ wordt de High Street vanuit verschillende invalshoeken bekeken en worden de problematiek en kansen rond het onderwerp in beeld gebracht.

- Margit Schusteropleidingscoördinator stedenbouw

LAB

OR

ATO

RIA

35

RA

VB

Laboratoria1ste kwartaalMATERIAAL & RUIMTEDocenten: Heide Hinterthür & Els Bet

VrijdagochtendCategorie: Onderzoek (Ruimtestudie) / 7 weken Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 2 ECTS Dit laboratorium is onderdeel van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Stedenbouw

Hoe krijg je als ontwerper greep op de architectonische en stedenbouwkundige dimensie van ruimte? Hoe kun je niet alleen werken met programma, strategie en vorm, maar ook met licht, materiaal en kleur? Hoe werken deze ontwerpaspecten op de verschillende schaalniveaus van de stedelijke ruimte? Hoe betrek je de ruimtelijke omgeving in de compositie van het ontwerp? Hoe maak je een ruimtebeeld inzichtelijk, hoe kun je het typeren en bewerken en het laten zien en ermee ontwerpen in maquettes, schetsen en collages? Deze vragen onderzoek je op een locatie in Rotterdam tijdens het laboratorium. De uitkomst van dat onderzoek vertaal je naar uitgangspunten voor een nieuw ontwerp op deze locatie.

TYPOLOGISCH ONDERZOEK: STREETWISEDocent: n.t.b.

VrijdagochtendCategorie: Onderzoek | Streetwise / 7 weken Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 2 ECTS

Om goed te kunnen ontwerpen, is kennis van historische en actuele ontwerpoplossingen onontbeerlijk. Een typologie is een generiek ontwerpschema dat ingezet kan worden om een specifiek ruimtelijk ontwerpvraagstuk ’op te lossen‘. De geschiedenis van de architectuur en stedenbouw kan ook omschreven worden als een verzameling van typologieën, gecategoriseerd naar gebruik, vorm en functie. In dit laboratorium worden typologieën rond de wisselwerking tussen straat en interieur van winkelstraten, die als input voor het Streetwise atelier van dit semester dienen, verder onderzocht.

STUDY OF FORMTutor: Job Floris

Friday morningCategory: research / 7 weeks Examination: presentation and practice related assignment / 1 ECTSThis is an English spoken laboratory /

This laboratory alternates every two years with the lab ‘Cartografisch Onderzoek’

Form is often discussed on the basis of its program, the rational framework of a design. By which means form manifests itself in a certain context depends on multiple and often personal circumstances. This laboratory deals with the discussion and reflection on the relationship between form and meaning while examining the grammar of form as a basis for design. The ultimate goal is to invent one’s own grammar of form as a part of a much wider spectrum of the design vocabulary.

VISUALISATIE – IDEENOTEREND Docent: Klaas van der Molen

VrijdagochtendCategorie: Communicatie / 7 weken Input: het actuele atelierprojectToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1 ECTS Basiskennis van Adobeprogramma’s is vereist

Tekenen is de verbeelding van de manier waarop over architectuur of stedenbouw wordt gedacht. Ontwerpen is denkend tekenen en tekenend denken. Al schetsend kun je je gedachten ordenen, je ideeën noteren en concepten verder ontwikkelen en leer je vorm te geven aan een niet-tastbaar idee. Bovendien helpt tekenen de waarneming te scherpen en gevoel voor vorm en verhoudingen te ontwikkelen.

ONTWERPPROCES Docent: Jos Lafeber

VrijdagochtendCategorie: Reflectie / 7 wekenInput: atelierprojectenToetsvorm: praktijkwerkstuk / 1 ECTS Studenten moeten minimaal 2 ateliers gevolgd hebben om deel te kunnen nemen

Ontwerpen, hoe doe je dat eigenlijk? Bij het ontwerpproces komen veel verschillende aspecten bij elkaar en zijn er verschillende oplossingen mogelijk. Het proces is heel erg afhankelijk van de persoonlijkheid, methodieken en stijlen van een ontwerper. Ondanks deze verschillen komt een aantal elementen altijd terug in een ontwerpproces. In dit laboratorium wordt naar deze elementen gekeken aan de hand van voorbeelden en van eigen projecten. Het doel is om duidelijkheid te krijgen over hoe je je eigen ontwerpproces beter kunt sturen, om een beter resultaat te bereiken.

LAB

OR

ATO

RIA

36

RA

VB

Laboratoria 2de kwartaalVISUALISATIE – SCHETSENDocent: Yana Vlasova

Vrijdagochtend en een zaterdagCategorie: Communicatie / 7 wekenInput: het actuele atelierprojectToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1 ECTSDit laboratorium is onderdeel van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Stedenbouw

De vrije schets is een belangrijk medium om een ruimtelijk idee snel zichtbaar te maken en te kunnen uitleggen. Door goed te kijken, te registreren en het geziene te vertalen in een tekening, train je het waarnemingsvermogen en wordt de beeldvorming ontwikkeld. Zo wordt schetsen een middel voor het systematisch analyseren van de structurering van ruimtes, volumes en elementen, maar tevens voor het communiceren van ontwerpideeën. Daarmee is het schetsen ook een autonoom medium dat het resultaat kan zijn van een zeer persoonlijke ontwikkeling van het waarnemend, voorstellend en vormgevend vermogen.

RESEARCH BY DESIGNTutor: Willemijn Lofvers Friday morningCategory: Research / 7 weeks Examination: presentation and practice related assignment / 2 ECTSThis is an English spoken laboratory / Prior to starting their graduation project students must have finished this laboratory successfully

In this laboratory you will learn how to employ methods of research by design to consolidate your own assumptions and observations when developing a concept or approach towards a design assignment. With a discerning eye, you will venture out into the street, looking for a mediation of expectations based on reality. You will learn to distill relevant information, draw conclusions and use these to define the constraints and conditions of a design assignment: drawing up a project.

MAQUETTE – PRESENTATIEDocent: Vincent de Rijk VrijdagochtendCategorie: Communicatie / 7 wekenInput: het actuele atelierprojectToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1 ECTS

Dit laboratorium richt zich op het maken van een presentatiemaquette voor het atelierproject dat parallel gevolgd wordt. Een goede

presentatiemaquette is één van de meest krachtige middelen om het ontwerp te communiceren. Om het ruimtelijke idee en concept van het ontwerp zo optimaal mogelijk duidelijk te maken, zijn keuzes voor schaal, materiaal en uitvoering van groot belang. Het laboratorium ondersteunt je bij het vinden van de best mogelijke manier om je ontwerp om te zetten in een maquette.

VAN INITIATIEF TOT PROJECTDocenten: Margit Schuster en Wolbert van Dijk

VrijdagochtendCategorie: Reflectie / 7 wekenInput: vijf projecten die uit een initiatief ontstaan zijn Toetsvorm: praktijkwerkstuk / 1 ECTS

Veranderde condities vragen om een andere attitude van ontwerpers. In plaats van gegeven opdrachten uit te voeren, zijn er steeds meer ontwerpers die zelf thema’s agenderen en kansen zien in gebieden en projecten waar de traditionele aanpak vastgelopen is en daar zelf opdrachten uit genereren. Wat zijn de vaardigheden waarover je moet beschikken als initiërende ontwerper? In dit laboratorium krijg je de kans om in gesprek te gaan met verschillende ontwerpers en initiatiefnemers. Wij gaan op bezoek bij verschillende bureaus en initiatieven en je krijgt de gelegenheid om de discussie aan te gaan en te onderzoeken hoe deze praktijken zich tot je eigen ambities in het vak verhouden. Als je een eigen project wilt starten en nadenkt over de vraag hoe dit te organiseren, dan is dit lab uitermate geschikt voor jou.

ZELFMANAGEMENTDocent: Margreet Pruijt

VrijdagochtendCategorie: Reflectie / 7 weken Input: studie, werk en levenToetsvorm: praktijkwerkstuk / 1 ECTS

De combinatie van werken en studeren vraagt veel van je als student. Tijdens dit laboratorium staan de professionele vaardigheden centraal die nodig zijn om het creatieve ontwerpproces te managen en je tijd effectief te gebruiken. Verder komt de ontwikkeling van zelfkennis en het scheppen van de condities om effectief te werken in praktijk en studie aan bod.

LAB

OR

ATO

RIA

37

RA

VB

ONTWERPANALYSE Docent: Robert von der Nahmer & Jos Hartman

VrijdagochtendCategorie: Onderzoek / 7 wekenToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1 ECTSDit laboratorium is onderdeel van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Stedenbouw

Ontwerpanalyse is het uitdiepen van plananalyse in relatie tot diverse ontwerpopvattingen. Het geheel wordt in historisch perspectief geplaatst op het gebied van architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur. Daarbij wordt geprobeerd de factoren te definiëren die van invloed zijn op de keuzes van de ontwerper. Deze worden vervolgens gerelateerd aan het resultaat. De analysetekening wordt daarbij ingezet als een manier om inzicht te krijgen in het proces van ontwerpen. JOURNALISTIC RESEARCH: STREETWISE Tutor: tbd.

Friday morningCategory: Research / 7 weeks Input: streetwise projectExamination: presentation and practice related assignment / 1 ECTSThis is an English spoken laboratory / This laboratory alternates every two years with the lab ‘Empirisch Onderzoeken’

The laboratory will start with an introduction on research in architecture and urban design, in past and present. Next to this, a broad set of topics will be touched upon: how to formulate research questions, collect information and data, visualise data and trends as well as how to construct a story line and edit a narrative. During this laboratory the student is trained to work on a specific research task related to the streetwise topic by collecting, partly intuitive, the relevant data, interpreting it visually and drawing conclusions that take the form of a certain approach towards the design assignment of the studio.

ARGUMENTEREN & SCHRIJVENDocent: Marina van den Bergen VrijdagochtendCategorie: Communicatie / 7 wekenInput: een atelierprojectToetsvorm: praktijkwerkstuk / 1 ECTSDit laboratorium moet met een voldoende zijn afgerond voordat studenten aan hun afstudeerproject kunnen beginnen

Hoewel schrijven door veel ontwerpers lastig wordt bevonden, is het voor een groot deel een techniek die door iedereen geleerd kan worden. En dat is precies de kern van dit laboratorium. Want graag of niet, zo nu en dan zal je moeten schrijven: een essay, een projectomschrijving, een toelichting bij een prijsvraag of een boze brief aan de aannemer. Schrijven helpt ook bij het formu-leren van een concept en bij het vertalen daarvan in een ruimtelijk ontwerp. Daarnaast helpt de beheersing van het schrijven je om je in het vakge-bied te kunnen positioneren.

FILMISCH REPRESENTERENDocent: Olga Russel

VrijdagochtendCategorie: Communicatie / 7 wekenToetsvorm: presentatie en praktijkwerkstuk / 1 ECTSDit laboratorium wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met ‘Fotografisch Representeren’

Met het medium film als gereedschap is het mogelijk een opdrachtsituatie te onderzoeken, vast te leggen, te communiceren en te presenteren. Dit laboratorium gaat over kijken en documenteren, over de mogelijkheden van verschillende filmische methoden om - zowel met als zonder vooringenomenheid - naar de hedendaagse stedelijke werkelijkheid te kijken en die te documenteren. Met als doel de eigen blik te verscherpen en inzetbaar te maken voor je ontwerp.

PORTFOLIO Docent: Thomas Durner & Stephan Achterberg

VrijdagochtendCategorie: Reflectie / 14 weken / Dit laboratorium loopt over 2 kwartalenInput: atelierprojecten en projecten uit de beroepspraktijkToetsvorm: portfolio & presentatie / 2 ECTS Om deel te kunnen nemen moet je minimaal 3 afgeronde ateliers en 2 projecten uit de beroepspraktijk hebben afgerond en is basiskennis van grafische ontwerpprogramma’s vereist Een goed portfolio geeft een duidelijk beeld van jouw professionele vaardigheden als ontwerper. Dit laboratorium biedt ondersteuning bij het ordenen van en reflecteren op je verschillende projecten. Hiermee wordt duidelijkheid gecreëerd over jouw positie binnen het vak. Welke beelden binnen het werk illustreren relevante thema's en opvattingen het best en hoe kan het project op de meest adequate manier in tekst en beeld worden weergegeven?

Laboratoria3de kwartaal

LAB

OR

ATO

RIA

38

RA

VB

PRESENTEREN Docenten: Annemieke Hengst & Pieta Verhoeven

Vrijdagochtend en een zaterdagCategorie: Communicatie / 7 weken Input: het actuele atelierprojectToetsvorm: presentatie van het atelier / 1 ECTSDit laboratorium maakt deel uit van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur en Stedenbouw

Overtuigend je eigen werk kunnen presenteren is van cruciaal belang voor een ontwerper: het ontwerp staat of valt met een goede presentatie. Maar hoe kan een overtuigende eigen stijl van presenteren ontwikkeld worden, ondanks alle per-soonlijke struikelblokken die ondermijnend kun-nen werken? In dit laboratorium komen aspecten als lichaamshouding, lichaamstaal, concentratie en ontspanning, adem en stem aan de orde, maar ook algemeen geldige principes van communicatie en presentatie. Hierbij komen ook verschillende manieren aan bod waarop een ontwerp op een levendige en overtuigende manier mondeling kan worden gepresenteerd.

VISUALISATION – EDITING Tutor: Like Bijlsma, Jens Jorritsma & Minke Themans

Friday morningCategory: Communication / 7 weeksInput: current design studioExamination: practice related assignment & presentation / 1 ECTSThis laboratory is English spoken / Elementary knowledge of Adobe software is mandatory

“The art of storytelling” – while not relying on words, but on images. Which images can be used best to translate your design ideas into a two-dimensional presentation that communicates the project clearly? How do the main idea and the de-sign’s strengths become clear to the viewer? These questions are made pivotal in this laboratory. To answer them, you have to unravel and understand the idea underneath your design to such a degree that the visualisation can help to structure the thinking on your design project.

COMMUNICEREN Docent: Lucas Verweij

VrijdagochtendCategorie: communicatie / 7 weken Input: eigen project en praktijkToetsvorm: presentatie en praktijkwerkstuk / 1 ECTS

Communicatie gaat over horen en gehoord wor-den en is pas effectief als de boodschap bij de ander overkomt zoals jij hem bedoeld hebt. In dit laboratorium werk je zowel aan het horen als ook aan het gehoord worden. Je oefent je in het maken van een pitch: hoe kun je in korte tijd en heel compact de kern van je verhaal vertellen? Wat zijn de aspecten die je verhaal maken of breken? En hoe kun je daarbij jezelf blijven en laten zien wie je bent en wat je doet? Je oefent je ook in het voeren van een gesprek: hoe kun je door bepaalde vormen van luisteren en vra-gen stellen erachter komen wat mensen beweegt en waarnaar ze streven? Daarvoor is het goed om helder te hebben wat je uit een gesprek wilt halen en wat je wilt bereiken. Deze vaardigheid kun je inzetten om de informatie te krijgen die je nodig hebt om zelf projecten op te starten en om zo op het juiste moment bij de juiste persoon je ideeën onder de aandacht te kunnen brengen.

ONTWERPMANAGEMENT Docent: Alijd van Doorn

VrijdagochtendCategorie: Reflectie / 7 wekenInput: het actuele atelierprojectToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1 ECTS

Het ontwerpproces kent, naast de ontwerper zelf, steeds meer spelers en disciplines die een belang-rijke rol spelen. Om je staande te kunnen houden in deze veranderende beroepspraktijk, moet je als ontwerper niet alleen het creatieve aspect beheersen, maar ook de leiding kunnen nemen over complexe ontwerpprocessen. Ontwerpen betekent dus ook sturen. Ontwerpmanagement staat niet voor het indammen van mogelijkheden en het beperken van risico's, maar voor het toe-passen van strategieën en middelen die leiden tot soepelere processen en betere ontwerpresultaten. In dit laboratorium worden de mogelijkheden van ontwerpmanagement aan de hand van literatuur en concrete cases onderzocht en wordt een kader geschetst waaruit projecten benaderd kunnen worden. Het credo is: “You can be as creative about the process as you are taught to be about the product.”

PORTFOLIO Docent: Thomas Durner & Stephan Achterberg

Vervolg van het derde kwartaal.

Laboratoria4de kwartaal

LAB

OR

ATO

RIA

39

RA

VB

stre

etw

ise

RotterdamseAcademievanBouwkunst

Martin Aarts Stephan Achterberg Marina van den Bergen Els Bet Bastiaan Bijloos Like Bijlsma Florian Boer Rob Bollen Aglaée Degros Han Dijk Wolbert van Dijk Amir Djalali Alijd van Doorn Thomas Durner Job Floris Cor Geluk Jasper de Haan Jos Hartman Annemieke Hengst Hans van der Heijden Heide Hinterthür Caroline Hoogland Lieke van Hooijdonk Bernadette Janssen Jens Jorritsma Roelant ten Kate Herman de Kovel Frederik Künzel Jos Lafeber Chris van Langen

Sander Lap Willemijn Lofvers John Lonsdale Francesco Marullo Reimar von Meding Herman Meijer Ernie Mellegers Klaas van der Molen Robert von der Nahmer Dirk Peters Alexander Pols Margreet Pruijt Michiel Raats Vincent de Rijk Olga Russel Margit Schuster Minke Themans Aldo Trim Wouter Veldhuis Pieta Verhoeven Jan Vermeulen Lucas Verweij Jeroen Visschers Yana Vlasova Jacob Voorthuis

Ont

wer

p: S

tudi

o B

eige

| D

rukw

erk:

Cas

tellu

m |

Opl

age:

800

Rotterdamse Academie van BouwkunstDirectiekade 23, 3089 JA RotterdamThe Netherlands

+31(0)10 794 48 [email protected]