Programmaboekje Meta4 27/11/2012

8
Meta4 12|13 27.11.2012 Kwartet 2/5

description

Programmaboekje Meta4 27/11/2012

Transcript of Programmaboekje Meta4 27/11/2012

Page 1: Programmaboekje Meta4 27/11/2012

Meta4

12|13

27.11.2012Kwartet

2/5

Page 2: Programmaboekje Meta4 27/11/2012

Praktisch 20u15 start concert | concertzaal21u00 pauze22u00 vermoedelijk einde concert

Kwartet 2012 | 2013

Quatuor Terpsycordes, J. Dähler & J. Marosi 1/5vr 12 oktober 2012

Meta4 2/5di 27 november 2012

Quatuor Modigliani & J.-F. Neuburger 3/5di 22 januari 2013

Pavel Haas Quartet 4/5za 9 maart 2013

Belcea Quartet 5/5do 28 maart 2013

Pralines voor de artiesten worden geschonken door Patisserie & Chocolaterie Joost Arijs.www.joostarijs.be

Page 3: Programmaboekje Meta4 27/11/2012

Programma

F. SCHUBERT (1797-1828)Strijkkwartet nr. 14 ‘Der Tod und das Mädchen’AllegroAndante con motoScherzo: Allegro moltoPresto

PAUZE

H. PURCELL (1659-1695)Fantasias for viol consortFantasie in e, Z 741Fantasie in F, Z 737Fantasie in c, Z 738Fantasie in G, Z 742

G. CRUMB (1929)Black Angels (1971)Departure1. THRENODY I: Night of the Electric Insects - 2. Sounds of Bones and Flutes - 3. Lost Bells - 4. Devil-music - 5. Danse Macabre

Absence6. Pavana Lachrymae - 7. THRENODY II: BLACK ANGELS! - 8. Sarabanda de la Muerte Oscura - 9. Lost Bells (Echo)

Return10. God-music - 11. Ancient Voices - 12. Ancient Voices (echo) - 13. THRENODY III: Night of the Electric Insects

Page 4: Programmaboekje Meta4 27/11/2012

De partituur van het strijkkwartet Black Angels van George Crumb draagt twee opschriften: ‘in tempore belli’ (in tijden van oorlog) en ‘finished on Friday the Thirteenth, March, 1970’. 1970 was een zwaar jaar voor Amerika. De moorden op Martin Luther King en Robert Kennedy lagen nog vers in het geheugen en raciale onlusten zetten verschillende grootsteden in rep en roer. Toch was het vooral de oor-log in Vietnam die de hele natie in de ban hield. “Things were turned upside down”, schreef Crumb. “There were terrifying things in the air… they found their way into Black Angels.” De Amerikaanse compo-nist concipieerde het strijkkwartet als “een soort parabel over onze onrustige heden-daagse wereld”, een surrealistisch begra-fenisritueel als protest tegen het moorden.

Centraal in het werk plaatst Crumb het conflict tussen goed en kwaad, tussen God en de Duivel. De titel verwijst naar het ar-chetypische beeld van de ‘zwarte engel’ uit de schilderkunst, een beeld dat bij heel wat oude meesters symbool stond voor de ge-vallen engel of de Duivel. Ook de titels van de aparte delen verwijzen naar de span-ning tussen God en Duivel. Zo noemde Crumb het vierde deel ‘Devil-music’ en het tiende deel ‘God-music’. Het kwartet be-staat uit dertien delen (‘Thirteen Images

from the Dark Land’) en verbeeldt een reis van de ziel via drie grote stadia: Vertrek (Departure – fall from grace), Afwezigheid (Absence – spiritual annihilation) en Terugkeer (Return – redemption). Crumb articuleert die grote boogstructuur met de drie zogenaamde ‘Threnody’-delen: de delen 1, 7 en 13. Het werk wordt beheerst door een getallensymboliek waarin de ge-tallen 7 en 13 centraal staan. 7 staat voor het goede, 13 voor het kwaad. De getallen bepalen de lengte van muzikale frasen, de duur van noten en herhalingspatronen. Crumb organiseert ook de toonhoogtes volgens deze symboliek. Zo duikt de da-lende opeenvolging van de noten mi, la en re-kruis regelmatig op, waarbij tussen de opeenvolgende noten telkens zeven halve tonen liggen. De dalende sprong van de hoge mi naar lage re-kruis overbrugt dan weer dertien halve tonen. In de partituur vraagt Crumb de muzikanten bovendien om cijfers van een tot dertien te zingen in het Duits, Frans, Russisch, Hongaars, Japans en Swahili. Ook de datum op de partituur bevat meerdere verwijzingen naar de getallensymboliek.

In het zesde deel ‘Pavana Lachrymae’ ci-teert Crumb de langzame beweging van Franz Schuberts beroemde strijkkwartet Der Tod und das Mädchen uit 1826, een

27.11.2012 | Meta4Kwartet in donkere tijdenDoor Jan Vandenhouwe

Page 5: Programmaboekje Meta4 27/11/2012

werk waarin Schubert, net als Crumb, met de dualiteit van goed en kwaad speelt, van licht en donker. De bijnaam van het strijk-kwartet verwijst naar het gelijknamige lied dat Schubert zeven jaar voordien schreef op een tekst van de romantische dichter Matthias Claudius. Het lied is een dialoog tussen de dood en een meisje dat hij komt ophalen. Na een plechtige, donkere inlei-ding, smeekt het meisje: ‘Ik ben jong, ga, en raak mij niet aan’. Het zachte antwoord van de dood, ‘Ik ben een vriend en kom jou niet straffen – je zal zacht in mijn armen slapen’ is muzikaal gebaseerd op de inlei-ding. In het Andante van het strijkkwartet combineert Schubert die inleiding met een deel van het antwoord van de dood om er een lange lyrische melodie mee te vormen, die de basis vormt voor een reeks van vijf variaties en een coda. De dood fascineert, verleidt en biedt hier, zoals zo vaak bij Schubert, troost. De overige delen van Schuberts veertiende strijkkwartet worden echter door een heel ander doods-beeld beheerst. In de hectische, koortsach-tige accenten van de snellere delen duikt de gruwelijke dood op die we kennen uit zijn lied Der Erlkönig. Het tweede thema van de finale herinnert expliciet aan dit lied waarin de dood tot een stervend kind zingt: ‘ik hou van jou, ik hou van jouw mooie gestalte, maar als je niet mee wil komen, gebruik ik geweld’. De twee visies op de dood, de verleidelijke en de bedrei-gende, staan in Schuberts kwartet onver-zoend naast elkaar.

Met zijn late strijkkwartetten wilde Schubert zich naar eigen zeggen “een weg banen naar een grote symfonie”. Naar de ‘grote’ negende symfonie, die niet veel la-ter ontstond, wijzen niet alleen de groot-

schalige dimensies van Der Tod und das Mädchen vooruit, maar ook de bijna or-kestrale sonoriteit die Schubert aan de vier strijkers ontlokt. George Crumb gaat in Black Angels nog een stap verder. Hij breekt er met de gebruikelijke intieme so-noriteit van het strijkkwartet door de strij-kers elektronisch te versterken. Zo creëert hij een bevreemdend klankbeeld, waarvan hij het surrealistisch effect nog versterkt door verschillende ongewone speeltech-nieken en klankeffecten voor te schrijven. Crumb vraagt de strijkers niet alleen om maracas, tam-tams en met water gevulde glazen te bespelen, maar ook om te zingen of met vingerhoeden de snaren te laten trillen.

Crumb vervreemdt het reeds vermelde citaat van Der Tod und das Mädchen door de muzikanten op de ‘foute’ kant van de snaren te laten strijken. Zo ver-krijgt hij een klankbeeld dat herinnert aan de Engelse fantasia’s voor gamba-consort uit de late renaissance en vroege barok. Franz Schubert klinkt in Crumbs Dark Angels plots als Henry Purcell, wiens vijftien Fantasias for viol consort de bekroning vormen van deze Engelse kamermuziektraditie die meer dan twee eeuwen omspant. Componisten als Byrd, Gibbons, Lawes, Jenkins en Locke schre-ven honderden fantasia’s die tot de beste kamermuziek behoren die in Europa werd geschreven voor het ontstaan van het klas-sieke strijkkwartet. Purcell componeerde al zijn Fantasias in ijltempo tijdens de zo-mer van 1680. Deze werken voor consorts van drie tot zeven gamba’s worden vaak met Bachs Die Kunst der Fuge vergeleken. De eenentwintigjarige Purcell combineert er de populaire Italiaanse en Franse stijl

Page 6: Programmaboekje Meta4 27/11/2012

van zijn tijd met het imitatief contrapunt van de Engelse vocale polyfonie, een iet-wat archaïsche schrijfwijze waaraan heel wat Engelsen tot ver in de zeventiende eeuw vasthielden.

George Crumb schreef dat sommige pas-sages van Black Angels “erg middeleeuws” klinken. Doorheen het stuk refereert hij aan de Dies-Irae-sequens (‘Dag van de woede’) uit het gregoriaanse requiem en speelt hij met de middeleeuwse symbo-liek van de ‘Diabolus in musica’, het zoge-naamde duivelsinterval van de tritonus, de dissonante overmatige kwart. De muzikale citaten en allusies aan muziek van het ver-leden staan in Crumbs kwartet ten dienste van de symboliek van goed en kwaad, God en Duivel. De Amerikaanse componist al-ludeert aan barokmuziek, met het dans-ritme van de sarabande in het achtste deel of de ‘Trillo di Diavolo’, de zogenaamde duivelstriller van de Italiaanse barokcom-ponist en violist Giuseppe Tartini. In de zogenaamde ‘God Music’ straalt dan weer het tonaal akkoord van si-groot.

Akkoorden van si-groot waren rond 1970 zeldzaam in de nieuwe muziek, die nog steeds gedomineerd werd door het seria-lisme. De mathematische compositietech-niek van componisten als Pierre Boulez en Karlheinz Stockhausen liet overigens weinig ruimte voor expressie of emoti-onaliteit. De directe sensualiteit en het esthetische eclecticisme van Crumbs muziek sloegen in als een bom. Zoals bijna alle Amerikaanse componisten van zijn generatie groeide Crumb nochtans op met de meer academische modernis-tische stijlen van die tijd. Tussen 1963 en 1970 componeerde hij echter acht werken op teksten van de Spaanse surrealisti-

sche dichter Federico Garcia Lorca, wiens schokkende beeldspraak vol wilde con-trasten en nachtmerrieachtige visioenen Crumb aanspoorde om ook in zijn muziek “contrasterende stilistische elementen te laten versmelten”. In de werken uit die periode duiken flarden Bach, Chopin of Mahler op, waarvan Crumb het timbre niet zelden vervormt of vervreemdt met effecten die herinneren aan Cage’s prepa-red piano. Voor sommige van die effecten vond Crumb inspiratie in herinneringen aan zijn jeugd in West-Virginia. De klank van het Amerikaanse platteland, van banjo’s, hillbilly-gitaren en zingende za-gen mengde Crumb moeiteloos met die van Aziatische percussie als Tibetaanse gebedsstenen of Japanse tempelklokken. Crumb maakte van timbre of klankkleur een overheersende parameter in zijn mu-zikale denken (in de jaren tachtig zouden velen zijn voorbeeld volgen). Net als an-dere componisten uit de jaren ’60 en ’70 schreef Crumb in zijn muziek bovendien steeds vaker theatrale en rituele bewegin-gen voor. Al deze tendensen uit Crumbs muziek van de jaren ’60 komen samen in Black Angels. Het strijkkwartet groeide meteen na de première uit tot een klas-sieker en werd ondertussen al meer dan tien keer opgenomen. Voor hedendaagse kunstmuziek is dat een zeldzaamheid.

Jan Vandenhouwe werkte tot 2009 als dramaturg met Gerard Mortier in de Opéra de Paris. De voorbije jaren was hij programmator in Concertgebouw Brugge. Nu werkt hij als muziekdramaturg met Alain Platel en Johan Simons.

Page 7: Programmaboekje Meta4 27/11/2012

In het Handelsbeursmagazine van dit najaar verscheen een interview met Tomas Djupsöbacka, cellist van Meta4. Hieronder vindt u een ingekorte versie.

Vandaag zijn er internationaal verrassend veel strijkkwartetten die technisch een zeer hoog ni-veau halen. Waarin maken jullie het verschil?

“We zijn vier musici met een eigen karakter en eigen muzikale interesses. Daarom blijven we elkaar er voortdurend aan herinneren dat ieder zijn ding moet kunnen doen in de muziekwereld, buiten het kwartet. Zo ontmoet elk lid telkens nieuwe musici en speelt ieder van ons weer op andere inspirerende plekken. Al die verschillende ervaringen komen sa-men in Meta4. Want je moet natuurlijk heel veel tijd samen investeren als je een hoog niveau wil bereiken.”

Uiten die verschillende sma-ken zich ook in de keuze van het repertoire?

“We vertrekken telkens vanuit onze affiniteit met een bepaalde componist of een specifiek werk. Daar bijten we ons dan met toewijding in vast. Zo was er de afgelopen tien jaar het Voces intimae van Sibelius, en slechts enkele kwartet-ten van Haydn en Sjostakovitsj, waar we ons heel grondig in verdiept hebben. Een opname die we binnenkort realiseren zet die aanpak nogmaals in de verf. We zul-len twee kwartetten van Kaija Saariaho opnemen en leden van Meta4 spelen dan ook solowerk van haar. Ook zo vullen in-dividu en collectief elkaar weer aan om tot een dieper inzicht te komen in het oeuvre en de geest van een componiste.”

En in Gent gaan jullie door de tijd reizen?

“Het is een Spaanse concertorganisa-tor die ons erop wees dat George Crumb zowel Purcell als Schubert citeert in zijn Black Angels, en hij stelde voor om die werken te combineren. Het kwartet van Crumb is al meer dan veertig jaar oud, maar klinkt nog altijd modern. Het is ook echt een stuk om live te brengen: dankzij de elektrische versterking en de kwar-tetspelers die ook percussionisten zijn, maakt het visuele gewoon deel uit van het werk. Zo ervaar je dat een strijkkwartet niet altijd gezellig en intiem moet zijn.”

Schuberts kwartet Der Tod und das Mädchen is een echte klassieker. Hoe pak je zo’n icoon aan?

“Opnames van andere kwartetten zijn zeker geen leidraad voor ons, maar we wil-len ons wel historisch informeren. Ik vind het belangrijk om naast de strijkkwartet-ten van Schubert ook zijn pianosonates of symfonieën te kennen. Zo evolueren we naar een persoonlijke interpretatie die vanuit de partituur en de wereld van de componist geboren wordt.” (Tom Eelen)

Het Finse Meta4 neemt op bij het label Hänssler Classic.www.meta4.fi

Meta4Antti Tikkanen | vioolMinna Pensola | vioolAtte Kilpeläinen | altvioolTomas Djupsöbacka |cello

Page 8: Programmaboekje Meta4 27/11/2012

Tekst Jan Vandenhouwe | Foto Quatuor Modigliani © Carole Bellaiche | Coördinatie programmaboekje Handelsbeurs Concertzaal | V.U.: Stefaan D’haeze © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent

Blind Date en Blind Date Mini

Ictus en Handelsbeurs organiseren op 31.01.2013 voor de tweede maal een ‘mu-zikale blind date’, het spannende concert-concept waarbij het publiek op voorhand niet weet wat er gespeeld zal worden. Blind Date Mini op 26.01.13 is een prelude hierop met leerlingen uit het deeltijds muziekonderwijs.

Abonnement Bach

Het voorjaar van de Handelsbeurs staat in het teken van Bach zoals u hem niet vaak hoort: intieme, pure kamermuziek met historische uitvoeringen en verrassende bewerkingen op barokviool, gitaar, luit, sax en luit. Het Bach abonnement bundelt Amandine Beyer (18.01.2013), Raphaella Smits (10.02.2013), Blindman [sax] (1.03.2013) & Hopkinson Smith (17.04.2013).

Binnenkort in de Handelsbeurs: Quatuor Modigliani & J-F Neuburger (piano)

C. Franck, C. Saint-Saëns, M. Ravel di 22.01.2013