Profilering herstructurering, duurzaamheid en samenwerking stivas magazine nr. 16

2
Profilering: herstructurering, duurzaamheid en samenwerking Herstructurering, duurzaamheid en samenwerking moeten De provincie gaf in april 2012 de opdracht voor een onder- zoek naar de mogelijkheden om de herstructurering van Al- ton I en II weer vlot te trekken. Samen met de ondernemers, banken en andere betrokken organisaties werd een zogeheten innovatielab gehouden. In verschillende brainstormsessies is een gemeenschappelijke koers bepaald. Een belangrijke eerste stap, vindt Van der Burg: “Samen een doel bepalen ge- combineerd met de route waarlangs die moet worden bereikt, is nu essentieel. Het gebied staat al jaren stil. Er wordt amper nog geïnvesteerd. Her en der worden wel kassen verhuurd, maar dat is voornamelijk voor het lagere productiesegment. Op zich niet verkeerd voor de verhuurders, maar het gebied gaat er niet op vooruit.” Perspectief Grontmij is begonnen met een inventarisatie hoe het gebied ervoor staat. Daarbij maakte het onderzoeksbureau dankbaar gebruik van de stapel bestaande rapporten die er al lag. “Er is heel veel over Alton geschreven, onder andere ook door LTO Noord en Stivas. De benodigde informatie was dus betrekke- lijk snel te achterhalen. Op zich mooi, maar daarin schuilde eigenlijk ook het probleem. Er zijn diverse studies gedaan, zonder dat daaraan direct een vervolg is gegeven,” zegt Van der Burg, die als verzachtende omstandigheid aanvoert dat de economische situatie het er voor de tuinders en daarmee ook de overheden de laatste jaren een stuk lastiger op maakte. “Daardoor lag de blik meer op de eigen situatie in plaats van op het grote geheel.” De wil om er iets van te maken is er wel degelijk, proeft Van der Burg. “Alton heeft perspectief! Punt is: wie zet de eerste stap? En nog belangrijker: wie knoopt de informatie, de goede voornemens en doelen aan elkaar. Wij hebben enkele rode draden gevonden, uiteraard in nauwe samenspraak met de belanghebbenden en daar globale uitvoeringsplannen aan gehangen, direct gekoppeld aan betrokken partijen die daarin een rol zouden kunnen spelen. Dat uitvoeringspro- gramma 2020 – 2030 is eigenlijk het meest interessante van deze studie, want dan gaat er daadwerkelijk iets gebeuren”, stelt Van der Burg. Herstructurering Deelproject 1 behelst de herstructurering. Om die weer vlot te trekken is een centrale aansturing nodig, waarbij Grontmij denkt aan soort ontwikkelingsbedrijf, die een (revolverend) investeringsfonds beheert. Daarmee kunnen tuinders uit het buitengebied van Heerhugowaard en de omliggende gemeen- ten worden verplaatst naar Alton, waarmee volgens Van der Burg twee vliegen in één klap worden geslagen. “Het glastuin- bouwgebied Alton krijgt een nieuwe impuls en het verspreid liggend glas in het landelijk gebied wordt opgeruimd.” Een eerste peiling in de omgeving leert dat zes ondernemers die stap best zouden willen maken, vertelt Van der Burg. De ondernemers zouden interesse hebben in zo’n 20 hectare voor nieuwvestiging en daarnaast nog 20 hectare voor latere uit- Het tuinbouwgebied Alton in Heerhugowaard moet zich meer profileren. Glastuinders hebben in Nederland volop keuze uit locaties om zich te vestigen. Alleen al in Greenport Noord-Holland Noord zijn er nog twee opties, stelt Lennart van der Burg van Grontmij. “AgriportA7 richt zich op bedrijven boven de 20 hec- tare en Het Grootslag ruwweg van 10 tot 20 hectare. Alton zou zich moeten richten op de bedrijven tot 10 hectare en dan met name op het hogere segment.” Die focus lijkt te kunnen werken, want de eerste nieuwe ondernemers hebben zich al gemeld. Alton bundelt krachten en bepaalt gezamenlijke koers Actueel breiding. “Dat is een positieve ontwikkeling, waarmee Alton ook het signaal afgeeft niet langer af te wachten wat er op het pad komt, maar zelf het initiatief neemt. De complexe factor - ken tussen de verplaatsingskosten en de latere opbrengsten vanuit de ‘Ruimte voor Ruimte-regeling’. In Uithoorn wordt al gewerkt met zo’n fonds en de eerste reacties zijn positief.” Grontmij heeft becijferd dat voor de uitplaatsing van de zes ondernemers een bedrag van circa 15 miljoen euro nodig regeling’, dan staat dat ruwweg gelijk aan de bouw van 100 tot 130 vrijstaande woningen, rekent Van der Burg voor. “Die kunnen onmogelijk allemaal op de plek van de zes glasbedrij- ven worden gebouwd. Heerhugowaard als uitwijkmogelijk- ligt van 3.500 woningen. Er zou dus bovenregionaal moeten kunnen worden gekeken, met als ‘vraaggestuurd bouwen’ als uitgangspunt.” Steun van de provincie is nodig, voor de bovenregionale af- stemming tussen gemeenten. Sommige ondernemers hebben het al individueel geprobeerd met de ruimte voor ruimte- regeling, maar komen er niet doorheen, vertelt Van der Burg. “Een gezamenlijke organisatie met kennis van zaken - zowel in de uitvoering steken. Op zich staat de provincie daar positief tegenover als er ook privaat geld wordt ingebracht, bijvoorbeeld door de banken met posities in het gebied. Daarnaast is het van belang dat de gemeente Heerhugowaard zich aan het project committeert en daarin ook een actieve rol op zich neemt. ” Duurzaamheid Het tweede deelproject betreft een duurzame verkenning. Ook daar is het een kwestie van meer gezamenlijk optrek- ken en centraal aansturen, legt Van der Burg uit. “Daarmee is Alton gelijk ook een serieuze gesprekspartner. In eerste instantie is dit het spoor dat ooit met de HVC in Alkmaar is uitgestippeld, voor de doorlevering van warmte en CO2. Inmiddels is wel duidelijk dat het Alton-gebied daarvoor te klein is. Het gebied kan zeker aanhaken, mocht er iets in die richting worden ontwikkeling. Maar ook in andere duurzame ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de geothermie, valt veel winst te behalen. Om daarin concessies aan te vragen is een gezamenlijke gebiedsorganisatie cruciaal.” Van der Burg stipt daarmee direct deelproject drie aan. “Naast energie zijn ook innovatie, onderwijs en bijvoorbeeld parkmanagement punten waarmee een gebied zich kan - sproken. Daarom zou het goed zijn om een gebiedsmanager aan te stellen die de contacten onderhoudt met organisaties als Energyboard, Agriboard en glastuinbouwgebieden Het Grootslag en AgriportA7. Voordeel daarvan is dat niet alles op eigen houtje hoeft te worden opgezet. Er gebeurt al veel in de Greenport, waarop kan worden aangesloten. Al doende - de andere locaties in Noord-Holland Noord, of pak ‘m beet PrimaViera, Dinteloord of Terneuzen. Als het gebied zich zo kan onderscheiden, dan is dat een enorme winst.” Tijdens de vergadering van het Algemeen Bestuur van Stivas op 1 november in Den Oever zijn de globale uitkomsten van het Grontmij-onderzoek nader belicht. Lennart van der Burg was daarbij ook aanwezig. “Stivas kan ook in het Alton-gebied een rol van betekenis blijven spelen. Bij de uitvoering van deze projecten, onder regie van een soort ontwikkelingsbedrijf en aangestuurd door een gebiedsorganisatie, blijft die kennis van het gebied en dan met name de ondernemers zeer waardevol. Net als de ervaring en kunde om die informatie om te zetten in mogelijke oplossingen.” Kennis van gebied en ondernemers 46 STIVAS * DECEMBER 2012 STIVAS * DECEMBER 2012 47

Transcript of Profilering herstructurering, duurzaamheid en samenwerking stivas magazine nr. 16

Page 1: Profilering herstructurering, duurzaamheid en samenwerking  stivas magazine nr. 16

Profilering: herstructurering, duurzaamheid en samenwerking

Herstructurering, duurzaamheid en samenwerking moeten

De provincie gaf in april 2012 de opdracht voor een onder-

zoek naar de mogelijkheden om de herstructurering van Al-

ton I en II weer vlot te trekken. Samen met de ondernemers,

banken en andere betrokken organisaties werd een zogeheten

innovatielab gehouden. In verschillende brainstormsessies

is een gemeenschappelijke koers bepaald. Een belangrijke

eerste stap, vindt Van der Burg: “Samen een doel bepalen ge-

combineerd met de route waarlangs die moet worden bereikt,

is nu essentieel. Het gebied staat al jaren stil. Er wordt amper

nog geïnvesteerd. Her en der worden wel kassen verhuurd,

maar dat is voornamelijk voor het lagere productiesegment.

Op zich niet verkeerd voor de verhuurders, maar het gebied

gaat er niet op vooruit.”

Perspectief Grontmij is begonnen met een inventarisatie hoe het gebied

ervoor staat. Daarbij maakte het onderzoeksbureau dankbaar

gebruik van de stapel bestaande rapporten die er al lag. “Er is

heel veel over Alton geschreven, onder andere ook door LTO

Noord en Stivas. De benodigde informatie was dus betrekke-

lijk snel te achterhalen. Op zich mooi, maar daarin schuilde

eigenlijk ook het probleem. Er zijn diverse studies gedaan,

zonder dat daaraan direct een vervolg is gegeven,” zegt Van

der Burg, die als verzachtende omstandigheid aanvoert dat

de economische situatie het er voor de tuinders en daarmee

ook de overheden de laatste jaren een stuk lastiger op

maakte. “Daardoor lag de blik meer op de eigen situatie in

plaats van op het grote geheel.”

De wil om er iets van te maken is er wel degelijk, proeft Van

der Burg. “Alton heeft perspectief! Punt is: wie zet de eerste

stap? En nog belangrijker: wie knoopt de informatie, de

goede voornemens en doelen aan elkaar. Wij hebben enkele

rode draden gevonden, uiteraard in nauwe samenspraak met

de belanghebbenden en daar globale uitvoeringsplannen

aan gehangen, direct gekoppeld aan betrokken partijen die

daarin een rol zouden kunnen spelen. Dat uitvoeringspro-

gramma 2020 – 2030 is eigenlijk het meest interessante van

deze studie, want dan gaat er daadwerkelijk iets gebeuren”,

stelt Van der Burg.

HerstructureringDeelproject 1 behelst de herstructurering. Om die weer vlot

te trekken is een centrale aansturing nodig, waarbij Grontmij

denkt aan soort ontwikkelingsbedrijf, die een (revolverend)

investeringsfonds beheert. Daarmee kunnen tuinders uit het

buitengebied van Heerhugowaard en de omliggende gemeen-

ten worden verplaatst naar Alton, waarmee volgens Van der

Burg twee vliegen in één klap worden geslagen. “Het glastuin-

bouwgebied Alton krijgt een nieuwe impuls en het verspreid

liggend glas in het landelijk gebied wordt opgeruimd.”

Een eerste peiling in de omgeving leert dat zes ondernemers

die stap best zouden willen maken, vertelt Van der Burg. De

ondernemers zouden interesse hebben in zo’n 20 hectare voor

nieuwvestiging en daarnaast nog 20 hectare voor latere uit-

Het tuinbouwgebied Alton in Heerhugowaard moet zich meer profileren.

Glastuinders hebben in Nederland volop keuze uit locaties om zich te vestigen.

Alleen al in Greenport Noord-Holland Noord zijn er nog twee opties, stelt Lennart

van der Burg van Grontmij. “AgriportA7 richt zich op bedrijven boven de 20 hec-

tare en Het Grootslag ruwweg van 10 tot 20 hectare. Alton zou zich moeten richten

op de bedrijven tot 10 hectare en dan met name op het hogere segment.” Die focus

lijkt te kunnen werken, want de eerste nieuwe ondernemers hebben zich al gemeld.

Alton bundelt krachten enbepaalt gezamenlijke koers

Actueel

breiding. “Dat is een positieve ontwikkeling, waarmee Alton

ook het signaal afgeeft niet langer af te wachten wat er op het

pad komt, maar zelf het initiatief neemt. De complexe factor

-

ken tussen de verplaatsingskosten en de latere opbrengsten

vanuit de ‘Ruimte voor Ruimte-regeling’. In Uithoorn wordt

al gewerkt met zo’n fonds en de eerste reacties zijn positief.”

Grontmij heeft becijferd dat voor de uitplaatsing van de zes

ondernemers een bedrag van circa 15 miljoen euro nodig

regeling’, dan staat dat ruwweg gelijk aan de bouw van 100

tot 130 vrijstaande woningen, rekent Van der Burg voor. “Die

kunnen onmogelijk allemaal op de plek van de zes glasbedrij-

ven worden gebouwd. Heerhugowaard als uitwijkmogelijk-

ligt van 3.500 woningen. Er zou dus bovenregionaal moeten

kunnen worden gekeken, met als ‘vraaggestuurd bouwen’ als

uitgangspunt.”

Steun van de provincie is nodig, voor de bovenregionale af-

stemming tussen gemeenten. Sommige ondernemers hebben

het al individueel geprobeerd met de ruimte voor ruimte-

regeling, maar komen er niet doorheen, vertelt Van der Burg.

“Een gezamenlijke organisatie met kennis van zaken - zowel

in de uitvoering steken. Op zich staat de provincie daar

positief tegenover als er ook privaat geld wordt ingebracht,

bijvoorbeeld door de banken met posities in het gebied.

Daarnaast is het van belang dat de gemeente Heerhugowaard

zich aan het project committeert en daarin ook een actieve rol

op zich neemt. ”

DuurzaamheidHet tweede deelproject betreft een duurzame verkenning.

Ook daar is het een kwestie van meer gezamenlijk optrek-

ken en centraal aansturen, legt Van der Burg uit. “Daarmee

is Alton gelijk ook een serieuze gesprekspartner. In eerste

instantie is dit het spoor dat ooit met de HVC in Alkmaar

is uitgestippeld, voor de doorlevering van warmte en CO2.

Inmiddels is wel duidelijk dat het Alton-gebied daarvoor te

klein is. Het gebied kan zeker aanhaken, mocht er iets in die

richting worden ontwikkeling. Maar ook in andere duurzame

ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de geothermie, valt veel

winst te behalen. Om daarin concessies aan te vragen is een

gezamenlijke gebiedsorganisatie cruciaal.”

Van der Burg stipt daarmee direct deelproject drie aan.

“Naast energie zijn ook innovatie, onderwijs en bijvoorbeeld

parkmanagement punten waarmee een gebied zich kan

-

sproken. Daarom zou het goed zijn om een gebiedsmanager

aan te stellen die de contacten onderhoudt met organisaties

als Energyboard, Agriboard en glastuinbouwgebieden Het

Grootslag en AgriportA7. Voordeel daarvan is dat niet alles

op eigen houtje hoeft te worden opgezet. Er gebeurt al veel

in de Greenport, waarop kan worden aangesloten. Al doende

-

de andere locaties in Noord-Holland Noord, of pak ‘m beet

PrimaViera, Dinteloord of Terneuzen. Als het gebied zich zo

kan onderscheiden, dan is dat een enorme winst.”

Tijdens de vergadering van het Algemeen Bestuur van Stivas

op 1 november in Den Oever zijn de globale uitkomsten van het

Grontmij-onderzoek nader belicht. Lennart van der Burg was

daarbij ook aanwezig. “Stivas kan ook in het Alton-gebied een rol

van betekenis blijven spelen. Bij de uitvoering van deze projecten,

onder regie van een soort ontwikkelingsbedrijf en aangestuurd

door een gebiedsorganisatie, blijft die kennis van het gebied

en dan met name de ondernemers zeer waardevol. Net als de

ervaring en kunde om die informatie om te zetten in mogelijke

oplossingen.”

Kennis van gebied en ondernemers

46 STIVAS * DECEMBER 2012 STIVAS * DECEMBER 2012 47

Page 2: Profilering herstructurering, duurzaamheid en samenwerking  stivas magazine nr. 16

“De kennis van het gebied en dan met

name de ondernemers is zeer waardevol

bij het uitwerken van dit soort projecten.

En ook bij de uitvoering ervan, onder

regie van het ontwikkelingsbedrijf en de

gebiedsorganisatie, blijft die ervaring en

kunde goud waard.”

Lennart van der Burg (Grontmij)

PAGINA 43 >>

ARCHIEF THEO DEN HAAN - 1999

IN VOGELVLUCHT HEERHUGOWAARD

50 STIVAS * DECEMBER 2012 STIVAS * DECEMBER 2012 51