Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

18
D it artikel is een bijdrage van de defensie- attaché en de adjunct-defensieattachés bij de ambassade in Berlijn. Allereerst schetsen we de Duitse politieke omgeving en op hoofdlijnen het Nederlandse beleid voor internationale militaire samenwerking. Daarna zoomen we in op de Bundeswehr en de recente ontwikkelingen. Als laatste beschouwen we de Duitse-Neder- landse militaire samenwerking en mogelijk- heden ter verdieping. We hebben bij het schrijven dankbaar gebruik gemaakt van diverse beleidsstukken en rapportages. Om meer over de politiek-economische context van de Nederlandse relatie met Duitsland te weten te komen verwijzen we naar het interes- sante themanummer over Duitsland van de Internationale Spectator (maart 2012). Dit onder- werp diepen we in dit artikel niet uit, maar we steken in paragraaf twee bewust meteen door naar het Nederlandse defensiebeleid voor internationale militaire samenwerking. Politieke context Duitsland Harer Majesteits Ambassadeur, Marnix Krop, opende vorig jaar de eerste stafvergadering met de opmerking dat het aankomende jaar voor Duitsland (en daarmee ook deels voor Neder- land) in het teken zou staan van drie zaken. Als eerste de euro en de redding van die munt, zo zei hij. Duitsland bevindt zich vanwege zijn economische positie ‘in het oog van de storm’. Het tweede punt is het tijdelijke Duitse lid- maatschap van de VN-Veiligheidsraad. Het derde punt is het feit dat er verschillende Land- tagswahlen zijn, waarbij meer dan 50 procent van de Duitsers een stem kan uitbrengen. VAN OPDORP, VAN DER HEIJDEN EN VALK 386 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012 * De auteurs zijn werkzaam bij de Nederlandse ambassade in Berlijn. Militaire samenwerking met Duitsland en de herstructurering van de Bundeswehr Nederland beschouwt Duitsland altijd als strategische partner, maar dat is niet per definitie wederkerig. Nederland staat in Duitsland te boek als een betrouwbare, maar niet als een strategische partner. De relatie valt het best te kenmerken als asymmetrisch. De Nederlands-Duitse samenwerking gaat veel verder dan het Duits-Nederlandse Legerkorps in Münster of de politietrainingsmissie in Kunduz. Bij samenwerking kijkt Nederland vaak eerst en vooral naar de eigen zijde, maar het zou verstandiger zijn tevens de vraag te stellen: wat is de Duitse winst? De ontwikkeling naar meer multilaterale militaire verbanden hoeft de bilaterale samenwerking met Duitsland in de toekomst zeker niet in de weg te staan. Kolonel G.J.M. van Opdorp, defensieattaché* KLTZA drs. P.J.M.M. van der Heijden, adjunct-defensieattaché Ltkol mr. B. Valk, adjunct-defensieattaché ‘Es ist nicht genug, zu wissen, man muss auch anwenden. Es ist nicht genug, zu wollen, man muss auch tun.’ J.W. von Goethe

Transcript of Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

Page 1: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

Dit artikel is een bijdrage van de defensie-attaché en de adjunct-defensieattachés bij

de ambassade in Berlijn. Allereerst schetsen we de Duitse politieke omgeving en op hoofdlijnenhet Nederlandse beleid voor internationale militaire samenwerking. Daarna zoomen we inop de Bundeswehr en de recente ontwikkelingen.Als laatste beschouwen we de Duitse-Neder-landse militaire samenwerking en mogelijk-heden ter verdieping. We hebben bij hetschrijven dankbaar gebruik gemaakt van diverse beleidsstukken en rapportages. Om meer over de politiek-economische contextvan de Nederlandse relatie met Duitsland te

weten te komen verwijzen we naar het interes-sante themanummer over Duitsland van de Internationale Spectator (maart 2012). Dit onder-werp diepen we in dit artikel niet uit, maar we steken in paragraaf twee bewust meteendoor naar het Nederlandse defensiebeleid voorinternationale militaire samenwerking.

Politieke context Duitsland

Harer Majesteits Ambassadeur, Marnix Krop,opende vorig jaar de eerste stafvergadering metde opmerking dat het aankomende jaar voorDuitsland (en daarmee ook deels voor Neder-land) in het teken zou staan van drie zaken. Als eerste de euro en de redding van die munt,zo zei hij. Duitsland bevindt zich vanwege zijneconomische positie ‘in het oog van de storm’.Het tweede punt is het tijdelijke Duitse lid-maatschap van de VN-Veiligheidsraad. Hetderde punt is het feit dat er verschillende Land-tagswahlen zijn, waarbij meer dan 50 procentvan de Duitsers een stem kan uitbrengen.

VAN OPDORP, VAN DER HEIJDEN EN VALK

386 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

* De auteurs zijn werkzaam bij de Nederlandse ambassade in Berlijn.

Militaire samenwerking metDuitsland en de herstructureringvan de BundeswehrNederland beschouwt Duitsland altijd als strategische partner, maar dat is niet per definitie wederkerig. Nederland staat in Duitsland te boek als een betrouwbare, maar niet als een strategische partner. De relatievalt het best te kenmerken als asymmetrisch. De Nederlands-Duitse samenwerking gaat veel verder dan het Duits-Nederlandse Legerkorps in Münster of de politietrainingsmissie in Kunduz. Bij samenwerking kijktNederland vaak eerst en vooral naar de eigen zijde, maar het zou verstandiger zijn tevens de vraag te stellen:wat is de Duitse winst? De ontwikkeling naar meer multilaterale militaire verbanden hoeft de bilaterale samenwerking met Duitsland in de toekomst zeker niet in de weg te staan.

Kolonel G.J.M. van Opdorp, defensieattaché*KLTZA drs. P.J.M.M. van der Heijden, adjunct-defensieattachéLtkol mr. B. Valk, adjunct-defensieattaché

‘Es ist nicht genug, zu wissen, man muss auch

anwenden. Es ist nicht genug, zu wollen, man muss

auch tun.’

J.W. von Goethe

Page 2: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

Over het eerste punt viel in eerste aanleg nietveel te zeggen. De Duitse economie deed endoet het goed en er was zelfs kans dat er watruimte kwam in de begroting, althans dat er relatief minder bespaard hoeft te worden. De eurocrisis gooit echter de laatste tijd roet in het eten. Duitsland en Frankrijk zijn tochvooral de landen die de zwaarste lasten dragenbij de oplossing daarvan. Daarnaast is er de omwenteling in het Duitse atoomenergiebeleid(Atomausstieg). Deze beleidskeuze zal extradruk op de begroting leggen.

Bij het tweede punt is het Duitse abstain fromvote (als tijdelijk lid van de Veiligheidsraad) inzake de VN-resolutie nr 1973 van 17 maart2011 over Libië van belang. Deze ‘afzijdigheid’is in bondgenootschappelijk verband niet indank afgenomen en men probeert van Duitsezijde op alle mogelijke manieren de ‘schade’ te herstellen.

Het derde punt, de lopende Landtagswahlen en de mogelijke gevolgen voor partijen en de‘zwart-gele’ coalitie van CDU/CSU en FDP is

interessant genoeg om even bij stil te staan. Het werkt niet alleen door in het energiebeleidmaar ook op de Duitse missie in Afghanistan.De verkiezingen hebben niet alleen invloed opde Bondsdag maar ook op de samenstelling vande Bondsraad die mede de wetgeving vaststelt.Daarnaast was en is er gerommel binnen de coalitie van FDP en CDU vanwege de aanhou-dende ‘aanvallen’ op de positie van de (inmid-dels voormalige) leider van de FDP, Guido Westerwelle. Het punt is dat de FDP drama-tisch zakt in de opiniepeilingen. In 2013 zijn er nationale verkiezingen en als de uitslagenvan de Landtagswahlen ons niet bedriegen, zal er een andere coalitie dan de huidige aan-treden. Er wordt al gefilosofeerd over een rood-groen-gele (SPD, Groenen en FDP) coalitie of anders een zwart-groene (CDU/CSU met deGroenen), dan wel een ‘grote coalitie’ (zoalsvroeger) van CDU/CSU met de SPD. Westerwellewas naast partijleider tevens minister van Bui-tenlandse Zaken en Vizekanzler onder bonds-kanselier Angela Merkel. Hij is als partijvoorzit-ter opgevolgd door minister van EconomischeZaken Philipp Rösler, deed ook afstand van hetVizekanzleramt en is nu alleen nog minister.

MILITAIRE SAMENWERKING EN HERSTRUCTURERING BUNDESWEHR

387MILITAIRE SPECTATORJAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

De Duitse VN-ambassadeur Peter Wittig brengt de onthoudingsstem uit tijdens de zitting van de Veiligheidsraad over het ingrijpen in Libië

FOTO

VN, P. FILGUEIRA

S

Page 3: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

Het is duidelijk dat Westerwelle gewoon de rituitzit. De FDP staat bekend om haar non-inter-ventionistische opvattingen. Het ministerie vanBuitenlandse Zaken staat mede hierdoor anderstegenover de inzet van militairen en militairemiddelen dan het ministerie van Defensie.

Nederlands beleid internationalemilitaire samenwerking

Het belangrijkste richtsnoer voor internatio-nale militaire samenwerking is de ‘toets inter-nationale militaire samenwerking’ uit 2004.1

De toets is grotendeels gebaseerd op een rapportover dat onderwerp uit 2003 van de AdviesraadInternationale Vraagstukken (AIV).

De Hoofddirectie Algemeen Beleid (HDAB) geeftbinnen het ministerie van Defensie beleids-matig de richting aan die de internationale militaire samenwerking inslaat. Zij stelt de politieke prioriteiten in advies voor de ministervast en geeft aan welke grondslagen er zijnvoor internationale samenwerking. De Com-mandant der Strijdkrachten stelt in zijn mili-tair-strategische visie vast met welke landen en op welk gebied samenwerking wordt nage-streefd. Het is aan de krijgsmachtdelen om, puttend uit deze beide richtinggevende docu-menten, inhoud te geven aan hun samen-werkingsrelaties met andere landen.

HDAB onderscheidt in het huidige beleid driecategorieën doelen van internationale militairesamenwerking:

• doelen van politiek-strategische aard: ver-wezenlijken van buitenlandspolitieke doel-

stellingen (zoals verwoord in grondwet en regeerakkoord), verdediging/behartiging vangezamenlijke belangen en versterken van deinternationaal-politieke verbondenheid/tonenvan bondgenootschappelijke solidariteit,vormgeven aan economische diplomatie;

• doelen van militaire aard (effectiviteit): ver-beteren van de militaire inzetbaarheid en interoperabiliteit, vergroting van de (militair-strategische) informatiepositie en brederetoegang tot inlichtingen;

• doelen van financieel-economische aard(doelmatigheid): voorkomen van onnodigeduplicatie van militaire middelen en onge-wenste bezuinigingen op dezelfde capacitei-ten, realiseren van kostenbesparingen enschaalvoordelen, mede in het licht van Euro-pese en NAVO-inventarisaties van capaciteits-overschotten en -tekorten.

Naast deze documenten hebben recentelijk nogeen paar relevante beleidsdocumenten het lichtgezien. Ten eerste is er de brief van de ministervan Defensie van april 2011, waarin hij richtinggeeft aan beleidsintensiveringen en -extensi-veringen. De minister geeft daarin ook zijn ambities op het gebied van internationale samenwerking aan. Hij ziet een verdieping vande samenwerking in Benelux-verband en eenverdieping van de samenwerking met Duits-land. Aanvullend stelt hij dat de samenwerkingmet de NAVO-agentschappen, het European Defence Agency en grotere defensie-industrieënmogelijkheden bieden.

Naast de Beleidsbrief verscheen recentelijk Advies nr. 78 (januari 2012) van de Adviesraad Internationale Vraagstukken over ‘Europese militaire samenwerking’, dat stelt dat Neder-land alleen via nauwe samenwerking met andere nationale krijgsmachten militair han-delingsvermogen en daarmee internationale invloed kan behouden. Naast een Europese veiligheidsstrategie en een daarvan afgeleidetop-down benadering is volgens de AIV een bottom-up benadering nodig voor verdiepingvan bilaterale defensiesamenwerking. Neder-land wordt in Europa gezien als voortrekker opdit gebied. Het zwaartepunt van de bilateralesamenwerking voor Nederland ligt bij de

VAN OPDORP, VAN DER HEIJDEN EN VALK

388 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

1 Kamerstuk 29 957, nr 1.

Een verdieping van de bilaterale samenwerking met de Benelux-partners en Duitsland, waar nu al hetzwaartepunt ligt, is zeker gewenst

Page 4: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

Benelux-partners en bij Duitsland. Een ver-dieping van de militaire samenwerking metdeze landen is gewenst. Zo kunnen de Neder-landse en Belgische marine-eenheden gezamen-lijk worden ingezet bij kustwachttaken, mij-nenbestrijding en piraterijbestrijding. Ook kangezamenlijke aankoop, onderhoud en statio-nering van Nederlandse en Belgische transport-en gevechtsvliegtuigen kostenbesparingen opleveren. Voorts kunnen de Nederlandse enDuitse landmacht vergaande stappen zetten ophet gebied van gezamenlijke aankoop en onder-houd van materieel en munitie, alsmede de gezamenlijke training en opleiding van militai-ren, aldus de AIV. De huidige regering heeftnog geen appreciatie van dit advies uitgegevenomdat het onderwerp door het parlement ‘controversieel’ is verklaard.

Nederland kent een lange historie van militairesamenwerking met Duitsland. In het kader vande verdedigingstaak van de NAVO zijn in hetverleden grotere eenheden in Duitsland gesta-tioneerd. In het begin ging dit op ad-hoc basis,later, na de bouw van de Berlijnse Muur in1961, werd dit gestructureerd door de bouwvan legerplaatsen als Seedorf (1963). In 2006werden de laatste Nederlandse eenheden vanbrigadegrootte terugtrokken uit de Bondsrepu-bliek. Op dit moment zijn er nog circa 550 Nederlandse militairen geplaatst in Duitsland,onder meer bij de twee NAVO-hoofdkwartierenin Ramstein en Heidelberg, bij het HQ 1(GE/NL)Corps in Münster en bij diverse staven en instanties binnen het Bundesministerium derVerteidigung en de Bundeswehr.

Als we de krijgsmachtdelen in het operationeledomein op het gebied van internationale samen-werking op hoofdlijnen met elkaar vergelijkendan zien we eerst en vooral dat de landmachtzich sterk richt op Duitsland, een historisch belangrijke partner. De luchtmacht is sterk gericht op de VS, onder meer vanwege oplei-dingen en trainingsmogelijkheden gerelateerdaan de keuze voor Amerikaans materieel (jacht-vliegtuigen, helikopters). De marine kent ondermeer een vergaande samenwerking met Belgiëen Groot-Brittannië (UK-NL Amphibious LandingForce). We komen hier later nog op terug.

MILITAIRE SAMENWERKING EN HERSTRUCTURERING BUNDESWEHR

389MILITAIRE SPECTATORJAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

2 Toespraak van Thomas de Maizière in de Bondsdag, 24 maart 2011.

Zie: www.bundesregierung.de.

FOTO

DPA

/PICTU

RE ALLIANCE, T. KOEN

E

Nederland kent een lange historie van militaire samenwerking met Duitsland,

onder meer voortgezet bij de politietrainingsmissie in Kunduz

De ontwikkelingen in de Bundeswehr

De in 1955 opgerichte Bundeswehr heeft ookdiverse reorganisaties en hervormingen achterde rug. Op dit moment staat zij voor één vanzijn grootste uitdagingen: na het besluit tot opschorting van de dienstplicht per 1 juli 2011wordt nu de Neuausrichtung geïmplementeerd.Een woord dat niet zomaar gekozen is, wantmen wil hiermee bewust de ‘beladen’ begrip-pen van (alweer een) herstructurering en verkleining omzeilen.

De Bundeswehr en het einde van de dienstplichtOp donderdag 24 maart 2011 heeft de Bondsdagbesloten de dienstplicht in vredestijd op teschorten. Tegelijkertijd werd een wet voor deopbouw van een Bundesweiter ziviler Freiwilligen-dienst aangenomen. Sinds 1 juli 2011 zijn dezemaatregelen effectief van kracht, maar de factozijn sinds eind januari vorig jaar geen dienst-plichtigen meer opgeroepen. Of de invoeringvan een vrijwilligersleger ook een succes wordt, moet nog bewezen worden. Minister vanDefensie De Maizière zei dat de opschortingvoor hem ‘kein Freudenakt’ was en hij zei ook:‘Ich freue mich über jede und über jeden, derkommt’.2 Bij het debat rond de opschorting bekritiseerde de oppositie vooral de haast

Page 5: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

waarmee één en ander verliep. Er waren veelvragen over de mogelijke ondervulling van derijksbrede civiele vrijwilligersdienst (een aantalvan 35.000 is nodig op jaarbasis) en ook over deopkomst van vrijwillige soldaten (het gaat hierom aantallen tussen de 7.500 en 10.000 perjaar). Uiteindelijk was er een overgrote meer-derheid van de coalitie en de Groenen vóór het besluit. De laatsten hadden wel samen metde SPD en DIE LINKE een viertal verschillendemoties ingediend over onder meer de omvang en de kwaliteit van de ziviler Freiwilligendienst.De SPD en DIE LINKE waren tegen het voorsteltot opschorting van de dienstplicht.

Ambitie van de BundeswehrIn 2006 verscheen het Weißbuch zur Sicherheits-politik Deutschlands und der Zukunft der Bun-deswehr, dat de ‘moderne’ dreigingen, het inte-graal, interdepartementaal veiligheidsbeleid, de daaruit voortvloeiende verscheidenheid aaninstrumenten en de inkadering in internationaleveiligheidsstructuren beschreef. In 2009 kreeg

een commissie onder leiding van Frank-JürgenWeise, bestuursvoorzitter van het federale Bundesagentur für Arbeit, de opdracht na tedenken over een nieuwe structuur. Pas nadateind 2010 het principebesluit tot opschortingvan de dienstplicht was genomen, bedachttoenmalig minister van Defensie Zu Guttenbergeen plan waarbij de Bundeswehr tot maximaal185.000 man sterk zou zijn en waarbij de struc-tuur van de top drastisch zou veranderen. In die door hem voorgestelde topstructuur kwamonder meer de positie van de CDS, in Duitslandde Generalinspekteur (GI), onder druk te staan.Dit plan bleef slechts een plan, want Zu Gutten-berg kon het werk vanwege een plagiaataffaireniet afmaken. Op 11 maart 2011 nam Thomasde Maizière (CDU) het roer over. Hij was tot danminister van Binnenlandse Zaken, bovendieneen politiek zwaargewicht en vertrouwelingvan Merkel. In tegenstelling tot zijn voorgangerzocht De Maizière niet meteen de publiciteitop, maar nam de tijd voor nadere studie en informatievergaring. De Maizière zorgde voor

VAN OPDORP, VAN DER HEIJDEN EN VALK

390 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

De Duitse minister van Defensie De Maizière, hier tijdens een bezoek aan 1 GE/NL Korps in Münster met zijn Nederlandse ambtgenoot

Hillen, heeft de taak de Neuausrichtung van de Bundeswehr in goede banen te leiden

FOTO

DPA

/PICTU

RE ALLIANCE

Page 6: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

een duidelijk fundament in de vorm van de veiligheidspolitieke richtlijnen (Verteidigungs-politische Richtlinien, VPR). Sinds 18 mei 2011ligt met deze VPR een aantal duidelijke beslui-ten op tafel, die de nieuwe minister breed heeftafgestemd met de coalitiepartijen, de oppositie,deelstaten en oudgedienden. Bijna een jaarlater, op 21 maart 2012, heeft minister De Maizière in Dresden zijn verfijnde grondslagenvoor de topstructuur van Defensie, de bevels-verhoudingen en de ambtelijke politieke leiding nader bekend gesteld. Dit zogehetenDresdner Erlass geeft nadere invulling aan deverhoudingen en taakverdeling binnen het ministerie. Hiermee heeft de minister duidelijkgemaakt dat de positie van de Generalinspekteurder Streitkräfte wat hem betreft sterker wordt.De bevelhebbers van de krijgsmachtdelen, de Inspekteure des Heeres, der Luftwaffe, derMarine, des Sanitätsdienstes und der Streitkräfte-basis, worden bij hem onder bevel gesteld. Hij wordt daarmee de baas over alle ingezetteeenheden. De GI is in de toekomst de militaire adviseur van de regering en maakt deel uit van de leiding van het ministerie, zij het onderhet niveau van een staatssecretaris.

Omvang van de strijdkrachtenHet aantal militairen werd bepaald op maxi-maal 185.000 (was 220.000) man. Men onder-bouwde dit als volgt: 170.000 beroepsmilitairen,Zeitsoldaten en reservisten en 5.000 + ‘x’ (waar-bij x = maximaal 10.000) freiwillig Wehrdienst-leistende. Hierbij is 5.000 het minimum en deoverige 10.000 voor zover zij op de arbeids-markt geworven kunnen worden. Bij deze om-vang acht men naast het militaire bestand eenbestand van 55.000 burgermedewerkers vol-doende (thans circa 85.000). De omvang is op de eerste plaats zodanig dat recht wordt gedaanaan de positie die Duitsland inneemt binnenhet NAVO-bondgenootschap. Bovendien is hetafdoende om te voldoen aan de wens om steeds10.000 man beschikbaar te hebben voor crisis-beheersingsoperaties. Men denkt dan aan tweegrotere operaties tegelijkertijd of meerderekleinere met de nodige flexibiliteit en voortzet-tingsvermogen. De omvang van het ministeriewordt teruggebracht van circa 3.500 naar 2.000medewerkers.

Duitse deelname aan missiesNa de huidige hervormingen bestaat de Bundes-wehr niet langer uit verschillende soorten een-heden als Eingreifkräfte, Stabilisierungs- undUnterstützungskräfte. Men gaat nu uit van hetfeit dat alle eenheden geschikt zijn voor inzeten gebruikt het single set of forces principe.Daarnaast maakt men een mentale slag door de rest van de organisatie ook te richten op dieinzet. Dat is nodig omdat de verhouding tusseningezet/niet-ingezet deel van de krijgsmachtiets anders ligt dan in de afgelopen jaren in Nederland. Op dit moment zijn ongeveer 7.400Duitse militairen ingezet. Duitslands omvang-rijkste missie is die in het kader van ISAF met ongeveer 4.800 man (later dit jaar terug te brengen naar ongeveer 4.400). Daarnaast is Duitsland stevig betrokken bij KFOR met ongeveer 900 man, (en een daarbij horendeoperationele reserve van ongeveer 500 man),Atalanta ongeveer 280 en Operation ActiveEndeavour (OAE) met ongeveer 220 man.

In het overzicht op de volgende pagina staateen opsomming van het belangrijkste materieel(de ‘structuurbepalende hoofdwapensystemen’),dat al aanwezig is of dat onder contract, maarnog niet uitgeleverd is. In de rechterkolomstaan de aantallen die men na de lopende reorganisatie over wil houden. Probleem daar-bij is dat de Bundeswehr nog zit met een erfenisaan lang lopende en kostbare grote projectenals het A-400M transportvliegtuig, de Euro-fighter, de NH-90 helikopter en de Tiger-gevechtshelikopter, die het investeringsbudgetvoor de komende jaren grotendeels uitputten(voor 2012 gaat het om 95 procent; voor dejaren 2012-2015 nemen de tien grootste projec-ten 75 procent van het investeringsbudget inbeslag). Het Duitse ministerie van Defensie probeert de aantallen systemen in een aantalvan die contracten in overleg met de industriete reduceren, voor zover die nog niet in pro-

MILITAIRE SAMENWERKING EN HERSTRUCTURERING BUNDESWEHR

391MILITAIRE SPECTATORJAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

Berlijn is een groot voorstander van het Duits-Nederlandse Legerkorps:bestaan en taak staan niet ter discussie

Page 7: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

ductie zijn, zodat het vrijkomende geld aan andere systemen besteed kan worden. Of datgaat lukken is maar zeer de vraag; de bespre-kingen daarover tonen sinds najaar 2011 weinig voortgang.

Begrotingsperikelen: (on-)vergelijkbaar metNederland? Op 4 december 2011 werd de begroting (Vertei-digungshaushalt, Einzelplan 14) voor 2012 vast-gesteld en daaruit bleek dat de Bundeswehrkon rekenen op iets meer dan 31,7 miljard europer jaar. De kabinetsbrede bezuinigingen moes-ten voor Defensie initieel in totaal 8,4 miljardeuro opbrengen over een periode van vijf jaar.Deze periode loopt van 2011 tot en met 2015.

Voor defensie staat voor 2012een totaalbedrag van 31,681miljard euro in de boeken,fractioneel meer dan in 2011(31,55). Eén wezenlijke veran-dering die wordt genoemd isde volgende: ‘Für ziviles Über-hangpersonal der Bundeswehrsteht jährlich 1 Mrd. € zur Verfügung.’ Zonder op de admi-nistratieve details in te gaankomt het erop neer dat defen-sie de komende vier jaar 1 mil-jard euro aan bepaalde (metname met de reorganisaties samenhangende) personeels-kosten elders in rekening kanbrengen. De steeds genoemdete bezuinigen 8,4 miljard wor-den daarmee teruggebracht tot 4,3 miljard over vier jaar. In vergelijking bezuinigt deDuitse defensieorganisatie dekomende jaren aanmerkelijkminder dan de Nederlandse. Bovendien was op de Bundes-wehr in de jaren vóór 2010 ook veel minder bezuinigd danop de Nederlandse defensie.

Nieuwe structuur ministerie en verhuisplannenOp 7 december 2011 werd het verfijnde plan voor de

nieuwe structuur van het Duitse ministerie vanDefensie bekendgemaakt. Men wil de krijgs-machtdeelstaven op afstand zetten. Daarnaastschakelt men om van zestien hoofdafdelingenen twee staven naar een structuur van negenhoofdafdelingen. Of dat ook een verbeteringwordt valt nog te bezien, want de detail-planning laat zien dat er toch nog steeds veelsubafdelingen zijn (26) en daaronder weer veel referaten (150). Voor het Duitse ministerievan Defensie geldt het zogeheten Berlin-Bonn Gesetz waardoor de minister in zijn oplos-singen danig wordt beperkt. Deze wetgevingmaakt het onmogelijk om de hoofdzetel vanhet ministerie formeel te verplaatsen naar Berlijn.

VAN OPDORP, VAN DER HEIJDEN EN VALK

392 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

Overzicht structuurbepalende hoofdwapensystemen van de Bundeswehr

Hoofdwapensysteem Aantal aanwezig Aantal aanwezigresp. besteld na reorganisatie

HeerLeopard-2 tanks 350 225Puma pantservoertuig 410 350Marder pantservoertuig 70 –GTK Boxer 272 272Fuchs pantservoertuig (nog in uitlevering) 765 765Fennek 212 212PzH 2000 148 81Raketwerper Mars 55 38WaBEP (voorlopig geen verwerving) 3 2NH-90 (nog in uitlevering) 122 80Tiger (nog in uitlevering) 80 40BO-105 145 –

MarineP3C Orion 8 8Mk-41 Sea King / Mk-88A Sea Lynx / nieuwe maritieme helikopter 21 / 22 / 0 0 / 0 / 30Fregatten F 122 / F 123 / F 124 / F 125 8 / 4 / 3 / 4 0 / 4 / 3 / 4Korvetten K-130 5 5MKS-180 (multi-role surface combatant) (nog te verwerven) 8 6Onderzeeboten U212 (2 nog in aanbouw) 6 6Mijnenjagers 20 10Bevoorradingsschepen (1 nog in aanbouw) 3 3Joint Support Ship (LPD) (voorlopig geen verwerving) 2 2

LuftwaffeEurofighter (alle multi-role) (nog in uitlevering) 177 140Tornado 185 85C-160 Transall / A400M (nog in uitlevering) 80 / 60 60 / 40CH-53 transporthelikopter 82 64Euro Hawk (nog in uitlevering) 5 5Global Hawk (NATO AGS nationale bijstelling) 6 4SAATEG MALE UAV (nog te verwerven) 22 16CSAR Helikopter (voorlopig geen verwerving) 19 19Mantis 4 4Patriot / MEADS (geen verwerving van MEADS) 29 / 12 14 / 0

Page 8: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

De commandanten van de krijgsmachtdelenrichten hun nieuwe commando’s in op verschil-lende locaties:

• Heereskommando: Strausberg (nabij Berlijn)• Luftwaffekommando: Gatow (Berlijn)• Marinekommando: Rostock (Noord-Duits-land/Mecklenburg-Voorpommeren, aan deOostzee)

• Kommando Streitkräftebasis: Bonn• Kommando Sanitätsdienst: Koblenz

De Inspekteure van de krijgsmachtdelen ver-liezen hun tweede pet als militaire afdelings-leiders binnen het ministerie. Zij zijn vanaf nu enkel verantwoordelijk voor het aansturenvan hun eigen domein en spelen geen rol meerbij de besluitvorming binnen het ministeriezelf. Het is nog te vroeg om te zeggen waar nu het inhoudelijke zwaartepunt binnen hetministerie ligt, maar het is aan de schets en aande beschrijving van de afdelingen te zien dat de afdeling politiek een zwaargewicht wordt.De afdeling valt onder één van de staatssecre-

tarissen. De GI heeft verder nog een hoofd-afdeling Strategie und Einsatz tot zijn beschik-king. De GI is onder een (niet-parlementaire) staatssecretaris gerangschikt. Bovendien valtop, dat wanneer hij integraal wil plannen, de GI capaciteiten moet ‘trekken’ uit de andereressorts, bijvoorbeeld op het gebied van finan-ciën (Haushalt und Controlling), personeel, ICT,infrastructuur et cetera. Dat betekent dat de GI waarschijnlijk vaker naar andere staatssecre-tarissen moet om dat voor elkaar te krijgen.

Houdbare organisatie of niet?Het is erg vroeg om daar een hard oordeel overte vellen, maar zowel vanuit de Bundeswehrzelf als vanuit de politiek rijzen vragen over de houdbaarheid van de besluiten over omvang,organisatie en inrichting van de strijdkrachten.De werving en de daaraan ten grondslag lig-gende demografie enerzijds en het level of ambition anderzijds staan met elkaar op gespan-nen voet. Van elke jaargang van 600.000 Duitsemannen en vrouwen zullen zo’n 45.000 mensenbij de Bundeswehr moeten solliciteren, wil men

MILITAIRE SAMENWERKING EN HERSTRUCTURERING BUNDESWEHR

393MILITAIRE SPECTATORJAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

FOTO

BUNDESWEH

R

Naast de landmacht en de marine zal ook de Luftwaffe – hier twee Eurofighters tijdens een onderscheppingsoefening – onder de

Neuausrichtung niet altijd voldoende voortzettingsvermogen meer hebben

Page 9: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

ook kunnen selecteren. Maar het is niet alleende demografievraag die speelt. De huidige plan-nen gaan uit van het motto Breite vor Tiefe. Datleidt tot een organisatie waarin alle capacitei-ten behouden blijven, er geen echte keuzeswerden gemaakt, maar daardoor ook van veelvan die capaciteiten maar een dun laagje overis. Overigens concludeerden zowel de heeres-,luftwaffe- als marine inspekteure dat hun orga-nisatie weliswaar alle Fähigkeiten nog in huisheeft, maar ‘nicht immer durchhaltefähig’ is, datwil zeggen te weinig voortzettingsvermogenheeft. Wat dit nu in de komende tijd gaat betekenen is nog de vraag. Het kan inhoudendat men, anders dan gewild, de lopende her-structurering niet kan afmaken op de manierzoals men zich dat had voorgesteld. De twee

factoren die de komende tijd in de gaten moe-ten worden gehouden zijn duidelijk: budget en succes van de werving. De ontwikkelingenin de eurozone, die Duitsland tot nu toe nietleken te deren op defensiegebied, moeten danook nauwlettend worden gevolgd. Daarnaastkan de demografie alleen maar als een feit worden gezien dat niet op korte termijn is te beïnvloeden.3

De krijgsmachtdelen van deBundeswehr nader bekeken

LandmachtDe Duitse landmacht (heer) zal in de toekomstuit drie divisies bestaan. Er is een DivisieSchnelle Kräfte (DSK) waaronder SOF en lucht-mobiele eenheden vallen. Een tweede en derdedivisie zijn opgebouwd om eenheden van bri-gadegrootte aan te sturen. Hieronder vallen zesbrigades die voor het overgrote deel paraat zijn.

VAN OPDORP, VAN DER HEIJDEN EN VALK

394 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

3 Het gemiddeld aantal kinderen per vrouw in Duitsland is 1,36, in Nederland is dat 1,79.

Het gemiddeld aantal kinderen per vrouw in gehele EU is 1,58. Bron: OECD Eurostat

2009.

Bundes-ministerderVerteidigung

General-inspekteur

Stellvertreten-der General-inspekteur

FührungStreitkräfte

PlanungRechtHaushaltundControlling

Politik StrategieundEinsatz

Personal Ausrüstung,Informa-tionstechnikundNutzung

Infrastruktur,Umwelt-schutz undDienst-leistungen

Streitkräfte-basis

ZentralerSanitäts-dienst

MarineLuftwaffeHeer Einsatz-führungs-kommando

Personal-verwaltung

Beschaf-fungs-verwaltung

Dienst-leistungs-verwaltung

Leitungsstab Presse-und Infor-mationsstabSprecherdes BMVg

Parlamen-tarischerStaats-sekretär

Staats-sekretär

Parlamen-tarischerStaats-sekretär

Leitung

StabOrganisationund Revision

Staats-sekretär

Nachgeordneter Bereich

Organogram ministerie

Page 10: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

MILITAIRE SAMENWERKING EN HERSTRUCTURERING BUNDESWEHR

395MILITAIRE SPECTATORJAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

KommandoHeer

DivisionSchnelleKräfte

1. Panzer-division

10. Panzer-division

Artillerie-lehrbataillon325

Unter-stützungs-bataillonEinsatz1

SchweresPionier-bataillon901

Artillerie-lehrbataillon345

Artillerie-bataillon131

Unter-stützungs-bataillonEinsatz10

Ausbildungs-kommando

Amt Heeres-entwicklung

Luftlande-brigade1

Panzerlehr-brigade9

Panzer-brigade21

Panzer-grenadier-brigade41

Gebirgs-jägerbrigade23

Panzer-brigade12

Panzer-grenadier-brigade37

Offizier-schuledesHeeres

Jäger-bataillon91

Jäger-bataillon1

Jäger-bataillon413

Gebirgs-jäger-bataillon231

Unter-offizier-schuledes Heeres

KommandoSpezialkräfte

Panzer-grenadier-lehrbataillon92

Panzer-grenadier-bataillon401

Gebirgs-jäger-bataillon232

Panzer-grenadier-bataillon122

Panzer-grenadier-bataillon391

VN Aus-bildungs-zentrum

Kampf-hubschrauber-regiment36

Panzer-grenadier-bataillon33

Panzer-bataillon203

Panzer-grenadier-bataillon411

Gebirgs-jäger-bataillon233

Panzer-bataillon104

Panzer-bataillon393

Gefechts-simulations-zentrumdes Heeres

Transport-hubschrauber-regiment10

Panzerlehr-bataillon93

Aufklärungs-bataillon7

Aufklärungs-bataillon6

Gebirgs-aufklärungs-bataillon230

Aufklärungs-bataillon8

Aufklärungs-bataillon13

Gefechts-übungs-zentrumdes Heeres

Transport-hubschrauber-regiment30

Aufklärungs-lehrbataillon3

Panzer-pionier-bataillon1

Panzer-pionier-bataillon803

Gebirgs-pionier-bataillon8

Panzer-pionier-bataillon4

Panzer-pionier-bataillon701

Ausbildungs-und Übungs-zentrumSpezielleOperationen

Panzer-pionier-bataillon130

Versorgungs-bataillon7

Versorgungs-bataillon142

Gebirgs-versorgungs-bataillon8

Versorgungs-bataillon4

Versorgungs-bataillon131

Versorgungs-bataillon141

Jäger-bataillon921

Panzer-grenadier-bataillon908

Gebirgs-panzer-bataillon8

Panzer-grenadier-bataillon909

Panzer-grenadier-bataillon112

Panzer-grenadier-bataillon371

Panzer-grenadier-bataillon212

Panzer-bataillon414

Deutsch-FranzösischeBrigade

Jäger-bataillon291

Jäger-bataillon292

Artillerie-bataillon295

Versorgungs-bataillonDeutsch-FranzösischeBrigade

Fernmelde-bataillon610

DeutscheAnteileMultinatio-nale Korps

Fallschirm-jäger-regiment31

Fallschirm-jäger-regiment26

Ausbildungs-zentrum

Offizier-anwärter-bataillon

Feldwebel-/Unteroffizier-anwärter-bataillon

Pionier-bataillon905

I I I I I I

X X X X X X X I I

X X

X X

X X

X

I I I

I I I

X

I I I

I I I

I I I

X

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I

I I I I

I I

I I

I I

X X X X X X

X X

I I I I I I I I

X X

3x

5x

Offizier-anwärter-bataillon

2x

3x

X X X X Kommando

X X X Korps

X X Division / Amt /Kommandobehörde

X Brigade / Kommando

I I I Regiment

I I Bataillon

Ausbildungseinrichtung

Verbände sind teilgekadert

Verbände sind gekadert,das heißt nicht aktiv (na)

Organogram landmacht

Page 11: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

De brigades zijn voor het merendeel gemecha-niseerd, hoewel er ook een versie bestaat metlichte infanterie en Gebirgsjäger. Vergeet nietdat Duitsland, naast het Duits-NederlandseKorps, ook nog deelneemt aan andere Multi-national Corps HQs en de FRA-DUI brigade. De structuur in het organogram van de land-macht is niet rotsvast. Men ziet de organisatieals een toolbox en is in staat om hieruit taak-georiënteerd eenheden samen te stellen.

MarineDe Duitse marine omvat in de toekomst 13.800militaire functies, exclusief personeel in oplei-ding (circa 1.500-2.000). De Duitse marinestaf(Führungsstab der Marine in Bonn), het Marine-amt (Rostock) en het Flottenkommando worden(officieel per 1 oktober 2012) samengevoegd tot één integraal Marinekommando in Rostock,met daaronder de schepen verdeeld over tweeEinsatzflottillas in Wilhelmshaven en Kiel, een

VAN OPDORP, VAN DER HEIJDEN EN VALK

396 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

Organogram marine

Marine-kommando

Einsatz-flottille1

Einsatz-flottille2

Marine-flieger-kommando

Marine-unter-stützungs-kommando

Schiff-fahrtmedi-zinischesInstitut derMarine

Marine-schuleMürwik

Minen-such-geschwader

2. Fregatten-geschwader

Marine-flieger-geschwader3

Unter-stützungs-geschwader

4. Fregatten-geschwader

U-Boot-Geschwader

Tross-geschwader

Marine-flieger-geschwader5

Korvetten-geschwader

Marine-stützpunkt

Seebataillon

KommandoSpezialkräfteMarine

Marine-stützpunkte

Marine-unter-offizier-schule

Marine-operations-schule

Marine-technik-schule

Einsatz-ausbildungs-zentrumSchadensab-wehr Marine

K

Kommando Flottille / Dienststelleder vergleichbaren Ebene

Geschwader

Bataillon / Dienststelleder vergleichbaren Ebene

Ausbildungseinrichtung

Sonstige Dienststelle

Page 12: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

MILITAIRE SAMENWERKING EN HERSTRUCTURERING BUNDESWEHR

397MILITAIRE SPECTATORJAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

KommandoLuftwaffe

ZentrumLuft-operationen

KommandoEinsatz-verbändeLuftwaffe

KommandoUnter-stützungs-verbändeLuftwaffe

DDO3 / DtA4

EuropäischesLufttrans-portkom-mando

DDO3 / DtA4

E3-AAWACS

DDO3 / DtA4

AllianceGroundSurveillance

DDO3 / DtA4

NATO / EU

Luftwaffen-unter-stützungs-gruppe

MultiroleEurofighterGeschwader

Jagdbomber-geschwader

Aufklärungs-geschwader

Luft-transport-geschwader

Hub-schrauber-geschwader

Waffen-systemunter-stützungs-zentrum

DDO3 / DtA4

NATOProgrammingCenter

TechnischesAusbildungs-zentrum

Zentrum fürLuft- undRaumfahrt-medizin derBw

Amt fürFlug-sicherung

Offizier-schule derLuftwaffe

Unter-offizier-schule derLuftwaffe

Luftwaffen-ausbildungs-bataillon

Luftwaffen-unter-stützungs-gruppe

Einsatz-führungs-bereich

Flugabwehr-raketen-geschwader;einschl. Aus-bildungszen-trum

ObjektschutzEinsatzunter-stützung

Führungs-unter-stützungs-bereich

Flugbereit-schaft BMVg

ZentrumElektronischerKampfFliegendeWaffensysteme

FliegerischesAusbildungs-zentrumUSA

Ausbildungs-zentrumItalien

X X X X

X X X X X X X X X

I I I

I I

I I

I I I

I I I

I I I

I I I

I I I

I I I

I I I

I I I

I I I

I I I I I I

JFAC HQ1 OpZLw2

I I

Planung undFührung vonLuftoperationen

Fähigkeitsbereiche Luft undBoden

Fähigkeitsbereiche Logistik, Rüstung, Nutzung undMilitärische Grundorganisation

3x 2x 2x

1 Joint Forces Air Component Headquarters2 Operationszentrale Luftwaffe3 Dienstältester Deutscher Offizier4 Deutscher Anteil

X X X X Kommando

X X X Höhere Kommandobehörde

I I I Geschwader /Bereich

I I Bataillon /Gruppe

Ausbildungseinrichtung

Sonstige Dienststelle

Organogram luchtmacht

Page 13: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

VAN OPDORP, VAN DER HEIJDEN EN VALK

398 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

Organogram SKB

Einsatzkräfte inklusive organische Ausbildungs-organisationen

Nationale territoriale Führungs-organisation und Einsatzkräfte

Bundeswehr und Streitkräfteaufgaben

KommandoStreitkräfte-basis

Logistik-kommandoBw

Führungs-unterstüt-zungskom-mando Bw

Logistik-bataillon

Führungs-unterstüt-zungs-bataillon

Spezial-pionier-bataillon6

FirstNATO SignalBataillon

Logistik-schule Bw

Führungs-unterstüt-zungsschuleBw

Logistik-zentrum Bw

Betriebs-zentrumIT-SystemBw

Zentrum fürGeoinforma-tionswesenBw

KommandoStrategischeAufklärung

Auswerte-zentrumElektronischeKampf-führung

Zentrale Un-tersuchungs-stelle der Bwfür TechnischeAufklärung

KommandoTerritorialeAufgaben Bw

Landes-kommando

Sportförder-gruppe

KommandoFeldjäger Bw

Feldjäger-regiment

ABC-Abwehr-kommandoBw

ABC-Abwehr-bataillon7

Schule fürABC-Abwehrund gesetzl.Schutz-aufgaben5

Zentrum fürOperativeKommu-nikation Bw

Zentrum fürZivil-Militäri-sche Zusam-menarbeitBw

Truppen-übungs-plätze

Wach-bataillon

Streit-kräfteamt

Schule fürFeldjägerund Stabs-dienst Bw

Zentrum fürVerifikations-aufgaben Bw

Akademieder Bw fürInformationund Kommu-nikation

Bundes-akademiefür Sicher-heitspolitik

IntegriertesFach- undAusbildungs-zentrumSASPF Bw 4

Militär-attachéstäbe

Schulefür Dienst-hundewesenBw

DtA2 NATOKommando-struktur /NationaleUnterstüt-zungselemente

Zentrumfür Militär-musik Bw

SportschuleBw

Sportförder-gruppe Bw

Bi- / multi-nationaleBeziehungen

DDO1 / DtA2

George C.MarshallCentre

Amt für denMilitärischenAbschirm-dienst

Amt fürMilitärkunde

ZentrumInnereFührung

MGFA/SWInstBw 3 5

Militär-historischesMuseum Bw

Führungs-akademie Bw

DeutschermilitärischerVertreterbei NATOund EU

Multinatio-nalesKommandoOperativeFührung5

Planungs-amt Bw

RegionaleSicherungs-und Unter-stützungs-kräfte

X X X X

X X X X

X

X

X X X X XX XX X

I I I I

I I I I

X

I I I

I I

I I

I I

X

6x 6x 15x

12x 27x

3x

2x 2x

Schule fürStrategischeAufklärungBw

ZentrumAbbildendeAufklärung

BataillonElektronischeKampf-führung

I I4x

ABC-Abwehr-bataillon

2x

1 Dienstältester Deutscher Offizier2 Deutscher Anteil3 Militärgeschichtliches Forschungsamt/

Sozialwissenschaftliches Institut derBundeswehr

4 Standard-Anwender-SoftwareProduktfamilie Bundeswehr

5 Endgültige Namensgebung nochnicht festgelegt

6 Dabei ZMZ Stützpunkt, teilaktiv7 Dabei je 1 ZMZ Stützpunkt, nicht aktiv

X X X X Kommando

X X X Korps /Kommandobehörde

X X Division / Amt /Kommandobehörde

X Brigade / Zentrum

I I I Regiment /Bereich

II Bataillon

Kompanie

Ausbildungseinrichtung

Sonstige Dienststelle

Verbände sind gekadert,das heißt nicht aktiv (na)

Page 14: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

Marinefliegerkommando met alle helikopters en MPA’s in Nordholz, een materieelslogistiekezuil en een opleidingszuil. De marine wordt geconcentreerd rondom Rostock, Kiel en Wil-helmshaven. De organisatie moet in de toe-komst flexibel aan te passen zijn aan nieuweomstandigheden, scheepstypen en dergelijke(zie de Grobstruktur in het organogram). Ook bij de samenstelling van de marine is uit-gegaan van het principe Breite vor Tiefe, wat betekent dat men vasthoudt aan alle al aan-wezige capaciteiten, maar accepteert dat deaantallen en dus het voortzettingsvermogen(soms sterk) minder worden. In totaal zal devloot een omvang van 53 varende en 40 vlie-gende eenheden hebben, waaronder 11 fregat-ten, 11 korvetten, 10 mijnenjagers en 6 onder-zeeboten. Ook staan nog steeds twee JointSupport Ships op het verlanglijstje, al is de realisatie daarvan ongewis. De marine wil permanent in staat zijn duizend militairen in te kunnen zetten.

Luchtmacht In de nieuwe organisatie van de Duitse lucht-macht (Luftwaffe) is, met het opheffen van de divisies, een complete commandolaag weg-gestreept. In de nieuwe structuur van de Luft-waffe (zie het organogram) is er een ZentrumLuft Operationen (LuftOps), een Kommando Ein-satzverbände Luftwaffe en de Ünterstützungs-verbände Luftwaffe. Onder het eerste vallen deinternationale verbanden zoals E3-A, EATC et cetera. Bij het Kommando Einsatzverbände zijn de vliegende en de grondgebonden operatio-nele eenheden ondergebracht. Het KommandoUnterstützungsverbände herbergt de ondersteu-nende eenheden zoals het Waffensystem-Unter-stützungszentrum, opleidingseenheden en hetvliegmedisch centrum.

De hoofdwapensystemen – Eurofighter (die allein de toekomst multi-role moeten worden), Tornado en Patriot – worden in aantallen gereduceerd. Nieuwe systemen worden niet ofin kleinere aantallen afgenomen (MEADS en A 400M). In tegenstelling tot Nederland wordenalle luchtverdedigingssystemen bij de Luftwaffeondergebracht. Daarnaast gaat de NH-90 heli-kopter naar de landmacht en wordt de CH-53,

die meer als strategisch transport wordt gezien,bij de Luftwaffe ondergebracht.

Streitkräftebasis en SanitätsdienstDe Streitkräftebasis (SKB) is met de geplande 36.700 militairen en 8.600 burgermedewerkershet op één na grootste onderdeel van de Duitsedefensieorganisatie en min of meer vergelijk-baar met het Nederlandse CDC. Het bestaat uiteen Logistiek Kommando, een Führungsunter-stützungs kommando en een Kommando Stra-tegische Aufklärung. Daarnaast wordt er eenKommando Territoriale Aufgaben gevormdwaaronder tien Landeskommandos komen tevallen. De geneeskundige dienst valt niet onderde SKB, maar is met zijn meer dan 17.000 functies een apart krijgsmachtdeel (Sanitäts-kommando).

De Duits-Nederlandse militairesamenwerking

Duitsland beweegt zich om diverse redenen actief op het terrein van partnerkeuze met andere grote staten en kijkt daarbij vooral naarde VS, Frankrijk en de laatste tijd ook Italië. Bovendien neemt Duitsland deel aan regionale

MILITAIRE SAMENWERKING EN HERSTRUCTURERING BUNDESWEHR

399MILITAIRE SPECTATORJAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

Het was geen toeval dat de nieuwe CDS, generaal Tom Middendorp, bij zijn buitenlandse

kennismakingsbezoeken als één van de eersten zijn Duitse collega, generaal Volker Wieker,

in Berlijn opzocht (juli 2012)

FOTO

MINISTERIE VA

N DEFEN

SIE

Page 15: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

instituties als de Weimardriehoek (Duitsland,Frankrijk, Polen, met speciale aandacht voorPolen) en initiatieven als Northern Defence Cooperation (in bijzonder de Scandinavischelanden). Duitsland heeft dan ook met een grootaantal landen samenwerkingsrelaties. Neder-land beschouwt Duitsland zelf altijd als stra-tegische partner, maar dat begrip is niet per definitie wederkerig voor Duitsland. Nederlandstaat in Duitsland te boek als een betrouwbareen uitstekende partner, maar niet als strategi-sche partner. De relatie valt daarom het best tekenmerken als asymmetrisch. Die asymmetriedie vooral voortkomt uit de ongelijke omvangvan de beide strijdkrachten, vraagt iets van deNederlandse kant. Het imago dat Nederland de laatste decennia heeft opgebouwd als goedeen betrouwbare partner biedt goede mogelijk-heden om ook in de toekomst aansluiting bijDuitsland te houden. Het consolideren van hethuidige niveau van samenwerking vereist weleen actieve houding van Nederlandse zijde.

Hoewel de Duits-Nederlandse verhouding en samenwerking op velerlei gebied intensief en uitstekend is, lijken er op diverse gebiedenmogelijkheden te liggen voor verdere intensi-vering. Het is ook goed te beseffen dat de Duits-Nederlandse samenwerking hecht is, maar niet

voor alle krijgsmachtdelen gelijk is. Nederlandwordt door Duitsland vaak gezien als een landdat pragmatische oplossingen heeft voor pro-blemen. Bovendien is het een land dat volgensde Duitsers op verschillende gebieden vooroploopt en een soort ‘proeftuin’ is. In het gevalvan overgaan naar een beroepsleger, werving,omvorming en herstructurering lijkt dat ook zo te zijn. Zo heeft men veel aandacht voor(wijze lessen in) personeelsaspecten zoals attractiviteit, civiele erkenning van opleidingen,contacten met werkgevers en onderwijs, PTSS,veteranenbeleid, et cetera. Dit staat in Duits-land nog in de kinderschoenen, maar menwerkt er hard aan.

Structuur overleg samenwerking In de bilaterale High Level Steering Group (HLSG)(aan Nederlandse zijde is de delegatieleider het Hoofd Directie Algemeen Beleid) wordt regelmatig op beleidsniveau over de bilateralesamenwerking met Duitsland gesproken. Ook de beide ministers spreken elkaar regel-matig en zij onderkennen mogelijkheden voorverdere samenwerking. Daarnaast heeft delandmacht gestructureerd overleg via de ArmySteering Group (ASG), heeft de marine eens perjaar Navy-to-Navy staff talks en houdt de lucht-macht periodiek zogeheten Airmen-to-Airmentalks. Ook op materieelgebied bestaat gestructu-reerd overleg: de National Armament Directorsspreken elkaar een à twee maal per jaar tijdensbilateraal overleg. Ook op het gebied van mari-nebouw bestaat er al tientallen jaren intensievesamenwerking, waarbij de belangrijkste spelerselkaar tweemaal per jaar ontmoeten in de zoge-noemde Management Board. Onlangs is beslo-ten om een Duits-Nederlandse CoordinationWorking Group (CWG) onder de High LevelSteering Group in te stellen. Het doel van deCWG is het monitoren en coördineren van concrete samenwerkingsprojecten, waarbij(sub)werkgroepen studies uitvoeren voor diverse Duits-Nederlandse business cases, en het voorbereiden van besluitvorming op jointen bestuurlijk niveau (naar analogie met de BENELUX- overlegstructuur).

De meer dan vijftig jaar bestaande samen-werking tussen beide landmachten is breed en

VAN OPDORP, VAN DER HEIJDEN EN VALK

400 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

De samenwerking tussen de Nederlandse strijdkrachten en de Bundeswehr is breed en diep

en omvat ook de gezamenlijke ontwikkeling van materieel

FOTO

BUNDESWEH

R

Page 16: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

diep. De intentie tot verdergaande integratie isneergelegd in een gezamenlijke landgeoriën-teerde visie. De samenwerking tussen beide marines betreft niet alleen samenwerking optechnisch en materieelgebied, maar ook het gebied van opleidingen en operaties. De samen-werking tussen de luchtmachten is vooral gericht op aspecten gerelateerd aan geleide wapens. Op dit moment heeft de landmachtdan ook de meest intensieve operationele samenwerking met Duitsland. De landmachtgebruikt voor een groot deel Duitse wapen-systemen (onder meer de Pantserhouwitser) en enkele systemen zijn gezamenlijk ontwikkeld(Fennek, Boxer). In juli van dit jaar hebben debeide Commandanten der Landstrijdkrachtenhun ambities voor samenwerking bevestigdmet het ondertekenen van een Letter of Intent(LoI) waarin een aantal concrete business casesen een tijdpad voor de verdere uitwerking wor-den genoemd. De marine werkt met Duitslandsamen op materieelgebied (nieuwbouw vanschepen, radarsystemen) en op het gebied vanoperationele maritieme opleidingen. In hetkennisgebied scheepssignaturen is de samen-werking versterkt door de oprichting van hetDuits-Nederlandse Centre for Ship SignatureManagement (CSSM). De luchtmacht werktsamen op het gebied van Ground-Based Air Defence (Patriot), Flight Safety, militaire meteo-rologie, opleiding en training ten aanzien vanwapens en procedures voor jachtvliegtuigen, en luchttransport. Op veel gebieden gaan we echter ook iederonze eigen weg. Nederland koopt zijn wapen-systemen internationaal in en neemt niet altijddeel aan grote Europese projecten, waar de gekozen vorm van internationale samenwerkingvaak heeft geleid tot enorme kosten- en tijds-overschrijdingen (onder meer bij de Tiger-gevechtshelikopter, de Eurofighter en de A 400M).

Anti-piraterijAls grote handelsnatie, met één van de grootstehandelsvloten ter wereld, heeft Duitsland groot belang bij vrije handelsstromen over zee.De Bundeswehr levert dan ook een belangrijkebijdrage aan de bestrijding van piraterij, maarheeft uitsluitend een mandaat voor piraterij-

bestrijding onder de vlag van de EU-operatieAtalanta en doet dus niet mee aan de NAVO-operatie Ocean Shield. Nederland en Duitslandwerken onder de Atalanta-vlag vaak intensiefsamen bij anti-piraterijoperaties. Als het gaatom inzet van beveiligingsteams of het toestaanvan operaties met effect op land, lijkt men inDuitsland echter tegen de grenzen van het haal-bare aan te lopen. Al geruime tijd wordt doorde vele betrokken ministeries (en deelstaten)gestudeerd op een juridisch kader om de inzetvan particuliere beveiligingsteams te regelen,waarbij certificering en mate van bewapeninglastige issues zijn. Men wil niet beginnen aaninzet van militaire of politiebeveiligingsteamsvanwege een gecompliceerd juridisch kader(scheiding tussen inzet van politie en defensie)en uit vrees dat niet aan alle aanvragen zoukunnen worden voldaan, maar men accepteertdat aan het geweldsmonopolie van de staat afbreuk wordt gedaan. Hier vaart Duitsland eengeheel andere koers dan Nederland. De uitbrei-ding van het mandaat tot en met de kuststrook,om aanvallen op logistieke middelen van de piraten aan land mogelijk te maken, leverde in de Duitse politiek een moeizame discussie op waarbij de oppositiepartijen SPD en Groenenvoor het eerst tegenstemden. In Nederlandheeft het huidige parlement dit laatste onder-werp controversieel verklaard.

Missie in KunduzVanuit meerdere hoeken valt te horen datDuitsland blij is met de komst van Nederlandsepolitietrainers. Men is juist blij vanwege het feitdat een bondgenoot als Nederland nu ook in deprovincie Kunduz is aangetreden. Het voorzienin een specifieke politie opleidingscapaciteit en activiteiten in de hele keten van rule of lawgeeft juist ook voor Duitsland een fase van ver-andering in de missie aan en vormt een deelvan de (NAVO) exit-strategie. Ook in het lichtvan het (jaarlijkse) debat over de voortgang enverlenging van de missie, is de komst van deNederlandse trainers belangrijk voor Duitsland.

Duits-Nederlandse Legerkorps in Münster Duitsland is groot voorstander van het Korps.Het bestaan en zijn taak staan niet ter discussie.Naar het zich laat aanzien zal het Korps in 2013

MILITAIRE SAMENWERKING EN HERSTRUCTURERING BUNDESWEHR

401MILITAIRE SPECTATORJAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

Page 17: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

de kern vormen van een ISAF-hoofdkwartier.Het is niet de eerste keer dat Nederland geza-menlijk met Duitsland deze capaciteit levert inhet kader van de ISAF-missie. Het Duits-Neder-landse Korps in Münster is een toonbeeld vansamenwerking en integratie, een binationaledriver voor multinationale verandering. Het Korps werpt zich op als trainingsplatform,als conceptontwikkelaar (Comprehensive Approach, Smart Defence en Interagency-optre-den) en natuurlijk ook als High Readiness Force

HQ (HRF HQ). Het HRF HQ maakt deel uit van de NATO Response Force (NRF) en rouleertsamen met vijf andere HRF HQ’s in Europa alsLand Component Command (LCC) voor de NRF.Momenteel is HRF HQ bezig met de omvormingvan een Land Component Command naar eenJoint HQ. Daarbij is het de bedoeling dat dithoofdkwartier specifiek geschikt wordt gemaaktom leiding te geven aan operaties die steunenop een Comprehensive Approach. Binnen deNAVO Force Structure staat het HQ te boek alséén van de voorlopers op deze gebieden.

Businesscases van de beide landmachtenBeide landmachten zijn hiernaast in ASG-ver-band (zie hierboven) aan de slag gegaan meteen aantal concrete voorstellen tot verdiepingvan de samenwerking tussen beide landen.Deze voorstellen worden op dit moment doorde landmachtstaven uitgewerkt. Ze omvatten,zonder in detail te treden, onderzoeken naar de concrete mogelijkheden tot verdere samen-werking op het gebied van 11 Air ManoeuverBrigade met de Duitse Division Schnelle Kräfte,gezamenlijke artillerie-eenheden, tankoptredenen grondgebonden luchtverdediging en ver-schillende opleidingen en trainingsmogelijk-heden.

Samenwerking marinebouwDe samenwerking bij de ontwikkeling van marineschepen, radarsystemen, signatuurkennisen technologische innovatie gaat al decenniaterug en heeft zeer goede resultaten opgele-verd. Bovendien vullen de landen elkaar goedaan, wat de relatie voor beide partijen interes-sant maakt. Volledige samenwerking bij de ontwikkeling, bouw en instandhouding van devolgende generatie schepen zou een logischevervolgstap zijn, die enorm veel kansen envoordelen biedt. Hierover vindt op dit moment dan ook intensief overleg plaats. Er zijn daarbij nog veel hindernissen te over-winnen, waarbij zowel de politiek als de defensietop een belangrijke rol spelen.

Missile DefenceEr bestaat al een langdurig Duits-Nederlandssamenwerkingsverband onder de Extended AirDefence Task Force (EADTF) vlag. Nederland enDuitsland kijken op dit moment, naast deze samenwerking, naar mogelijkheden om gezamenlijk op te trekken op het gebied van de Patriot. Een andere ontwikkeling is de mogelijke samenwerking op het gebied van de SMART-Lradar aan boord van luchtverdedigingsfregat-ten. Nederland heeft onlangs het besluit geno-men deze radar te upgraden en geschikt temaken voor Missile Defence-taken (ook in hetkader van de Ballistic Missile Defence (BMD)van de NAVO). Duitsland heeft identieke radar-systemen, maar heeft nog geen besluit genomenover een upgrade.

Unmanned Aerial Vehicle/Unmanned AircraftSystem (UAV/UAS)4

Duitsland is op het gebied van UAS/UAV verderdan Nederland, waar UAV als één van de toe-komstige competenties is bestempeld. Recente-lijk heeft men de Eurohawk overgenomen, deeerste van vijf geplande HALE5 UAV’s. In Afgha-nistan heeft men, als tussenoplossing voor een definitief aan te schaffen MALE6 UAV, de geleasede Israëlische HERON-1 in inzet.Mochten Duitsland en Nederland besluiten om eenzelfde UAS aan te schaffen, dan zijn de mogelijkheden tot samenwerking zeker aanwezig.

VAN OPDORP, VAN DER HEIJDEN EN VALK

402 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

Duitsland is door nabijheid, vergelijkbare cultuur en wederzijds vertrouwen een idealesamenwerkingspartner voor Nederland

4 Unmanned Arial Vehicle/ Unmanned Arial System.

5 High Altitude, Long Endurance UAV.

6 Medium Altitude, Long Endurance UAV.

Page 18: Militaire samenwerking en herstructurering van de Bundeswehr

Conclusies

Nederland ziet Duitsland als een strategischepartner, maar omgekeerd ziet Duitsland Neder-land niet als een strategische partner maarmeer als een uiterst betrouwbare samen-werkingspartner voor specifieke gebieden. Hetis van belang om daarbij de geschetste asymme-trie voor ogen te blijven houden. In hoeverrewe dit predicaat ‘uiterst betrouwbaar’ kunnenbehouden ligt voor een heel groot deel aan onszelf. Vaak kijken we eerst en vooral naar deNederlandse kant van de samenwerking, maarwe moeten ons ook afvragen: ‘Wat is de Duitsewinst?’ Het is daarnaast van belang dat vanuitNederland de signalen die men uitzendt naaronze strategische partner in de defensieorgani-satie steeds afgestemd zijn. Nederland werktnogal eens met pragmatische bottom-up initiatieven en met (ver)korte besluitvormings-processen en even zo korte communicatie-lijnen. Dit past niet altijd in het Duitse bestuursmodel, waar nogal eens de formeleweg gevolgd wordt.

Er zijn prachtige en stevige bouwstenen voorsamenwerking. Sommige daarvan zijn geïnsti-tutionaliseerd en worden steeds vernieuwd (1 GNC). Aan andere wordt nog steeds dagelijksgewerkt en vormgegeven (de politietrainings-missie in Kunduz) en er zijn ook concrete gedachten om nieuwe wegen in te slaan mettastbare projecten. Aan goede ideeën ontbreekthet daarbij niet: voor alle krijgsmachtdelen liggen er goede kansen. Duitsland is om vele redenen een ideale samenwerkingspartner: geografische nabijheid, beide landen beschik-ken over vergelijkbaar, hoogwaardig mate-rieel, vergelijkbare cultuur (zowel militair alspolitiek) en – uiterst belangrijk – wederzijdsvertrouwen. Vanuit Berlijn is de observatie dat de omzettingvan samenwerkingsinitiatieven in concretestappen en activiteiten de weerbarstigste faseis. Aan het begin van het artikel beschreven we dat de grondslagen voor de militaire samen-werking vanuit zowel historisch-politiek- bond-genootschappelijke als operationele hoek vormkrijgen. Hierbij wordt op ministerieel niveauvooral gedacht aan de politieke dimensie, ter-

wijl op krijgsmachtdeelniveau vooral de opera-tionele samenwerking voorop staat. Voor detoekomst en voor de relatie met Duitsland ishet noodzakelijk dat beide begin- en eindpun-ten voor zowel de politieke als krijgsmachtdeel-grondslagen in lijn met elkaar liggen. Aan deandere kant is er naar onze mening een ontwik-keling gaande waarbij meer multilateraal wordtsamengewerkt binnen grotere verbanden enbinnen initiatieven als pooling and sharing ensmart defence. Deze ontwikkeling hoeft nietstrijdig te zijn met de goede bilaterale relaties.Beide sporen kunnen elkaar ook versterken.

Onder het motto never waste a good crisis zijnde bezuinigingen op de Europese defensie-begrotingen in zekere zin ook een kans: zijgeven een nieuw momentum aan de samen-werking, omdat het voor verschillende landensteeds moeilijker wordt om een breed scala aanmilitaire capaciteiten te behouden. Dat zorgt er voor dat militaire samenwerking gewordenis tot een kernactiviteit van een krijgsmacht als de Nederlandse. Dit momentum voor de verdieping van de samenwerking moeten weechter wel benutten. Als we er nu niet in slagenresultaten te boeken, wanneer dan wel? �

MILITAIRE SAMENWERKING EN HERSTRUCTURERING BUNDESWEHR

403MILITAIRE SPECTATORJAARGANG 181 NUMMER 9 – 2012

Het fregat Rheinland-Pfalz brengt vermoedelijke piraten op in de Golf van Aden;

bij anti-piraterijmissies varen Duitsland en Nederland grotendeels dezelfde koers

FOTO

BUNDESWEH

R