Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase...

27
Professioneel begeleiden bij verlies

Transcript of Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase...

Page 1: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 1 6-6-2017 14:34:35

Page 2: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 2 6-6-2017 14:34:35

Page 3: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies

Jakob van WielinkLeo WilhelmDenise van Geelen-Merks

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 3 6-6-2017 14:34:35

Page 4: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Omslagontwerp: Cunera Joosten, AmsterdamBeeld omslag: Archaeology: Rainbow’s End (2011) door G.C. MyersOpmaak binnenwerk: Textcetera, Den Haag

© Jakob van Wielink, Leo Wilhelm, Denise van Geelen-Merks & Boom uitgevers Amsterdam, 2017

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (art. 16 Auteurs-wet) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl).

No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.

ISBN 978 90 8953 988 5ISBN 978 94 6127 856 2 (e-book)NUR 749

www.professioneelbegeleidenbijverlies.nlwww.boomhogeronderwijs.nl

 

Met behulp van onderstaande unieke activeringscode kun je een studentaccount aanmaken op www.professioneelbegeleidenbijverlies.nl, voor toegang tot extra materiaal bij dit boek. Deze code is persoonsgebonden en gekoppeld aan de 1e druk. Na activering van de code is de website twee jaar toegankelijk. De code kan tot zes maanden na het verschijnen van een volgende druk worden geactiveerd.

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 4 6-6-2017 14:34:35

Page 5: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Inhoud

Voorwoord 11

Inleiding 13

1 Verlies – een verkenning 231.1 Een casus 231.2 Herkennen, erkennen, verkennen en verduren van verlies 24

1.2.1 Rouw 271.2.2 Geen recept voor ‘goed rouwen’ 281.2.3 Historische schets van benaderingen van eindigheid 311.2.4 Nieuwe visie op vormgeven van persoonlijke en

professionele verandering 411.3 Dialogen 431.4 Ref lectievragen 451.5 Oefeningen 45

1.5.1 Oefening – verliezen herkennen 461.5.2 Oefening – eigen verlies 461.5.3 Oefening – levenslijn 46

2 Welkom heten en contact maken 532.1 Een casus 532.2 Verhalen van verlies zoeken een bedding 542.3 In begeleiding: de achterkant van welkom en contact 552.4 Dialoog 582.5 Ref lectievragen 602.6 Oefeningen 60

2.6.1 Oefening – kennismaken/intake 602.6.2 Oefening – maak je geboortekaartje 612.6.3 Oefening – genogram 61

3 Hechten en verbinden 673.1 Een casus 673.2 Het belang van secure bases 68

3.2.1 Werkmodellen 703.2.2 Hechtingsstijlen 733.2.3 Hechting in volwassenheid 793.2.4 Het verschil tussen hechten en verbinden 80

3.3 In begeleiding: de achterkant van hechten en verbinden 813.4 Dialoog 823.5 Ref lectievragen 84

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 5 6-6-2017 14:34:35

Page 6: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies6

3.6 Oefeningen 843.6.1 Oefening – herkennen van de hechtingsstijlen 843.6.2 Oefening – ‘inquiry’ 843.6.3 Oefening – lichamelijk ervaren van verschillende

hechtingsstijlen 853.6.4 Oefening – secure base landkaart 853.6.5 Oefening – opstelling met matjes 873.6.6 Oefening – hechtingsbeweging 88

4 Intimiteit delen en seksualiteit vormgeven 934.1 Een casus 934.2 De eerste intimiteit 94

4.2.1 Intimiteit en aanraken 964.2.2 Intimiteit in de partnerrelatie 964.2.3 Seksualiteit 974.2.4 Intimiteit, seksualiteit en rouw 984.2.5 Intimiteit in de werkrelatie 98

4.3 In begeleiding: de achterkant van intimiteit en seksualiteit 994.4 Dialoog 1004.5 Ref lectievragen 1024.6 Oefeningen 102

4.6.1 Oefening – intimiteit en fysieke nabijheid 1024.6.2 Oefening – nabijheid/(oog)contact maken 1034.6.3 Oefening – tekening van het systeem van herkomst 1044.6.4 Oefening – opstelling met matjes (aanvulling) 107

5 Afscheid nemen en verliezen 1095.1 Een casus 1095.2 Zonder afscheid geen vooruitzicht 110

5.2.1 Rituelen rondom afscheid en verlies 1135.3 In begeleiding: de achterkant van afscheid en verlies 1155.4 Dialoog 1175.5 Ref lectievragen 1195.6 Oefeningen 119

5.6.1 Oefening – levenslijn (aanvulling thema afscheid en verlies) 119

5.6.2 Oefening – afscheidsbrief 1205.6.3 Oefening – ‘wat er nog gezegd moet worden’ 1215.6.4 Oefening – ontwarren van meerdere verliezen 122

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 6 6-6-2017 14:34:35

Page 7: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Inhoud 7

6 Rouwen 1276.1 Een casus 1276.2 Dualiteit van rouw 128

6.2.1 Rouwen als een slingerbeweging tussen verleden, heden en toekomst 128

6.2.2 Rouw als stapeling van crises 1316.3 Factoren die van invloed zijn op rouw 132

6.3.1 Hechtingsstijl en rouw 1336.3.2 Betekenis en aard van de relatie 1336.3.3 Het sociale netwerk 134

6.4 Aard en (bijzondere) omstandigheden bij verlies 1356.4.1 Verlies tegen de natuurlijke verwachting van

leeftijd in 1356.4.2 Verborgen, niet-zichtbare of niet-erkende rouw 1376.4.3 Verlies door niet-natuurlijke oorzaak 138

6.5 Rouw bij verschillende doelgroepen 1406.5.1 Verschillen tussen mannen en vrouwen 1406.5.2 Rouw bij kinderen en jongeren 1426.5.3 Rouw bij jongvolwassenen 1446.5.4 Rouw bij volwassenen 1446.5.5 Rouw bij ouderen 1456.5.6 Rouw bij mensen met een verstandelijke of

psychische beperking 1456.5.7 Rouw bij mensen met niet-aangeboren hersenletsel 146

6.6 Anticiperende rouw 1476.6.1 Rouw bij terminaal zieke mensen 1476.6.2 Rouw bij jonge mensen met een korte

levensverwachting 1476.7 Aanvullende aspecten bij rouw 148

6.7.1 Stapeling van verliezen 1486.7.2 Verlaat verdriet 1496.7.3 Rouw over meerdere generaties 1496.7.4 Continuing bonds – blijvende verbindingen 150

6.8 In begeleiding: de achterkant van rouwen 1526.9 Dialoog 1536.10 Ref lectievragen 1556.11 Oefeningen 155

6.11.1 Oefening – levenslijn (aanvulling thema rouw) 1556.11.2 Oefening – reisverslag 1556.11.3 Oefening – verliesdoosjes en verlieskasten 1566.11.4 Oefening – over de schoonheid en de troost:

kunst bij rouw 1586.11.5 Oefening – beeldontvouwend werken 159

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 7 6-6-2017 14:34:35

Page 8: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies8

7 Betekenisgeving 1637.1 Een casus 1637.2 Rouwen vindt plaats in een sociale context 164

7.2.1 Herschrijven van het levensverhaal 1647.2.2 Interne en externe zingeving 1677.2.3 Positieve en negatieve betekenisgeving 168

7.3 In begeleiding: de achterkant van betekenisgeving 1697.4 Dialoog 1707.5 Ref lectievragen 1727.6 Oefeningen 172

7.6.1 Oefening – betekenis geven 1727.6.2 Oefening – backstory en event story 1727.6.3 Oefening – het als-een-droom-verhaal 1737.6.4 Oefening – het als-een-droom-verhaal (verdieping) 1757.6.5 Oefening – hoofdstukken van het levensverhaal 176

8 Veerkracht – over coping, trauma en het brein 1818.1 Een casus 1818.2 Achtergronden 182

8.2.1 Coping 1828.2.2 Trauma 1838.2.3 Veerkracht 1878.2.4 Het brein – perspectieven vanuit de bestuurskamer 1898.2.5 Groei na verlies 195

8.3 Dialoog 1978.4 Ref lectievragen 1998.5 Oefeningen 199

8.5.1 Oefening – coping- en hechtingsstijlen 1998.5.2 Oefening – innerlijke verdeeldheid 1998.5.3 Oefening – mindfulness: gronden 2028.5.4 Oefening – geleide visualisatie: waar heb je

vanmorgen afscheid van genomen? 2038.5.5 Oefening – groei na verlies 204

9 Rouw in de context van werk 2079.1 Een casus 2079.2 Verlies en rouw op het werk 208

9.2.1 Het verlies van een collega of met rouw na overlijden naar het werk 208

9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 2099.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde 2109.2.4 Fase twee: de neutrale zone 2129.2.5 Fase drie: het nieuwe begin 2149.2.6 Secure bases op het werk 2159.2.7 Verandering op verandering 217

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 8 6-6-2017 14:34:35

Page 9: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Inhoud 9

9.3 Dialoog 2199.4 Ref lectievragen 2229.5 Oefeningen 222

9.5.1 Oefening – symbool voor het werk 2229.5.2 Oefening – transitie op de levenslijn 222

10 Dialoog: perspectief aanbrengen bij verlies 22510.1 Een casus 22510.2 Professioneel begeleiden is een transitionele

ontmoeting in het hier en nu 22610.2.1 Kernvaardigheden van de begeleider 22710.2.2 Dialoog als vertrekpunt en grond voor verbinding 23010.2.3 Over troost in dialoog 23210.2.4 Dialoog en oude(r) boodschappen 23410.2.5 Hechtingsbewegingen binnen de dialoog 23810.2.6 Opbouw van een begeleidingstraject 241

10.3 Dialoog 24610.4 Ref lectievragen 24910.5 Oefeningen 249

10.5.1 Oefening – welke vragen werden gesteld? 24910.5.2 Oefening – verschijnselen bij rouw 24910.5.3 Oefening – troostbrief 25010.5.4 Oefening – transacties 25110.5.5 Oefening – scriptbesluiten 251

11 Kritieken en een uitnodiging tot een persoonlijke visie op rouw 25311.1 Kritieken op modellen over rouw 253

11.1.1 Kritiek op het ‘losmaken van het verloren liefdesobject ’ van Freud 255

11.1.2 Kritiek op de fasemodellen van Bowlby/Parkes, Kübler-Ross en Rando 256

11.1.3 Kritiek op het takenmodel van Worden 25611.1.4 Kritiek op het Duaal Proces Model van Stroebe-

Schut 25711.1.5 Kritiek op de Transitiecirkel 25811.1.6 Kritiek op de ‘continuing bonds’ 25811.1.7 Kritiek op betekenisgeving/zingeving 25811.1.8 Kritiek op het duiden van verandering in termen

van verlies en rouw 25911.1.9 Kritiek op begeleiding bij rouw 260

11.2 Uitnodiging tot het ontwikkelen van een persoonlijke visie op rouw 260

11.3 Ref lectievragen 26111.4 Oefeningen 261

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 9 6-6-2017 14:34:35

Page 10: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies10

11.4.1 Oefening – persoonlijke visie op rouw 26111.4.2 Oefening – intake 26111.4.3 Oefening – opbouw van een begeleidingstraject 262

Dankwoord 263

Figuuroverzicht en illustratieverantwoording 265

Literatuur 267

Register 275

Over de auteurs 279

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 10 6-6-2017 14:34:35

Page 11: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Voorwoord

Wie leeft, komt in aanraking met een oneindige reeks levensveranderingen, zowel gewenst als ongewenst. Bij de geboorte worden we door onze ouders, en uiteindelijk door veel anderen, van de intieme en geborgen ontwikkelingswereld in de baarmoeder naar de uitgestrekte en onvoorspelbare buitenwereld gelokt, waarin niet alleen onze groei gestimuleerd wordt, maar ook onze kwetsbaar-heid voor allerlei soorten verlies. In onze levensloop voelen we ons van nature aangetrokken tot een ontelbaar aantal plaatsen, projecten en bezittingen, maar vooral tot mensen die ons gevoel van eigenwaarde bevestigen en ons een gevoel van verbondenheid en continuïteit geven bij het creëren van een levensverhaal dat helemaal van ons is. Maar juist deze gehechtheid maakt ons vatbaar voor verdriet; op het moment dat we een geliefd persoon of een gekoesterd bezit ver-liezen, of bij het besef van onze eigen sterfelijkheid, moeten we onherroepelijk loslaten en ons opnieuw schikken in een leven dat veranderd is. Met andere woorden: rouwen brengt herbevestiging of reconstructie met zich mee van een wereld met betekenis die door verlies op de proef gesteld is.

De auteurs van Professioneel begeleiden bij verlies houden zich bij uitstek bezig met deze thema’s. Zij slagen erin om de wezenlijke kenmerken naar voren te halen in de vele contexten van verlies en verandering die het leven met zich meebrengt. De visie die Van Wielink, Wilhelm en Van Geelen ontwikkeld heb-ben, is zowel flexibel abstract als praktisch concreet; ze maken gebruik van de Transitiecirkel om de thema’s aan bod te laten komen die steeds terugkeren in de afwisselende levenstocht op persoonlijk, relationeel, beroepsmatig of orga-nisatorisch gebied. Ook bieden ze concreet advies over hoe we deze veerkrach-tig tegemoet kunnen treden. Omdat we in de nasleep van levensveranderende gebeurtenissen ons levensverhaal regelmatig opnieuw bekijken, herzien en soms substantieel herschrijven, en daarmee onszelf opnieuw uitvinden, staat de rol van betekenisreconstructie centraal in het proces.

Uiteindelijk draait het bij professioneel begeleiden bij verlies om universele zorgen, maar op een manier die oproept tot persoonlijke betrokkenheid. Zoals de auteurs stellen, kan geen enkel abstract model – en in dit boek worden er handig genoeg verschillende gepresenteerd – een adequate basis bieden voor ons werk met mensen die te maken hebben met diepgaande verandering, tenzij aangevuld door een oprechte zoektocht waarin we de lessen bevragen die we uit verlies in eigen leven kunnen trekken. Alleen door dat te doen en door onze eigen filosofie of kijk op verlies en leven te ontwikkelen, kunnen we anderen oprecht nabij zijn in het ondernemen van eenzelfde soort zoektocht, meestal in de nasleep van intense, ongevraagde en vaak beangstigende verandering.

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 11 6-6-2017 14:34:35

Page 12: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies12

Als hulpverleners hebben wij, net zo goed als de cliënten die we ondersteunen, wijsheid en nabijheid nodig, en dat is precies wat Van Wielink, Wilhelm en Van Geelen in dit boek bieden. Het is prachtig om te zien dat dit werk nu in Neder-land gepubliceerd wordt, omdat het een diepgaande en praktische handreiking biedt aan hulpverleners van velerlei aard die mensen nabij zijn in hun poging hun leven in de nasleep van een verlies opnieuw in te richten.

Professor Robert A. Neimeyer, PhD,redacteur van Techniques of Grief Therapyen van het tijdschrift voor professionals Death Studies

Memphis, maart 2017

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 12 6-6-2017 14:34:35

Page 13: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Inleiding

De verwachting dat we geconfronteerd kunnen worden met lijden en met ver-lies, zonder erdoor geraakt te worden, is even onrealistisch als te denken dat we door water zouden kunnen lopen zonder nat te worden. Dit soort ontken-ning is niet zonder grote betekenis. De manier waarop we omgaan met verlies, vormt ons vermogen om in het leven te staan, meer dan wat dan ook.

Rachel Naomi Remen (2006, p. 52)

Dit boek gaat over begeleiden bij verlies. Gedurende het leven lijdt ieder mens verliezen. Dat is onontkoombaar. Dat kan enerzijds pijnlijk zijn of verdrie-tig en anderzijds soms een opluchting die ruimte schept. In elk geval brengt verlies verandering teweeg, die groot of klein kan zijn. Na het verlies is er iets wat anders is dan voordat het verlies werd geleden. Elk verlies heeft impact en vraagt om een antwoord. Hoe iemand dat antwoord geeft, is heel persoonlijk. Dat heeft te maken met de omstandigheden, met hoe groot de impact van het verlies is. Maar ook met de manier waarop iemand geleerd heeft met verlies om te gaan en met de steun die hij1 om zich heen ervaart. Soms lukt het niet om een antwoord te vinden dat past. Soms realiseert iemand zich niet dat er iets ver-anderd is, dat er een antwoord gevraagd wordt, of realiseert iemand zich zelfs niet dat er een verlies geleden is. Dan kunnen klachten ontstaan als depressie of burn-out (Leader, 2011). En het gaat verder dan dat. Als het niet lukt om een passend antwoord te geven op verlies, stagneert de persoonlijke ontwik-keling. Dan ervaren mensen bijvoorbeeld dat ze vaak conflicten hebben, dat er spanning is, dat ze innerlijke stevigheid missen, weinig focus in hun werk kunnen aanbrengen, enzovoort. Dat zijn dan vragen waarmee cliënten bij een begeleider komen. Vragen waaronder een verlies schuilgaat. Een verlies dat een passend antwoord vraagt, zodat er ruimte komt voor rouw en betekenisgeving.

Een verlies leidt altijd tot verandering. Wij2 noemen dat transitie: persoonlijke transitie als het gaat om de innerlijke ontwikkeling die mensen doormaken, maar ook professionele transitie als we het hebben over de ontwikkeling van professionals in hun ambacht of bij veranderingen in organisaties.

1 Omwille van de leesbaarheid kiezen we er in dit boek voor de ‘hij/hem’ -vorm te hanteren, waar-bij overal natuurlijk ook ‘zij/haar’ wordt bedoeld.

2 In dit boek gebruiken wij als auteurs soms de ‘wij/ons’-vorm. Hiermee duiden wij naast onszelf ook de beroepsgroep van begeleiders aan. Daarmee sluiten wij graag ook jou als lezer en begelei-der in.

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 13 6-6-2017 14:34:35

Page 14: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies14

Hoe mensen omgaan met verlies en met transitie heeft veel te maken met patro-nen die al in de jeugd zijn ontstaan. Al vroeg in het leven leer je in contact met degenen die nabij zijn, hoe je het best kunt reageren op anderen en op wat je overkomt. Je ontwikkelt patronen. Deze patronen, die wij hechtingsbewegin-gen noemen, kunnen functioneel en helpend zijn, maar ook tekortschieten of belemmerend werken.

Als mensen zich wenden tot een begeleider omdat zij zelf niet verder komen, is het van belang om te begrijpen welke invloed hun hechtingspatronen hebben op hun omgang met verlies. We besteden daarom in dit boek uitgebreid aan-dacht aan hoe mensen contact maken, aan hechting en aan verbinding. Ook belichten we hoe deze thema’s zich verhouden tot afscheid nemen, rouwen en betekenis geven. De Transitiecirkel geeft dit schematisch aan.

contact maken

hechtenbetekenis geven

rouwen intimiteit delen

afscheid nemen,verliezen

Figuur I De Transitiecirkel

Deze cirkel, die zijn basis vindt in onder meer de hechtingstheorie van de Britse psychiater John Bowlby (1988a, 1988b, 1988c), vormt het raamwerk van het boek: de hoofdstukken worden opgebouwd langs de thema’s van de cirkel. We bespreken wat verlies is, hoe je verlies kunt herkennen en wat het begelei-den van verlies van jou als begeleider vraagt. Je doet kennis op, we schetsen de historische ontwikkelingen rondom de begeleiding van verlies en rouw en we beschrijven verschillende modellen. Daarnaast vind je in dit boek veel oefenin-gen. Oefeningen die je met cliënten kunt doen, maar ook om zelf te doen met studiegenoten of in intervisiegroepen. In elk contact, en zeker ook in het con-tact tussen een begeleider en de cliënt, worden beiden geraakt door wat er wordt besproken. We roepen je dan ook op om je eigen thema’s te onderzoeken. Daar nodigt dit boek je toe uit door middel van de oefeningen en vragen.

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 14 6-6-2017 14:34:36

Page 15: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Inleiding 15

Bij de begeleiding van cliënten rondom verlies hanteren we een ruim onder-zoeksgebied. We verkennen met hen drie contexten:– De persoonlijke en professionele geschiedenis van de cliënt: welke carrière

maakte hij tot nu toe, welke stappen werden gezet, of juist niet, welke moge-lijkheden zag hij wel of niet? En welke lijn in zijn persoonlijke omstandig-heden en gebeurtenissen speelt op de achtergrond mee? Welke verliezen waren er in zijn verleden en in de geschiedenis van zijn (voor)ouders? Welke ambities en dromen zijn er? Hoe werd eerder op de levenslijn omgegaan met afscheid nemen?

– Zijn huidige privésituatie: het gezin, de partner (of het ontbreken ervan), familie, vrienden, kinderen, verenigingen, enzovoort.

– Het werk: de baan als inkomstenbron, maar ook als drager van betekenis, de organisatie als element van verbinding, (bedrijfs)cultuur, waarden, belan-gen, structuur, eigenwaarde, enzovoort.

Het boek kent steeds de koppeling: theorie – reflectie – praktijk. Dat geven we vorm door in de opbouw van de hoofdstukken een vast stramien te volgen:– Casuïstiek: elk hoofdstuk wordt ingeleid met voorbeelden uit de praktijk.

Deze casus dienen ter illustratie van het betreffende onderwerp en vormen de rode draad van het hoofdstuk.

– Dialogen: delen van begeleidingsgesprekken illustreren enerzijds de achter-gronden en de verdieping bij de casuïstiek, anderzijds geven deze dialogen inzicht in de vormgeving van de persoonlijke ontmoeting die begeleiding ook is.

– Kennis: elk thema wordt theoretisch ingeleid, leesbaar en toegankelijk en tegelijkertijd wetenschappelijk verantwoord: waar spreken we over als we het hebben over verlies en rouw? Welke theorie is er bekend, wat is (nog) onbekend? Welke benaderingen bestaan er? Wat is de historische ontwikke-ling in het denken over en werken met verlies en rouw?

– Vragen: effectief werken met cliënten rond het thema verlies is niet mogelijk als de eigen verliesgeschiedenis door de begeleider niet onder ogen is gezien. Gebrek aan zicht daarop leidt tot (ongezonde en belemmerende) vormen van projectie, overdracht en tegenoverdracht.

– Vaardigheden: ieder hoofdstuk sluit af met opdrachten en oefeningen voor de praktijk. Leren begeleiden bestaat uit het combineren van kennis, inzicht en persoonlijke ervaring, het experimenteren daarmee via oefeningen en het reflecteren daarop met vakgenoten. De oefeningen zijn er dan ook ener-zijds op gericht om te gebruiken in het werken met cliënten rondom het betreffende thema. Anderzijds zijn ze echter, via de opdrachten, gericht op het persoonlijke leer-, ontwikkel- en ervaringstraject van de begeleider zelf, waarbij ervan uitgegaan wordt dat de lezer bekend is met algemene leer-stukken van professionele begeleiding. Voor naslag, zie de studieboeken van bijvoorbeeld Wim Donders (2013, 2016) en Ien van der Pol (2012).

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 15 6-6-2017 14:34:36

Page 16: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies16

Begrippen

Je kunt in dit boek begrippen tegenkomen die wellicht nieuw voor je zijn of die in deze context een net iets andere betekenis hebben dan in de dagelijkse omgang of het dagelijks spraakgebruik. In de rest van deze inleiding lichten we deze begrippen toe.

– AandachtAandacht is het selectiefilter van je brein waarmee je bepaalt welke zintuig-lijke signalen wel of niet belangrijk zijn. Het filter kun je actief toepassen door je aandacht heel bewust ergens op te richten. Het effect daarvan is echter ook onherroepelijk dat andere signalen ‘langs je heen gaan’. Je pikt die signalen zintuiglijk wel op, maar je brein onderdrukt ze omdat ze niet binnen je selectiefilter van dat moment passen. Je ‘ziet’ niet met je ogen, maar met je brein (Van der Stigchel, 2016).

Aandacht gaat ook over waarnemen van ‘wat is’, in plaats van wat je mis-schien zou willen dat er zou zijn of waarvan je vindt dat het er zou moeten zijn. Aandacht gaat daarmee ook over de bereidheid tot het uitstellen van een oordeel over wat zich aandient.

Aandacht is een belangrijk aspect binnen begeleiding. In combinatie met aanwezigheid/presentie vormt dit de basisvoorwaarde voor een geslaagde ontmoeting. Je hebt als begeleider je aandacht enerzijds natuurlijk op de cliënt te richten, op het verhaal van de cliënt en op de non-verbale signa-len van de cliënt. Daarnaast is tegelijkertijd aandacht voor je eigen beleving tijdens de begeleiding net zo belangrijk. ‘It takes two to tango’: zonder een werkelijk aanwezige begeleider, zich bewust van zijn eigen geraaktheid en geslotenheid, wordt begeleiden bij verlies moeizaam, misschien zelfs on-mogelijk.

– (Aan)raken/(aan)geraakt worden/geraaktheid‘Met aanraken en aangeraakt worden’ bedoelen we zowel fysieke aanraking, een hand op de schouder, een bemoedigende knuffel, als aanraking op emo-tioneel niveau, bijvoorbeeld door emoties en ontroering werkelijk binnen te laten komen, ook als begeleider. Beide soorten aanraking hebben hun eigen waarde en een eigen helende werking; beide vragen ook om een nauwkeurig afstemmen van (en op) zowel de eigen persoonlijke behoeften als die van de ander. Daarbij is het voor begeleiders van belang om zich gewaar te zijn van grenzen: fysieke, ethische, emotionele grenzen van zichzelf en van de cliënt.

– Aanwezig(heid) (presentie/present zijn)Hiermee bedoelen we het tijdens de begeleiding met volle aandacht op de ander betrokken zijn terwijl je in contact bent met jezelf. Luisterend, met lege handen en een open hart, zonder te willen oplossen, adviseren, helpen.

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 16 6-6-2017 14:34:36

Page 17: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Inleiding 17

– Afstand en nabijheidNet als bij de aanraking, speelt het thema van afstand en nabijheid zowel op fysiek vlak als op emotioneel vlak. Ook dit is een relationeel thema dat gaat over de behoefte, het verlangen en het (on)vermogen van begeleider en cliënt om zichzelf en de ander nabij te willen en kunnen zijn.

– BewegingMet beweging bedoelen we enerzijds de fysieke, motorische beweging: het zoeken van nabijheid bij een ander, het dichterbij komen, of juist het vermij-den van de nabijheid en intimiteit, het afstand nemen. Naast deze tastbare en zichtbare beweging van het lichaam is er ook de emotionele, innerlijke beweging. Hier kan dezelfde beweging voelbaar zijn om de ander nabij te willen zijn of juist afstand te nemen, zonder dat deze beweging letterlijk gemaakt hoeft te worden. De bewustwording van de neiging om de inner-lijke beweging te maken, is een belangrijk hulpmiddel om de behoefte achter de beweging te herkennen. Vanuit deze herkenning van de innerlijke bewe-ging kan de beweging ook daadwerkelijk fysiek gemaakt worden, waardoor de mogelijkheid om de behoefte vervuld te krijgen toeneemt.

– Coping/copingmechanismeDit is de manier waarop mensen met tegenslagen om hebben leren gaan.

– NarrativiteitDit gaat over het vertellen van verhalen (uit het Latijn: narrare = verhalen, vertellen). Mensen zijn narratieve, verhalen vertellende wezens. Ze constru-eren in de verhalen die ze over zichzelf aan anderen vertellen ook betekenis. Zie ook verderop bij ‘verhaal/verhalen’.

– OntmoetingOntmoeting begint met de bereidheid, het verlangen en het vermogen om jezelf te laten zien en de ander te kunnen zien en horen (waarnemen) in wie hij is. De begeleider kan de context creëren in de begeleiding waardoor er ruimte ontstaat voor ontmoeting. Een begeleider die het vermogen heeft om zichzelf te laten zien, zichzelf te openen, leeft voor hoe de cliënt zichzelf ook kan laten zien in de ontmoeting.

– Overdracht, tegenoverdracht en projectieAls iemands reactie op een situatie in het heden is gebaseerd op gevoelens, gedachten en overtuigingen die verbonden zijn met situaties en personen uit het verleden, is er sprake van overdracht. In het hier en nu is de reac-tie vanuit overdracht niet passend, maar ooit in een vroegere context wel. Onbewust probeert deze persoon door de overdrachtsreactie de relatie of situatie alsnog in het heden in orde te brengen. Voor de ander is het vaak lastig om deze reactie vanuit overdracht te begrijpen. Niet zelden zorgt dit onbegrip voor tegenoverdracht. Tegenoverdracht is net als overdracht een

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 17 6-6-2017 14:34:36

Page 18: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies18

reactie die gebaseerd is op oude patronen. In de begeleiding komt dit gere-geld voor. Bijvoorbeeld als een cliënt de neiging heeft om zich hulpeloos op te stellen omdat dat in het verleden een goede oplossing was in het con-tact met zijn ouders. Impliciet nodigt deze cliënt de begeleider uit om in de ouderrol te stappen. Als de begeleider uit zijn geschiedenis die rol goed kent, zal hij gemakkelijk en onbewust op die uitnodiging ingaan. Begeleider en cliënt kunnen dan in een patroon terechtkomen dat niet effectief is voor het proces van de cliënt, maar juist bevestigend is voor oude aannames en patronen. Projectie is een overdrachtsfenomeen. Bij projectie plakt iemand onbewust gevoelens of gedachten van zichzelf op de ander. Hij kan de ander daardoor alleen nog maar vanuit dit perspectief waarnemen. De ander fun-geert als het ware als projectiescherm en kan niet meer worden gezien in zijn eigen intenties.

– Resonantie/resonerenLetterlijk: trilling/trillen. Als in een gesprek of in de ontmoeting het onbe-wuste diepere weten wordt geraakt, noemen we dat resonantie. Emoties kunnen dan opwellen en ook bijvoorbeeld een gevoel van onrust, een plot-seling gevoel van opwinding, enzovoort. Alsof er iets wakker wordt van binnen.

– Ruimte (coach-/begeleidings-)De ruimte waarin de begeleiding of coaching plaatsvindt, door ons ook wel de transitionele ruimte genoemd, omvat de fysieke ruimte met haar spe-cifieke inrichting en aankleding of de natuur, maar ook de psychische en energetische ruimte die ontstaat door bijvoorbeeld gebruik te maken van muziek, gedichten, licht, symbolen, creatieve werkvormen. Zo ontstaat een sfeer waarin de cliënt zich veilig voelt en wordt uitgedaagd. Een context waarin hij zich kwetsbaar kan opstellen en wordt uitgenodigd om vanuit andere perspectieven naar zichzelf en zijn verhaal te kijken.

– Systeem/systemischMet een systeem bedoelen we het geheel aan verbanden en relaties binnen groepen, zoals die voorkomen binnen families, gezinnen en andere (team)samenstellingen of werkverbanden waarin mensen samen zijn. Binnen die groepssamenstelling is altijd sprake van een bepaalde dynamiek, van elkaar wederzijds beïnvloeden. Zowel op een bewust als op een onbewust niveau bestaan en ontstaan er patronen, rollen en verhoudingen, die wel of niet helpend kunnen zijn voor het ‘doel’ waarvoor de mensen samen zijn.

– Transactie/transactioneelMet de term ‘transactie’ wordt binnen de Transactionele Analyse (TA) (Berne, 2003; Koopmans, 2014) de communicatie tussen twee individuen bedoeld.

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 18 6-6-2017 14:34:36

Page 19: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Inleiding 19

– TransitieTransitie is het psychologische proces dat mensen doormaken wanneer ze worden geconfronteerd met ingrijpende veranderingen (en dus met verlies) op of buiten het werk (Bridges, 2007). Voor organisaties speelt daarbij dat veranderingen vaak al ingewikkeld zijn, maar nog niet zo ingrijpend als de transities die medewerkers doormaken als gevolg van die veranderingen of reorganisaties.

– Uitreiken/uitreikingHiermee bedoelen we de beweging die een kind kan maken wanneer het steun zoekt bij een ouder of verzorger. Het letterlijke uitreiken is de bewe-ging waarbij de armpjes uitgestrekt worden naar de ander als signaal van de behoefte om vastgepakt te worden. Overdrachtelijk is elk signaal van een kind waarmee het de aandacht van een hechtingsfiguur probeert te trek-ken, een vorm van uitreiken. Zelfs als er geen zichtbare signalen zijn, kan er toch sprake zijn van uitreiken, wanneer het kind een behoefte vervuld wil krijgen. Het uitreiken als volwassene naar mensen om zich heen, is, zowel ondersteunend als belemmerend, gekleurd door de vroege ervaringen als kind.

– VerdurenZowel voor de begeleider als voor de cliënt komt het bij werken rondom verlies aan op een bepaald soort uithoudingsvermogen. Het gaat er om te kunnen volhouden wanneer je vervelende gebeurtenissen meemaakt of als deze naar boven komen in de begeleiding, en te aanvaarden dat het rouw-proces een geheel eigen tempo en dynamiek heeft. Een tempo dat bepaald wordt door de cliënt. Dit volhouden, of verdragen, dat zowel voor de cliënt als de begeleider ongemak kan opleveren, noemen we ook wel verduren bij een verlies.

– Verhaal/verhalenHiermee bedoelen we het levensverhaal van de cliënt. Een verhaal is geen droge, feitelijke, historische opsomming van levensgebeurtenissen, maar een levend, zich steeds ontwikkelend verhaal dat pas inhoud en betekenis krijgt in het vertellen en het gehoord worden. In het delen van het verhaal met een ander krijgt het verhaal letterlijk een stem, waarbij er juist door het vertellen, bij de cliënt van binnen meer gebeurt dan bij het ‘bedenken’ of in het hoofd houden van het verhaal alleen. Door het verhaal ook echt een stem te geven, krijgen emoties beter de kans om zich te uiten, krijgt de cliënt beter de kans zich bewust te worden van de eigen emoties.

Het begrip ‘verhalen’ verwijst dan zowel naar het zelfstandig naamwoord, de meervoudsvorm van ‘verhaal’, als naar de werkwoordsvorm die gaat over het vertellen van verhalen. Verhalen kent ook een betekenis van terug-halen, genoegdoening eisen, verhaal halen bij iemand. In de betekenis van

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 19 6-6-2017 14:34:36

Page 20: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies20

verhalen vertellen zit ook: het in woorden terughalen van een gebeurtenis. Daarnaast kent het Nederlands de mooie uitdrukking ‘op verhaal komen’: herstellen, weer op krachten komen, uitrusten. Daarmee zitten we al mid-den in de betekenis van het verhaal voor de begeleidingscontext.

Op de website bij dit boek, www.professioneelbegeleidenbijverlies.nl, zijn filmfragmenten te bekijken die de theorie in het boek illustreren. Ook zijn er artikelen, presentaties en transitiekaarten te vinden, die in de begeleiding gebruikt kunnen worden.

In dit boek worden verschillende icoontjes gebruikt:

Dit icoontje staat in de marge bij kaderteksten. In deze genummerde kaders staan aansprekende voorbeelden die de theorie goed illustreren.

Dit icoontje wordt gebruikt bij oefeningen en opdrachten.

Een casus wordt aangeduid met dit icoontje.

Dit icoontje staat in de marge als verwezen wordt naar materiaal op de website bij het boek: www.professioneelbegeleidenbijverlies.nl.

Een tip voor de lezer wordt aangegeven met dit icoontje.

Een definitie van een begrip wordt aangegeven met dit icoontje.

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 20 6-6-2017 14:34:36

Page 21: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 21 6-6-2017 14:34:36

Page 22: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 22 6-6-2017 14:34:36

Page 23: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

1Verlies – een verkenning

Je kunt niet voorkomen dat vogels van verdriet over je hoofd vliegen, maar wel dat ze nesten maken in je haar.

Chinees gezegde

1.1 Een casus

Casus Leny

Leny maakt een vermoeide indruk als ze de werkruimte van de begeleider inkomt. Alsof alles haar zwaar valt. Dat is ook zo, geeft ze even later aan. Soms kost het zelfs te veel moeite om op te staan en meldt ze zich ziek. De bedrijfsarts heeft haar aangeraden om hulp te zoeken. En daarom heeft ze deze afspraak gemaakt. In het afgelopen halfjaar is er veel gebeurd. De afdeling waar ze al acht jaar werkte, is in de reorganisatie uiteen­gevallen. Ze kreeg een functie op een andere afdeling. Ook haar collega’s kregen een andere plek in de organisatie. Ze heeft moeite om haar draai te vinden in het nieuwe team. Ze mist haar oude collega’s en de manier waarop zij gewend waren het werk te verdelen en met elkaar om te gaan. Op de vraag hoe ze afscheid heeft genomen van haar oude team, geeft ze aan dat er eigenlijk geen afscheid was. Het werd steeds leger op de afdeling omdat het werk afnam en haar collega’s een voor een naar een nieuwe plek gingen. Daardoor was ze bijna opgelucht toen ze zelf hoorde dat ze een andere functie kreeg. Ze is zo snel mogelijk vertrokken.‘Waar ken je dat van, om zo weg te gaan, zonder om te kijken? Heb je zoiets eerder in je leven meegemaakt?’ Ze schrikt zichtbaar van deze vraag. Het blijft een tijd stil. En dan vertelt ze. Ze was nog maar een klein meisje. Een jaar of zeven. Ze vormde een gezin met haar moeder, haar vader en de twee jongens uit de eerdere relatie van haar vader. Op een dag kwam ze uit school en trof ze haar moeder huilend aan op de bank. Er waren spullen uit de woonkamer verdwenen en de kapstok was half leeg. Haar vader was met zijn twee kinderen vertrokken. Kort daarna werd het huis verkocht en verhuisde zij met haar moeder naar een kleine flat. Ze moest naar een andere school. Haar vader en half­broers zag ze nog maar af en toe. Tot het contact helemaal verwaterde. Toen ze op haar zeventiende op zichzelf ging wonen besloot ze resoluut om zich voortaan alleen nog op haar toekomst te richten. Ze bande haar vader en halfbroers uit haar gedachten en zag haar moeder nog sporadisch.

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 23 6-6-2017 14:34:37

Page 24: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies24

1.2 Herkennen, erkennen, verkennen en verduren van verlies

Een cliënt komt bij de begeleider met een probleem, een vraag, iets waar hij in het dagelijks leven tegenaan loopt. Dit is het uitgangspunt. Van hieruit start de begeleider het onderzoek naar onderliggende thema’s of vragen. Dat is waar het óók over gaat. Vaak is de cliënt zich hiervan niet bewust. Samen ga je op zoek. Dat werk is te vergelijken met archeologie en schatgraven. Belangrijke gebeurtenissen en ervaringen, zowel belemmerende als helpende, liggen in het verleden en werken, bewust en zeker ook onbewust, door in het heden. Deze ervaringen, overtuigingen en kwaliteiten mogen ‘opgegraven’ worden en aan het licht komen.

... Als ik zin heb (want of ik zin heb,hoef jij nooit geheel zeker te weten),kijk ik in de keel van je zwijgen,wat je allemaal voor je zag,lees ik in je oogkas,tot in de kleinste details herinner ik je eraanwaar je afgezien van de dood in het leven op wachtte.

Laat me dat niets van je zien,dat van je over is,en ik maak er een bos en snelweg van,vliegveld, gemeenheid, tederheiden een huis dat verloren ging.

Laat me je gedichtje zienen ik zal je zeggen waaromhet eerder noch later is ontstaan.

Nee zeg, je begrijpt me verkeerd.Houd dat belachelijke papiermet lettertjes bij je.Voor wat ik wil heb ik genoegaan jouw laagje aardeen al je tijden, tijden herverschaalde brandlucht.

Wysława Szymborska, uit: Archeologie (2014)

In het begeleiden bij verlies werken wij vanuit de ervaring dat iedere vraag, elk probleem, elke klacht waarmee een cliënt bij ons komt, in de basis óók over verlies gaat. Ook wanneer de cliënt zich hiervan nog niet bewust is. Elke door de cliënt gewenste verandering in zijn leven, een verandering waarvoor hij bij ons in begeleiding komt, is namelijk een beweging ergens vandaan, iets niet

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 24 6-6-2017 14:34:37

Page 25: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

1 Verlies – een verkenning 25

meer willen, of een beweging ergens naar toe, iets anders willen. Beide bewe-gingen gaan over afscheid nemen van een oude situatie. De cliënt komt bij ons voor ondersteuning en begeleiding bij deze beweging. Hij zegt: ‘Ik kan het niet alleen.’ Wij werken als begeleiders vanuit een besef dat op de achtergrond ook niet genomen verlies, niet genomen afscheid en niet genomen rouw mee reso-neren. Los van welke vraag en welke schijnbare aanleiding ook.

In het onderzoek dat de cliënt en de begeleider doen naar de verliesthema’s die spelen bij de cliënt, kunnen ze de volgende stappen doorlopen (Fiddelaers- Jaspers, 2010):

1. Het herkennen van een verlies.Bij de intake komt de cliënt met zijn verhaal en zo mogelijk met een vraag. Dit verhaal ontwikkelt zich bij elke volgende ontmoeting, waarbij ook de vraag zich steeds meer ontvouwt. Als begeleider luister je bij elke ontmoeting steeds met een gezonde nieuwsgierigheid naar het zich ontwikkelende verhaal van de cliënt en kom je elke keer weer tot een nieuwe inschatting van de vraag. Steeds nodig je ook de cliënt uit om samen verder binnen het verhaal op onderzoek te gaan naar aanknopingspunten, naar beslissende momenten in het leven waarop keuzes gemaakt zijn, bewuste en onbewuste besluiten zijn genomen. Keuzes en besluiten die op dat moment misschien nodig of zelfs onontkoombaar waren, maar in het heden misschien niet meer helpend zijn. Momenten waarop bewust of onbewust afscheid is genomen, verlies is geleden.

Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen twee soorten verliezen:– Lokaliseerbare verliezen

Deze verliezen zijn duidelijk in de tijd te herkennen en aan een moment te koppelen, te lokaliseren. Denk hierbij aan gebeurtenissen als overlijden, echtscheiding, verhuizing, enzovoort. Deze verliezen zijn meestal nauw-keurig aan een datum of periode te koppelen.

– Diffuse verliezenHiervan is het tijdstip of de periode niet goed vast te stellen. Het gaat om minder tastbare zaken als een onvervulde kinderwens, een slechte relatie met (een van de) ouders, verloren hoop, verloren dromen, ziekte, enzovoort.

Binnen begeleiding is dit onderscheid waardevol, omdat juist diffuse verliezen door cliënten vaak moeilijker te benoemen zijn en lastiger als verlies (h)erkend worden.

Daarnaast is het onderscheid tussen ‘primaire’ en ‘secundaire’ verliezen van belang:– Primaire verliezen

Dit zijn de verliezen die het eerst merkbaar zijn, de verliezen die ‘op de voor-grond’ staan. Daarmee zijn het de verliezen die de directe aanleiding kun-nen vormen voor de rouw.

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 25 6-6-2017 14:34:37

Page 26: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

Professioneel begeleiden bij verlies26

– Secundaire verliezenDit zijn de verliezen die, naar aanleiding van het primaire verlies, ‘op de achtergrond’ blijken te ontstaan. Secundaire verliezen zijn een rechtstreeks gevolg van het primaire verlies, ook al zijn ze vaak niet meteen duidelijk. Daarmee zijn het verliezen die vaak verzwarend werken voor de rouw.

Zo ontstaat er een indeling in vier kwadranten, die behulpzaam kan zijn om de cliënt overzicht en inzicht te geven in de verliezen in het eigen leven.

Primair verlies Secundair verlies

Lokaliseerbaar verlies

Scheiding van de ouders wanneer het kind nog jong is.

Verlies van gevoel van veiligheid en geborgenheid door de scheiding, verlies van familie en vrienden die partij (moeten) kiezen.

Diffuus verlies

Echtelijke ontrouw van een ouder, die uiteindelijk ontdekt wordt, waardoor het huwelijk later in een scheiding eindigt.

Verlies van vertrouwen, verlies van gezelligheid en sfeer in huis door de periode van ruzie voorafgaand aan de scheiding.

2. Het erkennen van een verlies.In het onderzoek dat de cliënt samen met de begeleider doet, leert de cliënt zijn verliezen te herkennen. Als hij de verliezen herkent, kan hij ze ook erkennen. Erkennen dat het pijnlijk was, welke impact het heeft (gehad), welk gemis er is. Kortom, erkenning gaat meer nog dan over het vaststellen van de feitelijkheid van het verlies, vooral over het aannemen van de betekenis van het verlies voor het verloop van het leven. Vanuit de herkenning van de verliezen in het zich steeds verder ontwikkelende verhaal van de cliënt, is het ook onderdeel van onze rol als begeleider om vanuit je expertise en ervaring aan de cliënt te beves-tigen dat deze een verlies heeft geleden. Een andere manier om dit te zeggen is dat je als begeleider bepaalde gebeurtenissen en ervaringen van de cliënt kunt helpen ‘ondertitelen’. Bij deze erkenning van het verlies hoort dan ook onver-mijdelijk de uitnodiging aan de cliënt om het verlies, en de rouw die daarbij hoort, aan te gaan.

3. Het verkennen van een verlies.Wanneer je als begeleider vanuit het levensverhaal met je cliënt werkt, door vragen te stellen, oefeningen te doen of opdrachten te geven, ben je samen met je cliënt bezig het verlies te verkennen. Hierbij spelen natuurlijk de feitelijke omstandigheden rondom het verlies een belangrijke rol, maar ook en vooral de gevoelens, de ervaring/beleving en de betekenis van het verlies.

Terwijl je je cliënt begeleidt bij het herkennen, erkennen en verkennen van ver-lies, zul je regelmatig ervaren dat je zelf ook geraakt wordt. Misschien schrik je van wat de ander heeft meegemaakt, of komt er een herinnering aan een

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 26 6-6-2017 14:34:37

Page 27: Professioneel begeleiden bij verlies...9.2.2 Organisaties als bronnen van verlies 209 9.2.3 Fase één: veranderingen beginnen met een einde210 9.2.4 Fase twee: de neutrale zone 212

1 Verlies – een verkenning 27

eigen ervaring boven. Misschien erger je je wel, of zou je het probleem heel graag willen oplossen voor de ander. Wat er ook met jou gebeurt in het contact met je cliënt, het is van belang om je ervan bewust te zijn dat het er is, zodat je leert ontdekken wanneer je vanuit eigen ervaringen in onbewuste overdracht en mogelijk tegenoverdracht terechtkomt. Door opleiding, supervisie en inter-visie krijg je meer inzicht in je eigen ervaringen en geraaktheid in contact met cliënten. Zo leer je om jouw ervaringen naast die van de cliënt te leggen en de cliënt nabij te zijn, terwijl de ander in zijn tempo en op zijn manier werkt rondom het verlies. Je biedt handreikingen, oefeningen, stelt vragen. En je ver-duurt. Je verduurt dat je zelf wordt geraakt, dat de emoties van de ander heftig kunnen zijn, dat er soms vertraging nodig is, dat er soms één stap vooruit en twee stappen terug nodig zijn. Dit aanpassen aan de soms weerbarstige werke-lijkheid, wat zowel voor de cliënt als voor de begeleider ongemak kan opleveren, noemen we:

4. Het verduren van een verlies.Voor een cliënt kan het verlies een grote impact hebben op het dagelijkse leven en het functioneren. De cliënt heeft te verduren dat dit verstorende effect van het verlies zich grotendeels onttrekt aan de bewuste keuzes die hij wil maken.

Voor de begeleider is het belangrijk om steeds beter te leren ervaren hoe de eigen geraaktheid, het eigen vermogen en onvermogen bij verlieservaringen op de achtergrond aanwezig zijn. Als je je eigen innerlijke bewegingen en geraakt-heid leert kennen, doorleeft en serieus neemt, kan deze bagage je professionele kracht bij het begeleiden worden. Enerzijds herken je zo wanneer je in over-dracht of tegenoverdracht terechtkomt. Anderzijds kun je vanuit dit vermogen de ander empathisch nabij zijn, waardoor de kwaliteit van de begeleidings relatie en daarmee ook de kans op resultaat toeneemt (Kosminsky & Jordan, 2016).

De casus, dialogen, theorie en de oefeningen in dit boek zullen je helpen om verlies bij cliënten te leren herkennen. Vanuit de oefeningen, waarbij je in de gesprekken afwisselend de rol van begeleider en cliënt vervult, kun je de the-ma’s bij verlies leren erkennen en verder verkennen. Vanuit deze oefeningen en de reflectie op je gevoel en je gedrag tijdens de oefening, ervaar je ook wat verlies en rouw bij jezelf teweegbrengen, wat er in jou geraakt wordt. Mogelijk ervaar je hierbij dan ook wat met de term verduren bedoeld wordt.

1.2.1 Rouw

Naast het verschil tussen lokaliseerbare en diffuse verliezen is het belangrijk om onderscheid te maken tussen verlies enerzijds en rouw anderzijds.

Professioneel begeleiden bij verlies.indd 27 6-6-2017 14:34:37