Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

36
MAGAZINE STUDIEVERENIGING VOOR ACCOUNTANCY & CONTROLLING 8e jaargang - Nummer 1 - December 2011 Interview: Internationalisering onderwijs Pieter Jansen (RuG) Ralph ter Hoeven: “Kleinschaligheid is de kracht van de opleiding.” Interview: Ondersteuning universiteiten Christiaan van den Berg (VSNU) Interview: Maatschappelijk debat Ralph ter Hoeven (Deloitte/RuG)

description

Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Transcript of Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Page 1: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

MAGAZINES T U D I E V E R E N I G I N G V O O RA C C O U N TA N C Y & C O N T R O L L I N G

8e jaargang - Nummer 1 - December 2011

Interview:

Internationalisering onderwijsPieter Jansen (RuG)

Ralph ter Hoeven:

“Kleinschaligheid is de kracht van de opleiding.”

Interview:

Ondersteuning universiteitenChristiaan van den Berg (VSNU)

Interview:

Maatschappelijk debatRalph ter Hoeven (Deloitte/RuG)

Page 2: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

© 2011 PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 3412089) Alle rechten voorbehouden.

www.werkenbijpwc.nl

Soms weet je precies welke smaak je wiltSoms wil je eerst nog van alles proeven

Kom verder met het Financial Traineeship

Financial TraineeshipStart september 2012Evi van Splunder088 792 73 [email protected]

Sta je op het punt je fi nanciële master af te ronden, dan ligt de wereld bij ons aan je voeten. Want als talent met een stevig fi nancieel fundament kun je proeven aan alle smaken van je vakgebied tijdens ons Financial Traineeship; een tweejarig coachings- en opleidingstraject. Wil je meer weten, neem dan contact op met Evi van Splunder. Of kijk op werkenbijpwc.nl/fi nancialtraineeship

4694-69 PwC RC FT Adv. A4 Pro Memorie.indd 1 11/9/11 1:21:24 PM

Page 3: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Pro Memorie Magazine | 3

Voorwoord

Beste lezer,

Voor u ligt de eerste uitgave van het Pro Memorie Magazine van de Re-dactie 2011//2012. De afgelopen maanden is er veel gebeurd. Het eerste semester is begonnen en de eerste tentamens zijn alweer gemaakt. Daar-naast is er gesolliciteerd voor de verschillende business courses, welke de afgelopen weken hebben plaatsgevonden. Ook heeft de Goedheiligman weer een bezoek gebracht aan het inmiddels koude Nederland en is het wachten op de kerstdagen en Oud en Nieuw, met de bijbehorende, wel-verdiende vakantie.

Pro Memorie is volop in beweging, wat wel blijkt uit de slogan “Network in Progress”. In september heeft de ALV plaatsgevonden en is het stokje overgedragen aan het nieuwe bestuur. De afgelopen maanden vonden de eerste activiteiten plaats, zoals de Jongerejaarsactiveit en de Alumni-borrel Utrecht, waarbij nieuwe leden verwelkomd werden en alumnile-den in contact bleven met de vereniging. Daarnaast waren er de Inhouse-dagen in Utrecht en de Sollicitatietraining, waarbij men kennis heeft gemaakt met verschillende kantoren en heeft geoefend met solliciteren.

Dit magazine draagt het thema “Onderwijs in de Accountancy”. Op het gebied van onderwijs zijn er de laatste tijd al een aantal dingen veran-derd. Denk hierbij aan het Bindend Studieadvies, de harde knip en de boetemaatregelen voor langstudeerders. De komende tijd zullen er nog meer veranderingen plaatsvinden, zoals de herstructurering van de Ba-chelors aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde en de internationa-lisering van het onderwijs. Daarnaast was er de discussie of de hoogle-raar, die tevens partner is bij een Big Four kantoor, zich wel genoeg in het maatschappelijk debat mengt.

In dit magazine hebben wij Pieter Jansen, Ralph ter Hoeven en Christiaan van den Berg geïnterviewd over hun visie op de reeds genoemde onder-werpen. Tevens ziet u de oude, vertrouwde rubrieken terugkomen en is de nieuwe rubriek “Starten in …” toegevoegd. In deze rubriek willen we de lezer kennis laten maken met de verschillende steden waar men kan starten tijdens de scriptie of na de master. Voor deze rubriek zullen we op bezoek gaan bij alumnileden, omdat zij als geen ander weten hoe het is om in een bepaalde stad te starten.

Namens de gehele Redactie wens ik u veel leesplezier.

Robert Tuinsma

Hoofdredacteur Pro Memorie Magazine 2011//2012

© 2011 PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 3412089) Alle rechten voorbehouden.

www.werkenbijpwc.nl

Soms weet je precies welke smaak je wiltSoms wil je eerst nog van alles proeven

Kom verder met het Financial Traineeship

Financial TraineeshipStart september 2012Evi van Splunder088 792 73 [email protected]

Sta je op het punt je fi nanciële master af te ronden, dan ligt de wereld bij ons aan je voeten. Want als talent met een stevig fi nancieel fundament kun je proeven aan alle smaken van je vakgebied tijdens ons Financial Traineeship; een tweejarig coachings- en opleidingstraject. Wil je meer weten, neem dan contact op met Evi van Splunder. Of kijk op werkenbijpwc.nl/fi nancialtraineeship

4694-69 PwC RC FT Adv. A4 Pro Memorie.indd 1 11/9/11 1:21:24 PM

Page 4: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Inhoudsopgave

Inhoud

06 14 26 28Interview:

Pieter JansenOpleidingsdirecteur

Accountancy & Controlling

Interview:Ralph ter HoevenPartner Deloitte en

hoogleraar aan de Rijks-universiteit Groningen

Rubriek:Starten in ...

Nieuwe Rubriek over starten in Amsterdam

Interview:Christiaan van den

BergDomeinleider onderwijs

bij de VSNU

4 | Pro Memorie Magazine

ColofonUitgeverStudievereniging Pro MemoriePostbus 16009701 BP Groningenwww.pro-memorie.com

Pro Memorie Magazine8e jaargang - Nummer 1 December 2011

HoofdredacteurRobert Tuinsma

RedactieArjen van der LogtWillem van RoekelSilke SchmidtHenk van den TopThomas zwanenburg

EindredactieAdriëtte Hummel

Lay-outSilke KroezeFarhad Tiemoerie

Agenda

Page 5: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Inhoudsopgave

5 | Pro Memorie Magazine

Oplage470 stuks

DrukNetzoDruk

Alle rechten voorbehouden. Over-nemen of nadrukken uit het Pro Memo-rie Magazine is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitge-ver. Aan publicaties in dit magazine kun-nen geen rechten worden ontleend.

Agenda

Voorwoord

Interview Pro Memorie Academy

Verslag Jongerejaarsactiviteit

Verslag Inhousedagen Utrecht

Artikel Accountancynieuws

Soft Skills: Hoogmoed, afgunst en hebzucht

Autotest: Fiat Punto Evo MultiJet

Even voorstellen: Hans Halma

Interview Bestuur

Interview Redactie

Stelling

Fotopagina

3

10

11

12

18

20

22

23

24

30

33

34

AgendaDecember: 14 Tentamentraining Belastingrecht 2 23 Start kerstvakantie

Januari: 9 Start colleges 12 Nieuwjaarslezingborrel 23 Start tentamens

Februari: 13 Start Semester II.a 16 Aftertentamenborrel 2 28 MAK Symposium

Maart: 8 Uitgave Magazine 2 12 Etiquettediner i .s.m. GFE

Page 6: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Interview: Pieter Jansen

De heer Jansen studeerde Bestuurskunde en Politicologie aan de Universiteit Leiden en is in 2000 gepromoveerd in de economische wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) op een proefschrift over het gebruik van prestatie-informatie bij overheidsorganisaties. Hij is vanaf 1997 werkzaam als universitair docent Management Accounting bij de RuG. Sinds 2010 is hij directeur van de bachelor- en masteropleiding Accountancy & Controlling. Op dit moment houdt hij zich bezig met onderzoek naar Management Accounting veranderingen en dan met name in relatie tot het “time frame” van managers.

Pieter JansenOpleidingsdirecteur A&C

6 | Pro Memorie Magazine

U heeft een master Bestuurskunde en Politicologie. Verrvolgens heeft u pro-motieonderzoek gedaan op het gebied van Management Accounting aan de RuG. Wat heeft u bewogen om uiteindelijk vanuit Bestuurskunde en Politico-logie de overstap te maken naar Accounting, hier aan de RuG? Na mijn afstuderen heb ik mezelf afgevraagd wat ik leuk vond. Ik vond stude-ren enorm leuk. Politicologie en Bestuurskunde zijn hele interessante studies, maar ik had het gevoel nog niet klaar te zijn met studeren. In het leren analyse-ren wilde ik nog stappen maken. Het uiteenrafelen van een interessant thema en daarin een bepaalde diepgang te bereiken, ambieerde ik nadrukkelijk. De logische conclusie om te willen promoveren volgde. Ik had de behoefte aan iets anders dan Politicologie of Bestuurskunde. In Groningen zochten ze een assistent in opleiding (aio). Dat was een vierjarig contract voor een promo-vendus op het gebied van Management Accounting. Eén van mijn promotors, prof. dr. Jan van Helden, was toen een onderzoeksgroep aan het opzetten op het gebied van Management Accounting van overheidsorganisaties. Dat ging met name over hoe de implementatie van bedrijfsmatige instrumenten kan worden toegepast in de besturing en beheersing van overheidsorganisaties. Vanaf het begin van de jaren negentig zag je heel duidelijk de tendens dat overheidsorganisaties de ambitie hadden om de besturing bedrijfsmatiger aan te pakken en het traditionele “publieke sector model” wat los te laten. Hier was een promotieplek in. Vanwege mijn opleiding, die typisch op overheidsor-ganisaties gericht is en mijn interesse in Accounting, heb ik deze promotieplek gekregen. Op die manier ben ik in het vakgebied Accounting terechtgekomen. Als ik naar mijn deelgebied Management Accounting en Management Control kijk, dan moet je constateren dat het uiteindelijk draait om beïnvloeding, be-heersing en besturing en dus ook om macht. Om die reden vind ik als politi-coloog Management Accounting en Management Control een buitengewoon interessant vakgebied.

U bent gepromoveerd aan de RuG en vervolgens bent u hier gebleven om uiteindelijk opleidingsdirecteur te worden. Wat heeft u ertoe bewogen om verbonden te blijven aan de RuG?Het eerlijke antwoord hierop is natuurlijk dat ik mijn werk ontzettend leuk vind. Ik vind het een voorrecht om met studenten te werken, om mensen te mogen opleiden. Daarnaast vind ik het onderzoek ook heel fijn: ergens langdurig over nadenken en vervolgens een heel klein stukje van die grote puzzel oplossen. Opleidingsdirecteur zie ik vooral als een dienende functie.

Veranderingen In deze editie van het Pro Memorie Magazine staat het onderwijs

centraal. Voor het eerste interview van dit magazine hebben

we Pieter Jansen benaderd. Pieter Jansen is opleidingsdirecteur

van de bachelor en de master Accountancy & Controlling (A&C)

en universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG).

We spraken met hem over zijn werkzaamheden bij de faculteit, de

veranderingen in de opleiding en de aansluiting van de opleiding

met het bedrijfsleven. T E K S T : Henk van den Top en Robert Tuinsma

Page 7: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Interview: Pieter Jansen

Een opleidingsdirecteur zorgt er mede voor dat het onderwijs zich kan voltrekken. Je hebt bepaalde onderwerpen op je agenda en je gaat bepaalde discussies aan. Dat het thema “research driven education” in de opleiding Accountancy & Controlling een succes wordt, vind ik primair mijn verantwoordelijkheid, maar uiteindelijk zullen de docenten in de collegezaal het moeten doen. Daarbij hoort een ontwikkelling van nieuwe onderwijsvormen en het ge-bruik van een ten dele ander type literatuur. Studenten moeten op een andere manier naar hun vak gaan kijken.

We hoorden u eerder zeggen dat Politicologie een buitengewoon interessant vakgebied is. zou er dan meer Politicologie in de op-leiding verwerkt moeten worden?Ik zou de normale Politicologie hier niet willen doceren, maar er zijn wel politicologische theorieën over hoe je invloed uitoe-fent en over hoe besluitvorming in organisaties zich voltrekt, die handig zijn. Je hebt bijvoorbeeld verschillende theorieën omtrent besluitvorming, een thema wat in zowel de economische, als po-liticologische wetenschap aan bod komt. Aan de ene kant heb je het “economisch rationele model”. Aan de andere kant heb je het “garbage can model”, welke veel dichter bij de waarheid ligt. Het “garbage can model” stelt dat er zich binnen een organisatie veel processen voltrekken in een enorm krachtenveld, waarbij de uit-komst moeilijk te voorzien is. In dit model spelen macht en han-digheid van individuen, maar daarnaast ook toevalligheden, een belangrijke rol. zo zie je dat Politicologie en de manier waarop wij bij Accounting naar organisaties kijken op het gebied van aanstu-ring en besluitvorming dicht bij elkaar komen. Wetenschappelijke vernieuwing is vaak multidisciplinair, doordat innovaties zich vaak voltrekken op de grenzen van vakgebieden. In die zin is het grens-gebied tussen Accounting en Politicologie wel degelijk relevant.

Welke veranderingen zullen er gaan plaatsvinden op de facul-teit Economie en Bedrijfskunde? De faculteit heeft op dit moment acht bacheloropleidingen en daar is Accountancy & Controlling er één van. Dit aantal bachelo-ropleidingen wordt teruggebracht tot vier. Wat er overblijft is

Econometrics, Economics and Business Economics, International Business and Management en Bedrijfskunde, waarbij Bedrijfskunde de enige Nederlandstalige bachelor wordt. De andere bachelo-ropleidingen zullen verdwijnen. Binnen de bachelor Bedrijfskunde komt er een gemeenschappelijke propedeuse. In het tweede en derde jaar komen er drie zogenaamde “tracks” binnen de bachelor Bedrijfskunde. Dat zijn Accountancy & Controlling, Bedrijfskunde en Technologiemanagement. In het eerste jaar kun je 60 EC halen voor de propedeuse. In het tweede en derde jaar kun je 120 EC halen, waarvan 30 EC algemeen zijn en 90 EC voor de gekozen track zijn. In de track Accountancy & Controlling zullen vakken gegeven worden als Belastingrecht, Financiële en Actuariële Re-kenkunde, Ondernemingsrecht, Management Accounting, Internal Control en Auditing.

Wat zijn de achterliggende redenen voor deze veranderingen?De filosofie is te vinden in het akkoord van Bologna, een akkoord van de Europese ministers van onderwijs. Eén van de doelstel-lingen is om te komen tot bredere bacheloropleidingen. De ty-pische eerstejaars student is, althans dat is de onderliggende gedachte, nog niet in staat om een afgebakende specialistische studiekeuze te maken. Daarom zou je moeten beginnen met een breed opgezette bacheloropleiding, waarin je de student met heel veel verschillende facetten van een bepaald domein kennis laat maken. In een latere fase kan de student zo’n spe-cialistische keuze als bijvoorbeeld Accountancy & Controlling maken.

Binnen de “track” Accountancy & Controlling willen we bereiken dat de student in alle kerngebieden in de accounting en con-trolling een inleiding heeft gehad en zo op inleidend niveau een totaaloverzicht opbouwt van het vakgebied en van zijn eigen interesses. zo kan de student voor zichzelf in een vroeg stadium de balans opmaken. We hebben namelijk liever dat studenten in het tweede jaar ontdekken of ze op hun plek zitten, dan dat ze er pas achter komen wanneer ze in hun master zitten.

U sprak over drie Engelstalige bachelors en één Nederlands-talige bachelor. Welke gedachte schuilt daar achter?Bedrijfskunde wordt inderdaad de enige Nederlandstalige ba-cheloropleiding. Deze bacheloropleiding wordt vermoedelijk gro-ter dan de andere drie bacheloropleidingen samen. De interna-tionale oriëntatie is een ontwikkeling die zich op dit moment in heel Europa voltrekt. De universiteit levert studenten af die op de internationale arbeidsmarkt kunnen acteren. Daarnaast wil de faculteit Economie en Bedrijskunde meer buitenlandse studenten aantrekken. Op dit moment durft de faculteit het nog niet aan om alle bacheloropleidingen Engelstalig te maken, omdat ze bang zijn dat er dan veel studenten de boot missen. Internationalisering van

7 | Pro Memorie Magazine

in het onderwijs

“In de master Accountancy

& Controlling zullen we

de switch naar Engels de

komende jaren gaan maken.”

Page 8: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

het onderwijs heeft grote voordelen. Het is een gemiste kans om getalenteerde docenten en studenten te missen om de sim-pele reden dat zij de Nederlandse taal niet beheersen.

Wanneer zullen deze veranderingen worden ingevoerd?Per volgend academisch jaar, dus per 1 september 2012. Bin-nen de faculteit gaan alle nieuwe masteropleidingen ook per 1 september 2012 in de lucht, met uitzondering van de master Accountancy & Controlling. Deze master wordt stapsgewijs in-gevoerd. In 2015 studeren de eerste studenten af die zijn be-gonnen met de nieuwe bachelor, waarna de oude master A&C uit de lucht gaat en de nieuwe master wordt ingevoerd. In de master A&C zullen we de switch naar Engels de komende jaren gaan maken. Voor de studenten die al aan de master zijn begon-nen, maar deze nog niet hebben afgerond per 1 september 2015, zal een overgangsregeling komen.

U zei dat de universiteit zich nu meer richt op internationale studenten. Heeft het AACSB-keurmerk daar ook mee te ma-ken?Dit is eigenlijk een vraag voor het bestuur, maar het heeft daar wel enigszins mee te maken, want het AACSB-keurmerk staat voor de 5% beste business schools ter wereld. Het is niet ge-makkelijk om het AACSB-keurmerk te krijgen, want de lat ligt hoog. Ik denk dat het motief van het bestuur om het AACSB-keurmerk aan te vragen ook is geweest om de universiteit zichtbaar te maken voor de internationale studentenmarkt. Stel je voor dat je in China woont en je zit met je ouders rond de keukentafel. Je ouders vinden dat je in het buitenland moet gaan studeren. Dan is het AACSB- keurmerk een handig pre-dicaat om naar te kijken. Natuurlijk heeft het AACSB-keurmerk te maken met het zichtbaar maken van het instituut op de in-ternationale studentenmarkt.

Wat vindt u van de huidige aansluiting van de opleiding Ac-countancy & Controlling met het bedrijfsleven?Ik denk dat dát ons sterkste punt is. De docenten van vakken als Internal Control en Auditing hebben het grootste deel van hun werkkring in de praktijk. Bij deze vakken is de aansluiting met de praktijk heel nauw. Daarnaast heb je ook nog de activi-teiten van Pro Memorie en Risk die voor de aansluiting zorgen. Over de aansluiting van de opleiding Accountancy & Control-ling met het bedrijfsleven maak ik me dan ook geen zorgen. Wat wel beter moet is de aansluiting met het wetenschap-pelijk onderzoek. Het onderwijs in de opleiding moet weten-schappelijker en er moet een nauwere aansluiting komen met het wetenschappelijk onderzoek.

Op welke manier gaat de student merken dat het onderwijs wetenschappelijker wordt?Als student zul je dat merken aan een verandering in de litera-tuur. In de bachelor zullen alleen leerboeken aan bod komen en

dat zijn studenten al gewend. Een leerboek is een breed opge-zette inleiding in een bepaalde discipline, waarin alle kernthema’s staan en waarvan de buitenwereld verwacht dat je ze kent. In de master willen we geen leerboeken meer gaan gebruiken. De master staat dan in het teken van de wetenschappelijke ver-dieping. De echte vernieuwing vindt plaats in wetenschappelijke tijdschriften. Slechts een klein percentage van alles wat er in die wetenschappelijke tijdschriften staat wordt dermate invloedrijk dat het in de leerboeken komt. Daar gaat meestal tien tot vijf-tien jaar over heen. Een leerboek is dus altijd oud nieuws. Het geeft een goed overzicht van de kernthema’s, maar niet de ech-te, actuele kennis van een vakgebied. Wij willen dat studenten in de master in aanraking komen met wetenschappelijk onderzoek en leren om in die tijdschriften hun weg te vinden. Dat is de essentie van een Master of Science. Het label van de onderwijs-vernieuwing is daarom ook “research driven education”. Dit is de slag die we de komende drie jaar willen gaan maken.

Welke tip zou u aan onze lezers, wat toch de toekomstige ac-countants zijn, willen geven?Mijn tip is om nu al te gaan nadenken over wat het thema wordt voor je masterscriptie. De masterscriptie heeft een om-vang van 20 EC, bijna 600 uur. Voor de meeste studenten zal het tientallen jaren duren voordat ze weer de unieke kans krij-gen om 600 uur te besteden aan het uitdiepen van een on-derwerp dat ze zelf uitkiezen. Mijn ervaring is dat studenten die de krant lezen en die het nieuws bekijken, met hun toe-komstig afstudeeronderzoek in hun achterhoofd, de beste af-studeerders zijn. Studenten die zich verdiepen in het nieuws, wat betrekking heeft op de opleiding die zij volgen, moeten zichzelf gaan afvragen wat er gebeurt in de maatschappij en wat de implicaties daarvan zijn voor het vakgebied van hun keuze. Om vervolgens voor zichzelf na te gaan welke vraag-stukken interessant zijn om op te lossen. Absolute vereiste is dat je het nieuws bijhoudt, want ik merk iedere dag dat er Ac-countancy & Controlling-studenten zijn die de krant niet eens lezen. Als ik de bevoegdheid daartoe zou hebben, zou ik die studenten onmiddellijk uit de opleiding verwijderen. Een site als nu.nl vind ik te oppervlakkig. Je bent tenslotte wel acade-micus in opleiding. Ik vind dat je op het niveau van het FD of het NRC moet zitten. Vraagstukken als de discussie over inte-griteit, corporate governance en de crisis in Griekenland waar de overheid zijn eigen tekorten niet eens overziet, zijn interes-sant. Als je deze vraagstukken niet interessant vindt, moet je nog maar eens heel goed nadenken over je studiekeuze. Kom je hier alleen om die leaseauto binnen te hengelen? Vind je de folder van de nieuwste Seat Ibiza, Alfa Romeo MiTo of VW Polo interessanter dan een kwaliteitskrant? Of kom je hier ook echt omdat je het vakgebied interessant vindt?

8 | Pro Memorie Magazine

Interview: Pieter Jansen

Work it out!Start bij een SRA-kantoor

Jezelf ontwikkelen? Sterk worden in de accountancy? Of als fi scalist? Kom dan trainen bij één van de 370 SRA-kantoren. Bij SRA is er veel ruimte voor je persoonlijke ontwikkeling. Daar maken we namelijk een goed trainings-schema voor. Je kennis kun je bovendien direct in de praktijk brengen. Dat maakt het extra leuk. Maar bij een goede training hoort ook een cooling down. Daarom vindt SRA een goede balans tussen werk en privé belangrijk. Meld je aan bij SRA en start de complete workout voor je ontwikkeling!

SRA. Accountants & Fiscalisten. Postbus 335 - 3430 AH Nieuwegein - 030 656 60 60 - [email protected] - www.sra.nl

Page 9: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Interview: Pieter Jansen

Work it out!Start bij een SRA-kantoor

Jezelf ontwikkelen? Sterk worden in de accountancy? Of als fi scalist? Kom dan trainen bij één van de 370 SRA-kantoren. Bij SRA is er veel ruimte voor je persoonlijke ontwikkeling. Daar maken we namelijk een goed trainings-schema voor. Je kennis kun je bovendien direct in de praktijk brengen. Dat maakt het extra leuk. Maar bij een goede training hoort ook een cooling down. Daarom vindt SRA een goede balans tussen werk en privé belangrijk. Meld je aan bij SRA en start de complete workout voor je ontwikkeling!

SRA. Accountants & Fiscalisten. Postbus 335 - 3430 AH Nieuwegein - 030 656 60 60 - [email protected] - www.sra.nl

Page 10: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Dit collegejaar is een nieuwe commissie opgericht binnen Pro Memorie: de Pro Memorie Academy. Wie zitten

er in deze commissie en wat zijn ze van plan om komend jaar allemaal te organiseren? In dit interview lees je

meer over de leden van de Pro Memorie Academy en hun activiteiten.

Interview Pro Memorie Academy

V.l.n.r.: Martijn Batterink, Angelique Willenborg, Arjan kleyn Winkel, Annelou Olde Beverborg en Peter Geurtzen

T E K S T : Adriëtte Hummel en Thomas zwanenburg

Wat gaan jullie als Pro Memorie Academy precies doen en wat voor soort activiteiten gaan jullie organiseren? Angelique: Met onze activiteiten proberen we studenten verschil-lende vaardigheden naast de studie bij te brengen. Ook geven we dit studiejaar de allereerste Pro Memorie agenda uit.Annelou: We gaan onder andere een tentamentraining, een sol-licitatietraining en het Soft Skills Seminar organiseren.

Waarom hebben jullie voor de Pro Memorie Academy gekozen?Arjan: zal ik het eerlijk zeggen? Mijn eerste keuze was de Con-gres commissie, de tweede de MAK Symposium commissie en mijn derde keuze was de Pro Memory Academy. Aangezien ik mijn scriptie in februari ga schrijven, zou de organisatie van het congres of het symposium te veel tijd in beslag nemen, waardoor de Pro Memorie Academy beter aansluit. Ik vind het leuk dat we kleine activiteiten organiseren, die iets toevoegen aan de studie. Martijn: Ik wilde dit jaar geen grote commissie doen en bovendien is het hoogstwaarschijnlijk de laatste commissie die ik doe. De Pro Memorie Academy is een nieuwe commissie die verschillende kleinere activiteiten organiseert, waardoor deze commissie goed aansluit bij wat ik wil.

Angelique: Ook mijn eerste keuze viel op de Congres commissie, maar daar ben ik niet voor uitgekozen. Het voorzitterschap van de nieuwe commissie, Pro Memorie Academy, leek me ook heel uitdagend en ik ben blij dat ik nu in deze commissie zit.Annelou: Vorig jaar heb ik het MAK Symposium georganiseerd en ik wilde dit jaar iets anders. Het Congres vind ik een beetje het-zelfde idee als het MAK en ik ga ook nog mijn scriptie schrijven in februari, waardoor ik heb gekozen voor de Pro Memorie Aca-demy. Peter: Ik solliciteerde vrij laat en binnen deze commissie was nog een functie te vergeven die ik met beide handen heb aangegrepen. Tot nu toe bevalt het me heel goed.

Wat doen jullie naast je studie?Arjan: Ik volleybal bij Veracles, spreek graag met vrienden af om een filmpje te pakken, bij te praten of even te Xboxen en de stad in te gaan.Martijn: Ik tennis, squash en loop graag hard. Ook spreek ik veel met vrienden af.Angelique: Ik wielren en waarschijnlijk ga ik binnenkort bij een vereniging. Daarnaast doe ik ook aan hardlopen en sport ik bij

10 | Pro Memorie Magazine

“Volgend jaar hoeven jullie geen agenda te kopen, want die krijgen

jullie van Pro Memorie”

Page 11: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Wat zouden jullie graag nog een keer willen doen?Arjan: Ik zou graag een hele mooie reis van een paar maanden willen maken, bijvoorbeeld naar Canada of zuid-Amerika. Martijn: Ik zou graag een keer parachute willen springen en een talencursus in het buitenland willen doen.Annelou: Jullie willen het niet geloven, maar ik wil ook graag een reis maken door zuid-Amerika en Australië en een keer parachute springen.Angelique: Het eerste wat in me opkomt is bungeejumpen en een reis maken naar Australië. Peter: Naast tennis, hou ik ook erg van snelle auto’s, dus ik zou graag een keer met een Porsche op de Nürburgring willen rij-den.

Willen jullie nog iets kwijt aan de lezers?Allen: Kom allemaal naar onze activiteiten! Martijn: Volgend jaar hoeven jullie geen agenda te kopen, want die krijgen jullie. De agenda’s worden tijdens de laatste tenta-menperiode, in blok 4, uitgedeeld.

de Aclo. Op zaterdag kunnen jullie me tegen komen als post-bezorger.Annelou: Ik volleybal ook, in het recreantenteam bij Kroton. Met ons team houden we geregeld spelletjesavonden, die ontzettend gezellig zijn. Ook ga ik af en toe de stad in. Ik vind verre reizen maken ook heel leuk, maar vanuit financieel oogpunt houd ik het in mijn studententijd bij stedentripjes. Peter: Ik tennis bij Veracket waarbij ik op woensdag train en vaak ook nog wel een drankje doe op de club.

Hoe verloopt de gemiddelde vergadering bij jullie? Hoe is de sfeer tijdens vergaderingen?Angelique: Na dit interview vindt onze derde vergadering plaats. Tot nu toe beginnen we met samen eten en gaan we daarna ver-gaderen. Er is veel gezelligheid tussendoor: we hebben al eens spelletjes gedaan na afloop en we gaan binnenkort een pubquiz doen.

Omschrijf een willekeurig commissiegenoot in één of een paar woorden en leg uit waarom dit bij hem of haar past. Arjan: Angelique is een Gooische vrouw: ze komt uit het Gooi en ze ziet er altijd netjes uit. Martijn is betrokken, want hij is bij elke activiteit aanwezig. Martijn: Annelou is een spelletjesfanaat, want ze wil altijd spel-letjes doen. Annelou: Arjan is een joker. Hij is altijd van de grapjes is en vindt humor en gezelligheid heel belangrijk. Peter is dit jaar voor het eerst actief lid, dus die kennen we nog niet zo goed, maar dat komt nog!

11 | Pro Memorie Magazine

Verslag Jongerejaarsactiviteit

Dinsdag 13 september vond de eerste Pro Memorie

activiteit van het nieuwe studiejaar plaats: de

Jongerejaarsactiviteit. Dit was dé mogelijkheid voor

nieuwe leden om bekend te worden met elkaar en

Pro Memorie. Het informele karakter stond deze dag

voorop.

Na uitgebreide promotie voor deze activiteit door de Activitei-ten commissie en het Bestuur was het dan zover: om half vijf ‘s middags stroomden de deelnemers binnen en konden de bow-lingschoenen worden aangetrokken. Hierna was er twee uur de gelegenheid om je talenten te laten zien op de bowlingbaan. Dit gebeurde in gemengde groepen en was zo de ultieme mogelijk-heid om kennis met elkaar en met het bestuur te maken. Het bowlen geschiedde onder het genot van een drankje en ging gepaard met veel gezelligheid.

Na afloop van het bowlen was het tijd om de energiebalans te herstellen, dus werd de steengrill aangestoken voor een heerlijk stukje vlees en alles wat daar bij hoort. Na het eten werden de winnaars van het bowlen beloond met een mooie Pro Memorie mok en werd er nog lang gesproken over de behaalde strikes en spares.

De gezelligheid werd voortgezet in de stad, waar met z’n allen naar een Champions League duel werd gekeken en wat werd gedronken.

De promotie voor deze activiteit heeft zijn vruchten afgewor-pen, want er was een grote opkomst. Maar liefst veertig nieuwe leden waren present om er met elkaar een gezellige avond van te maken. Dit is zeker gelukt, het was een zeer geslaagde acti-viteit!

T E K S T : Silke Kroeze

“Volgend jaar hoeven jullie geen agenda te kopen, want die krijgen

jullie van Pro Memorie”

Page 12: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Inhousedagen UtrechtNatgeregend en wel zat de sfeer er om elf uur in de

ochtend al goed in bij de deelnemende studenten.

Een kwartier hiervoor was de intercity richting Den Haag

Centraal vanaf perron 2b in Groningen vertrokken om er

drie gezellige en vooral leerzame dagen van te maken.

Voor de deelnemers waren de Inhousedagen Utrecht

begonnen, welke plaatsvonden van 11 tot en met 13

oktober.

In Utrecht werd als eerste de slaap-, opfris- en ontbijtplaats be-zocht voor de Inhousedagen: het Ibis Hotel. PwC was als eerste kantoor aan de beurt. Na theorie over materialiteit en interview-technieken werd het tijd om aan de slag te gaan met de case over Extremo B.V., een organisatie verantwoordelijk voor een groot jaarlijks dance event. Ieder groepje kreeg de kans om de CFO van Extremo B.V. te interviewen om de juiste informatie te verkrijgen, zodat bepaalde vraagstukken over de resultatenrekening opgelost konden worden. Nadat de bevindingen waren gepresenteerd en de feedback was ontvangen, was het tijd voor de informele activi-teit. Waarom had iedereen nou die sportschoenen in hun tas?! Een heuse breakdanceworkshop bleek, aaaight! Door PwC werd de dag afgesloten met een heerlijk diner bij zussen in de binnenstad van Utrecht. De deelnemers hebben nog even verder gedanst en gedronken in de Kneus.

Op 12 oktober, om tien uur, zat iedereen klaar in één van de vele zalen van het hotel Karel V. Dit vijfsterrenhotel is één van de vele klanten van Mazars. Na goed nagedacht te hebben over de balans-posten van een hotel was het tijd voor een rondleiding door dit indrukwekkende hotel. Tijdens deze rondleiding konden indruk-ken opgedaan worden om daarna de resultatenrekening van een hotel op de juiste manier op te stellen. Na deze hersenkrakende

activiteiten werd de ochtend bij Mazars afgesloten met een lunch op loopafstand van het hotel. In de middag werd bij Ernst & Young aandachtig geluisterd naar een partner die vertelde over zijn loop-baan en de actualiteit, waarna de theorie over de fraudedriehoek werd uitgelegd en toegepast. De vraag die deze middag centraal stond was: wie heeft het gedaan en hoe? Verschillende gesprekken werden gevoerd met de werknemers van het bouwbedrijf, waar-bij vele documenten verkregen werden. Voor de verschillende groepjes was het moeilijk om de vraag volledig te beantwoorden, maar iedereen heeft er zeker veel plezier aan beleefd en ook veel van geleerd. De geslaagde dag werd afgesloten met een kook-workshop bij Smaak, waar iedereen zijn/haar kookkunsten heeft mogen laten zien in de vorm van tapas. Café Filemon was voor verschillende deelnemers het laatste adres van de tweede dag.

De laatste dag stond in het teken van Blömer en één van hun klanten: Stamhuis. De reden hiervoor was om een beter beeld te kunnen krijgen van het verschil tussen de accountant en de controller. Hiervoor werd in de morgen de theorie over de vier fases van de balanscontrole eigen gemaakt met de nadruk op de voorraad om deze in werkelijkheid in de middag te bezich-tigen bij Stamhuis. De controller van dit interessante bedrijf gaf hier een rondleiding en uitleg over haar vak.

Alle deelnemers kunnen met een goed gevoel terugkijken op drie geslaagde dagen welke mede mogelijk werden gemaakt door de Inhouse commissie en de deelnemende kantoren.

Af en toe lieten de over het algemeen zeer gemotiveerde en ca-pabele deelnemers, ook een steekje vallen...

12 | Pro Memorie Magazine

Verslag Inhousedagen Utrecht

T E K S T : Silke Schmidt

Elke ondernemer in elk bedrijf in elke branche is anders. Wij weten dat je een klant alleen goed kunt adviseren als je zijn wensen, zorgen en plannen kent. Dat vraagt om klantgericht denken. Want hoe groter je betrokkenheid, hoe meer je kunt betekenen. En hoe waardevoller jouw mening. Iets voor jou? Ga naar werkenbijacconavm.nl

om jouw klant

te adviseren?

HOE VER GA JIJ

dichtbij kom je verder

147779_210x297.indd 1 08-11-11 16:59

“Totale balanswaarde 20 miljoen. Dat is dan debet/credit, elk 10 miljoen.”“Karel V, leeft hij dan nog?!”“Ik ben vierdejaars masterstudent.”

-

--

Page 13: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Verslag Inhousedagen Utrecht

Elke ondernemer in elk bedrijf in elke branche is anders. Wij weten dat je een klant alleen goed kunt adviseren als je zijn wensen, zorgen en plannen kent. Dat vraagt om klantgericht denken. Want hoe groter je betrokkenheid, hoe meer je kunt betekenen. En hoe waardevoller jouw mening. Iets voor jou? Ga naar werkenbijacconavm.nl

om jouw klant

te adviseren?

HOE VER GA JIJ

dichtbij kom je verder

147779_210x297.indd 1 08-11-11 16:59

Page 14: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Interview: Ralph ter Hoeven

Ralph ter Hoeven is sinds 1997 werkzaam bij Deloitte Nederland. De heer Ter Hoeven is partner en tevens voorzitter van het IFRS Centre of Excellence en daarmee verantwoordelijk voor de kwaliteit van de IFRS service. Hij is lid van verschillende IFRS werkgroepen en expert comités. Tevens is hij sinds 2005 hoogleraar Financial Accounting aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) van de Rijksuniversiteit Groningen (RuG). Hij geeft colleges in de Executive Master of Accountancy (EMA) en de Executive Master of Finance and Control (EMFC). Daarnaast begeleidt de heer Ter Hoeven master- en bachelorscripties en is betrokken bij verschillende onderzoeksprojecten.

Ralph ter HoevenPartner en hoogleraar

14 | Pro Memorie Magazine

U bent als hoogleraar Financial Accounting verbonden aan de RuG. Kunt u onze lezers wat meer vertellen over uw werkzaamheden bij de RuG?Mijn werkzaamheden bestaan uit twee componenten. De eerste component is onderwijs. In het onderwijs houd ik me met name bezig met het vak Ex-terne Verslaggeving voor accountants. Dit vak is onderdeel van de postmas-terfase van de opleiding A&C. Het is een vak van 20 ECTS en het beslaat dan ook drie blokken. Studenten moeten daarin onder andere researchopdrach-ten schrijven met een pittig tentamen na afloop. We proberen dit vak met vier docenten optimaal te geven. In de postmaster opleiding tot Registercontrol-ler onderwijs ik het vak Financial Accounting. Het tweede onderdeel van mijn werkzaamheden bevat de component onderzoek. Op de RuG proberen we te kijken of er onderwerpen geschikt zijn voor publicatie. Ik heb samen met mijn collega Bert Jan Bout, tevens docent van de vakgroep, afgelopen jaren veel gepubliceerd op het gebied van financiële instrumenten bij met name banken.

U bent tevens partner bij Deloitte waar u werkzaamheden verricht bij het IFRS Centre of Excellence. Kunt u hier wat meer over vertellen?Het IFRS Centre of Excellence is een onderdeel van ons vaktechnisch cen-trum bij Deloitte Nederland. De afdeling doet alles op het gebied van vak-techniek en interne kwaliteitscontrole. De groep bestaat uit vijf verschillen-de externe verslaggevingspecialisten. Eén van de belangrijkste taken die wij hebben is het ondersteunen van controleteams. Wanneer er op com-plexe vraagstukken of transacties wordt gestuit, kunnen de controleteams ons om hulp vragen bij de verwerking op het gebied van Dutch GAAP of IFRS. Als transacties zo complex zijn dat je met elkaar om tafel moet, komen we direct in contact met de klant. We zijn met Deloitte Nederland onder-deel van het globale Deloitte concern. Wereldwijd hebben we allerlei IFRS-specialisten. We hebben met elkaar een soort IFRS-expert groep binnen de wereldwijde Deloitte organisatie en daar maak ik onder andere deel van uit.

Hoe belangrijk wordt IFRS in de toekomst voor Nederlandse accountants?We geven het vak Externe Verslaggeving in de A&C opleiding nu al op ba-sis van IFRS. Dat komt niet zozeer doordat IFRS op dit moment door veel ondernemingen gebruikt wordt, maar vooral doordat de IFRS-normen een uitstekende basis zijn als toetsingskader voor accountants in opleiding. Het pakket is volledig en bevat ook veel aanvullende motiveringen, leidraden en voorbeelden. IFRS is belangrijk voor accountants, want alle beursgenoteer-

Accountants inIn dit interview bespreken we met de heer Ter Hoeven zijn visie

op de ontwikkelingen in het onderwijs in het algemeen en op

de opleiding Accountancy & Controlling (A&C) in het bijzonder.

Ook voelen we hem aan de tand over de rol van accountants in het

maatschappelijk debat en de dubbelrol die hij bekleedt als partner

bij Deloitte en hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG).

T E K S T : Farhad Tiemoerie en Henk van den Top

Page 15: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

“Een zegen is dat hoogleraren weten wat er in de praktijk speelt, wat heel

belangrijk is om door te geven aan de nieuwe generatie accountants.”

Interview: Ralph ter Hoeven

de ondernemingen en hun dochterondernemingen doen verslag op basis van het IFRS-pakket. Daarnaast gebruiken niet alleen de meeste beleggingsfondsen IFRS, maar hebben ook een aantal niet-beursgenoteerde ondernemingen ervoor gekozen. Dus als je op dit moment als accountant afstudeert, dien je zeker verstand te hebben van het IFRS-pakket.

Denkt u dat er in de toekomst alleen nog maar verslag gedaan wordt op grond van IFRS? Nee, daarvoor is IFRS te omvangrijk. Voor kleine en middelgrote ondernemingen is het pakket veel te uitgebreid. Er is wel een pak-ket van IFRS voor Small and Medium Enterprises (SME), die een jaar geleden is gepubliceerd. Deze bundel wordt in Nederland praktisch niet toegepast in jaarrekeningen. In titel 9 van het BW is expliciet opgenomen dat niet-beursgenoteerde rechtspersonen IFRS mogen toepassen en dus niet verplicht zijn aan IFRS. De des-betreffende onderneming kan IFRS wel gebruiken, maar dient zich aan de Nederlandse wet te houden.

Daarnaast bent u lid van de Commissie Financiële Verslaggeving van de AFM en lid van de Werkgroep RJ Pensioenen. Welke werk-zaamheden verricht u bij de commissie en de werkgroep zoal?De AFM is de instantie die toezicht houdt op de kwaliteit van de jaarrekeningen en voelt de behoefte om de zaken ook eens voor te leggen aan externe deskundigen. De AFM heeft een commissie in het leven geroepen, bestaande uit wetenschappers, accountants en verschaffers van informatie, die thema’s voorlegt waar de AFM aandacht aan dient te besteden. De Commissie Financiële Verslag-geving is de klankbordgroep voor deze afdeling van de AFM.

Bij de Werkgroep RJ Pensioenen geef ik advies. De Nederlandse regels zijn onlangs behoorlijk veranderd. Voor al die veranderingen is de werkgroep van groot belang, aangezien de werkgroep deze veranderingen voorbereidt. Met de IAS 19, een nieuwe pensioen-

standaard binnen IFRS, stuiten we op het probleem dat er wat las-tige zaken voor ondernemingen in staan. Wij willen als werkgroep steun bieden bij het toepassen van de nieuwe IAS 19 regels.

Wat vindt u van de ontwikkeling van de opleiding A&C aan de RuG?Naar mijn mening is de A&C opleiding aan de RuG al heel goed. Dat heeft vooral te maken met het feit dat alle belangrijke vakken, zoals Controleleer, Externe Verslaggeving, Internal Control wor-den gedoceerd door ervaren docenten. Tevens hebben we al-lemaal teams met meestal jonge docenten, die nog midden in de praktijk en daardoor ook heel dicht bij het werk van de accoun-tant staan. Wij dragen onze kennis en ervaring over op de stu-denten, die vaak zelf ook net begonnen zijn in de postmasterfase.

Vindt u dat er in de opleiding A&C meer aandacht moet worden besteed aan advisering door de accountant? Of is er op dit mo-ment al voldoende aandacht voor?De A&C opleiding is kleinschalig en dat is voordelig, omdat stu-denten zich dan juist goed kunnen uiten. Ik denk dat de kleinscha-ligheid juist de kracht van de A&C opleiding is. Wij laten studenten regelmatig onderwerpen presenteren, waarna ze vervolgens met elkaar het debat aangaan. Wij verlangen van een ander groepje kri-tiek op de presenterende groep. zo proberen we de “soft skills” aandacht te geven, wel wetende dat we de vaardigheden die je nodig hebt in de praktijk nooit helemaal kunnen dekken. De RA-opleiding bestaat niet alleen uit een theoretisch deel, maar ook uit een praktisch deel. Dat betekent zes semesters praktijkstage lopen bij de (accountants)organisatie waar je na je studie in dienst treedt. In die zes semesters kan de student op verschillende gebie-den ervaring opdoen, waardoor de student de vaardigheden krijgt

die men verwacht van de accountant. Tijdens de praktijkvoorbe-reiding bij kantoren is er tevens aandacht voor deze vaardigheden.

15 | Pro Memorie Magazine

het maatschappelijk debat

“ De opleiding tot accountant

moet je zien als een

investering in jezelf.”

Page 16: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Wat vindt u van de veranderingen die vanaf volgend jaar door-gevoerd zullen worden binnen de opleiding A&C?Ik vind het een goede ontwikkeling dat we overgaan op bredere bachelors, want in de beginfase van de studie dien je een bre-de academische vorming te krijgen. Je behoort ook wat meer vakken te krijgen dan alleen maar de kernvakken van de studie waarvoor je hebt gekozen. Toen ik aan mijn propedeuse begon, kreeg ik een breed pakket aan vakken. Ik ben mij vervolgens langzaam gaan specialiseren zoals in een piramidemodel. Het is daarom ook een goede zaak dat de opleiding A&C nog steeds nadrukkelijk wordt genoemd als track binnen de opleiding Be-drijfskunde. Het zou wel eens kunnen zijn dat veel studenten zich daarvoor gaan inschrijven.

Wat vindt u van de aansluiting van de A&C opleiding op het bedrijfsleven? Vallen de studenten niet in een zwart gat?Dat is het eeuwige dilemma. Wij streven op de RuG naar “re-search based education”. De master Accountancy heeft ook te maken met wetenschappelijke instanties, die onderzoeken of wij op de juiste manier onderwijs geven. Als een masterstudent be-zig is om hele moeilijke artikelen te doorgronden op het gebied van Financial Accounting of Controlling, dan is die student we-tenschappelijk verantwoord bezig. De overgang naar de praktijk is dan groot, maar uiteindelijk gaat het erom dat je op acade-misch niveau leert denken. In elke academische opleiding heb je te maken met de kloof tussen praktijk en hetgeen je hebt geleerd. Als je dat niet wilt, dien je een meer praktijkgerichte opleiding te doen.

In het Financieele Dagblad stond onlangs een artikel met de kop “accountant roert zich te weinig in debat”. In dit artikel werd de discussie toegelicht over de dubbelrol van hoogleraar en part-ner. Wat is uw visie hierop? De dubbelrol is een zegen, maar ook een gevaar. Een zegen is dat hoogleraren weten wat er in de praktijk speelt en dit is van essentieel belang om door te geven aan de nieuwe generatie ac-countants. Hoe kun je nu studenten goed les geven, als je geen docenten hebt die echt weten wat er speelt bij de cliënten die

worden bediend? Het is overigens wel een feit dat die betreffen-de hoogleraar Accountancy niet over alle dingen kan schrijven waar een onafhankelijk hoogleraar wel over kan schrijven. Dit geldt met name voor boekhoudschandelen bij de controlecliënt van het kantoor waar de hoogleraar aan verbonden is. Als de hoogleraar iets schrijft over een dergelijk schandaal, dan wordt er onmiddellijk gezegd dat hij een dubbele pet op heeft en on-der een wetenschappelijke noemer zijn eigen straatje schoon-veegt. Wanneer hij kritisch zou zijn over dit schandaal, dan is het ook niet goed, omdat dergelijke kritiek als mosterd na de maaltijd komt: “hadden ze niet eerder kritisch moeten zijn?” Je kan het in een dergelijke situatie dus nooit goed doen en dat is een beperking die de beroepsgroep hoogleraar heeft. En dan heb ik het nog niet eens over het beroepsgeheim dat het ac-countantskantoor ook moet betrachten. Ik heb overigens vanuit Deloitte nog nooit een beperking gevoeld om ergens over te schrijven. Bovendien maak ik me bekend als werkzaam bij De-loitte en hoogleraar aan de RuG, dus ik uit mijzelf vanuit mijn gecombineerde functie.

In dit artikel stelt de heer Wallage van KMPG dat een persoon met de functie van hoogleraar en accountant zich in de praktijk niet altijd op dezelfde wijze kan uiten als een hoogleraar die geen praktijk voert vanwege “the code of ethics”. Wat vindt u van zijn verklaring?We hebben een soort zorgvuldigheidseis in “the code of ethics”. Stel je voor dat mijn collega van KPMG betrokken raakt bij een boekhoudschandaal. Vervolgens wordt daar wat over gepubli-ceerd in het FD. Men belt mij op en zegt van: “Meneer Ter Hoe-ven, wat vindt u daar nou van? Heeft uw KPMG collega gefaald in zijn controle?” Als ik zou zeggen: “Ja absoluut, dit kan niet!”, dan ben ik eigenlijk heel onzorgvuldig bezig, want ik heb niet eens bij mijn KPMG-collega zelf geïnformeerd. Ik ben vrij om alles te roepen over mijn collega’s wat ik wil, mits ik zorgvuldigheid in acht neem, wat ik overigens een algemene fatsoensnorm vind.

Welke tip zou u aan toekomstig accountants willen geven?De opleiding tot accountant, inclusief postmaster, moet je zien als een investering in jezelf, omdat uiteindelijk de accountant betaald wordt voor zijn professionaliteit, kennis en kunde. Het is een unieke periode als je in de beginfase in een accountantskan-toor terechtkomt. Elke vrijdag krijg je vrij om naar een opleiding te gaan, waardoor je goed kan investeren in jezelf. Als je vindt dat dit een tijd is waarin je een unieke basis kan leggen voor je eigen deskundigheid als accountant, dan zul je zien dat die studie niet belastend is, maar juist alleen maar leuker wordt. Je leert niet alleen voor de titel die je krijgt of de opleiding die je behaalt, maar juist voor het ontwikkelen van jezelf als een goede professional.

16 | Pro Memorie Magazine

Interview: Ralph ter Hoeven

⎥⎦W.we∼kΨn bij mΕzars.⇔ ←

Mazars is ontstaan uit een fusie tussen Mazars en Paardekooper&Hoffman

Ga verder met Mazars.

0475.00.596 WT Vrijheid BS_210x297_FC.indd 1 21-08-2008 11:13:25

“Er is echter wel een gevaar

dat die betreffende hoogleraar

Accountancy niet over alle

dingen kan schrijven.”

Page 17: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Interview: Ralph ter Hoeven

⎥⎦W.we∼kΨn bij mΕzars.⇔ ←

Mazars is ontstaan uit een fusie tussen Mazars en Paardekooper&Hoffman

Ga verder met Mazars.

0475.00.596 WT Vrijheid BS_210x297_FC.indd 1 21-08-2008 11:13:25

Page 18: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

18 | Pro Memorie Magazine

Artikel: Frans Heitling

Accountants weten niet genoeg; dat is in feite de conclusie van Accountancyhoogleraar Eddy Vaassen. Vaassen

betoogde dit in zijn inaugurele rede van 4 november jongstleden, te Tilburg. Vaassen noemt niet één terrein

waarop accountants in kennis tekortschieten. Het is een heel rijtje: Eurozoneproblematiek, vergrijzing, opkomst

Oost-Europa en BRIC-landen, uitputting energiebronnen, gemaakte keuzes in liberalisering financiële markten, enz.

Kortom: eigenlijk moet een accountant van alles verstand hebben en hij moet vooral over alles vragen kunnen stellen.

De Accountantsopleiding moet de zwaarste

T E K S T : Frans Heitling, hoofdredacteur Accountancynieuws

Tja, en dat is niet het enige waar studenten het volgens Vaassen mee moeten doen. Niet meer shoppen van opleiding tot oplei-ding om de entree-eisen met elkaar te vergelijken. Opleidingen mogen niet meer concurreren op basis van opleidingsduur. Drie keer raden: de opleiding in Tilburg duurt langer. Kortom, hard werken en afzien. Wanneer je het lijstje afgaat, moet de accoun-tant van de toekomst niet alleen ongeveer overal verstand van hebben, maar hij moet vooral vragen kunnen stellen. Mij be-kruipt hier een gevoel van ironie: vragen kunnen stellen is altijd van belang en geldt toch eigenlijk voor iedereen?

Generieke onderwerpen

Wat mij opvalt, is dat Vaassen vooral generieke onderwerpen noemt waar accountants verstand van moeten hebben:- Europa;- BRIC-landen;- vergrijzing;- pensioenen;- milieu;- de euro;

financieel-economische opleiding worden

Page 19: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Artikel: Frans Heitling

- algemene economie;- enz.

Accountants moeten verstand hebben van alle maatschappelijke onderwerpen. Uiteraard ben ik het daarmee helemaal eens. Ster-ker nog; iedereen moet daar verstand van hebben.

Dat laatste wordt natuurlijk lastig. Ik geloof niet dat het mogelijk is om van al deze onderwerpen verstand te hebben. Ik geloof wel in de noodzaak van een referentiekader. Onderwijsinstellingen moeten zich wel bezinnen op zo’n referentiekader en zouden dat ook aan studenten mee moeten geven. Een referentiekader is in feite het antwoord op de vraag: “In wat voor maatschap-pelijke setting functioneer ik en wat zijn daarin mijn waarden en normen?”

Voor wie niet?

Deze vraag is mijns inziens voor iedere beroepsgroep relevant. En wanneer je het dan hebt over professionals op universitair niveau, dan geldt dus dat iedereen de zwaarste (financieel-economische) opleiding moet hebben. Laten we het rijtje even afgaan. Wat geldt voor een accountant, geldt dat niet voor een controller? Voor een belastinginspecteur, voor een beleggingsexpert? En wanneer we buiten de financiële wereld kijken: geldt dit niet ook voor een notaris, voor een beleidsambtenaar op een ministerie, voor me-dische beroepen? Voor marketingmanagers, voor ondernemers, voor ICT-specialisten? En – nu we het er toch over hebben – geldt dit eigenlijk ook niet voor psychiaters, psychologen, huisartsen en welzijnswerkers? Kortom, voor wie geldt het niet? Conclusie: aan alle opleidingen moeten hogere eisen worden gesteld.

Dus kan ik niet zoveel met de opmerkingen van Eddy Vaassen. Hij heeft gelijk, maar iedereen die dit roept over enig ander onder-werp heeft ook gelijk. Dus telt wat mij betreft het gelijk van Eddy Vaassen hier niet zo heel erg zwaar.

Even voor de goede orde: Vaassen signaleert belangrijke ontwik-kelingen die passen in de maatschappelijke discussie over de ver-antwoordelijkheid van de accountant. In dit kader bijvoorbeeld de vraag: “Had de accountant de kredietcrisis moeten zien aan-komen?” Echter, Vaassen gaat niet echt in op het instrumentarium dat een accountant nodig heeft. Hij pleit voor verzwaring van de studie, het mag ook langer duren, enzovoort.

De vraag is vervolgens: “wat nu?” “Waarmee moet een accountant de door Vaassen genoemde issues te lijf?” Daarvoor noemt hij een aantal onderwerpen die hot zijn en ook niet zo moeilijk te raden:

- Social media; - SBR; - Cloud computing; - Continuous audit en process mining.

Uiteindelijk rondt Vaassen zijn betoog af met te stellen dat de accountant diepgaande kennis van zijn cliënt moet hebben en dat hij veel moet weten van ICT ter ondersteuning van contro-les. Volgens mij is dit allemaal niet nieuw. Er zijn genoeg mensen die dit al jaren roepen.

“Wat geldt voor een accountant,

geldt dat niet voor een controller?

Voor een belastinginspecteur, voor

een beleggingsexpert?”

19 | Pro Memorie Magazine

“Accountants moeten verstand hebben van alle maatschappelijke

onderwerpen.”

financieel-economische opleiding worden

Page 20: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Wat is het verschil tussen God en Larry Ellison? God denkt niet dat hij Larry Ellison is. Dit grapje deed in

Amerika een tijdje de ronde over de CEO van softwarebedrijf Oracle. De CEO had narcistische trekjes en

maakte zich schuldig aan de eerste en tevens de ergste van de zeven hoofdzonden: hoogmoed. Hoofdzonde is een

term die haar oorsprong vindt in het christelijk geloof. Het gaat hierbij om zeven zonden die ieder aan de basis liggen

van vele andere zonden. Ze werden als lijst in de zesde eeuw opgesteld door Paus Gregorius I. Elementen van de

zeven hoofdzonden zijn nog diep verankerd in onze cultuur en ook in het bedrijfsleven komt men de zeven zonden

geregeld tegen. Hierna volgt een korte uiteenzetting van drie van de zeven zonden waarmee wij in het bedrijfsleven

en in maatschappij zeker te maken zullen krijgen. T E K S T : Adriëtte Hummel en Silke Schmidt

Hoogmoed (Superbia)Van hoogmoed wordt gezegd dat alle andere zonden eruit voort-komen. Met hoogmoed wordt het verlangen om belangrijker of aantrekkelijker te zijn dan je bent, of een liefde voor jezelf, bedoeld. Het bekende gezegde “hoogmoed komt voor de val” is gebaseerd op de Griekse mythe van Daedalus en Icarus. Vader en zoon za-ten gevangen op een eiland en Daedalus zocht een manier om te ontsnappen. Hij bouwde enorme vogelvleugels van veren die met bijenwas aan een houten geraamte bevestigd werden. Samen met zijn zoon Icarus waagde hij de oversteek naar het vasteland. Hij gaf zijn zoon de raad niet te hoog te vliegen, te dicht bij de zon, maar ook niet te laag, te dicht bij het water. De roekeloze Icarus echter, sloeg de raad van zijn vader in de wind en vloog hoger en hoger. Daardoor ging de bijenwas smelten en vielen de vleugels uiteen. Hij stortte in zee en werd verzwolgen door de golven. Het verhaal van Daedalus en Icarus is typerend voor de zonde “hoogmoed” of “een overdreven zelfvertrouwen” waarin Icarus wordt afgestraft voor het bezitten van deze zonde.

Hoogmoed is een dilemma waarmee ook leiders van nu worden geconfronteerd. Ambitie en zelfvertrouwen zijn immers ook es-sentiële eigenschappen voor wie grootse doelen nastreeft. zelf-vertrouwen slaat echter vaak om in hoogmoed, bijvoorbeeld in situaties waarin er voortdurend successen worden geboekt en leiders geen grenzen meer kennen. De succesfantasieën van lei-ders moeten worden afgezwakt door middel van zelfkritiek of door de kritiek van medewerkers. Dit snijdt alleen vaak geen hout, want de macht en de symbolen van een leider hebben veelal een intimiderend effect op anderen. Moderne leiders worden vaak omringd door jaknikkers. Voor organisaties en hun leiders kan dit uitermate negatieve effecten hebben en voorbeelden hiervan in het afgelopen decennium zijn er te over. Leiders met hoogmoeds-

waanzin stellen steeds hogere groeidoelstellingen, doen steeds grotere overnames en bouwen steeds imposantere hoofdkanto-ren. Narcisme zie je overigens niet alleen aan de top, maar ook op de niveaus daaronder. Waak dus voor een overdreven zelfvertrou-wen bij jezelf en wees op je hoede als je het bij je naaste collega’s of leidinggevenden ziet.

Afgunst (Invidia)Na hoogmoed is afgunst de tweede hoofdzonde. De directe aan-leiding hiervoor is dat je je bewust wordt dat je eigen prestaties, eigendommen of persoonlijke kwaliteiten minder blijken te zijn dan die van een ander. Ook leiders van organisaties spelen een belangrijke rol in het beheersen of stimuleren van afgunst. De be-drijfscultuur is vaak een goede voedingsbodem voor gevoelens van afgunst, bijvoorbeeld als gevolg van de stijl van leidinggeven aan de top. De persoonlijke waarden die de directeur uitdraagt zijn doorslaggevend voor hoe de rest van de organisatie zich ge-draagt.

Het verstand wordt geacht altijd te overwinnen, maar dat is wish-ful thinking. Het meedelen van de missie en visie van een on-derneming is meestal niet voldoende om werknemers ervan te weerhouden langs elkaar heen te werken. Ook de uitleg van de logische reden waarom de ene werknemer wel wordt uitgekozen om een bepaalde klus te doen en anderen niet, is onvoldoende om gevoelens van afgunst te voorkomen. Door werknemers in andere omstandigheden hun onderlinge band te laten vormgeven en versterken kunnen ze op een andere manier omgaan met de dagelijkse strijd op hun werk. Bedrijfsuitjes hebben meer kans van slagen om afgunst te reduceren dan besprekingen over normen en waarden en geschreven gedragsregels.

Soft Skills

Hoogmoed, afgunst en hebzucht: 3 van de 7 zonden

20 | Pro Memorie Magazine

Page 21: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Soft Skills

Hebzucht (Avaritia)Volgens de Van Dale staat “hebzuchtig” voor het verlangen naar bezit. Verschillende definities over de derde hoofdzonde doen de ronde. Hoofdzakelijk gaat het om het aanhoudende verlan-gen om bezit te vermeerderen zonder daarbij aan andermans belangen te denken.

De samenleving komt het beste tot haar recht als iedereen zijn eigenbelang nastreeft, schreef moraalfilosoof en grondlegger van de economische wetenschap Adam Smith. “Het is niet door de goede wil van de slager, de brouwer of de bakker dat wij ons eten kunnen verwachten, maar doordat zij hun eigenbelang na-streven”. Hebzucht kan gezien worden als één van de belang-rijkste motoren achter de bevordering en groei van de mens. Denk maar aan onderzoekers, uitvinders, ontdekkingsreizigers, zakenlieden en ondernemers op allerlei gebieden. Het blijkt dan ook dat de westerse wereld hebzucht tot op zekere hoogte er-kent. De maatschappij gelooft dat het kapitalisme de oorzaak is van onze welvaart.

Is er bij hebzucht sprake van een zonde, een begrip of een ei-genschap? Jort Kelder, die twaalf jaar lang hoofdredacteur is geweest van het zakenblad Quote, maakt er geen geheim van dat hebzucht volgens hem een gezonde eigenschap is. In 2005 hield Quote een pleidooi voor het cultiveren en omarmen van de oerkracht hebzucht. In de zomer van 2007 ontstond de kre-dietcrisis: een aanduiding voor de crisis op de financiële mark-ten welke tot op de dag van vandaag heerst. In de krantenkop-pen van de afgelopen jaren is “hebzucht” meerdere malen terug te vinden als verklaring voor de huidige crisis. In een essay uit 2010, welke verscheen in het DNB Magazine, steekt Kelder zijn mening over hebzucht wederom niet onder stoelen of banken: “hebzucht is goed, bij gebrek aan beter”.

Uit de films Wall Street (1987) en Money Never Sleeps (2010) is het credo “greed is good” van de hoofdpersoon Gordon Gekko legendarisch geworden. Wall Street was bedoeld als waarschu-wing voor moreel verval. Het tegendeel bleek waar: in financiële kringen werd gesmuld van deze film. Ghandi riep al eerder: “de aarde biedt voldoende om ieders behoefte te bevredigen, maar niet ieders hebzucht”. In het jaar 2011 beginnen er meerdere te-genbewegingen te komen. zo heeft Occupy Wall Street in zeer korte tijd overal ter wereld navolging gekregen, ook in Neder-land. Deze beweging beweert dat hebzucht de oorzaak van de financiële crisis is.

De vraag is uiteindelijk of hebzucht inderdaad een zonde is of juist een goede eigenschap en een aanjager van economische activiteit. Vanuit moreel oogpunt kan hebzucht destructief zijn, maar vanuit economisch oogpunt onmisbaar. In het bedrijfsle-ven zul je hebzucht vaak tegenkomen, bij je naaste collega’s, je concurrenten en je klanten. Probeer tijdig te doorzien wat de intrinsieke motivatie van mensen is bij het stellen van bepaalde doelen en het nemen van bepaalde beslissingen.

21 | Pro Memorie Magazine

“Het verstand wordt geacht altijd te overwinnen, maar

dat is wishful thinking.”

Page 22: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Fiat Punto Evo MultiJet

Dit keer zijn we er op uit gegaan met de nieuwe Fiat Punto. Het Italiaanse merk introduceerde in de jaren negentig voor het eerst deze compacte middenklasser. Fiat komt nu met de nieuwste Punto 1.3 Evo MultiJet diesel met 85 pk en 14 procent bijtelling.

Exterieur & InterieurDe Punto ziet er zeer sportief uit en het eerste wat opvalt zijn de grote zwarte 17 inch velgen. Aluminium accenten in de zijspie-gels combineren perfect met de zwarte lak.

Het grootste deel van de tijd zit je alleen in de auto, dus is het van belang dat je prettig en comfortabel in je auto zit. Het interieur ziet er luxe en goed afgewerkt uit. De stoelen zijn met zwart leder bekleed en dit loopt ook gedeeltelijk door in het dashboard. Te-vens is het dashboard goed afgewerkt en deze kan ook in verschil-lende kleuren worden besteld. De auto waarin hebben gereden was er eentje met full options. Ongeveer alles wat je extra kunt bestellen zat erop.

Het interieur is goed op de bestuurder afgestemd. Wanneer je de armleuning van de bestuurders- en bijrijderstoel omhoog klapt, vind je een leuk knopje waarmee je in de stoel de holte van je rugleuning kunt verstellen. Als je straks twee uur in de file staat, zul je blij zijn met deze kleine knop.

RijprestatiesComfort is een “keyword”, al snappen we dat het oog ook wat wil. Voor een auto in het B-segment raden we je daarom aan geen grotere velgen te bestellen dan 16 inch velgen. Met 17 inch vel-gen wordt het een hobbelige en oncomfortabele rit. Naast dat de Fiat Punto zeer goed oogt, is de auto ook een perfecte balans tussen comfort en sportiviteit. zoals bij alle dieselmotoren geeft de Punto bij lage toeren ook weinig reactie, maar eenmaal aan-gekomen bij 1800 toeren trekt hij stevig door. De Punto heeft een zeer goede wegligging, daarbij zijn de sportstoelen, die je goed op je plek houden, een verrijking.

MilieuDeze auto is een zeer zuinige auto, dat wil zeggen geen bpm, geen wegenbelasting en maar 14 procent bijtelling. De superzuinige 1.3 dieselmotor ligt hieraan ten grondslag. Om de CO2-uitstoot ver-der te drukken zit in deze auto ook een start-stopsysteem en geeft de auto aan wanneer je het beste kunt schakelen voor een zuinige rit.

Als accountant in deze auto rijden?Omdat de auto zuinig en goedkoop is, kun je de auto goed op-leuken. Van buiten kan je het als een sportauto door het leven laten gaan, terwijl je van binnen van alle gemakken bent voor-zien.

Onze waardering voor deze auto: Duurzaamheid Rijprestaties Zakelijkheid

22 | Pro Memorie Magazine

De huidige Redactie zal de traditie van de autotest

in stand houden. Dit betekent dat we een aantal

zuinige en betaalbare auto’s aan jullie voorleggen in de

loop van het jaar. Niet elke accountant zal zich bezig

houden met sprinttijd, de actieradius of de wegligging

bij bochten. Aan ons de taak om jullie, als beginnend

accountants, wegwijs te maken in de wereld van

specificaties die er echt toe doen. T E K S T : Farhad Tiemoerie en Thomas Zwanenburg

Even Voorstellen

Page 23: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

In het begin van het tweede jaar betreedt de student de wondere

wereld van het belastingrecht. Naast Belastingrecht 1 geeft de

heer Halma samen met de heer De Boer Belastingrecht 2. In dit

magazine stellen we de heer Halma aan u voor.

Even Voorstellen

NaamLeeftijdWerkt bij RuG sinds

Hans Halma51 jaar1988

“Die studenten heb ik dan in de fiscale

kinderschoenen geholpen.”

Kunt u iets vertellen over uw loopbaan?Ik ben in ‘86/’87 afgestudeerd in fiscaal recht aan de RuG. Vervolgens moest ik militaire dienstplicht vervullen en daarna heb ik samen met iemand een adviesbureau gehad. Dit liep echter ten einde wegens “incompatibilité des hu-meurs” en zodoende ben ik in het onderwijs beland. Ik werd aangenomen als onderzoeker/docent, maar dit is steeds meer richting docent gegaan.

Wat maakt uw werk binnen de universiteit zo leuk?Je moet van onderwijs houden. Ik sta liever voor het bord dan dat ik de hele dag achter mijn bureau belastingadviezen geef. Het grappige is dat ik oor-spronkelijk het idee had om klassieke talen te gaan studeren. Daar heb ik toen vanaf gezien, omdat ik anders voor het bord terecht zou komen. Het leuke van lesgeven is dat je altijd tussen jongeren zit. ze komen met weinig kennis binnen en na een aantal jaar zijn ze toch maar afgestudeerd en gaan aan het werk. Ik heb ook Belastingrecht 1 gegeven voor fiscaal economen die je dan voor het eerst een wetboek in de handen drukt. zij hebben nu leuke banen en ik heb ze dan in de fiscale kinderschoenen geholpen.

Wat doet u zoal in uw vrije tijd? Mijn doelstelling is om elke dag een uurtje te fietsen. Ik mag graag op het Ho-geland fietsen. Je zit de hele dag tussen de mensen en dan is het lekker om op de fiets even uit te waaien. Ook mag ik graag tekenen, vrije expressie, steden, landschappen, boompjes en bergjes.

ziet uw groot verschil tussen Accountancy studenten en rechtenstudenten? Accountants zijn toch rekenkundiger waar juristen een ingeboren aversie voor rekenen hebben. Een Accountancy werkgroep op vrijdagmiddag wordt toch goed bezocht, zelfs tussen vier en zes ‘s middags. Dit zou bij juristen niet kunnen. Ik zeg niet dat accountants harder werken dan juristen maar ze heb-ben wel iets meer orde en zijn iets planmatiger. Wel lijken notariële studenten meer op Accountancy studenten dan andere juristen. De advocatuur is vrij hard, terwijl notarieel wat zorgzamer is.

ziet u een groot verschil tussen studenten in uw tijd en studenten van nu? Nee, het enige verschil is dat er nu meer druk op zit. Binnen zoveel jaar moeten de bachelor en master binnen zijn. Vroeger waren de opleidingen wat langer, bij de een vijf jaar en bij de ander zes. Het studentenleven voor zover ik kan beoordelen is niet veel veranderd. Er stroomt mijns inziens nog steeds veel bier door de tapperijen en taveernes. Wel zijn er in de loop van de jaren veel pogingen geweest om studenten harder te laten studeren en werken. Iedereen schrikt in het begin, maar het lijkt of bijna iedere student wel een stukje uitloopt.

Wat vindt u van de samenwerking tussen de Belastingdienst en de accountant: moet de accountant de klant of de Belastingdienst dienen? De accountant heeft in eerste instantie een maatschappelijk belang, maar hij heeft ook vaak een klantbelang. Die twee kunnen natuurlijk botsen. De ac-countant zal denk ik niet snel frauduleuze praktijken tolereren. Maar wanneer de grens niet duidelijk is, zal toch snel het gezegde “wiens brood men eet, diens woord men spreekt” opgaan. 23 | Pro Memorie Magazine

T E K S T : Willem van Roekel en Thomas Zwanenburg

Even Voorstellen

Page 24: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Interview BestuurV.l.n.r.: Sanne Hopman, Jasper Wentink, Krijn Toet en Gera Kiewiet

Een nieuw jaar, een nieuw bestuur. Een mooie kans om in het eerste Pro Memorie magazine van dit collegejaar

kennis met ze te maken. Het bestuur is afgelopen zomer druk bezig geweest met het uitstippelen van het beleid

voor het komende jaar. Een interview met het nieuwe bestuur: Gera Kiewiet, Sanne Hopman, Krijn Toet en Jasper

Wentink. T E K S T : Willem van Roekel en Henk van den Top

Waar blinkt het bestuur aankomend academisch jaar in uit?Jasper: Aankomend jaar blinken wij uit in netwerken. Niet alleen bij onze eigen activiteiten, maar ook bij activiteiten van andere verenigingen, sponsoren en de universiteit proberen wij Pro Memorie zo goed mogelijk op de kaart te zetten.

Waarom hebben jullie als slogan “Network in Progress”?Gera: “Network in Progress” komt van de accountancyterm “work in progress”. Dit is een continu proces en zo zien wij net-werken ook.Jasper: Netwerken is een soort onderhanden werk, net als in een proces. Je begint op een bepaald punt en aan het einde van het jaar zie je dat het één doorlopend proces is om je netwerk te ver-groten. Het vergroten van je netwerk kan heel goed met allerlei activiteiten. Dat is wat we dit jaar willen doen.

Hoe zien jullie Pro Memorie over tien jaar?Krijn: Ik denk dat de kracht van Pro Memorie is dat de vereniging niet te groot zal worden en dat iedereen elkaar kent.Sanne: Dat zal Pro Memorie ook niet worden, omdat de Accoun-

tancy & Controlling opleiding niet zo’n grote opleiding is als bij-voorbeeld IB&M of Bedrijfskunde.Gera: Ik hoop dat Pro Memorie over tien jaar nog steeds een hechte vereniging is met heel veel alumnileden, die ook erg be-trokken blijven bij Pro Memorie.

Welke fout maak je nooit meer?Jasper: Mijn grootste fout was twijfelen aan actief lidmaatschap bij Pro Memorie, want achteraf heb ik er totaal geen spijt van!Sanne: Stoppen met iets wat ik heel erg leuk vind. Voordat ik naar Groningen ging, heb ik aan sportacrobatiek gedaan, een mix van acrobatiek en turnen. Dat mis ik nu wel heel erg, dus dat is toch wel iets waar ik spijt van heb.Krijn: Te veel twijfelen aan mezelf. Als je iets wilt, maar je bent niet helemaal zeker, dan moet je er gewoon vol voor gaan. Ik heb er vrij lang over nagedacht of ik in het bestuur wilde gaan, maar ik ben achteraf heel blij dat ik het wel gedaan heb.Gera: Ik heb op de middelbare school een verkeerde profielkeu-ze gemaakt. Dat kwam doordat ik mijn keuze te veel heb laten beïnvloeden door anderen. Vanaf toen wist ik dat je echt beter op je eigen gevoel af kunt gaan.

24 | Pro Memorie Magazine

Interview Bestuur

Page 25: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Wat vinden jullie de leukste rubriek in het Pro Memorie Maga-zine?Jasper: Ik vind “Aan het werk” een leuke rubriek om te lezen. Ik ben altijd benieuwd waar oude bekenden van Pro Memorie nu terecht zijn gekomen. Een andere rubriek die ik heel leuk vind is de stelling.Krijn: Ik houd ervan om inhoudelijke stukken te lezen. De in-terviews met de bekende, grote namen vind ik erg interessant, mede omdat ik zelf ook weet hoe het is om zo iemand te inter-viewen. Gera: Die nieuwe rubriek “Starten in …“ lijkt me trouwens ook leuk! zo weet ik tenminste wat voor kroeg ik moet opzoeken in een bepaalde stad.Sanne: Ja, die vind ik ook super leuk!

Wat vinden jullie het leukst om te doen in jullie vrije tijd?Krijn: Ik mag graag uitslapen. Wat ik ook erg leuk vind om te doen is fotograferen. Verder tennis ik en zwem ik af en toe.Gera: Ik heb altijd op hoog niveau gekorfbald, maar doordat ik in het buitenland ging studeren moest ik een andere keuze ma-ken. Ik speel nu bij een studentenvereniging (de Parabool). Mijn tweede hobby is reizen. Daarnaast doe ik ook aan voetbal en skiën. Jasper: Ik ben net als Gera ook heel sportief. Ik houd ervan om te voetballen en sportief bezig te zijn. Daarnaast houd ik er ook van om met vrienden gezellig te eten en een beetje voetbal te kijken of te kaarten.

Beschrijf je bestuursgenoten in één of een paar zinnen.Krijn: Sanne is heel precies en goed in multitasken. Ook als ze veel hooi op haar vork neemt komt het werk uiteindelijk wel goed af.Sanne: Jasper is een hele lieve en sociale jongen, die heel graag dingen voor andere mensen doet.Jasper: Gera is iemand die recht voor haar raap is en daarnaast ook heel erg actief. ze kan goed spreken en ze is een leider voor onze groep.Gera: Krijn is een erg betrouwbaar persoon, wat natuurlijk past bij zijn functie als penningmeester. Hij bewaart ook het overzicht en kan goed aangeven waar de grens ligt.

Wat wilde je worden toen je klein was?Sanne: Vroeger op de kleuterschool had ik een beste vriend. Hij wilde vuilnisman worden, dus dat wilde ik ook. Toen heb ik vanaf groep één tot en met groep acht stug volgehouden dat ik goud-smid wilde worden, omdat het me leuk leek om mooie sieraden te maken. Toen ik er achterkwam dat ik niet zo ambachtelijk en artistiek was, heb ik dat idee maar laten varen. Jasper: Toen ik mijn eigen kwaliteiten nog niet zo goed kon in-schatten, dacht ik dat ik profvoetballer kon worden. Daarnaast keek ik vroeger op vrijdag- en zaterdagavond altijd “Baantjer” en andere politieprogramma’s en wilde ik rechercheur worden om mensen te ondervragen en criminelen op te pakken.

Gera: Ik wilde altijd skilerares worden en ik ben het geworden. Krijn: Vroeger vond ik het heel mooi om met de trein te reizen en op het station te zijn. Ik wilde daarom ook treinmachinist of conducteur worden.

Waar droom je van om nog eens te doen?Krijn: Mijn huisgenoot en ik hebben bijna drie jaar terug het plan gemaakt dat we naar Fiji op reis gaan als we klaar zijn met studeren en allebei werk hebben. Het is als een grap ontstaan, maar inmiddels is het tot doelstelling verheven.Sanne: Het is niet zo origineel, maar ik zou toch echt graag wil-len bungeejumpen. Maar wel in één keer gelijk goed van de Bloukrans Bridge in zuid-Afrika.Jasper: Ik heb twee dromen, waarvan eentje betrekking heeft op Pro Memorie en de ander op mezelf. Op het gebied van Pro Memorie zou ik ooit nog eens als spreker op het Pro Memorie Congres willen staan. Daarnaast droom ik ervan om ooit op de Coolsingel te mogen staan om het kampioenschap van ons aller Feyenoord Rotterdam te bejubelen!Gera: Ik droom ervan om nog heel veel van de wereld te zien. Ik houd ervan om actieve dingen te doen en nog vele landschap-pen in de wereld te ontdekken.

Willen jullie nog iets kwijt aan onze lezers?Jasper: Ik denk dat we alle vier kunnen zeggen dat we hopen een heel mooi jaar te hebben met actieve leden, alumnileden en andere leden. We hopen dat alle leden hun netwerk kunnen uitbreiden aankomend jaar!

25 | Pro Memorie Magazine

Interview Bestuur

“Het vergroten van je netwerk kan heel goed met

allerlei activiteiten.”

“Als je iets wilt, maar je bent

niet helemaal zeker, dan moet

je er gewoon vol voor gaan.”

Page 26: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Starten in ...

BezoekOp zondag 13 november werden beide Silke’s om 13.00 uur bij Wietse en Wendy thuis verwacht. Met zijn vieren gingen we op pad naar gelegenheden waar het stel graag komt. Hieronder krijg je een indruk hoe het kan zijn om te starten in Amsterdam.

WonenWijk SlotervaartSituatie Samenwonend in een koopappartement

Het appartement ligt buiten de grachten, maar na tien minuten fietsen ben je op het Leidseplein. Ook liggen de kantoren waar Wietse en Wendy werken niet ver van hun huis vandaan. Een groot voordeel vinden ze de parkeergelegenheid voor beide auto’s onder het appartementencomplex, aangezien parkeren in de binnenstad bijna onmogelijk is.

Favoriete …Eetgelegenheid Caffe OsloUitgaansgelegenheid FeestjesWinkelgelegenheid Binnenstad HaarlemSportgelegenheid Sportschool, wielrennenEigen toevoeging Het strand van Bloemendaal

Met de auto zijn we naar het strand van Bloemendaal gereden. Het hele jaar door vinden Wietse en Wendy het een fijne plek om te ontspannen, maar vooral gedurende de zomermaanden in de gezellige drukte van de strandtenten. Onderweg naar Bloe-mendaal kom je langs Haarlem, waar de twee eerst een jaar heb-ben gewoond. Het winkelen in Haarlem verkiezen ze nog steeds boven de Kalverstraat van Amsterdam, maar Haarlem heeft wel een erg hoog “bakfiets- en labradorgehalte”. Eén van de redenen waarom ze, nu nog, voor Amsterdam kiezen.

Op de terugweg hebben we geborreld in een gezellig druk Caffe Oslo in Oud zuid, vlakbij hun huis en het Vondelpark. Een plek waar het stel graag wat eet en/of drinkt. “Er zijn meer eettentjes te vinden rondom het Vondelpark waar het goed toeven is”, ver-telt Wietse. Wel bekennen Wietse en Wendy dat ze te weinig bui-ten de deur eten. Het drukke leven dat ze nu leiden en de kosten van het pas gekochte en ingerichte huis zijn hier de voornaamste redenen van. Daarnaast vindt Wendy het leuk om zelf te koken in hun nieuwe keuken.

Het uitgaan in Amsterdam verschilt duidelijk van het uitgaan in Groningen. Wietse: “Er is hier meer sprake van een partyscene. Mooie clubs, entreeprijzen en gastenlijsten zie je hier vaker.” “In tegenstelling tot de piekuren in de vele kroegjes van Gro-ningen”, voegt Wendy daaraan toe. zelf gaan ze op dit moment vaak naar feestjes, welke veelal bij vrienden thuis plaatsvinden. Voor het ouderwetse studententarief sport Wendy in de sport-school van de Hogeschool van Amsterdam. Dit is mogelijk, on-danks dat ze aan een andere universiteit studeert. Wietse fietst graag in de omgeving van Amsterdam, zoals langs de Amstel of door de Haarlemmermeerpolder. Een ideale manier om de omge-ving te leren kennen.

WAAROM Amsterdam?Wietse: “Heel veel dingen gebeuren hier in Amsterdam. Grote kantoren zijn hier gevestigd, de economie speelt zich hier af.” Wendy voegt daar de vele festivals en de jaarlijkse Uitmarkt aan toe. Na zes jaar Groningen vonden ze het tijd voor iets nieuws en Amsterdam past in deze levensfase goed bij ze. Het stel ver-telt wel dat ze door het werken, studeren en verhuizen eigenlijk nog te weinig van de stad gezien hebben. Wendy: “We kijken nog steeds onze ogen uit in Amsterdam.”

26 | Pro Memorie Magazine

Starten in AmsterdamNaam Leeftijd Studie Pro Memorie

Naam Leeftijd Studie Pro Memorie

Wietse de Heer26 jaarLaatste jaar van de postmaster AccountancyCongres 06//07, Bestuur 07//08, Redactie 08//09

Wendy Kroes25 jaarLaatste jaar van de postmaster AccountancyAlmanak 07//08, Redactie 08//09

Doen waar je goeD in bent!BDO behoort tot de top 5 van accountants- en advieskantoren. Met ruim 2.000 collega’s, werkend vanuit 27 vestigingen verspreid over heel Nederland ondersteunen en adviseren wij onze klanten. Al deze klanten zijn uniek. En jij bent dat ook! Tot de tanden toe bewapend met kennis, lef en inzicht, ga jij voor hen het gevecht met de cijfers aan en weet jij een toegevoegde waarde te bieden. Professionele en persoonlijke talentontwikkeling staan hierbij centraal. ‘Doen waar je goed in bent’, is het motto. BDO schept daartoe alle randvoorwaarden. Een betere start voor het realiseren van je ambities is er niet. Aan jou om deze start te maken.

Wil jij je talent optimaal ontwikkelen? Ga dan voor alle voordelen van een carrière bij BDO naar www.werkenbijbdo.nl Of neem contact op met Joyce de Winter, Recruiter, tel.: (026) 352 56 25, e-mail: [email protected]

BDO ACCOUNTANTS & ADVISEURSVOOR VRIJ ONDERNEMEN

T E K S T : Silke Kroeze en Silke Schmidt

Page 27: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Starten in ...

Doen waar je goeD in bent!BDO behoort tot de top 5 van accountants- en advieskantoren. Met ruim 2.000 collega’s, werkend vanuit 27 vestigingen verspreid over heel Nederland ondersteunen en adviseren wij onze klanten. Al deze klanten zijn uniek. En jij bent dat ook! Tot de tanden toe bewapend met kennis, lef en inzicht, ga jij voor hen het gevecht met de cijfers aan en weet jij een toegevoegde waarde te bieden. Professionele en persoonlijke talentontwikkeling staan hierbij centraal. ‘Doen waar je goed in bent’, is het motto. BDO schept daartoe alle randvoorwaarden. Een betere start voor het realiseren van je ambities is er niet. Aan jou om deze start te maken.

Wil jij je talent optimaal ontwikkelen? Ga dan voor alle voordelen van een carrière bij BDO naar www.werkenbijbdo.nl Of neem contact op met Joyce de Winter, Recruiter, tel.: (026) 352 56 25, e-mail: [email protected]

BDO ACCOUNTANTS & ADVISEURSVOOR VRIJ ONDERNEMEN

Page 28: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

28 | Pro Memorie Magazine

U bent als domeinleider verbonden aan de VSNU.. Kunt u onze lezers wat meer vertellen over de VSNU en uw functie/werkzaamheden binnen deze vereniging?De VSNU is de brancheorganisatie van de veertien universiteiten in Neder-land en we behartigen de belangen van deze universiteiten. Omdat elke uni-versiteit uniek is en er verschillende belangen zijn, proberen we deze belangen zo goed mogelijk te bundelen aan de hand van besluiten, adviezen en uitwis-seling van goede voorbeelden. Wij streven ernaar dat er zowel op bestuurlijk, als op ambtelijk niveau kennis en ervaring vloeit tussen de universiteiten. Dit streven sluit aan bij mijn functie als domeinleider onderwijs. Ten aanzien van belangrijke thema’s voor universiteiten proberen we voor- en nadelen objec-tief te belichten, vaak door scenario’s te schetsen of alternatieven te tonen. In een aantal gevallen wisselen we goede voorbeelden uit, bijvoorbeeld ten aanzien van selectie, “undergraduate research”, excellentie, docentprofessio-nalisering, etc. De universiteit zelf kan beslissen of de ontwikkelingen wel of niet van toegevoegde waarde kunnen zijn. De belangenbehartiging vindt plaats namens de veertien universiteiten richting het ministerie van Onderwijs, Cul-tuur en Wetenschap (OCW) richting de Tweede Kamer en uiteraard ook richting andere belanghebbenden van de VSNU.

Hoe ervaren de universiteiten de inspanningen vanuit het VSNU-bureau?We proberen voor de universiteiten een platform voor informatie-uitwis-seling, meningsvorming en besluitvorming te zijn. Universiteiten kijken goed naar elkaar wanneer het gaat om nieuw onderwijsbeleid. Vooral wanneer be-paalde maatregelen goed werken, zoals een bindend studieadvies, zijn alle universiteiten erg geïnteresseerd. Dit gebeurt niet alleen via de VSNU, maar ook onderling. Samenwerking en een lerende cultuur zijn essentieel in dit proces. Gelukkig zijn alle universiteiten bereid om de uitkomsten en resul-taten van onderwijsvernieuwingen via bijeenkomsten/seminars met elkaar te delen. Als universiteiten een nieuw concept willen invoeren, steunen we hen daarin en proberen we ervoor te zorgen dat er beleid en wetgeving komt (via het Ministerie van OCW) om dit te faciliteren. Neem bijvoorbeeld nieuwe ontwikkelingen als verbreding van de bachelor of een “jaarklassensysteem”. De VSNU is de spin in het web die alle partijen, die daar baat bij hebben, aan elkaar koppelt, zodat elke universiteit op haar eigen manier invulling kan geven aan haar strategie/concept zonder dat wij regels/procedures opleggen.

Het hoger onderwijs in Nederland staat in het middelpunt

van de belangstelling, omdat investeringen uitblijven. Zowel

universiteiten, als studenten zullen het financieel zwaar krijgen.

Het VSNU-bureau draagt bij aan de zorg voor de kwaliteit van het

wetenschappelijk onderwijs en onderzoek door te investeren in een

vruchtbare samenwerking tussen de universiteiten onderling, het

huidige kabinet en andere stakeholders.T E K S T : Arjen van der Logt en Henk van den Top

Interview: Christiaan van den Berg

Hoe ondersteunt het VSNU-bureau universitair onderwijs?

De heer Van den Berg studeerde Sociologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Op deze universiteit is hij na zijn studie ook gaan werken als beleidsadviseur onderwijs op de afdeling onderwijs en onderzoek van het Bureau van de Universiteit. Hij is vanaf 2003 werkzaam als Seniorbeleidsmedewerker onderwijs bij de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) en is verantwoordelijk voor een groot aantal landelijke onderwijsdossiers. Daarnaast is hij programmaleider voor studiesucces in de bachelorfase en sinds kort domeinleider onderwijs. Ook deelt hij zijn kennis door als redacteur werkzaam te zijn in het vakblad voor management en bestuur van HBO- en WO-instellingen (HO-management).

Christiaan van den BergDomeinleider onderwijs VSNU

Page 29: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Interview: Christiaan van den Berg

zijn al deze ontwikkelingen het gevolg van de doelstelling van het kabinet dat Nederland bij de top 5 van mondiale kennisecono-mieën moet gaan behoren? Is deze doelstelling wel realistisch?Ik heb meegewerkt aan het project binnen de VSNU omtrent de verkiezingen. Een lange tijd zag het ernaar uit dat er in onderwijs geïnvesteerd zou worden, maar er wordt noch geïnvesteerd in, noch bezuinigd op het onderwijs. Omdat de aanwending van de aardgasbaten voor onderzoek wel opdrogen, ontstaan daar tekor-ten. Dit gaat vooral ten koste van jong talent. Alle universiteiten doen het nu nog erg goed in de (Shanghai) ranking, waarin ze we-reldwijd bijna allemaal in de top 200 staan. Daarentegen moet het studiesucces nog worden verbeterd, dat wil zeggen: uitval omlaag, rendement omhoog en meer aandacht voor excellente studenten. Dit moet je realiseren met extra docenten en begeleiders, door te investeren en dat doet dit kabinet duidelijk niet. De lat voor de student moet omhoog, maar dat moet tegelijkertijd gepaard gaan met een hogere kwaliteit van de opleidingen. Het moet voor studenten te doen zijn om een opleiding in drie à vier jaar te voltooien. Door te intensiveren, meer uitdaging te bieden en het vrijblijvend studiegedrag terug te dringen, willen we het studiesuc-ces verbeteren. Onze faculteit draagt sinds 1 september 2011 de AACSB-accre-ditatie. In hoeverre bent u betrokken bij het verkrijgen van deze accreditatie?Bij dit keurmerk ben ik niet betrokken geweest, aangezien dit een Amerikaanse accreditatie is. Wel juich ik dit AACSB-keurmerk ze-ker toe. De grens van het Nederlands en internationaal onderwijs vervaagt. Bij de VSNU hebben we vooral te maken met de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatie-Organisatie). Universiteiten zien deze accreditatie eerder als een verplichting dan als een waardering. Onze taak is om dit accreditatiestelsel te verbeteren, zodat opleidingen hier ook echt wat aan hebben. Het mag geen afrekeninstrument worden, wat nu wel dreigt te gebeuren. Een accreditatie als afrekeninstrument zorgt ervoor dat universiteiten hun zwakke punten niet meer durven tonen. Wij willen dat de verbeterfunctie weer centraal komt te staan, waardoor de zwakke punten worden omgezet in sterke punten. zogenaamde “peer re-view” is hier het juiste instrument voor. In het wetenschappelijk onderzoek is “peer review” ook de basis voor kwaliteit en kwa-liteitszorg.

Moet een keurmerk dan voor discussie gaan zorgen binnen in-ternationale en nationale gemeenschappen van universiteiten?In 2002 is Nederland begonnen met accreditatie onder de vlag van de NVAO. In deze eerste ronde hebben we een zware oplei-dingsvisitatie toegepast. Daarin werden opleidingen tot op het bot doorgelicht op het gebied van bijvoorbeeld kwaliteit en eindni-veau, maar ook pc-faciliteiten en personeelsbeleid. Deze visitaties kosten enorm veel tijd, waardoor we als VSNU ervoor hebben

gepleit dat een tweede ronde niet zo zwaar mag worden. De visi-taties waren te zwaar en te tijdrovend, ook internationaal gezien. Nu wordt er gewerkt met een instellingsaudit en als die behaald is, kunnen de opleidingsvisitaties lichter zijn. Een aantal aspecten wordt niet meer bij iedere opleiding bekeken, maar eenmalig op

instellingsniveau. De opleidingsvisitatie behelst dan vooral de kwa-liteit van de opleiding en het gewenste en gerealiseerde eindniveau. Minder bureaucratisch en meer op de inhoud gericht onderzoek is dan het resultaat. In deze instellingsaudit wordt vooral nagegaan of een instelling “in control” is wat betreft de kwaliteitszorg. Bij de afzonderlijke opleidingsvisitaties staat de “peer review” weer helemaal centraal. Relevant zijn incidenten in het HBO, waardoor het kabinet over de volle breedte van het hoger onderwijs de opleidingsvisitaties weer wil aanscherpen. Als VSNU proberen we daar dan tegenwicht aan te bieden. Extra controle en toezicht zijn zelden een verbetering voor docenten die het onderwijs ver-zorgen. We streven er tenslotte met zijn allen naar om als land in de mondiale top 5 te komen, wat niet geremd mag worden door achtervolgende kabinetten, die bij elk incident bij een instelling, hoe erg ook, weer wetgeving gaan stapelen. Hoe meer regels er worden opgelegd, hoe meer kans dat er een angstcultuur ontstaat en des te minder innovatief opleidingen durven te zijn. Dat is echt funest.

Wat is uw tip voor huidige studenten aan de faculteit Economie en Bedrijfskunde en/of voor studenten die volgend jaar willen be-ginnen aan een studie?De student moet vanaf het begin van de opleiding het tempo erin houden. We zien dat studenten die in het begin al vertraagd zijn dit niet meer goed kunnen maken gedurende de rit. Daarnaast heeft onderzoek, dat de Rijksuniversiteit Groningen onder andere heeft uitgevoerd, uitgewezen dat studenten het meest leren tij-dens werkcolleges. Studenten leren meer van werkcolleges dan van zelfstudie of hoorcolleges, omdat studenten in werkcolleges actief met de stof aan het werk gaan. Ga dus altijd naar werkcol-leges toe om de kans op succes aanzienlijk te vergroten.

29 | Pro Memorie Magazine

Hoe ondersteunt het VSNU-bureau universitair onderwijs?

“Wij streven naar het vloeien

van kennis en ervaring tussen

universiteiten.”

Page 30: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Interview Redactie V.l.n.r.: Arjen van der Logt, Henk van den Top, Thomas Zwanenburg, Silke Schmidt, Adriëtte Hummel, Silke Kroeze, Robert Tuinsma, Farhad Tiemoerie en Willem van Roekel

Dit collegejaar staat er weer een gloednieuwe Redactie klaar om zorg te dragen voor vier prachtige magazines.

Interviews afnemen, brieven opstellen en inhoudelijke artikelen schrijven behoren tot hun wekelijkse taken.

Daarnaast zorgt de gezelligheid onderling in combinatie met de verscheidenheid aan interesses en ervaring voor een

zeer prettige sfeer. T E K S T : Arjen van der Logt

Wat is er zo leuk aan de Redactie?Adriëtte: Het uitbrengen van vier hele mooie magazines gedu-rende het collegejaar.Thomas: Het interviewen van interessante mensen en Pro Me-morie leden.Silke S.: Het is een soort puzzel waarbij alle losse stukjes gedu-rende het maken van het magazine op de juiste plaats vallen.Robert: Een lekker grote groep met veel gezelligheid en verschil-lende culturen binnen de commissie. Ook hebben wij de twee Silke’s in onze commissie.

Wat zijn jullie doelstellingen voor dit jaar?Silke S.: Dit jaar willen we graag een vrouw op de cover, maar covermateriaal hebben we nog niet gevonden.Robert: We willen graag het magazine naar een hoger niveau tillen, waarin we willen zorgen voor nieuwe rubrieken en het ac-tief betrekken van alumnileden bij de vereniging.

Wie is de gezelligste persoon binnen de commissie?Henk: Willem is een gezellig persoon met wie je goed kunt lachen.

Arjen: Adriëtte, omdat zij de sfeer binnen de commissie hoog in het vaandel heeft staan.Silke S.: Thomas, omdat hij altijd zo komisch en droog uit de hoek kan komen.Adriëtte: Robert, hij heeft vaak leuke en grappige opmerkingen.

Wat doen jullie naast het interviewen en studeren?Silke K.: Ik voetbal bij The Knickerbockers in dames 7. Thomas: Ik doe onder andere aan waterpolo bij de Walvisch. Fahrad: Gezellig zaalvoetballen en boksen.Silke S.: Ik sport in een sportschool en werk in een kinderwinkel aan de Vismarkt.Arjen: Pubquizzen, eens in de twee weken met andere actieve Pro Memorie leden. Daarnaast loop ik fanatiek hard bij Groningen At-letiek en heb onlangs de Vier Mijl gelopen in 22:17.Henk: Ik voetbal bij de plaatselijke vereniging in Dalfsen met vrien-den.Robert: Ik voetbal bij VV Korreweg. Ik train twee keer in de week en op zaterdag speel ik een wedstrijd.

30 | Pro Memorie Magazine

Interview Redactie

Page 31: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Adriëtte: Ik spreek met vriendinnen af, werk bij een groot waren-huis, sport bij de Aclo, lees graag en doe naast Accountancy nu een minor Filosofie.Willem: Ik speel voetbal bij The Knickerbockers en ben lid van Albertus.

Wie gaat er het verst komen in zijn/haar carrière?Adriëtte: Arjen en Robert, gebaseerd op een gevoel dat ik heb gekregen tijdens de commissievergaderingen.Thomas: Henk is erg enthousiast en ambitieus en kan daarom wel ver komen in zijn carrière. Vooral tijdens de eerste vergadering was hij zo goed voorbereid en gedreven dat ik dacht: “Waar gaat dit heen?”. Het hangt er natuurlijk ook vanaf wat je “ver” noemt. De één gaat voor een professionele/zakelijke carriere, terwijl an-der de gezinsituatie veel belangrijker vindt.Fahrad: Henk, Robert en Adriëtte. Adriëtte is rechtvaardig en pre-cies; ze is niets voor niets eindredacteur.

zou iemand van jullie de journalistieke kant op willen gaan? Henk: Misschien als minor. Ik heb nu zelf al drie interviews ge-houden en ik vind het interessant om verhalen te horen over wat er allemaal speelt en zelf kritische vragen te bedenken om daarmee zo veel mogelijk informatie uit een persoon halen.Arjen: Wat dat betreft komt het wel deels overeen met het kri-tisch vermogen dat een goede accountant zeker moet hebben.Willem: Het geeft je de mogelijkheid om interessante mensen te ontmoeten en dat maakt het wel aantrekkelijk.

Beschrijf je commissiegenoten in drie woorden?Adriëtte over Thomas: Chaotisch, behulpzaam en geïnteresseerd.Thomas over Fahrad: Rustig, precies en hij heeft humor.Fahrad over Silke S.: Spontaan, kletskous en een harde werkster.Silke S. over Silke K.: Rustig, altijd vrolijk en welwillend.Silke K. over Arjen: Sportief, leergierig en betrokken.Arjen over Henk: Enthousiast, ijdel en gemotiveerd.Henk over Robert: Ambitieus, actief en extravert.Robert over Adriëtte: Kritisch, consequent en zorgzaam.

Welke eigenschappen heeft een goede interviewer?Robert: Hij moet kritisch zijn.Silke S.: Goed kunnen luisteren.Silke K.: De persoon uit laten praten en doorvragen.

Adriëtte: Flexibel zijn en kunnen inspelen op de situatie.Henk: Een goede interviewer kan informatie vrij krijgen die eigenlijk niet vrijgegeven had mogen worden.Arjen: De techniek om te bereiken wat Henk zegt door genuan-ceerd doorvragen en kwetsbaar opstellen.Willem: Een interviewer moet denk ik altijd geïnteresseerd over-komen.

Wat zouden jullie het liefst willen veranderen binnen de commis-sie?Robert en Arjen: Het verminderen van het aantal commissieleden. We kunnen nu niet altijd even efficiënt werken, maar taken kun-nen wel beter verdeeld worden.Adriëtte: Het vergt veel coördinatie van taken. Henk: Er heerst snel het idee dat je er zelf niet achteraan hoeft te gaan, omdat er genoeg andere leden zijn die dat wel zullen doen.

Wat is een pakkende afsluiting van een interview?Silke K.: Een tip aan de lezers vind ik zelf het leukst, omdat je hier jezelf in kunt vinden en dus na gaat denken over het interview. Robert: Een kritische kanttekening die geplaatst wordt door de geïnterviewde, waardoor de lezer zelf na gaat denken. Henk: De lezer een vertrekpunt bieden, zodat hij of zij het einde zelf mag invullen. Silke S.: Ik vind het juist heel vervelend als ik die lezer ben die open eindes zelf mag gaan invullen. Een pakkende afsluiting vind ik dat aan het einde van een interview over een bepaald onderwerp nog even een draai wordt gegeven, waarbij ook een andere kant nog wordt belicht. Thomas: Op die manier sla je nog even een andere weg in, zodat de lezers weten dat deze ook bestaat.

Wie zou je het allerliefst willen interviewen?Thomas: Hans Halma, maar die droom heb ik al waargemaakt.Robert: Nelson Mandela.Silke K.: Joop Munsterman, voorzitter van FC Twente.Silke S.: Olcay Gulsen, eigenaresse van kledingmerk Supertrash.Farhad: Papandreou, ex-premier van Griekenland.Willem: Bill Clinton lijkt me erg leuk.

31 | Pro Memorie Magazine

Interview Redactie

“Het vergt veel coördinatie van taken.”

“Het magazine is een puzzel waarbij alle stukjes

op zijn plaats vallen.”

Page 32: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Meer weten over de carrière van Desiree en haar collega’s? Of benieuwd naar onze mogelijkheden? Scan de QR of surf naar onze website.

Accountancy - Belastingen - Advies

Onze ruimte, jouw groei

www.carrierebijGT.nl

“De overstap van studeren naar een vaste baan is vaak groot. Dat hoeft niet zo te zijn.”

Desiree Salentijn, assistent accountant

Stelling

Page 33: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Meer weten over de carrière van Desiree en haar collega’s? Of benieuwd naar onze mogelijkheden? Scan de QR of surf naar onze website.

Accountancy - Belastingen - Advies

Onze ruimte, jouw groei

www.carrierebijGT.nl

“De overstap van studeren naar een vaste baan is vaak groot. Dat hoeft niet zo te zijn.”

Desiree Salentijn, assistent accountant

“Het veranderen van het bachelorprogramma is een goede ontwikkeling. ”

De vorming van vier brede bachelors sluit uitstekend

aan bij één van de speerpunten uit het strategisch plan van de FEB, namelijk “strength-

ening of internationalisation process’, wat ik als erg positief beschouw. Ondanks dat ik het jammer vind dat je hier-door voor een meer specialistische studie als Accountancy & Control-ling moet kiezen voor de bachelor Bedrijfskunde in het eerste jaar, denk ik dat de opleidingsdirecteur van de BSc A&C een inhoudelijk zeer sterk en interessant post-propedeutisch programma heeft samengesteld.

Ankie Kamps,Derdejaars A&C

Ik vind het nieuwe bachelorprogramma een goed idee, vooral omdat je in het eerste jaar

een brede basis ontwikkelt. Ook weten veel mensen die gaan stu-

deren nog niet wat ze nou eigenlijk willen. Het eerste jaar een brede op-

leiding zal de studenten een goed idee geven over de verschillende studies en iedereen een passende specialisatie aanbieden. Ik vind het dus vooral han-dig omdat het meer zekerheid biedt voor je toekomst en dat je niet gelijk

de verkeerde studie kiest.

Mathijs van Dijk, Eerstejaars A&C

De verandering van het bach-elorprogramma is een goede ontwikkel-

ing. Studenten hebben zo in hun eerste jaar de mogelijkheid er achter te komen

waar hun interesse ligt. Dit kan het maken van een verkeerde stud-

iekeuze grotendeels voorkomen, wat je vanaf studiejaar 2012 erg duur kan komen te staan. A&C wordt momen-teel ook via een propedeuse Bedrijf-seconomie of Bedrijfskunde aange-boden, dus naar mijn mening hoeft deze ontwikkeling zeker voor A&C geen problemen op te leveren.

Lieke Pelle,Master Accountancy

Ik ben het niet met de stelling eens. Doordat allerlei studies bij elkaar

worden gevoegd, krijg je een enorm aantal studenten voor de vakken. Ik denk dat hoe massaler de vakken gegeven zullen wor-den, hoe slechter de kwaliteit van het onderwijs wordt. Je hebt immers minder contact met de docenten en je wordt geacht dat je meer zelfstandig doet. In de toekomst ontstaat het risico dat het een uni-versitaire zelfstudie wordt.

Erik-Jan de Rooij,Tweedejaars A&C

33 | Pro Memorie Magazine

Met ingang van het collegejaar 2011//2012 zullen er nog vier bachelorprogramma’s zijn aan de faculteit Economie &

Bedrijfskunde van de RuG, waarvan drie Engelstalig en één Nederlandstalig. Je zult in het eerste jaar een brede basis

ontwikkelen, waarna je jezelf vanaf het tweede jaar kunt specialiseren. Dit zal gebeuren door aan het einde van het eerste

jaar een track te kiezen. Accountancy & Controlling zal als track binnen de bachelor Bedrijfskunde aangeboden worden.

Stelling

Page 34: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Fotopagina

Lezingborrel - 20 oktober 2011

Algemene Leden Vergadering - 08 september 2011

Actieve Ledendag - 20 september 2011

34 | Pro Memorie Magazine

Sollicitatietraining - 14 november 2011

Waar ga jij jescriptie schrijven?

W W W.GA A AN.NU

© 2011 KPMG N.V., alle rechten voorbehouden.

-04212_A4_Uitwonend_OF.indd 1 10-10-2011 14:14:32

Page 35: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Fotopagina

Waar ga jij jescriptie schrijven?

W W W.GA A AN.NU

© 2011 KPMG N.V., alle rechten voorbehouden.

-04212_A4_Uitwonend_OF.indd 1 10-10-2011 14:14:32

Page 36: Pro Memorie Magazine jaargang 8 nr. 1

Weten wat je kan,begint met weten waar je naartoe wilt.

Inge TjeerdsmaSenior Staff Audit FSO

Een succesvolle carrièrestart is meer dan een goede cijferlijst. Het begint met karakter en inzicht in jezelf. Ontdekken wie je bent, weten waar je naartoe wilt groeien én hoe je dat voor elkaar krijgt staat altijd aan de basis. Ernst & Young coacht jou actief op weg naar jouw succes. We bieden je volop kansen in de wereld van assurance, tax, transaction en advisory. Ontdek ze op ey.nl/carriere

E&Y_210x297mm_potentials.indd 1 03-11-10 17:11