Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

19
LOYENS LOEFF Gerechtshof Arnhem/Leeuwarden Rolzitting: 3 juni 2014 Zaak-/rolnummer: 200.117.605-00 MEMORIE VAN ANTWOORD TEVENS HOUDENDE EISWIJZIGING inzake: ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V., een naamloze vennootschap, statutair gevestigd te Zeist; 2 ZILVEREN KRUIS ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V.! een naamloze vennootschap, statutair gevestigd te Utrecht; 3 de Stichting WILHELMINA ZIEKENHUIS ASSEN statutair gevestigd te Assen; 4 mevrouw GABRIËLLE FRANCISCA HANENBERG -HENS woonachtig te Assen; 5 mevrouw AALTJE GRIETJE SCHOKKER woonachtig te Assen; 6 de heer MATTHIJS VINCENT BEUMER woonachtig te Utrecht; 7 de heer JOB ENGELMUNDUS WILLIBRODUS MARIA DE RIDDER woonachtig te Utrecht, geïntimeerden, advocaat: mr.drs. M. Kool tegen: JACOBUS VAN WOUDENBERG, woonachtig te Ezinge, appellant Geïntimeerden doen eerbiedig zeggen voor memorie van antwoord: INLEIDING 1 Geïntimeerden ontkennen en betwisten de stellingen van Appellant in eerste aanleg en in hoger beroep, tenzij deze hierna uitdrukkelijk worden erkend. Geïntimeerden verzoeken het Gerechtshof hetgeen in eerste aanleg door hen is gesteld als hier herhaald en ingelast te beschouwen. 16171095 1/20

description

Dit is de memorie van antwoord die Mariska Kool de advocaat van de zorgboeven van Zilveren Kruis Achmea en het Wilhelmina Ziekenhuis bij het gerechtshof hebben in gediend naar aanleiding van het hoger beroep dat ik indiende tegen het vonnis van de Groningse kort geding rechter Griffioen die oordeelde dat ik de bewijzen voor fraude niet op internet mag publiceren, sterker nog: ik mag in het geheel niet meer publiceren over Achmea en het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen.

Transcript of Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

Page 1: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

Gerechtshof Arnhem/LeeuwardenRolzitting: 3 juni 2014Zaak-/rolnummer: 200.117.605-00

MEMORIE VAN ANTWOORD TEVENS HOUDENDE EISWIJZIGING

inzake:

ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V., een naamloze vennootschap, statutairgevestigd te Zeist;

2 ZILVEREN KRUIS ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V.! een naamlozevennootschap, statutair gevestigd te Utrecht;

3 de Stichting WILHELMINA ZIEKENHUIS ASSEN statutair gevestigd te Assen;

4 mevrouw GABRIËLLE FRANCISCA HANENBERG -HENS woonachtig te Assen;

5 mevrouw AALTJE GRIETJE SCHOKKER woonachtig te Assen;

6 de heer MATTHIJS VINCENT BEUMER woonachtig te Utrecht;

7 de heer JOB ENGELMUNDUS WILLIBRODUS MARIA DE RIDDER woonachtig teUtrecht,

geïntimeerden,advocaat: mr.drs. M. Kool

tegen:

JACOBUS VAN WOUDENBERG, woonachtig te Ezinge,

appellant

Geïntimeerden doen eerbiedig zeggen voor memorie van antwoord:

INLEIDING

1 Geïntimeerden ontkennen en betwisten de stellingen van Appellant in eerste aanleg en inhoger beroep, tenzij deze hierna uitdrukkelijk worden erkend. Geïntimeerden verzoekenhet Gerechtshof hetgeen in eerste aanleg door hen is gesteld als hier herhaald en ingelastte beschouwen.

16171095 1/20

Page 2: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

2 Geïntimeerden handhaven al hetgeen zij in eerste aanleg naar voren hebben gebracht,behoudens voor zover zij daarvan hierna uitdrukkelijk afwijken.

3 De aanleiding van de onderhavige zaak betreft een geschil tussen de heer Jacobus vanWoudenberg (hierna de heer "Van Woudenberg") met Geïntimeerde sub 2 (hiernatezamen met Geïntimeerde sub 1 "Achmea" te noemen) en Geïntimeerde sub 3, hetWilhelmina Ziekenhuis Assen (hierna "WZA") over (kort gezegd) de betaling van eenzorgnota ten bedrage van EUR 122,13 voor een consult van Van Woudenberg op 26 juli2006 op de polikliniek KNO (keel-, neus- en oorheelkunde) in het WZA.

4 Het WZA heeft de factuur voor deze behandeling zoals te doen gebruikelijk rechtstreeksaan Achmea - de zorgverzekeraar van de heer Van Woudenberg - verzonden. Achmeaheeft op haar beurt de factuur verrekend met de no claim van Van Woudenberg over2006. Dat deed Achmea in april 2007, na afloop van het kalenderjaar waarop de no claimbetrekking had.

5 De heer Van Woudenberg weigerde het desbetreffende bedrag te betalen. Hij steldehiertoe dat de factuur ten onrechte bij hem in rekening was gebracht, nu hij op 26 juli 2006niet in het WZA geweest zou zijn. Van Woudenberg hield het erop dat er sprake zou zijnvan "zorgpasfraude" en "declaratiefraude".

6 Het geschil omtrent de factuur is uiteindelijk door Achmea ter beoordeling aan dekantonrechter te Assen voorgelegd. De kantonrechter heeft daarop vastgesteld datAchmea gerechtigd was om de factuur van het bezoek van de heer Van Woudenberg inrekening te brengen en dat van zorgpasfraude en declaratiefraude niet was gebleken.Van Woudenberg is veroordeeld de factuur te betalen en dit vonnis is in kracht vangewijsde gegaan.

7 De heer Van Woudenberg kon een en ander echter kennelijk niet accepteren - hoewel hijniet in hoger beroep is gegaan - en heeft het geschil aangegrepen om vanaf juli 2010diverse blogs en twitterberichten op het internet te publiceren over Achmea, het WZA,diverse medewerkers van Achmea en het WZA - waaronder geïntimeerden sub 4 tot enmet 7 - en de rechter, die volgens Van Woudenberg corrupt was en alleen daarom devorderingen van Achmea had toegewezen.

8 In de blogs - laatstelijk gepubliceerd op de websites http://denkmetkoosmee.blogspot.nl/en http://koosgaatdoor.wordpress.com - beschuldigt Van Woudenberg geïntimeerdenonder meer van fraude in algemene zin, zorgpasfraude, declaratiefraude, premiefraude,liegen, bedriegen, nazisme, facisme, crimineel gedrag, omkoping van rechters, het zijnvan een criminele organisatie, corruptie, crimineel samenspannen, valsheid in geschrifte,oplichting en chantage. Diverse medewerkers van Achmea en het WZA worden daarbijaangeduid als leugenmonster, boeventronie, beroepsfraudeur, mensenhatende idioot,factuurnazi, oplichter, fraudeur en egotripper. De diverse blogs zijn doorspekt met dit soortkwalificaties.

16171095 2/20

Page 3: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

9 De inhoud van de blogs werd door geïntimeerden vanzelfsprekend als uitermate grievendervaren, met name ten aanzien van de in de blogs genoemde en afgebeelde werknemersvan Achmea en het WZA, door wie de inhoud van de blogs ook als bedreigend werdervaren.

10 Een en ander was voor geïntimeerden uiteindelijk aanleiding om in het najaar van 2012een kort geding te initiëren. Daarbij hebben geïntimeerden gevorderd Van Woudenberg teveroordelen tot (onder meer) het verwijderen en verwijderd houden van alle blogs enandere uitingen op het internet met betrekking tot geïntimeerden (en waar het Achmea enhet WZA betreft, de werknemers en ex-werknemers van deze partijen) en hem teverbieden om in te toekomst vergelijkbare uitingen te doen.

11 De rechtbank Groningen wees op 9 november 2012 vonnis en stelde geïntimeerden in hetgelijk (zie voor het vonnis Productie 20, hierna het "Vonnis"). Volgens het voorlopigoordeel van de Voorzieningenrechter waren de uitingen van Van Woudenbergonrechtmatig jegens geïntimeerden en daarbij is dan ook bepaald dat - op straffe van eendwangsom - de onrechtmatige uitingen in de blogs en twitterberichten van het internetmoesten worden verwijderd. Het werd de heer Van Woudenberg ook verboden om in detoekomst vergelijkbare uitingen in het openbaar te doen. Het vonnis is op maandag 12november 2012 aan de heer Van Woudenberg betekend (zie Productie 21).

12 De heer Van Woudenberg stelde hoger beroep in tegen het Vonnis en diende pasonlangs (op de rol van 6 mei 2014) zijn memorie van grieven in. In de tussentijd is de heerVan Woudenberg in weerwil van het Vonnis doorgegaan met zijn publicaties overgeïntimeerden en andere werknemers van Achmea en het WZA. De heer VanWoudenberg heeft zo de volledige dwangsommen verbeurd, maar heeft deze tot opheden niet betaald. Van Woudenberg biedt - voor zover geïntimeerden bekend - ookgeen verhaal voor deze vordering.

13 Het Vonnis is, zoals hierna uiteraard zal worden toegelicht in het kader van het verweervan geïntimeerden tegen de door Van Woudenberg opgeworpen grieven, terecht en opgoede gronden gewezen. Geïntimeerden vorderen dan ook bekrachtiging van het Vonnisdoor uw Gerechtshof. Gelet op het feit dat de dwangsommen evenwel niet het gewenstedrukmiddel zijn gebleken en het opleggen van hogere dwangsommen in verband met deafwezigheid van reële verhaalsmogelijkheden geen zin heeft, verzoeken geïntimeerdenuw Gerechtshof om de veroordeling in het Vonnis nu op straffe van lijfsdwang toe tewijzen.

14 Hierna zal namens geïntimeerden allereerst worden ingegaan op de voor de onderhavigeprocedure relevante feiten die zich hebben voorgedaan na het uitbrengen van de kortgeding dagvaarding. Voor een volledig beeld van de feiten en omstandighedenaangaande het geschil tussen partijen wordt (ook) verwezen naar de dagvaarding ineerste aanleg, waarvan geïntimeerden uw Hof verzoeken deze als hier herhaald eningelast te beschouwen.

16171095 3/20

Page 4: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

15 Vervolgens zal uiteengezet worden waarom de grieven van Van Woudenberg tegen hetVonnis niet kunnen slagen en ten slatte zal namens geïntimeerden worden toegelichtwaarom het nodig en gerechtvaardigd is om de veroordeling van de heer VanWoudenberg op straffe van lijfsdwang uit te spreken.

11 FEITEN

11.1 Vonnis rechtbank Groningen

16 De heer Van Woudenberg heeft, als gezegd, zijn geschil met het WZA en Achmeaaangegrepen om een serie blogs te plaatsen op zijn (diverse) weblogs. De rechtbankGroningen heeft hierover in haar Vonnis onder meer het volgende overwogen:

4.5 Ook indien aangenomen kan worden dat de inhoud van de blogs entwitterberichten van Van Woudenberg voor het overige steun zouden vinden in defeiten en in die zin als rechtmatig is aan te merken, is de voorzieningenrechtervoorshands van oordeel dat de zojuist bedoelde kwalificaties buitenproportioneelzijn, beledigend en met name jegens individuele medewerkers bedreigend. Dezemedewerkers worden immers met naam en toenaam genoemd en in diversegevallen is hun adres en hun foto daarbij gepubliceerd.

4.6 Gelet op het vorenoverwogene zijn de uitlatingen van Van Woudenbergbetreffende Achmea c.s. op internet onrechtmatig jegens Achmea c.s. Voldoende iskomen vast te staan dat Achmea c.s. er recht op en belang bij hebben dat dedesbetreffende blogs van het internet worden verwijderd en dat Van Woudenbergzich in de toekomst onthoudt van het doen van soortgelijke uitlatingen diebetrekking hebben op onderhavige kwestie. Nu de op internet geplaatste blogszoveel grievend taalgebruik bevatten en zo doorspekt zijn van beledigende,bedreigende en buitenproportionele kwalificaties jegens Achmea c.s. zijn dezeblogs naar het oordeel van de voorzieningenrechter in hun geheel als onrechtmatigaan te merken. Dit geldt evenzeer voor de twitterberichten met deels dezelfdeinhoud als de blogs, alsmede de twitterberichten waarin Van Woudenberg verwijstnaar de website waar de blogs te vinden zijn.

17 Uit voorgaande overwegingen blijkt duidelijk dat de blogs en twitterberichten van VanWoudenberg betreffende Achmea c.s. die tot aan 9 november 2012 zijn gepubliceerd,naar het oordeel van de voorzieningenrechter "in hun geheel als onrechtmatig zijn aan temerken".

18 Van Woudenberg is door de rechtbank Groningen dan ook veroordeeld om binnen vijfdagen na betekening van het Vonnis ten aanzien van de blogs en tweets "alle tot opheden gepubliceerde blogs en andere uitingen op het internet betreffende Achmea c.s. ofin relatie tot Achmea c.s. van het internet te verwijderen en verwijderd te houden". Daarbijverbiedt de rechtbank Van Woudenberg om in de toekomst soortgelijke uitingen over deonderhavige kwestie te doen op het internet of via enig ander openbaar medium.

16171095 4/20

Page 5: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

19 De rechtbank heeft haar veroordeling uitgesproken op straffe van een dwangsom vanEUR 1.000 voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat Van Woudenberg zich niet aande veroordeling zou voldoen, tot een maximum van EUR 20.000.

20 Van Woudenberg zelf schreef over het Vonnis het volgende (gepubliceerd op:http://denkmetkoosmee.blogspot.nl/p/vonnis-kort-geding-achmea-wza.html):

"In dit vonnis ben ik in het ongelijk gesteld. Omdat ik het niet eens benmet de motivatie in het vonnis - het is gebaseerd op aannames en niet opbewijs - ga ik hoger beroep. In het vonnis staat dat ik in de toekomst nietmeer mag publiceren over Achmea Zorg en het Wilhelmina Ziekenhuis inAssen en dat ik alle artikelen op deze website die ik schreef metbetrekking tot dit onderwerp moet verwijderen.

De rechtbank oordeelde feitelijk dat het belang van eisers groter is danhet maatschappelijk belang om misstanden aan de kaak stellen. Dat isheel opmerkelijk.

Ik schreef eerder al dat mr. M. Griffioen een nevenbetrekking vervult in dezorgsector. Omdat deze rechtszaak gaat over een kwestie die speelt indeze sector ben ik van mening dat zij zich had moeten verschonen omdathaar nevenfunctie onverenigbaar is. Ik ben van mening dat door dezeonverenigbaarheid een negatieve invloed gehad op haar beslissing.Daarnaast ben ik van mening dat de overheid meer werk moet maken vande bestrijding van corruptie door rechters."

21 Deze uiting alleen al is in strijd met het vonnis van 9 november 2012. De heer VanWoudenberg persisteert immers in zijn stelling dat hij "misstanden" bij Achmea en hetWZA aan de kaak zou hebben gesteld, terwijl er in de onderhavige kwestie geen sprake isvan misstanden bij het WZA en/of Achmea (vaststaat immers dat de heer VanWoudenberg de factuur waarom het geschil is begonnen, gehouden is te betalen). HetVonnis zou volgens Van Woudenberg zijn gewezen door een corrupte rechter.

22 Na deze blog over het vonnis zijn nog diverse nieuwe onrechtmatige publicatiesverschenen op de blogspot van de heer Van Woudenberg, welke hierna in paragraaf 11.2aan de orde zullen komen.

11.2 Nieuwe publicatieskoosgaatdoor .wordpress.com

op denkmetkoosmee.blogspot.nl en

23 Op 12 november 2012 publiceerde Van Woudenberg een "open brief" op zijn blogspotaan de president van de rechtbank Groningen met de begeleidende tekst:

"Naar aanleiding van het absurde vonnis dat rechter mr M. Griffioen weesin het kort geding dat een zorgverzekeraar en een ziekenhuis tegen mehebben aangespannen omdat ik publiceerde over fraude bij beide

16171095 5/20

Page 6: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

organisaties besloot ik een brief te schrijven aan de nieuwe (tijdelijke)president van de Groninger Rechtbank."

24 In de gepubliceerde brief (zie Productie 22 voor diverse blogs die tussen 9 november2012 en mei 2014 zijn gepubliceerd) herhaalt de heer Van Woudenberg dat hij bewijzenzou hebben gepubliceerd voor declaratie- en identiteitsfraude bij Achmea en het WZA endat hij aangetoond zou hebben dat geïntimeerden keer op keer onrechtmatig zoudenhebben gehandeld en zich niets zouden hebben aangetrokken van wetten en regels:

"En nu is er dat beschamende vonnis, waarin staat dat ik mijn artikelen,die op geen enkele wijze onrechtmatig jegens eisers zijn en waarin debewijzen voor het bedrog, onderbouwd met vele documenten, op straffevan een enorme dwangsom van internet moet verwijderen, en geenartikelen meer mag schrijven over deze fraudezaak. "

25 In de periode die volgde op de publicatie van de open brief werd het iets rustiger op deblogspot van de heer Van Woudenberg en publiceerde hij alleen sporadisch en meer inalgemene zin over zorgfraude, waarbij hier en daar uiteraard wel werd gerefereerd aanAchmea, het WZA en het vonnis van 9 november 2012. Vanaf februari 2013 heeft VanWoudenberg echter weer diverse nieuwe blogs geplaatst, waarbij de inhoud van kwaadtot erger gaat.

26 In een blog van 2 februari 2013 publiceert Van Woudenberg over geïntimeerden als"hebzuchtige zorgboeven" die hij zou hebben "ontmaskerd als een stel verschrikkelijkeoplichters":

"Eind vorig jaar bepaalde de wel heel zure criminele, corrupte,omgekochte, vooraf ingefluisterde, partijdige rechter (. ..) dat ik mijnpublicaties over deze Zorgboeven, inclusief de bewijzen voor hetverduisteren van door mij betaalde zorgpremie én de declaratiefraude vaninternet moest verwijderen."

27 Ook verschenen er weer artikelen waarbij medewerkers van Achmea en het WZA metnaam en toenaam worden genoemd. Vaak wederom met publicatie van een foto van dedesbetreffende persoon. Om er zeker van te zijn dat deze medewerkers de blogs zoudenlezen, verzond de heer Van Woudenberg hen e-mails met links naar zijn blogspot (zieProductie 23). Zo breidde de heer Van Woudenberg het stelselmatig lastig vallen vandeze medewerkers nog eens uit.

28 Op 15 maart 2013 verscheen een nieuwe blog over mevrouw Hanenberg (Geïntimeerdesub 4), op 18 maart 2013 verscheen er een blog over de heer De Ridder (Geïntimeerdesub 7) met onder meer de volgende tekst:

"U doorliep bij Achmea een mooie schone carrière. Nooit vriendjesbevoordeeld, handjeklap gespeeld, gesnoemeld, verkeerde bedjesgespreid, tegenstanders ka Itgestellt, collega 's bedonderd of anderedomme fouten gemaakt. Geen sprake dus van witteboordencriminaliteit.

16171095 6/20

Page 7: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

Ook nooit last gehad van maffiarechters die - u staat toch als eenvrijmoedig type bekend - de mond wensten te snoeren met eenopmerking dat de vrijheid van meningsuiting door de overheid nietbijzonder wordt gewaardeerd. Nee, van al die maffe toestanden had ugeen last. Het was allemaal zeer zuiver."

29 Verder op in dezelfde blog geeft Van Woudenberg "maar weer eens een fraudesignaal" afaan de heer De Ridder. De heer De Ridder kreeg begin dit jaar een andere functie binnenAchmea en ook daarover publiceerde de heer Van Woudenberg een blog (op 5 april2014, zie Productie 22 voor al deze blogs). Van Woudenberg noemt De Ridder een"sukkel", "faalspeurneus" stelt dat De Ridder mensen zou hebben bedonderd en vriendjeszou hebben bevoordeeld.

30 Op 28 maart 2013 publiceerde de heer Van Woudenberg vervolgens een blog overmevrouw Schokker (Geïntimeerde sub 5). Over haar schrijft hij onder meer dat ze nietbeschikt over de vaardigheden die behoren bij haar functie van hoofd patiëntenorganisatieen:

"Alie lacht er om. Ze lacht altijd en eigenlijk om alles. Volgens haarcollega's is ze meerdere malen cosmetisch behandeld en daar heeft zeeen aan psychiatrie grenzende lachstoornis overgehouden. Als je naarhaar kijkt, doet ze je denken aan alle kindmeisjes en eers tejaars-secretaresses tegelijk. Maar dan strakgetrokken. Van de een op deandere dag heb je er geen trek meer in. "

31 Meer recent neemt de heer Van Woudenberg ook nog andere medewerkers van Achmea(met portretfoto) op in zijn publicaties en verergert de inhoud van de publicaties aan hetadres van de heer Hoogers (directievoorzitter Divisie Zorg & Gezondheid bij Achmea).Van Woudenberg wekt namelijk de suqqestie dat de heer Hoogers in verband zou kunnenworden gebracht met pedofilie:

"Jouw grote baas Monique [Monique Wassenaar is een medewerkstervan Achmea over wie Van Woudenberg sinds enige tijd ook publiceert,toevoeging advocaat] dat is Norbert Hoogers. (. . .) Normaal gesprokenhou ik privé en zakelijk strikt gescheiden. Lang heb ik getwijfeld of ik datstandpunt moest handhaven. Vooral omdat ik me met de dag meer beginaf te vragen of en in welke mate het privéleven van Norbert Hoogers vaninvloed was op mijn leven. Ontkennen dat ik hem meer dan eens in deGroningse en Drentse natuur tegen het lijf liep doe ik niet maar, ik weetbegot niet meer of dat nou voor of na de roeitrainingen van de jongensvan Aegir was." (blog gepubliceerd op koosgaatdoor.wordpress.com op16 maart 2014, zie Productie 22);

32 In een open brief aan de Nederlandse zorgautoriteit (eveneens gepubliceerd op deblogspots van Van Woudenberg op 13 april 2014, zie Productie 22) stelt VanWoudenberg gechanteerd te worden door Achmea vanwege "bepaalde zaken in het

16171095 7/20

Page 8: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

privéleven" van de heer Hoogers. En op twitter post de heer Van Woudenberg op 18maart 2014 (zie Productie 24 voor alle twitterberichten betreffende Achmea c.s. sinds 9november 2012):

"Maakt directie voorzitter Norbert Hoogers van @achmea deel uit van de#Demmink organisatie?"

33 Geïntimeerden vertrouwen uw Hof bekend met de inhoud van de beschuldigen aan hetadres van de heer Demmink. Bij wijze van achtergrond achten Geïntimeerden het vanbelang om op te merken dat de heer Van Woudenberg stelt getuige te zijn in het procestegen Demmink (zie Productie 25 voor een krantenartikel waarin Van Wouden berghierover geïnterviewd wordt). Op 12 oktober 2013 schrijft de heer Van Woudenberghierover bijvoorbeeld (zie Productie 22):

"Ik ben er getuige van dat voormalig secretaris-generaal van Justitie, deheer Joris Demmink aanwezig was in een appartement waar minderjarigejongens seksueel werden misbruikt. Daarnaast weet ik veel over de(Groningse) HIV-zaak. Het al jaren voortdurende getreiter van het OM, depolitie, woningstichting Actium (. . .) en Achmea (. . .) komt niet zomaar uitde lucht vallen. Het is het werk van een groot pedofielen-netwerk enmensen die er hand -en spandiensten aan verlenen."

34 Met het opnemen van beschuldigingen van pedofilie (niet alleen aan het adres van deheer Hoogers, maar kennelijk maakt heel Achmea in Van Woudenbergs visie deel uit vaneen groot pedofielen-netwerk) in zijn publicaties heeft de heer Van Woudenberg eennieuw dieptepunt bereikt en Geïntimeerden nemen een en ander zeer ernstig op.

35 Geïntimeerden menen dat alle nieuwe blogs en twitterberichten over de onderhavigezaak, Geïntimeerden en medewerkers van Achmea en het WZA in strijd zijn met hetvonnis van 9 november 2012, waarin immers is opgenomen dat de heer Van Woudenbergin de toekomst geen vergelijkbare uitingen meer mag doen ten aanzien vanGeïntimeerden (en hun (ex)werknemers). De nieuwe blogs zijn vergelijkbaar, omdat VanWoudenberg gewoon doorgaat met het publiceren van totaal ongefundeerde verwijtenvan fraude en corruptie. Het daarbij gebezigde taalgebruik is vrijwel onveranderd. Ookworden de medewerkers van Achmea en het WZA weer zonder aanleiding persoonlijkaangevallen en zwart gemaakt. Met de beschuldigingen van pedofilie presteert VanWoudenberg het zelfs om nog een stap verder te gaan in zijn onrechtmatig handelen.Hiermee is zonder meer duidelijk dat de publicaties van Van Woudenberg van kwaad toterger gaan. Zodra Van Woudenberg het gevoel heeft dat hij niet meer genoeg aandachtkrijgt, verzint hij weer wat nieuws (zoals het verzenden van e-mails aan de personen overwie hij publiceert) en verergert de inhoud van zijn publicaties.

36 Geïntimeerden hebben er recht op en belang bij om ook de nieuwe blogs entwitterberichten van het internet verwijderd te krijgen en zekerheid te verkrijgen dat deheer Van Woudenberg niet nog meer onrechtmatige publicaties doet.

16171095 8/20

Page 9: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

11.3 Hosting partijen

37 Gelet op de weigerachtige houding van de heer Van Woudenberg om zijn publicaties vanhet internet te verwijderen en geen nieuwe publicaties te plaatsen, hebben geïntimeerdendiverse hosting partijen aangeschreven van de weblogs van Van Woudenberg (met eenberoep op artikel 6:196c lid 4 BW). Dit is deels al aan de orde geweest in eerste aanleg,maar ook na het Vonnis zijn namens geïntimeerden een aantal van deze "notice andtakedowns" verzonden. Met wisselend succes: een aantal hosting partijen heeft de blogsvan Van Woudenberg (al dan niet deels) verwijderd, maar Van Woudenberg heeft zijnblogs toen eenvoudigweg verplaatst naar een andere website. Deze werkwijze biedt dusuiteindelijk geen soelaas, nog daargelaten dat het bijzonder vergaande inspanningen (metbijbehorende kosten) vergt om hosting partijen zover te krijgen dat zij overgaan totverwijdering van de publicaties.

11.4 Van Wouden berg heeft in weerwil met het vonnis de zoekmachines niet (tijdig)aangeschreven

38 De heer Van Woudenberg is in het Vonnis tevens opgedragen om er voor te zorgen datzoekmachines zijn onrechtmatige uitingen niet meer zouden weergeven. De rechtbankheeft dit als volgt verwoord (onder 5.2):

"veroordeelt Van Woudenberg om binnen vijf dagen na betekening van ditvonnis bekende zoekmachines (zoals - maar niet beperkt tot - Google,IIse, Altavista, Yahoo, Bing, MSN) schriftelijk te verzoeken onderoverlegging van dit vonnis (en onder onmiddellijke afgifte van kopieën vandit verzoek aan de raadsvrouw van Achmea c.s.) om alle zoekresultatenvan het internet te verwijderen en verwijderd te houden, ook uit hetcachegeheugen, waarin op welke wijze dan ook melding wordt gemaaktvan de onder 5. 1 bedoelde uittngen;"

39 Zoals gezegd is het Vonnis op 12 november 2012 aan Van Woudenberg betekend. Op 20november 2012 is aan Van Woudenberg een brief verzonden (zie Productie 26 voor dezebrief) vanwege het feit dat Van Woudenberg op dat moment nog niet volledig aan hetvonnis had voldaan. Hierbij is Van Woudenberg ook aangemaand om de zoekmachinesalsnog aan te schrijven en een afschrift van deze correspondentie te verstrekken. Hieropkwam per e-mail een reactie (zie Productie 27) waarin Van Woudenberg stelde dat eenkopie van "een brief aan Google" zou zijn toegestuurd, maar dat andere zoekmachinesdan Google zijn website niet zouden hebben geïndexeerd. De gestelde kopie is echternimmer ontvangen.

40 Ruim nadat namens Geïntimeerden de deurwaarder was ingeschakeld om de verbeurdedwangsommen te incasseren, verzond de advocaat van de heer Van Woudenberg - op14 maart 2013 - een kopie van één e-mail en twee faxberichten die de heer VanWoudenberg op 13 november 2012 zou hebben verzonden in het kader van de onderpunt 5.2 van het Vonnis geformuleerde veroordeling. Het betreft een e-mail aan het adres

16171095 9/20

Page 10: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

"[email protected]" met een cc aan Ilse, Altavista, Yahoo, Bing en MSN, een faxbericht aanGoogle Amsterdam en een faxbericht aan de advocaat van Geïntimeerden met de tekst:

"in de bijlage de e-mail met daarin het verzoek aan zoekmachines omzoekresultaten te verwijderen"

41 Deze fax is in ieder geval niet eerder dan op 14 maart 2013 ontvangen door de advocaatvan geïntimeerden, als bijlage bij het bericht van de advocaat van Van Woudenberg.Nergens blijkt uit dat de fax daadwerkelijk op 13 november 2012 aan de advocaat vangeïntimeerden zou zijn verzonden. Ook bij de e-mail en fax aan Google is geen bewijsvan verzending en/of ontvangst gevoegd. Geïntimeerden hebben dan ook sterk hetvermoeden dat de berichten ofwel geantedateerd zijn, ofwel helemaal niet zijn verzonden.Dit mede gelet op het feit dat de heer Van Woudenberg een week na de beweérdelijkeverzending van de e-mail en faxberichten nog geattendeerd is op het feit dat de advocaatvan geïntimeerden nog niets had ontvangen. Ook is de berichtgeving van VanWouden berg inconsistent: in zijn e-mail van 21 november 2012 stelt Van Woudenbergeen kopie van een brief aan Google te hebben toegestuurd (dit blijkt in werkelijkheid enachteraf dus een e-mail te moeten zijn) en stelt hij dat andere zoekmachines dan Googlezijn site niet zouden hebben geïndexeerd; daarmee suggererend dat hij geen anderezoekmachines zou aanschrijven. Indien de heer Van Woudenberg de anderezoekmachines op 13 november 2012 daadwerkelijk een e-mail zou hebben gezonden,dan ligt het in de rede dat hij op 21 november 2012 gewoon zou hebben bericht dat ookdeze zoekmachines al waren aangeschreven.

42 De huidige zoekresultaten op Google duiden erop dat de heer Van Woudenberg Googlein het geheel niet heeft aangeschreven. Wanneer op de naam van mevrouw Hanenberg,of, bijvoorbeeld, de heer Hoogers wordt gezocht, verschijnt de blogspot van de heer VanWoudenberg nog steeds bovenaan en zijn er op de eerste pagina met zoekresultaten nogaltijd vier links naar de blogspot van de heer Van Woudenberg te vinden (zie Productie28 voor een print screen van deze en een aantal andere relevante zoekacties).

43 Ook aan dit onderdeel van het vonnis heeft de heer Van Woudenberg dus niet voldaan,althans in ieder geval niet tijdig.

11.5 Twitter accounts

44 Ten tijde van het kort geding tegen de heer Van Woudenberg, twitterde de heer VanWouden berg met de gebruikersnaam denkmetkoosmee@denkmetkoosmee. VanWoudenberg gebruikte dezelfde account op zijn blogspot.

45 Na het Vonnis is een groot aantal van de eerder gepubliceerde tweets door VanWoudenberg verwijderd, maar er zijn diverse tweets ten aanzien van Geïntimeerden ophet internet blijven staan (zie Productie 29 voor de overgebleven tweets). Toen VanWoudenberg daarop werd aangesproken bij brief van 20 november 2012, beweerde VanWoudenberg ineens dat hij geen Twitteraccount zou hebben (zie het e-mailbericht vanVan Woudenberg d.d. 21 november 2012 Productie 30). Voorafgaand en tijdens het kort

16171095 10/20

Page 11: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

11I ANTWOORD OP GRIEVEN

52 Van Woudenberg werpt twee grieven op tegen het Vonnis, welke hierna afzonderlijkzullen worden besproken en weerlegd.

111.1 Grief 1

53 Van Woudenberg's eerste grief luidt:

"Ten onrechte heeft de voorzieningenrechter (. . .) overwogen dat VanWoudenberg (. . .) diverse blogs en twitterberichten op het internet heeftgeplaatst over Achmea, het WZA en diverse medewerkers van beideorganisaties (. ..) en dat deze laatste daarin met naam en toenaam enadres worden genoemd en diverse blogs zijn voorzien van de foto vanéén of meer van deze eisers alsmede dat hij gelet op de overgelegdestukken Achmea c.s. beschuldigd heeft en onder punt 5.1 tot en met 5.6van het dictum daarvan vorderingen van Achmea c.s. toegewezen."

54 In zijn toelichting stelt Van Woudenberg onder verwijzing naar zijn zittingsaantekeningenin eerste aanleg, dat hij "als journalist" vragen zou hebben gesteld op "internetfora's"maar dat hij daarbij geen foto's en beeldmerken zou hebben gebruikt waarvan de rechtenin bezit zijn bij geïntimeerden. Ook zou er volgens Van Woudenberg geen "technischbewijs" zijn dat de producties van Achmea c.s. in eerste aanleg van hem afkomstig zijn.Ten slotte stelt Van Woudenberg dat:

"de voorzieningenrechter hem (. . .) ten onrechte een opdracht tot hetleveren van tegenbewijs [heeft} toegedicht. Naar zijn mening lag hetgezien de gemotiveerde betwisting op de weg van Achmea c.s. haarstellingen te onderbouwen en pewijzen. (. . .)"

55 Mede gelet op de zittingsaantekeningen van Van Woudenberg in eerste aanleg, stellenGeïntimeerden vast dat Van Woudenberg niet betwist dát hij over Geïntimeerden (enwerknemers van Achmea en het WZA) heeft gepubliceerd. Integendeel: in zijnzittingsaantekeningen bevestigt Van Woudenberg dat hij artikelen heeft geplaatst waarinhij fouten, onregelmatigheden, schendingen van de geheimhoudingsplicht en fraude zouhebben blootgelegd en daarbij zou Van Woudenberg niet onzorgvuldig of lichtvoetig zijngeweest.

56 In de zittingsaantekeningen stelt Van Woudenberg wel in algemene termen dat heteenvoudig zou zijn de inhoud van websites te "stelen" of wijzigen, maar niet dat dit in de

Hoewel geïntimeerden zich realiseren dat 'journalist' geen beschermde titel is, merken zij voor de goede orde op datniets erop wijst dat Van Woudenberg daadwerkelijk journalist is. Voor zover Van Woudenberg al journalist zou zijn, geldtbovendien dat hij zich - ten onrechte - niet heeft gehouden aan enkele relevante gedragscodes (zoals de 'Gedragscodevoor Journalisten' van de Internationale Federatie van Journalisten, de 'gedragscode voor Nederlandse Journalisten'van het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren en de 'Leidraad van de Raad voor de Journalistiek'). Op grondvan deze codes dienen journalisten onder meer 'waarheidsgetrouw', 'met open vizier' en 'fair' te handelen bij deuitvoering van hun werk. Van Woudenberg heeft bij het publiceren van zijn blogs in ieder geval deze drie waarden (endaarmee de gedragscodes) geschonden.

16171095 12/20

Page 12: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

onderhavige zaak zou zijn gebeurd. Voor de goede orde: dit is uiteraard ook niet gebeurd.Geïntimeerden hebben er in het geheel geen belang bij om dergelijke publicaties overzichzelf op het internet te plaatsen.

57 Gelet op de beperkte stellingen en toelichting van Van Woudenberg, is onduidelijk welkbelang Van Woudenberg meent te hebben met zijn opmerking dat Geïntimeerden geen"technisch bewijs" zouden hebben overgelegd dat de producties van Geïntimeerdenafkomstig zijn van Van Woudenberg. Grief 1 dient in zoverre al te worden gepasseerd.

58 Indien Geïntimeerden de stellingen van Van Woudenberg zó moeten begrijpen dat hij eendeel van de inhoud van de publicaties (zoals opgenomen in de producties vanGeïntimeerden) wel zelf zou hebben geschreven (waaronder dus wel degelijk debeschuldiging van "fraude") maar een ander deel niet, zodat hij daarvoor nietaansprakelijk kan worden gehouden, geldt het volgende:

(a) De blogs en twitterberichten van Van Woudenberg zijn geschreven in de "ik-vorm"en zijn ondertekend met zijn eigen naam;

(b) Brieven, processtukken en deurwaardersexploten die aan het huisadres van VanWoudenberg worden bezorgd (en alleen aan zijn huisadres) verschijnen steevastkort na de bezorging in de blogs van Van Woudenberg;

(c) De heer Van Woudenberg e-mailt links naar nieuwe publicaties vanaf zijn eigen e-mailadres;

(d) Een deel van de dreigementen die Van Woudenberg aan het adres vanGeïntimeerden heeft gedaan is in eerste instantie opgenomen in brieven van VanWoudenberg aan Geïntimeerden en niet in de blogs (de brieven zijn daar vaak wellater gepubliceerd). Oftewel: h~t unieke taalgebruik van Van Woudenberg komt ookvoor in teksten die door derden sowieso niet aangepast kunnen zijn door hetgebruik van softwareprogramma's;

(e) De inhoud van de publicaties (en de inhoud van de producties) is door diversepartijen zelfstandig vastgesteld, waaronder door de deurwaarder die daarvan eenproces verbaal van constatering heeft gemaakt (zie Productie 33);

(f) Geïntimeerden hebben er zoals gezegd geen belang bij om zichzelf op het internette beschrijven zoals Van Woudenberg dat doet.

59 Met de in eerste aanleg overgelegde producties hebben Geïntimeerden wel degelijkvoldoende en overtuigend bewijs overgelegd ter onderbouwing van hun stellingen."Technisch bewijs" verzameld door "deskundigen" was gelet op de omstandigheden eneigen stellingen van Van Woudenberg niet nodig.

60 Geïntimeerden verwijzen in dit verband ook naar een arrest van het GerechtshofLeeuwarden (Productie 34) van 16 april 2012 in een strafzaak tegen Van Woudenberg.Ook in die zaak ging het om publicaties die Van Woudenberg op het internet had gedaan

16171095 13/20

Page 13: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

en waarbij hij bepaalde personen had beledigd. In de strafzaak voerde Van Woudenberghet verweer dat hij de betreffende teksten helemaal niet zelf had geplaatst (eennuanceverschil met de onderhavige zaak) en dat hij vermoedde dat anderen (waarondereen tweetal politieambtenaren) de teksten via knip- en plakwerk op zijn website zoudenhebben geplaatst. Het Hof overwoog daarover:

"Het hof constateert voorts dat in de overige uitlatingen in de betreffendeteksten alsmede de ik-vorm waarin de teksten zijn geschreven geenaanwijzingen zijn te vinden voor het standpunt dat de teksten door eenander of anderen dan verdachte zouden zijn opgemaakt.

Ook overigens zijn uit de processtukken of het verhandelde ter zittinggeen feiten en omstandigheden aannemelijk geworden - en ook niet doorverdachte gesteld - die voormeld vermoeden van verdachte zoudenkunnen staven. Het hof verwerpt het verweer van verdachte."

61 Het Hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat Van Woudenberg wel degelijk degenewas die de beledigende teksten op het internet heeft geplaatst en veroordeelde de heerVan Woudenberg dan ook tot een (voorwaardelijke) taakstraf.

62 De handelswijze van Van Woudenberg is steeds hetzelfde ten aanzien van alle personenen organisaties die hem "dwars" zitten: hij plaatst uitermate grievende teksten op hetinternet en verschuilt zich vervolgens achter het verweer dat de gelaedeerden niet kunnenbewijzen dat hij achter die teksten zit. Hoewel in een strafzaak, heeft uw Hof dit verweer aleerder niet gegrond geacht en Geïntimeerden verzoeken uw Hof dit in de onderhavigezaak ook niet te doen.

63 Het is daarbij terecht dat de rechtbank Groningen in het Vonnis Van Woudenberg debewijslast heeft toebedeeld van zijnostelling dat niet alle afdrukken in de producties vanGeïntimeerden van Van Woudenberg afkomstig zouden zijn. Voor zover Van Woudenberghiermee geen bevrijdend verweer heeft gevoerd en om die reden de bewijslast naar zichtoe heeft gehaald, geldt de betwisting van de stellingen van Geïntimeerden door VanWoudenberg niet voldoende gemotiveerd is. Van Woudenberg verzuimt immers om tespecificeren welke teksten wél en welke teksten niet van hem afkomstig zouden zijn zodatzijn verweer onduidelijk is en dient te worden gepasseerd.

64 Hoe dan ook: Van Woudenberg is wel degelijk de auteur van de onrechtmatige publicatiesjegens Geïntimeerden op de blogs en op twitter. En Van Woudenberg heeft daarbij ookwel degelijk gebruik gemaakt van afbeeldingen waarvan de rechten toebehoren aanGeïntimeerden, zoals genoegzaam toegelicht in de dagvaarding.

111.2 Grief 2

65 De tweede en laatste grief van Van Woudenberg is gericht tegen de reikwijdte van hetdoor de rechtbank Groningen opgelegde verbod aan het adres van Van Woudenberg. Inhet vonnis is volgens Van Woudenberg onvoldoende duidelijk omschreven welke uitingen

16171095 14/20

Page 14: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

hij in de toekomst niet meer mag doen waardoor hij in zijn vrijheid van meningsuiting zouworden beperkt.

66 Van Woudenberg constateert terecht dat het aan hem opgelegde gebod en verbodtamelijk breed geformuleerd is: Van Woudenberg dient alle tot aan het Vonnisgepubliceerde blogs en twitterberichten over de onderhavige zaak te verwijderen en magvanaf de datum van het Vonnis geen soortgelijke publicaties (op het internet of via eenander medium) over Geïntimeerden en hun (ex)werknemers meer doen. Maar de bredeformulering van de rechtbank is dan ook volledig gerechtvaardigd gelet op de feiten enomstandigheden in deze zaak, zoals in eerste aanleg door Geïntimeerden aangevoerd entoegelicht. Van Woudenberg maakte (en maakt) met zijn publicaties een vergaandeinbreuk op de persoonlijke levenssfeer van Geïntimeerden, heeft geen enkel bewijs voorzijn beschuldigingen aan het adres van Geïntimeerden, is onnodig grievend en dient geenalgemeen belang. Van Woudenberg publiceert immers louter over en vanwege zijn eigengeschil met Achmea en het WZA. Het belang van Van Woudenberg bij zijn recht opvrijheid van meningsuiting heeft in dit geval dan ook terecht het onderspit gedolven.

67 Dat Van Woudenberg niet in staat is om zijn recht op vrijheid van meningsuiting op eenfatsoenlijke manier te gebruiken, blijkt ook wel uit de na het Vonnis verschenenpublicaties. Daarin blijven termen als "fraude" opduiken (terwijl geïntimeerden nietstrafrechtelijk zijn veroordeeld), maar komen zoals in de paragraaf Feiten toegelicht ooknog veel ergere uitlatingen voor.

68 Van Woudenberg heeft niets geleerd van de diverse rechtszaken die inmiddels tegen hemzijn gevoerd vanwege zijn publicaties, wil er ook niet van leren en gaat onverminderd doormet zijn eigenrichting. Deze handelswijze mag geen steun vinden in het recht door eenberoep op vrijheid van meningsuiting.

111.3 Conclusie ten aanzien van de grieven

69 De grieven van Van Woudenberg tegen het Vonnis zijn ongegrond. Geïntimeerdenverzoeken uw Gerechtshof om het Vonnis te bekrachtigen en daarbij, zoals hierna nog zalworden toegelicht, te bepalen dat Van Woudenberg zich op straffe van lijfsdwang aan zijnveroordeling moet houden.

IV VEROORDELING OP STRAFFE VAN LIJFSDWANG

70 Van Woudenberg heeft tot op heden niet voldaan aan het vonnis en heeft ook dedwangsommen die hij om deze reden heeft verbeurd, niet voldaan. Er zijn geen reëleverhaalsmogelijkheden, de dwangsommen zijn geen voldoende drukmiddel gebleken enhet heeft aldus geen zin om de dwangsommen te verhogen. Geïntimeerden zien zoalshiervoor al aangegeven dan ook geen andere weg dan nakoming van het vonnis van derechtbank Groningen van 9 november 2012 te laten verzekeren door middel vanlijfsdwang.

71 Op grond van het bepaalde in artikel 585 e.v. Rechtsvordering dient hierbij aan devolgende voorwaarden te worden voldaan:

16171095 15/20

Page 15: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

a. er moet sprake zijn van feiten en omstandigheden, die meebrengen dat uithoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist;

b. er moet aannemelijk zijn dat toepassing van een ander dwangmiddelonvoldoende uitkomst zal bieden;

c. bij afweging van de belangen van partijen, dient het belang van eiserstoepassing van lijfsdwang te rechtvaardigen; en

d. Van Woudenberg moet in staat zijn aan de verplichtingen waarvoortenuitvoerlegging bij lijfsdwang wordt verlangd, te voldoen.

72 Aan deze vereisten is zonder meer voldaan."

IV.1 Spoedeisend belang

73 Er is sprake van een spoedeisend belang bij Geïntimeerden. Ondanks het vonnis van derechtbank Groningen van 9 november 2012, duren de onrechtmatige inbreuken op de eeren goede naam van Geïntimeerden immers nog steeds voort en gaan de uitingen vankwaad tot erger met als meest recente voorbeeld zelfs het feit dat Van Woudenberg deheer Hoogers in verband brengt met pedofilie.

74 Geïntimeerden hebben er dan ook recht op en belang bij dat de blogs zo snel mogelijkvan het internet worden verwijderd en dat de heer Van Woudenberg het hem opgelegdeverbod om in de toekomst nog soortgelijke uitingen te doen daadwerkelijk gaat naleven.

IV.2 Toepassing van een ander dwangmiddel biedt onvoldoende uitkomst

75 Tot op heden heeft Van Woudenberg de door hem verbeurde dwangsommen niet betaalden is het zeer onwaarschijnlijk dat bij hier alsnog toe zal overgaan. De dwangsommenkunnen ook niet worden geëxecuteerd.

76 Van Woudenberg geniet een voor beslag vatbare uitkering van de Gemeente Winsum. Opdeze uitkering liggen reeds één of meerdere beslagen, zo volgt uit de brief van deadvocaat van Van Woudenberg aan de deurwaarder van 13 februari 2013.

Voor een voorbeeld waarin een vordering op straffe van lijfsdwang werd toegewezen, verwijzen geïntimideerde graagnaar de uitspraak van de rechtbank Den Haag d.d. 12 september 2013 (zaak: C/09/448424 / KG ZA 103-913). Ook in diezaak was sprake van een vonnis waarin - kort gezegd - was geoordeeld dat gedaagde zich, op straffe van eendwangsom, diende te onthouden van het zoeken van contact met eisers en iedere verspreiding, openbaarmaking en/ofhet doen van uitlatingen over eisers (onder meer met beschuldigingen over fraude) te staken en gestaakt te houden.Ook diende gedaagde, op straffe van een dwangsom, alle berichtgeving omtrent eisers te verwijderen van het internet.De dwangsommen werden verbeurd, maar het bleek onmogelijk deze te innen. Eisers zagen zich dan ook genoodzaaktde geboden en verboden uit het vonnis uitvoerbaar bij lijfsdwang te laten verklaren. De rechtbank stelt vervolgens inhaar beoordeling van het geschil voorop dat rechterlijke uitspraken dienen te worden nagekomen en dat niet kan wordengeduld dat iemand een vonnis niet nakomt. De rechtbank overweegt vervolgens het volgende (r.o. 4.7):

"De belangen van eisers om niet meer zeer veelvuldig te worden benaderd door gedaagde en om niet bloot teworden gesteld aan verdachtmakingen van fraude [' ..l zijn onmiskenbaar groot. Gezien dit grote belang en omdathet dwangmiddel van dwangsommen een onvoldoende prikkel is gebleken voor gedaagde om zich van dezegedragingen te onthouden, is toepassing van lijfsdwang [. . .] gerechtvaardigd."

16171095 16/20

Page 16: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

77 Daarnaast heeft de deurwaarder bij brief van 15 februari 2013 (bijgevoegd als Productie35) verklaard dat Van Woudenberg volgens zijn informatie geen voertuigen heeft en datook geen andere roerende en/of onroerende zaken op zijn naam staan geregistreerd.

78 Daarbij komt nog dat, ook al zou Van Woudenberg de middelen hebben om tot executievan dwangsommen over te gaan, het zeer onaannemelijk is dat dit er werkelijk toe zalleiden dat Van Woudenberg stopt met zijn onrechtmatige publicaties. De diverse uitingenin zijn blogs spreken in dit verband voor zich. Zie bijvoorbeeld de blog genaamd "dedwangsommen-obsessie van Mariska Kool" van 7 februari 2013 (Productie 22), waarinVan Woudenberg in niet misverstane woorden aangeeft maling te hebben de aan hemopgelegde dwangsommen.

79 Nu Van Woudenberg feitelijk geen betaalmogelijkheden heeft om de dwangsommen tekunnen voldoen (zoals ook door zijn advocaat is bevestigd bij brief van 13 februari 2013aan de deurwaarder), het leggen van beslag eveneens geen doel treft, en VanWoudenberg ondanks de dwangsommen niet de intentie heeft om te stoppen met zijnonrechtmatig handelen jegens Geïntimeerden, leiden de dwangsommen niet tot hetbeoogde resultaat. Geïntimeerden zien zich dan ook genoodzaakt om als ultimumremedium de mogelijkheid tot het toepassen van lijfsdwang aan te grijpen.

IV.3 Het belang van eisers om toepassing van lijfsdwang is gerechtvaardigd

80 Bovenal brengt het algemeen belang mee dat rechterlijke uitspraken dienen te wordennagekomen. Daarnaast hebben Geïntimeerden vanzelfsprekend ook een persoonlijkbelang bij hun vordering tot het toepassen van lijfsdwang.

81 De verdachtmakingen die de heer Van Woudenberg uit in zijn diverse blogs zijnaanmatigend, kwetsend en onnodig grievend. Bovendien vinden ze geen steun in defeiten, terwijl ze wel de eer en goede naam van Achmea, het WZA en hun medewerkersaantasten.

82 Nu het zeer onaannemelijk is dat Van Woudenberg uit eigen beweging stopt met dezeuitlatingen en zelfs het Vonnis en de daaruit voortvloeiende dwangsommen hem niethiertoe kunnen brengen, is lijfsdwang zoals gesteld de enige overgebleven manier omdruk op Van Woudenberg uit te oefenen zijn onrechtmatige uitingen jegens eisers van hetinternet te verwijderen en hem te doen stoppen met het plaatsen van nieuwe blogs entwitterberichten.

83 Het belang van ieder van de Geïntimeerden bij de veroordeling weegt zwaarder dan enigbelang van Van Woudenberg, die, zo brengen Geïntimeerden nog maar eens inherinnering, louter is begonnen te publiceren vanwege een zorgnota van nog geen EUR130 die hij (ten onrechte) niet wilde betalen. Dit - niet eens gerechtvaardigde - belangstaat in geen enkele verhouding tot hetgeen Van Woudenberg Geïntimeerden en de(ex)werknemers van Achmea en het WZA aandoet.

16171095 17/20

Page 17: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

IV.4 Van Wouden berg is in staat aan de verplichtingen waarvoor tenuitvoerlegging bijlijfsdwang wordt verlangd, te voldoen

84 Van Woudenberg is, zoals gezegd, veroordeeld om "alle tot op heden gepubliceerdeblogs en andere uitingen op het internet betreffende Achmea c.s. of in relatie tot Achmeac.s. van het internet te verwijderen en verwijderd te houden". Daarbij verbiedt derechtbank Van Woudenberg om in de toekomst vergelijkbare uitingen te doen op hetinternet of via enig ander openbaar medium over de onderhavige zaak. Ook is VanWoudenberg veroordeeld tot het aanschrijven van de diverse bekende zoekmachines alsGoogle, IIse, Altavista, Yahoo, Bing en MSN met het verzoek om alle zoekresultaten dieleiden naar zijn blogs van het internet te verwijderen en verwijderd te houden.

85 Geïntimeerden zien geen enkele reden waarom Van Woudenberg niet aan hetvoorgaande zou kunnen voldoen. Een dergelijke reden is door Van Woudenberg ook nietgenoemd. Als eigenaar c.q. schrijver van de blogs kan hij eenvoudig zorgdragen voor hetverwijderen en verwijderd houden van zijn blogs over Geïntimeerden. Het vergt daarnaastniet meer dan een eenvoudige brief aan voornoemde zoekmachines om zorg te dragenvoor verwijdering van de zoekresultaten die leiden naar zijn uitingen. Voor zover ditlaatste al meer inspanningen zou vergen, geldt dat dit voor rekening en risico van VanWoudenberg komt. Van Woudenberg is immers de veroorzaker van alle zoekresultaten.

IV.5 Conclusie lijfsdwang

86 Kortom, nu i) toepassing van een ander dwangmiddel onvoldoende uitkomst biedt, ii) hetbelang van eisers toepassing van lijfsdwang rechtvaardigt, iii) Van Woudenberg gewoonin staat is aan de verplichtingen die volgen uit het Vonnis te voldoen, en iv) uit hoofde vanonverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, wordt aan alle vereisten alsgenoemd in artikel 585 e.v. Rechtsvordering voldaan en is het uitvoerbaar verklaren vande veroordeling van Van Woudenberg - zoals te bekrachtigen door uw Hof - lijfsdwangderhalve opportuun.

V VORDERINGEN VAN WOUDENBERG IN HOGER BEROEP

87 Van Woudenberg vordert naast vernietiging van het Vonnis:

(i) Dat de vorderingen van Van Woudenberg in eerste aanleg alsnog wordentoegewezen en de vorderingen van Geïntimeerden alsnog worden afgewezen;

(ii) Hoofdelijke veroordeling van Geïntimeerden tot het terugbetalen van hetgeenkrachtens het Vonnis aan Geïntimeerden is voldaan, te vermeerderen met dewettelijke rente;

(iii) Geïntimeerden te veroordelen tot het betalen van de deurwaarderskosten, hetgriffierecht, het "salaris van de gemachtigde en de (proces)advocaat van appellant"en nakosten.

88 Geen van de vorderingen van Van Woudenberg is toewijs baar.

16171095 18/20

Page 18: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

89 Om te beginnen treffen de grieven van Van Woudenberg geen doel, zodat vernietigingvan het Vonnis niet aan de orde is en de veroordeling van Van Woudenberg (detoewijzing van de vorderingen van Geïntimeerden) stand moet houden. Voor zover nogrelevant geldt voor de overige vorderingen van Van Woudenberg het volgende.

90 Van Woudenberg heeft geen vorderingen ingesteld in eerste aanleg. Van Woudenberglijkt daartoe wel een poging te hebben gedaan in zijn zittingsaantekeningen - hij noemtdaarin overigens totaal ongefundeerd "bijzondere kosten van 2346 euro tevermenigvuldigen maal twee voor de opvolgend internet provider" - maar VanWoudenberg heeft zich in eerste aanleg niet laten bijstaan door een advocaat en kondaardoor geen reconventionele vordering instellen. Voor zover relevant: er is ook niettijdig een reconventionele vordering ingesteld, Geïntimeerden zijn niet voorafgaand aande zitting geïnformeerd door Van Woudenberg. Artikel 353 Rv laat niet toe dat VanWoudenberg zijn eis in reconventie alsnog in hoger beroep instelt. De "vorderingen vanVan Woudenberg in eerste aanleg" zijn dan ook op geen enkele wijze toewijsbaar.

91 Van Woudenberg heeft tot op heden niets aan Geïntimeerden voldaan - deze vordering isdan ook niet toegelicht, noch onderbouwd - zodat deze vordering eveneens inhoudelijkniet toewijsbaar is.

92 Ten aanzien van de gevorderde kostenveroordeling - die vanzelfsprekend het lot van deoverige vorderingen moet volgen - geldt in het bijzonder nog dat het "salaris van degemachtigde" in eerste aanleg niet toewijsbaar is vanwege het bepaalde in artikel 255 lid1 Rv: Van Woudenberg was niet gerechtigd zich te laten bijstaan door een gemachtigde.Geïntimeerden betwisten overigens dat Van Woudenberg kosten heeft gemaakt voorbijstand door een gemachtigde.

VI BEWIJSMIDDELEN

93 Zonder enige bewijslast op zich te willen nemen die rechtens niet op hen rust, biedenGeïntimeerden aan al hun stellingen te bewijzen door alle middelen rechtens, waaronder,maar niet beperkt tot, het overleggen van nadere schriftelijke stukken.

MITSDIEN:

Dat het aan het Gerechtshof moge behagen bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

appellant niet ontvankelijk te verklaren in het door hem ingestelde hoger beroep tegen hetvonnis van de rechtbank Groningen d.d. 9 november 2012 (136540/ KG ZA 12-297)althans de grieven en het hoger beroep van appellanten af te wijzen;

het vonnis van de rechtbank Groningen d.d. 9 november 2012 (136540/ KG ZA 12-297) tebekrachtigen;

het vonnis van de rechtbank Groningen d.d. 9 november 2012 (136540/ KG ZA 12-297)uitvoerbaar te verklaren bij lijfsdwang met een duur van drie maanden, althans, voor een

16171095 19/20

Page 19: Memorie Van Antwoord Achmea-WZA - Van Woudenberg

LOYENS LOEFF

periode die uw rechtbank redelijk acht, voor iedere dag en ieder dagdeel dat VanWoudenberg niet voldoet aan één van de veroordelingen uit voornoemd vonnis;

te bepalen dat de lijfsdwang onmiddellijk na het wijzen van dit vonnis kan wordentoegepast;

appellant te veroordelen tot betaling van de kosten van de procedure in beide instantiesmet de bepaling als deze kosten niet binnen zeven dagen na de dagtekening van het indezen te wijzen arrest worden voldaan, daarover vanaf de achtste dag na dagtekeningvan het arrest wettelijke rente is verschuldigd;.

appellant te veroordelen tot betaling van de nakosten ad € 131 zonder betekening, danwel € 199 in het geval van betekening, te voldoen binnen zeven dagen na dagtekeningvan het in dezen te wijzen arrest en - voor het geval voldoening van de nakosten nietbinnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over denakosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.

Deze zaak wordt behandeld door mr. M. Kool, Loyens & Loeff N.V., Blaak 31, (3011 GA) Rotterdam, telefoon: 010-2246256;

fax: 010- 412 58 39; e-mailadres: [email protected].

16171095 20/20