Present Perfect Tense

Present = tegenwoordige Perfect = voltooid Tense = tijd

Voltooid tegenwoordige tijd

Present Perfect TenseVoltooid tegenwoordige tijd

In het Nederlands: ik heb gewerkt – het heeft gebrand

ik heb gelopen – hij heeft gezwommen

Heb en heeft (hebben) = hulpwerkwoord

heb je nodig om het voltooid deelwoord (= het hoofdwerkwoord) te kunnen gebruiken in een zin:

ik gewerkt → ik heb gewerkt.

Wat is de vorm van een werkwoord in de Present Perfect?

Voor de Present Perfect geldt dezelfde regel:

Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Hulpwerkwoord is have

Voltooid deelwoord:– Zwak werkwoord: hele werkwoord + ed

– Sterk werkwoord: vaste vorm

Zie tabel Onregelmatige werkwoorden

Vorm werkwoord -

Hulpwerkwoord have + voltooid deelwoord– Behalve bij he/she/it:

– Has + voltooid deelwoord– He has cleaned the windows.

– He has chosen the wrong answer.

Vorm werkwoord -

Hulpwerkwoord have not + voltooid deelwoord– Behalve bij he/she/it:

– Has not + voltooid deelwoord– He has not cleaned the windows.

– He has not chosen the wrong answer.

Vorm werkwoord -

Hulpwerkwoord have + onderwerp + voltooid deelwoord?– Behalve bij he/she/it:

– Has + onderwerp + voltooid deelwoord?– Has he cleaned the windows?

– Has he chosen the wrong answer?

Wanneer gebruik je de Present Perfect?

Iets is in het verleden begonnen en duurt nog voort– She has broken her leg. – I have lost my keys.

Het is onduidelijk/niet belangrijk wanneer precies iets in het verleden heeft plaatsgevonden– He has played a match.

hoe vaak iets heeft plaatsgevonden tot nu/hoe vaak iemand al iets ervaren heeft tot nu– I have been to the UK twice. I have never been to Japan.

Gebeurd of gedaan– I have told you ten times already!– He still hasn’t picked up the files.– Have you finished your homework yet?

Signaalwoorden die het gebruik van de Present Perfect kunnen aangeven

just, yet, never, already, ever, so far, up to now, recently, lately, thepast week, still, since, for

this week, this month etc.

Uitzonderingen in de Present Perfect

Regelmatig werkwoord dat eindigt op medeklinker + y:– y → ie

try → tryed → have tried, marry → have married, carry → have carried, study → have studied

Vergelijk: play → have played, destroy → have destroyed

Regelmatig werkwoord van één lettergreep dat eindigt op medeklinker + klinker + medeklinker:– Laatste medeklinker verdubbeld:

stop → have stopped, ban → have banned

Vergelijk: kiss → have kissed, hook → have hooked, joke → have joked

Regelmatig werkwoord dat eindigt op een stomme ‘e’:– hele werkwoord + d

phone → have phoned, close → have closed

Werkwijze bij zinnen in de Present Perfect