PREEK OVER MATTEUS 15:21-28 - Kees van Dusseldorp | Web viewZe roept je hulp in voor iets waar jij...

6
Preek Matteus 15:21-28 - Schildwolde, 9 maart 2014 - Kees van Dusseldorp - Viering HA - Verkiezing ambtsdragers Liturgie: Votum en groet Ps.5:1,2,5 Wetslezing Ps.5:9,10 Gebed Lezen: Mat.15:21-28 Jes.56:1-8 Preek Ps.27:1,3 HA-formulier I Gz.162:1-4 Viering Ld.183:3,4 Lofverheffing Gz.92 Gebed Collecte Ps.67:1,2 [Wiekslag 5-8] Zegen

Transcript of PREEK OVER MATTEUS 15:21-28 - Kees van Dusseldorp | Web viewZe roept je hulp in voor iets waar jij...

Page 1: PREEK OVER MATTEUS 15:21-28 - Kees van Dusseldorp | Web viewZe roept je hulp in voor iets waar jij bij uitstek deskundig in bent. Dit is de situatie van Jezus. ... Niet iets waar je

Preek Matteus 15:21-28- Schildwolde, 9 maart 2014- Kees van Dusseldorp- Viering HA- Verkiezing ambtsdragers

Liturgie:Votum en groetPs.5:1,2,5WetslezingPs.5:9,10GebedLezen: Mat.15:21-28

Jes.56:1-8PreekPs.27:1,3HA-formulier IGz.162:1-4 Viering Ld.183:3,4 LofverheffingGz.92GebedCollectePs.67:1,2 [Wiekslag 5-8]Zegen

Page 2: PREEK OVER MATTEUS 15:21-28 - Kees van Dusseldorp | Web viewZe roept je hulp in voor iets waar jij bij uitstek deskundig in bent. Dit is de situatie van Jezus. ... Niet iets waar je

Gemeente van Christus,

** een groot geloof **

‘U hebt een groot geloof!’ Dat is een bijzondere uitspraak van de Heer. Het roept bij mij wel wat nieuwsgierigheid op. Ik zou die vrouw best eens willen ontmoeten. Hoe ziet dat eruit, een groot geloof? Wat kun je ervan merken? Achter die nieuwsgierigheid ligt ook een stukje onzekerheid. Zou mijn geloof ook groot genoemd worden? ‘U hebt een groot geloof!’ Een interview met haar heeft geen zin. Maar het verhaal kan daar licht op geven. Wat heeft Jezus in haar woorden gehoord, dat Hij van haar geloof onder de indruk was?

In ons spraakgebruik is geloof, dat je iets voor waar houdt, hoewel je het niet kunt zien. ‘Ik geloof het gewoon,’ zeggen we. En daarmee is het gesprek eigenlijk stuk. Je kunt het niet verder uitleggen. Geloof. Je hebt het, of je hebt het niet. Maar daarmee doe je jezelf tekort. En de ander erbij. Over geloof is meer te zeggen. En meer te leren.

Het valt mij deze maanden op. Nu we vaker lezen uit Matteus. Dat het zo vaak gaat over geloof. Maar dan gaat het niet over geloof of ongeloof. Het gaat over groot geloof of klein geloof. Het geloof van de centurio, het geloof van Petrus en nu het geloof van een Kanaänitische vrouw. Een vrouw met ‘een groot geloof’. Wanneer is geloof groot? Groot genoeg om belijdenis te doen? Groot genoeg om je bij een kerk aan te sluiten? Groot genoeg om het leven aan te kunnen? Groot genoeg om bevrijd te raken van angst, onzekerheid of schuld? Groot genoeg om je toe te vertrouwen aan Jezus? Ik wil graag met u kijken naar het geloof van de vrouw. Waarom zegt Jezus dat zij zo’n groot geloof heeft? Zodat de avondmaalsviering van vandaag tot groei van ons geloof leidt.

** kenmerk 1: geloof richt zich op Jezus

Stel je voor: je bent een bekende Nederlander. Als je op straat loopt, klampen veel mensen je aan. Een paar met waarderende woorden, maar de meesten hebben kritiek of beginnen zelfs te schelden. Je wordt zelfs bedreigd. Op een gegeven moment vind je het even niet zo fijn. En je besluit een weekje ertussenuit te gaan, om even afstand te nemen. Je gaat bv naar Tsjechië, waar niemand je kent. Maar wie schetst je verbazing dat er daar één vrouw is, die jou blijkt te kennen, en zelfs een enorme bewondering voor je heeft. Ze roept je hulp in voor iets waar jij bij uitstek deskundig in bent.

Dit is de situatie van Jezus. De tegenstand in Israël neemt toe. Er klinken zelf bedreigingen. Maar voor Jezus is het te vroeg. Daarom trekt Hij zich tijdelijk terug in het buitenland. Daar kent men hem niet. Behalve die éne vrouw. ‘Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David’. Zo klinkt haar schreeuw om hulp. Hulp voor haar doodzieke dochter.

Zo klinkt haar geloof. Het eerste wat opvalt aan deze vrouw. Een heidense vrouw, buiten de grenzen van Israel, herkent Jezus, erkent Hem en roept in haar nood naar Hem. Zie kiest met overtuiging Jezus als haar rots en schuilplaats. Dat is geloof. Het eerste kenmerk: geloof richt zich helemaal op Jezus als Heer. Aan de avondmaalstafel wordt die concentratie opnieuw aangebracht. Je toevertrouwen aan zijn woorden. In de nood van je leven roepen tot Hem. Je hebt over Hem gehoord. Je komt naar Hem toe. Je bent aan het goede adres. Er tientallen andere mogelijkheden waar je hulp kunt zoeken of

Page 3: PREEK OVER MATTEUS 15:21-28 - Kees van Dusseldorp | Web viewZe roept je hulp in voor iets waar jij bij uitstek deskundig in bent. Dit is de situatie van Jezus. ... Niet iets waar je

oplossingen vindt. Maar er is er maar één die echt hulp en verlossing biedt. Jezus, de Heer.

** kenmerk 2: geloof houdt vol.

Tja, dat klinkt wel aardig. Maar werkt het ook? Ik heb al zo vaak gebeden, maar steeds weer ga ik in de fout. Ik heb al zo veel preken gehoord, maar nog steeds voel ik me angstig en onrustig. Ik heb al zo veel met broeders en zusters besproken, maar nog steeds voel ik me eenzaam. Alsof de Heer niet luistert.

Alsof de Heer niet luistert. Dat is de ervaring van de Kanaänitische vrouw. Want Jezus geeft geen antwoord. Dat is vreemd. Zo kennen we onze Heiland toch niet? Altijd is Hij vol ontferming en liefde. Altijd klaar met een woord tot bemoediging, genezing of vergeving. Het is zeldzaam dat Jezus niet ingaat op een verzoek om hulp. En tegen de leerlingen zegt hij: ik ben niet gekomen voor de heidenen. Dat zegt Jezus uiteindelijk ook tegen de vrouw. Jezus lijkt te zeggen: eigen volk eerst. Sommige schriftuitleggers roepen al van discriminatie, nationalisme of zelfs racisme. Maar zo kennen we Hem toch niet?

Calvijn zegt: wat maakt Jezus door zijn manier van reageren, het geloof van deze vrouw prachtig zichbaar. Zijn reacties roepen de volharding op. Kijk hier niet naar Jezus, maar let op de vasthoudendheid van de vrouw. Echt geloof houdt vol, ook als de Heer niet lijkt te luisteren. Jezus zegt geen ‘nee’ op haar verzoek. Hij zwijgt. Als de discipelen suggereren om haar weg te sturen, zegt Jezus: ‘Ik heb geen bevoegdheid over haar. Ik mag haar helemaal geen bevel geven. Niet positief en niet negatief.’ Daarmee geeft Hij haar ruimte, die ze benut om voor Jezus op de kniën te vallen.

Dan spreekt Jezus tegen de vrouw: ‘Het is niet goed om de kinderen hun brood af te nemen en het aan de honden te voeren.’ Daarom reageert Hij niet. Hondjes krijgen wel eten, maar ná de maaltijd. Eerst hebben de kinderen recht op het brood. ‘U bent nog niet aan de beurt, vrouw. De mensen van Israël hebben voorrang.’ Maar de vrouw laat niet los. ‘Waarom bent u hier dan in het buitenland? De joden laten u toch vallen? Ze verkruimelen het brood en laten het op de grond vallen. Nu u hier bent, mogen wij er toch van genieten?’ Zo gaat het geloof van de vrouw stralen. Ze houdt vol, ze blijft het zoeken bij Jezus. Zelfs al lijkt het of Hij niet luistert. Haar smeken wordt juist intenser.

Geloof houdt vol. Dat is het tweede wat bij deze vrouw opvalt. En waarvan Jezus zegt dat dit het geloof van de vrouw zo groot maakt. Geloof houdt vol. Ook als de Heer niet lijkt te antwoorden. Als er in je leven niets lijkt te veranderen. Als kerkmensen sceptisch en afwijzend reageren. Als ongelovigen je voor ouderwets of fanatiek verslijten. Als de wereld door lijkt te draaien, geregeerd door eigen machten en krachten. Toch vasthouden aan de overtuiging dat het heil bij Christus is. En blijven bidden. Om herstel, om recht, om verzoening, om vrede. Want dat is het hemels koninkrijk. Geloof houdt vol.

** kenmerk 3: geloof kent nederigheid

‘U hebt een groot geloof’. Een groot geloof, omdat deze vrouw zich zo helemaal op Jezus richt. Een groot geloof, omdat ze blijft vasthouden. Maar er is in de houding van de Kanaänitische vrouw nog een derde. Haar nederigheid.

Page 4: PREEK OVER MATTEUS 15:21-28 - Kees van Dusseldorp | Web viewZe roept je hulp in voor iets waar jij bij uitstek deskundig in bent. Dit is de situatie van Jezus. ... Niet iets waar je

‘Ja Heer’, zegt ze, ‘ik hoor niet bij de kinderen. Ik hoor bij de honden, die onreine dieren. U hebt gelijk, ik zit ook niet aan de tafel, ik vier nog lang geen avondmaal, dat brood komt mij niet toe. Maar aan een paar kruimeltjes heb ik al genoeg.’ De vrouw accepteert haar plaats en wordt daarmee een zuster in het geloof. Een schriftuitlegger zegt over haar: ‘Op haar knieën kruipt deze vrouw onder het hek door, dat God om Israël heeft gezet’. Zo gaat ze het koninkrijk binnen. De poort van het hemels koninkrijk heeft geen drempel, waarvoor je een hele grote stap moet nemen, of zelfs moet springen of klimmen. Er is geen drempel. De poort van het hemels koninkrijk heeft wel een lage bovenkant. Je moet minstens het hoofd buigen om erdoor naar binnen te gaan. Eigenlijk kan het alleen op je knieën.

Het is de grondhouding van worship, van aanbidding en lofprijzing. Je eigen nederigheid onder ogen durven zien. Je onwaardigheid, in combinatie met het vastgrijpen van Jezus Christus. Aan het avondmaal is dat ook heel duidelijk. Het is zíjn lijden, waardoor wij gered worden. Hij droeg de vloek, om ons met Gods zegen te vervullen. Hij is het levende brood. Maar Hij is ook de enige die ons dat aanreikt. Oog in ook met het heil van Christus past ons nederigheid. Nederigheid die hoorbaar wordt in je gebed. Je bidt met ootmoed en ontzag. Nederigheid die merkbaar wordt in je eredienst: dankbaar voor het evangelie, blij met de viering van het avondmaal, verwonderd over zoveel broeders en zusters. Nederigheid die zichtbaar wordt in je leven. Je leeft in afhankelijkheid en bent bereid om anderen te dienen. Geloof kent blijvende nederigheid in de aanbidding van Christus.

** zulk geloof heeft uitzicht

Een groot geloof. Dat zegt Jezus over een heidense vrouw. De tegenstelling met het ongeloof van de joden kan niet groter zijn. Kinderen laten het brood ontevreden op de grond vallen, waar hondjes dankbaar zijn met elke kruimel. Laat het een waarschuwing zijn en een bemoediging. Voor ieder die avondmaal gevierd heeft of zelfs de viering alleen maar heeft gezien. Het vraagt om geloof. Geloof waarmee je je helemaal richt op Jezus. Waarmee je volhoudt, ondanks alles. Waarmee je je plaats erkent in nederige dankbaarheid.

Laat het brood niet op de grond vallen. Vermors de wijn niet. Maar geloof dat je door Jezus Christus het hemelrijk binnengaat. Dat is een groot geloof. Geen verdienste van jezelf. Niet iets waar je knetterhard aan moet werken. Maar iets dat je ontvangt door je opnieuw te concentreren op Jezus Christus. In de verbondenheid aan Hem begint het heil. Die vrouw mocht het direct meemaken. Haar doodzieke dochter werd genezen. Dat is het uitzicht van het geloof. Dat is het geloof dat Christus zoekt onder de mensen. Ook onder de mensen van Gods volk. Dat is het geloof dat Hij schenkt aan mensen. Door zijn Geest. Vier het avondmaal met geloof. En leef je leven met geloof.

Amen