EHB Advies van de brandweer Prebes

CHARLOTTE VAN CLEEMPUT

Inhoud

• De preventionist

• Organisatie Brandpreventie in de hulpverleningszones

• Regelgeving

• Terminologie

• Enkele Basisprincipes

• Literatuur

2

De Preventionist

3

Organisatie brandpreventie in de hulpverleningszones

4

• Taken

• Model brandpreventieverslag

Taken - Sensibiliseren

5

Taken - Sensibiliseren

6

Taken - Adviseren

7

Taken - Controleren

8

Taken - adviseren versus controleren

Adviseren Controleren

Niet bindend (Quasi) Bindend advies

Brandpreventieadvies Brandpreventieverslag

Hulp Op basis van brandpreventieregelgeving

Geen overheidsbeslissing Overheidsbeslissing

9

Model brandpreventieverslag

• De Minister van Binnenlandse Zaken kan de modellen van brandpreventieverslag opstellen.

• Ministerieel besluit: Ontwerpversie in omloop

– Gegevens hulpverleningszone

– Aanvrager brandpreventieverslag

– Geografische situering gebouw, site of evenement

– Kader en doel waartoe de controle werd aangevraagd

– Conclusie afgestemd op kader en doel

– Datum

– Handtekening opsteller en zonecommandant of afgevaardigde

10

Regelgeving

11

Regelgeving

“Het dossier werd nagezien op basis van onderstaande reglementering: – ARAB art. 52 – KB 28/03/2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen – KB 07/07/1994 zoals gewijzigd betreffende de basisnormen brandpreventie –

bijlagen 1, 2/1 ‘lage gebouwen’, 5/1 en 7 ‘doorvoeringen van bouwelementen’ – Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de

vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby’s en peuters (BS van 13 januari 2014) en latere wijzigingen en in het bijzonder bijlage 2 “specifieke brandveiligheidsvoorschriften zoals vermeld in artikel 23 van vermeld besluit”

“Het dossier werd nagezien op basis van onderstaande reglementering: – ARAB art. 52 – VLAREM – KB 07/07/1994 zoals gewijzigd betreffende de basisnormen brandpreventie –

bijlagen 1 en 6 ‘industriële gebouwen’ – Richtlijn tankparken (Beveren).”

12

Regelgeving

• www.besafe.be

13

Regelgeving

Onderwerp Federaal Gewest Gemeenschap Lokaal

Woonzorgcentra X

Stendenbouwkundige vergunningen

X

Toerisme X X

Brandveiligheid X X X X

Voetbalstadion X

Eengezinswoningen X

Scholen X

Veiligheid op het werk X

Publiek toegankelijke inrichtingen

X

Opslag van gevarengoed

X

14

Terminologie

15

• Rf versus REI

• Brandweerstand

– REI

– Structurele elementen type I en II

– Doorvoeringen

• Reactie bij brand

Rf versus REI

Basisnormen tot 01/12/2012 Basisnormen vanaf 01/12/2012

Uit bijlage 3: De structurele elementen hebben: Rf 1 h boven Ei; Rf 2 h onder Ei met inbegrip van de vloer van Ei.

Uit bijlage 3/1: De structurele elementen beschikken over een brandweerstand zoals weergegeven in tabel 3.1, waarin E het laagst gelegen evacuatieniveau voorstelt: Tabel 3.1 – Brandweerstand van de structurele elementen

16

Rf = R ?

Rf versus REI

Basisnormen tot 01/12/2012 Basisnormen vanaf 01/12/2012

Uit bijlage 2: De wanden tussen compartimenten hebben ten minste de brandweerstand van de structurele elementen (Rf 1/2h of Rf 1h). De verbinding tussen twee compartimenten is slechts toegestaan indien zij geschiedt via een zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deur Rf 1/2h.

Uit bijlage 2/1: De wanden tussen compartimenten hebben minstens de brandweerstand aangegeven in tabel 2.3. Tabel 2.3 – Brandweerstand van wanden tussen compartimenten

De verbinding tussen twee compartimenten is slechts toegestaan indien zij geschiedt via een zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deur EI1 30.

17

Rf = EI = EI1 ?

Brandweerstand - R

18

Brandweerstand - E

19

Brandweerstand - I

20

Brandweerstand - EI

21

Brandweerstand - REI

22

Structurele elementen type II

R

EI

Brandweerstand - REI

23

Structurele elementen type I

Structurele elementen type I en II

“ De structurele elementen type I moeten R 120 hebben.

De structurele elementen type II mogen bij een blootstelling aan de standaard temperatuur-tijdkromme, bepaald in NBN EN 1363-1, niet bezwijken binnen een tijdspanne gelijk aan de equivalente tijdsduur te,d, bepaald op basis van de norm NBN EN 1991-1-2:2003, waarbij TM

q1 bepaald is op basis van een aanvaardbare faalkans van instorting gelijk aan 10-3 per jaar.

De brandweerstand van tussenvloeren en hun draagstructuur moet ten minste gelijk zijn aan R 30.” Industriegebouwen - zie bijlage 6 art. 3.1

24

Brandweerstand - I1

25

Bandweerstand - Doorvoeringen

“ Doorvoeringen doorheen wanden van leidingen of fluïda of voor elektriciteit en de uitzetvoegen van wanden mogen de vereiste brandweerstand van de bouwelementen niet nadelig beïnvloeden.

De bepalingen van bijlage 7 ‘Gemeenschappelijke bepalingen’, hoofdstuk 1, zijn van toepassing.” Alle gebouwen

26

27

Brandweerstand - Doorvoeringen

Brandweerstand - Doorvoeringen

28

Reactie bij brand

29

Reactie bij brand

30

Reactie bij brand

31

Reactie bij brand

A1 volgens NBN S21-203

(Oude Belgische norm)

≠ A1 volgens NBN EN

13501-1 (Europese classificatie)

32

Reactie bij brand

• Bijlage 5/1 (basisnorm)

33

Reactie bij brand

B-s1,d0

34

Brandweerstand en Reactie bij brand

35

“Aan de scheiding van de kantoren met het industriegedeelte steekt de compartimentwand niet uit t.o.v. het gevelvlak. Bovendien wordt er gesteld dat de buitenwand geen EI 60 (i ↔ o) heeft. Echter aan weerszijden van de compartimentswanden en over de horizontale afstand van 1m moet de gevel minstens E 60 hebben. Dit gedeelte moet opgebouwd zijn uit materialen A1. Men dient het materiaalgebruik op deze plaats aan te passen opdat het een brandweerstand E 60 heeft en een reactie bij brand A1.” Industriegebouwen - zie bijlage 6 art. 3.4.3 en art. 6.1

Brandweerstand en Reactie bij brand

36

Enkele basisprincipes

37

• Evacuatie

• Compartimentering

• Industriële klasse

• RWA-installatie

• Afwijkingen

Evacuatie

http://fseg.gre.ac.uk/index.html - Exodus

38

Evacuatie

39

< 1 min < 5 min < 1,5 min

< 3 min < 1 min 1,5 min < 5 min

< 2,5 min

Evacuatie

40

START

EIND

Evacuatie

41

Evacuatie

42

Evacuatie

• Compartimentering van de trappenhuizen • Brandwerende scheiding van de evacuatiewegen • Aantal uitgangen • Breedte van de uitgangen • Afstand tot een uitgang • Sprinklers (Industrie) • Gebruik van deelcompartimenten (WZC) • Veiligheidsverlichting en signalisatie

– parkeerruimten ook op de vloer of er net boven

• Branddetectie en alarm • Ontgrendeling – positieve veiligheid • Materiaalgebruik • Procedures

43

Evacuatie

“Er moet een bijkomende uitgang voorzien worden met een minimale breedte van 80 cm. Hij dient zodanig ingepland te worden dat de afstand vanuit elk punt in de loods tot beide uitgangen beperkt blijft tot 60m. De gemeenschappelijke afstand bedraagt maximaal 30m. Deze afstanden zijn de effectief af te leggen afstanden, rekening houdend met de aanwezigheid van obstakels. Indien de indeling van de loods nog niet gekend is, dan moeten deze afstanden aangepast worden tot maximaal 40m en 20m. De uitgangen moeten gelegen zijn in tegenovergestelde zones. Elke uitgang moet onmiddellijk bruikbaar zijn in geval van brand.” Industriegebouwen – bijlage 6 art. 7.1 + verslag aan de koning

44

Evacuatie

45

Evacuatie

• Geen enkel punt van een compartiment mag zich verder bevinden dan: (voor lokalen met uitsluitend dagbezetting):

– 30m van de evacuatieweg die de trappen of uitgangen verbindt

– 45m van de toegang tot de dichtstbijzijnde trap of uitgang

– 80m van de toegang tot een tweede trap of uitgang

46

Compartimentering

• Snelheid brandontwikkeling en verspreiding beperken

• Evacuatie

• Brandbestrijding – beheersbaarheid

47

Compartimentering

48

Industriële klasse

• http://www.fireforum.be/images/regulations/EX_BE_19940707_NL_KB_basisnormen_brand_Bijl_6_klasse.pdf

49

Brandbare materialen Massa Dichtheid Volume Netto verbrandingswaarde Aantal Ψi qfi,k Verbrandingscoefficiënt (m) qfi,cl

kg kg/m³ m³ MJ/kg MJ/m² MJ/m²

Pallox (vurenhout) 60 17,5 1650 1 535,22 0,8 428,17

Pallox (eik) 60 20 1650 1 611,68 0,8 489,34

Peren (cellulose) 1320000 0,5 1 203,89 0,8 163,11

Koelcel isolatie (PIR) 1401 30 46,7 26,3 21 1 239,04 1 239,04

Totaal 1319,67

Opp. uitbreiding loods m² 3237

Totale brandlast GJ 5146,27

Volume isolatie koelcellen m³ 46,6515

Lengte 10

Breedte 7,87

Hoogte 6,5

Dikte 0,15

Verbrandingswaarde peren 0,5

Cellulosemateriaal MJ/kg 17,5

Water % 85

Industriële klasse

50

Bepalend voor de te nemen actieve en passieve brandbeveiligingsmaatregelen

Industriële klasse

51

Maatregel Klasse A Klasse B Klasse C

Maximale maatgevende brandbelasting

350MJ/m² 900MJ/m² > 900MJ/m²

Stabiliteit van de structurele elementen type I

R 60 R 120

Grootte compartimenten Zie tabel 2 bijlage 6 of via berekening. Afhankelijk van: - Aanwezigheid blusinstallatie - Maatgevende brandbelasting - Aanwezigheid tussenvloeren en bouwlagen - Brandweerstand van de structurele elementen

Compartimentswanden EI 60 EI 120

Branddetectie ≤ 2000m² > 2000m² Type algemene bewaking

Type algemene bewaking

Rook- en warmteafvoer Uitzondering ESFR sprinklerinstallatie, gas- of watermistblusinstallatie

Vanaf 10000m² Vanaf 500m² Altijd

Bluswatervoorziening Richtlijn: bijlage 6, verslag aan de koning

RWA-installatie

52

RWA-installatie

“ De aerodynamische oppervlakte van de RWA-verluchters en de luchttoevoer kunnen berekend worden à rato van minstens 2% van de dakoppervlakte. Dit op voorwaarde dat de hoogte van de gestapelde goederen en de hoogte van de bovenkant van de luchttoevoeropeningen maximaal 70% van de hoogte van de RWA-verluchters bedragen.” Industriegebouwen met een oppervlakte < 2000m² – bijlage 6 art. 5.3.1

53

RWA-installatie

54

“ De oppervlakte van het compartiment is groter dan 2500m². Daartoe dient het uitgerust te worden met een rook-en warmteafvoerinstallatie en een automatische blusinstallatie.” Residentiële gebouwen – bijlage 2/1, 3/1, 4/1 art. 2.1

Afwijkingen

• Wat als je niet kan doen aan de regelgeving?

– Afwijking aanvragen bij de bevoegde afwijkingscommissie

– Gelijkwaardig veiligheidsniveau aantonen

• Voorafgaand overleg met de bevoegde Hulpverleningszone is mogelijk maar de afwijkingscommissie beslist!

55

Literatuur

56

Literatuur

• www.besafe.be

• Handboek basisnormen:

http://www.rft.be/Upload/main/Brandveiligheid/basisnormen-Belgie/HB%20BN%202013-NL.pdf

57

Slotzin

“Het is van ieder van ons welgekend dat de compartimentswand EI 60 of EI 120 moet hebben, dit afhankelijk van de maatgevende brandbelasting en het feit of het industriegebouw zich in klasse A, B of C bevindt. Als de compartimentswand niet uitsteekt tegenover het dak dan moet het dak aan weerszijden van deze compartimentswand E 60 of E 120 hebben over een horizontale afstand van 2m. Bovendien moet het materiaalgebruik afgestemd zijn op een reactie bij brand A1. Dit deel van het dak moet gedragen worden door structurele elementen type I met een brandweerstand R 60 of R120.”

58