Praagse Lente 1968

6
R. Sentse sergeant-majoor der infanterie Praagse lente 1968, een premature glasnost Het wordt wel de grote omwenteling genoemd, dat roerige jaar 1968. In dat jaar trachtten de VS, door het leggen van een bommentapijt, Vietnam op de knieën te krijgen. In de BRD zag de buiten- parlementaire actie het licht. Het was ook het jaar van de studentenopstanden; in Parijs bracht zo'n opstand tijdens een demonstratie 400.(XX) mensen op de been en daarmee de Vijfde republiek aan de rand van de afgrond. In de VS vonden in dat jaar hevige rassenonlusten plaats en werden Martin Luther King en Robert Kennedy vermoord. In Moskou liet Brezjnjev zich duidelijk uit over de leidende rol van de Communistische partij van de Sovjet-Unie in Oost-Europa, een uitspraak die vooral was gericht aan het adres van Tsjecho-Slo- wakije. In de nacht van 20 op 21 augustus 1968 vond de cli- max van de Praagse lente plaats, een lente die door de Sovjet-Unie als contrarevolutionair werd bestempeld. In die nacht werd Tsjecho-Slowakije bezet door legers van de omringende Warschau- Pactlanden. In totaal vielen zo'n 650.000 man het land binnen, afkomstig uit de Sovjet-Unie en de overige WP-landen, met uitzondering van Roeme- nië en Albanië. De Sovjetrussische troepen be- stonden uit elementen van acht divisies van de Groep van strijdkrachten in de DDR, vijf divisies van het Militaire District (MD) Karpaten, een luchtlandingsdivisie uit het MD Leningrad en ele- menten van de Groep van strijdkrachten uit Hon- garije. Het Warschau-Pact leverde elementen van vier Poolse, twee Oostduitse en twee Hongaarse divisies; Bulgarije bood de „helpende" hand met een regiment. De politieke veranderingen waren echter voor de Sovjet-Unie niet de enige redenen voor ongerust- heid; er was nog iets anders aan de hand. Iets wat te maken had met de verdediging van het Russi- sche grondgebied. Een verdediging die deels was gebaseerd op een „cordon sanitaire" van Oosteu- ropese landen. Een verdediging die paste in de toenmalige Sovjetrussische strategie om een con- flict buiten haar grenzen te beslechten. In dit ka- der streefde de Sovjet-Unie naar stationering van kernkoppen op het grondgebied van Tsjecho-Slo- wakije, hetgeen tevens de plaatsing van Russische beveiligingstroepen zou betekenen, maar dat land ging daarmee niet akkoord. Daarna consulteerde de Sovjet-Unie de overige WP-landen over een uitbreiding van de Sovjetrussische groepen in de DDR, Polen en Hongarije, hetgeen echter door die landen werd afgewezen. Deze problemen, ge- koppeld aan de politieke onrust in Tsjecho-Slowa- kije, waren voor de Sovjet-Unie redenen om ge- wapenderhand orde op zaken te stellen en vorm- den voor de WP-landen aanleiding om, zij het niet massaal, aan de interventie deel te nemen. Het Tsjechoslowaakse leger trad - - net als in 1948, toen de communisten in Praag de macht gre- pen — niet op. Nu was de angst de Sovjet-Unie te provoceren de reden om niet te mobiliseren. De manschappen van de invasielegers was verteld dat zij „contrarevolutionairen en buitenlandse agitatoren" gingen bevechten. In plaats daarvan werden zij door een teleurgestelde bevolking be- groet die haar woede uitte met scheldpartijen en het gooien van molotovcocktails. Deze confrontatie was het gevolg van een in ja- nuari in gang gezette politieke ommezwaai, die door de Tsjechoslowaakse bevolking werd gezien als een democratiseringsproces, een veroordeling van het tot dan toe gevoerde partijbeleid. Het op- timisme werd echter wreed verstoord. Stagnatie De persoon die, onbedoeld, verantwoordelijkwas voor de in gang gezette veranderingsprocessen 118 MS 159(1990)(3)

Transcript of Praagse Lente 1968

R. Sentse

sergeant-majoor der infanterie

Praagse lente 1968, een premature glasnost

Het wordt wel de grote omwenteling genoemd,dat roerige jaar 1968. In dat jaar trachtten de VS,door het leggen van een bommentapijt, Vietnamop de knieën te krijgen. In de BRD zag de buiten-parlementaire actie het licht. Het was ook het jaarvan de studentenopstanden; in Parijs bracht zo'nopstand tijdens een demonstratie 400.(XX) mensenop de been en daarmee de Vijfde republiek aan derand van de afgrond. In de VS vonden in dat jaarhevige rassenonlusten plaats en werden MartinLuther King en Robert Kennedy vermoord. InMoskou liet Brezjnjev zich duidelijk uit over deleidende rol van de Communistische partij van deSovjet-Unie in Oost-Europa, een uitspraak dievooral was gericht aan het adres van Tsjecho-Slo-wakije.In de nacht van 20 op 21 augustus 1968 vond de cli-max van de Praagse lente plaats, een lente diedoor de Sovjet-Unie als contrarevolutionair werdbestempeld. In die nacht werd Tsjecho-Slowakijebezet door legers van de omringende Warschau-Pactlanden. In totaal vielen zo'n 650.000 man hetland binnen, afkomstig uit de Sovjet-Unie en deoverige WP-landen, met uitzondering van Roeme-nië en Albanië. De Sovjetrussische troepen be-stonden uit elementen van acht divisies van deGroep van strijdkrachten in de DDR, vijf divisiesvan het Militaire District (MD) Karpaten, eenluchtlandingsdivisie uit het MD Leningrad en ele-menten van de Groep van strijdkrachten uit Hon-garije. Het Warschau-Pact leverde elementen vanvier Poolse, twee Oostduitse en twee Hongaarsedivisies; Bulgarije bood de „helpende" hand meteen regiment.De politieke veranderingen waren echter voor deSovjet-Unie niet de enige redenen voor ongerust-heid; er was nog iets anders aan de hand. Iets watte maken had met de verdediging van het Russi-sche grondgebied. Een verdediging die deels wasgebaseerd op een „cordon sanitaire" van Oosteu-

ropese landen. Een verdediging die paste in detoenmalige Sovjetrussische strategie om een con-flict buiten haar grenzen te beslechten. In dit ka-der streefde de Sovjet-Unie naar stationering vankernkoppen op het grondgebied van Tsjecho-Slo-wakije, hetgeen tevens de plaatsing van Russischebeveiligingstroepen zou betekenen, maar dat landging daarmee niet akkoord. Daarna consulteerdede Sovjet-Unie de overige WP-landen over eenuitbreiding van de Sovjetrussische groepen in deDDR, Polen en Hongarije, hetgeen echter doordie landen werd afgewezen. Deze problemen, ge-koppeld aan de politieke onrust in Tsjecho-Slowa-kije, waren voor de Sovjet-Unie redenen om ge-wapenderhand orde op zaken te stellen en vorm-den voor de WP-landen aanleiding om, zij het nietmassaal, aan de interventie deel te nemen.

Het Tsjechoslowaakse leger trad - - net als in1948, toen de communisten in Praag de macht gre-pen — niet op. Nu was de angst de Sovjet-Unie teprovoceren de reden om niet te mobiliseren.

De manschappen van de invasielegers was vertelddat zij „contrarevolutionairen en buitenlandseagitatoren" gingen bevechten. In plaats daarvanwerden zij door een teleurgestelde bevolking be-groet die haar woede uitte met scheldpartijen enhet gooien van molotovcocktails.Deze confrontatie was het gevolg van een in ja-nuari in gang gezette politieke ommezwaai, diedoor de Tsjechoslowaakse bevolking werd gezienals een democratiseringsproces, een veroordelingvan het tot dan toe gevoerde partijbeleid. Het op-timisme werd echter wreed verstoord.

Stagnatie

De persoon die, onbedoeld, verantwoordelijk wasvoor de in gang gezette veranderingsprocessen

118 MS 159(1990)(3)

was toen al 15 jaar aan de macht. Antonin Novot-ny was als eerste secretaris van de CP en tevenspresident de machtigste man van Tsjecho-Slowa-kije. Hoewel hij in de periode Chroesjtsjov zichbereid toonde tot hervormingen nam hij na diensval meteen de harde lijn van Brezjnjev over, eenlijn die een volledig star en vastgeroest partijappa-raat, politieke vervolging, onderdrukking van deintelligentsia en binnenlandse onlusten (met nametussen Tsjechen en Slowaken) tot gevolg had.Het was allemaal aan de orde van de dag in hetTsjecho-Slowakije van de jaren '60. Zelfs de be-voorrading van winkels was voor de bevolking eenonzekere factor, maar hiermee onderscheidde hetland zich niet van de Sovjet-Unie.

In ieder geval vormden deze omstandigheden deingrediënten voor Novotny's val in januari 1968.Hij behield wel het presidentschap, maar dat zougezien de omstandigheden niet lang meer duren.

Begin van de Praagse lente

Begin 1968 werd het Centrale Comité van de Tsje-choslowaakse CP grotendeels bemand door ledendie het land, volgens hen, weer uit het diepe dalmoesten halen. De eerste secretaris van de Tsje-choslowaakse CP werd de Slowaak AlexanderDubcek; hij zou de weg moeten effenen naar „so-cialisme met een menselijk gezicht". De eerstestap naar de verwezenlijking van dat ideaal washet opheffen van de censuur op de media. Dat bete-kende voor de bevolking dat het gevoerde beleidkennelijk geen schermutseling binnen de partijwas, maar dat er een historisch proces gaande was(wat vóór 1968 als „staatsgevaarlijk" te boekstond leek opeens gewoon). De bevolking werd opstraat geïnterviewd en de politieke toestandenwerden openlijk besproken. De openlijke bericht-geving zorgde ervoor dat Dubcek zich van groteopenlijke steun van de bevolking kon verzekeren.In mei 1968 raakte Novotny dan ook het presi-dentschap kwijt. Hij werd opgevolgd door de ge-pensioneerde generaal Svoboda. De hervormersvonden dat de nieuwe beleidslijn moest bestaanuit: vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en devrijheid tot het organiseren van politieke organi-saties. Kortom, men wilde een rechtsstaat op de-mocratische beginselen, een staat waarin sociaal-democratische en communistische waarden kon-

den samengaan. In april 1968 werden nieuwe le-den voor het presidium gekozen; een deel daarvanbestond uit hervormingsgezinden, maar een evengroot deel was toch nog aanhanger van de ortho-doxe lijn. Deze laatsten probeerden de hervor-mingen te traineren, maar de steun van de bevol-king was zo groot dat de invloed van de conserva-tieve vleugel tot een minimum werd beperkt.

In de regering werd een op hervorming gerichtekoers uitgezet waardoor de pasgekozen minister-president Oldrik Tsjernik beschikte over eenmacht die in de omringende landen alleen de Partijwas voorbehouden. Voor de orthodoxe lijn be-tekenden de in gang gezette hervormingen eenschending van, en een inbreuk op, de communisti-sche leer. Men vond dat de arbeider de machtwerd ontnomen, maar de hervormers dachten hieranders over: hun doel was te komen tot een ge-mengde markteconomie en een verzorgingsstaat.Bij de bevolking ontstond een gevoel van vrijheid.Een vrijheid die zich uitte in openbare discussiesen het openlijk aan de kaak stellen van de commu-nistische beginselen, iets wat voor 1968 onmoge-lijk was. De al 28 jaar onder een dictatoriaal be-wind levende bevolking ervoer de veranderingenin een optimistische en geestdriftige stemming. Deveranderingen konden niet snel genoeg gaan. Datleidde tot eisen en wensen die in de internationale,althans in Oost-Europa, bestaande politieke con-stellatie niet reëel konden worden genoemd.

Reactie van de angst

De veranderingen in Tsjecho-Slowakije lieten deleiders in de overige Oosteuropese landen dan ookniet onberoerd. Begin mei werden Ulbricht uit deDDR, Zjivkov uit Bulgarije, Gomoelka uit Polenen Kadar uit Hongarije door Brezjnjev naar hetKremlin ontboden. Vooral Brezjnjev, Ulbricht enGomoelka waren ontstemd over de situatie inPraag; Ulbricht vond zelfs dat de WP-landen toteen inval moesten besluiten. De iets gematigderopererende Kadar zag in de door Praag geïnitieer-de hervormingspogingen eveneens gevaar; deOostduitse partijleider vond voor zijn opvattingenonvoldoende medestanders. Tsjecho-Slowakijekreeg „uitstel van executie". Met deze bijeen-komst maakte Brezjnjev wel duidelijk dat de ont-stane situatie nu de verantwoordelijkheid van alle

MS 159(1990)(3) 119

WP-Iidstaten was. Omstreeks mei startten de Sov-jetrussische media een tegen het Praagse bewindgerichte campagne. De Sovjet-Unie vond dat dePraagse leiding slechts bestond uit Amerikaanseen Westduitse marionetten: „Het imperialistischeWesten tracht de socialistische verworvenhedenonderuit te halen". De Tsjechoslowaken wildenweten wat er achter deze Russische opvattingschuilde; hield de regering dan toch informatieachter? Praag verklaarde niet alles openbaar tekunnen maken en verzocht de bevolking vertrou-wen te hebben in de goede bedoelingen van de lei-ding. Tevens verklaarde de regering dat de Sovjet-Unie zich niet in de binnenlandse aangelegenhe-den moest mengen.In juli begon een, alle in Tsjecho-Slowakije aanwe-zige oefenterreinen omvattende, WP-oefening.Een oefening die door de bevolking als intimide-rend werd ervaren. De onrust nam zulke vormenaan dat er binnen het Centrale Comité van deTsjechoslowaakse communistische partij stem-men opgingen de Sovjet-Unie duidelijk te makendat het leger in voorkomend geval bereid wasTsjecho-Slowakije te verdedigen. Op hetzelfdemoment kozen de Russische media scherperebewoordingen en verklaarden dat de CP de leiden-de rol had, oppositionele partijen niet konden wor-den getolereerd en dat het WP onvoorwaardelijkdiende te worden gesteund.Eind juni werd het ,,Dva Tisitsje Slov" („Mani-fest van 2(XX) woorden") uitgegeven. Daarin werdeen hogere versnelling in het hervormingstempogeëist en de inmenging in de binnenlandse aange-legenheden door de Sovjet-Unie en overige lid-staten werd veroordeeld. Praag besloot niet nogmeer olie op het vuur te gooien en nam openlijk af-stand van het manifest, maar de inhoud maakte opde deelnemers van de begin mei te Moskou gehou-den bijeenkomst een dusdanige indruk dat Brezj-njev besloot dezelfde communistische leiders nog-maals bijeen te roepen, en wel in Warschau. Erwerd een brief opgesteld, gericht aan het CC vande Tsjechoslowaakse CP, waarin verontrusting totui tdrukking werd gebracht over de ontwikke-lingen in Tsjecho-Slowakije: het systeem werd be-dreigd. Deze brief maakte op Dubcek maar weinigindruk; andere partijleden drongen echter eropaan de Sovjet-Unie nu eens en voor alt i jd duidel i jkte maken dat Tsjecho-Slowakije zich niet van deingeslagen weg zou laten afbrengen en dat het de

onafhankelijkheid, desnoods gewapend, zou ver-dedigen. De partijleiding stuurde echter een briefwaarin zij haar trouw aan de Sovjet-Unie betuigdeen drong aan op een topontmoeting. Die werdeind ju l i gerealiseerd te Cierna, aan de grens metde Oekraïne. In die bijeenkomst van vier dagenkwamen grote tegenstellingen tussen de dogmaticien de hervormingsgezinden aan het licht, hetgeenuitmondde in een grote onenigheid binnen dePraagse leiding. De Sovjet-Unie had hiermee haardoel bereikt en aan het eind van de bijeenkomstverklaarde Brezjnjev dat de alleenheerschappijvan de CP onbespreekbaar was en hij dreigde deprogressieve vleugel binnen de TsjechoslowaakseCP met maatregelen indien men daarmee geen re-kening hield. Men kwam met de overige lidstateneen topontmoeting overeen, te houden in Bratisla-va. Dubcek dacht tijdens die top te kunnen onder-handelen, maar dat bleek een te optimistische ge-dachte.In Bratislava kregen de deelnemers een door deSovjet-Unie opgestelde tekst voor ogen waaropmen kon reageren. In het slotcommuniqué ver-klaarde Brezjnjev: „De westgrens van de Sovjet-Unie ligt aan de Elbe"; het begin van de „Brezjn-jev-doctrine". Dubcek was ondanks de voor hemteleurstellende top toch optimistisch gebleven; hijhield vast aan de in het communiqué vervatte zindat de soevereiniteit van Tsjecho-Slowakije zouworden gehandhaafd. Zo wekte hij bij de Tsjecho-slowaakse bevolking de indruk dat men op de topte Bratislava overeenstemming had bereikt. Diepositieve geluiden misten hun uitwerking niet. Volvertrouwen in de Praagse leiding geloofde hetTsjechoslowaakse volk dat de weg naar democra-tisering verder zou worden voortgezet en wel zon-der inmenging van buitenaf.Op 11 augustus begonnen de troepen van het War-schau-Pact met militaire oefeningen aan de Tsje-choslowaakse grenzen. De westerse geheimediensten zagen hierin de aanzet tot een mogelij-ke invasie.Zeven dagen later leverde de Prawda scherpe kri-tiek aan het adres van de Praagse leiding en waar-schuwde voor contrarevolutionaire elementen.Op 19 augustus kwam het politbureau van deCPSU in een speciale zi t t ing bijeen; daar werd hetbesluit genomen Tsjecho-Slowakije binnen te val-len. De conservatieve vleugel binnen de Praagsepartijleiding zou daarom moeten verzoeken. Dat

120 MS 159(1990)(3)

werd door de conservatieve dogmatici niet als eenprobleem gezien. Men wilde alles doen om demacht te bestendigen.

Angst omgezet in interventie

In Praag vond op de avond van 20 augustus een zit-ting plaats van het Centrale Comité van de Tsje-choslowaakse CP. Daarin werd besloten op 22 au-gustus een partijcongres te houden.Om 11 uur 's avonds meldde de Tsjechoslowaakseminister van defensie dat troepen van het War-schau-Pact de grenzen van Tsjecho-Slowakijehadden overschreden. Bij de hervormingsgezin-den binnen het CC werd dit bericht met grote ont-zetting ontvangen; men was te optimistisch ge-weest. Er ontstond paniek, de hervormingsgezin-den konden niet meer adequaat op de ontstane si-tuatie reageren en degenen binnen de conservatie-ve vleugel die met de verwikkelingen bekend wa-ren verlieten de vergadering.Spoedig reden Sovjetrussische tanks door Praag.De hervormingsgezinden kwamen met een resolu-tie waarin men de inval kenmerkte als grove min-achting van de vriendschappelijke betrekkingenen schending van de soevereiniteit, het recht opzelfstandigheid van een staat. De resolutie werdaangenomen en direct aan de media doorgegeven,maar toen de nieuwslezer de tekst wilde uitspre-ken heerste er plotseling stilte. De Sovjet-Uniehad de controle over studio's en zender overgeno-men. Hierop reageerden de Tsjechoslowaaksetechnici door het inschakelen van een noodverbin-dingssysteem dat het gehele land omvatte en omtwee uur 's nachts hoorde de bevolking dat troe-pen van het Warschau-Pact het land waren bin-nengevallen. De partijkrant „Rude Pravo" brachthet nieuws op de voorpagina. Later in de nachtwerden de hervormingsgezinden binnen het CCgearresteerd.De volgende dag zag de bevolking hoe in de stra-ten van hun steden door legereenheden van hetWarschau-Pact werd gepatrouilleerd.

De socialistische broederlanden waren ervanovertuigd Tsjecho-Slowakije van de ondergang tehebben gered, maar in Praag wierp de bevolkingbarricades op van brandende voertuigen. Tankswerden door woedende menigten omringd, erwerden molotovcocktails gegooid en er ontstond

paniek. Sommige militairen schoten gericht op deburgerbevolking; er vielen doden. De Tsjechoslo-waakse radio riep de bevolking op de Warschau-Pacttroepen niet te provoceren. Na enige tijdwaagden enkele militairen zich buiten de tanks, ende bevolking, waarvan velen Russisch spraken,maakte hen duidelijk dat in Tsjecho-Slowakijegeen contrarevolutie plaatsvond en dat hun aan-wezigheid onnodig en zelfs ongewenst was. De mi-litairen raakten in verwarring, zelfs zozeer dat deSovjetrussische militairen zeer snel na de invalnaar de Sovjet-Unie werden gerepatrieerd, waarze werden overgeplaatst naar afgelegen militairelokaties om weer in het juiste politieke gareel teworden gepraat. De nieuw aangevoerde legereen-heden kwamen uit de zuidelijke en zuidoostelijkerepublieken van de Sovjet-Unie.

Lijdelijk verzet

Op 22 augustus had de bevolking in dorpen en ste-den straatnamen veranderd en wegwijzers ver-plaatst. Vele troepeneenheden raakten niet alleenpolitiek gedesoriënteerd, maar kwamen na urenrijden ook nog eens tot de ontdekking dat ze het-zelfde dorp weer passeerden. Op vele wegwijzerswerd de indringer de kortste weg naar huis gewe-zen, vele muren werden gesierd met het opschrift,,Svoboda", Tsjechisch (én Russisch) voor „vrij-heid". Op de ochtend van dezelfde dag kwam deconservatieve vleugel van de Praagse leiding, devolgelingen van Moskou, in vergadering bijeen.Hun leider, Vasil Bilak, kreeg van de Sovjet-Unieopdracht een nieuwe regering te vormen maar konhiervoor slechts enkele kandidaten vinden. Dedoor hem aangezochte Svoboda wilde ook niet ineen nieuw te vormen regering plaatsnemen, zekerniet als de verblijfplaats van de gearresteerdeDubcek niet werd bekendgemaakt.

Een dag later werd het 14e partijcongres van deCP van Tsjecho-Slowakije gehouden. Gedele-geerden kozen een nieuw Centraal Comité, waar-in de orthodoxen geen zitting meer hadden, metAlexander Dubcek als leider, en zij eisten de on-middellijke terugtrekking van alle Warschau-Pacttroepen uit Tsjecho-Slowakije. Terwijl Dub-cek in een kazerne in de Sovjet-Unie gevangenwerd gehouden kregen de demonstraties inTsjecho-Slowakije een grimmiger karakter. O

MS159(1990)(3) 121

In New York kwam op 23 augustus de Veiligheids-raad van de VN bijeen; een resolutie waarin de in-val werd veroordeeld strandde op een veto van deSovjet-Unie. Door de Amerikaanse minister vanbuitenlandse zaken werd het bericht tegengespro-ken als zou president Johnson tijdens een metBrezjnjev gehouden telefoongesprek, één weekvoor de interventie, de laatste ervan hebben ver-zekerd dat de verdeling van de naoorlogse in-vloedszones ondanks de inval toch zou blijven ge-handhaafd.De Tsjechoslowaken gaven steeds massaler blijkvan hun ongenoegen over de gang van zaken. Omhardere acties van de bevolking te ondermijnensluisde de Russische Staatsveiligheidsdienst Tsje-chisch sprekende agenten het land binnen, maardeze namaak-Tsjechen werden al gauw ontmas-kerd. De kentekens van hun auto's werden viastencils onder de bevolking bekendgemaakt. DeSovjet-Unie stuurde ook peilapparatuur en stoor-zenders het land binnen, maar de Tsjechoslowaak-se spoorwissels bleken plotseling te zijn verzet, zo-dat de treinen die de apparatuur vervoerden opdood spoor terechtkwamen of in een grote cirkelrondreden. De repressie werd echter verhoogd enhet verzet bloedde langzaam dood.Van 24 tot 28 augustus vonden in het Kremlin on-derhandelingen plaats tussen Svoboda, Dubcek,enkele SU-getrouwe partijleden en de Spvjetrussi-sche leiders zelf. De laatsten wilden dat het 14epartijcongres ongeldig werd verklaard en eistendat Tsjecho-Slowakije de invasie van de Veilig-heidsraad-agenda zou verwijderen. Maar zij eis-ten nog meer: opheffing van de vrijheid van me-ningsuiting in de pers- en nieuwsmedia en sluitingvan de grenzen voor de Westerse toeristen enjournalisten.Aan de macht van de CP mocht niet worden ge-tornd. De opstand moest zo snel mogelijk wordenonderdrukt om te voorkomen dat de hervormings-vonk naar de overige lidstaten zou overspringen.Dat moest ten koste van alles worden voorkomen.Nadat bekend was geworden wat de Tsjechoslo-waakse delegatie in Moskou was overeengekomenmaakte zich van de bevolking een gevoel van poli-tieke apathie meester. De realisering van de wen-sen die Brezjnjev op tafel had gelegd werd inTsjecho-Slowakije allengs zichtbaar. De hervor-mingsgezinden ruimden het veld, conservatievepartijkaders namen de opengevallen plaatsen in.

Genadeslag

Nadat met ingang van 30 augustus de pers- ennieuwsmedia weer werden gecensureerd, werd dedag erna het 14e partijcongres officieel ongeldigverklaard. In oktober werd tussen Praag en Mos-kou een verdrag gesloten waarin de legering vande Sovjetrussische troepen op Tsjechoslowaaksgrondgebied werd geregeld; een termijn kwam inhet verdrag niet ter sprake, er werd slechts gespro-ken over tijdelijke stationering. De oprichting vande Centrale groep van strijdkrachten, ongeveer85.000 man, verdeeld over legerkorpseenheden,drie gemechaniseerde infanteriedivisies, tweetankdivisies en luchtstrijdkrachten, was een feit.In december liep Tsjecho-Slowakije weer in hetgareel, de „normalisering" was tot stand geko-men. Dubcek kreeg een spreekverbod en werd alsboswachter tewerkgesteld. In de straten van Praagzag men de garantie van Moskou's uitgezette lijn:patrouilles van Sovjetrussische militairen zoudenvoor rust in het land zorgen.

Eenentwintig jaar later

In 1989 waren in Tsjecho-Slowakije mensen aande macht die in 1968 als orthodox te boek stondenen de door Moskou uitgestippelde koers volgden.Vooralsnog leek de Tsjechoslowaakse partijlei-ding te willen vasthouden aan de oude waarden.Dat bleek wel uit de reactie op de 21e verjaardagvan het neerslaan van de Praagse lente: demon-straties zijn met harde hand de kop ingedrukt.Men hield de bevolking nog steeds voor dat de in-val noodzakelijk was om het land te redden vaneen „Westers complot". Het Oostduitse partij-blad „Neues Deutschland" stelde dat met de invalhet socialisme was verdedigd tegen een imperialis-tische machtsgreep.

Sedert november 1989 wordt Tsjecho-Slowakijeechter meegezogen in de stroom van veranderin-gen die de Oosteuropese landen overspoelt, voor-lopig echter nog met uitzondering van Roemenië.Ook de Praagse leiding is niet aan hervormingenkunnen ontkomen. In ieder geval werd al gehan-deld in de lijn van de in begin 1989 genomen beslis-singen over vermindering van de conventione-le bewapening. De grootste wapenfabriek van

122 MS 159(1990)(3)

Tsjecho-Slowakije te Marin, producent van onderandere tanks van het type T-55 en T-72, heeft infebruari 1989 besloten de produktie met de helft teverminderen. Naar verluidde zou men de vrijge-komen produktielijnen gaan gebruiken voor de fa-bricage van onder meer bouwmachines. In deDDR zijn niet meer te stoppen processen op ganggekomen. Voor het Tsjechoslowaakse volk is hette hopen dat de in gang gezette hervormingen re-sulteren in een nieuwe „lente". Het vijandbeeld isonderhevig aan veranderingen. De Praagse lei-ding heeft de op gang gekomen en onomkeerbarehervormingen in eigen land omgezet in daden, om

de bevolking zich niet tegen haar te doen ke-ren. Op de 21e verjaardag van de inval hebben hetHongaarse en het Poolse parlement de inval van1968 betreurd en veroordeeld. In Polen staat voorhet eerst sedert de Tweede Wereldoorlog eenniet-communist aan het hoofd van een niet door deCP gedomineerde regering. In oktober 1989 heeftde CP van Hongarije zich zelf afgeschaft en mentracht het sociaal-economische systeem te wijzi-gen in de richting van een markteconomie. Zelfs inde DDR is het systeem volledig ineengestort. InTsjecho-Slowakije wordt het onderhand tijd vooreen „nieuwe lente". [Afgeslotenper 15december 1989]

KONINKLIJKEVERENIGING

TERBEOEFENING

VAN DEKRIJGS

WETENSCHAP

Op maandag 26 maart 19901e 19.30 uur (zaal open: 19.00 uur) houdtde vereniging voor leden en introducé(e)s een bijeenkomst in hetDefensie Voorlichtingscentrum, Korte Houtstraat 21, Den Haag, waardr. J. H. L. Löwenhardt, docent Sovjetpolitiek van de werkgroepRuslandkunde aan de Rijksuniversiteit Leiden, een inleiding zalhouden over:

De Sovjetunie na 5 jaar Gorbatsjov

Na afloop is er, als gebruikelijk, gelegenheid voor discussie.

U bent lid van deKoninklijke Vereniging ter Beoefening van de

Krijgswetenschap,tevens actief dienend officier van KL of KLu, en u gaat de dienst verlaten?

Meldt u dat dan s.v.p. even aan de ledenadministratie (Karel Doormanlaan 274, 2283BB Rijswijk), dan wordt ervoor gezorgd dat u de Militaire Spectator blijft ontvangen!

MS 159(1990)(3) 123