Popmuziek en de Rassenverhoudingen in de VS 1955-1968

42
YOU’VE LOST THAT LOVIN’ FEELIN’ POPMUZIEK EN DE RASSENVERHOUDINGEN IN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA 1955-1968 BACHELOR SCRIPTIE SOCIALE en AMERIKAANSE GESCHIEDENIS van XAVIER BAUDET

description

Welke invloed had popmuziek op de verhoudingen tussen blank en zwart in het Amerika van de jaren '50 en '60? Afstudeerscriptie van Xavier Baudet. Universiteit Leiden 2012.

Transcript of Popmuziek en de Rassenverhoudingen in de VS 1955-1968

  • YOUVE LOST THAT LOVIN FEELINPOPMUZIEK EN DE RASSENVERHOUDINGEN IN DE

    VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA

    1955-1968

    BACHELOR SCRIPTIE SOCIALE en AMERIKAANSE GESCHIEDENIS

    van

    XAVIER BAUDET

  • 2

    Inhoudsopgave

    INLEIDING

    HOOFDSTUK 1

    ROCK N ROLL, TECHNOLOGIE EN DESEGREGATIE

    HOOFDSTUK 2

    CROSS OVER: DE ROL VAN PLATENMAATSCHAPPIJEN

    HOOFDSTUK 3

    1964: BETOVERING EN ONTGOOCHELING

    HOOFDSTUK 4

    THE LONG HOT SUMMER EN THE SUMMER OF LOVE: DE

    ESCALATIE 1967-68

    CONCLUSIE

    BIJLAGE:

    HET GELUID VAN EEN REVOLUTIE, TECHNOLOGIE ALS

    INSTRUMENT

    BRONNEN

    3

    4

    11

    16

    23

    32

    35

    40

  • 3

    INLEIDING

    Sinds midden jaren dertig publiceerde Billboard Magazine wekelijks een hitparade van

    wat er zoal aan muziek werd verkocht in de winkels, gedraaid op de radio of aangevraagd

    in Jukeboxen. Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen verschillende genres en hun

    bijbehorende radiostations en verkoopadressen. De grens tussen genres liep langs

    etnische lijnen en de R&B lijst gold en geldt als representatief voor de zwarte

    gemeenschap. Maar toen Rock n roll doorbrak bij een blank publiek en dit bovendien leidde tot een explosieve groei van de platenindustrie als geheel verloor het onderscheid

    tussen blanke en zwarte lijsten aan relevantie. Op 23 november 1963 schafte Billboard

    het verschil dan ook af. Maar in januari 1965 voerde ze het opnieuw in. En was in de

    laatste gesegregeerde Top 30 van 1963 nog steeds ongeveer een derde van blanke artiesten, na de herinvoering waren dat er slechts drie waarvan er maar n de top tien

    haalde: Youve Lost That Loving Feeling van The Righteous Brothers. In iets meer dan een jaar waren de verschillen tussen de blanke- en zwarte muzieksmaak dusdanig

    toegenomen dat n gentegreerde Billboard-lijst geen recht meer deed aan de

    werkelijkheid. Hoe kwam het dat in 1964 de ogenschijnlijke toenadering tussen de

    muzikale voorkeuren van blank en zwart tot staan kwam? Dit is in het kort waar deze

    scriptie over gaat. Ik zal deze vraag proberen te beantwoorden door een context zichtbaar

    te maken en door onder meer een antwoord te geven op de vraag waarom beide

    bevolkingsgroepen vr 1964 juist naar elkaar toe lijken te groeien. Een voor de hand

    liggend beginpunt is 1955, het jaar dat Rock n roll doorbrak, maar ook het moment dat de wereld kennismaakte met Martin Luther King. Ik eindig bij de desintegratie van links

    Amerika in het jaar 1968 met onder andere de moord op King en kort daarop Robert

    Kennedy. Maar ook het moment dat de tot dan toe vrij uniforme jeugdcultuur uiteenviel

    in verschillende subculturen. Uiteraard is deze tijdsafbakening niet keihard. Bepaalde

    trends en ontwikkelingen die ik hier onderzoek speelden al voor 1955 of hielden niet

    abrupt op in 1968. Door mijn achtergrond als musicus heb ik een specifieke interesse in

    de technische- en institutionele factoren die een rol speelden in de popgeschiedenis. Ook

    denk ik aspecten te kunnen herkennen die veel historici allicht vermoeden maar door

    gebrek aan muzikanten-oren niet met zekerheid kunnen stellen. Zo onderzoek ik onder

    andere welke rol bepaalde uitvindingen speelden bij veranderingen in het popgeluid, en

    hoe deze ontwikkelingen van invloed konden zijn op de rassenverhoudingen.

  • 4

    HOOFDSTUK 1

    ROCK'N ROLL, TECHNOLOGIE EN DESEGREGATIE

    Wie iets wetenschappelijks over Popmuziek wil zeggen stuit allereerst op het probleem

    dat er geen algemeen geaccepteerde definitie van dit genre bestaat. Over het algemeen

    laat men deze muzieksoort ontstaan in het midden van de jaren 50 toen Elvis Presley doorbrak. In die definitie is Pop dus synoniem met Rockn roll. Maar die stijl is van zichzelf al moeilijk te onderscheiden van Rhythm & blues, Rockabilly en de snellere,

    ruwere varianten van Country en Jazz. Daarnaast geldt dat artiesten als Elvis ook platen

    maakten met duidelijke invloeden uit andere genres1. In de jaren zestig integreerde deze

    muziek met Folk (een akoestisch gespeelde, traditioneel aandoende muziek met een

    belangrijke rol voor de tekst). Dit gebeurde voornamelijk onder invloed van Bob Dylan

    en The Beatles. Door deze ontwikkeling werden de teksten diepzinniger en het genre in

    z'n algemeenheid minder frivool, waardoor het met dansen geassocieerde suffix n roll steeds vaker werd weggelaten. The Beatles, wier muziek bekend stond als Beat-muziek putten daarnaast ook uit Britse Music Hall- en Europese klassieke invloeden. Het woord

    `Rock deed bijvoorbeeld geen recht aan `Yesterday (1965). Alleen het oeuvre van The Beatles is al zo veelzijdig dat het buitengewoon lastig is om door een stijl-inhoudelijke

    analyse tot een eenduidige definitie te komen.

    Een gebruikelijke oplossing is om Popmuziek te definiren als populaire muziek, de

    muziek van het volk, of beter: de muziek die populair werd toen de massacommunicatie

    opkwam. Maar die definitie gaat er op het eerste gezicht aan voorbij dat Radio en

    Televisie, de Microfoon en de Grammofoon(plaat) er allemaal al waren voor dat Elvis

    werd geboren in 1935. George Gershwin, Marlene Dietrich en Rachmaninov zouden

    evengoed als popmusici kunnen worden getypeerd. De definitie klopt echter wel als we

    kijken naar de verspreiding en het bereik van deze apparaten en daarmee nauw

    samenhangend wie invloed had op wat er gedraaid werd.

    Zo beperkte de Federal Communication Commission tot 1947 het aantal zenders per

    luistergebied tot 3 a 5. Een argument was de geluidskwaliteit in verband met

    interferentie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het argument dat zendapparatuur die

    krachtig genoeg was voor een radiostation niet onttrokken mocht worden aan de

    oorlogsindustrie. En een argument dat sinds de Radio Act van 1927 werd gebruikt:

    vulgair taalgebruik en buitenissige politieke en religieuze overtuigingen dienden uit de

    ether te worden geweerd2. Maar met de opkomst van de Televisie concludeerde de FCC

    dat radio op zijn retour was en werden de etherfrequenties vrijgegeven3.

    Binnen enkele maanden nam het aantal regionale en lokale zenders fors toe, van 89 in

    november 1946 tot 142 in januari '474. Deze veelal regionale en lokale zenders waren te

    arm om hun eigen huisorkesten in te huren, wat tot dan toe gebruikelijk was. In plaats

    daarvan werden grammofoonplaten gedraaid. Hierdoor ontstond ook ruimte voor genres

    1 Geels, Frank W., `Analyzing The Breakthrough of Rockn roll (1930-1970) Multi regime Interaction And

    Reconfiguration In The Multi-level Perspective Technological Forecasting And Social Change vol 74, 8 (2007)1424 2 http://en.wikipedia.org/wiki/Radio_Act_of_1927#The_Radio_Act_of_1927

    3 Peterson, Richard, Why 1955? Explaining The Advent Of Rock Music Cambridge Journal Popular

    Music (1990) Volume 9 Issue 1 101 4 http://jeff560.tripod.com/142fm.html

  • 5

    die de huisorkesten niet beheersten. En de zenders baseerden hun speellijsten op wat er

    verkocht werd en wat er in de jukeboxen werd aangevraagd, zoals dat onder andere door

    het blad Billboard werd bijgehouden. Dat kon van alles zijn. En hoewel de grammofoon-

    industrie aanvankelijk vreesde dat mensen een plaat niet zouden kopen als ze hem op de

    radio gratis konden horen, bleek juist het tegenovergestelde het geval5. Voor de reclame

    industrie had het vrijgeven van de ether tot gevolg dat veel meer moeite moest worden

    gedaan om bepaalde bevolkingsgroepen te bereiken:

    De zwarte bevolking lag in de jaren dertig nog flink achter op blank Amerika als het

    ging om aantallen radio's en dat was - naast racistische vooringenomenheid- een van de

    redenen dat er op landelijke zenders bijna geen zwarte muziek was te horen. Maar nu de

    welvaart steeg en de zwarte bevolking zijn eigen zenders kreeg en niet meer naar de

    blanke zenders luisterde zag de reclame industrie zich gedwongen te adverteren in

    Rhythm& Blues programma's. Het meest ingrijpende gevolg was dat een muziekgenre

    dat tot dusver goeddeels genegeerd werd door de heersende cultuur plotseling in de

    positie kwam om die cultuur ingrijpend te benvloeden6.

    Zoals we in de geschiedschrijving na de Tweede Wereldoorlog zien dat het

    gedachtegoed van Les Annales doorbreekt en dat historici zich meer gaan verdiepen in de

    geschiedenis en de beleving van de gewone man, zo zien we aan tal van ontwikkelingen

    dat in deze periode sprake is van een emancipatiebeweging. Naast de beroemde

    voorbeelden van de Civil Rights Movement en de Tweede Feministische Golf zien we

    onder andere dat de gemiddelde burger veel eerder in zijn leven toegang krijgt tot vormen

    van luxe die voorheen het privilege waren van ouderen. Veel jongeren zijn in 1968 hoger

    opgeleid dan hun ouders7. Ze hebben voor het eerst een eigen budget. Daarnaast is deze

    groep zo talrijk dat zowel de commercie als de politiek zich op deze groep gaat richten.

    Maar ook hun ouders waren er financieel beter aan toe dan ooit. Zo steeg het

    gemiddelde inkomen van een Amerikaanse man met 160% tussen 1950 en 19608. Het

    aantal huishoudens met tenminste n televisie stijgt van minder dan 1 miljoen in 1949

    tot 44 miljoen in 19709 . Het huizenbezit stijgt van 55% in 1950 naar 61 % in 1960. Een

    even grote toename als in de vijf decennia sindsdien10

    . Ook de werkloosheid was laag in

    deze periode en bereikte in 1954 zijn laagste en in 1968 zijn op n na laagste naoorlogse

    waarde.

    In zijn artikel Why 1955? Explaining the advent of rock music beschrijft Richard

    Peterson een reeks ontwikkelingen die bijdroegen aan de doorbraak van de Rock 'n roll.

    Zo beschrijft hij dat de platen die voor 1955 op de radio kwamen qua sfeer en tekst

    nauwelijks aansloten bij de belevingswereld van pubers en hun conflicten met ouders,

    frustraties over school, werk en het andere geslacht. Maar hij wijst er op dat deze

    5 Peterson, 105

    6 Barnouw 1966 289 (geciteerd in Quispel C. en Kloosterman, R.C.,

    Not Just The Same Old Show On My Radio: An analysis of the role of radio in the diffusion of black music among whites in the south of the United States of America, 1920 to 1960 Cambridge Journal Popular Music(1990) Volume 9 Issue 2 151-164 7 Putnam, Robert D., Tuning In Tuning Out The Strange Disappearance of Social Capital in America

    Political Science & Politics (December 1995) 667,668 8 http://en.wikipedia.org/wiki/Personal_income_in_the_United_States

    Taken from World Almanac (in turn sourced to US Census Bureau) 9 http://www.livinghistoryfarm.org/farminginthe50s/life_17.html

    10 http://www.census.gov/hhes/www/housing/census/historic/ownerchar.html

  • 6

    belevingswereld voornamelijk met de babyboomers wordt geassocieerd terwijl die in

    1955 nog nauwelijks bestonden. Volgens hem ontstond al veel eerder een markt voor

    Rockn roll, maar was de industrie hier blind voor, mede door de persoonlijke voorkeur v an een aantal oligopolisten

    11.

    Na een royalty-dispuut tussen de radiostations en muziekuitgever ASCAP richtten de

    radiozenders in 1940 een concurrerende uitgeverij op (BMI) die getalenteerde

    componisten trachtte te ronselen met gunstige royaltydeals. Omdat de ASCAP-

    componisten bijna allemaal trouw bleven aan hun uitgever, trok BMI vooral componisten

    uit genres aan die tot dan toe nooit op de radio te horen waren geweest, zoals Latin,

    Country en Rhythm & Blues. Maar ASCAP sloot een nieuwe deal met de zenders en

    behield voorlopig haar marktaandeel. Pas toen de gemakkelijke vervoerbare 45 toeren

    plaat werd ingevoerd kreeg een ander geluid echt toegang tot de ether12

    .

    Dit geluid was het geluid van Chuck Berry met Maybellene, Bill Haley & His Comets

    met Rock Around The Clock , Fats Dominos Aint That A Shame The Platters met The Great Pretender en pas later, in 1956, Elvis Presley met Heartbreak Hotel. Elvis was dus

    niet de eerste, maar hij beschikte wel over precies die kwaliteiten die een

    miljoenenpubliek zouden aanspreken. Elvis had iets van James Dean, de enkele maanden

    eerder overleden rebel without a cause: jong, slank, goed en sportief gekleed,

    spectaculair gekamd, sympathiek, maar niet ongevaarlijk13

    . Artiesten als Chuck Berry en

    Fats Domino hadden het geluid, maar niet de looks. Elvis daarentegen was geknipt voor

    het medium televisie. Al deze factoren maakten hem tot ht idool bij uitstek voor de

    laatste pre-babyboomers. De rol van zijn fysieke verschijning benadrukt ook hoe

    belangrijk mode en televisie waren geworden. Zonder te willen afdingen op Elvis vocale kwaliteiten en de karaktertrekken die hij daarin legde speelden zijn niet hoorbare

    eigenschappen een minstens zo grote rol. De voor die tijd schokkende heupbewegingen

    die hem de bijnaam Pelvis opleverden en zijn ondeugende grijns waren minstens zo sexy

    als zijn stem.

    Misschien wel doorslaggevend was echter dat Elvis een blanke was die zwarte muziek

    zong14

    . Elvis muziek werd gezien als zwarte muziek en in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Jazz van Louis Armstrong betrof het hier gevaarlijke, subversieve, seksueel gedreven,

    ordinaire negermuziek. Voor het eerst hield een jong blank publiek van iets zwarts

    waarvoor muzikaal gezien geen concessie was gedaan. En anders dan bij George

    Gershwin die vooral het melodieuze aspect van de zwarte muziek met de blanke

    klassieke invloeden mengde, betrof het hier de subversief geachte ritmische aspecten van

    de zwarte muziek. Niet dat Elvis de eerste blanke was die zich liet inspireren door het

    ritme van de zwarte muziek15

    : In de jaren dertig trad Benny Goodman op met zwarte

    musici Teddy Wilson, Charlie Christian en Lionel Hampton en brak daarmee een taboe.

    Maar zijn Swing stond ver af van de ruwe blues van bijvoorbeeld de Mississippi Delta.

    Een ander groot verschil met Rock 'n roll was dat Gershwin en Goodman vooral

    instrumentale muziek maakten en als er al bij gezongen werd bleven de voor Blues en de

    11

    Peterson, 99-100 12

    Peterson, 100 13

    Chin, Daryl, From Popular To Pop: Mass Media And The New Imagery Performing Arts Journal Volume 13. No 1 (January 1991) 7 14

    Ward, Brian, Just My Soul Responding, Rhythm and Blues, black consciousness and race relations

    (London/New York 1991) 38 15

    Quispel/Kloosterman, 152

  • 7

    latere Rock 'n roll en Soul karakteristieke vocale uithalen achterwege. Elvis kon zingen

    als Frank Sinatra, maar op Jailhouse Rock en Hounddog schreeuwt hij en dat was iets

    wat verder alleen door zwarte vocalisten werd gedaan. Gershwin en Goodman waren

    Joden uit het kosmopolitische New York. Maar van een 'redneck' uit het gesegregeerde

    Zuiden moet deze flirt met de zwarte cultuur een opvallende stap zijn geweest.

    Precies in dezelfde tijd dat Elvis doorbrak leidde Martin Luther King de Montgomery

    Bus Boycott tegen de segregatie in het openbaar vervoer in Alabama. En hoewel Rock n roll teksten niet over politiek gingen wees de populariteit van dit genre op de naderende

    ondergang van het oude Zuiden. Rock 'n roll werd door de oudere generaties afgewezen

    als zondig en niggermusic. Maar de blanke jeugd was er dol op. Al duurde het nog een

    decennium eer Rock n roll teksten politiek werden, van meet af aan was het de strijdmuziek van een jeugdcultuur die zich verzette tegen de heersende moraal. En daarin

    vonden blanke en zwarte jongeren elkaar, in ieder geval voorlopig:

    In juli 1960 zou de zwarte Deejay Shelley Stewart plaatjes draaien in Bessemer,

    Alabama. Maar de lokale Ku Klux Klan dwong de zaaleigenaar tot afgelasting van het

    optreden. Dit leidde tot een woedende reactie van 800 tieners die hun entertainment

    wilden, ongeacht de huidskleur van de artiest. De politie greep niet in maar vaardigde een

    arrestatiebevel uit tegen that nigger trying to dance with white girls En Stewart wist zich slechts te nauwer nood te redden

    16. Enkele jaren eerder, in 1956 werd Nat King

    Cole het slachtoffer van racistisch geweld toen Asa Carter, de speechschrijver van de

    latere gouverneur Wallace van Alabama een campagne tegen Rock n roll lanceerde17. Dit terwijl Cole helemaal geen Rock n roller was. Carter plaatste onder meer fotos van Cole met blanke vrouwen in zijn krant met de kop Cole And Your Daughter

    18. Een

    groepje mannen hoopte de zanger, die met een gemengd gezelschap optrad, tijdens een

    concert te ontvoeren. Maar de zaalwacht kwam tussen beide en Cole werd ontzet.

    Bij een gesegregeerd concert in Virginia een maand later braken rassenrellen uit toen

    enkele blanken gingen dansen op de voor zwarten bestemde begane grond van de zaal.

    Vanuit het voor blanken gereserveerde balkon werd het overwegend zwarte publiek met

    flessen bekogeld, waarschijnlijk uit protest tegen het openlijk schenden van Jim Crow-

    wetten. Door dit soort incidenten werd Rock n roll in het Zuiden een zeer geladen onderwerp

    19. Maar niet alleen in het Zuiden. Ook elders in Amerika en zelfs vanuit het

    Congres werden pogingen gedaan om het genre te verbieden of in ieder geval te temmen.

    Daarbij werden zo vaak niet-steekhoudende argumenten aangedragen dat het lijkt alsof

    de eigenlijke redenen van het institutionele verzet tegen Rock n roll niet hardop konden worden uitgesproken:

    Na een uit de hand gelopen dansavond in Boston met de DJ die de term Rock n roll had bedacht, Alan Freed, plaatste het blad Newsday een kritisch artikel waarin werd

    gewezen op de monopolistische trekjes van de pop-industrie en de

    belangenverstrengeling tussen concertpromotors, radiobazen, labels, etc . Nadat (toen

    nog) Senator John Kennedy dit artikel liet voorlezen in de Senaat werd besloten tot een

    onderzoek naar misstanden bij het gemengde BMI. Maar toen bleek dat de nauwelijks

    gemengde concurrent ASCAP veel monopolistischer opereerde liet men het onderwerp

    16

    Ward, 129 17

    Ward 95-104 18

    The Southerner (Mei 1956) 2-3,8 (Augustus 1956) 8 (Maart 1956) 5 19

    Ward 113

  • 8

    rusten20

    . Alan Freed zelf werd persona non grata toen bleek dat hij zich had laten

    omkopen om bepaalde muziek te draaien (het Payola schandaal). Maar TV presentator Dick Clark die in zijn programma American Bandstand een zeer tamme vorm van Rockn roll promootte ging voor veel ernstiger vergrijpen vrijuit

    21. Ging het hier om de openbare

    zeden of om de emancipatie van de zwarte bevolking? In veel gevallen werd dat laatste

    gezien als een bedreiging van het eerste. Tijdens de debatten over BMI sprak Senator

    Barry Goldwater van overspoeling van de ether met inferieure muziek, sinds de oprichting van BMI, het betrof hier vrijwel altijd zwarte muziek22. Hoewel er op deze manier dus een relatie werd gelegd tussen popmuziek en sociale

    verandering wordt aan de achterstelling van zwarten nauwelijks of slechts subtiel

    gerefereerd. Veel liedjes gaan over aardse zaken als auto's, meisjes, dansen, kleding. En

    hoewel bijvoorbeeld de teksten van Chuck Berry een zekere literaire waarde hebben zijn

    ze doorgaans weinig diepzinnig. Er kan echter wel met enige moeite black pride in worden gelezen, zoals bijvoorbeeld in Brown Eyed Handsome Man uit 1956

    23

    Arrested on charges of unemployment, he was sitting in the witness stand

    The judge's wife called up the district attorney

    Said you free that brown eyed man

    You want your job you better free that brown eyed man

    Flying across the desert in a TWA,

    I saw a woman walking across the sand

    She been a-walkin' thirty miles en route to Bombay.

    To get a brown eyed handsome man

    Her destination was a brown eyed handsome man.

    Way back in history three thousand years

    Back ever since the world began

    There's been a whole lot of good women shed a tear

    For a brown eyed handsome man

    That's what the trouble was a brown eyed handsome man

    Beautiful daughter couldn't make up her mind

    Between a doctor and a lawyer man

    Her mother told her daughter go out and find yourself

    A brown eyed handsome man

    That's what your daddy is a brown eyed handsome man

    Milo Venus was a beautiful lass

    She had the world in the palm of her hand

    But she lost both her arms in a wrestling match

    To get a brown eyed handsome man

    She fought and won herself a brown eyed handsome man

    Two, three count with nobody on

    He hit a high fly into the stand

    20

    Ryan, John, The Production Of Culture In The Music Industry, The ASCAP-BMI Controversy (Lanham

    1985) 104 21

    Ward, 164 22

    Ward, 116 23

    Berry, Chuck, Brown Eyed Handsome Man (1956)

  • 9

    Rounding third he was headed for home It was a brown eyed handsome man

    That won the game; it was a brown eyed handsome man

    In hun artikel Not Just The Same Old Show On My Radio beschrijven Chris Quispel en

    Robert Kloosterman dat een belangrijk aspect van een racistische samenleving de druk is

    die door haviken binnen een bevolkingsgroep wordt uitgeoefend op gematigder personen

    om de afstand ten opzichte van de andere groep te bewaren24

    . Wie te vriendelijk deed

    tegen zwarten liep het risico te worden weggezet als niggerlover. En de consequenties

    daarvan konden dodelijk zijn, zoals tot diep in de jaren 60 bleek, bijvoorbeed als een blanke Freedomrider naar het zuiden kwam om zwarten te helpen zich te registreren als

    kiezer25

    . Dat blanke jongeren in het Zuiden zich opeens begonnen te onttrekken aan deze

    sociale druk heeft als voornaamste reden dat de mogelijkheid was ontstaan om in

    afzondering naar zwarte muziek te luisteren zonder dat iemand het merkte. De tot dan toe

    gangbare buizenradio's waren zwaar en prijzig waardoor de meeste gezinnen er zelden

    meer dan een hadden. Maar vanaf midden jaren vijftig dumpte het Japanse bedrijf TTEC

    (het huidige Sony) op grote schaal goedkope transistorradio's op de Amerikaanse markt

    die je kon meenemen naar je slaapkamer, auto of strandfeestje26

    . Dit stelde onder andere

    een jonge Elvis in staat om zich (verder) te verdiepen in deze 'zondige' muzieksoort.

    Naast de impact van technologische en juridische ontwikkelingen moeten we misschien

    ook kijken naar het psychologische aspect van de nasleep van de Tweede Wereldoorlog:

    Door communicatietechnologie was het niet alleen mogelijk geworden om het volk

    massaal toe te spreken (zoals Hitler en Mussolini en de sterren van hun propaganda

    machine hadden aangetoond) maar vooral ook dat de massa hierdoor zlf van zich kon

    laten horen. De technische mogelijkheid daartoe bestond al sinds de jaren twintig, de

    bereidheid ertoe is echter onlosmakelijk verbonden met de impact van bovengenoemde

    dictators en de bloedige nalatenschap van hun autoritaire ideologie27

    .

    Als Hitler en de zijnen niet zon strikt hirarchische maatschappij hadden willen vestigen waren `rechts en `autoritair mogelijk niet zulke beladen begrippen geworden en `links en anti-autoritair niet zo hip als ze in ieder geval eind jaren zestig zouden worden. Misschien werden kinderen kort na de oorlog minder streng opgevoed omdat

    hun ouders niet autoritair wilden overkomen. Daar waar ze zonder gefundeerd argument

    autoritair waren, bijvoorbeeld in hun afwijzing van popmuziek, stonden ze moreel zwak.

    En daarmee werd deze muziek juist aantrekkelijker. Uiteraard had de onmisbaarheid van

    gefundeerde argumenten en de noodzaak om moreel consequent te zijn ook gevolgen

    voor de rassenverhoudingen. Iets wat zich misschien het best laat illustreren met een

    citaat uit President Kennedys Address On Civil Rights van 11 juni 1963: We preach freedom around the world, and we mean it, and we cherish our freedom here at home, but

    are we to say to the world, and much more importantly, to each other that this is a land of

    the free except for the Negroes; that we have no second-class citizens except Negroes;

    24

    Quispel en Kloosterman 25

    En van hen, Andrew Goodman werd door Klan-leden vermoord en door zijn klasgenoot Paul Simon

    vereeuwigd in het liedje He Was My Brother (1964). 26

    Peterson 102 27

    Bennis, Warren, Autobiography: Part 2 Journal Of Applied Behavioral Science (June 1992) 319, 320

  • 10

    that we have no class or cast system, no ghettoes, no master race except with respect to

    Negroes?28.

    Conclusie

    Popmuziek is stilistisch te ongrijpbaar voor een definitie gebaseerd op stijl-analyse. Maar

    wat onder dit genre verstaan moet worden laat zich uitleggen door een reeks andere

    trends te bestuderen die samenvielen met de doorbraak van Rock 'n roll. De doorbraak

    van Popmuziek in 1955 is het gevolg van een reeks technologische, politieke en andere

    ontwikkelingen die al langer speelden, maar precies in 1955 samenkwamen. De

    voornaamste zijn de uitvinding van de transistorradio, de 45toeren plaat en het vrijgeven

    van etherfrequenties. Door de economische groei kon een eigenwijs jong publiek zelf

    beslissen waar het zijn geld aan uitgaf. Rock 'n roll was niet politiek maar blanke

    jongeren luisterden er naar, misschien wel juist omdat het niet mocht. Deze trend hangt

    nauw samen met de emancipatie van a) zwarten en b) jongeren c) het volk in z'n

    algemeen. Ten gevolge van de economische groei en een minder autoritair denkklimaat

    als reactie op de Tweede Wereldoorlog ontstond een situatie waarbij verschillende

    emancipatoire trends elkaar versterkten. Mede daardoor werd de zwarte bevolking in de

    jaren vijftig optimistischer over de bereidheid van de blanke bevolking om hen als

    volwaardige medeburgers te accepteren. Al bleven er uiteraard tegenslagen.

    28

    http://millercenter.org/president/speeches/detail/3375 en

    http://www.youtube.com/watch?v=QMsa5bZ89x4

  • 11

    HOOFDSTUK 2

    CROSS OVER: DE ROL VAN PLATENMAATSCHAPPIJEN

    Cross-over is een combinatie van verschillende stijlen, veelal populaire muziekstijlen. De term is niet voorbehouden aan een bepaalde muzieksoort en wordt als

    genreaanduiding gebruikt wanneer de verschillende stijlen in gelijke mate in de muziek

    doorklinken 29. In de Amerikaanse Popgeschiedenis wordt de term het meest gebruikt om stijlen te beschrijven die zowel een blank als zwart publiek aanspreken. Daarbij wordt

    dus gekeken naar het publiek en niet zo zeer naar de oorsprong van de muziek, al speelt

    die vaak wel een rol. Als muzikale term wordt het ook gebruikt voor andere

    genreontstijgende muziek zoals Fusion (jazz / wereldmuziek/rock) en Folkrock. De

    geschiedenis van Cross-over in de Popmuziek is tevens een sociale geschiedenis, een

    geschiedenis van de integratie. En daarin wordt een voorname rol gespeeld door een

    aantal platenmaatschappijen en producers.

    Een opvallend verschil tussen de blanke en zwarte popartiesten in de jaren zestig is dat

    zwarten over het algemeen bij een relatief jonge platenmaatschappij zaten, en blanken bij

    een oud gevestigd bedrijf. Voor de bands van de `British (Beat) Invasion is dit begrijpelijk: het vergt een omvangrijk internationaal netwerk om een artiest aan de andere

    kant van de oceaan aan de man te brengen. Maar het geldt ook voor blanke Amerikanen

    als The Beach Boys die bij Capitol zaten, Bob Dylan, The Byrds en Simon &Garfunkel

    (alle bij Columbia). En oud gediende Elvis zat bij RCA-Victor. Columbia was al in 1888

    opgericht, Capitol pas in 1942, maar maakte sinds 1956 deel uit van het Britse EMI dat in

    1931 was opgericht. Deze gevestigde maatschappijen hadden overigens wel zwarte

    artiesten onder contract, Nat King Cole, Duke Ellington en Miles Davis zaten bij Capitol,

    Louis Armstrong en Count Basie bij Columbia. Dit waren echter veelal artiesten van

    vr de doorbraak van de Rock n roll in 1955. De nieuwe zwarte helden zaten bij kleine labels die ontstonden na de liberalisering van

    de etherfrequenties in 1947. Bijvoorbeeld Chess Records dat in 1951 een nummer 1 hit in

    de R&B lijsten had met Rocket 88 en verantwoordelijk was voor Chuck Berry, Bo

    Diddley, Muddy Waters en Etta James. Andere kleine labels waren Specialty Records

    waar Little Richard en Sam Cooke hun eerste platen uitbrachten, Atlantic Records (onder

    meer Ray Charles en Big Joe Turner), Vee Jay Records met John Lee Hooker en ABC

    Records met onder andere Fats Dominoe. Overigens waren ook deze nieuwe labels niet

    gesegregeerd, ze waren vaak zelfs eigendom van blanken met een passie voor zwarte

    muziek. Zo begon Sun Records van Sam Philips met BB King, en HowlinWolf maar werd uiteindelijk vooral bekend door blanke artiesten als Johnny Cash, Carl Perkins en

    uiteraard Elvis, voordat RCA hem voor 35000 dollar wegkocht. Ook waren veel van deze

    labels niet geheel onafhankelijk. Zo was Vee Jay (overigens wl volledig in zwarte

    handen) gelieerd aan EMI en had daardoor de eer het eerste Amerikaanse label te zijn dat

    The Beatles contracteerde30

    .

    Het is dus niet zo dat blanken niet bij zwarte maatschappijen zaten en andersom.

    Rockn roll drong simpelweg pas laat door tot de grotere labels. Het was wl te horen op de lokale zwarte zenders. En juist dankzij het versplinterde, lokale karakter van de

    29

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Cross-over_(muziek) 30

    http://www.dermon.com/Beatles/Veejay.htm

  • 12

    nieuwe radiocultuur konden kleine maatschappijtjes floreren. Enkele van de nieuwe

    maatschappijtjes wisten echter dusdanig groot te worden dat de artiesten bij hun

    maatschappij konden blijven en anders dan Elvis konden meegroeien. Het beroemdste

    voorbeeld van zon zwart succes was Berry Gordys Motown Records in Detroit. Een iets minder groot (en ook iets minder zwart) succes maar minstens zo memorabel was Stax in

    Memphis. Het geluid van Stax was over het algemeen vrij rauw en frappant is dat de

    huisband Booker T & The MGs zowel uit blanken als zwarten bestond. Een kenmerkend

    element van de Stax-sound is de gitaar op bijvoorbeeld Soul Man van Sam&Dave en

    (Sitting On) The Dock Of The Bay van Otis Redding. Die werd bespeeld door Steve

    Cropper, een blanke die ook veel productioneel werk voor Stax deed31

    . Ook bassist Duck

    Dunn was blank.

    Net als Stax had Motown een min of meer vaste huisband die tegenwoordig bekend

    staat als The Funk Brothers, maar in de jaren 60 nooit als zodanig op een plaat is vermeld, al speelden ze op zon 90 nummer 1 hits, meer dan The Beatles, The Rolling Stones en Elvis bij elkaar. Hun bekendste lid was bassist James Jamerson wiens stijl

    kenmerkend was voor het geluid van The Supremes, Marvin Gaye, The Four Tops en in

    mindere mate Stevie Wonder. Motown had daarnaast ook artiesten die hun nummers zelf

    schreven en speelden zoals Smokey Robinson & The Miracles. Maar in alle gevallen

    zorgde Berry Gordy ervoor dat `zijn artiesten en zijn geluid onmiskenbaar Motown waren, onder andere door het alleenrecht op de studiomusici contractueel vast te leggen,

    zodat ze niet voor andere studios konden werken. Gordy had enige tijd gewerkt aan de lopende band van een van Detroits autofabrieken en dat inspireerde hem om ook zijn

    label te organiseren als een ware muziekfabriek3233

    .

    Berry Gordy werd gedreven door de overtuiging dat een zwarte het in Amerika alleen

    kan redden als hij niet bedreigend overkomt en hij lette erop dat zijn artiesten op geen

    enkele wijze aanstoot zouden geven. Een van de neven-activiteiten van Motown was

    onder andere het door Maxine Powell geleide Artist Development Bureau, ook bekend

    als The Motown Charm School waar artiesten werden klaargestoomd om voor presidenten en koningen te verschijnen

    34. Zo bouwde hij Motown uit tot een ongekend

    hitsucces met een enorme aantrekkingskracht op zowel blank als zwart. Over het

    algemeen wordt de Motown-sound getypeerd als softer, zwoeler en commerciler dan die

    van Stax, met onder andere meer gebruik van klassieke instrumenten, zoals strijkers35

    .

    De keerzijde van het succes van zwarte labels als Stax en Motown was echter dat de

    nieuwe zwarte sterren niet doorstroomden naar de gevestigde platenmaatschappijen,

    waardoor deze `blanker werden dan ze waren ten tijde van Nat King Cole. Want de grote blanke rockartiesten zaten daar inmiddels wel. Bepaalde vormen van raciale toenadering

    bleven daardoor allicht uit. Voor sommige muziek waren de zwarte labels te zwart en de

    blanke te blank. Jimi Hendrix vond bijvoorbeeld bij geen enkele Amerikaanse

    platenmaatschappij gehoor36

    . Aan de andere kant is het misschien te simpel om dat laatste

    te wijten aan de dominantie van bepaalde labels, of aan diep in de Amerikaanse

    31

    http://www.sl-prokeys.com/stax/stax-session.htm 32

    Quispel, Chris, Detroit City Of Cars, City Of Music Built Environment Volume 31 nr 3, 231 33

    The Motown Story part 4 http://www.youtube.com/watch?v=NfjYBr2UoMk&feature=relmfu 34

    The Motown Story part 5 http://www.youtube.com/watch?v=SY1kO9D0MsA&feature=relmfu 35

    Garofalo, Reebee, RockinThe Boat, Mass Music And Mass Movements (Cambridge 1992) 236 36

    Shaar Murray, Charles, Jimi Hendrix, Kind Van De Regenboog, (Londen 1989), 108

  • 13

    samenleving gewortelde vooroordelen. Uiteindelijk werd Hendrix ontdekt door de Brit

    Chas Chandler, bassist van The Animals. Maar ook de eveneens Britse manager/producer

    van de Rolling Stones Andrew Loog Oldham bij wie Hendrix in 1966 auditie deed zag

    hem niet zitten. Hendrix, althans de muziek waarmee hij doorbrak was mogelijk gewoon

    te extravagant voor het moment.

    Hoewel zwarte popartiesten dus nauwelijks doordrongen tot de gevestigde blanke

    labels was n van de voornaamste producers van Columbia echter wel een zwarte: Tom

    Wilson. Hij was onder andere verantwoordelijk voor het eerste officile album van Sun

    Ra, Jazz By Sun Ra (1956) 37

    . Ook zorgde hij voor een revolutie in de voornamelijk

    blanke Folk-beweging en de levens van Paul Simon, Art Garfunkel en Bob Dylan: In

    1964 hadden Simon & Garfunkel hun album Wednesday Morning 3AM met Wilson

    opgenomen, maar zonder al te veel commercieel succes, waarna Simon naar Engeland

    vertrok en Garfunkel naar de Universiteit. Maar nadat The Byrds een grote hit hadden

    met een elektrische versie van Dylans Mr Tambourine Man nam Wilson buiten medeweten van Simon & Garfunkel een vergelijkbaar arrangement op voor n van de

    akoestische nummers van het duo, het door President Kennedy genspireerde The Sound

    Of Silence. Op Nieuwjaarsdag 1966 bereikte het de top van de Bilboard Hot 100. Op

    dezelfde dag dat Wilson dit nummer elektrificeerde werkte hij ook met Bob Dylan aan Like A Rolling Stone. Wilson speelde aldus een hoofdrol bij de toenadering van Rock en

    Folk38

    .

    Dit voorval zegt iets over de positie van de producer ten opzichte van enerzijds de

    artiest en anderzijds het label. Interessant is de vraag of die bij zwarte labels anders was

    dan bij blanke. Aan de ene kant hebben we Motown waar de invloed van Berry Gordy

    reikte tot diep in de garderobe van Diana Ross. Aan de andere kant hebben we het Britse

    voorbeeld van The Beatles die in de loop van de jaren zestig hun producer slechts nog

    zijn werk lieten doen als het ze uitkwam. (Tijdens The White Album ging George Martin

    zelfs op vakantie)39

    . Daar tussen bevinden zich bijvoorbeeld Phil Spector, een blanke

    producer die veel zwarte platen produceerde en daarbij ook gebruik maakte van een vast

    huisorkest. Zijn betekenis nam echter snel af na 1966. Het Stax-label dat net als Motown

    en Spector met een vaste huisband werkte was qua studio techniek zoveel minder

    geavanceerd dan bijvoorbeeld Motown dat er nauwelijks een onderscheid was tussen

    produceren en arrangeren, met als gevolg dat de macht eigenlijk automatisch bij de leider

    van de huisband lag40

    . (Maar dus niet bij de ster).

    Gordys Motown week in dit opzicht dus niet enorm af van de blanke Spector. Evenmin kunnen we bovengenoemd aspect van de bedrijfscultuur van Stax toeschrijven aan het

    gemengde karakter van de huisband of de voorkeur voor zwarte muziek. Misschien is het

    belangrijkste verschil tussen wat we ervaren als blanke en zwarte labels wel veroorzaakt

    door The Beatles: Motown, Stax en Spector werkten voornamelijk met zangers en

    zanggroepen die zichzelf niet konden begeleiden en volledig afhankelijk waren van

    huisbands of orkestbanden. In het geval van Motown was dat onder andere gevolg van

    37

    Campbell, Robert L., & Trent, Christopher. The Earthly Recordings of Run Ra (2nd edition) (Redwood,

    NY 2000) 38

    http://www.allmusic.com/artist/tom-wilson-p138930/biography 39

    Emerick, Geoff, Here, There And Everywhere, My Life Recording The Music Of The Beatles (New York

    2006) 200 40

    OHare, Peter, Approaching Sound: A Sonocological Examination Of The Producers Role In Popular Music (Glasgow 2008), 10-11

  • 14

    het feit dat veel jong talent het budget ontbeerde om instrumenten te kopen waardoor ze

    genoodzaakt waren dan maar een een a capella groep te vormen, wat rond 1960 een ware

    rage was41

    . Maar The Beatles schreven en speelden hun muziek zelf. Bij de eerste poging

    tot een Amerikaans antwoord op The Beatles (The Monkees) werd dit aspect niet mee gekopieerd

    42. Ook de eerste single van The Byrds werd door sessiemusici in elkaar gezet.

    Maar al snel toonde het publiek een voorkeur voor groepen die net als Dylan en The

    Beatles hun eigen gang gingen en dat uitstraalden ook. Voorbeelden zijn The Loving

    Spoonful, The Doors, en Jefferson Airplane. Heel anders dan Motowns Supremes of The Four Tops.

    Met de British Invasion van 1964 grepen de grote platenmaatschappijen hun kans om

    een marktaandeel terug te veroveren dat ze met de opkomst van de Rockn roll in 1955 waren kwijtgeraakt. De grote labels hadden hun marktaandeel zien krimpen van 75% in

    1954 tot 36% in 1958. In 1954 kwamen 22 van de 30 grootste hits van onafhankelijken

    en in 1957 zelfs 29 van de 3443

    . In dezelfde periode nam de totale omzet van de

    platenindustrie toe van 200 tot 600 miljoen dollar per jaar. Vanuit commercieel oogpunt

    was het negeren van de Rockn roll dus letterlijk een kapitale blunder, die alleen maar erger leek te worden tot het moment dat Elvis in het leger moest, Little Richard dominee

    werd, Buddy Holly neerstortte en Jerry Lee Lewis bleek te zijn getrouwd met zijn 13

    jarige nichtje: In 1959 stopt de groei abrupt waarna ze langzaam opkrabbelt tot 700

    miljoen in 1963. Maar vanaf 1964 neemt de verkoop explosief toe tot 1800 miljoen dollar

    in 1971. In 1970 was een kleine 80% van de opname industrie weer in handen van een

    klein aantal giganten44

    .

    De grote platenmaatschappijen hadden begin jaren zestig dus behoefte aan een gat in de

    markt. Dit gat werd in eerste instantie gevonden door Phil Spector die begreep dat de

    productie, inclusief het opname technische aspect (de sound) minstens zo bepalend was

    voor de populariteit van een nummer als de muziek45. Spectors aanpak maakte van hem

    zelf een ster en zijn succes droeg er toe bij dat binnen de studio de macht verschoof naar

    degenen die begrepen hoe je een bepaald geluid moest maken. Uiteraard ging dit gepaard

    met onenigheid over de vraag van wie nu eigenlijk een sound was. In antwoord op The

    Beatles kreeg Brian Wilson een verregaande autonomie bij het produceren van The

    Beach Boys. The Byrds als Bob Dylan ruzieden met hun platenmaatschappijen over de

    hegemonie op productioneel gebied en wonnen46

    . Ahmet Ertegun, eigenaar van Atlantic

    Records wist zijn (freelance) producers die van The Buffalo Springfield een soort

    Monkees wilden maken te overtuigen om de productie over te laten aan de band zelf47

    .

    Soms ook kregen bands autonomie omdat de rol van producer in naam werd opgeeist

    door de vaak a-muzikale manager, zoals in het geval van Creedence Clearwater Revival.

    41

    Quispel, 230 42

    Stahl, Matthew, Authentic Boybands On TV? Performers and Impressarios in The Monkees and Making The Band Popular Music, Vol. 21 No 3 (2002) 310 43

    Chanan, Michael, Repeated Takes. A Short History Of Recording And Its Effects On Music (New York

    1995) 112 44

    Geels, 1425 45

    OHare, 5 46

    Rogan, Johnny. The Byrds: Timeless Flight Revisited (London 1998) 147149 en http://www.allmusic.com/artist/tom-wilson-p138930/biography 47

    http://en.wikipedia.org/wiki/Buffalo_Springfield

  • 15

    Een dergelijke verschuiving van de autonomie in het voordeel van de artiest vereist

    voor de artiesten bijvoorbeeld dat ze zichzelf kunnen begeleiden. En omdat het voorbeeld

    van The Beatles zo populair was schoten vanaf 1964 de getalenteerde en minder

    getalenteerde blanke bandjes die zichzelf konden begeleiden als paddestoelen uit de

    grond. Maar intussen bleven Motown en Stax trouw aan hun beproefde concept van een

    huisband met wisselende gezichten. En met succes, al bestond er ook bij Motown

    onvrede over de interne machtsverhoudingen. Maar die conflicten werden eigenlijk

    allemaal gewonnen door Gordy of leidden tot een uittocht van bijvoorbeeld het schrijvers

    team Holland-Dozier-Holland in 196748

    . Tussenvormen Phil Spector en Brian Wilson

    (die net als Motown een huisorkest had, maar dat inhuurde voor Beatles-achtige

    psychedelische experimenten) raakten na 1966 goeddeels uit de gratie.

    Of het nou een commercile of artistieke overtuiging was, Gordy had geen ambitie om

    Motown in de markt te zetten als een zwarte maatschappij49

    . De slogan van Motown was

    The sound of young America en niet bijvoorbeeld the sound of black America. En bij het

    grote publiek had hij veel meer succes dan het vrijere en rauwere Stax, misschien wel

    juist omdat Motown niet over het rassenthema sprak. Oprichter Jim Stewart hield van het

    R&B geluid en was als blanke minder bezorgd om zijn positie in de blanke maatschappij.

    Omdat de integratie binnen zijn bedrijf aardig op gang was gekomen en in feite werd

    gedreven door een blanke passie voor het rauwe zwarte geluid was Stewart er veel

    minder op uit om bij blanken in de smaak te vallen dan Gordy. Een paradoxaal gevolg

    was dat het gentegreerde Stax eind jaren Zestig veel beter aansloot bij de

    belevingswereld van zwarten die begonnen af te knappen op blank Amerika dan de

    prachtige- maar volstrekt fabrieksmatige formulepop van het volledig zwarte Motown50

    .

    Conclusie:

    Hoewel de platenmaatschappijen niet gesegregeerd waren ontstond in de jaren 50 een verschil tussen de grote labels en een reeks kleine onafhankelijke maatschappijtjes. Het

    marktaandeel van de grote labels was eind jaren 50 flink gereduceerd doordat ze het potentieel van de Rockn roll niet voldoende hadden onderkend..Begin jaren 60 leek de oplossing te liggen in het vinden van een aanstekelijke sound en niet alleen in goede

    melodien. Motown, Phil Spector en Stax, waren zich hier van bewust en Motown wist

    uit te groeien tot een grote maatschappij. Maar er ontstond een verschil tussen de invloed

    die de artiesten, de sterren op hun geluid hadden en dit verschil wordt in hoge mate

    bepaald door de mate waarin ze zichzelf konden begeleiden. De artiesten die boven

    kwamen drijven na The British Invasion waren relatief autonomer en daardoor rebelser

    dan de sterren van Spector, Stax en Motown. Hierdoor ontstonden ook verschillen in het

    geluid en de aantrekkingskracht op bepaalde bevolkingsgroepen.

    48

    The Motown Story part 6 http://www.youtube.com/watch?v=XoX3f-2ndBY&feature=relmfu 49

    The Motown Story part 1 http://www.youtube.com/watch?v=8k_oa-aVnv4&feature=relmfu 50

    Garofalo, 236

  • 16

    HOOFDSTUK 3

    1964: BETOVERING EN ONTGOOCHELING

    De doorbraak van The Beatles en de dood van President Kennedy zijn vaak met elkaar in

    verband gebracht. In Newsweeks jubileumuitgave The Beatles! 50 Years Since The Music Started legt Billy Joel uit hoe de moord op de jonge, linkse president een hele

    generatie cynisch maakte. Maar The Beatles boden een uitlaatklep en zelfs een antwoord.

    Hun muziek leek een soort universele taal die overal ter wereld werd begrepen, ze

    stonden voor het vermogen om zich op te werken uit een achterstandspositie, maar ook

    voor echtheid, dit was geen prefab uit Hollywood.51

    In zijn artikel The Cultural Meaning

    Of The Kennedys typeert Steven Stark de Kennedys als Hollywood. In concrete politieke zin zouden John en Robert Kennedy geen fractie hebben verwezenlijkt van

    bijvoorbeeld Roosevelt, maar in hun schijnbare voorkeur voor stijl boven substantie

    vormden ze de prelude voor een acteur-president als Ronald Reagan. Kennedy staat

    volgens Stark dichter bij Elvis dan bij FDR en de taferelen tijdens Robert Kennedys campagne in 1968 hadden veel weg van Beatlemania

    52.

    Maar als President Kennedy een soort politieke popster was verklaart dat mogelijk

    waarom de Amerikaanse jeugd tussen 1959 en 1963 genoegen neemt met idolen die qua

    charisma onderdoen voor eerdere helden als James Dean en Elvis, en latere als Bob

    Dylan en The Beatles. Kortstondig voorzag het politieke establishment in een behoefte

    waarvoor men doorgaans aanklopt bij acteurs en schrijvers, de luizen in de pels van dat

    establishment. Misschien verklaart het ook dat de Kennedy-jaren vaak als welhaast

    sprookjesachtig gelukkig worden ervaren, iets wat bijvoorbeeld tot uiting kwam in de

    typering Camelot. Het gat dat Koning Arthur achterliet kon niet worden opgevuld door Lancelot, maar slechts door de kundigste hofnarren sinds de uitvinding van het vak. The

    Beatles speelden die rol perfect. Ze waren beschaafd genoeg om in de smaak te vallen bij

    bijvoorbeeld het Britse koningshuis, maar buitenissig en autonoom genoeg om cynici de

    mond te snoeren.

    Waren de Kennedys voor representanten van de serieuze wereld bovengemiddeld entertaining, dan waren The Beatles voor entertainers bovengemiddeld serieus te nemen en stonden beide iconen niet heel ver van elkaar af. Op de suggestie dat het bij de

    Kennedys alleen maar om stijl ging valt echter het nodige af te dingen. Inzake de

    Burgerrechtenbeweging krijgt Kennedy kritiek dat hij veel meer had kunnen doen, maar

    de passie waarmee hij zich uiteindelijk op 11 juni 1963 schaarde achter deze beweging

    heeft misschien wel meer impact gehad dan welke beleidsmaatregel ook53

    . En uiteraard

    trad zijn regering wel degelijk op, bijvoorbeeld om James Meredith toegang tot de

    universiteit van Mississippi te verschaffen. En al gaf Kennedy ook toestemming voor het

    afluisteren van Martin Luther Kings telefoonverkeer, in 1968 was er maar n kandidaat die zich durfde vertonen in de zwarte gemeenschap, en die liefkozend werd getypeerd als

    Bobby Blue-Eyed Soulbrother54.

    51

    Joel, Billy, Why They Matter in The Beatles! 50 Years Since The Music Started (2012) 19-21 52

    http://www.theatlantic.com/past/unbound/flashbks/pres/stark.htm 53

    Zie hoofdstuk 1 en http://millercenter.org/president/speeches/detail/3375

    en http://www.youtube.com/watch?v=QMsa5bZ89x4 54

    Eppridge, Bill, A Time It Was. Bobby Kennedy In The Sixties, (New York 2008) 58

  • 17

    De moord op de Kennedys was een serieuze domper op het integratieproces, al was het geen Kennedy, maar Lyndon Johnson die de Civil Rights Act aangenomen kreeg.

    Maar ook na het aannemen van deze wet in juli 1964 bleken zwarte Democraten uit

    Mississippi niet te mogen meestemmen over hun delegatie op de Democratische

    Conventie55

    . En al waren zwarten nu op papier gelijk, van echte liefde was geen sprake

    en op tal van terreinen verbeterde er voor hen helemaal niets56

    . In die zin vormde het

    hoogtepunt van de Burgerrechtenbeweging een enorme anticlimax, die eerder met

    Johnson dan met Kennedy werd geassocieerd. Het valt te betwijfelen of de zwarte

    bevolking hiervoor ook troost vond bij The Beatles.

    Al vroeg in de carrire van The Beatles bleek hun interesse in `rootsmuziek. Hun BBC radioprogramma Pop Goes The Beatles in 1963 vulden ze met een melange van

    Rock n roll, Music hall, Tex-Mex (bijvoorbeeld Besame Mucho en Three Cool Cats) R&B en Country&Western. Ze coverden een groot aantal liedjes van zwarte

    meidengroepen (bijvoorbeeld Please Mr Postman) en negeerden daarmee zowel etnische

    als `gender barrires. Bij hun eerste bezoek aan de VS in februari 1964 belden ze radiostations op om muziek van bijvoorbeeld Marvin Gaye aan te vragen, wat onder meer

    te zien is in de film die Alfred Maysles van dit bezoek maakte 57

    . De 12-snarige

    Rickenbacker gitaar die George Harrison gebruikte voor A Hard Days Night (1964) had klankovereenkomsten met Folk-instrumenten als de Dulcimer en de Ierse Bouzouki

    58. En

    de slaggitaar van Shes A Woman (1964) is op een 6-snarige banjo zelfs beter na te bootsen dan op de meeste gitaren. Dit aspect van The Beatles had een enorme

    aantrekkingskracht op jonge Folk- en Bluegrass musici waaronder de toekomstige leden

    van The Byrds en The Buffalo Springfield59

    .

    Tijdens hun tweede toernee in de VS in de zomer van 1964 stelde dichter Allen

    Ginsberg The Beatles voor aan Bob Dylan. Voor The Beatles was dit het begin van twee

    belangrijke ontwikkelingen in hun loopbaan: Dylan bracht hen in aanraking met

    marijuana (tot dan toe kenden ze alleen speed) wat hen uiteindelijk via de LSD bij de

    Psychedelische Rock zou brengen. En Dylan wakkerde de artistieke pretenties van The

    Beatles aan, wat zich de volgende jaren op talloze manieren zou manifesteren. Dylan

    ging zich in navolging van The Beatles een stuk hipper kleden (Chelsea boots en

    corduroy in plaats van tuinbroeken en een arbeiderspet). Maar fundamenteler was zijn

    besluit om voortaan met een begeleidingsband op te nemen. Het resultaat van dit besluit

    is te horen op de door Tom Wilson geproduceerde LP Bringing It All Back Home. De titel

    alleen al verwees naar wat de Beatles hadden gedaan met oorspronkelijk Amerikaanse

    stijlen als R&B. Dylans geluid op dit album is niet ver verwijderd van sommige nummers van The Beatles op hun album For Sale (1964). Met name Lennons Im A Loser klinkt als een openlijke oproep aan Dylan. Maar Dylans antwoord is rauwer. Tijdens deze tournee ontmoetten The Beatles ook The Supremes. De meisjes hadden

    zich keurig aangekleed en kwamen gepoederd en met chaperonne op de hotelkamer van

    55

    Ward, 178 56

    Quispel, 227 57

    The Beatles First Us Visit (film) http://www.youtube.com/watch?v=jYciRQDkYD4 7.20 58

    Dulcimer http://www.youtube.com/watch?v=MJDuholrvok&feature=fvwrel En luister bijvoorbeeld eens

    hoezeer de Irish Bouzouki doet denken aan het Electric 12-string:

    http://www.youtube.com/watch?v=4dLzsZlPZZk&feature=related 59

    http://die-augenweide.de/byrds/speak/aboutbeatles.htm

  • 18

    The Beatles waar het blauw stond van de hasj-dampen terwijl de heren zelf in

    spijkerbroeken op hun bedden hingen. The Beatles hadden blijkbaar gerekend op

    gemakkelijke zwarte feestbeesten en The Supremes op niets minder dan Britse adel.

    Hoewel het maar n anekdote is zegt het voorval veel over de rol van muziek in de

    ontwikkeling van de rassenverhoudingen: The Beatles hadden altijd naar zwarte muziek

    geluisterd en zich iets bij zwarte meisjes voorgesteld wat helemaal niet bleek te kloppen.

    The Supremes zochten via The Beatles aansluiting bij een blank establishment waar The

    Beatles zich juist tegen afzetten. The Supremes hadden de Motown Charm School

    doorlopen om zich staande te houden bij de `upper ten. Terwijl The Beatles als eerste Britse sterren weigerden hun provinciale accent af te leren. Het verschil is hun

    verhouding tot de gevestigde orde. Beide wilden hoger op, maar The Beatles zaten daar

    al60

    .

    Voor een groot deel van de Britse popsterren die in de jaren zestig doorbraken in

    Amerika geldt dat ze voortkwamen uit een sociale klasse die het in de loop van de

    jaren 50 steeds beter had gekregen61. John Lennon omschreef zichzelf als Working Class Hero maar eigenlijk kwam alleen Ringo Starr uit een arbeiders milieu. Veel lastige

    pubers gingen in het Engeland van de jaren 50 naar Artschool waar ze in aanraking kwamen met experimentele kunst, toneel en film. Daar werd hun rebelse inslag

    gekoppeld aan artisticiteit en praktische vaardigheden. Pete Townshend van The Who,

    Ray Davis van The Kinks, Keith Richards van The Rolling Stones, Eric Burdon van The

    Animals, Jimmy Page van The Yardbirds en later Led Zeppelin, allemaal gingen ze naar

    het zelfde schooltype62

    . De beroemdste uitzondering op de regel was Mick Jagger die aan

    de London School of Economics studeerde. In zekere zin hadden de Britse sterren dus net

    als de Motown sterren een Charm School doorlopen, maar dan gericht op het charmeren

    van een andere klasse. Het verklaart dat zovele Britse sterren op een gegeven moment

    probeerden om hun muziek behalve een amusementswaarde ook een artistieke betekenis

    te geven.

    Deze artistieke aspiraties vielen meteen op bij Amerikaanse `Folkies evenals bij klassieke grootheden als Leonard Bernstein zoals hij in 1966 tijdens een van zijn Young

    Peoples Concerts liet weten63. Maar het zijn precies deze aspiraties die ook zorgden voor een kloof met de zwarte popcultuur. Dat betekent in zn geheel niet dat zwarten op een of andere manier minder diepzinnig zouden zijn dan blanken. Zelfs valt te betwijfelen of de

    voor door-en-door blank versleten klassieke invloeden van The Beatles onbekend en

    onbemind waren bij een zwart publiek. Maar wat een cruciaal verschil was, was dat The

    Beatles aansluiting vonden bij een blank publiek dat enkele jaren eerder alleen naar jazz

    of folk zou hebben geluisterd. Dit publiek kreeg nu a shot of Rhythm n Blues dat 10 jaar eerder te ordinair zou zijn geacht voor de betere jeugd. En voor zover het nog steeds te ordinair werd gevonden waren jongeren inmiddels door hun aantallen en financile

    middelen in een positie om daar maling aan te hebben. They got the guns, we got the

    numbers zongen The Doors64

    . En terwijl blanke jongeren uit de middenklasse zich vrijer

    60

    Shaar Murray, Charles, Jimi Hendrix, Kind Van De Regenboog, (Londen 1989), 105 61

    Badman, Keith The Beatles Off The Record Outrageous Interviews And Unrehearsed Interviews (London

    2000) 7 62

    Frith, S. and Home, H., Art Into Pop (London/New York 1987) 73 63

    http://www.youtube.com/watch?v=ygn7ORgPbEE 64

    The Doors Five To One (1968)

  • 19

    gingen gedragen, hipper gingen kleden, hun haar lieten groeien, stiekem een jointje

    rookten, kleefden aan dergelijk gedrag voor zwarten ernstiger consequenties dan voor

    blanken.

    Althans dit was de les die viel te trekken uit het feit dat Elvis multimiljonair was terwijl

    Chuck Berry in de gevangenis zat en Sam Cooke werd vermoord zogenaamd omdat hij

    een vrouw wilde verkrachten. Dat de zwarte sterren er tot laat in de jaren zestig veel

    netter uit zien dan hun blanke tegenhangers is omdat Motown acceptabel wilde zijn voor

    het grote blanke publiek. Dit terwijl artiesten als Paul McCartney en David Crosby

    openlijk spraken over- en opriepen tot het gebruik van LSD65

    . En toen een groot deel van

    het publiek in navolging van hun idolen een richting in sloeg waar zwarten niet in mee

    konden gaan re-segregeerde de popcultuur. Daar staat tegenover dat bands als The

    Rolling Stones juist aandacht vroegen voor oudere zwarte bluesmusici als Muddy Waters

    en BB King, die ze in hun voorprogramma lieten spelen. Dit benadrukte echter de status

    van zwarten als voorlopers, en dat wat hun blanke navolgers met dit pionierswerk deden

    als het meer ontwikkelde eindresultaat. De blanke sterren werden er bovendien ook nog

    veel rijker mee dan hun voorbeelden66

    .

    Volgens BB King zagen zwarten de Blues vaak als iets van vroeger dat hen herinnerde

    aan een armoedige tijd die ze liever vergaten67

    . Het is denkbaar dat juist de gebrekkige

    geluidskwaliteit van bluesplaten (bijvoorbeeld mondharmonicas door piepende overstuurde versterkers) door blanken expres werd gemiteerd terwijl zwarten zich een

    beetje schaamden voor dit soort amateurisme. Toch besteed het gezaghebbende

    poptijdschrift Rolling Stone tussen 1967 en 1972 nauwelijks aandacht aan contemporaine

    zwarte sterren als Marvin Gaye, Smokey Robinson of Stevie Wonder, terwijl Waters en

    King in deze periode meerdere artikelen aan zich gewijd zagen68

    .

    Door bepaalde aspecten van folk, klassieke muziek en Music-hall te koppelen aan het

    rebelse en hedonistische karakter van Rock n roll doorkruisten The Beatles de ontwikkeling van de Amerikaanse muzikale integratie. Vanaf 1959 was er een vrij tamme

    maar etnisch onbestemde popcultuur ontstaan die Billboard er in november 1963 toe

    bracht het onderscheid tussen blanke en zwarte hitlijsten op te heffen. Maar iets meer dan

    een jaar later waren verschillen in koopgedrag dusdanig toegenomen dat een aparte R&B

    lijst opnieuw nodig leek. Stonden in de laatste R&B Top 30 van 1963 nog 10 platen van

    blanken, waaronder The Beach Boys, in de eerste nieuwe gesegregeerde lijst staan

    slechts 3 platen van blanken waarvan maar n in de Top 10: Youve Lost That Loving Feeling van The Righteous Brothers, geproduceerd door Phil Spector

    69.

    Wat zegt het over het vertrouwen van zwart Amerika in hun blanke landgenoten dat de

    enige blanke muziek die hen nog raakt zo triest is? De tekst is gericht aan een meisje,

    maar kan even goed op de blanke liberals slaan die na een korte flirt met de

    Burgerrechtenbeweging de interesse in het thema lijken te zijn verloren:

    You never close your eyes anymore when I kiss your lips.

    65

    Paul McCartney admits taking LSD (ITN Interview 19 juni 1967)

    http://www.youtube.com/watch?v=DVmXoTa20dY en The Byrds- Live At Monterrey: Have You Seen

    Her Face http://www.youtube.com/watch?v=HWcnYoB_Ykc 66

    Ward,175 67

    Sawyer, C., B.B. King The Authorized Biography (Blandford 1981) 86 68

    http://www.rollingstone.com/allaccess 69

    The Righteous Brothers/Phil Spector Youve Lost That Loving Feeling (1964)

  • 20

    And there's no tenderness like before in your fingertips.

    You're trying hard not to show it, (baby).

    But baby, baby I know it...

    You've lost that loving feeling,

    Whoa, that loving feeling,

    You've lost that loving feeling,

    Now it's gone...gone...gone...wooooooh.

    Now there's no welcome look in your eyes when I reach for you.

    And now you're starting to criticize little things I do.

    It makes me just feel like crying, (baby).

    'Cause baby, something in you is dying.

    You lost that loving feeling,

    Whoa, that loving feeling,

    You've lost that loving feeling,

    Now it's gone...gone...gone...woooooah

    Baby, baby, I get down on my knees for you.

    If you would only love me like you used to do, yeah.

    We had a love...a love...a love you don't find everyday.

    So don't...don't...don't...don't let it slip away.

    Baby (baby), baby (baby),

    I beg of you please...please,

    I need your love (I need your love), I need your love (I need your love),

    So bring it on back (So bring it on back), Bring it on back (so bring it on back).

    Bring back that loving feeling,

    Whoa, that loving feeling

    Bring back that loving feeling,

    'Cause it's gone...gone...gone,

    and I can't go on,

    noooo...

    In zijn boek How The Beatles Destroyed Rock n roll: An Alternative History Of American Popular Music stelt Elijah Wald dat de nieuwe Britse bands weliswaar

    interessante melodieuze innovaties aanbrachten, maar dat hun ritmes citeerden uit muziek

    die voor zwarten een stap terug was. The Beatles zorgden volgens Wald voor een re-

    segregatie van de hitparade70

    . Wald omschrijft de Motown-beat als complexer en

    krachtiger dan die van The Beatles, hetgeen doet twijfelen aan zijn inzicht aangezien dat

    aantoonbaar niet waar is71

    . Wat echter wel klopt is dat intellectualistische tendensen in

    het oeuvre van The Beatles trends veroorzaakten in de blanke pop die grote delen van het

    blanke publiek te snobistisch maakten voor bepaalde zwarte specialismen. Daarbij gaat

    het voornamelijk om het verschil in dansbaarheid tussen Beatmuziek en de meeste zwarte

    muziek.

    70

    Wald, Elijah, How The Beatles Destroyed Rock roll: An Alternative History Of American Popular Music (Oxford 2009) 5 71

    De meeste Motown platen tot Marvin Gayes I Heard It Through The Grapevine zijn ritmisch juist heel monotoon, vergelijk Baby Love, Dancing In The Street of How Sweet It Is (To Be Loved By You) met All

    Ive Got To Do, I Feel Fine of Ticket To Ride van The Beatles

  • 21

    Waar ritmische innovaties bij zwarte artiesten als James Brown leidden tot het ontstaan

    van een zeer dansbare Funk, zijn Ringo Starrs indrukwekkendste drumpartijen (bijvoorbeeld She Said, She Said, A Day In The Life) juist minder dansbaar dan zijn

    vroegste werk72

    . The Times begroette het minst dansbare album van The Beatles tot dan

    toe met de kop The Beatles Revive Hopes Of Progress73. Uiterst technische Britse drummers als Ginger Baker, Keith Moon en Mitch Mitchell vielen niet direct op door een

    dansbare groove. Wel sloten ze aan bij ontwikkelingen in de Jazz, maar ook dat was een

    genre waar vrijwel alleen blanken en een piepkleine zwarte elite naar luisterden74

    .

    Mogelijk zal een blanke drummer die aansluiting zoekt bij de `hogere kunst van zijn cultuur juist minder met dans geassocieerd willen worden omdat de dans in de westerse

    cultuur van oudsher bekendstaat als het tijdverdrijf van de laagste sociale klassen75

    . In de

    zwarte traditie ligt dit minder gevoelig. Zo was het niet het opzwepende ritmische

    karakter van Gospel dat Martin Luther King zorgen baarde, maar wel dat dit genre werd

    gebruikt om aardse genoegens te bezingen in plaats van hemelse76

    . En dat was precies

    wat bijvoorbeeld Ray Charles en Sam Cooke aan het doen waren.

    De religieuze traditie van zwarten staat van oudsher anders tegenover dans dan de

    Europese kerkelijke traditie waar zelfdiscipline, stil zitten en het zingen van statige

    melodien (waarvan soms zelfs alle noten even lang moeten zijn) getuigen van de

    opperste devotie. Zwarte kerken hebben sinds de verstedelijking moeten concurreren met

    elkaar en met de theaters en clubs in de grote steden. (Voor die tijd hielden sociale

    controle en slavernij ze bijeen). En een middel om publiek te lokken was spektakel. De

    muziek speelde een hoofdrol. Het samen vieren, spontaan uiting geven aan gevoelens, de

    collectieve extase77

    . Het zijn facetten van de popmuziek die hun oorsprong hebben in de

    zwarte kerk, die bij blanken associaties met heidendom en Bacchanalia opriepen, terwijl

    het voor zwarten juist stond voor saamhorigheid en al dan niet religieuze troost. Ook dit

    maakt dat zwarten en blanken bij het zelfde schouwspel mogelijk verschillende gevoelens

    hebben gehad waardoor zij na verloop van tijd verschillende richtingen kozen. Voor een

    blanke was dansen op Rock n roll dus veel rebelser en zondiger dan voor een zwarte78. Toen de ruige Rock n roll van de beginjaren plaats maakte voor de zwoelere klanken van Sam Cooke, Ben E. King en Motown verdween het aanstootgevende karakter en

    integreerden zwart en blank. Maar The Beatles vestigden opnieuw de aandacht op die

    zwarte muziek waar blanken aanstoot aannamen. En al vond de blanke jeugd het

    prachtig, een zwarte kon er niet aan meedoen zonder een stukje respectabiliteit prijs te

    geven. De tegenstelling werd nog meer versterkt door nummers als Satisfaction van The

    Rolling Stones die expliciet de seksuele connotaties van de Rythm & blues benadrukten.

    Een zwarte kon zich hier niet zomaar aan wagen zonder oude stigmas van zwarte dierlijke ongeremdheid nieuw leven in te blazen. Otis Redding die gesteund door zijn

    blanke begeleiders dit risico wel aandurfde werd prompt een icoon van black pride.

    72

    The Beatles She Said She Said http://www.youtube.com/watch?v=DlKIsg_XdkI 73

    http://www.flickr.com/photos/rinkratz/5312049054/ en www.thetimes.co.uk. 74

    Ward, 306 75

    Cicero zei dat niemand danst als hij sober is tenzij hij gek is Nemo enim fere saltat sobrius, NISI forte

    insanit en als advocaat nam hij het ooit op voor Lucius Murena die door Cato een `danser werd genoemd en daardoor ongeschikt voor het consulaat.http://carnaval.com/italy/dance/roman_dance.htm 76

    Ward, 173 ,189 77

    Ward,193 78

    Ward,198

  • 22

    Maar Motown paste wel op. Seksueel expliciete teksten komen bij Motown niet voor.

    Lets Get It On (1973) van Marvin Gaye is een van de weinige uitzonderingen. Dat zwarten zichzelf als het ware censureerden zien we ook op een ander niveau: De

    Burgerrechtenbeweging vermeed liefst de associatie met zwarte popmuziek, terwijl

    blanke helden als Dylan, Joan Baez en The Beatles en `beschaafdere zwarte artiesten als Sammy Davis Jr en Harry Belafonte wel werden benaderd voor benefietconcerten.

    Motown had op haar beurt geen behoefte om het zorgvuldig opgebouwde krediet bij de

    blanke middenklasse te verspelen door zich uit te spreken over politieke zaken79

    . Tenzij

    het een politieke zaak betrof die het specifiek zwarte belang ontsteeg. Zo verschenen The

    Supremes wl in een CBS-special over Johnson en de War On Poverty80

    .

    Benefietconcerten leverden echter weinig op als er bijvoorbeeld in een zwarte buurt Folk-

    artiesten waren geboekt die buiten de blanke gemeenschap nauwelijks aansloegen. Maar

    de associatie met blanke artiesten bracht de beweging legitimiteit en nuttige contacten.

    De rol van zwarte artiesten was vooral psychologisch, hun succes zorgde voor `black

    pride en vaak doneerden ze geld. In dat opzicht zijn deze artiesten vergelijkbaar met zwarte geestelijken die niet politiek actief waren maar wel troost boden

    81.

    Conclusie

    The Beatles boden afleiding na de moord op Kennedy en vulden in zekere zin het gaat het

    gat dat hij achterliet. Kennedy zou kunnen worden gezien als een overgangsfiguur tussen

    de tieneridolen James Dean, en Elvis enerzijds en Dylan en The Beatles anderzijds. Met

    hun doorbraak twee maanden na Kennedys dood bliezen ze dat platenindustrie nieuw leven in. Ze legden nieuwe verbanden tussen bestaande stijlen en integreerden daarmee

    de zwarte rhythm and blues met blanke folk. Maar paradoxaal genoeg leidde dit juist tot

    een verwijdering tussen zwart en blank Amerika. De oorzaak hiervan ligt deels in het

    extravagante gedrag van de The Beatles en hun navolgers. Maar ook in snobistische,

    intellectualistische trekjes van het blanke (pop) establishment. Onder invloed van The

    British Invasion ontwikkelt de Amerikaanse blanke popmuziek zich zo dat zwarten de

    aansluiting missen. Een belangrijke rol speelt de culturele lading van het fenomeen

    dans, onder meer in religieuze context: In de zwarte kerkelijke traditie is het met lichamelijke handelingen uiting geven aan devotie meer geaccepteerd dan in de Europese

    kerk. Dansmuziek gold als amusement waar muziek die kunstzinnig werd geacht meestal

    niet dansbaar was82

    . Het begin van de verwijdering in de jeugdcultuur valt ongeveer

    samen met het hoogtepunt van de Burgerrechtenbeweging: de Civil Rights Act van 1964.

    Maar na dit hoogtepunt volgde de ontgoocheling dat de verbeteringen slechts op papier

    bestonden en verder nergens.

    79

    Ward, 395 80

    Idem, 397 81

    Idem, 336 82

    Uiteraard hebben we het hier niet over (klassiek) ballet, maar over muziek die ook dansbaar is voor

    mensen die er niet een leven lang voor hebben gestudeerd.

  • 23

    HOOFDSTUK 4

    THE LONG HOT SUMMER EN THE SUMMER OF LOVE: DE ESCALATIE

    (1967-68)

    The Summer Of Love is een beroemde term voor de zomer van 1967 toen zon 100.000 hippies naar San Francisco togen. De wijk Haight Ashbury werd het centrum van wat

    sindsdien de Counterculture wordt genoemd, een spontaan sociaal experiment met

    nieuwe samenlevingsvormen zoals communes, geestverruimende drugs en vrije liefde.

    Maar in `Hashbury zoals Hunter S.Thompson het noemde ging het niet alleen om hedonisme

    83. De (eerste) bewoners werden gedreven door een anti-kapitalistisch ideaal.

    Zo kende de wijk ook een Weggeefwinkel en een Free Clinic die nog steeds bestaat.

    Uiteraard beperkte het hippie-fenomeen zich niet tot San Francisco, het was een

    wereldwijd fenomeen, van Amsterdam tot Sao Paolo. Al lag het centrum onmiskenbaar in

    California. Als hoofdstad hield The Haight het echter niet lang vol, op 6 oktober 1967

    werd de hippie beweging symbolisch ten grave gedragen omdat de wijk de vele

    bezoekers niet meer aankon, maar velen verspreidden vervolgens de hippie-rage in hun

    eigen landen en steden.

    Een andere typering van deze zomer is The Long Hot Summer, waarmee een heel ander

    gevoel tot uiting wordt gebracht dan het hippie idealisme van Haight Asbury. De zomer

    van 1967 werd namelijk gekenmerkt door een escalatie in de rassentegenstellingen. In

    totaal 159 rassenrellen braken uit in onder andere Newark, New York, Tampa, Detroit en

    een groot aantal andere steden. Dit bracht President Johnson ertoe de Kerner-Commission

    in te stellen om de achtergronden van deze rellen in kaart te brengen. Eind februari 1968

    vatte de commissie de problemen samen met de woorden Our nation is moving toward two societies, one black, one white, separate and unequal84. De commissie weet dit voornamelijk aan blank racisme en adviseerde onder meer betere huisvesting voor

    zwarten in buurten die dichter bij de industrile centra lagen. De regering Johnson legde

    het rapport echter naast zich neer, tot woede van onder andere Senator Robert Kennedy

    die moeite had zijn president nog langer trouw te blijven85

    .

    Uiteindelijk, tijdens een ontbijt met de verzamelde pers op 30 januari 1968 maakte hij

    bekend definitief geen tegenkandidaat voor Johnson te willen zijn. Maar amper een

    etmaal later bleek Kennedys beroemde politieke instinct hem pijnlijk in de steek te hebben gelaten toen Noord Vietnam en de Viet Cong een gezamenlijke aanval op

    Amerikaanse doelen in Zuid Vietnam lanceerden. Deze aanval verbrijzelde in Kennedys woorden ` het masker van de officile illusie dat Amerika aan het winnen was

    86. De regering Johnson had al maandenlang consequent beweerd dat de overwinning

    nabij was. En al bleek het Tet-offensief geen militair succes voor de communisten, het

    was een psychologische nederlaag die Amerika, en in het bijzonder President Johnson

    niet meer te boven zou komen.

    83

    Anderson, T. The Movement And The Sixties; Protest In America From Greensboro To Wounded Knee

    (Oxford 1995) 174 84

    http://www.eisenhowerfoundation.org/docs/kerner.pdf 85

    Schlesinger, Arthur M Jr, Robert Kennedy And His Times (New York 1978) 846 86

    Clarke, Thurston, The Last Campaign, Robert F. Kennedy and 82 days that inspired America (New York

    2008) 34

  • 24

    Al sinds de voor de Democraten slecht verlopen `mid-term verkiezingen van 1966 speelden enkele activisten onder leiding van Al Lowenstein met het idee om voor

    Johnson een tegenkandidaat te zoeken binnen de Democratische partij. Deze Dump

    Johnson Movement klopte vergeefs aan bij Kennedy maar vond een alternatief in Senator

    Eugene McCarthy87

    . Bij de voorverkiezingen in New Hampshire op 12 maart kreeg hij

    42% van de stemmen tegen Johnsons 49%, iets wat algemeen als een morele nederlaag voor Johnson werd genterpreteerd. Hierdoor werd het niet per se gemakkelijker voor

    Kennedy om zich alsnog te kandideren, omdat hem verweten kon worden dat hij

    McCarthy het vuile werk had laten opknappen, maar het was duidelijk dat het nu of nooit

    was. En dus stelde hij zich alsnog officieel kandidaat op 16 maart 1968. Al weer een

    Kennedy beslissing die toevallig samenviel met een bloedige gebeurtenis in Vietnam: het

    My Lai Bloedbad (dat overigens pas later bekend werd).

    Op 31 maart trok Johnson zich onverwachts terug, waarna de race geheel open lag, al

    verwachtten de meeste deskundigen dat Vice President Hubert Humphrey vrijwel zeker

    het partij-establishment achter zich krijgen. Kennedy genoot echter de sympathie van

    uiteenlopende personen en organisaties. Van Martin Luther Kings SCLC tot aanhangers van de racistische George Wallace

    88. De kans was reel dat invloedrijke partijbonzen als

    burgemeester Richard Daley van Chicago uiteindelijk voor Kennedy zouden zwichten als

    hij tenminste kon bewijzen dat hij verkiesbaar was. Maar ook activisten als Tom Hayden

    die op dit moment al druk waren met plannen om de Democratische Conventie in Daleys Chicago te verstoren waren bereid daar van af te zien als Kennedy genomineerd zou

    worden89

    .

    Een van de campagne posters van McCarthy bevatte de tekst Our Children Have Come

    Home met de uitleg: suddenly theres hope among our voting people, suddenly theyve come back into the mainstream of American life. And its a different country. Deze woorden refereerden onder andere aan het Get Clean For Gene-fenomeen: Vrijwilligers

    voor McCarthy schoren hun baarden en knipten hun haar om er iets acceptabeler uit te

    zien voor potentile kiezers90

    . Leek het er even op dat miljoenen nieuwe kiesgerechtigden

    zich zouden afkeren van de politiek, door de abdicatie van Johnson en de rele kans dat

    een vredeskandidaat hem zou opvolgen was er in het voorjaar van 1968 daadwerkelijk

    sprake van politieke hoop. En al sprak McCarthy vooral de jeugd aan, ten gevolge van de

    Babyboom was die goed voor 13 miljoen nieuwe kiezers, nog exclusief jonge

    immigranten en babyboomers uit de staten waar al vanaf 18 of 20 mocht worden

    gestemd91

    . De komende jaren zou dit aantal nog fors toenemen, een belangrijke reden

    voor kandidaten om zich op de jeugd te richten.

    Maar de plotselinge euforie na het aangekondigde aftreden van Johnson werd vier

    dagen later wreed verstoord in Memphis. Op donderdag 4 april werd Martin Luther King

    door een blanke scherpschutter vermoord op het balkon van zijn hotel. King, het symbool

    van het vreedzame verzet was in de maanden voor zijn dood steeds meer buiten spel

    komen te staan naarmate protesten tegen armoede en andere achterstelling van zwarten

    87

    Kaiser, Charles, 1968 In America, Music, Politics, Chaos, Counterculture and the Shaping of a

    Generation (New York 1988) 31 88

    Clarke, 281 89

    Kurlansky, Mark 1968 The Year That Rocked The World (London 2005) 138 90

    http://minnesota.publicradio.org/display/web/2006/11/20/mccarthy2a/ 91

    http://geography.about.com/od/populationgeography/a/babyboom_2.htm Alle nieuwgeboren tussen 1944

    en 47. In Kentucky en Georgia mocht vanaf 18 gestemd worden in Hawaii en Alaska vanaf 20

  • 25

    steeds vaker ontaardden in geweld. Leden van het Student Nonviolent Coordinating

    Committee (SNCC) jouwden King al in 1966 uit met kreten als Black Power! waar King vergeefs had gepleit voor de kreet `Black Equality 92. Eind maart 1968 liep een vreedzaam bedoelde actie voor vuilnismannen in Memphis uit op een fiasco toen de

    actievoerders de politie aanvielen.

    Door de (blanke) pers werd King steeds vaker voor gek gezet, maar ook door zwarte

    activisten als Stokely Carmichael. In zijn Blackpower-speech in 1966 verwees hij

    ondubbelzinnig naar Kings I Have A Dream (1963): Some negroes have been walking down a dreamstreet talking about sitting next to white people93. Dat King kritiek kreeg uit radicale hoek was niet nieuw, maar door de escalatie van het geweld werden hij en

    zijn geweldloosheid geheel door de feiten achterhaald. Nu King zich bovendien had

    uitgesproken tegen de Vietnam-oorlog raakte hij ook gebrouilleerd met zijn machtigste

    bondgenoot President Johnson en een groot deel van de tot dusver welwillende coldwar

    liberals94

    . Tegen het eind van zn leven was King totaal gedesillusioneerd geraakt, wat wel blijkt uit de titel van zijn laatste, onafgemaakte speech die hij hoopte uit te spreken

    bij de herkansing van het vuilnis-protest: Why America May Go To Hell95

    .

    Het waren Black Panthers als Bobby Seale, Huey Newton en Eldridge Cleaver die in

    een radicaliserend klimaat boven kwamen drijven. In zijn boek Soul On Ice(1968)

    verhaalde Cleaver onder andere hoe hij blanke vrouwen verkrachtte `to send waves of

    consternation through the white race96. Cleaver typeerde gelauwerde zwarten als Martin Luther King en James Baldwin als Uncle Toms en als schoothondjes van het blanke establishment, alleen al omdat ze zoals bijvoorbeeld King een Nobelprijs hadden

    97.

    Cleaver was in 1968 presidentskandidaat voor Peace And Freedom Party, waarvoor hij

    vanuit de gevangenis campagne voerde na een schietincident met de politie van Oakland,

    wat hij naar eigen zeggen zelf had uitgelokt als wraak voor de moord op King. Maar

    omdat Black Panthers regelmatig ten onrechte door de politie werden opgejaagd en de

    neiging hadden om onder verdachte omstandigheden te overlijden bestond er een zekere

    mate van sympathie voor hun gewapend verzet. Een van hen, H. Rap Brown

    veroordeelde Kings geweldloosheid als moreel onjuist en zei there should be more shooting than looting, the white man is your enemyyou better get a gun, violence is as American as cherry pie 98. Het wekt geen verbazing dat SNCC, het Student Nonviolent Coordinating Committee niet lang meer zou bestaan. Of zoals Carmichael het

    verwoordde: Now that theyve taken Dr King off, its time to end this nonviolence bullshit99. En zo zag een groot deel van de zwarte bevolking het ook. Die avond braken er

    honderden rellen uit in een groot aantal steden in de VS, waaronder Detroit en

    Washington DC waar zon 1200 gebouwen in rook opgingen. In Baltimore waren de rellen pas 10 dagen later onder controle. Van de in totaal 39 dodelijke slachtoffers vielen

    92

    Kaiser 137 93

    http://www.americanrhetoric.com/speeches/stokelycarmichaelblackpower.html 94

    Kaiser 137-138 (coldwar liberals staan voor links binnenlands beleid maar voor een harde opstelling in de Koude Oorlog) 95

    http://freedemocracy.blogspot.com/2008/04/martin-luther-king-jr-why-america-may.html 96

    http://edition.cnn.com/US/9805/01/cleaver.late.obit/ 97

    Kurlansky, 113 98

    New York Times 28 juli 1967 99

    Kurlansky 117

  • 26

    er 11 de eerste twee dagen in Chicago waar burgemeester Daley zijn politiecorps het

    shoot to kill commando gaf. Ook een vreedzame blanke demonstratie tegen het politie

    geweld in de gettos werd beantwoord met traangas en slaag100. In activistische kringen werd aangenomen dat Daley zich extra afschrikwekkend opstelde met het oog op de

    Democratische Conventie later dat jaar101

    .

    Een van de weinige staten waar geen rellen waren uitgebroken was Indiana. Volgens

    velen was dit te danken aan de kalmerende woorden die Kennedy daar de avond van

    Kings dood sprak. Kennedy bracht zelf het nieuws en maakte een diepe indruk met zijn

    oproep om rassentegenstellingen te overbruggen en als n volk te strijden tegen

    onderdrukking en armoede. Zijn gemproviseerde toespraak mist hier en daar samenhang

    als hij als argument lijkt te gebruiken dat zijn broer eveneens door een blanke werd

    vermoord, maar dat viel in het niet bij het indrukwekkende feit dat hij zijn persoonlijke

    verlies berhaupt had durven delen102

    . Tot dit soort uitingen van empathie was Eugene

    McCarthy volstrekt niet in staat. Als het aan hem had gelegen was hij niet eens naar

    Kings begrafenis gegaan103. Woede over racisme en de oorlog in Vietnam kwamen samen, nog voor de moord op

    King bij protesten op Columbia University. Studenten waren boos over de betrokkenheid

    van hun universiteit bij defensie onderzoek voor de oorlog in Vietnam en de aanleg van

    een gymzaal in de wijk Harlem. Voor dit project werden woningen van zwarten gesloopt

    en de ingang van de gymzaal zou bijna niet te bereiken zijn vanuit de zwarte wijk. Dit

    leverde het project al gauw de bijnaam Gym Crow op. Sinds 1959 bleken zon 7000 zwarten en Puertoricanen uit hun huizen te zijn gezet voor de uitbreiding van een

    overwegend blanke elite universiteit. Een door Columbia georganiseerde dienst ter

    nagedachtenis aan King werd door het studentenprotest als uiterst hypocriet ervaren en

    deed de vlam in de pan slaan104

    . Vervolgens werd een aantal universiteitspanden bezet.

    Het werd echter snel duidelijk dat ook de activisten gesegregeerd waren: de zwarte

    activisten verzochten de blanken om de in Harlem gelegen panden te verlaten. De

    Counterculture leed aan de zelfde kwaal als de maatschappij waartegen ze ageerde105

    .

    De strijd tussen McCarthy en Kennedy wordt in de Primary van 5 juni 1968 in

    Californi beslecht in het voordeel van Kennedy. Maar na zijn overwinningsrede in het

    Ambassador Hotel in Los Angeles wordt hij neergeschoten door een Jordanir die boos

    was over Kennedys steun aan Israel. Kennedy overlijdt de volgende dag. Vervolgens stelt McCarthy zich merkwaardig op: Hij lijkt zich terug te willen trekken en doet geen

    poging de Kennedy aanhang voor zich te winnen (integendeel). Dit leidt onder andere tot

    de kandidatuur van een derde vredeskandidaat, George McGovern. Mede door deze

    verdeeldheid lukt het Vice President Hubert Humphrey vrij gemakkelijk de nominatie in

    de wacht te slepen. Maar op en nabij de Democratische Conventie breken rellen uit

    tussen politie en de activisten van Abbie Hofmann en Tom Hayden. Hoewel het geweld

    nauwelijks zo heftig was als tijdens de rellen na de moord op King was de impact veel

    groter. Aan de rellen in Chicago kon de hele wereld zien dat links Amerika in opperste

    100

    Schulz John, No One Is Killed: Documentation and Meditation: Convention Week, Chicago-August

    1968 (Chicago 1969) 194 101

    Gitlin, Todd, The Sixties Years of Hope Days Of Rage, (New York 1987) 309 102

    http://www.youtube.com/watch?v=_E3-_z5YP0M&feature=fvwrel 103

    Kaiser, 146 104

    Kurlansky, 195-6 105

    Idem, 200

  • 27

    verwarring was. De politieke coalitie die de Democraten sinds 1932 slechts twee keer niet

    het Witte Huis had opgeleverd was opgehouden te bestaan.

    De radicalisering en desintegratie in het politieke landschap vertaalt zich uiteraard ook

    naar de Popcultuur. In talloze popteksten wordt gerefereerd aan de politieke onrust van de

    periode. Bekende (blanke) voorbeelden zijn For What Its Worth van The Buffalo Springfield, Revolution van The Beatles en Streetfighting Man van the Rolling Stones,

    Long Time Gone van Crosby, Stills Nash & Young over het missen van de laatste kans

    om de totale ontaarding te vermijden met het wegvallen van de Kennedys. Soms

    noemden artiesten het onderwerp van hun protestliederen bij naam zoals The Rolling

    Stones in Sympathy For The Devil, daarmee refererend aan het collectieve schuldgevoel

    dat zich meester maakte van (een deel van) de Amerikaanse samenleving106

    :

    I watched with glee while your kings and queens

    Fought for ten decades for the gods they made

    I shouted out Who killed the Kennedys? When after all it was you and me

    Veel minder direct is Blackbird van The Beatles, dat kan worden gelezen als een liedje

    over een merel in een kooi maar volgens schrijver Paul McCartney over de

    Burgerrechtenbeweging gaat. Onbedoeld toepasselijk is het laatste refrein van Simon &

    Garfunkels Mrs Robinson dat de Billboard Hot 100 aanvoerde op