Poort, school voor Havo en Mavo - Baken Park Lyceum · andere extra oefeningen. Studeerplanner...

Poort, school voor Havo en Mavo

Studeerplanners leerjaar 4

mavo

Periode 1

Schooljaar 2015-2016

Studeerplanner 2015-2016

2

Inhoudsopgave

Nederlands ………………………………………………………………………………………3

Engels...................................................................................................8

Frans...................................................................................................12

Biologie…………………………………………………………………………………………..15

Nask 1…………………………………………………………………………………………… 18

Nask 2…………………………………………………………………………………………….21

Geschiedenis………………………………………………………………………………….25

Economie……………………………………………………………………………………….27

Wiskunde……………………………………………………………………………………….30


3

Nederlands Mavo 4 Periode 1

Hfst. 1: ‘Samen leven’ & Hfst. 4 ‘Relaties’

Schooljaar: 2015-2016 Periode: 1 Klas: 4 MAVO Docent: RSC

Week Les Activiteiten Afronding

34 1 Hfst.1 Lezen “Doel en inhoud”: opdr.1, 2, 3, 5*

2 Hfst.1 Taak Lezen: ‘De andere kant van de krant.’

Taalportfolio

35 3 Hfst.4 Lezen “Functie van een tekstdeel”: opdr. 1, 2, 3, 5*

4 Hfst.1 Examen doen “Vragen over teksten” opdr. 1 t/m 4

36 5 Hfst.1 Spreken/ Kijken/ Luisteren “Luisteren en kijken”:

opdr. 2 + kijkfragment

Taalportfolio

6 Hfst.1 Schrijven “Persoonlijk of zakelijk schrijven &

Controleren”: opdr.1 t/m 5

Let op: opdr. 2 en 3 moet je inleveren!

Taalportfolio

37 8 Toets Lezen H1 en H4

TOETS

9 Hfst.4 Schrijven “Sollicitatiebrief” & “Envelop”:

Afronden opdr. 1 t/m 4 (opdr. 2 en 3 inleveren!)

Taalportfolio


4

38 11 Hfst.1 Taal en woordenschat “Het woordenboek

gebruiken”: opdr. 1 t/m 6

12 Hfst. 4 Taal en woordenschat: “Pleonasme en

tautologie”: opdr.: 1 t/m 6

39 13 Toets Schrijven H1/H4

Hfst.1 Spelling en grammatica: “Spellen volgens de

regels”: opdr.1 t/m 9

TOETS

14 Hfst.1 Spelling en grammatica: vervolg opdr. maken

40 15 Hfst. 4 Spelling en grammatica: “Spelfouten verbeteren”:

opdr. 1 t/m 9

16 Hfst.1&4 Spelling en grammatica: TOETS

TOETS

41 17 Hfst.1&4 Test hfst.1: 1 t/m 11; hfst.4: 1 t/m 13

18 Hfst.4 Examen doen: “Een tekst schrijven” opdr. 2, 3

42 19 Extra oefening: bestudeer alle genoemde woorden/begrippen (blz. 216 t/m 223)

Hfst.1 Fictie: “Onderwerp en thema” Opdr. 1 t/m 5

Let op: opdr. 5 is een keuzeopdracht

Taalportfolio

20 Uiterlijke inleverdatum fictiedossier!!!! FICTIE


5

Examen 2007 maken (blz. 202 t/m 215)

43 herfstvakantie

44 SE-week (zie PTA)

SE

Opm.: week 43 = herfstvakantie

Let op:

Iedere les start met 15 minuten zelfstandig lezen. Zorg dus dat je altijd een leesboek

bij je hebt.

Landelijke examens van eerdere jaren zullen ook regelmatig worden geoefend!

Tijd over? Ga dan verder met de huiswerk-/lesopdrachten, lezen/je fictiedossier +

andere extra oefeningen.


6

Leerdoelen (hfst. 1 “Samen leven” en hfst. 4 “Relaties”)

1. Elke tekstsoort heeft zijn eigen tekstdoel.

2. De hoofdgedachte van een tekst kun je in één zin opschrijven.

3. Veel teksten bestaan uit een inleiding, kern en slot.

4. Een inleiding kan de aandacht trekken, het onderwerp of een samenvatting geven.

5. De kern van een tekst kan onder meer bestaan uit voorbeelden, oplossingen, voor- en nadelen , oorzaken en gevolgen.

6. In het slot kan een conclusie, samenvatting, toekomstverwachting of advies staan.

1

1

4

4

4

4

7. Bedenk goed wat het doel is van een spreker of programma.

8. Kijk én luister goed naar de spreker(s) en de beelden.

9. Tijdens een discussie luister je goed en reageert op elkaar.

10. Tijdens een discussie sta je open voor argumenten en meningen van alle discussiedeelnemers.

11. Je houdt je aan de aanwijzingen van de discussieleider.

1

1

4

4

4

12. In een zakelijke tekst gaat het vooral om feiten.

13. Zakelijke teksten hebben een vaste indeling, formeel taalgebruik, moeten foutloos geschreven zijn en er correct uitzien. Bijvoorbeeld een sollicitatiebrief.

14. Een cv = curriculum vitae : een aparte lijst met persoonlijke gegevens.

15. Een persoonlijke tekst schrijf je aan iemand die je goed kent.

1

1

4


7

16. In een persoonlijke tekst leg je uit wat je van de feiten vindt en geef je daarbij voorbeelden bij wat je denkt of voelt.

17. De adressering van je envelop is verzorgd en correct.

4

1

1

4

18. Lees elke examenvraag eerst zorgvuldig en bepaal wat je precies moet doen.

19. Lees daarna nauwkeurig het tekstgedeelte waarover de vraag gaat.

20. Schrijf dan pas het antwoord op en controleer of het bij de vraag past.

1

1

1

21. Lees goed wat er in de opdracht staat: eerst de beschrijving, dan de opdracht zelf.

22. Streep alle informatie alle informatie aan die je straks in je tekst moet verwerken.

23. Bedenk een goede volgorde. Schrijf de tekst daarna in één keer uit.

24. Controleer of alle informatie erin staat. Verbeter taal- en spelfouten.

4

4

4

4

25. M.b.v. trefwoorden vind je in het woordenboek informatie over: betekenis, schrijfwijze, uitspraak, meervoud, geslacht, betekenis van uitdrukkingen waarin dit woord voorkomt.

1

26. Pleonasme en tautologie zijn stijlfiguren waarmee je woorden kunt versterken. 4

27. Let op de spelling van werkwoorden, woorden die aan elkaar moeten, hoofdletters, spelfouten en interpunctie.

4

28. Het onderwerp geeft in één woord aan waar de tekst over gaat.

29. Het thema is een korte zin die aangeeft op welke manier het boek tegen het onderwerp aankijkt.

30. De volgorde van de gebeurtenissen in een boek is vaak chronologisch.

31. Soms lees je in flashbacks wat er eerder gebeurd is.

1

1

4


8

English Mavo 4 Periode 1

Chapter 1 What’s new?

Chapter 2 Whodunnit?

Leerdoelen

JE KENT/WEET: X

1. Je kent woorden die met trends en modeverschijnselen te maken hebben

2. Je kent woorden die je kunt gebruiken om over gevoelens te praten

3. Je kent woorden die je kunt gebruiken om dingen met elkaar te vergelijken

4. Je weet wat meer over Ellis Island

5. Je weet hoe en wanneer je de present simple en present continuous gebruikt

6. Je weet hoe en wanneer je de present simple, present continuous, will en to be going to gebruikt om over de toekomst te praten

7. Je weet hoe je de vergrotende en de overtreffende trap van bijvoeglijke naamwoorden gebruikt

8. Je kent woorden die met misdaad(onderzoek) te maken hebben

9. Je kent woorden waarmee je beschrijft wat er gebeurd is en hoe iets is gekomen

10. Je kent woorden waarmee je anderen beschrijft

11. Je kent uitdrukkingen waarmee je aangeeft dat je met iemand meevoelt 12. Je kent uitdrukkingen waarmee je iemand geruststelt en advies geeft

13. Je weet wat meer over de Tower van London

14. Je weet hoe en wanneer je de past simple moet gebruiken

15. Je weet hoe en wanneer je de present perfect moet gebruiken

16. Je weet wat het verschil is tussen de past simple en de present perfect

17. Je weet wat bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden zijn en hoe je ze moet gebruiken

JE KUNT: X

18. Je kunt om verduidelijking vragen en daarop reageren


9

19. Je kunt vertellen wat er gaat gebeuren

20. Je kunt vragen hoe iemand zich voelt of voelde en daarop reageren.

21. Je kunt dingen van vroeger en nu vergelijken.

22. Je kunt vertellen wat er gebeurd is en hoe iets is gekomen

23. Je kunt anderen beschrijven

24. Je kunt aangeven dat je met iemand meevoelt en iemand geruststellen

25. Je kunt advies geven

LES DATUM VAKINHOUD IN DE LES / HUISWERK

(34)

1

Introduction

(35)

1

Start Chapter 1

Vocabulary A

Opdracht B Reading

Ex. 1 t/m 6

2 Opdracht C: Speaking

Reading

Exercise 7, 8, 9, 10, 11

Exercise 13, 14, 15, 16, 17, stone 2

Vocabulary A + B leren

3 Countries & Culture

Grammar

Exercise 18, 19

Ex. 1 t/m 4 Voca A, B & C leren + grammar

rules

(36)

1

Opdracht D: Reading, Speaking and

Writing

Ex. 20, 21, 22

Leren Voca C&C + D

2 Watching E:

Opdracht F: Reading

Ex. 23

Ex. 24, 25

Leren Voca F & G


10

3 Opdracht G: Reading Ex 26, 27, 28, 29, 30 stone 3

(37)

1

Writing G

Finish chapter 1

Ex. 31, 32, 33, 34 stone 4

Nakijken hoofdstuk 1

2

Spreekv./schrijfv./leesvaardigheid Oefenen peppels / puzzels

3 Start Chapter 2

Opdracht A: Listening

Opdracht B: Reading

Exercise 1, 2, 3, 4

Exercise 5 en 6

Leren voca A + B

(38)

1

Opdracht C: Speaking

Ex. 8, 9, 10,11 12A Stone 5 en 6,

2

Grammar Past simple/Present Perfect Ex. 1 + 2

Voca C t/m D leren

3 Speaking Wanted

Countries en Culture

Ex. 13, 14, 15 + Stone 7

Ex. 18 + 19

(39)

1

Reading + Writing Extra reading and writing assignment

2 Opdracht D: Listening

Opdracht E: Watching

Ex. 20, 21, 22

Ex. 23 Leren Voca F & G

3 Opdracht F: Reading Jury Duty

Grammar

Exercise 24, 25, 26 A

Exercise 3 en 4

(40)

1

Opdracht G: Writing

Exercise 27, 28, 29, 30 stone 8

2 Opdracht G: Writing Problem page

Finish chapter 2

Ex. 32, 33, 34 stone 9

3 SO Ch.1 + 2 woorden A t/m G

+ grammatica

Reading

SO Ch.1 + 2 woorden A t/m G

+ grammatica

Boek


11

Oefenen Peppels Oefenen Peppels

(41)

1

Finish chapter 2

Test Yourself chapter 1 / 2

Nakijken ch. 2

Oefenen Peppels

2 Reading, oefenen Peppels Oefenen Peppels

3 Boektoets

Boektoets

(42)

1

Extra assignment Writing / speaking / listening

2 Herhaling chapter 1 en 2 Puzzels

3 Extra assignment

43 Herfstvakantie Week 42

44/45 Toetsweek/SE-week woensdag 28/10 t/m 03/11

TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING M-CIJFER

SO woorden en grammatica Chapter 1+2 Wk 40 1

Boektoets Wk 41 1

SE1 Wk 43/44 2


12

Frans Mavo 4 Periode 1 Chapitre 7: Vive les vacances ! Chapitre 8: Paris, ville vivante Leerdoelen (chapitre 7 et 8)

JE KENT/WEET: X

26. De présent van regelmatige werkwoorden op –er, -ir en -re

27. De vervoeging van het onregelmatige werkwoord prendre (nemen)

28. De vormen van de impératif (gebiedende wijs)

29. Woorden waarmee je de weg kunt wijzen

30. Namen van gebouwen

31. De vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord

32. De vervoeging van het werkwoord mettre (zetten, leggen)

33. De vergelijkingen en de overtreffende trap

34. Namen van kledingstukken/ kleuren

35. Woorden waarmee je voorwerpen kunt om schrijven

36. Woorden waarmee je iemands uiterlijk kunt beschrijven

37.

JE KUNT: X

38. Je kunt naar telefoongesprek luisteren

39. Je kunt een voicemailbericht begrijpen

40. Je kunt een folder / waarschuwingsborden / internetsite lezen

41. Je kunt om informatie vragen

42. Je kunt vragen om meer uitleg als je iets niet begrijpt

43. Je kunt de weg vragen en wijzen

44. Een korte memo schrijven

45. Een e-mail schrijven waarin je informatie vraagt en een hotelkamer reserveert

46. Informatie vragen in een winkel

47. Vertellen over kledingstijl

48. Een persoon beschrijven

49. Een voorwerp omschrijven

50.


13

LES DATUM VOOR DE LES IN DE LES

1 wk35 Introductie

Starten hoofdstuk 1: Vive les vacances ! Leren voca 7.1

Inleiding: 1, 2

bron A: 3 (), 4 (),bron B: 5, 6

(),7(),bron C: 8, 9, 10

Nakijken 1 t/m 10 2 Combi-

klas Leesteksten zelfstandig lezen en

opdrachten maken

3 W 36 Leren Grammaire D

Herhalen vervoeging pouvoir en vouloir en de woordvolgorde.

bron D: 11, 12, 13, 14 bron E: 15, 16, 17 bron F: qui suis-je? 17, 18 Nakijken 10 t/m 18

4

Combi-klas

Leesteksten zelfstandig lezen en

opdrachten maken

Nakijken

5 W 37 Leren voca 7.2 Herhalen voca 7.1 Leren vervoeging prendre

bron G: 19 connaître bron H: 20, 21, bron J: 23, 24, 25, 26 La chanson: 30, 31

6 Combi-klas

Leesteksten zelfstandig lezen en

opdrachten maken

Nakijken

7 W 39 Leren voca 7.3

Herhalen voca 7.1 en 7.2

Tâche: stap 1 t/m 4 (inleveren in de

map)

bron K: 27, 28, 29

Nakijken 18 t/m 28

D-toets maken

8 Combi-klas

Leestoets x2

9 W 40 Leren voc 7.4

Herhalen voca 7.1, 7.2 en 7.3

Hw. Froncofolies 32, 33, Lecture 34

Luistertoets x2


14

10

Combi-klas

Werkwoorden vervoegen (stencil)

11

W41

Activiteit (kijk-luisteren)

12 Alles herhalen Oefentoetsen maken

Herfstvakantie

Toetsweek/SE-week Week 43/44

17 44 Bespreken SE

18

TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER

leesvaardigheid Week 39 2

o v g o v g

Luistertoets Week 40 2

SE Chapitre 7 Week 43/44 3


15

Biologie Mavo 4 Periode 1

Hoofdstuk 9 Voortplanting Hoofdstuk 10 Erfelijkheid Leerdoelen: Zie begin van elk hoofdstuk EN Exameneisen Biologie-tl 2014


16

LE

S WE

EK VAKINHOUD IN DE LES

1 34 Intro

2 9.1 Man en vrouw Opd 1-16

3 9.2 Zwanger en bevallen Opd 17-39

4 35 9.2 Zwanger en bevallen Samenvatting

5 9.3 Opgroeien Opd 40-56 + aantekeningen

6 9.4 Voortplanting bij planten Huiswerkcontrole

Opd 57-80 + aantekeningen

7 36

Afronden Hfd 9 D-toets Samenvattingen Vragen bedenken

8 Uitloop / Begin Hfd 10 Erfelijkheid

9 Hfd 10.1 Erfelijke eigenschappen Huiswerkcontrole


10

37 10.2 Chromosomen doorgeven Opd 21-25 + aantekeningen

11

10.2 Chromosomen doorgeven Opd 25-32 + aantekeningen

12

10.3 Je lijkt op Huiswerkcontrole


13

38 10.4 Uiterlijk voorspellen Opd 44-50 + aantekeningen

14

10.4 Uiterlijk voorspellen http://www.abpischools.org.uk/res/coResourceImport/modules/genome/fullscreenflash19f9.cfm?flash=en-flash/eyecolour.swf&title=Eye+colour&version=6 http://www.biologiepagina.nl/34mavo/3Erfelijkheid/inleiding.htm


15

10.5 Erfelijke aandoeningen Huiswerkcontrole


16

39 10.5 Erfelijke aandoeningen Opd 66-73 +

http://www.abpischools.org.uk/res/coResourceImport/modules/genome/fullscreenflash19f9.cfm?flash=en-flash/eyecolour.swf&title=Eye+colour&version=6



http://www.biologiepagina.nl/34mavo/3Erfelijkheid/inleiding.htm


17

LE

S WE

EK VAKINHOUD IN DE LES

aantekeningen

15

Afronden Hfd 10 D-toets Samenvattingen Vragen bedenken

16

Uitloop Huiswerkcontrole

17

40 PO/theoretische opdracht

18

PO/theoretische opdracht Periode 1

19

Uitloop/ oefenen examenvragen Onderzoek afronden Leren voor SE

20

41 Uitloop/ oefenen examenvragen Verslag afronden Leren voor SE

Uitloop/ oefenen examenvragen Leren voor SE

Uitloop/ oefenen examenvragen

Herfstvakantie Week 42

Toetsweek/SE-week Week 45

Toetsweek/SE-week Week 45


18

Nask 1 Mavo 4 Periode 1 Hoofdstuk 7 Elektriciteit 2 Hoofdstuk 9 Straling Leerdoelen Hoofdstuk 7 Elektriciteit 2

KENNISDOELEN X

51. Ik kan in serie- en parallelschakelingen een relatie leggen tussen spanning en stroomsterkte en hiermee berekeningen uitvoeren.

52. Ik kan de vervangingsweerstand berekenen in serie-en parallelschakelingen.

53. Ik kan in elektrische schakelingen de verschillende componenten herkennen, de functie benoemen.

54. Ik kan schema’s van schakelingen gebruiken, interpreteren en aanpassen, en de werking van de componenten verklaren van tenminste: - Inbrekersalarm; - Automatische deurbediening; - Elektronische temperatuursensor; - Schemerschakeling; - Dimmer; - Discolichten.

55. Ik kan de onderdelen van een transformator benoemen, hiermee de werking van de transformator uitleggen en toepassingen geven: - Primaire en secundaire kring; - Transformatie van spanning; - Overdracht van vermogen; - Toepassingen ten minste: adapter, halogeenverlichting; elektriciteitstransport.

56. Ik kan basisbegrippen van magnetisme benoemen en toepassen bij de dynamo, transformator, luidspreker, relais en reedcontact:

- permanente magneet - noord en zuidpool - aantrekking en afstoting tussen polen - veldlijnen - spoel - weekijzeren kern - elektromagneet

57. Ik kan de onderdelen van een dynamo benoemen en beschrijven hoe hiermee elektrische energie kan worden opgewekt

BINAS X

A. Ik kan de formules van elektriciteit gebruiken en weet wanneer ik welke formule nodig heb

ALGEMENE VAARDIGHEDEN X

B. Ik kan formules omwerken


19

Leerdoelen Hoofdstuk 9 Straling KENNISDOELEN X

1. Ik kan uitleggen wat elektromagnetische straling is en de soorten benoemen

2. Ik kan uitleggen welke elektromagnetische straling gevaarlijk is en weet waarom dit is.

3. Ik kan uitleggen welke toepassing straling heeft in tracers, röntgenfotografie, bestraling, materiaalcontrole en kernenergie.

4. Ik kan beschrijven hoe een stof is opgebouwd uit atomen en moleculen

5. Ik kan beschrijven hoe een atoom is opgebouwd uit protonen, elektronen en neutronen

6. Ik kan een schets maken van een atoom als ik de atoommassa weet

7. Ik kan het begrip isotopen uitleggen

8. Ik kan de drie soorten kernstraling en hun eigenschappen noemen

9. Ik kan het verschil tussen stabiele en instabiele kernen uitleggen

10. Ik kan rekenen met de halveringstijd

11. Ik kan de begrippen activiteit, dracht, halveringsdikte en doordringend vermogen uitleggen

12. Ik kan een aantal veiligheidsmaatregelen bedenken bij het werken met straling

13. Ik kan uitleggen hoe het absorberen van straling zorgt voor veiligheid

14. Ik kan bedenken dat straling gevolgen heeft voor de mens en milieu en hoe je die gevolgen kunt verkleinen

BINAS X

A. Ik kan in Binas informatie opzoeken over de naam van atomen, atoomnummer en doordringend vermogen


B. Ik kan zo’n grafiek maken van een radioactieve stof als ik de halveringstijd weet

C. Ik kan uit zo’n grafiek de halveringstijd bepalen

D. Ik kan uit zo’n grafiek de activiteit in ee bepaald tijdsinterval bepalen

TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING CIJFER

Opdrachten H7 werkboek af en nagekeken * V NV

Extra oefenmateriaal en aantekeningen H7 en 9 * V NV

Uitwerking van de leerdoelen P1 * V NV

Handelingsdeel 1* 0 V NV

SE1 Hoofdstuk 7 en 9 2

* Handelingsdeel Nask 1 Op uiterlijke aftekendatum voor SE de opdrachten voldoende afgesloten en afgetekend bij docent!


20

LES DATUM VAKNHOUD IN DE LES

1 Introductie leerjaar 4 Examenvoorbereiding A

2 Herhaling Elektriciteit Opdrachten werkblad

3 7.1 Schakelingen Opdrachten *LD: 1 WB parallelschakelingen

4 7.1 Schakelingen 7.2 Elektrische componenten

PR. 7.1 Opdracht 1 en 2 Vervangingsweerstand serie- en parallelschakelingen Samenvatting LDR, NTC, diode en LED

5 7.2 Elektrische componenten 7.3 Elektrisch schakelen

Opdrachten *LD: 2, 3 PR. 7.2 Opdracht 1, 2 en 3

6 7.3 Elektrisch schakelen Opdrachten *LD: 4 PR. 7.3 Opdracht 1 Vochtigheidsmeter Opdracht 2 Knipperlicht

7 7.4 De transformator Opdrachten *LD: 5 PR. 7.4 Opdracht 1 Een transformator met verwisselbare spoelen

8 2.5 Magneten Opdrachten *LD: 6

9 Examentraining H2 en 7 9.1 Elektromagnetische straling

Examentraining H2 en 7 Opdrachten: *LD:

10 9.2 Nuttig gebruik van straling 9.3 Atomen: bron van radioactiviteit

Opdrachten: *LD:

11 9.4 Eigenschappen van ioniserende straling 9.5 Stralingsbescherming

Opdrachten: *LD:

12 Examentraining

Examentraining

13 Uitloop

SE1 H7 Elektriciteit en H9 Straling Toets bespreken


21

NASK2 Mavo Periode 1 Leerdoelen Hoofdstuk 7 Zouten I

KENNISDOELEN H7 X

1. Ik kan aangeven welke soorten oplossingen stroom geleiden en waardoor dat kan.

2. Ik kan aangeven hoe zouten zijn opgebouwd en welke algemene eigenschappen ze hebben

3. Ik kan de formule van een zout opstellen en noteren in een reactievergelijking wat er gebeurt als deze oplost of weer vast wordt

4. Ik kan de naam (triviaal en rationeel) opstellen en analyseren van zouten

5. Ik weet de lading van de meest voorkomende ionen en kan deze opzoeken in BINAS

6. Ik weet welke kleuren oplossingen met koper-, ijzer(II)- en ijzer(III)ionen hebben

7. Ik kan aan de naam en de formule herkennen of het gaat om een zout of een moleculaire stof

8.

BINAS X

1. Ik kan in BINAS de eigenschappen van een stof opzoeken

2. Ik kan in Binas de veel gebruikte gevarensymbolen opzoeken


3. Ik ben in staat om een verslag te maken van experimenten.

4. Ik kan samen met willekeurige mensen aan het werk zowel theoretisch als ook praktisch bij scheikunde. Ik doe mijn best om met verschillende mensen te kunnen samenwerken.

5. In mijn manier van werken heb ik oog voor veiligheid.

6. Ik kan op een veilige manier samen met andere kleine experimenten uitvoeren. Dit gebeurt in een redelijk tempo.


22

Leerdoelen Hoofdstuk 8 Zuren en basen KENNISDOELEN H8 X

1. Ik kan aangeven hoe ik zuren en basen kan aantonen.

2. Ik kan aangeven wat de pH zegt over zure of een basische oplossing

3. Ik weet welke eigenschappen zure of een basische oplossingen hebben

4. Ik weet wat de pH zegt over de concentratie van H+ ioneen OH- ionen.

5. Ik weet wat een indicator is en kan de omslag trajecten opzoeken in de

BINAS tabel 36

6. Ik weet wat neutraliseren is

7. Ik een reactievergelijking opstellen van een zuur base reactie

8. Ik weet wat titreren is en kan met een verhoudingstabel de chemische hoeveelheid

Zuur of base berekenen.

BINAS X

1. Ik kan in BINAS de eigenschappen van een stof opzoeken


2. Ik ben in staat om een verslag te maken van experimenten.

3. Ik kan samen met willekeurige mensen aan het werk zowel theoretisch als ook praktisch bij scheikunde. Ik doe mijn best om met verschillende mensen te kunnen samenwerken.

4. In mijn manier van werken heb ik oog voor veiligheid.

5. Ik kan op een veilige manier samen met andere een titratie uitvoeren. Dit gebeurt in een redelijk tempo.


23

WEEK DATUM VAKNHOUD IN DE LES

34 7.1 Zoutloplossingen en de eigenschappen

Introductie Hoe kan je zouten onderscheiden van andere stoffen.

35 7.2 Opbouw van zouten 7.3 Formules van zouten

Uit welke ionen zin zouten samengesteld HW: opdrachten 1 t/m 12 maken De formules van de zouten via een stappenplan kunnen toepassen. Maak gebruik van tabel 35 in BINAS Weet wat een oplosvergelijking is en een indampvergelijking HW: opdrachten 1 t/m 12 maken

36 7.4 Samengestelde ionen 7.5 oplosbaarheid van zouten

Leer de samengestelde ionen Weet hoe je de verhoudingsformule moet toepassen. Ionen Bingo HW 7.4: opdrachten 2 t/m 19 maken Toepassen van BINAS tabel 35 om neerslagvergelijkingen op te stellen Demo: Neerslagvergelijking HW: opdrachten 1 t/m 15 maken

37 Tussentoets Hst 7 8.1 Zuren en basen aantonen

Vragen hoofdstuk 7 Demo Indicatoren en pH papier Weet de omslagtrajecten vande indicatoren te vinden in de BINAS HW: opdrachten 1 t/m 5 maken

38

8.2 Zuren en basische oplossingen 8.3 Zuren en basen

Weet de eigenschappen van zure en basische oplossingen en wat gebeurt er met zuren en onedel metalen HW: opdrachten 1 t/m 15 maken Wat zegt pH over de concentratie zuur en wat zijn basische ionen (verdunnen) Demo verdunnen HW: opdrachten 1 t/m 13 maken

39 8.4 Neutraliseren

Wat is neutraliseren en hoe stel je de reactievergelijking op van een zuur base reactie HW: opdrachten 1 t/m 18 maken


24

40 8.5 Titreren Practicum opdracht titreren

Titreren hoe doe je dat en hoe bereken je hoeveel zuur er in een oplossing zit Verslag maken over de titratie

41 Inleveren practicum opdracht Vragen stellen Hst 7 en 8

42 Uitloop

Week 43 Herfstvakantie

44 Vragen stellen over hst 1t/m 8

Week 45 Toetsweek/SE-week

46

47

48


25

Geschiedenis Mavo 4 Periode 1

Geschiedenis Werkplaats (deel 4 vmbo tl)

Deel 1 Staatsinrichting van Nederland

Hoofdstuk 1 Het Koninkrijk der Nederlanden en Hoofdstuk 2 Politieke stromingen

Altijd nodig: Geschiedenis Werkplaats Tekstboek en schrift Leerdoelen hoofdstuk1

JE KENT/WEET: X

Het Koninkrijk der Nederlanden

1. Je kent de belangrijkste begrippen die bij dit tijdvak horen.

2. Je weet hoe en wanneer Nederland een koninkrijk werd.

3. Je weet hoe de grondwet in 1848 veranderde en waarom dat gebeurde.

4. Je kent de gevolgen van deze verandering in de grondwet.

5. Je weet wat een rechtstaat is en hoe de rechtspraak in Nederland eruit ziet.

Politieke stromingen

6. Je kent de Liberalen en Confessionelen als politieke stroming.

7. Je weet waarom deze stromingen ontstonden.

8. Je kent de socialisten en feministen als politieke stroming.

9. Je weet waarom deze stromingen ontstonden.

10. Je kent het verband tussen pacificatie en verzuiling.

JE KUNT: X

Je kunt moderne opvattingen van tijd onderscheiden.

Je herkent het verschil tussen primaire en secundaire bronnen.

Je kunt vragen over bronnen beantwoorden.

Je kunt de begrippen continuïteit en verandering hanteren en toepassen.

Het verschil zien tussen oorzaken, aanleiding en gevolgen.

Je kunt verbanden aangeven in de tijd.

De representativiteit van bronnen bepalen.

Ideologieën vergelijken.

Je kent het verschil tussen bedoelde en onbedoelde gevolgen.

Je kunt tekst en beeld interpreteren.

Zelfstandig en in groepen werken.


26

Weekplannen

WEEK VAKINHOUD IN DE LES

34 1 Introductie H1 ‘GWP Het koninkrijk der Nederlanden’.

Aantekeningen maken, lezen en vragen maken

1 Par 1.1 inclusief vragen Aantekeningen maken, lezen en vragen maken

35 1 Par 1.2 inclusief vragen 2 Par 1.3 inclusief vragen

Aantekeningen maken, lezen en vragen maken

36 Herhalen/aantekeningen par. 1,2 en 3 Aantekeningen maken verwerkingsopdrachten/toepassen maken

37 Toets H1

Leren

38 1 Introductie H2 ‘Politieke stromingen’. Aantekeningen maken


39 1 Par 2.2 inclusief vragen Aantekeningen maken, lezen en vragen maken


40 Herhalen/aantekeningen par. 1,2 en 3 Aantekeningen maken verwerkingsopdrachten/toepassen maken

41 Toets H2

Leren

42 Oefenen met examenvragen en

historische vaardigheden

Aantekeningen maken en vragen maken

43 herfstvakantie

44 Toetsweek Eindtoets / SE-1

Toetsstof: GWP hoofdstuk 1 en 2 (blz 8 t/m 43 en bijbehorende begrippen op blz. 66 en 67)

TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER

Toets GWP hoofdstuk 1 Paragraaf 1,2,3

Week 37

Toets GWP hoofdstuk 2 Paragraaf 1,2,3

Week 41

Eindtoets SE GWP hoofdstuk 1 en 2

Week 44 3


27

Economie Mavo 4 Periode 1 Stof: Pincode 4VMBO-GT Hoofdstuk 1 Waar blijft je geld?

Pincode 4VMBO-GT Hoofdstuk 2 Kom je ermee uit?

Altijd nodig: Pincode Tekstboek, schrift en rekenmachine Leerdoelen – Hoofdstuk1

JE KENT/WEET: X

11. Je weet wat schaarste is.

12. Je weet wat primaire en secundaire behoeften zijn.

13. Je weet wat marketing(mix) en reclame is.

14. Je weet waar een consumentenorganisatie voor staat en je kunt er een aantal benoemen/beschrijven.

15. Je weet wat inflatie is.

16. Je weet wat koopkracht is en wat koopkracht kan beïnvloeden.

17. Je weet wat een indexcijfer is.

18. Je weet wat het consumentenprijsindexcijfer weergeeft.

19. Je kent het verschil tussen nominaal inkomen en reëel inkomen.

20. Je kunt een verband leggen tussen milieubewust gedrag, milieuorganisaties en milieukeurmerk.

21. Je hebt inzicht in aspecten van het consumentengedrag, zoals keuzes, behoeften, inkomen en in de functies van het geld, lenen en sparen en kunt dit inzicht toepassen in een gegeven casus.

JE KUNT: X

Je kunt basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Je kunt procentuele groei of daling berekenen.

Je kunt een tabel en een grafiek interpreteren.

Je kunt verband tussen economische activiteiten leggen/oorzaak/gevolg


28

Leerdoelen - Hoofdstuk 2 JE KENT/WEET: X

1 Je kent de geldsoorten.

2 Je kent de functies van geld.

3 Je kunt het verband beschrijven tussen vreemd geld en wisselkoersen.

4 Je weet welke inkomensvormen er bestaan en wat ze inhouden.

5 Je kent het verschil tussen begroting en budget.

5 Je weet welke soorten uitgaven er zijn en wat ze inhouden.

6 Je weet wat de spaar- en leenmotieven zijn.

7 Je weet hoe je jou geld kan investeren met als doel winst.

8 Je weet welke leningen er zijn en waar ze voor dienen.

JE KUNT: X

Je kunt basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

Je kunt vreemd geld omrekenen naar euro’s en andersom.

Je kunt een begroting opstellen.

Je kunt berekenen hoeveel geld jij moet reserveren voor het kopen van iets.

Je kunt de rente percentages uitrekenen

Je kunt verband tussen economische activiteiten leggen/oorzaak/gevolg

Weekplannen

WEEK VAKINHOUD IN DE LES

34 2 Introductieles (werkwijze, regels, verloop)

35 1

Introductieles Pincode 4 Hoofdstuk 1 Waar blijft je geld? Inleiding blz 6-9 tekstboek, vraag 1-15

Aantekeningen maken Vragen maken

2 Par 1.1 blz 10-13 tekstboek, vraag 1-14.


36 1 Par 1.2 blz 14-17, vraag 15-27.


2 Par 1.3 blz. 18-21, vraag 28-39.


37 1 Par 1.4 blz 22-25,vraag 40-48.


2 Toets voorbereiden Test, herhalingsopgaven, examenopgaven


38 1 Toets H1 (16-09-2014) Inleveren schrift H1

Rekenmachine mee!

2 Toets bespreken Prinsjesdag

Boek en schrift mee!

39 1 Introductieles Pincode 4 Hoofdstuk 2 Kom je ermee uit? Inleiding blz 36-39 tekstboek, vraag 1-15


2 Par 2.1 blz 40-43 tekstboek, vraag 1-15



29

40 1 Par 2.2 blz 44-47 tekstboek, vraag 16-23


2 Par 2.3 blz 48-51 tekstboek, vraag 24-33


41 1 Par 2.4 blz 52-55 tekstboek, vraag 34-45


2 Test, herhalingsopgaven, Aantekeningen maken

42 1 Examenopgaven Aantekeningen maken Vragen maken

2 Toets voorbereiden H1+H2

Vragen maken

43 Herfstvakantie

44/45 1 Toetsweek

Eindtoets Pincode hoofdstuk 1 en 2 Rekenmachine mee!

2 Inleveren schrift H2

TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING

Toets H1 Week 38 2

Inleveren schrift H1 Week 37 0,5

Inleveren schrift H2 Week 44 0,5

Eindtoets Pincode hoofdstuk 1 en 2

Week 44/45 6


30

Wiskunde 4 mavo Periode 1

Moderne Wiskunde: 4 vmbo - gt 9e editie deel 4A en 4B

Rekenen

Aandachtspunten: 1. Het werk van de vorige les hoort aan het begin van de les af te zijn. 2. Gebruik de samenvatting en ‘test jezelf’ om je voor te bereiden op de toetsen en

SE’s. 3. Hou de planning van rekenen ook in de gaten. 4. Lever je oefenopdrachten in om nagekeken te worden of kijk het zelf even na.

LES DATUM VAKINHOUD BIJ DEZE OPDRACHTEN HEB IK EXTRA UITLEG

NODIG:

1 Wiskunde: hoe doen we dat?

Gewoon beginnen!

2

Week 34 H1 t/m opdracht 14 afmaken

3 H1 opdracht 15 tm 19

4 H1 opdracht 20 tm 25

5

H1 Extra opdrachten blz 28,29

6 H1 Verwerken en toepassen blz 30,31

7 H2 Opstap en §2-1

8

§2-2

9 §2-3

10 §2-4

11

§2-5

12 H2 Extra opdrachten blz 52,53

13 H2 Verwerken en toepassen blz 54,55

14 H3 Opstap en §3-1

15 §3-2 – beginnen aan handelingsopdracht H1 &

samenvatting klas3


31

16 §3-3

17 §3-4

18 H3 Extra opdrachten blz 74, 75

19 H3 Verwerken en toepassen blz 76, 77

20 Handelingsopdracht afronden en inleveren

TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING CIJFER

handelingsopdracht H1 & samenvatting klas3

0

SE1 - H1 en H2

3


32

Poort, school voor Havo en Mavo - Baken Park Lyceum · andere extra oefeningen. Studeerplanner...

Documents

Transcript of Poort, school voor Havo en Mavo - Baken Park Lyceum · andere extra oefeningen. Studeerplanner...