Plural (meervoud) (33): · Web viewheroes louse (luis) lice man (man) men mouse (muis) mice ox (os)...
-
Upload
dangkhuong -
Category
Documents
-
view
219 -
download
2
Transcript of Plural (meervoud) (33): · Web viewheroes louse (luis) lice man (man) men mouse (muis) mice ox (os)...
3HV Vocabulary List accompanying Project 2
Plural (meervoud) (33):
Sommige zelfstandige naamwoorden hebben een onregelmatig meervoud. Deze woorden zul je uit je hoofd moeten leren.
child (kind) childrenfoot (voet) feetgoose (gans) geesehero (held) heroeslouse (luis) liceman (man) menmouse (muis) miceox (os) oxenpotato (aardappel) potatoesquiz (quiz) quizzestomato (tomaat) tomatoestooth (tand) teethwoman (vrouw) women
Meervoud van een samenstelling
passer-by (voorbijganger) passers-byrunner-up (tweede in een wedstrijd) runners-up
Meervoud hetzelfde als enkelvoud
aircraft (luchtvaartuig) aircraftbison (bizon) bisondeer (hert) deerfish (vis) fishmoose (eland) moosequid (informeel: Engelse pond) quidsheep (schaap)
sheep
(veel nationaliteiten)Japanese (Japanner)Chinese (Chinees)
JapaneseChinese
1
Meervoud uit het Latijn of Grieks
bacterium (bacterie) bacteriacactus (cactus) cacticrisis (crisis) crisesfungus (zwam) fungihypothesis (hypothese) hypothesesphenomenon (fenomeen) phenomenaprognosis (prognose) prognosesoasis (oase) oases
Bijvoegelijke Naamwoorden
Lichamelijke kenmerken (44):
big groot
small of little klein
fast snel
slow langzaam
good goed
bad fout
expensive duur
cheap goedkoop
thick dik
2
thin dun
narrow small
wide wijd
broad breed
loud luid
quiet stil
intelligent intelligent
stupid dom
wet nat
dry droog
heavy zwaar
light licht
hard hard
soft zacht
shallow ondiep
3
deep diep
easy gemakkelijk
difficult moeilijk
weak zwak
strong sterk
rich rijk
poor arm
young jong
old oud
long lang
short kort
high hoog
low laag
generous vrijgevig, gul
mean gemeen
4
true waar, juist
false onwaar, onjuist
beautiful mooi
ugly lelijk
new nieuw
old oud
happy gelukkig, blij
sad droevig
Andere kenmerken (37):
safe veilig
dangerous gevaarlijk
early vroeg
late laat
light licht
dark donker
5
open open
closed of shut gesloten
tight vlug, snel
loose los
full vol
empty leeg
many veel
few een paar
alive levend
dead dood
hot warm
cold koud
interesting interessant
boring saai, vervelend
lucky welgezind, gelukkig
6
unlucky fataal, noodlottig
important belangrijk
unimportant onbelangrijk
right waar, juist
wrong fout, onjuist
far ver
near dichtbij
clean schoon
dirty vies, smerig
nice aardig, leuk
nasty onaangenaam
pleasant plezierig
unpleasant onaardig
excellent uitstekend
terrible verschrikkelijk
7
fair eerlijk
unfair oneerlijk
normal normaal
abnormal abnormaal
Phrasal verbs (72): een groepje woorden dat als werkwoord wordt gebruikt. Bijvoorbeeldback down, balance out, come down from… etc.Bestaande werkwoorden (to look, to do) kunnen talloze nieuwe betekenissen krijgen door toevoeging van een bijwoord, een voorzetsel of een combinatie van allebei. Zo’n woordgroep heet dan een phrasal verb. Denkt u bij to look maar eens aan: to look up to, to look away from, to look forward to. Of bij to do aan: to do in, to do unto, to do up, to do away with. De zuiverste phrasal verbs hebben zonder die toevoeging geen betekenis: to sum heeft geen betekenis, to sum up wel.
account for zich verantwoorden tegenover
allow for rekening houden met
answer for zich verantwoorden voor
8
back down terugkrabbelen, opgeven
balance out elkaar compenseren
boil down to (informeel) neerkomen op
bounce back er weer bovenop komen
break away ontsnappen aan
break with (someone) met (iemand) breken
call for afhalen, wensen, eisen
come apart uit elkaar vallen
come back at someone with iemand iets betaald zetten door
come in binnen komen
come round to ergens toe komen
cool off afkoelen
creep in binnensluipen
9
cut in ergens tussen komen
die down bedaren, afnemen, luwen
die out uitsterven
drag on doorslepen
drop by langskomen, binnenvallen
drop out opgeven, vroegtijdig verlaten
ease up verminderen
fall apart emotioneel instorten
fall behind achterblijven
fall out ruzie maken
fall through mislukken
10
fight back terugvechten
fizzle out als een nachtkaars uitgaan
flare up woedend worden
forge ahead gestaag vorderingen maken
get by zich redden
get on vooruit komen
get over overheenkomen
get through bereiken
give in toegeven aan
go ahead beginnen met, doorgaan met
go by passeren, verstrijken
let up afnemen
lie back ontspannen
11
look ahead vooruit kijken
mount up toenemen, optellen tot
opt out zich terugtrekken
own up opbiechten
press ahead doordrukken
run out opraken
seize on grijpen
settle down gesetteld raken, kalmeren
settle in zich installeren
shop around rondkijken
12
sink in dalen, zich realiseren
sit back achterover zitten
slip up zich vergissen
splash out zich te buiten gaan aan
spring up opspringen
stand back achteruit gaan staan
stand clear vrij laten
stand down aftreden
stand in vervangen
stand out opvallen
start out vertrekken
start over opnieuw beginnen
start up (op)starten
stay on aanblijven (functie)
stay put zich gedeisd houden
13
step aside ruimte voor een ander maken
step down aftreden
step in tussen beiden komen
stock up hamsteren
tail off geleidelijk afnemen
taper off taps toelopen
tick off afvinken
14