PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum....

52
Management &Techniek DOSSIERS Lekkere geitenproducten Vergeten groenten zijn hot Halfmaandelijks (uitgezonderd juli & augustus) • 5 - 18 okt 2012 • Afgiftekantoor Gent x 17 Najaarsonkruidbestrijding granen voorkomt resistentie p. 8 Hoe rundvee efficiënt voederen in de winter? p. 29 Het moederdierenconcept van de toekomst p. 41 43 8 20 PLUKSYSTEMEN UITGETEST p. 20 copyright Boerenbond

Transcript of PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum....

Page 1: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

Management&Techniek

DOssIERsLekkere geitenproducten ▼

Vergeten groenten zijn hot ▼

Halfmaandelijks (uitgezonderd juli & augustus) • 5 - 18 okt 2012 • Afgiftekantoor Gent x

17

Najaarsonkruidbestrijding granen voorkomt resistentie p. 8

Hoe rundvee efficiënt voederen in de winter? p. 29

Het moederdierenconcept van de toekomst p. 41

43 820

PLUKSYSTEMEN UITGETEST

p. 20

copy

right

Boeren

bond

Page 2: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

marketing

media

markt

klant

waarde

merk

Workshopreeks

Marketingacademie

Dinsdag 6, 13, 20 en 27 november en 4 december 201218.30 –21.30 uurAntwerpse Kempen

Laat je onderdompelen in vijf workshops die je ongetwijfeld nieuwe inzichten geven in hoe jij je producten beter kan verkopen. Schaaf je kennis bij over thema’s als prijszetting, retailtrends, business-to-businessmarketing, maar ook over de effectiviteit van de verschillende communicatiekanalen. Voor de beginners is er een introductie tot marketing, waarna je kan aansluiten bij alle sessies. Schrijf je dus in voor deze boeiende reeks en ontdek zelf de geheimen van een sterke marketing.

Programma en inschrijven? Surf naar www.innovatiesteunpunt.be of bel 016 28 61 02.

Het Innovatiesteunpunt is een initiatief van Boerenbond

in partnerschap met Cera

BOERENBURENPLAN

WIN2500EURO

In samenwerking met:

Dan is dit iets voor jou! Boerenburenplan

mikt op lokale verenigingen, sociale organi-

saties, jeugdbewegingen, scholen… en de

boeren uit hun buurt. Denk samen na wat

jullie voor elkaar kunnen betekenen en

werk een verfrissend project uit.

Download het deelnemingsformulier op

www.cera.be/special/boerenburenplan en

bezorg het ons voor 1 februari 2013.

Post je idee op Facebook ‘Boerenburenplan’

en win een leuke prijs!

Het Innovatiesteunpunt is een initiatiefvan Boerenbond in partnerschap met Cera

Buren gaan de boer op. Jij toch ook?

Ben jij een buur van eenleuke boer of een boermet leuke buren?

Een initiatief van:

BURENPLAN

2500EURO

Buren gaan de boer op. Jij toch ook?

copy

right

Boeren

bond

Page 3: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

VOORAF

mail: [email protected]

8 AKKERBOUWEen najaarsbehandeling tegen onkruid kan 1 ton graan extra opleveren. Granen zonder onkruiddruk hebben een groter opbrengstpotentieel, maar najaarsherbi-ciden verminderen ook de resistentiedruk tegen onkruid.

20 FRUIT De fruitpluk is volop bezig. Niet overal in ons land wordt het fruit op dezelfde manier geplukt. We trokken naar 3 bedrijven in het Waasland, het Hageland en Haspengouw en namen de proef op de som tijdens de perenoogst.

26 MANAGEMENTWie aan verbreding doet, kan een extra inkomen genereren. Het is dan ook belangrijk dat je een juiste prijs vraagt voor de producten die je verkoopt. We geven enkele voorbeelden voor een melkveebedrijf met zuivelverwerking.

DOssIERDe consument wil weer meer seizoengebonden, lokaal én duur-zaam geteelde groenten. Zogenaam-de vergeten groenten passen hier perfect in. Intussen veroverden ze hun plek in de groenterayons, maar welke toekomst hebben ze?

DOssIERDe geitenhouderij in Vlaanderen is de kinderschoenen ontgroeid. Er zijn nu grote, goed uitgebouwde, moderne geitenbedrijven. We hebben het over melkgeitenlamsvlees, wat geldt als een echte delicatesse en bezoeken onder meer een bedrijf dat z’n melk tot kaas verwerkt.

43

14

8

2620

Op DE TWEEDE vRIjDAG vAN OKTOBER – dit jaar dus op 12 oktober – wordt wereldwijd het ei in de kijker gezet. Hoewel dierlijke producten de voorbije jaren vaak onder druk kwamen te staan, ben ik nog altijd zeer blij met een eitje … en dat niet alleen op zondag. Eieren passen namelijk prima in een gezonde voeding. Ze zijn immers een bom aan hoogwaardige eiwitten, vitaminen en mineralen. Eitjes zijn trouwens heel goedkoop en je kan er fantastische, maar ook zeer eenvoudige, gerechten mee klaarmaken. Niet verwonderlijk dus dat (volgens VLAM) ieder van ons niet minder dan 96 verse eieren naar binnenspeelde in 2011. Onze leghennenhouders deden de voorbije jaren heel wat inspanningen om te voldoen aan de Europese welzijnswetgeving. Ze produceren jaarlijks zo’n 1,7 miljard kwaliteitsvolle en volledig traceerbare eieren. Ook daarom passen Belgische eitjes op deze Wereldeierdag in ieders boodschappenmand!

ANNE vANDENBOsCH, HOOFDREDACTEUR

3Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012 in dit nummer • 3

copy

right

Boeren

bond

Page 4: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

INHOUD

Jaargang 17Halfmaandelijks vakblad van Boerenbond, uitgezonderd in juli en augustus

rEdACTiE directeur: Anne VandenborreHoofdredacteur: Anne VandenboschAdjunct-hoofdredacteur: patrick dielemanredactiecoördinator: Jo Gennez redacteurs: philippe Masscheleyn, Jan Van Bavel, Luc Van dijck, Walter Van Neck, Jacques Van Outryvesecretariaat: petra de Becker

rEdACTiEAdrEs diestsevest 40, 3000 Leuven T 016 28 63 02, f 016 28 63 09management&[email protected] www.boerenbond.be

VOrMGEViNG & prEprEss Boerenbond & Landelijke Gilden | Grafische producties

LEdENLiJsTEN & ABONNEMENTEN T 016 28 62 32, f 016 28 62 [email protected]

rECLAMErEGiE Boerenbond & Landelijke Gilden | Mediaservice diestsevest 40, 3000 LeuvenT 016 28 63 33, f 016 28 63 39 [email protected]. Aangeboden advertenties kunnen steeds geweigerd worden zonder dat de redactie hiervoor een reden hoeft op te geven.

VErANTWOOrdELiJkE uiTGEVErSonja De Becker, algemeen secretaris, diestsevest 40, 3000 Leuven

drukkEriJ Geers Offset nv, Oostakker

Management&Techniek is CiM-gecontroleerd (gedrukte oplage 2012: 11.500 exemplaren) en voldoet aan de criteria van ‘prof B to B press Quality label’. Lid van de unie van de uitgevers van de periodieke pers. ingezonden stukken kunnen steeds geweigerd of ingekort worden zonder dat de redactie een reden hoeft op te geven. Voor het overnemen van artikelen uit Management&Techniek is steeds schriftelijke toestemming van de redactie nodig. Bronvermelding is altijd verplicht.

COLOFON

•4 inhoud Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

BB

9261

Management&Techniek 17 • 5 oktober

AKKERBOUW6 Vroeg zaaien, nieuwe rassen en resistentie8 Voorkom resistentie, behandel in het najaar

VARKENS12 Van op afstand waken over welzijn

GROENTENDossier | Vergeten groenten zijn hot14 Vergeten groenten kennen gestage opmars16 snijbonen als prima vruchtafwisseling18 Geloof in beperkte groei wintergroente pastinaak

FRUIT20 ieder werkt op zijn manier23 Gestoffeerde aardbeienvakbeurs

MANAGEMENT26 zuivelverwerking op de hoeve vraagt investeringen

RUNDVEE29 Efficiënt voederen wordt een uitdaging32 Meten laat goede rantsoenplanning toe

MECHANISATIE36 Valtra geeft N- en T-reeks facelift38 BigBaler, roll Baler en fr-hakselaar op de rode loper

pLUIMVEE41 Het moederdierenconcept van de toekomst

KLEINVEEDossier | Lekkere geitenproducten43 Geitenkaasboerderij ‘t Leenhof in zele45 Lamsvlees is een delicatesse46 Geitenfarm is altijd op zoek naar beter49 Gezonde geitenmelk

KORT5 Oogst | economie & wetenschap25 in beeld | kwaliteitsfolie voor alle gebruik 50 Oogst | bedrijfsleven

foto cover: Leen Jolling

HET VOLGENDE NUMMER VERSCHIJNT OP 19 OKTOBER MET EEN DOSSIER OVER HET PROJECT ECO2.copy

right

Boeren

bond

Page 5: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

OOGsT ECONOMIE & WETENsCHAp

• 5Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012 oogst | economie & wetenschap

LiEfdE TussEN GrAs EN kLAVErGrasland • klaversoorten leven samen met bacteriën die stikstof uit de lucht halen en deze beschikbaar stellen aan de plant. Ook niet-stikstofbindende buurplanten profiteren daarvan, want de stikstof in de klaverplanten komt vrij in de bodem door het uitlekken uit plantenwortels en bij de afbraak van dode wortels. Een Nederlands-Engels onderzoeks-team van Wageningen university, Lancaster university en het Centre for Ecology and Hydrology in Lancaster stelt vast dat klaverplanten en gras sneller koolstof naar de grond transporteren en meer biomassa van hogere kwaliteit produceren als beide planten-soorten in elkaars nabijheid staan, dan wanneer zij alleen door soortgenoten omgeven zijn. In gemengde teelten gaan zowel de stikstofbindende plant als nabije planten erop vooruit in gewicht en kwaliteit. uit het onderzoek blijkt dat vooral witte klaver in staat is de overdag opgenomen koolstof snel naar ondergrondse plantendelen te transporteren wanneer de plant in gezelschap van andersoortige buren groeit. Ook reukgras vertoont in mengcultuur een versnelde inbouw en transport van koolstof. Bovendien blijkt het verlies van koolstof via de ademhaling van de plant en via de bodem lager te zijn als beide plantensoorten naast elkaar groeien, dan wanneer ze in monocultuur staan. Ook in de tijdspanne van een jaar blijken dezelfde plantencombinaties die op korte termijn succesvol zijn de meeste biomassa te produceren in mengculturen. Het vastleggen van extra koolstof gaat niet ten koste van de plantkwaliteit. Het stikstofgehalte blijkt beduidend hoger in alle niet-stikstoffixerende plantensoorten. Dit komt tot uitdrukking in een lagere koolstof-stikstofverhouding, die zakte van 28 naar 22. dit resulteert in meer stikstof per eenheid koolstof in het oogstbare materiaal van mengculturen. Hoe een en ander precies verloopt, vergt verder onderzoek.Naar: Wageningen university, september 2012

HOE VErTAkkEN dE WOrTELs VAN pLANTEN ziCH?Bodem • De wortels van planten vertakken zich voortdurend op zoek naar water en voedingsstoffen. Het Laboratorium voor biochemie en moleculaire fysiologie in Montpellier heeft, samen met Engelse en duitse onderzoekers, vooruitgang geboekt in de studie naar het mechanisme achter de vorming van zijwortels. Membraaneiwitten die de waterdoorstroming regelen via waterkanaaltjes in het membraan van de cel, de zogenaamde aquaporines, en het auxinehormoon spelen daarbij een belangrijke rol. de onderzoekers toonden aan hoe de plant, door de werking van het auxinehormoon en de aquaporines, heel precies de watertoevoer regelt. Waar een secundaire wortel gevormd wordt, wordt er meer water naar de cellen gestuurd zodat die beter uitgroeien. Dit gaat ten koste van de cellen van de primaire wortel die hen omhullen. Deze krijgen relatief minder vocht en worden zwakker. Voor het eerst wordt wortelvorming in verband gebracht met het vermogen om water te absorberen en te transporteren. Wanneer we het systeem van wortelvorming beter begrijpen, dan kan ook de selectie dit element mee-nemen en planten ontwikkelen die een groter wortelgestel aanmaken om dieper in de aarde water en voedingsstoffen te kunnen opnemen, waardoor ze beter kunnen weerstaan aan droogte. De resultaten werden gepubliceerd op de website van Nature Cell Biology.

Naar: inra, september 2012

BEiTEMsE sNOEkBAArs GEprOEfd EN GEsMAAkTAquacultuur • in het praktijkcentrum Aquacultuur van inagro zwemmen volgroeide snoekbaarzen rond, in totaal zo’n 3000 kg. Op de themadag van Inagro konden de bezoekers meedoen aan een smaaktest. Honderd mensen kregen een bordje met 3 stukjes vis: de wilde snoekbaars, wilde zeebaars en gekweekte inagro-snoekbaars. de vissen werden alle in gezouten notenboter en met een snuifje peper bereid. De wilde zeebaars wordt beschouwd als een van de lekkerste vissen en is een luxeproduct. snoekbaars (vandaag bijna altijd uit het wild) wordt in zwitserland, duitsland en frankrijk, maar zeker in Oost-Europa, beschouwd als de zoetwatervis met de hoogste prijs-kwaliteit-verhouding en is een vaste waarde in traditionele gerechten. In onze smaak-test kreeg de wilde snoekbaars 245 punten, de wilde zeebaars 191 punten en onze huisgekweekte snoekbaars 192 punten. inagro is dan ook zeer tevreden met deze score. De eigen gekweekte snoekbaars wordt zeer gesmaakt.

Naar: inagro, augustus 2012

© iN

AG

rO

© J

O G

EN

NE

z

copy

right

Boeren

bond

Page 6: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•6 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

vROEG zAAIEN, NIEUWE RAssEN EN REsIsTENTIEHet Bieteninstituut (KBIvB) organiseerde begin september een bezoek aan 3 proefvelden in de omgeving van Hannuit en Landen. Door de gewassen te bekijken en te vergelijken, kan men zich een beter beeld vormen van het effect van diverse proefbehandelingen. – Patrick Dieleman

Tijdens zijn verwelkoming wees Jean-pierre Vandergeten, directeur van het kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker op wereldvlak concurrentieel moeten blijven tegenover de andere bronnen van suiker. We zijn dus gedwongen meer en meer suiker te produceren om te overleven met het oog op de kosten en het milieu.” De eerste van de bezochte proeven had rechtstreeks te maken met de vorige herziening van het suikerbeleid. De sluiting van meerdere fabrieken dwong de suikerfabrieken immers om de campagne vroeger te starten en later te beëindigen.

Vroege zaai en vroeg rooienA sinds 2010 worden proeven opgezet om te onderzoeken of men via een vroege zaai een betere suiker- en financiële opbrengst kan bekomen. Op het proefveld in het Waalse Merdorp werden de eerste bieten

gezaaid op 16 maart. de normale zaai gebeurde op 6 april. in de proef werd een suikerrijk, een zwaar en een ras van het evenwichtige type gebruikt. Om te kunnen nagaan of een vroege zaai gecompenseerd moet worden met een dichtere, dan wel een dunnere zaai, werden de rassen kassia kWs en Charly met 3 dichtheden gezaaid, op 17, 20 en 23 cm in de rij.Onderzoeker Guy Legrand van het kBiVB herinnerde eraan dat de vroegste zaai-datum van suikerbieten in een streek niet bepaald wordt door de temperatuur, maar wel door de neerslag. “Elk jaar opnieuw

stellen we vast dat er gezaaid wordt wanneer het 6 opeenvolgende dagen niet regende. dit jaar was 50% van het areaal uitgezaaid op 28 maart, slechts één dag later dan in 2011. Maar door het extreem koude weer van april verliep de ontwikke-ling van het gewas veel langzamer. De rijen sloten zich pas tussen 10 en 20 juni, waar dit in 2011 al tussen 30 mei en 5 juni gebeurde.” Het blijft uitkijken naar de resultaten van dit jaar, maar vorig jaar wees de proef in Lens uit dat de suiker-opbrengst vooral gerelateerd is aan het aantal groeidagen. De suikeropbrengst na een late zaai was vergelijkbaar met die van vroeg gerooide vroeg gezaaide bieten, mits er later gerooid werd en dus eenzelfde aantal groeidagen kon worden bereikt. Toch wezen de proeven op een tendens tot opbrengstverhoging wanneer de bieten vroeger gezaaid werden. De genetica is ondertussen zodanig goed dat er in de vroeg gezaaide percelen niet noemens-waardig meer schieters geteld worden.

akkerbouw | suikerbieten

Als er 40 dagen voor de oogst nog geen symptomen zijn, kan je een preventieve behandeling tegen bladziekten overslaan.

© p

ATr

iCk

diE

LEM

AN

copy

right

Boeren

bond

Page 7: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

AREZZ“Het zwaargewicht!”

Bebaarde wintertarwe met topopbrengsten Vroegrijpe, oogstzekere variëteit

Zeer hoog HL-gewicht Zeer sterke uitstoeling, zelfs bij late zaai

Phot

o cr

edit:

RAG

T Se

men

ces &

Mal

ice

- © G

ett y

Imag

es

• 7Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

Wat de opbrengst van dit jaar betreft, wijzen de staalnames van de suikerfabrie-ken op een gemiddelde opbrengst.

RassenproevenWe bezochten ook 2 van de 8 percelen waarop dit jaar de vergelijkende rassen-proeven werden aangelegd. Het perceel in Lens Saint Rémy is zeer licht besmet met de bietencystennematode (38 eieren en larven per 100 g grond in het profiel 0 tot 60 cm). dit laat toe om het opbrengst-potentieel van nematodentolerante rassen te vergelijken met dit van de klassieke rhizomanierassen. in de proef werden 14 nematodentolerante rassen opgenomen en één resistent ras. Er worden ook 17 rassen voor erkenning in het eerste proefjaar en 13 rassen in het tweede proefjaar getest.In Lens St Rémy was het ook de bedoeling om de rasgevoeligheid voor bladziekten en de reactie op een fungicidenbehandeling van de beproefde rassen na te gaan. Theoretisch moest het proefperceel eind juli een behandeling krijgen tegen bladziekten. Door de geringe ziektedruk werd die overgeslagen. “Dit is verantwoord wanneer de planten minder dan 40 dagen voor de oogst nog niet aangetast zijn”, zei onderzoeker André Wauters. “iemand die één behandeling toepaste, kan dezelfde redenering doortrekken om af te zien van een tweede behandeling omdat die niet rendabel zal zijn. In een proef met meerdere rassen, vorig jaar, in Gesves haalden de meeste variëteiten geen voordeel uit een behandeling. In de rassenproeven houden wij de strategie aan om pas te behandelen na 110 dagen. Daardoor ondervinden de minder tolerante

rassen wat nadeel ten opzichte van de tolerante rassen. We behandelen daarin niet preventief. We zien in de ons omrin-gende landen tegengestelde strategieën: in Nederland wordt zeer sterk behandeld, maar in frankrijk heeft men het geweer van schouder veranderd. Daar wordt nu alleen behandeld tegen bladziekten wanneer het echt nodig is.”Op een tweede perceel in Gingelom is een heel hoge nematodenbesmetting aanwe-zig. Dat hangt deels samen met het teeltplan van de landbouwer, waarin behalve suikerbieten om de 5 jaar ook spruiten voorkomen. “Omdat spruiten net als veel andere kruisbloemigen ook waardplanten zijn voor het bietencysten-aaltje zitten we met een rotatie van 2 op 5, of dus meer dan 1 op 3. Op een dergelijk perceel zal een normaal ras aanleiding geven tot een stijging van de aaltjes-populatie. Met een tolerant ras zal het aantal normaal gezien stabiliseren of lichtjes achteruitgaan, maar bij een aantasting met meer dan 2000 eitjes en larven per 100 g grond zullen ook tole-rante rassen de populatie licht verhogen. Bij een resistente variëteit wordt een reductie van 50 tot 80% verwacht. ” Op het proefveld was het effect van de hoge aaltjespopulatie op de normale rassen opvallend. Omdat de aanwezigheid van aaltjes de opname van magnesium verstoort, waren op het blad van de normale rassen, maar ook op dat van sommige tolerante rassen symptomen van magnesiumgebrek waar te nemen. “In een proef stelden we vast dat het toedienen van 50 l vloeibaar magnesium (het equivalent van 200 kg kieseriet) in het vierbladerenstadium op zwaar besmette

percelen een toename gaf van de suiker-opbrengst met 800 kg/ha. Een dergelijk effect konden we niet bereiken door een supplement stikstof toe te dienen.” n

akkerbouw | suikerbieten

1 Magnesiumgebrek kan ook wijzen op de aanwezigheid van aaltjes. 2 In het zwaar met aaltjes besmette proefveld was het contrast groot tussen perceeltjes met tolerante en met gevoelige rassen.

1

2

© p

ATr

iCk

diE

LEM

AN

© p

ATr

iCk

diE

LEM

AN

copy

right

Boeren

bond

Page 8: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•8 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

vOORKOM REsIsTENTIE, BEHANDEL IN HET NAjAAREén ton graan. Dat kan de winst zijn van een najaarsbehandeling tegen onkruid. Granen die groeien zonder concurrentie hebben een groter opbrengstpotentieel, maar najaarsherbiciden verminderen ook de toenemende resistentiedruk tegen onkruid. – Geert Verhiest, Sanac Fyto

Als je geen herfstbehandeling toepast, zit je met sterk ontwikkelde onkruiden in het voorjaar. Die kunnen een hele winter concurreren met het gewas. Onkruiden snoepen mee van de eerste stikstoffractie en groot gegroeide onkruiden vragen een hogere dosering van zowel bodem- als contactherbiciden in het voorjaar. We mogen eveneens niet uit het oog verliezen dat complete onkruidcombinaties niet altijd volledig selectief zijn. Vaak is ook de berijdbaarheid van het veld niet optimaal en worden er soms diepe spoorgangen gemaakt. Een najaarsbehandeling tegen onkruid is eveneens een zeer belangrijke stap om de werkzaamheid van graan-herbiciden op lange termijn te kunnen blijven garanderen.

Resistentie tegen duist neemt toeOoit werden de bladgraminiciden puma en Topik voorgesteld als de oplossing tegen

duist op zware grond, want bodemherbici-den hebben op zware grond een minder goede werking. Al na enkele jaren liep het fout. De oorzaak toen was snel duidelijk: resistentie. De grote doorbraak in duistbestrijding kwam er dankzij meso-sulfuron, het werkzame bestanddeel van Atlantis. duist die resistent was tegen puma en Topik kon plots volledig bestre-den worden. Om een herhaling van de geschiedenis te verkomen, werd toen al over een ‘programma resistente duist’ gesproken: een behandeling in het najaar en een corrigerende behandeling in het voorjaar.Vandaag is resistentie tegen Atlantis in Engeland bijna alomtegenwoordig. Ook in duitsland en frankrijk is de verspreiding al zeer groot. Bij ons komen meer en meer meldingen binnen van tegenvallende resultaten door resistentie. Deze vaststel-ling is wel zorgwekkend geworden op sommige percelen in de polders. Vandaag

lukt het op vele percelen nog net om met Atlantis de strijd aan te gaan, al dan niet in combinatie met Lexus of Capri. We moeten ons realiseren dat er in de nabije toekomst geen betere grassenmiddelen voor in het voorjaar meer op komst zijn. In

het ‘programma resistente duist’ wordt ook meer aandacht besteed aan maat-regelen zoals ploegen, ruime vruchtafwis-seling, aanleggen van een vals zaaibed, spuittechniek …

akkerbouw | granen

Een najaarsbehandeling tegen onkruid helpt om de werkzaamheid van graanherbiciden op lange termijn te blijven garanderen.

© J

O G

EN

NE

z

copy

right

Boeren

bond

Page 9: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 9Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

Afwisselen van werkingswijzenBijna driekwart van alle voorjaarsherbici-den behoort tot dezelfde chemische groep van ALs-remmers met (bijna) hetzelfde aangrijpingspunt of werkingswijze. Binnen deze groep zijn er wel verscheidene

chemische families: de sulfonylurea (onder meer Atlantis, Hussar ultra, Allie) en de sulfonamides (primus en Capri). Deze groep is erg resistentiegevoelig. Een plant kan resistent worden door de aangrijpingsplaats van het middel te

wijzigen of door zijn stofwisseling op het middel aan te passen.In het najaar beschikken we gelukkig over voldoende middelen met een ander werkingsmechanisme (figuur 1). Vooral flufenacet en pendimethalin zijn de

akkerbouw | granen

The World of HerbicidesAccording to HRAC classification on mode of action 2010

HERBICIDES AFFECTING: Light Processes Cell Metabolism Growth/Cell Division

C2

C3

C1 C Inhibition ofphotosynthesis at PS II

B Inhibition of ALS (branched)chain amino acid synth.)

K1Inhibition of

microtubule assembly K2Inhibition of

microtubule organisation

M Uncoupler (membrane disruption)

E Inhibition ofprotoporphyrinogen oxidase

D PS-I-electron diversion

F Inhibition of pigmentsynthesis (bleaching)

N Lipid synthesis inhibition(not ACCase)

A Lipid synthesis inhibition(inhibition of ACCase)

K3Inhibition of cell division

(inhibition of VLCFAs)

L Inhibition ofcellulose synthesis

F1 Inhibition of PDS

F4Inhibition of

DOXP synthase

F3 Unknown target

F2Inhibition of

4-HPPD

I DHP-inhibition

Z Unknown modeof action

O Synthetic Auxins

P Auxin transportinhibition

H Glutamine synthetase inhibition

G Inhibition ofEPSP synthase

Phenyl-pyridazines

Diphenyl ethers

Thiadiazoles

Diphenylether

Pyrimidinediones

Cyclohexanediones (DIMs)

Chlorocarb. acids

Others

Glycines

Others

Others

Ureas

Uracils

Amides

Triazolinone

Triazines

Phenylpyrazoles

Imidazolinones

Triazolopyrimidines

Chloroacetamides

Pyridine-carboxylic acids

Benzoic acids

Phenoxy-carboxylic acids

Tetrazolinones

Acetamides

Semicarbazone

Phthalamate

Benzamide

Alkylazines

Nitriles

Pyridines

Phosphoroamidates

DinitrophenolsBipyridyliums

Phosphorodithioate

Benzofuranes

Quinolinecarboxylic acids

Phosphinic acids

Carbamate

Sulfonylamino-carbonyl-triazolinones

Sulfonylureas

Pyrimidinyl (thio) benzoates

Oxadiazoles

Triazinones

Triazolinones

Pyridazinone

Nitriles

Phenylcarbamates

N-Phenyl-phthalimides

Oxazolidinedione

Benzothiadiazinone

Benzoic acid

Carbamates

Dinitroanilines

Benzamides

Oxyacetamides

Aryloxyphenoxy-propionates (FOPs)

www.hracglobal.com

Thiocarbamates

Phenylpyrazoline (DEN)

Arylaminopropionic acid

Triazolocarboxamide

O

O

NH

Cl

Cl

Clomeprop

O

OH

O

Cl

Cl

Dichlorprop=2,4-DP

O

OH

O

Cl

Cl

2,4-D

O

OH

OCl

MCPA

O

Cl

Cl

OH

O

2,4-DB

OCl

OH

O

MCPB

OCl

OH

O

Mecoprop = MCPP = CMPP

FF

N

NN

ONH2

Cl

OFF

F

Flupoxam

NCl

Cl Cl

OOH

O

Triclopyr

NCl

Cl

O

OH

Clopyralid

NF

Cl Cl

OOH

O

NH2

Fluroxypyr

NCl

Cl Cl

NH 2

O

OH

Picloram

NCl

Cl

NH2

O

OH

Aminopyralid

NH

NOO

O

O

Isoxaben

Cl

Cl NH2

OHO

Chloramben

OHO

O

Cl

Cl

Dicamba

OHO

Cl

Cl

Cl

TBA

Cl ClCN

Dichlobenil

Cl Cl

SNH2

Chlorthiamid

NH

O

OH

O

Naptalam

N

OOH

Cl

Quinmerac

N

Cl

OOH

Cl

Quinclorac

O

O

NNNH

NH

O

F

F

Na

Diflufenzopyr-sodium

N

SO

Cl

O

O

Benazolin-ethyl

+

N

N

N

NH2

F

NH

O

Triaziflam

Indaziflam

N N

N

NH2

F

CH3

CH3

NH CH3

N

N

N

NH NH

S

Desmetryne N

N

N

Cl

NH

NH

Propazine

N

N

N

NH

NH

S

Ametryne

N

N

N

NH

NH

Cl

Atrazine

N

N

N

NH

S NH

Dimethametryn

N

N

N

NH

NH

Cl

Simazine

N

N

N

NH

NH

Cl

Terbuthylazine

N

N

N

NH

NH

S

Terbutryne

N

N

N

NH

NH

S

SimetryneN

N

N

NH

NH

O

PrometonN

N

N

NH

NH

Cl

CN

Cyanazine N

N

N

NH

NH

S

Prometryne N

N

N

NH

NH

O

Terbumeton

N

N

N

N NH

Cl

Trietazine

NH

N

O

Fenuron

S

NN

NHO

Methabenzthiazuron

NH

ClN

O

Chlorotoluron

NH

ON

OCl

Chloroxuron

NH

N

O

FF

F

Fluometuron (also F3)

Cl

Cl

NH

NO

Neburon

NH

N

ClN

O

O

N

O

Dimefuron

NH

N

O

Isoproturon O

Cl

NH

ON

Metoxuron

NH

NH

O

Siduron

NH

Cl

Cl

N

O

Diuron

NO

NH N

O

Isouron

Cl

NH

N

O

O

Monolinuron

N N

S N

O

NH

Tebuthiuron

Br

Cl

NH

NO

O

Chlorobromuron

S

NN

NS

O

O

NH

O

Ethidimuron

Cl

Cl

NH

NO O

Linuron

N

SNH

O

OO

Bentazone

N

NH

O

Br

O

BromacilN

NH

O

O

LenacilN

NH

O

Cl

O

Terbacil

NH

ONH

O

O

OPhenmedipham

NNCl

O

O

S

Pyridate

N N

OH

Cl

Pyridafol

NN

OCl

NH2

Chloridazon/Pyrazon

N N

NN

O

O

Hexazinone

N

NN

O NH2

MetamitronN N

NO

NH2

S

Metribuzin

N

NN

O

NH2

O

NH

Amicarbazone

N+

N+

Br Br

N+

N+

Cl Cl

Diquat

Paraquat

Cl

Cl

NH

O

Propanil

Cl

NH

O

Pentanochlor

Br

OH

Br

N O

NO2

O2N

Bromofenoxim (also M)

I

OH

I

CN

Ioxynil (also M)

Br

OH

Br

CN

Bromoxynil (also M)

O

NHO

O

NH

ODesmedipham

Br

NH

O

N

O

Metobromuron

O NNH

O

F

FF

F

Picolinafen

N

O

FF

F

Fluridone

NN

OCl

NH

FF

F

NorflurazonN

OCl

ClF

FF

Flurochloridone

O

ClNH2

O2N

AclonifenNH

NO

FF

F

Fluometuron(also C)

NO

Cl

O

Clomazone

ON

O

Cl

S

O

O

Isoxachlortole

NN

OO Cl

Cl

O

Pyrazoxyfen

NN

OOH S

F

FF

OO

Pyrasulfotole

O

O

O Cl

SO

O

O O

Tefuryltrione

ONH

O

FF

F

Flurtamone

ON

O

NH

F F

FF

F

DiflufenicanBeflubutamid

F

F FF

OO

NH

Isoxaflutole

ON

O

F

FF

SO

OBenzofenap

NN O

O

OCl

Cl

PyrazolynateN

N OS

O

OCl

Cl

O

Sulcotrione

ClOO

O

O

SO O

Mesotrione

O O

O

N+O O

SO O

Benzobicyclon

S O Cl

SO O

Tembotrione

O

O

O Cl

OF

F

F

SO O

Topramezone

O

NN

OH

ON

SOO

O

OH O

N

FF

F

OO

Bicyclopyrone

Amitrole (Inh. of lycopene cyclase)

NH

N

N

NH2

NH

ONH

Dymron = Daimuron

NH N

O

Methyldymron

NH

NH

OCl

Cumyluron

OH

O

Pelargonic acid

N N

S S

Dazomet

(CH2)7CO2H

(CH2)7CH3

Oleic Acid

O

N

Cl

ClO

Oxaziclomefone

NH2

PO

O

O

OH

Fosamine

ClCl

NH

O

OO

Etobenzanid

O

O

CinmethylinN NO

S

O

Pyributicarb

DSMA

AsO

O

O

Na+

Na+

MSMA

As

O

OH

O Na+Metam

S

S

NH

Na+

Bromobutide

NH

O

Br

DifenzoquatMetilsulfate

NN

+CH3SO-4

Indanofan

OO

O

Cl

Chlorflurenol

OH OH

O

Cl

N

NO

O

NH

NH

OS OO

NS O

O

Amidosulfuron

N

NO

O

NH

NH

OS OO

N N

N

NNN

Azimsulfuron

N

NO

O

NH

NH

OS OO

OO

Bensulfuron-methyl

N

N

O

NH

NH

OS OO

OO

Cl

Chlorimuron-ethyl

NN

NO

NH

NH

OS OO

Cl

Chlorsulfuron

NN

NO

O

NH

NH

OS OO

OO

Cinosulfuron

N

NO

O

NH

NOS O

O

N

O

FF

F

Na+

Trifloxysulfuron-sodium

N

NO

O

NH

NH

OS OO

NHO

Cyclosulfamuron

NN

NO

NH

NH

NH

OS OO

OO

Ethametsulfuron-methyl

N

NO

O

NH

NH

OS OO

O

O

Ethoxysulfuron

N

NO

O

NH

NH

OS OO

N

FF

F

Flazasulfuron

N

NO

O

NH

NOS O

O

N

OO

FF

FNa+

Flupyrsulfuron-methyl-sodium

N

NO

O

NH

NH

OS OO

N N

ClOO

Halosulfuron-methyl

N

N

NO

O

NH

NH

OS OO

N

Cl

Imazosulfuron

NN

NO

NH

NOS O

O

I

OO

Na+

Iodosulfuron-methyl-sodium

NN

NO

NH

NH

OS OO

OO

Metsulfuron-methyl

N

NO

O

NH

NH

OS OO

NH

ON

O

H

Foramsulfuron

N

NO

O

NH

NH

OS OO

N

ON

Nicosulfuron

N

NNH

NH

OS OO

OOO

Oxasulfuron

N

NO

O

NH

NH

OS OO

O

F

F

F

F

O

Primisulfuron-methyl

NN

NO

NH

NH

OS OO

FF

F

Prosulfuron

N

NO

O

NH

NH

OS OO

OO

NH

SO O

Mesosulfuron-methyl

N

NO

O

NH

NH

OS OO

N N

OO

Pyrazosulfuron-ethyl

N

NO

O

NH

NH

OS OO

N

S OO

Rimsulfuron

N

NNH

NH

OS OO

OO

Sulfometuron-methyl

N

NO

O

NH

NH

OS OO

N

N

SO

O

Sulfosulfuron

NN

N

O

NH

NH

OS OO

FF

F

FF

F

Tritosulfuron

NN

NO

NH

NH

OS OO

S

OO

Thifensulfuron-methyl

NN

NO

NH

NH

OS OO

OCl

Triasulfuron

NN

NO

NNH

OS OO

OO

Tribenuron-methyl

NN

NO

NH

NH

OS OO

O

N

O

FFF

Triflusulfuron-methyl

N

NO

O

NH

NH

OS OO

OO

NO

F

Flucetosulfuron

N

NO

O

NH

NH

OS OO

NHN O

Orthosulfamuron

NH

NO

N

OOH

Imazapic

NH

NO

N

OOH

Imazapyr

NH

NO

OONH

NO

OO+

Imazamethabenz-methyl

NH

NO

N

OOH

Imazaquin

NH

NO

N

OOH

O

Imazamox

NH

NO

N

OOH

Imazethapyr

OH

NO2

NO2

DNOC

OH

NO2

NO2

Dinoterb

OH

NO2

NO2

Dinoseb

O ON

N N

N

O

O

O

O

O O Na+

Bispyribac-sodium

O ON

N N

N

O

O

O

O

O ON

Pyribenzoxim

S

N

N

O

O

O O

Cl

Na+

Pyrithiobac-sodium

S

N

N

O

OO O

Pyriftalid

O

N

N

O

O

O O

NO

Pyriminobac-methyl

NH

N

N

O

OOH

O

SOO

FF

Pyrimisulfan

S NOO

ON

N

NO

O

OO

Na+

O S NOO

ON

N

NO

O

FF

F

Na+

Flucarbazone-sodium

Propoxycarbazone-sodium

S

S NH

N

O

NN

O

O

OO

O O

Thiencarbazone-methylN

N

NNS

NH

Cl

OO

OO

F

O

Cloransulam-methyl

N

N

NNS

NH

Cl

Cl

OO

F

O

Diclosulam

N

N

NNS

NH

F

F

OO

O

F

Florasulam

N N

NNS

NH

F

F

OO

Flumetsulam

N N

NNS

NH

Cl

Cl

OO

O

O

Metosulam

N

N

NNNH

S

O

OO

O

O

FF

FF

FPenoxsulam

N N

NNNH

SN

O

O

OO O

FF

F

Pyroxsulam

OHP N

H

OH

O O

OH

Glyphosate

OHP N

H

OH

O O

O

(CH3)3 S+

Sulfosate

POH

O

ONH2

O

NH4+

Glufosinate-ammonium

NH2 SNH

OO

O

O

Asulam

Propyrisulfuron

N

N

S NH

NHO

NNN

Cl O

OOO

Bialaphos

CH3PO

OH NH2

HNH

O CH3

HNH

O

CH3

H O

OH

SNH

SP

O O

S

OO

Bensulide

S N

O

Tiocarbazil

S N

O

Cl

Thiobencarb = Benthiocarb

S N

O

Esprocarb

S N

O

Cycloate S N

O

EPTCNS

O

Dimepiperate

N S

O

Molinate

S N

OCl

Orbencarb

S N

O

Pebulate

S N

O

Prosulfocarb

S N

O

VernolateS N

O

Cl

Cl

Cl

Tri-allate

OH

O

Cl

Cl Cl

TCA

OH

O

ClCl

Dalapon

OH

O

FF

F

F

Flupropanate

O

O

O O

NO

Alloxydim

O

O

O

N O

Butroxydim

Clethodim

O

OS

N O ClCycloxydim

O

O

NO

S

Sethoxydim

O

O

NO

S

Profoxydim

S

O

O

N OO

Cl

Tepraloxydim

O

OO

N O Cl

Pinoxaden

O NN

O

O

O

Tralkoxydim

O

O

NO

Cyhalofop-butyl

OF

N OO

O

CH3

H

Diclofop-methyl

Cl Cl

O

OO

O

Fluazifop-P-butyl

N

F

FF

O

OO

O

CH3

H

Fenoxaprop-P-ethyl

Cl O

N O

O

OO

CH3H

Metamifop

O

N

Cl

O

OO

NFCH3

Haloxyfop-P-methyl

N

F

FF Cl

O

OO

O

CH3

Propaquizafop

N

N

O

Cl O

CH3

O

OON

Quizalofop-P-methyl

N

N

O

Cl O O

O

CH3

Quizalofop-P-tefuryl

N

N

O

Cl O

OCH3OO

Ethofumesate

OO

OS

O OBenfuresate

O

OSO O

Butylate

S N

O

Clodinafop-propargyl

N

Cl F

O

OO

O

CH3

N

Cl

O

ClN

O

O

Oxadiazon

O

Cl

Cl

N

ON

O

Oxadiargyl

NN

O

OO

O

O

O

FF

F

Benzfendizone

Cl

O N

F

O

O

O

Pentoxazone

NN

F

H O

O

F

Cl

NH

SCl

OO

Profluazol

NN O

F

O

Cl

O

OF

F

F

Flufenpyr-ethyl

SN

NN

O

NO

F

Thidiazimin

N

ClF

OCl

ONN

O

F

F

Carfentrazone-ethyl

NN

N

O Cl

Cl

O

Azafenidin NCl

OO

Cl

O

O

Cinidon-ethyl N

O

Cl

O

O

F

OO

Flumiclorac-pentyl

N

O

O

F

N

O

O

Flumioxazin

O

Cl

F

FF

OO

N+

O

ONa+

Acifluorfen-sodium

O

Cl

Cl

OO

N+

O

O

Bifenox

OCl

F

FF

N+

O

O

OOO

O

Fluoroglycofen-ethyl

O

Cl

Cl

ON

+O

O

Chlomethoxyfen

O

F

FF

O

N+

O

O

NH

SO O

Cl

Fomesafen

OF

F

FF Cl

NH

OS

O O

N+ O

O

Halosafen

O

Cl

F

FF

N+

O

O

OOO

O

Lactofen

O

ClF

FF

O

N+ O

O

Oxyfluorfen

OF

FF Cl

O

O CH3

HO

OCl

Ethoxyfen-ethyl

NN

O

O

FF

FCl

OO

O

O

Butafenacil

NNN

N

ClCN

N

Pyraclonil

N

F

Cl

S

OO

NN

S

O

Fluthiacet-methyl

ClCl

N

N

NNH

SO

O

O

FF

Sulfentrazone

N N

FCl

O

OF

FF

Br

Fluazolate

N N

FCl

OO

ClF

FO

O

Pyraflufen-ethyl

Bencarbazone

NN

N

O

FFF

F

NH

NH2

S

SO

O

Saflufenacil

N

N

O

OF

FF

F Cl

O

NH

S NO O

N

O Cl

O

Acetochlor

N

O Cl

O

AlachlorN

O Cl

PropachlorN

O Cl

O

Butachlor

N

O Cl

O

Dimethachlor

N

O Cl

S

OThenylchlor

S

N

O

Cl

O

Dimethenamid

N

O Cl

NN

Metazachlor

N

O Cl

O

MetolachlorN

O Cl

O

Pretilachlor N

O Cl

O

Propisochlor

N

O

Cl

O

Pethoxamid

Cl Cl

ClCl

O

OO

O

Chlorthal-dimethyl = DCPA

N

NO2

NO2

SNH2

O

O

N

NO2

NO2

FF

F

Ethalfluralin

NH

NO2

NO2

Pendimethalin

NH

NO2

NO2

Butralin

Oryzalin N

NO2

NO2

FF

F

Trifluralin

N

NO2

NO2

FF

FNH2

Dinitramine

NH

OO

Cl

Chlorpropham NH

OO

Propham

N

NO2

NO2

FF

F

Benefin = Benfluralin

S

PNH

OO

NO2

S

PNH

OO

NO2

Amiprofos-methyl

Butamifos

NH

OCl

ClPropyzamide = Pronamide

NO

Tebutam

PS

OSO

N

OCl

Anilofos

N PS

OSO

O

Piperophos

SO O

NN

N

N

O

Cafenstrole

O

NH

O

Naproanilide

N

O

Diphenamid

N

S

O

S

O

FF

F F

F

Dithiopyr

N

O

O

FF

F F

F

S

N

Thiazopyr

ON

NN

S

O F

FF

F

Flufenacet

ON

N

S

O

Mefenacet

N NNN N

OO

Cl

Fentrazamide

Carbetamide

NH

O

O

NH

OH

Napropamide

O

O

N

SNN

ON

OOO

FF

FFF

Pyroxasulfone

Ipfencarbazone

F

F

N

OO

N NN

CI CI

Flamprop-m

N

Cl

F

C H3O

H

O

O H

A (1) Lipid synthesis inhibition (inh. of ACCase)B (2) Inhibition of ALS (branched chain

amino acid synthesis)C (5, 6, 7) Inhibition of photosynthesis PS IID (22) PS I electron diversionE (14) Inhibition of protoporphyrinogen oxidaseF Inhibition of pigment synthesis (bleaching)F1 (12) Inhibition of PDSF2 (27) Inhibition of 4-HPPDF3 (11, 13) Unknown targetF4 Inhibition of DOXP synthaseG (9) Inhibition of EPSP synthase

H (10) Inhibiton of glutamine synthetaseI (18) Inhibition of DHPK1 (3) Inhibition of microtubule assemblyK2 (23) Inhibition of microtubule organisationK3 (15) Inhibition of cell division (VLCFA)L (20, 21) Inhibition of cellulose synthesisM (24) Uncoupler of oxidative phosphorylationN (8, 26) Inhibition of lipid synthesis (not ACCase)O (4) Synthetic auxinP (19) Auxin transport inhibitionZ (17, 25,) Unknown mode of action

( ) WSSA Group

A free copy of this poster can be downloaded from www.hracglobal.com Designed and produced by Syngenta 2010

Figuur 1 Het Herbicide Resistance Action Committee (HRAC) werkt aan strategieën om resistentie van onkruiden tegen herbiciden te voorkomen. Afwisselen met werkingswijzen is een basisstrategie. In het najaar beschikken we over voldoende middelen met een ander werkingsmechanisme. - Bron: www.hracglobal.com

Tabel 1 Eigenschappen van najaarsherbiciden in wintergranen - Bron: Sanac Fyto

Avadex AZ Bacara CTU Defi Herold IPU Javelin Liberator Malibu Stomp aqua

Werkingswijze1 N L F1 C2 K3 + F1 C2 F1 + C2 K3 + F1 K1 + K3 K1

Erkenning

Wintergerst Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja

Wintertarwe Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja

Winterhaver Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee

Spelt Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Nee Nee Ja

Triticale Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Nee Nee Ja

Rogge Nee Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Nee Nee Ja

Werkingsgraad2

Duist +++ - + ++ ++(+) +++ ++ ++(+) +++ ++(+) ++

Windhalm +++ - +++ ++ ++ +++ ++ ++(+) +++ +++ ++

Straatgras +++ - +(+) +++ ++ +++ ++ ++(+) +++ +++ ++(+)

kamille - +++ ++ +++ - +(+) ++ ++(+) + - -

kleefkruid + - ++ - ++(+) +++ - ++(+) ++(+) ++ +

Ereprijs +(+) ++(+) +++ - ++(+) +++ - +++ ++(+) ++ ++1 Indeling volgens HRAC-werkingswijzer (figuur 1), 2 Hoe meer +, hoe beter de werkingsgraad

isoproturonchloortoluron

diflufenican

sulfos voorjaar

flufenacet

Stomp Aqua

copy

right

Boeren

bond

Page 10: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•10 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

belangrijkste werkzame bestanddelen tegen grassen. Diflufenican is dan eerder de component tegen de breedbladige onkrui-den. Dit laat ons toe de kans op resistentie-opbouw af te remmen en daar moeten we nu meer dan ooit werk van maken.

Diflufenican, flufenacet en pendimethalindiflufenican (dff) is al jaren één van de meest doeltreffende actieve stoffen voor de bestrijding van vele breedbladige onkruiden. Daarenboven is er ook nog een nevenwerking tegen de onkruidgrassen. De nawerking van deze werkzame stof is de langste van alle graanherbiciden. De halfwaardetijd is 4 tot 5 maanden. door dff te combineren met een werkzame stof met grassenwerking bestrijdt men de volledige onkruidflora in granen. Diflufen-cian is een bestanddeel van: Toucan en vele nadere handelsnamen (500 g/l dff), Bacara (100 g/l dff + 250 g/l flurtamone), Herold (200 g/l dff + 400 g/l flufenacet), Liberator (100 g/l dff + 400 g/l flufenacet) en Javelin (62,5 g/l dff + 500 g/l ipu).flufenacet is op dit moment de sterkste grassenvreter in het najaar. Ook enkele breedbladige onkruiden zijn gevoelig. flufenacet wordt aangeboden in combina-tie met diflufenican en Stomp: Herold (400 g/l flufenacet + 200 g/l dff ), Liberator (400 g/l flufenacet +100 g/l dff) en Malibu (60 g/l flufenacet + 300 g/l pendimethalin). flufenacet mag niet na zaai worden toegepast, wel vanaf het eerstebladstadium van het graan. De werkzame stof wordt opgenomen door de worteltjes en de hypocotyl van jong kiemend onkruidgras, grassen die groter zijn dan 2 blaadjes worden niet meer bestreden.stomp Aqua (pendimethalin) is in winter-tarwe pas toegelaten vanaf het eerste- tot tweedebladbladstadium. In wintergerst daarentegen kan stomp Aqua zowel na zaai als vanaf het eerste- tot tweedeblad-stadium. pendimethalin is een meerwaar-de in de strijd tegen duist en windhalm. Om schade aan het kiemende zaad van tarwe of gerst te voorkomen, moeten de zaden wel goed bedekt zijn. stomp Aqua is ook beschikbaar in combinatie met picolinafen (een broertje van diflufenican) of flufenacet, respectievelijk in Celtic en Malibu. Tabel 1 (p. 9) geeft een overzicht van de werking van de genoemde najaarsherbicieden.

Na zaai of vroege naopkomstbehandeling?In wintergerst groeit de interesse om pas te starten na de opkomst van het gewas. Vroeg gezaaide gerst kiemt en groeit

immers heel snel en na de opkomst is de berijdbaarheid van het veld doorgaans nog verzekerd. Voor wintertarwe daarentegen kiezen de meeste telers toch voor een behandeling na de zaai. Een voorziene vroege naopkomstbehandeling valt soms letterlijk in het water.De werking, maar ook de nawerking, kan variëren naargelang het toepassingstijd-

stip. Het spreekt voor zich dat een late behandeling kort voor het ingaan van de winter vaak beter scoort dan een zeer vroege behandeling bij warm en droog weer. Bij een vroege behandeling (eind september tot begin oktober) is de kans groot dat al een deel van de bodemcom-ponenten wordt afgebroken, hetzij door de warmte en de zon hetzij door microbiële

Tabel 2 Enkele veel gebruikte combinatie in wintergerst en - tarwe (zandleemgrond) - Bron: Sanac Fyto

Wintergerst Wintertarwe

Na zaai

CTu 2,5 + Bacara 0,8 ipu/CTu1 2,5 + Bacara 0,8

CTu 3 + stomp Aqua 2 Javelin 2,5 l

CTu 2 + Bacara 0,6 + stomp Aqua 1,5

Eerste- tot tweedebladstadium

Bacara 0,8 Bacara 0,8

Herold sC 0,6 Herold sC 0,6

Liberator 0,6 Liberator 0,6

Liberator 0,6 + Bacara 0,4 Liberator 0,6 + Bacara 0,4

Malibu 3 Malibu 3

defi 4,5 + Az 0,15 defi 4,5 + Az 0,15

Tweede- tot derdebladstadium

Herold sC/Liberator 0,6 + CTu 2 Herold sC/Liberator 0,6 l + ipu 2 l

Celtic 2,5 + CTu 2 Celtic 2,5 + ipu 2

Malibu 3 + CTu 2 Malibu 3 + ipu 2

Javelin 2 + stomp Aqua 2 Javelin 2,5 l

CTu 2,5 + Bacara 0,8 Bacara 0,8 + ipu 2

IPU : isoproturon / CTU : chloortoluron, opgelet varieteitsverschillen

De resistente duist (links op de foto) had duidelijk niet te lijden van de herbicidenbehandeling die de niet-resistente duist doeltreffend aanpakte.

akkerbouw | granen

© G

EE

rT

VEr

HiE

sT

copy

right

Boeren

bond

Page 11: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 11Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

Liberator®

LIBERATOR®: 400 g/L flufenacet + 100 g/L DFF® (diflufenican). Erk. nr: 9681 P/B. Gedep. merken Bayer. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees altijd het etiket en de productinformatie voor gebruik. Voor verdere productinformatie met inbegrip van gevaarzinnen en symbolen, raadpleeg www.fytoweb.be. www.bayercropscience.be

Vrijheid voor uw granen, vrijheid voor U !

• Tegen grassen en moeilijke dicotylen

• Past perfect in ieder programma

• Vrije groei voor uw granen vanaf de herfst

Liberator®: Vrijheid voor U !

Akkerviooltje

Sterk tegen:

Ereprijs Dovenetel

Duist Windhalm Straatgras Raaigras

afbraak. Bodembacteriën verliezen hun krachten wanneer de bodemtemperatuur afkoelt. Het uiteindelijke resultaat van een najaarstoepassing hangt eveneens af van het verloop van de winter. De (na)werking van de toegepaste herbiciden zal altijd beter zijn na een strenge winter. Na een zachte winter is de kans op een voorjaars-correctie groter.

Herfstbehandeling in wintergerstIn regio’s met resistente of moeilijke duist kan het inwerken van Avadex voor het zaaien een goede oplossing zijn. Avadex moet wegens zijn vluchtigheid binnen de 2 uur worden ingewerkt en de dosering bedraagt 3 à 3,5 l/ha. Na deze werkgang volgt best nog een bijkomende behande-ling in het najaar.De laatste jaren kiezen steeds meer gersttelers voor een behandeling vanaf het eerstebladstadium. Immers, de tijd tussen zaai en opkomst is vaak heel kort. Wanneer weinig neerslag voorspeld wordt is een behandeling in het eersteblad-stadium inderdaad een betere optie: Herold sC 0,6 l, Liberator 0,6 l + Bacara 0,4 l of Malibu 3 l zijn de mogelijkheden. Vanaf het tweedebladstadium kan je aan

vernoemde combinaties chloortoluron toevoegen wanneer kamille en muur reeds aanwezig zijn. Eenmaal de grassen groter zijn dan het tweedebladstadium moet een specifiek grassenmiddel, zoals Axial, toegevoegd worden aan de bodem - componenten.

Herfstbehandelingen in wintertarweWintertarwe kan behandeld worden zolang de weersvoorwaarden een behandeling toelaten. Toch geldt 10 november vaak als grens. De ervaring leert ons dat ook latere behandelingen nog goede resultaten kunnen geven. Dat komt omdat de bodemherbiciden minder snel afbreken wanneer het kouder wordt (lees: langere nawerking).In wintertarwe kiest men het meest voor een behandeling na de zaai. Enkele complete combinaties op een rijtje: Javelin 2,5 l, isoproturon 2 l of chloortoluron 2,5 l (opgelet voor gevoelige variëteiten!) combineren met Bacara 0,8 l of Toucan 0,3 l. in sommige droge jaren zien we na de toepassing toch nog onkruid kiemen, maar de werkzame stof diflufenican kan door haar unieke werking (contact- en

bodemwerking) opgekomen onkruiden nog perfect bestrijden.Na de opkomst, vanaf het eerstebladsta-dium, kan een flufenacetcombinatie veilig worden toegepast: Herold sC 0,6 l, Liberator 0,6 l (+ Bacara 0,4 l) of Malibu 3 l. Wanneer tarwe het tweedebladstadium bereikt heeft, kunnen de vernoemde middelen aangevuld worden met 2 l isoproturon, dit om reeds opgekomen grassen en kamille voldoende te kunnen bestrijden. Een andere mogelijkheid is Bacara 0,8 à 1 l, ofwel defi 4 l + Celtic 2,5 l. Wanneer wintertarwe het derdeblad-stadium bereikt heeft, is de winter vaak reeds in het land en is een behandeling praktisch niet meer haalbaar. Slechts in een uitzonderlijk droog najaar kan er in dit stadium op een onbehandeld perceel nog een najaarstoepassing overwogen worden. Dat kan dan met Javelin of isoproturon, aangevuld met Bacara, Toucan, Liberator of Herold. Tabel 2 (p. 10) geeft een overzicht van de erkende najaarsherbici-den in de verschillende granen. n

akkerbouw | granen

copy

right

Boeren

bond

Page 12: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•12 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

vAN Op AFsTAND WAKEN OvER WELzIjNAutomatisering speelt een belangrijkere rol in het dagelijkse stalmanagement. vandaag kunnen al heel wat technische parameters automatisch opgevolgd worden. Door het gebruik van slimme sensoren zal men in de (nabije) toekomst ook de gezondheid en het welzijn van de varkens kunnen monitoren. – Anne Vandenbosch

Vroeger had de veehouder voldoende tijd om de dieren in de stal audiovisueel te controleren. Door schaalvergroting is dit vandaag niet meer mogelijk. Aan de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de ku Leuven ontwikkelt men echter al sinds 1991 methoden om automatisch (goedkoop) en continu (iedere seconde) te meten hoe dieren zich gedragen in de stal. deze methode noemt men precision Lifestock farming (pLf).

Welzijnsmonitorin ‘Welfare Monitoring’, een project van het agentschap voor Innovatie door Weten-

schap en Technologie (iWT), is men vandaag op zoek naar een objectieve meetmethode waarmee je niet alleen de productie, maar ook het welzijn en de gezondheid van varkens kan volgen. Dit project telt 3 Vlaamse partners, namelijk

de afdeling M3-Biores (prof. daniël Berckmans) en de afdeling dier-Voeding-kwaliteit (prof. Theo Niewold) van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de ku Leuven en de vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie (prof. frank Ödberg) van de faculteit Diergeneeskunde van de uGent. Met de zogenaamde Welzijns-monitor kan je met andere woorden het volledige management volgen.“Het is belangrijk dat we de opvolging van deze parameters via pLf kunnen automa-tiseren”, stelde hoofdpromotor Berckmans tijdens een studiedag. “Vanuit Europa stijgt immers de druk om veehouders strenger te controleren op die welzijnsparameters. Het Europese project 'Welfare Quality' werd afgerond in 2009 en resulteerde in protocols voor een wetenschappelijke beoordeling van het welzijn van rundvee, varkens en pluimvee. Volgens die aan-bevelingen zou een controleur het welzijn komen scoren op basis van een resem beoordelingen. Die controle lijkt niet alleen tijdrovend te worden, maar is ook subjec-tief (momentopname) en niet op grote schaal inzetbaar in het dagelijks manage-ment van de veehouder. Maar er is meer. Hoewel in de Westerse landen het vleesverbruik daalt, wordt er op wereld-schaal een toename van de vleescon-sumptie met 40% verwacht. de schaal-vergroting zal zich dus zeker doorzetten. Een grotere efficiëntie bij het opvolgen van de productieresultaten van de veestapel is dus zeker gewenst, maar ook van de gezondheid van de dieren. Daarnaast is er het ethische luik, met het opvolgen van het dierenwelzijn. pLf heeft echter ook een economisch belang. Meten is weten, maar je moet die kennis ook kunnen valoriseren.dankzij pLf worden nu 2 onderzoeks-werelden samengebracht, enerzijds de studie van de biologische processen (het dier) en anderzijds de ontwikkeling van technologische processen. Te vaak werken deze onderzoeksdomeinen los van elkaar.

varkens

Vanuit Europa stijgt de druk om veehouders strenger te controleren op welzijnsparameters.

Experimentele varkens met hun individuele markeringssymbolen.

© s

AN

NE

OTT

copy

right

Boeren

bond

Page 13: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 13Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

Tot nog toe werd bijvoorbeeld al heel wat tijd en (Europees) geld besteed aan het bepalen welke variabelen men best bestudeert om het welzijn van dieren te bepalen. Vandaag zijn we eindelijk aan een overzicht toe. Er werden 12 criteria vastgelegd die een goed dierenwelzijn omschrijven (tabel 1). daarnaast bestaan er heel wat technieken (sensoren, geluid, beeld …) waarmee men bepaalde parame-ters van op afstand kan volgen. Met de Welzijnsmonitor gaan we nu na welke technieken we best toepassen om de welzijns- en gezondheidscriteria objectief te meten. Veel van deze technieken om dierparameters automatisch te monitoren, zijn echter ontwikkeld voor experimenteel onderzoek en nog niet toepasbaar in de praktijk. Doel van het project is de ontwikkeling van een automatische welzijnsmonitor voor varkens die rijp is voor de praktijk. Het eindproduct zal alle veranderingen in bijvoorbeeld activiteit,

eet-, drink- en rustgedrag bij varkens automatisch detecteren. Deze veranderin-gen duiden op onrust, ziekte, defecten van het drink- of voedersysteem of andere stressfactoren die het welzijn negatief kunnen beïnvloeden.”

Experimenteren met slimme sensorenBerckmans haalde een voorbeeld aan van het monitoren van het gedrag van koeien die moeten kalven, met behulp van videobeelden (bovenaanzicht). Een bepaalde score, op basis van een algo-ritme van de beelden, wees op een nakende kalving. Op dat moment kregen de veehouder en/of dierenarts dus een alarm, waardoor ze het kalven tijdig konden opvolgen. Ook pootgebreken kunnen met behulp van beelden gemonitord worden.

Bij het gebruik van beelden en geluiden raak je het dier niet aan, er is dus geen beïnvloeding van het gedrag. Het werkt ook hygiënisch. Bovendien kan je op een eenvoudige en goedkope manier veel dieren monitoren. Basisvraag is of veranderingen in het gedrag en de fysiologie van dieren ook een verandering geeft in de meetbare variabelen. ku Leuven-doctoraatsstudente sanne Ott toonde aan de hand van enkele experi-menten met vleesvarkens op de proef-hoeve Agrivet in Merelbeke hoe dit momenteel wordt bestudeerd. “Eet- en drinkgedrag, activiteit, lig- of rustgedrag en specifieke geluiden zoals hoesten, niezen of gillen zijn belangrijke indicatoren bij het beoordelen van welzijn en gezond-heid (zie ook tabel 1). We lokten daarom bepaalde gedragsveranderingen uit door een managementstressfactor in het hok toe te passen. Zo hebben we bijvoorbeeld varkens van verschillende hokken gemixt

om agressie te veroorzaken, we simuleer-den ook een defect aan het voedersysteem door voederontzegging en we gingen het effect na van een verandering in het dieet door de voedersamenstelling aan te passen. Vooraf werd het normaal gedrag van de dieren vastgelegd via beeld- en geluidanalyse (referentie). Ook bij het toepassen van de stressfactor werd opnieuw een beeld- en geluidanalyse gedaan. Men vergeleek deze resultaten met de referentie. in deze experimenten werden al duidelijke verschillen in activiteitsindex vastgesteld.” Haar collega Amin kashiha doet voornamelijk het technische gedeelte van de experimenten. Hij lichtte toe hoe beelddata van gemerkte varkens automatisch geanalyseerd worden in een algoritme. Het blijkt nu al mogelijk het drinkgedrag van de dieren continu te volgen, wat tijdig ingrijpen toelaat.

Wilm Decré toonde dat geluidsmonitoring intussen ook al in de praktijk kan toege-past worden. soundTalks, een jonge spin-off van de ku Leuven, ontwikkelde namelijk de varkenshoestmonitor. Hierbij

krijgt de varkenshouder een automatische waarschuwing op basis van geluidanalyses (zie ook Management&Techniek 7 van 6 april).

Tal van voordelenVolgens Berckmans heeft pLf met slimme sensoren veel potentieel voor de moderne veehouderij: “Het is een dynamisch en volledig automatisch systeem, waarbij continu metingen worden gedaan en de rust in de stapel wordt bewaard. De veehouder zal dus (ongewenste) verande-ringen sneller kunnen opmerken en gerichter kunnen ingrijpen, waardoor geen of minder medicatie vereist is. Automati-sering betekent immers niet dat de varkenshouder niet meer over zijn dieren moet waken. Opschalen van pLf voor grotere aantallen dieren lijkt ook mogelijk. Om aanvaardbaar te zijn voor de varkens-houder – én voor Europa – moeten we wel op zoek gaan naar een goedkoop systeem dat betrouwbare resultaten geeft. Het is daarnaast erg belangrijk om gebruiks-vriendelijke technologieën te ontwikkelen, anders zal de veehouder niet geneigd zijn zo’n systeem te implementeren op zijn bedrijf. Een goed pLf-systeem zal bovendien ook voor de consument aanvaardbaar zijn. Je waakt immers over het welzijn van het dier.” n

Tabel 1 Welzijnsprincipes en -criteria - Bron: project Welfare Quality (2007)

Welzijnsprincipes Welzijnscriteria Hoe meten?

Goede voeding Afwezigheid van langdurige honger Eet- en drinkgedrag

Afwezigheid van langdurige dorst

Goede huisvesting Comfortabel rusten Activiteit en inactiviteit, lig- en rustgedrag

Comfortabel stalklimaat

Gemakkelijk kunnen voortbewegen

Goede gezondheid Afwezigheid van verwondingen Hoesten, niezen, rustgedrag, activiteit

Afwezigheid van ziekten

Afwezigheid van pijn bij management-procedures

Gepast gedrag Expressie van sociaal gedrag Interacties, gillen

Expressie van andere gedragingen

Goede mens-dierrelatie

Afwezigheid van algemene angst

varkens

Videobeeld van een experimenteel hok.

© s

AN

NE

OTT

copy

right

Boeren

bond

Page 14: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•14

DOssIER Vergeten groenten zijn hot

Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 201214 • dossier

vERGETEN GROENTEN KENNEN GEsTAGE OpMARsAl enkele jaren is er een tendens naar seizoengebonden, lokaal én duurzaam geteelde groenten. zogenaamde vergeten groenten passen perfect in dit plaatje. Mede dankzij de groeiende populariteit en de aandacht van de media hebben ze hun plaats heroverd in de groenterayons. Welke toekomst is er voor deze groenten? – Jan Van Bavel

Iedereen kent wel bieten, pastinaak, rapen, boerenkool (foto 3), rabarber, schorseneren en snijbonen. Maar heb je

ook al gehoord van aardpeer (foto 1), ijskegel, patisson (foto 2), postelein (foto 4), rammenas (foto 5), wortelpeterselie en warmoes? Deze ‘vergeten groenten’ van weleer zijn aan een revival bezig en worden wel eens ‘de groenten van nu’ genoemd. Wist je trouwens dat ook sommige aardappelsoorten (vitelotte, ratte, geit-

hoorn) onder de vergeten groenten worden gerekend? Heel veel van deze bijzondere groenten werden eeuwenlang door onze voorouders gegeten. Soms uit bittere noodzaak, omdat er geen alternatief voor handen was, maar vaak ook omdat er producten bij zaten die gewoon erg lekker zijn. Die worden de laatste jaren weer volop geteeld. Het aanbod aan types en rassen van de vergeten groenten is zeer groot en zal de komende jaren ongetwijfeld nog uitbreiden. Vergeten groenten zijn in meerdere opzichten anders dan andere groenten. Ze wijken over het algemeen af van de standaardgroenten omdat ze er anders uitzien. Daarnaast hebben ze vaak een verrassende kleur, geur en smaak.

Klein maar belangrijkAlle Vlaamse groenteveilingen (rEO Veiling, Coöbra en Mechelse Veilingen) bevestigen dat vergeten groenten een weliswaar klein, maar niet onbelangrijk deel van hun aanbod vertegenwoordigen.

Het label voor ‘vergeten groenten’ fine fleur van de rEO Veiling werd intussen uitgebreid met groenten van topkwaliteit. de vergeten groenten worden bij rEO verkocht onder het gewone flandrialabel. Vorig jaar bedroeg de omzet 2.325.000 euro, goed voor ongeveer 2% van de totale omzet. “Ons aandeel vergeten groenten varieert sterk van jaar tot jaar”, zegt directeur productie rik decadt. “schorse-neren zijn één van onze toppers, hun aandeel is veel groter dan in andere regio’s het geval is. De rentabiliteit hangt af van groente tot groente en ook van jaar tot jaar. Vaak gaat het om groenten die veel handenarbeid vragen. Dit betekent dat ze vaak op kleine bedrijven geteeld worden, waar het aandeel vreemde (lees: seizoen)arbeid klein is ten opzichte van de eigen arbeid.”Coöbra lanceert een breed aanbod aan vergeten groenten (zowel in de gangbare als in de bioteelt) onder het privélabel van de grootwarenhuizen, maar ze vallen ook

1

2

Tabel 1 Thuisverbruik met focus op enkele vergeten groenten. - Bron: GfK PanelServices Benelux voor VLAM

Volume (ton) Bestedingen (x 1.000 euro) Gemiddelde prijs (euro/kg) Penetratie2 (%)

2008 2009 2010 2011 20121 2008 2009 2010 2011 20121 2008 2009 2010 2011 20121 2008 2009 2010 2011

Snijbonen 824 880 739 727 722 3.730 3.690 3.773 4.491 4.453 4,52 4,19 5,10 6,18 6,29 7,8 9,2 8,8 9,6

Witte bonen 54 55 78 62 72 359 367 457 424 586 6,68 6,62 5,88 6,87 7,81 1,6 0,9 1,7 1,2

Raapjes 1.096 1.119 1.310 1.286 1.338 2.776 2.899 3.342 3.361 3.409 2,53 2,59 2,55 2,61 2,66 17,6 17,7 18,5 17,7

Rammenas 108 83 139 109 115 260 324 498 390 298 2,40 3,89 3,59 3,59 2,57 2,6 3,3 3,7 3,0

Rode bieten 802 880 814 920 965 2.048 1.810 1.990 2.618 2.616 2,55 2,06 2,44 2,85 2,73 9,4 10,1 11,7 11,1

Schorseneren 335 369 560 390 372 737 642 996 768 708 2,20 1,74 1,78 1,97 1,79 3,4 4,0 6,0 4,7

Totaal vergeten groenten 3.219 3.386 3.640 3.494 3.584 9.910 9.732 11.056 12.052 12.070 3,08 2,87 3,04 3,45 3,37 - - - -1 Periode juli 2011 - juni 2012, 2 Aantal kopende gezinnen op 100

© f

OTO

's: M

EC

HE

LsE

VEiL

iNG

EN

copy

right

Boeren

bond

Page 15: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 15Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012 dossier • 15

onder het flandrialabel. Gezien de teeltwijze, de omvang en de vereiste flexibiliteit in aanbod lenen de producten zich vooral voor bioproductie.

Kansen en knelpuntenDe vergeten groenten hebben dus kansen om zich verder in het uitgebreide groente-aanbod te nestelen, maar uiteraard is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. “Een van de grote knelpunten waarmee onze telers geconfronteerd worden, is het ‘onbekend is onbemind'-gevoel bij de consumenten”, verduidelijkt Hans De Meyer, supervisor marketing bij de Mechelse Veilingen. “Een groente die men niet kent, of waarvan men niet weet hoe ze te bereiden, laat men vaak links liggen. Maar dankzij het succes van de vele

kookprogramma’s leert de consument stilaan onze vergeten groenten kennen. Het is een markt met ruimte om te groeien, maar die groei moet wel heel gestaag gebeuren. Wanneer er van een bepaald product plotseling een grote(re) aanvoer zou zijn, dan is dit nefast voor de prijsvorming. De afzetmarkt moet er klaar voor zijn.” Dat beaamt ook Rik Decadt. “We verwachten van onze telers dat ze zorgen voor een constante en betrouw-bare aanvoer in het normale teeltseizoen. Deze groenten zijn door de specifieke aanpak en teeltkennis van de tuinder minder geschikt voor gespecialiseerde bedrijven, maar ze bieden wel kansen

voor kleinere en flexibelere telers met een hoge stielkennis.”

promotie en marketingWe peilden ook bij VLAM naar het succes van de vergeten groenten en de promotie die ervoor gevoerd wordt. “Gezien het over kleine volumes gaat, is het moeilijk om uit de Gfk-cijfers over het groenteverbruik een algemene tendens op te maken”, vertelt Leen Guffens, persvoorlichter B-to-B bij VLAM. “Voor enkele soorten die door Gfk afzonderlijk gevolgd worden, kunnen we een groei waarnemen van 2008

tot 2010 (tabel 1). in 2011 zagen we een kleine daling, maar het niveau was nog steeds hoger dan dat in 2009. Het is afwachten wat het in 2012 wordt. speci-fieke acties voor vergeten groenten voert VLAM niet. Waar mogelijk nemen we ze wel mee in bestaande projecten. De flandriawebsite trakteert de bezoeker bijvoorbeeld op een apart receptthema rond vergeten groenten en zorgt er ook voor dat de info rond Bel’Orta breder verspreid wordt . Ook het overkoepelende project ‘Lekker van bij ons’ trekt mee aan de kar. zo heeft VLAM samenwerkingen met diverse media (tv-programma 'dagelijkse kost' en de kranten Het Nieuwsblad, Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg), waarbij ook recepten met vergeten groenten aan bod komen. Ook op de facebookpagina van ‘Lekker van bij ons’ krijgen ze af en toe aandacht.” n

Vergeten groenten profiteren van de naamsbekendheid van kwaliteitslabels als flandria en Bel’Orta.

LABEL ZET VERGETEN GROENTEN OP DE KAARTEind 2011 lanceerden de Mechelse veilingen het label Bel’Orta voor vergeten groenten. Er werd gestart met 22 groenten. De totale productie-waarde bedroeg 4.444.000 eenheden, goed voor een omzet van

2.900.000 euro en werd gerealiseerd door 148 telers. De veiling wil het assortiment onder het label gestaag uitbreiden. sterke troef van Bel’Orta is dat het meevaart onder de Flandria-vlag. De groenten, die vooral door familiebedrijven worden geteeld, worden via blokaanvoer aangeleverd en moeten voldoen aan de kwaliteit

van het Flandriakeurmerk. zo weet de consument dat hij kwaliteit koopt: lokale groenten geteeld volgens strenge lastenboeken. Het herkenbare logo vind je op het etiket en de verpakking. Dit komt de afzet ten goede en is ook gunstig voor de telers.

3

5

Tabel 1 Thuisverbruik met focus op enkele vergeten groenten. - Bron: GfK PanelServices Benelux voor VLAM

Volume (ton) Bestedingen (x 1.000 euro) Gemiddelde prijs (euro/kg) Penetratie2 (%)

2008 2009 2010 2011 20121 2008 2009 2010 2011 20121 2008 2009 2010 2011 20121 2008 2009 2010 2011

Snijbonen 824 880 739 727 722 3.730 3.690 3.773 4.491 4.453 4,52 4,19 5,10 6,18 6,29 7,8 9,2 8,8 9,6

Witte bonen 54 55 78 62 72 359 367 457 424 586 6,68 6,62 5,88 6,87 7,81 1,6 0,9 1,7 1,2

Raapjes 1.096 1.119 1.310 1.286 1.338 2.776 2.899 3.342 3.361 3.409 2,53 2,59 2,55 2,61 2,66 17,6 17,7 18,5 17,7

Rammenas 108 83 139 109 115 260 324 498 390 298 2,40 3,89 3,59 3,59 2,57 2,6 3,3 3,7 3,0

Rode bieten 802 880 814 920 965 2.048 1.810 1.990 2.618 2.616 2,55 2,06 2,44 2,85 2,73 9,4 10,1 11,7 11,1

Schorseneren 335 369 560 390 372 737 642 996 768 708 2,20 1,74 1,78 1,97 1,79 3,4 4,0 6,0 4,7

Totaal vergeten groenten 3.219 3.386 3.640 3.494 3.584 9.910 9.732 11.056 12.052 12.070 3,08 2,87 3,04 3,45 3,37 - - - -1 Periode juli 2011 - juni 2012, 2 Aantal kopende gezinnen op 100

4

copy

right

Boeren

bond

Page 16: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•16

DOssIER Vergeten groenten zijn hot

Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 201216 • dossier

sNIjBONEN ALs pRIMA vRUCHTAFWIssELINGpatrick vermeersch baat in zwevezele een glastuinbouwbedrijf met krop- en ijsbergsla en tomaten uit. Dit jaar besloot hij ook snijbonen – een groente die de laatste decennia wat uit beeld verdwenen was, maar nu een aardige groei kent – op te nemen in zijn teeltplan. Ondanks het arbeidsintensieve werk blijkt het een goede vruchtafwisseling te zijn, waarbij de teelt- en energiekosten best meevallen. – Jan Van Bavel

Na zijn tuinbouwstudies aan het klein Seminarie van Roeselare werkte patrick 8 jaar als heftruckbestuur-

der in de rEO Veiling. in 1991 nam hij het ouderlijke gemengde bedrijf met vleeskip-pen, witloof en grove groenten over. Vrijwel meteen stootte patrick de kippentak en de vollegrondsgroenten af om zich samen met zijn echtgenote Hilde Wille meer te focussen op de glasteelten. Zijn vader had een kleine serre van 1600 m², die meteen werd uitgebreid met 4000 m². in de winter was prei de ideale combinatieteelt. in 1998 breidde patrick zijn bedrijf nog eens met 3900 m² uit en liet hij de vollegrondsprei voor wat hij was om volledig voor de serreteelt – 2 à 3 ronden sla, gevolgd door

1 teelt tomaat – te gaan. door de dalende rentabiliteit en de stijgende stookkosten in de tomatenteelt, gingen patrick en Hilde dit jaar op zoek naar een andere serreteelt om het tomatenareaal af te bouwen. Die vonden ze in snijbonen. Intussen worden in de 9500 m² onder glas 2 teelten na elkaar ingenomen door kropsla. Daarna volgt een derde teelt ijsbergsla in de ene serre en tomaten in de andere serre. Het aandeel losse tomaten bedroeg deze zomer 2000 m², snijbonen waren goed voor 4000 m². iJsbergsla teelt patrick, die al 5 jaar bestuurslid van de rEO Veiling is, in mei en is goed voor 1600 m². in de regio rond roeselare worden snijbonen uitslui-tend in serres geteeld; in het Mechelse

vind je nog wel vollegrondstelers. patricks serre wordt verwarmd met warmelucht-ketels en CO2-branders op petroleum en stookolie.

Vraag vanuit de handelpatrick zaaide dit jaar voor het eerst snijbonen. “Ik had me wel gedeeltelijk ingedekt door een contract af te sluiten met de rEO Veiling, die een vraag van de handel had gekregen om een vaste hoeveelheid snijbonen tegen een vaste prijs aan te leveren”, licht hij toe. Die vraag zou best wel eens uit Nederland kunnen komen, waar heel wat tuinders zich specialiseerden in tomaten en de snij-bonenteelt afstootten. “Collega-telers

© J

AN

VA

N B

AVE

L

copy

right

Boeren

bond

Page 17: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 17Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012 dossier • 17

vonden het een redelijke prijs. De prijs op de vrije markt schommelt tussen 2,5 en 3,5 euro/kg voor de flandria+kwaliteit. daarnaast sloot de rEO Veiling op vraag van een versnijderij nog een klein contract af voor de mindere kwaliteit, ook tegen een vaste prijs. We leveren driemaal per week aan de veiling. Snijbonen zijn ideaal als korte teelt. Na de oogst (begin oktober) ga ik terug sla planten.”

TeeltverloopNa het zaaiklaar leggen, startte patrick eind april met het zaaien. “Om de 50 cm plantte ik 2 zaadjes in een putje: het ene liet ik links opgroeien, het andere rechts”, legt hij uit. “Daartussen hangt een los

touw, dat niet verbonden is met de plant. Het vangt de scheuten op die de plant ontwikkelt. Zo vormt zich een ‘haag’ in het gewas. De teelt verloopt in verschillende zaaibeurten om de 3 weken, zodat ze beheersbaar blijft. Het was de bedoeling

om 10 weken na elkaar met dezelfde plant door te gaan, maar dat is niet gelukt. Nadat de eerste vruchten eraf zijn, krijg je een hergroei met nieuwe scheuten en bloemen. Maar dan zijn de vruchten korter en heb je er veel meer werk mee. Daarom is het interessant om de lange teelt van 10 weken in te korten tot 3 weken en daarna opnieuw te zaaien. De teeltkosten van het zaad vallen goed mee en het uitdunnen gaat redelijk makkelijk, zeker als je dat vroeg in het seizoen doet. Snijbonen vragen minder meststoffen dan tomaat. de bevloeiing gebeurt met T-tape. per beurt dat we water geven, wordt er een kleine meststoffengift bijgegeven. De oogstperiode loopt van juni tot begin oktober. Een maand na het zaaien, beginnen de eerste bloemen op de plant te bloeien. Nog een maand later kan je de eerste, fijne vruchten plukken. Dan kan je beginnen oogsten en moet je om de 2 dagen het gewas doorlopen. sorteren doen we ter plaatse: we leggen de bonen meteen in de juiste kwaliteitsklasse. Behalve een student hielpen afgelopen zomer ook onze kinderen Ward (18) en Lore (16) mee. Het plukken is vrij ver-moeiend, ook omdat alles groen is: de planten, de bonen … dat is eentoniger dan bij tomaten, die je plukt als ze rood verkleuren.”

Sterk weersafhankelijkpatrick kreeg advies van zijn vaste teeltbegeleider voor tomaten, die ook wat ervaring met snijbonen had. “Daarnaast informeerde ik me ook over de teelt en de rassenkeuze bij inagro en het pCG. Snijbonen is een moeilijke teelt die enorm afhankelijk is van het weer. Als het

bijvoorbeeld plots omslaat van koud naar warm weer, zie je de bloemetjes afvallen. Snijbonen hebben veel licht en zon nodig, maar geen hitte. de warme augustus-maand heeft gelukkig geen effect gehad op mijn snijbonen. Het ging toen om een vrij jong gewas, ik beschik over veel ruimte tussen de planten en bovendien is de serre 4 m hoog; allemaal factoren die een positief effect op de bonen hadden.”

Gewasbescherming“Om het gewas goed te verzorgen, moet je de bladeren plukken. Zo krijg je een open gewas. Verder moet je de onderste ranken en vruchten verwijderen, omdat die toch op de grond hangen en meteen krom zijn, de scheuten naar boven ‘begeleiden’ en bovenaan (op 2 m hoogte) ‘toppen’ voor een makkelijkere oogst. Wat ziektes betreft, moet je vooral uitkijken voor bladluizen en rupsen. De biologische bestrijding (Biobest en Xentari) doet hier zijn werk. Verder krijg je ook af te rekenen met schimmelziekten zoals botrytis. sommige collega-telers hebben ook last van spint, maar daar hebben wij gelukkig geen problemen mee. n

Snijbonen hebben veel licht nodig. Op water kan je zeker besparen.

pATriCk VErMEErsCHLeeftijd: 47 jaarGemeente: zwevezele specialisatie: krop- en ijsbergsla, tomaten

Dankzij snijbonen kunnen patrick en Hilde hun tomatenareaal lichtjes afbouwen.

pATriCk VErMEErsCH

ZwevezeleWEST-VLAANDEREN OOST-VLAANDEREN

ANTWERPEN

VLAAMS-BRABANT

WAALS-BRABANT

LIMBURG

LUIK

NAMEN

LUXEMBURG

HENEGOUWEN

De serre wordt verwarmd met 2 petroleum-branders en 4 heteluchtkachels, waarmee een temperatuur van 15 °C wordt nagestreefd.

© J

AN

VA

N B

AVE

L

© J

AN

VA

N B

AVE

L

copy

right

Boeren

bond

Page 18: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•18

DOssIER Vergeten groenten zijn hot

Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 201218 • dossier

GELOOF IN BEpERKTE GROEI WINTERGROENTE pAsTINAAKIn 2008 nam steven De Nies het tuinbouwbedrijf van zijn grootouders in sint-Katelijne-Waver over. Hij is al jaren op zoek naar grond om zijn areaal uit te bouwen. pastinaak is voor steven de perfecte wintergroente, die mooi aansluit na de teelt van venkel en radicchio. – Jan Van Bavel

Al op jonge leeftijd kreeg Steven de smaak van de groenteteelt te pakken. Daar zit zijn grootmoeder

Maria voor veel tussen. Bij mijn aankomst op het bedrijf is ze volop radicchio aan het wassen; ze helpt nog bijna elke dag mee. in 2007 behaalde steven het diploma industrieel ingenieur Tuinbouw aan de Hogeschool Gent. Een jaar later nam hij het kleinschalige groentebedrijf met bloemkool, groene selder en prei van zijn grootmoeder over. Zijn ouders gaan uit werken. steven investeerde in plant-machines en een tractor en startte meteen met de teelten die hij nu nog heeft: bloemkool, venkel en radicchio. Die teelten kende hij: zijn grootmoeder en -vader hadden een klein perceel venkel en van een collega kreeg hij tips over radicchio.

Steven verzamelde ook heel wat informatie via zijn oudere broer Joris, die op het nabijgelegen proefstation voor de Groente-teelt werkt. in 2008, het eerste jaar, zaaide Steven al pastinaak, maar dat bleek geen succes: slechte opkomst, veel aantasting door de wortelvlieg en dus veel uitval. Het jaar nadien was de oogst van de witte wortel al wat succesvoller. “Het is geen gemakke-lijke teelt, er zijn veel factoren die je niet in de hand hebt. Zo moet je wat geluk hebben met de weersomstandig heden.”

Gevarieerd vruchtschemaSteven heeft een afwisselend teeltplan. Hij begint in mei met de oogst vroege bloemkool (0,5 ha, de zogenaamde weeuwenteelt die overwintert in serres in een pot). Vanaf juni tot eind oktober volgt

venkel of radicchio (beide 1 ha), waarvan hij allebei 2 teelten heeft, om in de winter af te sluiten met één teelt pastinaak (0,5 ha). Van zijn andere grootouders heeft hij ook een perceel van 0,5 ha in bewer-king. Alle groenten worden via beddenteelt

verbouwd. Onlangs zaaide steven ook rammenas (10 are). Het resultaat van dit experiment valt af te wachten. steven zet zijn groenten elke dag af via de Mechelse Veilingen.

De opkomst van pastinaak bedraagt soms maar 50%.

© J

AN

VA

N B

AVE

L

copy

right

Boeren

bond

Page 19: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 19Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012 dossier • 19

Grond, het grootste probleemHet gebrek aan voldoende grond is voor Steven een groot probleem. “De grondprijs in sint-katelijne-Waver is relatief duur”, vertelt hij. “Huren is ook moeilijk, omdat je toch altijd moet kunnen irrigeren. De percelen zijn hier erg versnipperd. Als ik een perceel koop, moet het minimum 5 ha groot zijn, zodat ik daar mijn bedrijf kan heropstarten. De loods is hier eigenlijk ook te klein; er staan nu enkele machines buiten en dat is niet ideaal. Ik voel me geremd door het gebrek aan grond. Momenteel kan je vrij goedkoop lenen en dat is voor mij een extra aansporing om een goed stuk grond te vinden.”

Teeltverloop pastinaakNa de moeilijke start voor pastinaak in 2008, zaaide steven een ander ras. Na wat experimenteren koos hij voor het ras palace van Elsoms seeds. in Engeland is pastinaak al jaren een succesvolle wintergroente. Net zoals selder en wortelen is pastinaak een schermbloe-mige. “Het zaaien gebeurt in mei met een zaaimachine. De kieming laat op zich wachten tot 3 weken na het zaaien. de

opkomst is dus heel moeilijk, soms maar tot 50%, afhankelijk van het weer. Naar dikte en sortering maakt dat het er niet makkelijker op. de hoofdsortering is 15 stuks in een tomatenkist. Je weet dan vaak niet hoe dik je moet zaaien, omdat je niet weet hoe groot de opkomst zal zijn. Dit vergroot de kans op scheuren, omdat het gewicht/ha van je oogst ongeveer gelijk zal blijven, terwijl het stukgewicht omhoog zal gaan. Vooraf de bodem even losmaken, is heel goed voor de structuur van de wortel; zo ontwikkelen zich rechte wortels. Nog voor het spitten volgt een kaliumbemes-ting en na het zaaien een klassieke onkruidbestrijding, die ik afhankelijk van het weer meerdere keren moet uitvoeren. Goed om te weten is dat de bodem vrij vochtig mag blijven. Gelukkig hebben we hier goede zandgrond die wel wat water vasthoudt. Extra beregening is dus niet nodig. In de zomer investeert de pastinaak eerst in zijn loof en pas daarna in de wortel. Tegen half september zakt het loof in en zal hij alle energie in de wortel opslaan om zo wat dikker te worden. De oogst volgt in november met een preischudder, waarna ik de wortels

manueel van het veld kan rapen. Vervol-gens worden de wortels gewassen met een mechanische borstel en daarna gesorteerd. De aanvoer op de veiling start al eind augustus en loopt tot maart-april. persoonlijk vind ik die start te vroeg; pastinaak is immers een wintergroente. In september heeft de pastinaak nog een heel scherpe smaak, maar na de vorst wordt hij veel zoeter. De inuline wordt dan omgezet naar suikers, om zich te bescher-men tegen de vorst.”

Wortelvlieg“De belangrijkste ziekte in pastinaak is wortelvlieg, zeker voor de versmarkt. Qua smaak verandert er niet zo veel, maar een pastinaak die is aangestoken door de maden van de wortelvlieg, oogt uiteraard niet goed. Begin juli zet ik gewoonlijk een plakval uit. dan moet ik toch twee- à driewekelijks spuiten, best ’s avonds om een goed effect te krijgen. Ook echte meeldauw vormt soms een probleem.”

Opletten voor overaanbodDe eindejaarsfeesten zijn een topperiode voor pastinaak. De laatste 3 jaar kende de groente een exponentiële productie-toename. “ik ken zelf 5 telers die ook gestart zijn met pastinaak. Het aanbod is al verviervoudigd tegenover het begin van het succes. Gelukkig is de vraag ook gestegen, door het succes van diverse kookprogramma’s. Bijkomende groei is mogelijk, maar die moet beperkt zijn. Een verdere explosieve groei van pastinaak is geen goede zaak. De groente zal immers nooit de plaats van prei of wortelen in de keuken kunnen innemen”, geeft Steven nog mee. n

sTEVEN dE NiEsLeeftijd: 28 jaarGemeente: sint-katelijne-WaverSpecialisatie: vroege bloemkool, venkel, radicchio, pastinaak

Bij de teelt van pastinaak heb je veel factoren niet in de hand.

Sint-katelijne-waverWEST-VLAANDEREN

OOST-VLAANDEREN

ANTWERPEN

VLAAMS-BRABANT

WAALS-BRABANT

LIMBURG

LUIK

NAMEN

LUXEMBURG

HENEGOUWEN

Na de oogst worden de pastinaken gewassen en gesorteerd in tomatenkistjes.

© J

AN

VA

N B

AVE

L

© J

AN

VA

N B

AVE

L

copy

right

Boeren

bond

Page 20: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•20 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

IEDER WERKT Op zIjN MANIERDe pluk is ‘le moment suprême’ om de vruchten te plukken na een jaar hard werken. Iedereen is druk in de weer om de oogst zo snel mogelijke binnen te halen en tracht dit zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Toch zijn er heel wat verschillen in pluksystemen tussen de bedrijven. We namen de proef op de som en onderzochten tijdens de perenoogst het plukverloop van 3 totaal verschillende fruitteeltbedrijven. – Leen Jolling, tuinbouwconsulent Boerenbond

pluktrein in volle actieHet bedrijf van Gwenn Hupko is met een areaal van 20 ha een typisch gemiddeld Vlaams fruitbedrijf. De helft is beplant met appelvariëteiten zoals Jonagored, Jonagold en Evelina. De andere helft wordt ingenomen door voornamelijk Conference. Tijdens ons bezoek ontmoeten we Gwenn en zijn vader Guy in een twaalf-jarige Conferenceplantage met V-haagsysteem. Er worden 4 pluktreintjes met telkens 4 paloxen ingezet en voor het plukken van de koppen zijn er 2 plukstellingen nodig. zestien personen zetten zich dagelijks in om zo efficiënt mogelijk te plukken. Aan de 2 pluktreintjes worden telkens 4 tot 5 personen ingezet, de 2 andere pluktreinen dienen als reserve en moeten tijdig aan-geleverd worden door de bedrijfsleider. Op de dag van ons bezoek werden de 2 plukstellingen bemand door telkens 3 personen, maar Gwenn geeft aan dat voor zijn plukstelling 4 plukkers ideaal zouden zijn. Gwenn en zijn vader nemen ondertussen het aan- en wegvoeren van paloxen voor hun rekening, alsook het vullen van de frigo’s.Op dit bedrijf zweert men resoluut bij pluktreintjes, zoals 70% van de fruittelers in het Hageland. Volgens hen zijn er heel wat voordelen verbonden aan het gebruik van deze treintjes ten opzichte van het gebruik van plukkorven. In de eerste plaats wordt het fruit onmiddellijk in de palox gelegd, waardoor er een handeling wordt uitgespaard en worden er minder kwetsuren vastgesteld, zoals steelbreuk en blutsen. Ook staan de paloxen steeds naast de plukkers, waardoor ze niet ver hoeven te

fruit

GWENN HupkOLeeftijd: 27 jaarGemeente: kortenakenspecialisatie: 20 ha fruit, waarvan 10 ha appel en 10 ha peer

Gwenn en zijn vader werken met pluktreinen en plukstellingen.

GWENN HupkO

specialisatie: 20 ha fruit, waarvan 10 ha appel

Kortenaken

WEST-VLAANDEREN

OOST-VLAANDEREN

ANTWERPEN

VLAAMS-BRABANT

WAALS-BRABANT

LIMBURG

LUIK

NAMEN

LUXEMBURG

HENEGOUWEN

© L

EE

N J

OLL

iNG

© L

EE

N J

OLL

iNG

copy

right

Boeren

bond

Page 21: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 21Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

wandelen om het fruit erin te leggen. daarenboven ziet Gwenn eveneens een voordeel bij V-hagen, waarbij de tractor minder door de rijen moet rijden en er dus minder kans is om het fruit dat er nog hangt te beschadigen. Tot slot geeft Guy mee dat het met een pluktreintje makkelijker is om fruit van minder goede kwaliteit te scheiden van het goede fruit. “Neem nu appels met hagel- of vorstschade”, legt Guy uit. “door het plaatsen van extra kisten op het treintje kan het industriefruit tijdens de pluk gescheiden worden. Op die manier gaan beschadigde appels nooit mee de frigo in en kunnen ze onmiddellijk naar de industrie worden gebracht.” De kostprijs voor zo’n treintje ligt rond de 7000 euro, wanneer er rekening gehouden wordt met 4 karretjes en 1 tweedehandstractor. uiteraard heb je er minimum 4 nodig. de vraag is of dit rendabel is voor grote bedrijven. Ga je uit van

een vijftigtal plukkers, waarvan er 6 per pluktreintje staan, dan heb je sowieso 8 treintjes nodig, plus enkele in reserve, om de pluk praktisch en efficiënt te laten verlopen. “Een dure aangele-genheid”, besluit Gwenn.

Het voorttrekken van de pluksleeHet bedrijf van renaat en patrick Thoen is ongeveer 100 ha groot. Hiervan ligt 60 ha in de regio rond Vrasene, de overige 40 ha bevindt zich in Nederland. Hun bedrijf is vooral gespecialiseerd in peren, zoals de meeste fruitbedrijven in het Waasland. Het perenareaal bedraagt 70 ha, waarop vooral Conference is aangeplant. Maar patrick en renaat hebben ook 6 ha sweet sensation en 7 ha doyenné. de overige 30 ha werden aangeplant met Elstar, Junami en red Jona prince als belangrijkste appel-variëteiten. Op het moment van ons bezoek werken renaat en patrick met 80 plukkers op een perceel van 12 ha Conference. We worden verrast door een heel andere manier van plukken. De plukslee is een pluksysteem dat in het Waasland maar door enkele fruitbedrijven wordt toegepast. “Nochtans biedt dit een zeer interessant alternatief voor de plukkorf die rond de schou-ders hangt en dus belastend kan zijn voor de rug”, klinkt het overtuigend. Op de plukslee wordt er eveneens een plukkorf geplaatst die – wanneer hij vol is – geledigd moet worden in de palox. “Er moet dus nog steeds een korte afstand afgelegd worden naar de palox, maar het is alleszins minder zwaar dan wanneer de plukkorf voortdurend over de schouders hangt”, legt patrick uit. “daarenboven trachten wij de paloxen op een aanvaardbare afstand te plaatsen, waardoor er minder ver gewandeld moet worden. uiteraard is dit afhankelijk van de oogst die er dat jaar hangt.” Tot slot kan de plukslee eveneens gebruikt worden als een soort ladder, wanneer peren die hoger hangen geplukt moeten worden. “Maar dit gebeurt zelden, aangezien de bomen in het Waasland in het algemeen kleiner zijn dan in andere fruitregio’s”, eindigt patrick zijn betoog.

fruit

rENAAT EN pATriCk THOENLeeftijd: 23 en 50 jaarGemeente: Vrasenespecialisatie: 100 ha fruit, waarvan 30 ha appel en 70 ha peer

Renaat en patrick werken met plukslee met plukkorf.

pATriCk THOEN

Vrasene

WEST-VLAANDEREN

OOST-VLAANDEREN

ANTWERPEN

VLAAMS-BRABANT

WAALS-BRABANT

LIMBURG

LUIK

NAMEN

LUXEMBURG

HENEGOUWEN

1 Met pluktreintjes kan het fruit onmiddellijk in de palox worden gelegd, waardoor er een handeling wordt uitgespaard en er zich minder kwetsuren kunnen voordoen dan bij het gebruik van plukkorven. 2 Het voordeel van de plukslee is dat de plukkorf niet rond de schouders hangt. Bovendien kan de plukslee ook fungeren als kleine ladder.

Een goede samenwerking verhoogt het plukrendement.

1

2

© L

EE

N J

OLL

iNG

© L

EE

N J

OLL

iNG

© L

EE

N J

OLL

iNG

copy

right

Boeren

bond

Page 22: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•22 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

plukstelling versus laddersHet laatste bedrijf bevindt zich in sint-Truiden, het hartje van de fruitstreek. Het bedrijf van Marc en Luc Bels omvat 80 ha, waarvan 45 ha appel, 30 ha peer en 5 ha kersen. Tien jaar geleden besloten Marc en Luc – in tegenstelling tot heel wat andere fruitbedrijven – eerder in appels te investeren dan in peren. Een groot deel van hun Jonagoldaanplantingen werd vervangen door Braeburn en de clubvariëteiten kanzi, Greenstar en rubens. Het perenareaal bestaat grotendeels uit Conference en een beetje doyenné en durondeau. Ongeveer 80 personen zijn werkzaam tijdens de pluk. Acht werknemers zijn vast in dienst en zorgen voor het praktische werk: aansturen van de verschillende ploegen van seizoenarbeiders, het tijdig plaatsen en wegbrengen van paloxen, fruit naar de veiling of het bedrijf brengen … Marc en Luc nemen een coördinerende rol op zich en controleren voortdurend of het gevraagde werk op een goede en efficiënte manier wordt uitgeoefend.De plukkers op dit bedrijf oogsten grotendeels met plukkorven en plukladders, zoals dit in Haspengouw op de meeste plaatsen nog gebeurt. Het is een zwaar en intensief werkje, maar een goed plukrendement wordt zeker behaald. “Het voordeel van het werken met ladders is dat de koppen onmiddellijk mee geplukt worden en dat je niet achteraf met de plukstelling moet nakomen, want dan is het mogelijk dat 1 of 2 van de 8 werknemers niets te plukken heeft”, legt Luc uit. “Daarom werken we enkel en alleen

met een plukstelling als de koppen erg vol hangen, om geen plukrendement te verliezen.” Daarenboven is het voor grotere bedrijven moeilijk om een groot aantal plukstellingen te kopen om helemaal rond te komen tijdens de perenpluk. De peren moeten toch in een kleine 3 weken binnen zijn. Daartegenover staat dan weer dat het voor plukkers aangenamer is om te werken op de plukstelling dan te sleuren met ladders. Het is ook

gemakkelijk om de koppen te plukken omdat de plukstelling in hoogte verstelbaar is. Gwenn vult nog aan dat hij graag met de plukstelling werkt om de peren afkomstig uit de koppen apart te stockeren in de frigo. Dit stelt hem in staat om peren van de koppen, die vaak meer schuurschade vertonen, eerst te sorteren en te verkopen.

Niet enkel pluksysteem is belangrijkIedereen heeft zijn manier om het fruit zo efficiënt en zo goed mogelijk te laten plukken, maar uiteindelijk blijft het op elk bedrijf toch noodzakelijk dat de werknemers en de bedrijfsleider(s) goed op elkaar zijn afgestemd. Duidelijke afspraken, een goede communicatie en samenwerking kunnen het plukrendement optimaliseren op je bedrijf. Dit bewezen ook de bedrijven die we bezochten. Daar heeft telkens iemand de leiding om kleine of grote groepen plukkers te leiden. Deze begeleider legt duidelijk uit hoe er geplukt moet worden. Natuurlijk mogen we ook niet vergeten dat, naast het pluksysteem, de maat doorslaggevend is voor het rendement van de plukkers, alsook het soort plant-systeem dat gehanteerd wordt. n

MArC EN LuC BELsLeeftijd: 51 en 48 jaarGemeente: sint-Truidenspecialisatie: 80 ha fruit, waarvan 45 ha appel, 30 ha peer en 5 ha kersen

Marc (niet op de foto) en Luc (links) werken met plukkorven, plukstellingen en ladders.

Sint-Truiden

WEST-VLAANDEREN

OOST-VLAANDEREN

ANTWERPEN

VLAAMS-BRABANT

WAALS-BRABANT

LIMBURG

LUIK

NAMEN

LUXEMBURG

HENEGOUWEN

1 Het werken met ladders om de koppen te plukken, werkt volgens Luc Bels veel efficiënter dan achteraf nog eens te moeten nakomen met de plukstelling. 2 Interessant aan de plukstelling is dat deze verstelbaar is in hoogte. Het is bovendien mogelijk om het fruit dat in de koppen hangt, eventueel apart te stockeren en te verkopen.

1

2

© L

EE

N J

OLL

iNG

© L

EE

N J

OLL

iNG

© L

EE

N J

OLL

iNG

fruit

copy

right

Boeren

bond

Page 23: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

© p

ATr

iCk

diE

LEM

AN

• 23Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012 fruit

GEsTOFFEERDE AARDBEIENvAKBEURsTwee weken geleden vond in het proefcentrum Hoogstraten de achtste editie plaats van de Internationale Mechanisatie & Demonstratievakbeurs voor de aardbeiteelt. Wat het demonstratie-aspect van deze vakbeurs betreft, bleken er vooral op het vlak van gewasbescherming nieuwigheden te rapen. – Patrick Dieleman

Deze gerichte vakbeurs voor aardbeitelers is een tweejaarlijks initiatief dat georgani-seerd wordt door het proefcentrum Hoogstraten in samenwerking met Veiling Hoogstraten, Veiling zundert en de kring Aardbeitelers Antwerpen (Boerenbond). ruim 80 bedrijven en organisaties zegden hun medewerking toe voor een stand of demonstratie. De organisatoren regis-treerden 720 bezoekers. Het gaat over een gespecialiseerd professioneel publiek. ideaal voor gerichte contacten. Op basis van de geparkeerde wagens (en de kleur van de taal in de wandelgangen) viel ons het grote aantal Nederlandse bezoekers op. Maar er werd ook Engels gesproken en ook uit andere landen kwamen geïnteres-seerden af op het initiatief.

SpuitmachinesBuiten en onder de plastic kappen werden machines van diverse constructeurs gedemonstreerd. Het begrip constructeur moet wel heel letterlijk genomen worden

bij EG-laswerken. deze firma uit Meer begon op vraag van telers uit de streek spuitbomen en spuitmachines te bouwen. Vandaag is hun sterk punt dat ze machines

op maat kunnen leveren: van spuiten tot 1 rij tot machines met een spuitboom van 20 meter breed. Ook Halters Agri Techniek bouwt spuitbomen in allerlei groottes.

Deze firma toonde buiten een spuit waarmee 2 en 2 halve rijen van een teelt in goten kan worden behandeld. Bogaerts presenteerde de Qii-jet TAH300, een spuit die spoort op de verwarmingsbuizen, vaak van serres die gebruikt werden voor tomatenteelt maar waarin nu goten voor aardbeien geplaatst zijn. Deze machine wordt elektrisch aangedreven en ze rijdt automatisch tot het einde van het pad. Alain sonneville uit Vieux Berquin in frans

Tuinderszoon Jacco Boersen ontwikkelde een robot die de uv-behandeling van aardbeiplanten uitvoert.

De beurs toonde veel nieuwigheden op het vlak van gewasbescherming.

© p

ATr

iCk

diE

LEM

AN

copy

right

Boeren

bond

Page 24: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•24 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012fruit

Vlaanderen demonstreerde een zelfrij-dende spuit van M.A.B. Mechanisatie-bedrijf Wout Hogervorst is trots op de nieuwe zelfrijdende spuiten van Mazzotti. Op het Mazzotti-onderstel werd een luchtondersteunde spuit van kverneland-rau opgebouwd. Troeven zijn het lage gewicht en de interessante prijs. Een

ringleiding vermijdt dat er spuitvloeistof blijft zitten in de leidingen. “Dat laat ons toe om met fijne doppen te werken”, vertelt Erik Hogervorst. Er wordt gewerkt met werveldoppen om de 25 cm. de lucht ondersteuning neemt de drift weg. Innovatief is het wisselsysteem voor de doppen. “Technisch is dit mogelijk met 4

doppen, maar in de praktijk is 2 meestal voldoende. Meestal ziet men er tegenop om de doppen handmatig te wisselen. Doordat dit nu alleen een druk op de knop vanuit de kabine vergt, gebeurt het ook effectief.” De grootste getoonde spuit was de nieuwe Homburg HeroW H323. Ook die voor de tuinbouw en boomkwekerij ontwikkelde spuit werkt luchtondersteund. Het is een compacte, wendbare zelfrijder die door zijn hoogte veel bodemvrijheid en maximaal zicht geeft, en dat tegen een concurrerende prijs, aldus de fabrikant.

Biologische grondontsmettingThatchtec pakte uit met een systeem van biologische grondontsmetting. Henk Meints, die het procedé ontwikkelde: “Het systeem is gebaseerd op het anaëroob omzetten van organisch materiaal in de bodem. In buitenteelten kan je dit effect trachten na te streven door tot 80 ton/ha vers gras in te werken in de bodem, en die dan af te dekken met een gasdichte folie. Maar wij ontwikkelden voor de glastuin-bouw een substraat waarop de bacteriën zeer goed ontwikkelen.” Hij legt uit dat zich na het afdekken eerst aërobe bacteriën ontwikkelen, maar die ruimen al snel plaats voor anaërobe bacteriën eens ze alle zuurstof uit de bodem opgebruikt hebben. Tijdens dat proces komen ook stoffen vrij die pathogenen in de bodem doden. Onderzoeksinstelling ppO in Nederland stelde bijvoorbeeld vast dat wortelknobbelaaltjes, aardappelcystenaal-tjes en verticillium effectief bestreden werden, en dat deze techniek een alterna-tief kan bieden voor stomen in serres (www.bodemresetten.nl).

InnovatiefHortimotion toonde de CleanLightrobot, een automatisch systeem voor de tuin-bouw dat allerlei taken alleen zal kunnen uitvoeren (foto p. 23). Het toestel demon-streerde met een set voor uv-behandeling. De werktuigdrager volgt het pad dat aangegeven wordt met een kabel. Jacco Boersen, de jonge directeur van dit nieuwe bedrijf, ontwierp dit toestel als eindwerk voor de Technische Hogeschool van delft. Aanleiding was het feit dat zijn vader, die aardbeienteler is, dagelijks enkele uren door zijn teelten moest rijden voor de uv-behandeling van zijn planten. de robot kan dagelijks 4000 m gewas behandelen.Ook koppert presenteerde een nieuw toestel voor gewasbescherming. Het is een doseermachine voor nuttige insecten. Die voorziet per rij een doseerunit, waarmee natuurlijke vijanden gemakkelijk en op een uniforme manier kunnen uitgezet worden in het gewas. n

1

3

2

© p

ATr

iCk

diE

LEM

AN

© p

ATr

iCk

diE

LEM

AN

© p

ATr

iCk

diE

LEM

AN

1 De Qii-jet TAH300 rijdt automatisch tot het einde van het pad. 2 De door Halters Agri Techniek getoonde spuit kan 2 en 2 halve rijen in één keer behandelen. 3 Bij deze op een Mazotti opgebouw-de luchtondersteunde spuit kan je met een druk op de knop van doppen wisselen.

copy

right

Boeren

bond

Page 25: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 25in beeldBoerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

'In beeld' werpt een andere blik op de land- en tuinbouw

6

'In beeld' werpt een andere blik op de land- en tuinbouw

WEST-VLAANDEREN

OOST-VLAANDEREN

ANTWERPEN

VLAAMS-BRABANT

WAALS-BRABANT

LIMBURG

LUIK

NAMEN

LUXEMBURG

HENEGOUWEN

IN BEELD

1

KWALITEITsFOLIE vOOR ALLE GEBRUIK

2 3

4

1 polyethyleen is het meest populaire plastic in de wereld. in het bedrijf wachten tonnen folie op verzending. 2 In het lab wordt de kwaliteit bewaakt en zien nieuwe producten het licht. 3 Het proces dat Hyplast gebruikt, is ‘blaasfolie-extrusie’. de polyethyleen-korrels worden met een cilinder via een tunnel in een machine (extruder) gebracht en dan verwarmd. In deze cilinder duwt een schroef de gesmolten massa voorwaarts.

4 Het gesmolten materiaal wordt door de matrijsspleet ‘geblazen’ en richt zich dan op als een folieballon. Na afkoeling gaat de ballon doorheen de walsen en wordt hij dubbel gevouwen. 5 Daarna wordt de folie opgerold en is hij klaar voor verdere verwerking.

6 Het gebruik van silobags voor de bewaring van bijproducten zit in de lift.

5

De firma Hyplast uit Hoogstraten produceert polyethyleenfolies voor toepassingen in de land- en tuinbouw, bouw en industrie. De jaarproductie bedraagt 40.000 ton. 55% van de omzet wordt gehaald in de land- en tuinbouw. Bekende producten voor de landbouw zijn kuilfolie, stretch- en silobags, en voor de tuinbouw tunnelfolie en verduisteringsfolie. in het hoogtechno-logisch lab test men de folie op zijn mechanische, fysische en analytische eigenschappen en ontwikkelt men nieuwe producten. De focus van Hyplast ligt op kwaliteit en innovatie. Hyplast is sterk in folie waaraan de klant hoge eisen stelt. Het bedrijf beschikt over een geavanceerd machinepark in de afdelingen blaas-folie en extructie, confectie en silobag. Hyplast telt 140 werknemers. Er is ook nog een heel performante afdeling voor de recyclage van het eigen productie-afval en van grondstofzakken.

Luc Van Dijck

© L

uC

VA

N d

iJC

k

© L

uC

VA

N d

iJC

Lu

C V

AN

diJ

Ck

© L

uC

VA

N d

iJC

Lu

C V

AN

diJ

Ck

© L

uC

VA

N d

iJC

k

Hoogstraten

copy

right

Boeren

bond

Page 26: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•26 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

zUIvELvERWERKING Op DE HOEvE vRAAGT INvEsTERINGENEen waardig inkomen halen uit een land- en tuinbouwbedrijf is geen sinecure. Elk bedrijf probeert dit op een andere manier aan te pakken. verbreden is één van de mogelijkheden. In dit artikel bespreken we de kostprijsberekening bij zuivelverwerkers. – Ann Detelder, Steunpunt Hoeveproducten

Elke land- en tuinbouwer wil zijn boter-ham verdienen. Op veel bedrijven is het nu al meer realiteit dan uitzondering dat één van beide partners deeltijds – vaak ook voltijds – buitenshuis gaat werken. Andere bedrijven vinden hun heil in schaalvergro-ting en nog andere zullen verbreden. Dé oplossing voor elk bedrijf is er zeker niet, ieder bedrijf is uniek en elke bedrijfsleider heeft andere talenten en verwachtingen.Lijkt verbreden jou wat? Dit kan op verschillende manieren. Groene zorg, hoevetoerisme, landschapsbeheer en loonwerken kennen allemaal een gestage opgang en ook de verkoop van hoeve-producten kent steeds meer succes. Land- en tuinbouwers wensen hiermee in te spelen op de maatschappelijke trend van consumenten om bewuster (voeding) te consumeren. Dit kan onder meer door rechtstreeks voedingsproducten aan te kopen bij de boer. Momenteel zijn er zo’n 1400 land- en tuinbouwers geregistreerd bij het Steunpunt Hoeveproducten. Zij verkopen voornamelijk eigen producten (groenten, fruit, zuivelproducten, vlees …)

aan de consument. Op die manier zijn ze voor hun inkomen niet afhankelijk van één bepaalde afnemer, maar leggen ze als het ware hun eieren in verschillende mandjes. Voor niets gaat echter de zon op en thuisverwerking vergt dan ook de nodige investeringen, zowel persoonlijk als financieel.

Inschatting van de jaarlijkse kostenIn Management&Techniek 12 van 22 juni besteedden we al aandacht aan de kostprijs en de rentabiliteit van bepaalde zuivelproducten. Nu gaan we verder in op de investeringsbehoefte die de uitbouw van een zuivelverwerking vergt. Hiervoor vergeleken we een significant aantal bedrijven met elkaar en berekenden we

samen met hen hoeveel hun verbredings-activiteit jaarlijks kost. Hiervoor werden onderstaande kosten in rekening gebracht (tabel 1, figuren 1 en 2).Totaal aantal gepresteerde arbeidsuren Het gaat om de uren die nodig zijn om de producten te bereiden, maar ook de tijd die nodig om alles te reinigen, te verkopen, promotie te voeren, de administratie bij te houden … Het totaal aantal uren op jaarbasis werd vermenigvuldigd met een loonkost van 15 euro per uur, om de totale jaarlijkse ‘loonkost’ in te schatten.Jaarlijkse afschrijvingen Dit zijn de afschrijvingen voor aangekochte machines die instaan voor de bereiding van de producten. Bij het bepalen van de af-schrijfperiode berekenden we het gemid-delde tussen de boekhoudkundige afschrijfperiode en de werkelijke (in de praktijk gerealiseerde) afschrijfperiode.Jaarlijkse afschrijvingen indirecte kosten Naast de aankoop van toestellen die ingezet worden voor de bereiding van producten moet ook de inrichting van het verwerkingslokaal, de winkel, de ver-

Thuisverwerking vraagt zowel investeringen op persoonlijk als op financieel vlak.

management | rundvee

© L

uC

VA

N d

iJC

k

copy

right

Boeren

bond

Page 27: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 27Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

bruikszaal, het terras … in rekening worden gebracht. Om deze afschrijf-periode te bepalen, zijn we op dezelfde manier te werk gegaan als bij de machinekosten.Zomaar conclusies trekken en stellen dat een melkveebedrijf met zuivelverwerking jaarlijks gemiddeld bijna 60.000 euro kosten heeft, is wat te voorbarig. Bedrijven zijn onderling verschillend en moeilijk te vergelijken. in figuur 2 zien we ook duidelijk dat bedrijf 10 een veel hogere kostenstructuur heeft dan de andere. Dit komt onder andere doordat men hier jobstudenten en vaste werkkrachten heeft.Om een betere vergelijking mogelijk te maken, hebben we de 12 bedrijven in 3 groepen onderverdeeld naargelang hun focus op het gebied van zuivelverwerking. Deze groepen omvatten bedrijven die eigen melk enkel tot ijs verwerken, bedrijven die zuivelverwerking als volwaardige tak binnen hun bedrijf beschouwen en bedrijven die de zuivel-verwerking slechts als nevenactiviteit zien.

Bedrijven die eigen melk enkel tot ijs verwerkenBedrijven 1, 11 en 12 hebben een gelijk-lopende kostenstructuur. De jaarlijkse kosten bedragen gemiddeld zo’n 36.000 euro. in figuur 3 (p. 28) zie je hoe deze kosten worden verdeeld.Hieruit blijkt dat de kostenlast voor de afschrijving van machines, die nodig zijn voor de bereiding van de zuivelproducten, verwaarloosbaar is. De arbeidskosten wegen daarentegen bijzonder zwaar door. Dit komt deels door de uren die besteed worden aan de bereiding van het ijs zelf (beperkt), maar vooral door de uren die men besteedt aan de verkoop. Bedrijven die focussen op ijs verkopen immers vaak schepijs, wat erg veel arbeidsuren vraagt.

Zuivelverwerkinig als volwaardige takVoor de bedrijven uit deze groep (bedrijven 2, 3 en 10) zijn zuivelverwerking en thuisverkoop een volwaardige activiteit binnen hun bedrijf, waaraan de nodige tijd besteed wordt. Een groot deel van de melkproductie gaat naar de eigen verwerking van een groot en uitgebreid assortiment zuiveldesserten en ijs. Deze bedrijven zijn vaak innovatief en bieden, naast de meer gangbare producten, ook eigen specialiteiten aan. Om de thuis-verkoop optimaal uit te voeren, hebben deze bedrijven een mooi uitgebouwde winkel en meestal ook een verbruikszaal met bediening.de jaarlijkse kosten (figuur 4, p. 28) bedragen voor deze bedrijven gemiddeld zo’n 125.000 euro. dit gemiddelde wordt

sterk beïnvloed door bedrijf 10. dit is een bijzonder professioneel bedrijf dat werkt met extra externe arbeidskrachten. Desondanks deze vertekening, is het duidelijk dat de jaarlijkse kost beduidend hoger ligt in vergelijking met bedrijven die hun melk enkel tot ijs verwerken.

Ook voor deze bedrijven is de kostenlast voor de afschrijving van de bereidings-machines verwaarloosbaar en wegen de arbeidskosten zwaar door. Immers, naast de verkoop moeten deze bedrijven voldoende tijd reserveren om het gehele assortiment aan zuivelproducten te

Tabel 1 Kosten van de verbredingsactiviteit - Bron: Steunpunt Hoeveproducten

Zuivelbedrijf Arbeid (uren)

Afschrijvingen machines (euro)

Afschrijvingen indirecte kosten (euro)

Arbeidskost voor bereidingen (euro)

Andere arbeidskost1 (euro)

Totale jaarlijkse kost (euro)

1 2.634 1.912 5.521 228 26.235 33.896

2 3.475 6.177 26.970 23.440 52.125 108.712

3 3.604 2.392 16.534 16.590 33.180 68.696

4 3.800 2.288 6.086 16.679 31.500 56.553

5 3.259 1.439 8.661 13.247 18.375 41.722

6 2.682 1.243 10.499 5.666 19.110 36.518

7 1.872 1.550 12.714 9.558 8.580 32.402

8 1.666 620 5.092 4.505 14.700 24.917

9 2.054 1.095 9.880 5.799 11.310 28.084

10 12.869 8.470 57.877 21.703 102.420 190.470

11 2.252 1.597 4.530 1.498 30.660 38.285

12 2.324 1.612 6.788 2.185 24.960 35.545

Gemiddelde 3.541 2.533 14.263 10.091 31.096 57.9831 Exclusief bereiding

0

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

(eur

o)

bedrijf

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 gem.

afschrijvingen machines

afschrijvingen indirecte kosten

arbeidskost voor bereidingen

andere arbeidskost (excl. bereiding)

(euro)

0

20.0

00

40.0

00

60.0

00

80.0

00

100.

000

120.

000

140.

000

160.

000

180.

000

200.

000

1 2 3 4 5 6 7 8 9

10 11 12

gem

bedr

ijf

afschrijvingen machines

afschrijvingen indirecte kosten

arbeidskost voor bereidingen

andere arbeidskost (excl. bereiding)

Figuur 1 Jaarlijkse kostenstructuur van de verbredingsactiviteit op 12 zuivelbedrijven - Bron: Steunpunt Hoeveproducten

Figuur 2 Totale jaarlijkse investeringskost per zuivelverwerkingsbedrijf - Bron: Steunpunt Hoeveproducten

management | rundvee

copy

right

Boeren

bond

Page 28: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•28 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

produceren. Wat wel opvalt, is dat de indirecte kosten voor deze bedrijven een derde van de totale jaarlijkse kosten bedragen. Dit komt vooral door de kosten die gemaakt worden voor de inrichting van een aantrekkelijke winkelruimte, ver-bruikszaal en eventueel terras.

Zuivelverwerking als nevenactiviteitde bedrijven in deze groep (bedrijven 4-9) hebben de thuisverkoop als nevenactiviteit uitgebouwd in de hoop een bijkomend inkomen te genereren. Ze hebben echter niet de ambitie om heel sterk door te groeien in deze bedrijfstak. De focus ligt bij hen dan ook meer op gangbare zuivel-producten. Slechts een deel van de

melk productie wordt gebruikt voor de eigen verwerking van een variabel assortiment zuiveldesserten. In sommige gevallen wordt er ook ijs bereid. Om aan thuisverkoop te doen, hebben deze bedrijven natuurlijk ook geïnvesteerd in een verwerkingsruimte. Indien men over

een winkel beschikt is deze, in vergelijking met groep 2, veel eenvoudiger opgevat. Andere bedrijven verkopen enkel via automaten of op markten. Deze bedrijven beschikken dan ook niet over een ver-bruikszaal of terras. in figuur 5 zie je hoe de jaarlijkse kosten, die gemiddeld 28.500 euro bedragen, worden verdeeld.De kostenlast voor de afschrijving van machines die nodig zijn voor de bereiding van de zuivelproducten is ook hier verwaarloosbaar. Net als voor de andere bedrijven wegen de arbeidskosten zwaar door. Aangezien voor deze bedrijven de zuivelverwerking slechts een nevenactivi-teit is, doen ze vaker beroep op kleinere en/of minder efficiënte toestellen. Hierdoor wordt de gemiddelde bereidings-tijd vaak langer, dan wanneer men met nieuwe machines zou werken. n

Het onderzoek naar hoevezuivel kwam tot stand met de hulp van de katholieke Hogeschool sint-Niklaas en innovatie-steunpunt en kreeg financiële steun van de provincie Oost-Vlaanderen, de Vlaamse Landmaatschappij en de Europese unie.

SCHRIJF JE IN VOOR EEN pRAKTISCHE WORKSHOpOok bij de verkoop van eigen vleesproducten en de verwerking van groenten en fruit zien we vergelijkbare kostenstructuren. De opstart en verdere uitbouw van een thuisverwerking is dus een arbeids- en kapitaalsintensieve nevenactiviteit waar zeker een economische meerwaarde uit gehaald kan worden, op voorwaar-de dat de verwerking doordacht en professioneel gebeurt.Om je hierbij te helpen, organiseert het steunpunt Hoeveproducten in samen-werking met innovatiesteunpunt op 4 locaties de workshop ‘kostprijs en rentabi-liteit van hoeveproducten’. Deze workshop richt zich tot alle geïnteresseerde land- en tuinbouwers die met hoeveverwerking bezig zijn. de cursus leert je inzicht te krijgen in de kostenstructuur van thuisverkoop, de kostprijsberekening van producten en de rentabiliteit van een verwerkingsactiviteit.

ZuivelLochristi: woensdag 14 november, 20 uur, provinciaal Boerenbondkantoor Oost-Vlaanderen, denen 157Geel: donderdag 15 november, 20 uur, Hooibeekhoeve, Hooibeeksedijk 1

Groenten en fruitrumbeke: woensdag 28 november, 20 uur, inagro, ieperseweg 87Meensel-kiezegem: donderdag 29 november, fruitbedrijf Vanhellemont, Heibos-straat 17

inschrijven kan via tel. 016 24 39 54 of via [email protected]. de kostprijs bedraagt 5 euro voor de leden van Boerenbond en kVLV. Niet-leden betalen 10 euro. dit bedrag schrijf je over op rekeningnummer 730-0041014-76 met vermelding naam + ‘kpB’ + locatie.

5%

16%

3%

76%

afschrijvingen machines

afschrijvingen indirecte kosten

arbeidskost voor bereidingen

andere arbeidskost (excl. bereiding)

5%

27%

17% 51%

afschrijvingen machines

afschrijvingen indirecte kosten

arbeidskost voor bereidingen

andere arbeidskost (excl. bereiding)

4%

24%

25% 47%

afschrijvingen machines

afschrijvingen indirecte kosten

arbeidskost voor bereidingen

andere arbeidskost (excl. bereiding)

Figuur 3 Gemiddelde kostenverdeling van de bedrijven die eigen melk enkel tot ijs verwerken (groep 1) - Bron: Steunpunt Hoeveproducten

Figuur 5 Gemiddelde kostenverdeling van de bedrijven met zuivelverwerking als nevenac-tiviteit (groep 3) - Bron: Steunpunt Hoeveproducten

Figuur 4 Gemiddelde kostenverdeling van de bedrijven met een uitgebreid hoevezuivelas-sortiment (groep 2) - Bron: Steunpunt Hoeveproducten

management | rundvee

copy

right

Boeren

bond

Page 29: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 29Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

EFFICIëNT vOEDEREN WORDT EEN UITDAGINGMelkveehouders zullen zich dit jaar herinneren als een jaar met extreme klimatologische omstandigheden en sterk stijgende voederkosten. Aangezien de prognoses voor de krachtvoederkosten niet meteen een daling tonen, zullen de voederkosten deze winter hoe dan ook hoog blijven. In dit artikel analyseren we de kwaliteit van de voordroogkuilen en geven we enkele aandachtspunten voor de maïsoogst. – Leen Vandaele & Sam De Campeneere, ILVO-Dier; Eddy De Caestecker, Bedrijfsadvisering

Melkveehouderij West-Vlaanderen & Roel Vaes, landbouwconsulent Boerenbond

Dit jaar waren de weersomstandigheden zeer ongunstig voor de ruwvoederwinning. In het voorjaar viel er te veel neerslag en hadden we te maken met te lage tempera-turen. uiteraard is er variatie tussen de verschillende landbouwstreken, maar algemeen werd de eerste snede gras dit jaar opvallend laat geoogst. Ook de groei van de maïs draagt in de meeste streken de gevolgen van de grillige weersomstan-digheden in het voorjaar. In sommige provincies zijn er percelen maïs die er relatief goed bij staan, op een mindere groei op de wendakker na. In andere staat de helft van de percelen maïs er slecht tot zeer slecht bij.Dit maakt dat op veel bedrijven de rantsoenberekening moeilijk, maar tegelijk

nog belangrijker wordt. iLVO Eenheid dier, Bedrijfsadvisering Melkveehouderij West-Vlaanderen en de themagroep Melkveehouderij van Boerenbond zochten naar mogelijke oplossingen om de komende winter goed te kunnen blijven melken. Een goedkope wonderoplossing in de huidige marktsituatie is er niet, laat dat duidelijk zijn!

In dit artikel analyseren we de kwaliteit van de voordroogkuilen en de mogelijke gevolgen. We geven ook enkele aandachts-punten voor de maïsoogst. Aanbevelingen voor specifieke rantsoenproblemen en mogelijke valkuilen die deze winter kunnen voorkomen, lees je in het artikel op p. 32.Het uitgangspunt op elk melkveebedrijf moet zijn dat je de koeien goed blijft voederen naargelang hun melkproductie. Het is beter om iets minder dieren optimaal aan te houden dan de volledige kudde beneden de behoefte te voederen. Zelfs bij het overbruggen van een korte moeilijke periode (bijvoorbeeld enkele weken zonder kuilmaïs) moet rantsoe-neren volgens de productie het doel blijven.

Er zal dus deze winter vooral aandacht nodig zijn voor de opneembaarheid van het rantsoen.

© B

Asi

EL

dE

HA

ssE

LAir

rundvee

copy

right

Boeren

bond

Page 30: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•30 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

Het is immers moeilijk om na een productiedaling de melkproductie terug op niveau te krikken. Vooral koeien in de tweede helft van de lactatie blijven dan steken op de lagere productie waardoor de kans op vervetting toeneemt, wat negatieve gevolgen heeft voor de volgende lactatie.

Extreme variatie in voederwaarde van voordroogkuilenVolgens de voederanalyses hebben de graskuilen dit jaar gemiddeld een hoger ruwcelstofgehalte en een lager ruweiwit-gehalte (2 tot 3% lager). Er is een zeer

grote variatie tussen de kuilen. Het vaak hoge drogestofgehalte (DS) zorgt ervoor dat het aangebrachte ruw eiwit nog redelijke gehalten aan darmverteerbaar eiwit (DVE) oplevert. Daarnaast is de onbestendig eiwitbalans (OEB) laag en soms zelfs negatief. Dit zal bij de rantsoe-nering de nodige aandacht vergen. Door het hoge ruwcelstofgehalte hebben de voordroogkuilen, in tegenstelling tot voorgaande jaren, hoge structuurwaarden. Er zal dus deze winter vooral aandacht nodig zijn voor de opneembaarheid van het rantsoen. De grote variatie in voordroog-kuilen impliceert dat er dit jaar ook meer extreme kuilen zijn. zo hebben sommige melkveehouders hun eerste sneden toch jong, maar nat geoogst. Deze natte kuilen liggen best apart om zo snel mogelijk

vervoederd te worden. De bewaring en smakelijkheid van dergelijke kuilen is zeer beperkt. Door de grote variatie tussen kuilen is het dit jaar nog belangrijker om alle kuilen (inclusief de kuilen die bestemd zijn voor het jongvee) te analyseren vooraleer ze een bestemming te geven.de resultaten van de voederwaarde-analyses van extreme kuilen (bijvoorbeeld voordroogkuil met negatieve OEB) moeten ook kritisch geëvalueerd worden. De betrouwbaarheid van een dergelijke analyse is het grootst voor waarden van gemiddelde kuilen, maar naarmate de kuil

meer afwijkt van een gemiddelde samen-stelling daalt de betrouwbaarheid, zelfs bij een perfect uitgevoerde analyse. Het oog van de meester zal in dergelijke gevallen na het rantsoeneren nog belangrijker zijn. De melkveehouder zal moeten nagaan of de koeien met het rantsoen presteren zoals verwacht. Het scoren van de mest en het opvolgen van de melkanalyses (MCC, CrV) worden nog belangrijker dan anders. Op basis van deze vaststellingen kan het rantsoen indien nodig nog stapsgewijs bijgestuurd worden (denk onder meer aan een beetje meer of minder eiwitcorrectie). Wie dit alles in de vingers heeft, zal meer kans hebben om ondanks een moeilijke winter toch mooie resultaten te bekomen.Het aanleggen van een lasagnekuil vraagt extra werk. Toch zal zo’n kuil je dit jaar,

wegens de extreme omstandigheden, ook extra voordeel opleveren. de opeenvol-gende sneden die dit jaar sterk van elkaar kunnen verschillen, kunnen elkaar in een lasagnekuil compenseren. Een celstofrijke eerste snede wordt gecompenseerd door jonger gemaaide latere sneden. Bij dergelijke kuilen is het minder gemakke-lijk om een representatief staal voor voederwaardeanalyse te nemen. Toch blijft het correct inschatten van de voederwaar-de belangrijk voor een optimale rantsoen-samenstelling. uiteraard wordt er eerst een algemeen staal genomen van de hele kuil. Daarna kan het nuttig zijn om bij de geopende kuil de afzonderlijke lagen te bemonsteren voor analyse. Dit kan dan gebruikt worden om een correctere voederwaarde van de samengestelde kuil te berekenen, wat belangrijk is gezien de sterke variatie tussen de sneden dit jaar. Om een correcte inschatting te vergemak-kelijken, is het aangewezen om bij de aanleg van elke snede een gedegen raming van de opbrengst te maken. Voor dergelijke raming kan je gebruik maken van tabel 1 met soortelijke gewichten van ingekuilde voedermiddelen.

Streven naar kwaliteitsvolle kuilmaïskuilmaïs is één van de belangrijkste ruwvoercomponenten van een klassiek winterrantsoen. Omdat het aandeel kuilmaïs in de meeste rantsoenen groot is, is het belangrijk dat de kuilmaïs aan enkele belangrijke kwaliteitskenmerken voldoet. De hoge opneembaarheid en het hoog gehalte aan zetmeel (bestendig zetmeel) maakt dat kuilmaïs niet zomaar kan worden vervangen door voordroogkuil. Om aan een voldoende gehalte zetmeel in de kuilmaïs te komen, moet je geduld hebben om de maïs pas te oogsten in het gepaste rijpheidsstadium. Het oogsttijdstip van de maïs zal ook dit jaar sterk regio-afhankelijk zijn. In de meeste streken zal de kuilmaïs later rijp zijn dan de vorige jaren. Op bedrijven waar de voorraad kuilmaïs al sterk geslonken is, kan de druk om vroeg te oogsten toenemen. Enkel bij een acuut tekort aan kuilmaïs kan overwogen worden om een kleine hoeveelheid toch te vroeg te oogsten. Het is immers zeer belangrijk om pas te hakselen op het ideale oogsttijdstip van de kuilmaïs (deegrijpstadium). Dit is het moment waarop er geen sap meer uit de top (aanhechtingspunt aan de kolf) van de korrel komt. Op dat moment hebben we meestal optimale zetmeelgehalten en een hoge verteerbaarheid. De ervaring leert dat het optimale drogestofgehalte van kuilmaïs rond 34 à 35% ds ligt. Bij lagere gehalten is er te weinig zetmeel (en minder bestendig zetmeel) en kunnen de bewaarverliezen

Tabel 1 Gewicht per m3 voedermiddelen - Bron: ILVO

Voedermiddel Voeder/m3 (kg) DS/m3 (kg)

Ingekuild gras

sleufsilo-gehakseld

- vers ingekuild 675-850 150-190

- voorgedroogd 425-525 180-210

Molshoopsilo sleufsilo - 5% -

Gehakseld - 10 à 15% -

Deegrijp maïs

Sleufsilo

- minder dan 30% ds 620-720 180-200

- meer dan 30% ds 570-660 195-215

Molshoopsilo sleufsilo - 5% -

Ingekuilde perspulp 790 180

Voederbieten 650 100

Aardappelen 700 150

Hooi in kleine pakken (middelmatige densiteit)

- middelmatig groeistadium 95 80

- jong groeistadium 110 95

Stro

- in kleine pakken 120 100

- in grote pakken 125 105

Krachtvoeder

- pellets 560-630

- meel 630-700

rundvee

copy

right

Boeren

bond

Page 31: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 31Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

Generatiewissel: hoe pak ik het aan?

1313

12M

T123

8BB

Tijd voor de volgende generatie in uw landbouwbedrijf?

Een generatiewissel op een land- of tuinbouwbedrijf is een ingrijpende gebeurtenis, zowel voor de overnemers als voor de overlaters. Hoe zo’n generatiewissel aanpakken?

Op deze infodag kan u deelnemen aan maximaal twee infosessiesmet een keuze uit volgende thema’s:- Kostprijsberekening, waardebepaling en financieel plan- Onroerend vermogen en overname- VLIF en overname- Schenking / vererving familiale onderneming- Bedrijfsstructuren en vennootschappen- Sociale aspecten bij overname

Gelieve uw deelname en voorkeursessies vóór12 oktober 2012 te bevestigen via mail op [email protected] of via post KBC-communicatiepunt Antwerpen (CPA)-Schoenmarkt 35, 2000 Antwerpen

Infodag op 23 oktober 2012vanaf 13u. in KAHO Sint-Lieven Hogeschool, Hospitaalstraat 23, 9100 Sint-Niklaas

groter worden (bij minder dan 30% ds). Bij te droge maïs worden de bewaarbaarheid, de opname en de verteerbaarheid eerder ongunstig beïnvloed.Het zetmeelgehalte van de maïs wordt geleverd door de graankorrels. Het korrelaandeel goed inschatten is belang-rijk om te weten wat te doen in je rant-soen. Dit is echter zeer moeilijk. Indien een aankoop van externe partijen zich opdringt, is het raadzaam om zo snel mogelijk het zetmeelgehalte van de kuil te laten bepalen. Eenvoudig gesteld: bij kuilmaïs die voldoende massa opbracht maar te weinig graan (zetmeel) kan korrelmaïs of CCM een optie zijn (transportkosten op langere afstand zijn beperkter), bij kuilmaïs die kwalitatief wel goed is maar die te weinig massa opbracht, zijn er weinig andere opties dan hakselmaïs aankopen.Om de bovenstaande afweging te maken, is een snelle analyse van zetmeel voldoende. Maar om een goed beeld van de voederwaarde van de kuil te krijgen, kan een algemene analyse pas na een vijftal weken inkuilen. Hiermee kan het rantsoen dan verder op punt worden gezet.

Heb daarbij aandacht voor de staalname. Een analyse kan nooit beter zijn dan het staal zelf! Zeker bij kuilmaïs is dit essentieel door de grote verschillen in soortelijk gewicht en samenstelling van de verschillende partikels (stukje stam, blad of korrel). Bij het manueel nemen van een monster vallen er al snel enkele zwaar-dere stukjes korrel uit het staal waardoor de analyse beïnvloed wordt.,

De laatste jaren was er een trend om de maïs iets grover te hakselen ter compen-satie van (te) jonge graskuilen met weinig structuur. Door de over het algemeen, ruwecelstofrijke eerste snede zijn daar dit jaar weinig redenen toe. Een haksellengte van 8 à 10 mm is daarom raadzaam. de aandacht voor het kneuzen van alle korrels blijft zeer belangrijk. n

WAT MOET JE ONTHOUDEN?• Er bestaat geen goedkope oplos-sing dit jaar, toch is het belangrijk om de koeien optimaal te blijven voederen.

• De grote variatie in voordroogkuilen benadrukt dit jaar extra dat voederwaardeanalyse van alle voordroogkuilen noodzakelijk is om de ideale bestemming van elke kuil te bepalen.

• Een lasagnekuil levert zeker dit jaar voordelen op, maar heb

aandacht voor een onder-bouwde, betrouwbare inschatting van de voeder-waarde.

• Haksel op het ideale oogst-tijdstip van de kuilmaïs

• Weeg de aankoop van externe partij hakselmaïs af tegenover de aankoop van korrelmaïs, indien de aankoop van externe partijen zich opdringt.

rundvee

copy

right

Boeren

bond

Page 32: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•32 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

METEN LAAT GOEDE RANTsOENpLANNING TOEvoor je het winterrantsoen samenstelt, is het belangrijk dat je een goed overzicht hebt van de ruwvoedervoorraden op je bedrijf. In combinatie met voederwaardeanalyses kan een realistische verhouding voordroogkuil-maiskuilvoeder van het basisrantsoen bepaald worden die je lang genoeg kan verstrekken zonder dat je voor verrassingen komt te staan. – Leen Vandaele & Sam De

Campeneere, ILVO-Dier; Eddy De Caestecker, Bedrijfsadvisering Melkveehouderij West-Vlaanderen & Roel Vaes,

landbouwconsulent Boerenbond

Dit jaar worden we geconfronteerd met enkele specifieke struikelblokken (zie ook p. 29). in dit artikel willen we enerzijds een aantal mogelijke oplossingen geven. Anderzijds willen we benadrukken dat iedere bedrijfssituatie een specifieke aanpak vraagt. Eén algemene oplossing bestaat niet. Een goede rantsoenplanning begint dan ook met het in kaart brengen van de knelpunten op elk bedrijf.We werken aan de hand van enkele concrete voorbeelden. We nemen telkens hetzelfde gemiddeld rantsoen als uit-gangspunt, met een ruwvoederverhouding van 60% droge stof (ds) uit kuilmaïs en 40% ds uit voordroogkuil, beide met een normale (goede) kuilkwaliteit.Een gemiddeld rantsoen voor melkkoeien bestaat in Vlaanderen uit ongeveer 8,8 kg ds kuilmaïs, 5,7 kg ds voordroogkuil, 2,25 kg ds perspulp en de bijbehorende eiwitcorrectie. Wanneer we rekenen met

gemiddelde kuilanalyses komen we met 2,25 kg eiwitcorrectie (met een dVE-niveau zoals sojaschroot) in evenwicht bij 29,7 l melk voor koeien (meer dan 2 lactaties) en 25,7 l melk voor vaarzen. Gerekend aan de momenteel geraamde kostprijzen van ruwvoeders en krachtvoeders kost dit rantsoen dagelijks 3,21 euro per koe.

Dure voedermiddelenAlle voedermiddelen zijn dit jaar duur en dus kostbaar. Er zorgzaam mee omgaan en proberen de verliezen minimaal te

houden zijn in deze omstandigheden belangrijker dan ooit. Zo is het essentieel om extra aandacht te besteden aan een goede inkuiltechniek om bewaarverliezen en verliezen door broei achteraf te beperken. Naast het goed inkuilen door stevig aan te rijden en snel af te dekken, is het zorgzaam uitkuilen zeer belangrijk. Heb daarbij vooral aandacht voor hoe de kuil na het dagelijkse uitkuilen achterblijft. De resterende kuilmaïs moet zo compact mogelijk blijven en er mag geen losse maïs in de silo blijven liggen. In de voedergang moeten de voerresten voor iedere nieuwe voederbeurt worden verwijderd. Op de meeste bedrijven lijkt dit zeer logisch maar wanneer men de gewoonte niet heeft om dit te doen, onderschat men de gevolgen van broei. uit de praktijk ervaren we dat broei niet alleen zorgt voor verliezen in de kuil, maar ook leidt tot een verminderde drogestof-

Broei leidt tot verliezen in de kuil, maar ook tot een verminderde drogestofopname en productieverlies.

© J

O G

EN

NE

z

rundvee

copy

right

Boeren

bond

Page 33: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 33Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

opname bij de koeien (1 tot 3 kg ds) en productieverlies. Om de koeien theoretisch gezien op hetzelfde productieniveau te houden bij een gemiddeld rantsoen met broei, moet men corrigeren met kracht-voer. Hierdoor stijgt de dagelijkse voeder-kost al snel met 0,57 euro per koe (tegen de huidige krachtvoerprijzen).

Mogelijke knelpuntenDe eerste snede voordroogkuil was dit jaar kwalitatief duidelijk minder dan gemid-deld, maar leverde meestal wel grote hoeveelheden op, vaak met hoge ds-gehalten. In combinatie met een mindere maïsopbrengst kan je overwegen om meer voordroog en minder maïs in het rantsoen te stoppen. Wat zijn aandachtspunten bij een dergelijk rantsoen?de lagere verhouding kuilmaïs-voordroog-kuil, in combinatie met het hoge celstofge-halte van vele graskuilen, kan de opname van het basisrantsoen drukken. Om toch krachtvoeder te besparen en voldoende melk uit het ruwvoederrantsoen te halen, is het belangrijk om het rantsoen aan te vullen met passende (vochtige) bijproduc-ten of krachtvoederachtigen. Ondanks de hoge voederprijzen is het van belang de ds-opname op peil te houden ervoor te zorgen dat het ds-gehalte van het rantsoen niet te hoog ligt.De voordroogkuilen met hoge ruwecelstof-gehalten vertonen meestal lagere fOs-waarden. Toch is voldoende fOs in het rantsoen noodzakelijk voor een goede microbiële eiwitsynthese en een goed eiwitgehalte in de melk. Voedermiddelen die veel pensenergie leveren (zoals tarwe en perspulp) kunnen hieraan bijdragen. Heeft de voordroogkuil eerder een laag ruwcelstofgehalte en een hoog suikerge-halte (uitzonderlijk dit jaar), dan is een

bron met veel bestendig zetmeel (maïs-meel) een betere keuze.Dit jaar zal dus ook een goede inschatting van de kwaliteit van de kuilmaïs belangrij-ker zijn dan andere jaren om het rantsoen te optimaliseren. Bij een maïskuil die voldoende massa opbracht maar te weinig graan (zetmeel), moeten er andere producten worden bijgevoederd dan bij een maïskuil die naar kwaliteit wel goed is maar die te weinig massa opbracht. Het aandeel (bestendig) zetmeel (zie kader) is bepalend. Let er ook op dat bij onrijp gehakselde maïs het zetmeelaandeel drastisch daalt.Tenslotte moet er voldoende aandacht zijn voor de onbestendig eiwitbalans (OEB), die dit jaar bij veel voordroogkuilen lager ligt dan de voorgaande jaren, en vaak zelfs negatief is. Daardoor brengt de voordroog-kuil onvoldoende OEB aan om de nega-tieve OEB van de maïskuil (en perspulp, voederbieten ...) te compenseren. Hierdoor zal de OEB van het basisrantsoen soms negatief zijn. Je kan dit opvangen door een eiwitkern met extra ureum toe te voegen. Nog beter is het om het ureum toe te voegen aan de voeders zelf die negatief zijn in OEB (bijvoorbeeld bij maïskuilvoer in de voedermengwagen), maar de regelge-ving laat enkel zelfmengers toe om dit te doen. Een belangrijke waardemeter om de OEB van het rantsoen te evalueren, is het ureumgehalte in de melk.

Laag zetmeelgehalte opvangenAfwijkende kuilmaïs Zoals eerder vermeld is het belangrijk te weten of er in het rantsoen vooral een tekort is aan totaal zetmeel of enkel aan bestendig zetmeel. pas dan kan men inschatten of het toe te voegen bijproduct vooral rijk moet zijn aan bestendig of onbestendig zetmeel.

Maïsmeel kan een belangrijke corrector zijn om bestendig zetmeel aan te brengen. Grofweg brengt maïsmeel per kg evenveel bestendig zetmeel aan als 7 kg gemid-delde kuilmaïs.Aardappelen en aardappelbijproducten kunnen zeker ook een interessant voeder zijn. Zij brengen weliswaar iets minder zetmeel aan per kg DS, maar het aandeel bestendig zetmeel is nog groter (ongeveer 44% van het zetmeel). Vermijd dat je je rantsoen te veel moet aanpassen tijdens de winter, want sommige producten zijn slechts periodiek verkrijgbaar.Als bron van onbestendig zetmeel kan je denken aan granen, zoals tarwe en gerst. Overdrijf echter niet met deze producten en houd hierbij de structuurvoorziening van het rantsoen (en de mestscore) goed in de gaten.Op een aantal bedrijven is de voorraad voordroogkuil van de eerste snede groot. Door de latere maaidatum is hij van mindere kwaliteit. Als ook de opbrengst van de kuilmaïs lager uitvalt, moet je overwegen om meer voordroogkuil in het rantsoen te gebruiken. Let er wel op dat dan ook de ds- en zetmeelopname zal dalen. Vandaar dat er in dit rantsoen wel best maïsgraan of CCM worden toege-voegd. Dit doet de kostprijs van het rantsoen stijgen tot 3,72 euro per koe per dag. Dit is nodig om de melkproductie op niveau te houden.

Laag eiwit uit graskuil opvangenAfwijkende voordroogkuil Door de lagere eiwitgehaltes in veel voordroogkuilen zal men dit jaar meer eiwitrijke producten moeten aankopen. de zeer hoge eiwit-prijzen hebben trouwens gezorgd voor veranderde prijsverhoudingen tussen de klassieke producten. Een gepaste eiwitvoorziening is belangrijk. Om dit tegen een minimale kostprijs te doen, moet je bij het vastleggen van het winter-rantsoen alle opties overwegen. Het is dus nodig dat de kosten van verschillende eiwitcorrectors vergeleken worden. uiteraard moet je daarbij, naast de prijs, ook rekening houden met alle voeder-waardekenmerken van de eiwitcorrectors.Bij bierdraf onderscheiden we gewone draf (220 tot 230 g ds) en persdraf (270 tot 280 g ds). persdraf geeft bijna geen sapverliezen meer. Draf bevat zeer veel eiwit (ongeveer 280 g/kg ds), 130 tot 180 g ruwe celstof (rC) en een tamelijk hoog vetgehalte dat in kuilvoeder meestal oploopt tot 90 à 100 g. de energiewaarde bedraagt ongeveer 940 voedereenheden melk (VEM) op de ds. Het darmverteer-baar eiwit (dVE) bedraagt ongeveer 140 g en de OEB ongeveer 60 g. de passage-

ONBESTENDIG EN BESTENDIG ZETMEELZetmeel is zeer belangrijk voor melkvee. Je moet een onderscheid maken tussen bestendig en onbestendig zetmeel. Het onbestendig zetmeel wordt afgebroken in de pens en zorgt voor fOs (pensenergie die de micro-organismen benutten voor hun groei). Het bestendig zetmeel wordt pas in de dunne darm enzymatisch verknipt tot glucose en kan daar opgenomen en vervolgens benut worden in de vorming van lactose. producten met veel onbestendig zetmeel zijn, bijvoorbeeld, tarwe en gerst. Maïs heeft aanzienlijk meer bestendig zetmeel. Toch is ook bij deze laatste meer dan de helft van het zetmeel onbestendig. Als er te weinig bestendig zetmeel is, komen vooral de koeien in het begin van de lactatie in de problemen. Anderzijds is er een maximum aan de hoeveelheid bestendig zetmeel die een koe kan benutten (rond 1,5 kg per dag).

rundvee

copy

right

Boeren

bond

Page 34: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•34 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

snelheid van draf is eerder laag, waardoor draf soms de voederopname drukt. Het is een gewaardeerd, smakelijk voedermiddel wegens zijn gunstig effect op de melk-productie, terwijl het melkvetgehalte gedrukt wordt bij een nagenoeg gelijkblij-vend melkeiwitgehalte.Droog of nat maïsglutenvoer kunnen ook wat eiwit aanbrengen. Toch liggen de dVE-waarden lager dan bij de vorige producten en is er eerder sprake van een evenwichtig dan een eiwitrijk product. Nat maïsglutenvoer dat ingekuild wordt, heeft ongeveer 42% ds en een geschatte voederwaarde van 1050 VEM en 105 g dVE. Toch zijn er verschillen naargelang de oorsprong, zeker ook wat het zetmeel- en het OEB-gehalte betreft. praktijkproeven toonden aan dat nat maïsglutenvoer ter vervanging van perspulp en krachtvoeder de melkproductie stimuleert (+ 0,7 kg), terwijl de vet- en eiwitgehalten gelijk blijven of lichtjes toenemen. De afweging tussen een droog of nat product kan best gebeuren op basis van het zetmeel- en ds-gehalte van het rantsoen. uiteraard zal je de prijs van deze producten ten opzichte van de prijs van maïsmeel moeten afwegen.Ook vanuit de bio-ethanolproductie komen er zeer grote hoeveelheden eiwitrijke bijproducten op de markt. De vloeibare producten zijn tarwegistconcentraten, met een ds-gehalte van om en bij de 30%. in het iLVO-onderzoek waarbij van elk bijproduct meerdere partijen werden geanalyseerd, bedroeg het gemiddeld ruweiwitgehalte (rE) van Tarweferm, protiWanze en protisyr respectievelijk 275, 338 en 367 g/kg ds. Het zijn dus eiwitrijke producten met eerder een gunstig effect op de melkproductie zonder systematische beïnvloeding van de melksamenstelling. deze producten vereisen wel een investe-ring in een opslagsilo met een pompinstal-

latie. Om ze handig te kunnen toedienen, beschikt men best over een voedermeng -wagen.Het natte in te kuilen product wordt onder de naam protistar op de markt gebracht. Het heeft een gemiddeld ds-gehalte van 32% en is eveneens eiwitrijk (+ 320 g/kg ds). in een praktijkproef was protistar evenwaardig aan bierdraf voor wat melkproductieresultaten betreft.Een afgeleid product, protigold, is een mengsel van protistar, protisyr en protifeed dat ingekuild moet worden. door de aanwezigheid van protifeed (ingedroog-

de mengeling van protistar en protisyr) heeft dit een ds-gehalte van ongeveer 40%. Het bevat ongeveer 330 g rE in de ds en zou een VEM-waarde hebben van ruim 1100 (geschat met labomethode).

Lage pensenergie opvangenBij een tekort aan pensenergie (fOs) of onbestendig zetmeel kunnen onder meer tarwe (680 g fOs/kg) of gerst (630 g fOs/kg) een oplossing bieden. Tarwe brengt net iets meer fOs aan en breekt ook iets sneller af in de pens dan gerst. Geen van beide producten brengen noemenswaar-dige hoeveelheden bestendig zetmeel aan. Daarvoor is het gebruik van maïsgraan aangewezen. Tarwe kan beter niet gemalen worden (het is reeds snel en voldoende verteerbaar bij pletten), terwijl malen voor maïsgraan aangewezen is (voor optimale vertering).perspulp brengt geen zetmeel aan, maar wel veel componenten die in de pens verteerd worden en levert dus veel pensenergie (fOs). perspulp zal dit jaar misschien beperkter beschikbaar zijn door de lager ingeschatte opbrengsten waardoor op de meeste bedrijven niet meer perspulp in het rantsoen kan komen dan de voorgaande jaren.Als de voordroogkuil minder goed is (meer rC), zal de opname in eerste plaats iets dalen. Om dit te compenseren en ook het mindere fOs-gehalte in de kuil op te vangen, kan 0,5 kg tarwe in het rantsoen worden gebracht. Daarnaast zal er bij het gebruikte voorbeeld 0,75 kg extra eiwit-correctie nodig zijn om bij de eerder vermelde producties tot evenwicht te komen. De kostprijs van dit rantsoen stijgt dan naar 3,66 euro per koe per dag.

praktijk is anders dan de theorieHet spreekt voor zich dat de bovenstaande voorbeelden theoretische berekeningen zijn, die zijn gebaseerd op een gemiddeld dier en geschatte voederwaarden. Toch kan in de praktijk elke kudde of elk dier net iets anders reageren op eenzelfde rantsoenberekening. Ook bij het inschake-len van extra (dure) producten moet constant geëvalueerd worden. de melk-veehouder kan – vertrekkend vanuit zijn rantsoenberekening – best met kleine aanpassingen (per 0,25 kg) het rantsoen verder finetunen door te evalueren of de dieren al dan niet beter of minder presteren. Hiervoor kan je steunen op alle beschikbare informatie (melkanalyses, dier, mestscore …). Jammer genoeg is het zoals we eerder reeds stelden, iedere oplossing maakt het rantsoen duurder! Daarom gaven we voorbeelden van mogelijke oplossingen waarvan volgens berekening kan worden verwacht dat de koeien deze winter op een gezonde manier voldoende melk zullen produceren. n

MINDER KWALITATIEVE VOORDROOGKUIL EN MAÏSKUILOver de kwaliteit van de kuilmaïs kunnen we nu nog niet veel zeggen. Door een lager kolfaandeel of door het te vroeg hakselen, zal het

zetmeelgehalte lager uitvallen. In het voorbeeld gaan we uit van 5% minder vEM en 20% minder zetmeel in de kuilmaïs. Als deze maïs moet worden gecombineerd

met een laat gemaaide eerste snede moet er extra worden gecorrigeerd. Er werd in de berekening 1 kg Ds uit CCM en 0,5 kg tarwe toegevoegd om zetmeel en FOs op peil te krijgen. De kostprijs bedraagt hierdoor 3,82 euro per koe per dag.

© H

AN

s H

AE

GE

MA

Ns

Vermijd dat je je rantsoen te veel moet aanpassen tijdens de winter, want sommige producten zijn slechts periodiek verkrijgbaar.

rundvee

copy

right

Boeren

bond

Page 35: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

be strong, be KUHN

B-8210 Zedelgem T : 050/25 00 10

B-5590 Ciney T : 083/61 14 74

E : [email protected] W : www.packo.be

GRONDBEWERKING

PACKO AGRI WERKT UITSLUITEND METEEN PROFESSIONEEL DEALERNET.KENNIS EN SERVICE BIJ DE DEUR.

dat is mijn kracht!dat is mijn kracht!dat is mijn kracht!dat is mijn kracht!KUHN,

> gedragen en half-gedragen wentelploegen> vaste en toeplooibare rotoreggen> landbouwfrezen voor traktoren tot 280 pk> grondbrekers> minimale grondbewerking

www.timacagro.be Een filliaal van de groep Roullier

Timac Agro : de grote innovatieve stap.

INNOVATIE IS GEEN FICTIE !Alle dromen, alle technische en technologische evoluties, stellen gepassio-neerde medewerkers in staat om de grote sprong te maken naar de toekomst. Wij zijn op zoek naar

Meerdere Technisch-CommercieelMedewerkers m/vOns succes is gestoeld op de toegevoegde waarde van ons productgamma en ons professioneel advies op het terrein.Jij bent: • klant- en doelgericht • een commercieel aangelegde teamspeler die zelfstandig kan werken • in het bezit van kennis van de landbouw • betrouwbaar, creatief en dynamisch.Wij bieden: • erkend en innovatief productgamma, dankzij onze onderzoeks-centra • een fascinerende functie • een opleiding en begeleiding door ons commercieel kader • een competitieve verloning en extralegale voordelen • een bedrijfswagen, gsm en Notebook.Om meer te weten over onze producten en onze activiteiten : www.timacagro.be en www.roullier.comBen jij geïnteresseerd? • Stuur je motivatiebrief en cv per e-mail of per post.

Contacteer A. Gaupin, commercieel directeur, op 0475 24 06 82 of op a g a u p i n @ r o u l l i e r . c o mTimac AGRO BeLux, rue de la Jonction 4, 6030 Marchienne-au-Pont.

www.media-service.be

© s

hu

tte

rs

toc

k.c

om

MS_WillemTell_Maga.indd 1 16/05/12 15:41

copy

right

Boeren

bond

Page 36: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•36 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

vALTRA GEEFT N- EN T-REEKs FACELIFTHet scandinavische tractormerk valtra presenteerde begin september zijn vernieuwde reeksen N en T. De nieuwe modellen zullen vanaf volgend jaar leverbaar zijn. Intussen stelde moederbedrijf AGCO zijn grote plannen voor. – Maarten Huybrechts,

landbouwconsulent Boerenbond

Valtra produceert 3 modellen, de lichtere N-reeks, de middenklasse die de aanduiding T krijgt en de zware s-tractoren. de vernieuwde series krijgen een nieuw eindcijfer in hun cijferaanduiding. Op die manier is het duidelijk dat serie 2 wordt opgevolgd door serie 3. uiterlijk vertaald zich dat voor de N- en de T-klasse in een vernieuwde neus. Onder de kap zit een aangepaste motor met EGr- of sCr-uitlaat-gasbehandeling. Valtra spitst zich vooral toe op tractoren tussen 100 en 200 pk.Martin richenhagen, topman van AGCO houdt ervan om af en toe eens een boude uitspraak te doen. Maar hij heeft een duidelijke visie en wil klare wijn schenken. zo zal AGCO zijn 3 tractormerken Valtra, Massey ferguson en fendt in Europa blijven behouden. in Noord-Amerika gaat het om Challenger, Massey ferguson en een klein aandeel fendt. Valtra wordt daar niet gevoerd. Massey ferguson en Valtra spitsen zich wel toe op het Zuiden. Verder zal AGCO met Massey ferguson ook Afrika

bewerken en Valtra is al heel lang aanwezig in China.“Je kunt het vergelijken met de Volks-wagengroep”, zegt richenhagen. “Audi, Volkswagen, Skoda en Seat zijn merken die onderling verschillend zijn, maar toch bepaalde componenten gemeenschappe-lijk gebruiken.” Volgens de AGCO-topman komt er geen platformtractor, maar zal er goedkoper geproduceerd worden door de ontwikkeling van nieuwe elementen gemeenschappelijk in te bouwen. Dit zal in verschillende fases gebeuren. In de eerste plaats zal de hightech bij fendt ontwikkeld en ingebouwd worden, later komen Massey ferguson en Valtra aan de beurt. Wel zal het zo zijn dat Valtra en Massey ferguson een kleine platformtrekker zullen produce-ren. Dit totaal nieuwe tractorconcept zit bij AGCO in de pijplijn en omvat hoofdzakelijk trekkers van 40 tot 60 pk.Valtra zal zich sterker richten op de markt van 100 tot 200 pk. Men tracht om hier een marktaandeel van 10% te bereiken. Valtra

moet in dit segment focussen op zijn sterke elementen. Zo beschikt Valtra over een betrouwbare AGCO-powermotor van Sisu. Een tweede bijzonder kenmerk is dat de bestuurder zich in de cabine comfor-tabel kan omkeren, waardoor hij alle werkzaamheden met zeer veel gemak kan uitvoeren bij het achteruitrijden. Op die manier heeft de bestuurder een uitzonder-lijk goed zicht op de werkzaamheden. Valtra’s zijn daarenboven zeer robuuste trekkers die kunnen werken in koude en gure omstandigheden. Deze eigenschap-pen werden door de jaren ontwikkeld in het moederland finland. daar moeten tractoren tijdens de winter vooral veel boswerkzaamheden uitvoeren.

Wat brengt de toekomst?de AGCO-groep heeft op korte termijn nog heel wat plannen. zo werkt men in finland aan een twaalfcilindermotor. Hiermee wordt een vermogen behaald van 1000 pk. Waar kan deze voor dienen binnen het

mechanisatie

© M

AA

rTE

N H

uyB

rE

CH

Ts

copy

right

Boeren

bond

Page 37: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 37Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

AGCO-concern? de fendt-hakselaar zal zulk vermogen nodig hebben, misschien ook de drie-assige Trisix van fendt en allicht ook de toekomstige grote maaidor-ser van Massey ferguson.fendt ontwikkelt de Vario met een uitbreiding naar boven met de ML400. deze zal volgens richenhagen in de fendt 1000-serie ingebouwd worden. Men zou hem op vrij korte termijn al kunnen presenteren aan het grote publiek.Het voorbije jaar nam AGCO het bedrijf Gsi over. Het is een bedrijf dat zich toelegt op de bouw van graanstockagemogelijk heden. AGCO voelt zich thuis in de wereld van metaal. Daarom passen silo’s, vijzels, elevators en ventilatoren in hun gamma. Het zorgt voor een verlenging van hun bestaande activiteit in de graanoogst. “Bovendien is het interessant is dat er in de graanhan-del met een goede marge gerekend wordt”, aldus Richenhagen. In de

toekomst zullen er nog overnames gebeuren. Of het zal gaan om de fabrikanten van echte landbouwmachi-nes, hangt af van de omstandigheden. Maar in de wereld van mechanica en electronica, en in die van de open ruimte, valt nog wel wat te verwerven. Ook de productie van energie of melk-technieken kunnen goed aansluiten bij de visie van dit bedrijf. uiteraard kijkt AGCO voor zijn investeringen naar de ontwikkelingen in Azië en Afrika.

Valtra N3de kleinste Valtra is net geen 100 pk, de N3-serie loopt van N93 tot N163. de driecilindermotoren krijgen een EGr- of uitlaatrecyclage, terwijl er een viercilinder ingebouwd wordt met sCr-nabehandeling in de tractoren N113 tot N163. Valtra bouwt in trekkers tot 160 pk een viercilin-dermotor zodat de tractor uiterst wend-baar blijft. Ook met de speciaal ontwik-kelde frontladerflenzen blijft de N3-serie zeer wendbaar.de transmissie van de N-klasse is een vijftrapse powershift, ontwikkeld door Valtra finland. Het is een semi-automaat waarbij de mechanische versnellings-groepen genomen worden door een robotschakeling. De olie van de transmis-siebak wordt ook gebruikt voor hydrauliek-toepassingen. de pomp geeft 73 l per

minuut en de lift achteraan heft maar liefst 5300 kg. de frontlift is een optie en deze kan tot 2800 kg tillen.

Valtra T3de T3-serie omvat 5 types, van de T133 tot de T213 (zie foto). deze serie telt 2 soorten zescilindermotoren. Enerzijds bouwt men

voor de lichtere zescilinders een 6,6 l en voor de zwaardere een 7,4 l motor in. Het type cijfer dat Valtra aan zijn modellen geeft, komt overeen met de pk’s zonder boost. Met boost leveren deze tractoren nog 10 à 20 pk extra.Het brandstofverbruik is gunstig tot 1800 toeren per minuut (tpm) met een optimum bij 1200 à 1400 tpm. de T3 doet het dan weer beter dan de vorige serie, onder meer dankzij een hogere inspuit-druk tot 1600 bar en een betere turbo-werking. Hierdoor komt er bij de lage toeren meer lucht ter beschikking. Dit alles komt het maximaal koppel ten goede.

De motor levert het hoogste koppel in de buurt van 1200 à 1300 tpm. door de inzet van het sCr-systeem kan de motor totaal onafhankelijk ontwikkeld worden, zodat men het brandstofverbruik kan optimali-seren. daarbij moet je het AdBlue- verbruik rekenen, maar dit stikstofproduct kost duidelijk minder dan de dieselbrand-

stof. Het verbruik bedraagt ongeveer 7 à 8% van de dieselconsumptie.Verder kunnen we nog vermelden dat er voor de versnellingsbak 3 mogelijkheden bestaan: de HiTech-, een Versu- en een Directversie. De Versu is een automatische vijftrapse powershift, terwijl de Direct een traploos CVT-systeem is, dat vanuit Valtra werd ontwikkeld en ook bij zeer lage temperatuur nog volledig operationeel kan zijn. n

mechanisatie

de AGCO-groep heeft op korte termijn nog heel wat plannen.

De Valtra N is ontwikkeld op behendigheid en vermogen. Frontladerwerk is echt iets voor deze drie- of viercilindertractor.

© M

AA

rTE

N H

uyB

rE

CH

Ts

copy

right

Boeren

bond

Page 38: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•38 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

BIGBALER, ROLL BALER EN FR-HAKsELAAR Op DE RODE LOpERNew Holland is, naast een belangrijke tractorfabrikant, ook specialist in oogstmachines voor granen en voedergewassen. Midden september werden de nieuwe BigBalers, Roll Balers en het nieuwe gamma FR-hakselaars op de productiesite in zedelgem voorgesteld en gedemonstreerd aan de internationale vakpers. – Anne Vandenbosch

De productiesite in Zedelgem, nabij Brugge, is voor New Holland (NH) het ‘Centre of Harvesting Excellence’. deze vestiging telt 2500 medewerkers. Het is dé bakermat van de NH-maaidorsers. sinds 1952 rolden er niet minder dan 212.500 van de band; dit betekent 24 stuks per dag. Eén op 5 NH-maaidorsers ter wereld werd in deze fabriek gemaakt. In Zedelgem werden sinds 1976 ook al meer dan 8500 hakselaars en, sinds 1987, meer dan 20.000 grootpakkenpersen geproduceerd. NH investeert in deze vestiging sterk in onderzoek en ontwikkeling. Het is dan ook niet verwonderlijk dat heel wat internatio-naal gelauwerde innovaties hier het licht zagen. In deze fabriek werkt men volgens het World Class Manufacturing-principe

(WCM), waarbij efficiëntie en betrokken-heid van de medewerkers hoog in het vaandel worden gedragen (zie ook Landbouw&Techniek 11, 2011).

Naast de lancering van de nieuwe generatie grootpakkenpersen, rondebalen-persen met vaste kamer en de nieuwe

fr-serie hakselaars, werd hier midden september ook het gloednieuwe bezoe-kerscentrum geopend.

Nieuwe BigBaler-lijnDe BigBalers worden in Zedelgem op een volledig vernieuwde productielijn geas-sembleerd. dagelijks worden er 9 grootpakkenpersen geproduceerd. De BigBaler is ontworpen om aan de strenge eisen van moderne balenpersactiviteiten te voldoen op het gebied van kwaliteit, productiviteit en betrouwbaarheid. De nieuwe generatie BigBalers kreeg bovendien een moderne afgeronde look. Deze persen zijn beschikbaar in 4 modellen, namelijk 870, 890, 1270 en 1290. Dit getal slaat natuurlijk op de afmetingen

mechanisatie

de BigBaler levert 20% meer capaciteit en 5% hogere baaldichtheid dan zijn populaire voorgangers.

© A

NN

E VA

Nd

EN

BO

sCH

copy

right

Boeren

bond

Page 39: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 39Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

van de balen, variërend van 80 x 70 cm tot 120 x 90 cm (zie foto p. 38). de BigBaler is niet alleen geschikt voor de conventionele gewassen, maar ook voor niet-traditionele gewassen zoals suikerriet en maïsstop-pels. Deze machine is dus ideaal voor de snelle ontwikkeling van de biomassasector.deze BigBaler levert 20% meer capaciteit – tot 110 balen per uur – en 5% hogere baaldichtheid dan zijn populaire voorgan-gers en is zowel beschikbaar met snijrotor als invoervork. De verhoogde capaciteit is onder meer te danken aan de verbeterde invoer met de Maxisweep-opraper. door het volledig nieuwe ontwerp, in s-vorm, worden de gewassen goed naar binnen getrokken – zelfs bij het passeren van krappe bochten. De rand van de opraper is nu uitgerust met gewasgeleiders die de eindtanden helpen bij het verzamelen van het gewas.Je hebt keuze uit 3 gewasverwerkings-systemen: de standaardinvoervorken, de packer Cutter of de CropCutter. Met dit laatste systeem worden de meest compacte balen geproduceerd. De rotor met W-patroon is speciaal ontwikkeld voor iedere balenpers en zorgt voor een configureerbare haksellengte. Hij is ook uitgerust met een verwijderbare meslade voor gemakkelijk onderhoud en biedt mesconfiguraties op maat (tot zelfs 29 messen voor de 1290). deze messen kunnen afzonderlijk geregeld worden om de haksellengte af te stellen.De beproefde technologie van de voor-perskamer van de BigBaler is verder geoptimaliseerd door de invoering van smartfill-invoerstroomindicators. sensoren bij de ingang van de voorpers-kamer controleren de gewasdoorvoer naar de kamer. Dit garandeert aan alle zijden een uniforme dichtheid. Deze informatie wordt weergegeven op het IntelliView iV-touchscreen in de cabine. de bestuur-der kan in één oogopslag zien of het gewas gelijkmatig wordt ingevoerd. Bij een ophoging wordt hij onmiddellijk geïnfor-meerd om meer naar links of rechts over het zwad te rijden. Het vliegwiel werd groter gemaakt om meer inertie (middel-puntvliegende kracht) te creëren en het gewicht te beperken. Ook de tandwielkast werd groter uitgevoerd om van 42 naar maar liefst 48 slagen per minuut te gaan, en dus een grotere capaciteit te halen. Deze BigBalers zijn uitgerust met de NH-dubbeleknooptechnologie.De brede kap – in één stuk – geeft vooraan gemakkelijk toegang tot alle bewegende delen. Veiligheid staat hierbij voorop. De kap kan slechts geopend worden als de balenpers volledig stilstaat, dus wanneer

de aftakas uitgeschakeld is en de vlieg-wielrem geactiveerd. Via de hermetisch afgesloten zijvleugels bereik je de 32 bollen touw.de BigBaler biedt geavanceerde pLM-oplossingen, waarmee het baalgewicht – dat tijdens het rijden geregeld en geanalyseerd kan worden met de elektro-nische baalweegtechnologie Active-Weigh –, het vochtgehalte, de datum en tijd en de gps-locatie van de baal geregis-treerd kunnen worden (zie Management&Techniek 13 van 13 juli).

Roll BalerNew Holland ging eerder dit jaar een samenwerkingsverband aan met Orkel, de Noorse fabrikant van voederwinnings-machines. Een eerste vrucht hiervan is de NH roll Baler-reeks, een rondebalenpers

met vaste perskamer en met een hoge capaciteit. Hiervan zijn 3 types beschik-baar: de standaard roll Baler 125 met één as en 2 perswikkelcombinaties met tandemas, de roll Baler 125 Combi en de roll Baler 135 ultra. deze roll Baler-modellen voor intensief gebruik zijn ontworpen om een maximale doorvoer, uniforme baaldichtheid, efficiënt weg-transport en absolute betrouwbaarheid te leveren.de roll Baler 125 en de roll Baler 125 Combi hebben een invoer van 2,10 m, de baal heeft een diameter van 125 cm. de

invoer van de 135 Combi is nog 10 cm breder. de 5 tandenbalken grijpen perfect in het gewas en zorgen voor een gelijk-matige gewasstroom, zodat verstopping wordt voorkomen. Alle persen uit deze serie zijn voorzien van een rotor van 470 mm met 10 mm dikke tanden. in de perskamer hebben ze 18 rollen met een diameter van 200 mm die zorgen voor een nauwkeurige en uniforme baalvorming. Dankzij het grote aantal rollen wordt het gewicht van de baal tijdens de baalvorming gelijkmatig verdeeld over de hele omtrek van de perskamer, zodat de machine nergens overmatig belast wordt. Dit heeft een gunstig effect op de levensduur van de machine.Loonwerkers kunnen hun klanten extra flexibiliteit bieden. de roll Baler-model-len 125 Combi en 135 ultra zijn immers

zowel geschikt voor klassieke netbinding als voor geavanceerde foliewikkeling. Deze systemen zijn vlot wisselbaar. foliewikke-len biedt diverse voordelen, zoals een efficiëntere zuurstofbarrière. Dit bevordert het fermentatieproces, wat de kwaliteit van de silage ten goede komt. Bovendien zijn de totale wikkelkosten aanzienlijk lager, omdat de balen na het aanbrengen van de eerste folielaag sneller en met minder materiaal kunnen worden omwikkeld.Het lage zwaartepunt van de roll Baler-modellen zorgt voor een uitstekende

mechanisatie

Met de 2 topmodellen Roll Baler 125 Combi en 135 Ultra kan je in één beweging persen en wikkelen, bovendien kan je kiezen tussen netbinding of foliewikkeling.

© A

NN

E VA

Nd

EN

BO

sCH

copy

right

Boeren

bond

Page 40: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•40 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

WATERDESINFECTIE EN ZOVEEL MEER...• Maakt REGENWATER drinkbaar zonder chemicaliën, zelfs voor pluimvee!• Verwijdert en voorkomt BIOFILM in de drinkleidingen• Verlaagt drastisch het ANTIBIOTICA gebruik• Veilig in gebruik en niet toxisch voor mens en dier!• Desinfectie van drinkwater, stal, broedeieren, lucht,…• Korte terugverdientijd!• Zweedse toptechnologie

VERKOOP/VERHUUR/SERVICEAnolytech benelux: Waregemstraat 456 | B-8540 Deerlijk T. +32 (0)56 75 31 70 | +32 (0)476 40 69 97 | www.anolytech-benelux.be | [email protected]

1313

9t9M

T124

0

stabiliteit, zelfs wanneer op zeer steile hellingen wordt gewerkt. Dankzij het grote aanbod aan banden kunnen eigenaars hun Roll Baler perfect afstemmen op hun individuele behoeften. Alle bandenconfigu-raties voldoen aan de maximaal toege-stane transportbreedte van 3 m.

Nieuwe FR-serie hakselaarsVolgens NH vormt de nieuwste generatie fr’s de absolute topklasse op het gebied van hakseltechnologie. Ze zijn het resultaat van meer dan 50 jaar baan-brekende primeurs in veldhakselaars. De nieuwe fr-serie bestaat uit 5 modellen tussen 450 en 824 pk.

de Cursor 9- en Cursor 13-motoren, op respectievelijk de fr450 en de fr500, voldoen dankzij EcoBlue sCr-technologie aan de Tier 4A-normen. Het EcoBlue sCr-systeem biedt naast milieuvoordelen (verlaagde uitstoot) ook significante prestatievoordelen. de fr450 en fr500

ontwikkelen nu een maximaal oogstver-mogen van 450 en 520 pk. Bovendien wordt het brandstofverbruik geoptimaliseerd.NH pakt op deze nieuwe serie, alsook op de fr600, fr700 en fr850, uit met een compleet nieuwe hakseleenheid die zorgt voor een veel uniformere hakselkwaliteit en een betere doorvoer van het gewas. De

blazer van de fr beschikt over de nieuwste innovaties die de overdracht van gewas van de messentrommel naar de gewaskneuzer en aanhanger optimalise-ren, ook bij het werken met zeer lichte grasgewassen. Dankzij de ventilator met schoepen wordt er maar liefst 40% meer luchtmassa vlot doorgevoerd, zodat grotere gewasvolumes efficiënt worden getransporteerd en er minder kans is dat er gewas in de hakseleenheid ophoopt. Tevens is een geavanceerde Cfd-analyse (Computational fluid dynamics) uitge-voerd om het optimale pad voor de gewassen te berekenen. Een stabielere stroom betekent minder turbulentie en dus efficiënter lossen. Het Variflow- systeem heeft 2 standen, zodat de bestuurder de positie van de ventilator kan aanpassen op basis van het type gewas dat wordt geoogst. De rotor van de ventilator wordt afhankelijk van het type gewas met precisie gepositioneerd, zodat de juiste blaaskracht wordt verkregen voor een efficiënte overdracht van het materiaal naar de lospijp. Het systeem biedt één instelling voor maïs en 2 voor gras.dankzij de bekroonde intellifill-techno-logie kan de bestuurder de naastrijdende aanhanger nauwkeurig en met minimaal verlies vullen, zelfs wanneer het zicht beperkt is. Met behulp van een speciale 3d-camera onder de lospijp wordt de gewasstroom naar de aanhanger geleid, zodat deze gelijkmatig wordt gevuld. De sensor op de lospijp maakt op basis van Nir-technologie (nabij-infrarood) een beeld van de afstand van de aanhanger en de omgeving. Daardoor kunnen gewassen tot een afstand van 20 m nauwkeurig worden gelost. Dit kregen we op de velddemo mooi geïllustreerd: een tractor met aanhanger volgde een zigzagparcours terwijl de hakselaar maïs oogstte. De lospijp vulde de aanhanger feilloos en zonder productverlies. n

mechanisatie

De nieuwe FR-hakselaar aan het werk. Dankzij de IntelliFill-technologie wordt de aanhanger ernaast feilloos gevuld.

© A

NN

E VA

Nd

EN

BO

sCH

copy

right

Boeren

bond

Page 41: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

• 41Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

HET MOEDERDIERENCONCEpT vAN DE TOEKOMsTBegin september organiseerde groep spoormans een open dag op zijn vermeerderingsbedrijf in Arendonk. Daar werden 2 identieke moederdierenstallen en een bijbehorende hanenstal in gebruik genomen. We zagen enkele primeurs, waaronder een diervriendelijk automatisch legnest voor vleeskuikenouderdieren en commerciële leghennen. – Jan Van Bavel

Al jaren beschikt spoormans vlakbij zijn broeierij over eigen vermeerderingsbedrij-ven. De bestaande stallen dateerden uit de jaren 60 tot 80. investeren in nieuwe moederdierenstallen kon dan ook niet langer uitblijven. Via de eigen vermeerde-ringsbedrijven is een belangrijk aandeel in de aanvoer van de broedeieren voor de broeierij gegarandeerd. Elke nieuwe moederdierenstal (14 m x 108 m) huisvest 10.000 moederdieren en is uitgerust met de meest moderne voorzieningen. Er is ook een aparte hanenstal voor spiking van de hanen. Zo beschikt Spoormans op elk moment over voldoende traprijpe hanen. Die kunnen bij geplaatst worden tussen de hennen in dit, of in een ander vermeerde-ringsbedrijf. Als broeierij is spoormans één van de weinige Vlaamse bedrijven die het voeder voor de moederdieren zelf produceren.

Nieuw gemeenschapsnestpeter sichien, verkoopmanager voor Europa en Afrika bij roxell, presenteerde

koozii, een nieuw, automatisch nest voor vleeskuikenouderdieren en commerciële leghennen. Het legnest is opgebouwd rond 2 criteria: het afleveren van eieren van superieure kwaliteit en het optimaliseren van het comfort en het welzijn van de hennen. De nesten zijn ruim en zuurstof-rijk, waardoor ze een maximale nest-acceptatie krijgen. “We hebben veel aandacht besteed aan de aanhechting van de roostervloer aan het nest. De speciale plaatsing van de roosters aan de nest-ingang voorkomt het ophopen van mest, waardoor de poten van de dieren proper blijven”, aldus sichien. Een bescherm-profiel op de overstapboord van het nest voorkomt borst- en pootkwetsuren. koozii heeft een zeer diervriendelijk uitdrijfsys-teem. Bij ouderdieren gebeurt dit via een beweegbare achterwand. Bij leghennen kan de pluimveehouder kiezen tussen een beweegbare achterwand en een kantel-bodem. Het transport van de broed- of tafeleieren naar de raaptafel verloopt met de grootste zorg. de AstroTurfmatten in

het nest voorkomen haarscheuren en bevuilde eieren. De geperforeerde eierband zorgt niet alleen voor een optimaal klimaat in het eierkanaal, hij houdt de eieren ook op hun plaats, zodat ze niet tegen elkaar botsen. De eieren bereiken de raaptafel via een vloeiende, open overgang waar vuil, veren en windeieren verwijderd worden. koozii heeft een breed dakdeksel voor een gemakke-lijke controle en onderhoud. De voorkant van elke nestrij kan simultaan, automa-tisch of manueel worden opgelierd voor een optimale en snelle inspectie. De nieuwe moederdierenstallen van Spoor-mans zijn ook uitgerust met het Bridomat-voedersysteem voor de hennen, de Boozzterpan voor de hanen en het sparkcupdrinksysteem van roxell.

Drinkwater-, stal- en broedei-desinfectieSpoormans zocht al lang naar alternatie-ven om het gebruik van chemicaliën bij het desinfecteren van zijn broedeieren terug te

pluimvee

© s

pO

Or

MA

Ns

copy

right

Boeren

bond

Page 42: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

•42 Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

dringen. De broeierij ging hiervoor in zee met Anolytech. dit zweedse bedrijf automatiseerde een Russisch procédé uit de jaren 70 tot de Live Animal 3000 unit, een toestel waarmee je op je bedrijf je eigen desinfectiemiddel kan produceren. kristof Naessens van Anolytech Benelux: “Het principe is gebaseerd op de elektro-chemische activatietechnologie (ECA). Met water, zout en elektriciteit maken we ter plaatse 2 vloeistoffen: Anolyte en Catho-lyte. Anolyte is sterk desinfecterend; het product is niet alleen heel effectief – het doodt zowel schadelijke bacteriën, virussen, schimmels, sporen als algen – maar ook onschadelijk voor mens, dier en milieu. Het is niet toxisch, niet stabiel en laat geen residu na. Catholyte heeft een reinigende eigenschap en wordt gebruikt als inweekmiddel. Anolyte wordt volauto-matisch en continu in het drinkwater-systeem geïnjecteerd, om alle bacteriën die in de bron zouden kunnen zitten af te doden, maar ook om de biofilmvorming te verwijderen. Hierdoor moet de water-leiding in een vleeskuikenstal na een ronde niet meer gespoeld worden. De goede kwaliteit van het water aan de bron wordt immers ook aan het einde van de leiding behaald. Dat is op veel pluimveebe-drijven nog niet het geval.”

Anolyte wordt bij spoormans ook gebruikt voor stalontsmetting. “Met een verhoogde concentratie van het product kunnen de stallen worden gereinigd en gedesinfec-teerd, zonder dat we nog chemicaliën of formol gebruiken. Nieuw is ook dat de broedeieren, die in het eierlokaal worden verzameld, met een fogger worden

behandeld met Anolyte, zodat ze al in een vroeg stadium worden gedesinfecteerd. In een later stadium willen we er ook de transportbanden voor de eieren mee desinfecteren, zodat we de besmetting op de eierschaal kunnen beperken en zo een beter kuiken kunnen creëren. De investe-ringskost voor de behandeling van 50 l³/dag (met het kleinste toestel) bedraagt ongeveer 26.000 euro. We kunnen dit systeem ook toepassen op bedrijven die noodgedwongen moeten overschakelen op regenwater of openputwater voor hun dieren. Dat water kan dan gedesinfecteerd worden, zodat het perfect drinkbaar is.”

Zowel in de nieuwe moederdierenstallen als in de broeierij van Spoormans instal-leerde Anolytech zijn Live Animal 3000 unit. sinds de behandeling in de broeierij werd ingevoerd, liep de sterfte bij de kuikens tijdens de eerste 10 dagen gevoelig terug. Spoormans wil op termijn

ook het chemicaliëngebruik in zijn vleeskuikenbedrijven bannen en zo ook minder antibiotica gebruiken.

Eierverwerkingfons romme van Vencotec belichtte het eiertransport en het inpakgedeelte. “Er werden 2 Vencobelt-eierentransportban-

den voorzien om zo meerdere nestrijen met een eierpakker te kunnen verbinden. de prinzen Elgra 3-broedeiweger sorteert de eieren in 3 vooraf ingestelde gewichts-klassen. Er komt nog een nieuwe weger die één extra sortering kan doen, een iets hogere capaciteit heeft én een andere inpakmachine, eveneens met een hogere capaciteit. Via het touchscreen op de weger krijg je info over de gewichtsklas-sen, individuele eigewichten, uniformi-teit … de pspC 5-eierinpakker pakt de broedeieren automatisch maar voorzichtig op broedladen en op 30-er trays in. Bij Spoormans wordt het grootste deel van de eieren op broedladen gezet. de prinzen side shift vormt een extra controle- element voor de broedladen. Daarna worden ze automatisch gestapeld met een trolley loader en automatisch in de voorbroedkar gezet. Zodra die vol is, kunnen de eieren meteen de eierkoeling in, waarna ze opgehaald worden om in de broeierij te worden uitgebroed.”

Lengteventilatie met mestbeluchtingDidier Lauwerysen, commercieel verant-woordelijke bij stalinrichter Verberk (VSI) uit poppel en bekend als voorzitter van de Agridagen, gaf toelichting bij de ventilatie in de stallen. “de standaardlengte-ventilatiestallen beschikken over Tulderhof 4 seizoenenventielen. de tunnelventielen vooraan in de stal kunnen enkel worden gebruikt bij extreme temperaturen om extra bij te ventileren en een tunneleffect in de stal te creëren. Elke schakeling vooraan in de stal van voer, water of ventilatie kan volledig manueel of automa-tisch gebeuren. We kozen bewust voor een ver doorgedreven standaardisatie. Om de nieuwbouw emissiearm te houden, opteerden we voor een luchtmengkast voor mestbeluchting onder de rooster.”

Aandachtspunten bij de bouwstallenbouwer Geert Lammens van B&G wees op de duurzaamheid van het bouwproject. Er werd resoluut gekozen voor bevestigingsmaterialen uit inox, en zo condensvrij mogelijk gebouwd. De isolatie bij de betonwanden loopt volledig door tot boven, zodat die vlekkeloos aansluit met de isolatie van het dak. Om te vermijden dat ongedierte zich boven op de isolatie in de wand zou nestelen, werd er een hard pVC-profiel mee in de wanden gegoten. Hetzelfde gebeurde bij de deuren van de stal. Een speling tussen de houten balken en de isolatie zorgt voor een natuurlijke tocht. Tot slot werden de voegen in de betonvloer schuin gezaagd, zodat de loader vlot de mest uit de stal kan duwen. n

pluimvee

dankzij Anolyte is het gebruik van chemicaliën bij Spoormans sterk gedaald.

In Roxells nieuwe legnest Koozii wordt het comfort en het welzijn van de hennen geoptimaliseerd. De nesten zijn ruim en zuurstofrijk.

© r

OxE

LL

copy

right

Boeren

bond

Page 43: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

43

DOssIER Lekkere geitenproducten

Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012 dossier • 43

GEITENKAAsBOERDERIj‘T LEENHOF IN zELE‘t Leenhof van Marc De Maesschalck en Reinhilde van de vondel ligt in een mooi stukje landbouwgebied in zele. Er is werk genoeg op dit bedrijf met 40 melkkoeien en 140 melkgeiten. De volledige productie van de geiten wordt op het bedrijf verwerkt tot verse geitenkaas. Delhaize is de grootste afnemer. – Luc Van Dijck

Bedrijfsleider en voorzitter van de Bedrijfsgilde van zele, Marc de Maesschalck, ging eerst enige tijd

buitenshuis werken. “Maar ik wist al snel dat ik liever boer wilde worden”, start hij z’n verhaal. “Ik ben afgestudeerd aan de landbouwschool in sint-Niklaas. Mijn ouders hadden vleesvee, melkvee en varkens. Op zoek naar een bijkomende activiteit zijn reinhilde en ik in 1992 begonnen met geiten en kaasbereiding. De geitenhouderij stond toen in Vlaanderen nog in de kinderschoenen. De sector was klein en alternatief. Dat is vandaag helemaal anders, met grote en goed uitgebouwde, moderne geitenbedrijven. Ook wij hebben de geitenhouderij uitgebouwd tot een volwaardige tak op ons bedrijf.”

Bedrijf op maat“Ons bedrijf is nu op maat van wat mijn vrouw en ik met de hulp van familie aankunnen en we voelen ons er goed bij. We hebben het melkvee gehouden, niet alleen omdat mijn hart nog altijd een beetje bij de koeien zit, maar ook omdat we met een tweede bedrijfstak het risico kunnen spreiden. Met geitenmelk en koeienmelk houden we ook nog meer mogelijkheden open, als een of meer van de kinderen – wij hebben 4 kinderen tussen 12 en 16 jaar – het bedrijf zouden willen overnemen. We hebben nu met de geitenkaas al een beetje naam gemaakt. Wie weet kunnen we in de toekomst ook koemelk verwerken?”

KaasproductieOp ‘t Leenhof is de kaasmakerij uitgebreid en gemoderniseerd. “We verwerken alle geitenmelk tot verse geitenkaas. Om de stiel van kaasmaker onder de knie te krijgen, ben ik in de leer geweest bij een ambachtelijke kaasmaker in de Loire-streek waar de befaamde Crottin de Chavignol wordt geproduceerd. Wij hebben de productiewijze wat aangepast en produceren een zachtere kaas, meer naar de smaak van de Vlaamse consument. Nu worden de zachtere verse geitenkaasjes ook in allerlei kookprogramma’s gepre-senteerd en in veel restaurants staan ze op de kaart.Omdat hij niet hoeft te rijpen, kan onze verse kaas al na 3 dagen naar de klant.

© L

uC

VA

N d

iJC

k

copy

right

Boeren

bond

Page 44: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

44

DOssIER Lekkere geitenproducten

Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 201244 • dossier

Bij de verse melk doen we stremsel en zuursel. Van ongeveer 5 kg melk heb je 1 kg zachte kaas. de verhouding tussen stremsel en zuursel bepaalt de wrongel die je krijgt, en dus ook de kaas. We laten de melk gedurende 24 uur stremmen bij een temperatuur van 23,7 °C. de volgen-de dag scheppen we de wrongel uit in potjes met gaatjes zodat de wei eruit kan lekken. We doen ook wrongel in zakken voor latere verwerking; dat geeft iets drogere kaas. Nog een dag later wordt het kaasje uitgekeerd in een ander potje en kunnen we het verder afwerken. Tot het assortiment behoren: verse geiten-kaas, verse geitenkaas met verse kruiden, met peper, met bieslook, verse geitenkaas gemengd met kruiden, verse geitenkaas met fruit ...Dat we aan hygiëne de grootste aandacht geven, is vanzelfsprekend. Heel het productieproces is gecertificeerd volgens de HACCp-normen. Bij de productie komt nog veel handwerk kijken. Wij hebben ons wel een hoogtechnologisch toestel aangeschaft om de kaasjes vacuüm te kunnen afdekken met een folie voor langere houdbaarheid en voor de etikette-ring. Ik breng de producten met onze eigen koelwagen naar de klanten. Vroeger waren dat vooral delicatessenzaken, vandaag gaat het grootste deel naar Delhaize, waar we

sinds 2004 leveren. Wij hebben ook een trouw cliëntèle in onze hoevewinkel.”

Luxe in de stal en in de weideEen geit is zeer robuust, wordt weinig of nooit ziek, heeft weinig of geen stofwisse-lingsziekten, klauwproblemen of proble-men met de vruchtbaarheid. Dat betekent niet dat er geen werk aan is, integendeel. De hygiëne in de stal moet op en top zijn. De potstal van de geiten en het jongvee wordt iedere dag met vers stro ingestrooid. de geitenstal uit 2004 is met zijn mooie volume en de open poort naar het westen goed geventileerd. Vorig jaar werd hij uitgebreid, deels als machineloods, deels

voor de 50 stuks jongvee die zich goed voelen in een ‘luxueuze’ potstal.Het rantsoen van de geiten bestaat uit maïs en gras, hooi uit de ruif en kracht-voeder. Het krachtvoeder is een specifieke mengeling gericht op de melkproductie en wordt in 2 beurten toegediend. Vandaag zit

er ook nog draf in het rantsoen, maar Marc is op zoek naar een geschikt vervangvoeder omdat draf te duur geworden is. Om het voeder en vooral het krachtvoeder meer evenwichtig te kunnen toedienen – de geiten eten dat krachtvoe-der te snel op – heeft hij een voedermeng-wagen aangeschaft. Die wordt eerstdaags verwacht.Van mei tot eind september kunnen de geiten overdag buiten grazen; het jongvee blijft binnen. “Het lukt mij aardig om de geiten na een dipje weer goed aan de melk te krijgen; ik denk dat dit ook te maken heeft met de kwaliteit van het grasland. De weiden worden op dezelfde manier onderhouden als voor de koeien, dat past het best in mijn systeem. De kavel wordt mee gemaaid met de andere percelen. Zo houd ik de wormbesmetting in de hand en hebben de geiten altijd vers gras.”De geiten worden tweemaal daags gemolken in een 24-stands melkstal met rapid exit. De gemiddelde jaarproductie bedraagt ongeveer 1200 l per geit. de levensuur van de geiten ligt tussen 5 en 6 jaar. Geiten met een goede persistentie worden niet ieder jaar opnieuw gedekt en worden doorgemolken. “Wij zijn gestaag kunnen groeien in melkproductie met eigen vrouwelijk fokmateriaal. uit de jaarlingen selecteer ik de beste geiten om mee verder te kweken. De bokken voor de fokkerij komen van gerenommeerde fokbedrijven. De fokkerij is gericht op geiten met een gezonde uier en op melk met goede gehaltes. Voor de bloedvoering gebruiken we ieder jaar andere bokken.”

LammerperiodeIn het opfoklokaal is het vooral in de maanden februari en maart een drukte van belang. Het belangrijkste voor de pasgeboren lammeren is dat ze goed biest opnemen en goed leren drinken. Dat volgen we bij elk lam individueel op. “Ze krijgen 2 tot 3 keer per dag melk uit een pannetje. daarna gaan ze in een groeps-box gedurende 1 tot 2 weken, tot ze goed uit een bak kunnen drinken. Als dat goed lukt, verhuizen ze naar een grotere box, waar ze melk drinken uit de goot; dat voedert gemakkelijk. Tot speenleeftijd blijven ze in deze stal. De kleine bokken worden wekelijks opgehaald. Ze leren drinken aan de speen omdat ze bij de opfokker op deze manier moeten kunnen drinken.” n

MArC dE MAEssCHALCkLeeftijd: 45Gemeente: zeleSpecialisatie: melkvee en melkgeiten, verwerking van geitenmelk tot kaas

De volledige productie van de geiten wordt op het bedrijf verwerkt tot verse geitenkaas.

MArC dE MAEssCHALCk

ZeleWEST-VLAANDEREN OOST-VLAANDEREN

ANTWERPEN

VLAAMS-BRABANT

WAALS-BRABANT

LIMBURG

LUIK

NAMEN

LUXEMBURG

HENEGOUWEN

Geitenkaas hoeft niet te rijpen en kan al na 3 dagen naar de klant.

© p

ATr

iCk

diE

LEM

AN

copy

right

Boeren

bond

Page 45: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

45Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012 dossier • 45

LAMsvLEEs Is EEN DELICATEssEDe pasgeboren bokken hebben voor de professionele geitenhouderij geen waarde. Dirk Borgmans haalt de bokken op, verzorgt ze en fokt ze op tot de leeftijd van ongeveer 5 weken. Dan worden ze geslacht. Melkgeitenlamsvlees is een echte delicatesse. – Luc Van Dijck

Dirk Borgmans is ‘bokkenmester’ in bijberoep. “In mijn vroegere job als vertegenwoordiger van melkmachi-

nes kwam ik in Nederland op geitenbedrij-ven”, vertelt Dirk. “Zo kwam ik ook in contact met enkele bedrijven die jonge bokken ophaalden en afmestten. De bokken hebben namelijk voor de melkgei-tenbedrijven zelf geen nut. Dat bracht mij op het idee om hier in Vlaanderen hetzelfde te doen. Voor de sector zelf is het een goede zaak dat er voor de mannelijke dieren op deze manier een uitkomst is. Het is voor mij een erezaak dat alles strikt reglementair verloopt: het transport, de huisvesting, en de adminis-tratie met sanitel en het fAVV.”“Regelmatig doe ik mijn ronde langs de geitenhouders om jonge bokken op te halen. Die zijn dan een paar dagen oud en wegen tussen 3 en 4 kg. Op het bedrijf van oorsprong moeten ze goed en voldoende

biest gedronken hebben, moeten de navels goed ontsmet zijn en moeten ze voorzien zijn van een elektronisch oormerk. Dat laatste is nodig wanneer de bokken later op export zouden gaan. de geitenhouder ontvangt voor zijn werk een kostendek-kende vergoeding. Bij aankomst in de stal

worden alle bokken gescand. Ik volg de dieren volledig digitaal op. Ik ken de kwaliteit en de uitval per bedrijf en spreek de bedrijven aan wanneer zij meer zorg moeten besteden aan de kwaliteit van de jonge bokken.

De jonge bokken worden goed verzorgd. Bij aankomst leid ik ze naar de spenen van de drinkautomaat, zodat ze direct weten waar ze kunnen drinken. Gedurende de opfokperiode hebben ze een rantsoen van warme melk op basis van melkpoeder naar believen. ze zitten samen in boxen op stro en krijgen iedere dag vers stro. Als ze rondhuppelen, dan voelen ze zich goed, een bewijs dat alles in orde is. De stal wordt in de zomer geïsoleerd en in de winter verwarmd. Driemaal per dag doe ik een ronde in de stal om alles goed op te volgen, om te zien of ze goed drinken en gezond zijn. Er zijn weinig gezondheids-problemen, hoewel dieren van verschil-lende bedrijven samenkomen. Daarom is een goede biestopname zo belangrijk. Als er problemen zijn met de gezondheid, gaat het meestal om een verkoudheid. De bokken worden volgens hun gewicht gesorteerd. Na 5 weken halen ze een

In het Zuiden is melkgeitenlamsvlees een gewaardeerde delicatesse.

© L

uC

VA

N d

iJC

k

copy

right

Boeren

bond

Page 46: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

46

DOssIER Lekkere geitenproducten

Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 201246 • dossier

gewicht tussen 10 en 12 kg. ze drinken gemiddeld 1 l per dag, in het begin zowat 0,5 l, tegen het einde tot 1,5 l.Na 5 weken gaan de dieren naar het slachthuis of op transport. De slachtdieren gaan meestal naar een gespecialiseerd slachthuis . Ik doe het transport ‘s avonds laat; dan zijn er geen files en kan het vervoer in de beste omstandigheden gebeuren. Bij aankomst in het slachthuis kunnen de lammeren tot rust komen in grote ingestrooide hokken. Zo hebben ze geen stress en dat heeft een positieve invloed op het vlees. Via de groothandel vindt het vlees zijn weg naar de horeca en naar beenhouwers. De dieren op transport zijn bestemd voor zuid-frankrijk en Spanje.

Melkgeitenlamsvlees is bij ons nog relatief onbekend. In het Zuiden is het een gewaardeerde delicatesse. Door het rantsoen op basis van kunstmelk is het vlees lichtroze, eiwitrijk en cholesterolarm. Wij kiezen ervoor om de Vlaming te laten kennismaken met dit product via de betere restaurants en via reportages in culinaire bladen. stilaan maakt het stukje geiten-lamsvlees ook in Vlaanderen opgang”, aldus Dirk Borgmans. n

GEITENFARM Is ALTIjD Op zOEK NAAR BETERHet vooruitstrevende geitenbedrijf De Geitenfarm in Nederlands-Limburg maakt gebruik van KI en van het paringssysteem Triple-A om te komen tot een uniformere veestapel met een hogere levensmelkproductie. De melkcarrousel doet ook dienst als krachtvoersysteem en de hooiruif is tegelijkertijd opdrijfhek en stroverdeler. – Diane

Schoonhoven, landbouwconsulent Boerenbond

De geiten van de Geitenfarm bevinden zich op 2 locaties in Nederweert-Eind: op de Houts-

berg worden 1300 geiten gehouden, op de Bergenweg zijn er dat 2400. Enthousi-aste bedrijfsleider is Bennie Aarts. “in

1994 startten we met het houden van geiten op de Houtsberg. in 2002 groeiden we naar ongeveer 1300 geiten. Onze melk zetten we zelf af naar frankrijk. Om een volle vrachtwagen naar daar te kunnen laten rijden, hebben we beslist

© L

uC

VA

N d

iJC

k

copy

right

Boeren

bond

Page 47: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

47Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012 dossier • 47

om in 2006 een tweede locatie te bouwen, namelijk de Bergenweg.” Naast de 1300 melkgeiten zijn op de Houtsberg ook 100 rammen en 900 lammeren aanwezig. drie personeelsleden werken hier ongeveer 110 uur per week. Bennie zelf bewaakt zijn veestapel door hier elke week nog eenmaal te melken. Door de inzet van personeel heeft hij tijd over om na te

denken over mogelijke verbeteringen in de bedrijfsvoering en de uitvoering hiervan.

Bewegende stroruifOmdat het bedrijf geen grond heeft, worden alle voeders aangekocht. per 100 l melk wordt gemiddeld 61 kg krachtvoer gevoerd. Daarnaast krijgen de geiten stro, dat via een ruif wordt verdeeld. Als de geiten hiervan eten, valt door het knoeien het nodige stro in de pot; zo strooien de

geiten zelf de stal in. Door middel van een sensor en kraanbediening wordt de ruif steeds afgestemd op de hoogte van de pot. Ze kan ook vrij van voren naar achteren in de stal bewegen en zo kan zij ook gebruikt worden als opdrijfhek. Naast het kracht-voer en stro krijgen de geiten ook kuilgras uit gewikkelde pakken. Normaal gezien wordt hooi vervoederd, maar dat is momenteel erg duur. Het gebruikte kuilgras is wel zeer droog om listeria en boterzuur te voorkomen. Sowieso wordt geen maïs gevoerd, omdat maïs makkelij-ker gaat broeien en daardoor de kwaliteit minder wordt. “Van de gewikkelde pakken worden er meer dan 100 tegelijkertijd

gekocht. Voordat we tot deze aankoop overgaan, gebruiken we eerst enkele pakken op proef. Alleen gras van goede kwaliteit wordt vervoederd. Het gras of hooi wordt 40 keer per dag automatisch gevoederd, zo voorkomen we dat de geiten diarree krijgen”, zegt Jelle van de Mortel, bedrijfsleider van de Houtsberg.

Krachtvoer en melkproductie gekoppeld via oormerk De geiten krijgen tijdens elke melkbeurt krachtvoer in de melkput. Op de Houts-berg worden de geiten gemolken in een 4 x 25-stands zij-aan-zijmelkstal, waar schotjes gemaakt zijn tussen de verschil-lende standen, zodat de geiten elkaars krachtvoer niet kunnen opeten. Hier krijgen de geiten via krachtvoerboxen de rest van het krachtvoer. In totaal zijn op de Houtsberg 50 krachtvoerautomaten aanwezig. De krachtvoergift tijdens de melkbeurt voorkomt dat alle krachtvoer aan de automaten moet worden opgeno-men, wat de druk op de krachtvoerauto-maten zou verhogen en daarmee ook de stress. Op de Bergenweg worden de geiten ook tijdens de melkbeurt gevoerd, maar daar wordt de 84-standscarrousel ook gebruikt om doorheen de dag krachtvoer te verstrekken. Hierdoor draait de carrousel bijna 24 uur per dag, wat ook nodig is om alle geiten in hun krachtvoerbehoefte te voorzien. Nadeel hiervan is dat het lastig is om het onderhoud uit te voeren. De krachtvoergift wordt de eerste 60 dagen opgebouwd naar een melkproductie van 4,5 l per dag. Vervolgens wordt de krachtvoergift afgestemd op de werkelijke melkproductie. Via de elektronische oornummers wordt de geit herkend in de melkput, waar de melkregistratie gebeurt. Ook via de oornummers wordt de geit in de krachtvoerboxen herkend, zodat de hoeveelheid krachtvoer gekoppeld wordt aan de melkgift. Elke 6 weken doen de geiten in het eerste jaar na aflammeren mee aan de melkcon-trole, zodat het vet- en eiwitgehalte wordt bepaald. Deze gehaltes worden ook verrekend in de krachtvoergift. De duurmelkers staan in een aparte groep. Van deze geiten wordt het individuele vet- en eiwitgehalte niet bepaald, maar wordt alleen gekeken naar de gemiddelde gehaltes van de tank. Om de 6 weken wordt de conditiescore van de geiten bepaald. Van de te vette geiten wordt 10% krachtvoer afgetrokken, de te magere

De geiten krijgen tijdens elke melkbeurt krachtvoer in de melkput.

De melkcarroussel doet overdag dienst als krachtvoederautomaat.

© d

iAN

E sC

HO

ON

HO

VEN

© d

iAN

E sC

HO

ON

HO

VEN

copy

right

Boeren

bond

Page 48: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

48

DOssIER Lekkere geitenproducten

Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 201248 • dossier

geiten krijgen net 10% krachtvoer bij. de gemiddelde melkproductie van de groep duurmelkers bedraagt ongeveer 4,3 l per dag, de andere geiten zitten rond de 4,7 l per dag.

Triple-A-systeemDe laatste jaren werden veel lammeren opgefokt om de groei van het bedrijf met eigen kweek mogelijk te maken. Nu het bedrijf op punt staat, worden alleen nog de zeer goede geiten gedekt. Men let met name op persistentie en niet op de maximale melkproductie. Jaarlijks selecteert een expert tijdens een melk-beurt op basis van exterieur 400 goede geiten die in aanmerking komen voor ki. Van deze geiten worden vervolgens de afstamming, melkproductie ... nagegaan. zodoende heeft men uiteindelijk 300 geiten die geïnsemineerd worden. Bij de selectie van geiten en een passende bok wordt gebruikt gemaakt van het Triple-A-systeem, wat wil zeggen dat gekeken wordt naar de juiste combinatie van melktypische en robuuste eigenschappen van geit en bok. De inseminaties gebeuren in de melkput, hiervoor is een zij-aan-zij-melkstand het meest praktisch. Op één dag kunnen 100 geiten geïnsemineerd worden, waarbij 5 personen nodig zijn en elk zijn eigen taak heeft. Op de Geitenfarm wordt gebruik gemaakt van zowel frans als Nederlands sperma. Van de dieren die geïnsemineerd werden met vers sperma is ongeveer 70% drachtig, bij ingevroren sperma is dit ongeveer 50%.Eigen bokken dekken een deel van de veestapel. In principe worden alle bokken van goede moeders aangehouden. Vervolgens worden alle bokken ook via het Triple-A-systeem beoordeeld. de bokken die bij de eigen geiten passen, mogen op het bedrijf blijven. De bokken die vooral eigenschappen hebben die niet nodig zijn voor de bestaande geitenstapel worden verkocht. Na 3 jaar gebruik van dit Triple-A-systeem blijken de bokken uniformer te zijn, met minder extreme kenmerken.Voor de registratie van de afstammings-gegevens van de geiten maakt men ook gebruik van elektronische oormerken. Bij de geboorte wordt gelijk met het oornum-mer van het lam ook het nummer van de moeder mee ingescand. in de aflammer-periode is er dag en nacht iemand in de stal, zodat steeds duidelijk is welk lam bij welke geit hoort. Direct na de geboorte krijgt ieder lam een zakje om de nek met

het juiste oornummer erin en wordt de navel ontsmet met jodium en kalk, om de navel snel te laten indrogen. Vervolgens wordt het lam naar de biestafdeling gebracht. Daar wordt het oornummer gezet en biest gegeven. In totaal moet het lam 400 ml opnemen voordat het de biestbox mag verlaten. per beurt wordt maximaal 150 ml gegeven. Gekleurde streepjes geven aan hoeveel biest een lam

heeft opgenomen. Deze manier is nuttig omdat verschillende medewerkers biest aan de lammeren geven.

OpfokTot het spenen bevinden de lammeren zich in mechanisch geventileerde ruimten. Hier meet een sensor de ingaande tempera-tuur, deze mag maximaal 3 °C verschillen van de binnentemperatuur. Is het verschil groter, dan wordt de buitenlucht eerst over de voergang naar de achterkant van de stal geleid. Zo wordt de lucht opgewarmd en pas dan mag ze over de lammeren gaan. Na het spenen worden de lammeren gehuisvest in natuurlijk geventileerde

ruimten. Als de lammeren gespeend worden, eten ze dagelijks normaal gezien ongeveer 400 g krachtvoer. Vanaf het spenen wordt het krachtvoer 4 keer per dag verstrekt, zodat het voer in kleinere porties wordt verstrekt zoals ook bij de melkgeiten het geval is. Voor het voeren maakt men gebruik van een automatisch voersysteem. Wel wordt dit systeem nog 2 keer per dag handmatig bediend om de

lammeren te kunnen controleren. Elke groep lammeren beschikt over 2 water-bakken, zodat er altijd vers water aanwe-zig is, ook al is één bak bevuild. Als drinkwater maakt men gebruik van leidingwater omdat dat een constante, zekere kwaliteit heeft. Elke 3 weken worden de lammeren op gewicht geselec-teerd zodat groepen met gelijke lammeren ontstaan. Vanaf september gaan de lammeren allemaal bij de bok, op een gewicht van 35 kg. klaar voor de volgende generatie, die op haar beurt vooruitgang zal betekenen! n

Jongvee wordt meermaals daags automatisch gevoederd.

© d

iAN

E sC

HO

ON

HO

VEN

copy

right

Boeren

bond

Page 49: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

49Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012 dossier • 49

GEzONDE GEITENMELKMelk en zuivelproducten leveren een belangrijke bijdrage tot een gezonde voeding. De consumptie van melk biedt op nutritioneel vlak veel voordelen. Dat geldt zeker ook voor geitenmelk. – Luc Van Dijck

Melk is een belangrijke bron van proteïnen, vitaminen en minera-len. Qua samenstelling en

voedingswaarde verschilt geitenmelk niet veel van koemelk. De belangrijkste voedingscomponenten van geitenmelk zijn water (88%), lactose of melksuiker (4,6%), hoogwaardige eiwitten (3%) en vetten (3,6%). Geitenmelk is een goede bron van mineralen (calcium, fosfor, kalium, zink) en van vitaminen (vooral B2 en B3 en de vetoplosbare vitaminen A en d in volle- melkproducten en kaas).in de brochure ‘Geitenmelk ... Gezond-heid!’, uitgegeven door de Vlaamse Beroepsgeitenhouderij in juni 2007, behandelt frank Van Boxtael de voordelen van geitenmelk. Op basis van literatuur-onderzoek stelt de auteur dat de minera-len in geitenmelk beter opneembaar lijken dan die in koemelk. Ook stelt hij dat

onderzoek aanwijzingen geeft dat geiten-melk het cholesterolgehalte meer verlaagt dan koemelk, mede door het hogere gehalte middellange ketenvetzuren. Geitenmelk bevat 10 keer meer oligosa-chariden dan koemelk. Oligosachariden beschermen tegen ziekteverwekkende bacteriën in de darmen en stimuleren de groei van gunstige bifidobacteriën in het maag-darmkanaal. Mogelijk versterkt dit het immuunsysteem. Geitenmelk lijkt minder allergeen dan koemelk, maar ook geitenmelk kan allergische reacties geven. Volgens NiCE is geitenmelk echter geen goed alternatief in geval van een koe-melkeiwitallergie omdat de eiwitstructuren in de melk van verschillende diersoorten vergelijkbaar zijn (Nutrinews 4, 2005). Zoals ook in het voorwoord van de brochure wordt vermeld, is het voor de meeste gegevens nog wachten op

bevestiging via klinisch onderzoek. Wetenschappelijk onderzoek moet de kennis op domeinen als voeding en gezondheid nog verder verfijnen. n

Tabel 1 Nutriënten (per 100 gram) in geitenmelk en koemelk - Bron: Nubel, Voedingsmiddelentabel, 6 aug 2007 (volle melk) en 11 jun 2012 (geitenmelk)

Nutriënten per 100 g Geitenmelk Koemelk (volle melk)

Energie (kcal) 62,00 65,00

Energie (kJ) 259,00 271,00

Eiwitten (g) 2,95 3,30

Vetten (g) 3,55 3,60

Verzadigde vetzuren (g) 2,55 2,35

Enkelvoudig onverzadigde vetzuren (g)

0,85 0,90

Meervoudig onverzagdigde vetzuren (g)

0,13 0,08

Omega 3-vetzuren (g) 0,03 0,02

Omega 6-vetzuren (g) 0,11 0,06

Linolzuur (g) 0,11 0,05

Transvetzuren (g) - -

Cholesterol (mg) 11,00 12,00

Verteerbare koolhydraten (g)

4,55 4,80

Suikers (g) 4,55 4,80

Zetmeel (g) 0,00 0,00

Vezels (g) 0,00 0,00

Water (g) 88,00 87,73

Natrium (mg) 46,00 44,45

kalium (mg) 187,00 158,50

Calcium (mg) 115,00 120,00

fosfor (mg) 100,00 84,20

Magnesium (mg) 14,00 10,23

IJzer (mg) 0,08 0,05

koper (mg) 0,03 0,00

Zink (mg) 0,40 0,40

Selenium (μg) 0,70 2,10

Vitamine A-activiteit (μg) 50,00 37,32

Vitamine B1 (mg) 0,05 0,04

Vitamine B2 (mg) 0,14 0,17

Vitamine B12 (μg) 0,08 0,48

Vitamine C (mg) 1,00 1,28

Vitamine D (μg) 0,25 0,08

© T

WA

N W

iEr

MA

Ns

copy

right

Boeren

bond

Page 50: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

OOGsT BEDRIjFsLEvEN

•50 oogst | bedrijfsleven Boerenbond • Management&Techniek 17 • 5 oktober 2012

sCHuifWAGEN LOsT 45 TON iN 28 sECONdENMechanisatie • peeters landbouwmachines, bekend van de merken peecon en Tulip, leverde onlangs 2 nieuwe Cargoschuifwagens af met een inhoud van 62 m³. deze schuifwagens zijn voorzien van een vierassig wielchassis, een liftas, automatische hoogteregeling en topdruk. De wagens zijn hydraulisch geveerd met onderhouds-vrije veercilinders en 3 elektro-hydraulisch gestuurde assen die geblokkeerd worden bij topsnelheden tot 65 km/uur. deze indrukwekkende schuifwagens staan op Vredestein flotationbanden van de maat 710/50r30.5 met bandendruksysteem. de bedieningsterminal Cargotronic, die het werken met de wagen nog eenvoudiger maakt, werd in eigen huis ontwikkeld.Het lossen van 45 ton graan, sojabonen, CCM, compost of gedroogde schuim-aarde gebeurt in minder dan 28 seconden. Wil je losse producten recht-streeks overladen in een vrachtwagen, dan kan dat dankzij de losvijzel in minder van 5 minuten. de wagen kan ook bediend worden met een afstandsbediening.

Info peeters Landbouwmachines bv, tel. +31 76 504 66 66, www.peetersgroup.com

OpTiGEN rEkENT Af MET duur EiWiT Veehouderij • Stijgende prijzen voor ruw eiwit liggen de veehouder danig op de maag. Terwijl bij varkens en pluimvee verbeterde eiwitvertering kan helpen in het verlagen van de eiwitkost per dier, ligt dit bij herkauwers anders. ureum is de goedkoopste stikstofbron voor herkauwers, aangezien deze stikstof in de pens door bacteriën kan worden omgezet in eiwit. Vrij ureum is echter te onbestendig in de pens. kort na opname komt het heel snel vrij in de pens waardoor het grootste deel van de stikstof via de melk of urine verloren gaat.Alltech ontwikkelde een nieuw concept waarbij ureum in een vetmatrix vervat zit, en hierdoor geleidelijk aan vrijkomt in de pens. Hierdoor kan de stikstof uit ureum door de bacteriën efficiënt worden opgenomen en in eiwit omgezet. proefresultaten toonden aan dat het voederen van 100 g Optigen per koe per dag 700 g sojaschroot vervangt. Het gebruik van Optigen leidt bovendien tot een 2% betere transfer van stikstof in het rantsoen naar eiwit in de melk. Hierdoor daalt het gehalte eiwit in het rantsoen met 2 à 3% en kan een voederkostbesparing van 10 tot 12 eurocent per koe per dag gerealiseerd worden. Optigen is een aanvullend diervoer, en kan dus door het melkvee-bedrijf zelf verwerkt worden in het rantsoen.

Info Alltech, www.alltech.com

NiEuWE prOduCTEN iN dE sTriJd TEGEN MuizEN EN rATTENOngediertebestrijding • Als de tempera-turen zakken, zoeken ratten en muizen warmere oorden op en vestigen ze zich in stallen, loodsen of zelfs in huizen. Voor een muis is een gaatje van 1 cm al voldoende om ergens binnen te geraken. Eenmaal binnen kunnen ze voor heel wat schade zorgen. Ze planten zich snel voort, waardoor de overlast ook toeneemt. kB Muizen en kB ratten en Muizen rekenen hier voorgoed mee af. Het merk kB, dat vooral producten voor plantenbescher-ming en onkruidbestrijding ontwikkelt, voegde onlangs een nieuwe lijn toe voor de bestrijding van ratten en muizen.

Men ontwikkelde 3 producten die een efficiënt antwoord zijn op deze vervelende plaag. kB ratten en Muizen en kB Muizen zijn verkrijgbaar in pastavorm, die ideaal is voor een toepassing in droge én vochtige ruimten. Ze bevatten voorgedoseerde zakjes met pasta op basis van suikers, vetten en graantjes waar de ongewenste bezoekers onmiddellijk door worden aangetrokken. kB ratten en Muizen in graantjesvorm is het ideale middel om te gebruiken in droge ruimten en blijft, zelfs bij sterke aanwezigheid van andere voedingsbronnen, heel aantrekkelijk voor de ratten en muizen. Beide varianten zijn krachtig en doeltreffend en de werking is waarneembaar 4 à 6 dagen na opname.

Info Scotts, www.scotts.be

© s

CO

TTs

© p

EE

TEr

s G

rO

up

copy

right

Boeren

bond

Page 51: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

Jouw eindwerk in ons vakblad?

Kan jouw eindwerk onze leden inspireren? Overtuig ons dan om het te publiceren in één van onze vakbladen en jij wint 500 euro.

Je leest er alles over op www.boerenbond.be/persprijs. Inzenden voor 31 oktober 2012. De prijsuitreiking heeft plaats tijdens Agriflanders 2013.

copy

right

Boeren

bond

Page 52: PLUKSYSTEMEN UITGETEST copyright · kBiVB, op het mogelijk wegvallen van het suikerbietenquotum. “Het wegvallen van het quotumsysteem betekent dat de biet en de geproduceerde suiker

copy

right

Boeren

bond