Plato

11
Plato

description

Plato. Plato. ± 428/427 - 347 v.Chr. Griekenland Ideeënleer. Plato leefde tijdens de ondergang van Griekenland (Athene). Plato beschreef als eerste een sociale (politieke en filosofische) perfecte maatschappij. Iets meer over Plato. Plato was zeker geen sofist te noemen ! - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Plato

Page 1: Plato

Plato

Page 2: Plato

Plato

• ± 428/427 - 347 v.Chr.• Griekenland• Ideeënleer

Page 3: Plato

• Plato leefde tijdens de ondergang van Griekenland (Athene).

• Plato beschreef als eerste een sociale (politieke en filosofische) perfecte maatschappij.

Page 4: Plato

Iets meer over Plato

• Plato was zeker geen sofist te noemen!• Hij was tegen het opkomende individualisme.• Plato was tegen de democratie (te begrijpen in

zijn tijd!!!), maar hij was voor de aristocratie (aristoi = de meest bekwame persoon voor te regeren).

Page 5: Plato

Iets meer over Plato

• Plato laat weten dat de hele gemeenschap aan en met elkaar verbonden is.

• Indien er bij het individu iets gebeurt, dan heeft dit een uitwerking over de hele gemeenschap.

• Individualisme noemt hij een utopie, ze verwijdert zich van de wereld van de Ideeën. Hierbij maakt hij gebruik van de allegorie van de grot.

Page 6: Plato
Page 7: Plato

Plato’s allegorie van de grot

• De mens moet zich bewust worden door middel van de anamnese (de herinneringen) van de wereld van de Ideeën.

• Vanuit de Ideeënwereld gaat Plato ook de mens sociaal gaan plaatsen.

• Nu krijgen we 3 groepen van mensen:

Page 8: Plato

De 3 gemeenschapsgroepen volgens Plato

• 1) De bestuurders = redelijk gedeelte van de ziel.

Filosofen (want zij kunnen het beste de Ideeën benaderen).

Page 9: Plato

De 3 gemeenschapsgroepen volgens Plato

• 2) De wachters = strevende gedeelte van de ziel. (zij bezitten moed).

Uit een beste selectie mogen er kinderen komen.

Zij staan volledig in dienst van de staat (ze mogen geen privé-bezit hebben.)

Het Spartaans model.

Page 10: Plato

De 3 gemeenschapsgroepen volgens Plato

• 3) Landbouwers / ambachtslui / handelaars = Begerende deel van de ziel.

Zij mogen geen kinderen maken.Ze zijn niet arm (opstanden van het volk

voorkomen) en niet rijk (zodat er een behoefte blijft tot productie).

Zij staan in voor de materiële bevoorrading van de staat.

Page 11: Plato

Geluidsbestand