Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde...

19
1 Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen Stichting Afvalfonds ronde 1 Versie definitief (17 jan 2017) Dit plan van aanpak bevat het proces om te komen tot projecten die een bijdrage ontvangen uit de resterende middelen van de Stichting Afvalfonds. In dit plan van aanpak staat ook een indicatieve (initiële) verdeling over clusters en er wordt een inventarisatie van mogelijke projecten gepresenteerd. 1. Kern: De resterende middelen worden verdeeld over drie clusters, waarbinnen projecten zijn geïnventariseerd en worden uitgevoerd; Het bestuur zal de middelen toedelen aan projecten. Dit zal hij doen in twee ronden; Per cluster zijn projecten geïnventariseerd en bedragen per project, waarbij nadrukkelijk wordt aangetekend dat deze slechts indicatief zijn (immers pas na uitwerking van projectplannen zal de precieze inhoud van de projecten duidelijk zijn en pas na aanbesteding kan zekerheid over de bedragen worden geboden); De begeleidingscommissie van de Raamovereenkomst 2013-2022 voorziet de projectvoorstellen van een advies; Van de afgeronde projecten wordt een eindrapportage ter beschikking gesteld aan het bestuur van Stichting Afvalfonds en de drie Raamovereenkomstpartijen. 2. Governance Het bestuur van de Stichting Afvalfonds, waarin het verpakkend bedrijfsleven en de VNG zitting hebben, neemt besluiten over de besteding van de middelen. Het bestuur laat zich daarin adviseren door de begeleidings- commissie, het regulier overleg tussen de aan de tweede Raamovereenkomst 2013-2022 gebonden partijen onder voorzitterschap van het ministerie van IenM. Het bestuur zal geen besluiten tot goedkeuring van projectvoorstellen nemen zonder zich daarbij te laten adviseren door de begeleidingscommissie, waarmee de relevantie van de activiteiten van de Stichting Afvalfonds toeneemt. De begeleidingscommissie is daarmee een belangrijk klankbord. De onafhankelijk voorzitter van de Stichting Afvalfonds zal deelnemen aan het overleg van de begeleidingscommissie wanneer het advies aan de Stichting Afvalfonds wordt besproken. Bij iedere begeleidingscommissie wordt – indien relevant – een notitie ingebracht waarin de stand van zaken van projecten die in ontwikkeling zijn in het kader van besteding van de resterende middelen wordt besproken. Het secretariaat van de stichting Afvalfonds draagt zorg voor deze notitie en is aanwezig bij de begeleidingscommissie. Daarin staat zowel een terugblik op de afgelopen periode als ook een doorkijk naar komende projecten. Het bestuur laat zich adviseren door de begeleidingscommissie maar kan van het advies van de begeleidingscommissie afwijken. De resterende middelen worden binnen drie clusters besteed. De clusters hangen nauw samen met de 10 onderwerpen die wij in onze brief aan de Staatssecretaris van IenM van 27 november 2015 hebben gepresenteerd (zie later in dit plan van aanpak). Aan ieder inhoudelijk cluster zijn organisaties gekoppeld. Voor ieder project binnen het cluster is één van de organisaties verantwoordelijk voor uitwerken van de projecten tot een concreet projectplan. De begeleidingscommissie van de Tweede Raamovereenkomst krijgt de mogelijkheid daarop te adviseren, richting het bestuur van de Stichting Afvalfonds. Het bestuur neemt vervolgens een besluit (zie figuur onder). De betrokken partijen dragen projectleiders voor de specifieke projecten aan, het bestuur is bevoegd om eventueel een projectleider aan te wijzen. Het streven is om de projecten eind 2019 allemaal uitgevoerd te hebben. Dit is ingegeven door de ambitie om op korte termijn met niet-structurele projecten structurele impact te genereren. Het proces ziet er schematisch als volgt uit:

Transcript of Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde...

Page 1: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

1

Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen Stichting Afvalfonds ronde 1

Versie definitief (17 jan 2017)

Dit plan van aanpak bevat het proces om te komen tot projecten die een bijdrage ontvangen uit de resterende

middelen van de Stichting Afvalfonds. In dit plan van aanpak staat ook een indicatieve (initiële) verdeling over

clusters en er wordt een inventarisatie van mogelijke projecten gepresenteerd.

1. Kern:

De resterende middelen worden verdeeld over drie clusters, waarbinnen projecten zijn geïnventariseerd

en worden uitgevoerd;

Het bestuur zal de middelen toedelen aan projecten. Dit zal hij doen in twee ronden;

Per cluster zijn projecten geïnventariseerd en bedragen per project, waarbij nadrukkelijk wordt

aangetekend dat deze slechts indicatief zijn (immers pas na uitwerking van projectplannen zal de precieze

inhoud van de projecten duidelijk zijn en pas na aanbesteding kan zekerheid over de bedragen worden

geboden);

De begeleidingscommissie van de Raamovereenkomst 2013-2022 voorziet de projectvoorstellen van een

advies;

Van de afgeronde projecten wordt een eindrapportage ter beschikking gesteld aan het bestuur van

Stichting Afvalfonds en de drie Raamovereenkomstpartijen.

2. Governance

Het bestuur van de Stichting Afvalfonds, waarin het verpakkend bedrijfsleven en de VNG zitting hebben, neemt

besluiten over de besteding van de middelen. Het bestuur laat zich daarin adviseren door de begeleidings-

commissie, het regulier overleg tussen de aan de tweede Raamovereenkomst 2013-2022 gebonden partijen onder

voorzitterschap van het ministerie van IenM. Het bestuur zal geen besluiten tot goedkeuring van projectvoorstellen

nemen zonder zich daarbij te laten adviseren door de begeleidingscommissie, waarmee de relevantie van de

activiteiten van de Stichting Afvalfonds toeneemt. De begeleidingscommissie is daarmee een belangrijk klankbord.

De onafhankelijk voorzitter van de Stichting Afvalfonds zal deelnemen aan het overleg van de

begeleidingscommissie wanneer het advies aan de Stichting Afvalfonds wordt besproken. Bij iedere

begeleidingscommissie wordt – indien relevant – een notitie ingebracht waarin de stand van zaken van projecten

die in ontwikkeling zijn in het kader van besteding van de resterende middelen wordt besproken. Het secretariaat

van de stichting Afvalfonds draagt zorg voor deze notitie en is aanwezig bij de begeleidingscommissie. Daarin staat

zowel een terugblik op de afgelopen periode als ook een doorkijk naar komende projecten. Het bestuur laat zich

adviseren door de begeleidingscommissie maar kan van het advies van de begeleidingscommissie afwijken.

De resterende middelen worden binnen drie clusters besteed. De clusters hangen nauw samen met de 10

onderwerpen die wij in onze brief aan de Staatssecretaris van IenM van 27 november 2015 hebben gepresenteerd

(zie later in dit plan van aanpak). Aan ieder inhoudelijk cluster zijn organisaties gekoppeld. Voor ieder project binnen

het cluster is één van de organisaties verantwoordelijk voor uitwerken van de projecten tot een concreet

projectplan. De begeleidingscommissie van de Tweede Raamovereenkomst krijgt de mogelijkheid daarop te

adviseren, richting het bestuur van de Stichting Afvalfonds. Het bestuur neemt vervolgens een besluit (zie figuur

onder). De betrokken partijen dragen projectleiders voor de specifieke projecten aan, het bestuur is bevoegd om

eventueel een projectleider aan te wijzen. Het streven is om de projecten eind 2019 allemaal uitgevoerd te hebben.

Dit is ingegeven door de ambitie om op korte termijn met niet-structurele projecten structurele impact te

genereren. Het proces ziet er schematisch als volgt uit:

Page 2: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

2

De clusters worden in dit plan van aanpak verder uitgewerkt. De samenstelling van de clusters is als volgt:

Cluster 1, Stimulering van inzameling en recycling: VNG, Stichting Afvalfonds Verpakkingen, NVRD, VA,

Nedvang en RWS

Cluster 2, Stimulering van verduurzaming van verpakkingen: brancheorganisaties van producenten en

importeurs (zoals FNLI en CBL), Kennisinstituut Duurzaam Verpakken, Nedvang en NVRD

Cluster 3, Bevorderen duurzaam consumentengedrag omtrent aanschaf, gebruik en afdanken van

verpakkingen: Rijkswaterstaat/Gemeente Schoon, Nederland Schoon, Stichting Afvalfonds Verpakkingen

en VNG

Zoals eerder vermeld hangen de clusters nauw samen met de ’10-puntenlijst’ in de brief van 27 november 2015. In

dit plan van aanpak wordt aangegeven bij welke punten de geïnventariseerde projecten aansluiten.

De organisaties in de clusters kunnen zich laten voeden door hun achterban en overige experts (zoals vanuit

universiteiten, NGO’s etc).

3. Bestedingsprogramma

Het proces om te komen tot projecten die een bijdrage ontvangen – een bestedingsprogramma zoals is vervat in

dit plan van aanpak – bevat twee ronden. De uitkomsten van de eerste ronde vindt u in dit document.

In de tweede ronde – eind 2017 – wordt besloten over projecten voor het resterende bedrag. Hierbij houden wij

rekening met eventuele financiële mee- of tegenvallers uit ronde 1. Op dat moment kan ook de input van de

tussentijdse evaluatie van de Raamovereenkomst 2013-2022 worden gebruikt. In de tweede ronde volgen wij

eenzelfde proces als voor ronde 1. Dit houdt in dat net als in ronde 1 een indicatief bestedingsprogramma, met

dezelfde mate van diepgang als het bestedingsprogramma dat voor de eerste ronde in dit plan van aanpak is

opgenomen, wordt besproken met IenM. Het plan van aanpak van ronde 1 en ronde 2 heeft goedkeuring nodig van

de drie partijen, die de aanvullende afspraken bij raamovereenkomst 2008-2012 ondertekenen, te weten IenM,

VNG en het verpakkende bedrijfsleven.

Voor de besteding van de middelen in de eerste ronde zijn projecten geïnventariseerd binnen de clusters. Daarmee

komen wij tot een indicatieve verdeling van middelen. Voor definitieve goedkeuring daarvan door het bestuur is

Page 3: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

3

van belang dat de projecten worden voorzien van een projectplan. De projectplannen die aan het bestuur worden

voorgelegd moeten voldoen aan een aantal voorwaarden. Daarvoor stelt het bestuur een investeringssjabloon vast.

Dit bevat criteria waarop het bestuur de projecten zal toetsen. Het secretariaat adviseert het bestuur over de

projectplannen. Op de projectplannen wordt voor verzending naar het bestuur door de begeleidingscommissie

inhoudelijk geadviseerd. Om dit proces adequaat te kunnen laten verlopen is het van belang dat projectplannen

minimaal een maand voor bestuursvergaderingen bij het secretariaat worden aangeleverd. Het schema van de

bestuursvergaderingen wordt naar de betrokken partijen verzonden. In beginsel komt het bestuur in 2017 iedere 2

maanden bij elkaar. Na goedkeuring door het bestuur komt 80% van het aangevraagde budget beschikbaar voor

de indieners. Het proces voor ingediende projectplannen is onderstaand afgebeeld.

Naast de advisering over de projectplannen is het secretariaat verantwoordelijk voor voortgangsrapportages van

het geheel aan projecten. Daarvoor zal het secretariaat actief informatie opvragen bij de aanspreekpunten per

cluster. Na afronding van de projecten en oplevering van de eindrapportage wordt de laatste 20% van het budget

door de Stichting Afvalfonds overgemaakt naar de indiener. Er wordt nooit een hoger bedrag uitgekeerd dan het

bedrag waarover verantwoording is afgelegd. Dit is relevant in het geval het project is gerealiseerd tegen een lager

bedrag dan oorspronkelijk verwacht was. Tevens kunnen overschrijdingen ten opzichte van de ingediende

projectplannen niet worden geclaimd.

In een eerdere fase van het overleg tussen Stichting Afvalfonds en IenM zijn punten voorgesteld waar projecten bij

zouden moeten aansluiten. Voor de volledigheid is de 10-puntenlijst onderstaand opgenomen.

1. Gescheiden inzameling glas

2. Efficiency en maatschappelijke kosten kunststof inzameling

3. Pilots inzameling flesjes en blikjes met retourpremie

4. Kwaliteit deelstromen kunststof

5. Inzameling drankenkartons

6. Landelijke aanpak zwerfafval

7. De verduurzamingsagenda verpakkingen

8. Brancheverduurzamingsplannen

9. Verpakkingsontwerp (reduce, re-use, recycle)

10. Duurzaam gedrag t.b.v. inzameling en bestrijden zwerfafval

Daarbij is ook afgesproken dat bovenstaande punten extra aandacht verdienen, maar dat bij besteding van de

resterende middelen niet noodzakelijkerwijs uitsluitend aan deze punten wordt gedacht. Er zijn ook mogelijkheden

de middelen doelmatig te besteden aan het stimuleren van de inzameling en recycling van hout en het onderzoeken

van nieuwe toepassingsmogelijkheden voor houtrecycling (conform de doelen in de Raamovereenkomst 2013-

2022).

Page 4: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

4

Verder is er recent inzicht verkregen in het aandeel niet-verpakkingen in kunststof afval dat wordt ingezameld door

gemeenten1. Dit inzicht, gecombineerd met het feit dat ook zwerfafval voor een deel uit niet-verpakkingen, zoals

bijvoorbeeld kauwgom en sigarettenpeuken bestaat, leidt ertoe dat wij constateren dat verschillende producenten

en importeurs van producten die nu wel worden meegenomen in het inzamelen en recyclen van met name de

kunststofstroom of onderdeel zijn van de zwerfafvalproblematiek daar zelf geen actieve (financiële) bijdrage aan

leveren. Uit onderzoek moet onzes inziens vervolgens blijken wat een deugdelijk middel zou kunnen zijn om deze

verantwoordelijkheid een plaats te geven. Uitbreiding van producentenverantwoordelijkheid zou hiervoor een

optie kunnen zijn, waarbij aangetekend dient te worden dat hierover waarschijnlijk op Europees niveau besloten

dient te worden. Een andere optie is om deze producenten en importeurs bijvoorbeeld door middel van

convenanten ook financieel te betrekken bij het VANG programma en de landelijke aanpak zwerfafval. Dit is in lijn

met hetgeen de staatssecretaris van IenM in haar brief van 18 juni 2015 aan de Tweede Kamer aangeeft.2

De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie

voor de besteding van de middelen in de eerste ronde binnen de clusters. Het is een indicatief overzicht, waarmee

wij vooruit lopen op de uitgewerkte projectplannen.

1 Het gemiddelde percentage kunststof niet-verpakkingen (KNV) in gesorteerde kunststofproducten ligt tussen 8,3 en 11,3 massaprocent. Dit bestaat uit een breed scala aan artikelen. De belangrijkste categorie is ‘consument goederen’ (37%). De categorie ‘consument goederen’ bestaat uit een verzameling van niet branche-specifieke objecten. Diverse zakken en zakjes vormen hierin de absolute hoofdmoot (93%). Denk hierbij aan systeemeigen inzamelzakken, huisvuilzakken, pedaalemmerzakken, lunchzakjes en diepvrieszakjes. Andere belangrijke categorieën (met een aandeel van grofweg 10% ) zijn huishoudelijke artikelen, doe-het-zelf en wonen, elektronica en speelgoed. (bron: Aandeel kunststof niet-verpakking in gesorteerde kunststofproducten, Eureco, april 2016). Gezien de recente publicatie van dit rapport is dit vooruitlopend op de conclusies die de begeleidingscommissie van de Raamovereenkomst trekt op basis van deze studie. 2 In deze brief, betreffende Versterking uitvoering Raamovereenkomst Verpakkingen en afhandeling openstaande moties en toezeggingen, geeft de Staatssecretaris aan alle sectoren, waaronder producenten, die bijdragen aan zwerfafval aan te willen spreken op hun verantwoordelijkheid voor het voorkomen én het opruimen van zwerfafval.

Page 5: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

5

Cluster Project

Project volgt op

onderdeel van de 10-

puntenlijst Organisaties

Maximaal

benodigd

(indicatief;

bedragen

x1.000)

1.1 Innovatie in de keten van huishoudelijk afval

O.a. punt 2: efficiency en

maatschappelijke kosten

kunststof inzameling € 4,000

1.2

Verhogen inzameling en recycling glas -

stimuleringsprojecten bij gemeenten

Punt 1: Gescheiden

inzameling glas € 900

1.3

Verhogen inzameling en recycling glas -

nascheiding glas

Punt 1: Gescheiden

inzameling glas € 1,000

1.4

Verhogen inzameling en recycling glas - nieuwe

toepassingsmogelijkheden voor glasrecycling

Punt 1: Gescheiden

inzameling glas ntb

1.5

Verbeteren kwaliteit deelstromen kunststof -

methode en normontwikkeling en uitvoering

kwaliteitscontrole sortering kunststof

Punt 4: kwaliteit

deelstromen kunststof € 850

1.6

Verhogen inzameling en recycling van houten

verpakkingen - nieuwe toepassingsmogelijkheden

voor houtrecycling

Doelen in de

Raamovereenkomst 2013-

2022 € 300

1.7

Optimaliseren inzameling en recycling van

drankenkartons

Punt 5: inzamelen

drankenkartons € 800

1.8

Onderzoek naar uitbreiding van de

producentenverantwoordelijkheid

O.a. TK-brief van 18 juni

2015 € 300

1.9

Verhogen inzameling verpakkingsafval bij bedrijven

en instellingen

O.a. punt 2: efficiency en

maatschappelijke kosten

kunststof inzameling € 500

1.10

Verminderen van het gebruik van PET-trays en

verbeteren van inzameling en recycling

O.a. punt 2: efficiency en

maatschappelijke kosten

kunststof inzameling € 500

€ 9,150

2.1 Kunststofketenonderzoek

Punt 2: efficiency en

maatschappelijke kosten

kunststof inzameling € 1,100

2.2 Inventarisatie niet te recyclen verpakkingen

Punt 7: De

verduurzamingsagenda

verpakkingen € 300

2.3

Uitvoering en monitoring

Brancheverduurzamingsplannen

Punt 8: branche-

verduurzamingsplannen € 700

2.4

Brancheverduurzamingsplannen - opstellen hoogst

haalbare doelen voor branches zonder BVP

Punt 8: branche-

verduurzamingsplannen € 400

2.5 Design for recycling

Punt 9:

verpakkingsontwerp € 1,350

2.6

Internationale wikipedia op het gebied van

verduurzaming van de verpakkingsketen

Punt 7: De

verduurzamingsagenda

verpakkingen € 500

2.7

Meten circulariteit in de verschillende

verpakkingsmateriaalketens

Punt 7: De

verduurzamingsagenda

verpakkingen € 300

€ 4,650

1 Stimulering van inzameling en recycling

2 Stimulering van verduurzaming van verpakkingen

Branche-

organisaties,

Nedvang,

KIDV en

NVRD

VNG,

Stichting

Afvalfonds

Verpakkingen,

NVRD, VA,

Nedvang en

RWS

Page 6: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

6

De projecten in de clusters tellen gezamenlijk op tot een indicatief bedrag van € 20,8 mln.

Uit de inventarisatie komt het verzoek naar voren om als onderdeel van cluster 1 en mogelijk cluster 3 te

onderzoeken welke producenten en importeurs nu wel worden meegenomen in het inzamelen en recyclen van met

name de kunststofstroom of onderdeel zijn van de zwerfafvalproblematiek zonder daar zelf een actieve (financiële)

bijdrage in te leveren. Ons voorstel is om te starten met een gedegen onderzoek naar wat de mogelijkheden zijn en

wat een deugdelijk middel is om deze verantwoordelijkheid te borgen (zie punt 1.7 in bovenstaande tabel).

Mogelijke uit deze studie voortvloeiende projecten kunnen vervolgens, samen de projecten die voortvloeien uit de

uitkomsten van de evaluatie van de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022 en de pilot Schoon Belonen,

worden meegenomen in ronde 2. Dit maakt de verdeling van middelen over de clusters voor ronde 2 dan ook

onzeker. Tot daarover meer zekerheid is, gaan wij voor de verdeling over de clusters uit van de verhoudingsgewijs

zelfde verdeling als in ronde 1. Dat houdt in dat voor cluster 1 ongeveer € 2,5 mln. is, voor cluster 2 ongeveer € 1,4

mln. en voor cluster 3 ongeveer € 2,1 mln.

In het laatste hoofdstuk van dit document geven wij een nadere beschrijving van de projecten en relateren wij deze

aan de ’10-puntenlijst’ uit de brief van 27 november 2015.

4. Nadere beschrijving van de clusters

De drie gedefinieerde clusters zijn gelieerd aan opgesteld beleid rondom verpakkingsafval. Wij geven per cluster

aan wat de relevante beleidsdoelstellingen en/of sector afspraken zijn.

Cluster 1: Stimulering van inzameling en recycling

De ambitie van het in het Rijksbrede Programma Circulaire Economie opgenomen VANG-programma is het sluiten

van technische en materiaalkringlopen. Dit betekent o.a. dat het volume restafval dat in de afvalverbrander eindigt

geminimaliseerd moet worden. Daarvoor is het noodzakelijk meer afval te scheiden en te recyclen. De algemene

doelstelling uit het VANG uitvoeringsprogramma is een reductie van huishoudelijk restafval van circa 250 kg naar

100 kg per persoon per jaar en 75% scheiding van huishoudelijk afval in 20203. Dit cluster richt zich op:

- Verhogen van de kwaliteit van inzameling en recycling van verpakkingen

3 Het VANG-programma van Ministerie van IenM http://www.vang-hha.nl/

Cluster Project

Project volgt op

onderdeel van de 10-

puntenlijst Organisaties

Maximaal

benodigd

(indicatief;

bedragen

x1.000)

3.1

Versterken van duurzaam gedrag om beter te

scheiden en zwerfafval te bestrijden -

Recyclemanager

Punt 10: Duurzaam gedrag

t.b.v. inzameling en

bestrijden zwerfafval € 400

3.2

Opschaling Schoon Belonen (bestrijden zwerfafval

en inzameling PET-flesjes en blikjes met

maatschappelijke organisaties)

Punt 3: 3. Pilots inzameling

flesjes en blikjes met

retourpremie € 5,000

3.3

Landelijke aanpak zwerfafval - opzetten nieuwe

Schoon organisatie

Punt 6: landelijke aanpak

zwerfafval € 350

3.4

Duurzaam gedrag t.b.v. inzameling en bestrijden

zwerfafval

Punt 10: Duurzaam gedrag

t.b.v. inzameling en

bestrijden zwerfafval € 350

3.5

Landelijke aanpak zwerfafval - versterken

beleidsbasis “Meten = weten"

Punt 6: landelijke aanpak

zwerfafval € 900

€ 7,000

RWS,

Gemeente

Schoon,

Nederland

Schoon,

Stichting

Afvalfonds

Verpakkingen

en VNG

3 Bevorderen duurzaam consumentengedrag omtrent aanschaf, gebruik en afdanken van verpakkingen

Page 7: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

7

- Verhogen van het volume van de in te zamelen en recyclen verpakkingen

Het relevante beleidskader, doelstellingen en uitdagingen:

Leidend voor dit cluster is het uitvoeringsprogramma – VANG huishoudelijk afval en de Raamovereenkomst

verpakkingen 2013-2022. Hierin zijn de ambities en afspraken genoemd die direct met inzameling en recycling van

verpakkingen te maken hebben. Daarnaast zijn er ook doelen en Europees beleid op dit vlak:

- Het besluit beheer verpakkingen en de Raamovereenkomst heeft een algemene doelstelling van 70%

inzameling en recycling van alle verpakkingsmaterialen. Daarnaast heeft de Europese Commissie recent

ook een circulair economie pakket gepubliceerd. Voor afzonderlijke materialen gelden de volgende

doelstellingen:

Europese

doelstelling

2025

Europese

doelstelling

2030

Nederlandse doelstelling

2017

Nederlandse

doelstelling 2022

Kunststof 55% 55% 47% recycledoelstelling

52% streefdoelstelling

52%

Hout 60% 75% 35% recycledoelstelling

45% streefdoelstelling

45%

Metaal 75% 85% 85% 85%

Aluminium 75% 85% Nvt Nvt

Glas 75% 85% 90% 90%

Papier en Karton 75% 85% 75% 75%

Bij het behalen van de doelstellingen is een aantal uitdagingen geïdentificeerd. In dit cluster zijn de meest

prangende uitdagingen om de Nederlandse doelstellingen te behalen:

- Het reduceren van de hoeveelheid verpakkingen in het restafval.

- Het halen van de doelstelling voor verpakkingsglas. De doelstelling is 90% en het gerealiseerde

recyclepercentage is de afgelopen jaren rond de 80% blijven steken.

- Het halen van de doelstelling voor houten verpakkingen.

- Het verbeteren van inzameling en recycling van drankenkartons.

- Sluiting van de kunststofketen. Hiervoor is een aantal zaken van belang:

o Het verhogen van de efficiency en het verlagen van de maatschappelijke kosten voor inzameling

en recycling van kunststofverpakkingen;

o Het opzetten van een passend retoursysteem voor inzameling van kleine PET-flesjes en blikjes;

o Het verhogen van de kwaliteit van het ingezamelde en het gerecyclede kunststof materiaal;

o Het onderzoeken van (financiële) uitbreiding van producentenverantwoordelijkheid naar niet-

verpakkingen in de stroom kunststofverpakkingsafval en het zwerfafval.

Cluster 2: Stimulering van verduurzaming van verpakkingen

Het in het Rijksbrede Programma Circulaire Economie opgenomen VANG-programma focust op het verminderen

van gebruik van grondstoffen en het sluiten van grondstofkringlopen. Naast het meer gescheiden inzamelen van

materialen (cluster 1) staat in cluster 2 het verduurzamen aan de voorkant van de keten centraal. Dit is een streven

naar minimaal kwaliteits- en energieverlies in de kringlopen van materialen en/of verpakkingen. Dit begint met

‘ecodesign’ en eindigt bij een zo hoog mogelijke zuiverheid van recycling en zo hoogwaardig mogelijke toepassing.

Het relevante beleidskader, doelstellingen en uitdagingen:

Leidend voor dit cluster is het uitvoeringsprogramma – VANG huishoudelijk afval en het addendum op de

Raamovereenkomst verpakkingen 2013-2022. Hierin zijn de ambities en afspraken opgenomen die direct effect

moeten hebben op de verduurzaming van de verpakkingssector.

Page 8: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

8

- Het VANG-programma heeft als doelstelling maximaal 100 kg restafval per inwoner per jaar in 2020, door

meer afvalpreventie en verbeterde afvalscheiding (bron- en nascheiding);

- Het VANG-programma zet in op het circulair ontwerpen van producten en gesloten kringlopen op lokaal

en mondiaal niveau;

- In het addendum van de Raamovereenkomst is vastgelegd dat er een verduurzamingsagenda wordt

vastgesteld waarin concrete en afrekenbare doelen zijn opgenomen met als uitgangspunt de hoogst

haalbare doelen. Concreet worden er per branche verduurzamingsplannen (preventieplannen) opgesteld

op basis van product-verpakking combinaties. Daarnaast worden komende jaren tot 2018 ook

materiaalverduurzamingsplannen opgesteld, door materiaalorganisaties van kunststof, metaal, papier,

glas en hout.

Uitdagingen in de realisatie van deze doelstellingen:

In de uitvoering van de afspraken in het addendum op de raamovereenkomst zijn goede stappen gezet (voor reeds

75% van verpakkingsmateriaal zijn plannen opgesteld). De uitdaging zit nu in het monitoren van de effecten van

deze plannen en het motiveren van de resterende sectoren om ook een plan in te dienen of op te stellen. Daarnaast

is ‘design for recycling’ nog een relatief nieuw principe binnen de verpakkingsindustrie. De volgende uitdagingen

zijn gedefinieerd:

- Realiseren en versterken van de verduurzamingsagenda verpakkingen (verpakkingsketen).

- Realiseren, monitoren en versterken van branche- en materiaalverduurzamingsplannen.

- Verbeteren van het verpakkingsontwerp om reduce, re-use, recycle en renew te faciliteren.

Cluster 3: bevorderen duurzaam consumenten gedrag omtrent aanschaf, gebruik en afdanken verpakkingen.

Het in het Rijksbrede Programma Circulaire Economie opgenomen VANG-programma stelt verduurzaming van

consumentenpatronen voorop als één van acht operationele doelstellingen in de realisatie van haar circulaire

ambitie4. Dit raakt het stimuleren van consumentengedrag om minder producten aan te kopen, meer producten te

lenen, te delen of te huren. Maar ook het op een goede manier te gebruiken en in te leveren. Tevens valt onder dit

cluster het consumentengedrag rondom ontdoen van verpakkingen in de openbare ruimte.

Bij het duurzaam afdanken van verpakkingen hoort ook het bestrijden van zwerfafval. Er is naar schatting 50 kton

zwerfafval en 150 – 275 kton veegafval per jaar in Nederland, zowel verpakkingen als ander materiaal. Dit varieert

van sigaretten en kauwgom tot blikjes, PET-flesjes en patatbakjes. Ongeveer een kwart (getalsmatig) van het grof

zwerfafval (dus zonder sigarettenpeuken en kauwgom) is geen verpakking5. Het ministerie van IenM geeft aan dat

zwerfafval de maatschappij jaarlijks € 250 miljoen kost. Het tegengaan van zwerfafval uit verpakkingen is een van

de doelen uit de Raamovereenkomst 2013-2022. Er is vanuit de Raamovereenkomst jaarlijks € 20 miljoen

gereserveerd voor gemeenten voor de aanpak van zwerfafval.

Het relevante beleidskader, doelstellingen en uitdagingen:

- De Tweede Kamerbrief van Staatsecretaris op 18 juni 2015 (‘versterking uitvoering ROV en afhandeling

openstaande moties en toezeggingen’) met aankondiging van een Landelijke Aanpak Zwerfafval (LAZ)

waarin is opgenomen:

o Retourpremiesysteem voor kleine PET-flesjes en blikjes

o Versterking motivatie schoon gedrag

o Totaalaanpak aandachtsgebieden (bijv. winkelcentra, OV-gebieden)

o Producentenverantwoordelijkheid mbt voorkomen en opruimen van alle zwerfafval materialen

o Versterken kennis van gedragsbeïnvloeding op dit thema

4 Uitvoeringsprogramma VANG - Huishoudelijk Afval, Rijksoverheid, VNG en NVRD, november 2014 5 Zwerfafval, Milieucentraal, juni 2015

Page 9: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

9

- De Raamovereenkomst artikel 5 met betrekking op aanpak zwerfafval (beschikking stelling fonds voor

zwerfafval en continuering van Nederland Schoon).

Uitdagingen zijn:

Het VANG programma schrijft: “De afgelopen jaren heeft de gedragswetenschap nieuwe inzichten gegeven en

nieuwe instrumenten aangereikt. Gedrag blijkt grotendeels onbewust tot stand te komen. Traditionele

instrumenten als informatiecampagnes blijken dan ook weinig effectief. Prikkels (zogenaamde nudges) die het

gewenste gedrag aantrekkelijk en eenvoudiger maken, hebben meer effect.6” Kennis over effectief beïnvloeden

van consumentengedrag is dus gewenst. Tevens bestaat zwerfafval ook uit niet verpakkingen zoals kauwgom en

sigarettenpeuken. Deze producenten worden nu niet meegenomen in de aanpak en bekostiging van de

zwerfafvalproblematiek. Enkele andere uitdagingen zijn:

- Inzetten op één landelijke organisatie voor de aanpak van zwerfafval

- Verbreden van de verantwoordelijkheid over zwerfafvalkosten voor niet verpakkingsmaterialen zoals

peuken en kauwgom

- Verbeteren van duurzaam gedrag bij burgers ten behoeve van inzameling en bestrijden zwerfafval

- Opzetten van een retoursysteem voor kleine PET-flesjes en blikjes (zie ook cluster 1)

5. Budget

Het te besteden bedrag is € 27.152.709, uitgaande van de peildatum 31-12-2015. Naast het bedrag dat aan projecten

wordt besteed wordt een aantal andere reserveringen gemaakt. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de

transactiekosten – tot nog toe zeer beperkt bij de activiteiten van de stichting –toenemen gezien de verandering in

de aard van de activiteiten van de stichting. Het uitvoeren van het bestedingsplan brengt transactiekosten met zich

mee. Daarbij gaan we ervan uit dat budget voor evaluatie van projecten in de projectkosten wordt meegenomen.

De grootste post is de post voor het voeren van een secretariaat. Gezien de hoeveelheid projecten is het nodig om

capaciteit te hebben voor coördinerende werkzaamheden en voor ondersteuning van de regisserende

werkzaamheden van het bestuur. Het gaat dan bijvoorbeeld om:

De toetsing van projectplannen

Het opstellen van voortgangsrapportages

Het voeren van regie op het verlenen van opdrachten aan derden

Het opstellen van de jaarlijkse uitvoeringsrapportage

Archiefwerkzaamheden uitvoeren

Op basis van de huidige kennis en afspraken omtrent de uitvoeringsorganisatie raamt Stichting Afvalfonds in de

periode 2016-2020 de jaarlijkse uitvoeringskosten op gemiddeld ongeveer 150.000 euro.

6 Het VANG-programma van Ministerie van IenM http://www.vang-hha.nl/

Page 10: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

10

Bijlage 1: Nadere beschrijving projecten In het navolgende worden de projecten die eerder in de tabel zijn gepresenteerd nader toegelicht. Wij geven een

korte omschrijving, budgetindicatie, partij die het voorstel indient en de relatie met de ‘10-punten lijst’ of relevant

beleid. De budgetten zijn nadrukkelijk in indicatieve zin beschreven. Pas na uitwerking en aanbesteding van de

projecten zal de inhoudelijke inzet en zullen de bijbehorende bedragen precies duidelijk zijn.

1. Cluster 1: Stimulering van inzameling en recycling

De organisaties in dit cluster zijn VNG, Stichting Afvalfonds Verpakkingen, NVRD, VA, Nedvang en RWS.

1.1. Project: innovatie in de keten van huishoudelijk afval.

Afvalscheiding en recycling van verpakkingen in huishoudelijk afval maken deel uit van een brede landelijke aanpak

richting gemeenten en huishoudens. De keuzevrijheid die gemeenten hebben, op basis van hun zorgplicht voor de

inzameling van huishoudelijk afval, heeft direct invloed op de verschillende verpakkingen. Én omgekeerd, want

design en samenstelling van verpakkingen hebben ook direct invloed op de wijze waarop gemeenten huishoudelijk

afval kunnen inzamelen; de zogenoemde voorkant (het design en ontwerp van de verpakkingen die op de markt

worden gebracht) en achterkant (de toepassing van het ingezamelde, gesorteerde en gerecyclede materiaal)

binnen de kunststof keten. Het beleidsdoel is o.a. de hoeveelheid huishoudelijk restafval te reduceren van ongeveer

230-240 kilogram per inwoner per jaar in 2014 naar maximaal 100 kilogram in 2020 en nog slechts 30 kilogram in

2025. Een kwart van het fijn huishoudelijk restafval betreft niet gescheiden ingezamelde verpakkingen.

Inzamelsystemen als bijvoorbeeld diftar, omgekeerd inzamelen en kunststofnascheidingssystemen, waarbij

respectievelijk op de financiën en het gemak voor burgers wordt gestuurd, blijken zeer succesvol te zijn voor het

verhogen van de inzameling van o.a. verpakkingsstromen als papier, kunststoffen en glas, en daarmee voor het

reduceren van de hoeveelheid huishoudelijk restafval. Toch kiezen niet alle gemeenten hiervoor. Op basis van de

ervaren belemmeringen en obstakels rond de introductie van best practices kan ondersteuning worden geleverd,

zodat deze omgebogen kunnen worden in kansen voor meer afvalscheiding en recycling, en daarmee minder

huishoudelijk restafval omdat er minder verpakkingen in zitten.

Ook de communicatie richting burgers en basisscholen vraagt om een nieuwe aanpak die beter aansluit bij de

huidige trend van communicatie via social media en apps. Bovendien is een betere voorlichting over de specifieke

grondstoffenstromen, waarbij tevens recht wordt gedaan aan de verschillende inzamelsystemen in Nederland, van

groot belang om het afvalscheidingsgedrag van inwoners zoveel mogelijk te faciliteren. Daarnaast is het door de

grote variëteit aan consumenten producten en materialen die in de grondstoffen keten circuleren, voor veel burgers

vaak onduidelijk in welke bak zij specifieke afvalstromen moeten doen. Dit slaat ook terug op het scheiden van

verpakkingsafval. Afvalscheidingsgedrag is in de meeste gevallen onbewust gewoontegedrag. De essentie van een

hoger afvalscheidingspercentage is deze gewoonten te veranderen door slimmer productontwerp, ecodesign, de

vergroting van de toepassing van circulaire materialen in producten en verpakkingen en heldere en gerichte

communicatie hierover.

Tot slot is innovatie nodig bij de toepassing van door burgers gescheiden grondstoffen. Met name de toepassing

van secundaire kunststoffen vormt momenteel een flessenhals in de keten. Essentie hierbij is sluiting van de

kunststof keten door 1) het aantal toepassingsmogelijkheden te vergroten, 2) de productie van circulaire materialen

te stimuleren en 3) de afname door (markt)partijen, en (decentrale) overheden en anderen aan te jagen. Zowel het

sociale als het financiële draagvlak voor afvalscheiding zal groeien wanneer de afzet van secundaire kunststof

verbetert en dit op een zichtbare wijze terugkomt in nieuwe producten. In samenwerking met producenten van

(duurzame) consumentenartikelen, bouwmaterialen, leveranciers in grond-, weg- en waterbouw etc.etc. en in

aansluiting op het lopende kunststof keten onderzoek en de ketenaanpak kunnen toepassingen hiervoor worden

onderzocht en ontwikkeld.

Page 11: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

11

Met dit project komen middelen beschikbaar waar gemeenten, afvalbedrijven, leveranciers en/of producenten

gebruik van kunnen maken om best practices te implementeren en innovaties te testen of te ontwikkelen. Het moet

verder een extra stimulans en kwaliteitsimpuls geven aan de communicatie richting burgers. Tevens is het van

belang voorbeeldgedrag op en bij scholen te stimuleren.

✓ Budgetindicatie: € 4.000.000, waarvan maximaal € 3.000.000 voor innovaties in de toepassing van

gerecycleerde kunststoffen (recyclaat), stimulering van de productie van circulaire

(verpakkings)materialen en producten en het aanjagen van afname door (markt)partijen, (decentrale)

overheden e.a. van deze grondstoffen en producten en maximaal € 1.000.000 voor innovaties in de

inzamel- en verwerkingsketen en communicatie.

✓ Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst: o.a. punt 2, 4 en 10.

1.2. Project: Verhogen inzameling en recycling glas - stimuleringsprojecten bij gemeenten

In 2014 en 2015 is er intensief gewerkt aan de glascampagne ‘glas in het bakkie’. Deze campagne heeft geleid tot

een hoger bewustzijn onder burgers, maar voor het verhogen van de inzameling is een langere adem nodig om de

laatste 20% van het glas gerecycled te krijgen. In 2016/2017 worden daarom vanuit Afvalfonds Verpakkingen de

campagneactiviteiten doorgezet. Onder meer door de promotieactie die in 2015 al bijna 400 supermarkten is

gehouden en waarbij tussen de 300.000 en 400.000 consumenten rechtstreeks zijn aangesproken, bij nog eens het

dubbele aantal supermarkten te houden. Verder wordt door Nedvang, in samenwerking met de Stichting

Duurzaam Verpakkingsglas (SDV) met een tiental grotere Nederlandse gemeenten samenwerking gezocht om

meer gerichte verbeteringen aan te brengen in de inzamelstrategie voor glas van de gemeenten. Hierbij wordt ook

aangesloten bij de pilot hoogbouw die binnen het VANG programma wordt uitgevoerd. De acties in dit project zijn

aanvullend op de acties die in gang gezet zijn door het Afvalfonds Verpakkingen en Nedvang om de glasrecycling

te verhogen.

Budgetindicatie: maximaal €900.000

Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 1: Gescheiden inzameling glas

1.3. Project: Verhogen inzameling en recycling glas - via nascheiding

In 2015 is een project uitgevoerd om de haalbaarheid van nascheiding van glas te onderzoeken. Uitkomst hiervan

is dat nascheiding een reële mogelijkheid lijkt om, nadrukkelijk als aanvulling op de huidige inzameling via de

glasbak, een deel van het glasverpakkingsafval dat zich in het restafval bevindt alsnog terug te winnen en te

recyclen, met gelijke kwaliteit en toepassing als glas dat via de glasbak wordt ingezameld. Het halen van de

glasdoelstelling komt hiermee dichterbij.

Om de businesscase voor de nascheiding van glas rond te kunnen krijgen, kan een eenmalige investeringsbijdrage

uit het Afvalfonds dienen. Deze zou dan open moeten staan voor alle partijen die in de komende 3 jaren investeren

in deze technologie. Het verwachtte extra resultaat: 10-20 kton extra gerecycled verpakkingsglas

Budgetindicatie: maximaal €1.000.000

Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 1: Gescheiden inzameling glas

1.4. Project: Verhogen inzameling en recycling glas - nieuwe toepassingsmogelijkheden voor

glasrecycling

Page 12: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

12

Glasrecycling beperkt zich momenteel tot het gebruik van glasscherven voor nieuwe verpakkingen. Bodemassen

bevatten nog vrij veel glas dat wordt ingezet in constructie-achtige toepassingen. Vooralsnog zijn toepassingen van

dit glas niet meegeteld in de recycling van glasverpakkingen.

Onder meer in het kader van de Green Deal Bodemas, die vanaf 2017 minstens de helft van de geproduceerde

bodemassen wil toepassen als bouwstof, wordt gewerkt aan mogelijkheden om glas dat achterblijft in bodemassen

van afvalenergiecentrales zo te benutten/ gebruiken dat deze kunnen worden meegeteld als recycling.

Aangezien al het niet apart ingezamelde of het evt. nagescheiden glas in bodemassen terecht komt, wordt hiermee

een recyclingmogelijkheid ontwikkeld voor al het resterende glas. Voorstel is om bij te dragen aan deze

ontwikkeling. Daarvoor is nader overleg nodig met de bij de Green Deal Bodemas betrokken partijen. Dit is

nadrukkelijk bedoeld als aanvulling op de huidige inzameling via de glasbak.

Budgetindicatie: n.n.b.

Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 1: Gescheiden inzameling glas

1.5. Project: Verbeteren van de kwaliteit van deelstromen – methode- en normontwikkeling en

uitvoering kwaliteitscontrole sortering kunststof

Voor kunststofverpakkingsafval van huishoudens is de ambitie om zo veel mogelijk hoogwaardige stromen te

recyclen. Ondersteunend hierbij zijn de tijdens de eerste Raamovereenkomst gehanteerde kwaliteitsnormen, die

in de huidige Raamovereenkomst verder worden gebruikt. Om te beoordelen in hoeverre het gesorteerde kunststof

voldoet aan deze normen, ontwikkelen verpakkend bedrijfsleven en gemeenten een controlesysteem. Dit maakt

het mogelijk te evalueren of de afgesproken kwaliteit wordt gerealiseerd en of door middel van

verbetermaatregelen in het proces de kwaliteit verhoogd wordt. Voor het doen van representatieve metingen voor

deze kwaliteitsbeoordelingen zijn nog geen (internationale / goed onderbouwde) normen beschikbaar voor

kunststof. Daarom willen de genoemde partijen deze norm ontwikkelen. Hiervoor is een uitgebreid, internationaal

gedragen, project voorzien, momenteel wordt hiervoor overleg gevoerd met NEN.

Het uitvoeren van kwaliteitscontroles bij de sortering is van belang voor alle partijen in de keten. Dit vergt

medewerking en inspanning van de sorteerders, die hiervoor gecompenseerd dienen te worden.

Beschikbaarheid van een dergelijke norm is ook van belang met het oog op de ontwikkelingen op het gebied van

Europese regelgeving (Circular Economy Package), waarin wordt gesproken over kwaliteitscriteria voor

uitgesorteerd materiaal. De te ontwikkelen normen zijn essentieel om aan te tonen dat aan deze criteria wordt

voldaan. De ontwikkeling van een dergelijke norm vergt enkele jaren doorlooptijd. Ook zijn diverse verificaties van

het in ontwikkeling zijnde kwaliteitssysteem voorzien.

Budgetindicatie: maximaal €850.000 (€ 400.000 voor normontwikkeling en €450.000 voor vergoedingen

aan sorteerders)

Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 4: kwaliteit deelstromen kunststof

1.6. Project: Verhogen inzameling en recycling houten verpakkingen - nieuwe toepassingsmogelijkheden

voor houtrecycling

In 2015 is door Berenschot een road map ontwikkeld voor nieuwe toepassingsmogelijkheden van

(verpakkings)afvalhout. Hierin zijn diverse nieuwe toepassingsmogelijkheden van afvalhouthout benoemd die

kunnen leiden tot een meer recycling.

Page 13: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

13

In 2016/2017 wordt op basis hiervan actief gezocht naar innovatieve product/marktcombinaties met een

toegevoegde waarde. In dit project wordt gezocht naar haalbare, innovatieve product/marktcombinaties waarbij

(op korte termijn) geen zelfstandige businesscase wordt verwacht maar wel een substantieel recyclingeffect.

Vanuit het verpakkend bedrijfsleven worden in 2017 daarom projecten voorzien voor het ontwikkelen van dit soort

business cases en voor het ondersteunen van innovaties op dit gebied. Voor het uitvoeren van deze projecten is

samenwerking gezocht met partijen als TNO, WUR, Stichting Kringloop Hout, het ministerie van IenM en

sectoroverstijgende initiatieven als “Wat snijdt hout”.

Voor de ondersteuning van deze projecten en het ontwikkelen van business cases wordt een programmaplan

ontwikkeld.

Budgetindicatie: maximaal €300.000

Project volgt op de doelen in de Raamovereenkomst 2013-2022

1.7. Project: Optimaliseren inzameling en recycling drankenkartons

In 2013 is er onder de Raamovereenkomst een pilot uitgevoerd om inzameling en recycling van drankenkartons te

testen. Per 1 januari 2015 is een tijdelijke vergoeding van 3 jaar ter beschikking gesteld uit het Afvalfonds

Verpakkingen voor inzameling en recycling van deze stroom. Het merendeel van gemeenten is al gestart met de

inzameling ervan. De ketenpartijen zitten in een leerfase en kunnen de inzameling en recycling van drankenkartons

nog verder optimaliseren. In 2016-2017 wordt een evaluatie uitgevoerd naar de ketenrendement, ketenkosten,

draagvlak bij burgers, milieuwaarde en kosteneffectiviteit. Dit alles om optimalisaties te vinden voor structurele

inzameling van drankenkartons.

De evaluatie moet inzicht geven in de mogelijkheden voor het optimaliseren van de inzameling van drankenkartons. Na evaluatie van de huidige periode wordt binnen dit project ook nagegaan wat mogelijke optimalisaties zijn als input voor besluitvorming.

Budgetindicatie maximaal €800.000

Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 5: inzamelen drankenkartons

1.8. Project: Onderzoek naar uitbreiding van de (financiële) producentenverantwoordelijkheid

Het gemiddelde percentage kunststof niet-verpakkingen (KNV) in gesorteerde kunststofproducten ligt tussen 8,3

en 11,3 massaprocent. Dit bestaat uit een breed scala aan artikelen. De belangrijkste categorie is ‘consument

goederen’ (37%). De categorie ‘consument goederen’ bestaat uit een verzameling van niet branche-specifieke

objecten. Diverse zakken en zakjes vormen hierin de absolute hoofdmoot (93%). Denk hierbij aan systeemeigen

inzamelzakken, huisvuilzakken, pedaalemmerzakken, lunchzakjes en diepvrieszakjes. Andere belangrijke

categorieën (met een aandeel van grofweg 10% ) zijn huishoudelijke artikelen, doe-het-zelf en wonen, elektronica

en speelgoed.

Ook in het zwerfafval is deze vermenging van verpakkingen en niet verpakkingen terug te vinden. Zo vallen

sigarettenpeuken en kauwgom bijvoorbeeld buiten de categorie verpakkingen. Een onderzoek naar de

mogelijkheden om producentenverantwoordelijkheid ook in financiële zin uit te breiden is gezien bovenstaande

gewenst. Het onderzoek richt zich op de juridische en praktische mogelijkheden. Dit onderdeel van het onderzoek

valt eigenlijk onder cluster 2, maar wordt om pragmatische redenen ondergebracht in dit project binnen cluster 1.

In het publiek Kader huishoudelijk afval (ondertekend door IenM, NVRD en VNG) staat dat ‘nadere marktordening

gevraagd is voor invulling van het principe dat de vervuiler betaalt’ en dat ‘waar mogelijk zal de producenten-

Page 14: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

14

verantwoordelijkheid worden uitgebreid en de consument directer zal worden aangesproken op en belast zal

worden naar de geleverde hoeveelheid afval.’ Dit onderzoek sluit goed op dit beleidsdocument aan.

Budgetindicatie maximaal €300.000

Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 4: inzameling kunststof en punt 6 landelijke aanpak

zwerfafval en sluit aan op kamerbrief van 18 juni 2015 betreffende Versterking uitvoering

Raamovereenkomst Verpakkingen en afhandeling openstaande moties en toezeggingen.

1.9. Project: Verhogen inzameling verpakkingsafval bij bedrijven en instellingen

De inzameling van verpakkingsafval bij burgers is via gemeenten geregeld, financieel ondersteund vanuit het

verpakkende bedrijfsleven en daarmee (redelijk) eenduidig uitgerold. Dit geldt niet voor de inzameling van dezelfde

verpakkingen bij bijvoorbeeld scholen, festivals, kantoren, winkels, overheden en overheidsbedrijven. Door een

aantal belemmeringen is er nog veel winst te behalen rond de inzameling van allerlei verpakkingen bij deze

bedrijven en instellingen. De belemmeringen (financieel, wet/regelgeving, kennis, …) die de verbetering van de

afvalscheiding en recycling van verpakkingen bij deze bedrijven en instellingen in de weg staan worden in kaart

gebracht. Op basis hiervan worden mogelijke maatregelen geformuleerd om deze belemmeringen weg te nemen

en verschillende pilots ingericht om deze belemmeringen op te heffen en om te buigen tot het gewenste resultaat.

Het tijdelijk financieren van een onrendabele top voor specifieke doelgroepen behoort daarbij ook tot de

mogelijkheden. Ook het stimuleren van icoonprojecten op aansprekende locaties is een belangrijk middel om

burgers meer inzicht te geven in de mogelijkheden van afvalscheiding en recycling, ook bij bedrijven.

Doelen:

- Adequaat inzicht in belemmeringen en mogelijke maatregelen voor het inzamelen en recyclen van deze

verpakkingen.

- Inrichten en uitvoeren pilots en icoonprojecten.

Budgetindicatie €500.000, waarvan maximaal € 100.000 voor het in kaart brengen van de belemmeringen

en mogelijke maatregelen.

Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst: punt 2 (efficiency en maatschappelijke kosten kunststof

inzameling).

1.10. Project: verminderen van het gebruik van PET-trays en verbeteren van inzameling en recycling

De afgelopen periode liet zowel groei zien van de totale stroom aan ingezameld kunststof verpakkingsafval bij

huishoudens, als veranderingen in de samenstelling ervan. Bijvoorbeeld door een sterke toename van PET-trays.

Inmiddels maken technologische ontwikkelingen het mogelijk om nieuwe kunststof mono-stromen uit het

huishoudelijk verpakkingsafval te sorteren en te recyclen. Tot nu toe sorteerden gemeenten en sorteerders deze

nieuwe stromen echter niet uit, omdat er geen kwaliteitseisen voor beschikbaar waren.

Om hier verandering in te brengen heeft het KIDV onderzocht welke kunststofstromen die bij huishoudens worden

ingezameld extra kunnen worden uitgesorteerd. Hieruit kwamen PET-trays, MPO en PS als de meest kansrijke

stromen naar voren. Voor PS bleek een huidige DKR-norm voorhanden (DKR 331). Voor PET-trays en MPO bleek

dit niet het geval. Hiervoor heeft het KIDV samen met sorteerders en recyclers nu de twee nieuwe specificaties

opgesteld. Dit biedt mogelijkheden om de stromen verder uit te sorteren.

Doelen:

Page 15: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

15

- Adequaat inzicht in belemmeringen en mogelijke maatregelen voor het inzamelen en recyclen van deze

verpakkingen, ook inzicht in de mogelijkheden om het gebruik van PET-trays te verminderen. Het

ondersteunen van innovatieve recyclingtechnieken en pilotprojecten hoort daar bij. - Onderzoek doen naar beleidsinstrumenten om het gebruik van PET-trays te verminderen door preventie

en uitfaseren van onrecyclebare verpakkingen als PET-trays.

Budgetindicatie €500.000

Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst: punt 2 (efficiency en maatschappelijke kosten kunststof

inzameling), punt 7 (verduurzamingsagenda verpakkingen) en punt 9 (Verpakkingsontwerp).

2. Cluster 2: Stimulering van verduurzaming van verpakkingen

De organisaties in dit cluster zijn brancheorganisaties van producenten en importeurs (zoals FNLI en

CBL),Kennisinstituut Duurzaam Verpakken, Nedvang en NVRD.

2.1. Project: Kunststofketenonderzoek Momenteel voert het KIDV op verzoek van de Raamovereenkomstpartijen een onderzoek uit naar de kunststofketen. Deze keten moet zowel voor het grondstofgebruik als vanuit economisch perspectief beter gesloten worden. De inzameling van kunststof bij huishoudens heeft sinds 2007 een vlucht genomen. De kosten van inzamelen, sorteren en recyclen wegen echter niet op tegen de prijs die voor het granulaat wordt gegeven. Het onderzoek brengt de financiële en niet-financiële prikkels in de keten in kaart. Daarnaast wordt onderzocht hoe de kwaliteit van het granulaat omhoog kan, hoe wij van een aanbod- naar een vraaggestuurde markt kunnen komen en hoe de verschillende inzamelsystemen zich tot elkaar verhouden. Dit onderzoek omvat de gehele kunststof-stroom (verpakkingen/niet-verpakkingen ingezameld door gemeenten, bedrijfsafval en huishoudelijk afval).

Budget aanvraag: maximaal €1.100.000 (€500.000 eenmalig en 3 jaar € 200.000) Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 2: efficiency en maatschappelijke kosten kunststof

inzameling

2.2. Project: Inventarisatie niet te recyclen verpakkingen Er wordt via diverse kanalen meer en meer gecommuniceerd richting burgers over de mogelijkheden om via

afvalscheiding de hoeveelheid huishoudelijk restafval te verminderen en meer grondstoffen beschikbaar te krijgen

voor recycling en/of de circulaire economie. Dit biedt veel kansen om de inzamelresultaten en de hoeveelheid

recycling van ook verpakkingen te verbeteren. Echter het leidt ook tot bedreigingen. Uit de vele projecten die

lopen/gelopen hebben blijkt keer op keer dat burgers al hun verpakkingen willen laten recyclen, maar dat het niet

begrepen wordt dat de ene wel mag en de andere niet. Dit leidt vervolgens tot het “vervuilen” van wel te recyclen

stromen en een afname van de motivatie tot scheiden. Om goed inzicht te krijgen in deze problematiek wordt op

diverse plekken in de keten onderzocht en geanalyseerd om welke verpakkingen het gaat. Daarbij gaat het

bijvoorbeeld om het analyseren van huishoudelijk restafval, de fractie niet te recyclen kunststoffen bij

kunststofsorteerders, bij de verwerking van gft-afval (voor bijvoorbeeld biologisch afbreekbare verpakkingen) of

bij sorteerders van papier en karton. Onderzoek van het huishoudelijk restafval leidt ook tot inzichten welke

verpakkingen vaak nog ten onrechte in het restafval achterblijven.

Op basis van de resultaten kunnen vervolgens per situatie maatregelen geformuleerd worden om de betreffende

verpakkingen uit te faseren, dan wel de afvalscheiding en recycling te stimuleren / verbeteren.

Budgetindicatie: € 300.000. Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst: punt 4 (kwaliteit deelstromen kunststof), punt 7

(verduurzamingsagenda verpakkingen) en punt 9 (verpakkingsontwerp).

Page 16: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

16

2.3. Project: Uitvoering en monitoring brancheverduurzamingsplannen

Om de nieuwe aanpak van brancheverduurzamingsplannen tot een succes te laten worden, is een goede monitoring van essentieel belang. Dit omdat (a) we zicht willen hebben op de impact van de maatregelen uit de verduurzamingsplannen en (b) het ministerie deze gegevens nodig heeft in haar verantwoording aan de Tweede Kamer. De extra financiële bijdrage is bedoeld voor het opzetten van een efficiënte en effectieve methodiek en om extra ondersteuning te geven aan branches om de juiste gegevens te produceren.

Budget aanvraag: maximaal € 700.000 Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 8: branche-verduurzamingsplannen

2.4. Project: Brancheverduurzamingsplannen - opstellen hoogst haalbare doelen voor branches zonder BVP

Voor die branches, die niet leveren of geen goedgekeurd plan hebben en waarvoor het KIDV hoogst haalbare doelen moet opstellen, kan voor de komende jaren een bijdrage worden toegekend. Als uitgangspunt hiervoor is genomen dat gedurende 2017-2018 er per jaar maximaal voor acht branches door het KIDV hoogst haalbare doelen moeten worden opgesteld. Geschat wordt dat dit met extern onderzoek € 50.000 per branche kost. De hoogst haalbare doelen die dan worden opgesteld, worden aangeboden aan de Raamovereenkomstpartijen en kunnen in beleid worden opgenomen.

Budget aanvraag: maximaal € 400.000 Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 8: branche-verduurzamingsplannen

2.5. Project: Design for recycling

Design for recycling staat in de verpakkingsindustrie nog redelijk in de kinderschoenen. Om tot een betere

afstemming te komen tussen ontwerp en recycling zijn aanvullend onderzoek en voorlichting noodzakelijk.

Design for recycling wordt zichtbaar versterkt in de breedte door een samenhangende aanpak middels vier pijlers:

1. Het ontwikkelen van een curriculum voor verpakkingsopleidingen

In samenwerking met de hogeschool Leeuwarden, design academy Eindhoven en hogeschool Den

Bosch/Den Haag, in samenwerking met UTwente, waar nu verpakkingsopleidingen zijn opgenomen,

wordt een curriculum worden opgezet voor design for recycling. Nederland zou hiermee het eerste land

zijn, dat hier op deze manier mee aan de slag gaat, maar gezien het Europese programma “closing the

loop” wordt dit ook voor de rest van Europa belangrijk.

2. Ondersteuning van bedrijfsleven met behulp van een tool ‘design for recycling in packaging’

De tool wordt ontwikkeld samen met senior packaging ontwerpers, relevante opleidingen en partners in

keten(consumenten, reyclers, afvalinzamelaars en –sorteerders), zodat designers er in hun dagelijkse

praktijk gebruik van kunnen maken. Tevens is de tool geschikt voor inkopers, marketeers en

bedrijfskundigen.

3. In kaart brengen en verspreiden van lessons learned.

Analyse van "meldpunt verpakkingen", icoonprojecten en design for recycling in andere vakgebieden.

4. In het zonnetje zetten van icoonprojecten en actief stimuleren ontwikkeling

Voor bedrijven wordt een verkiezing uitgeschreven om circulaire (afvalloos) productverpakkings-

combinaties in het zonnetje te zetten. De icoonprojecten zijn een goede trekker voor brede media

aandacht. Voor studenten wordt een jaarlijkse challenge/wedstrijd ontwikkeld met deelname van

meerdere opleidingen.

Voor de extra werkzaamheden is extra budget nodig van € 250.000 op jaarbasis nodig, voor de

eerstkomende 3 jaren. Daarmee kan dan heen stevige start mee worden gemaakt met een brede basis

Page 17: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

17

voor design for recycling, waarna het door meerdere stakeholders in de budgetten kan worden

overgenomen.

Budget aanvraag: maximaal €1.350.000 (€200.000 per jaar over een periode van 3 jaar voor actie 1 en €250.000 voor de overige acties)

Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 9: verpakkingsontwerp

2.6. Project: Internationale Wikipedia Momenteel zet het KIDV met een Belgische organisatie (Valipack) de eerste stappen om hiertoe te komen. De

achterliggende gedachte is dat door het beschikbaar stellen van accurate kennis, bedrijven zelf sneller stappen

kunnen zetten op weg naar een circulaire economie. Nederland is een trekker van het proces van verduurzaming

bij verpakkingen. Door het extra budget zal het systeem sneller in de lucht zijn en kunnen bedrijven er sneller

gebruik van maken. Het zal ook katalyserend werken voor andere internationale partners, omdat het makkelijker

is bij een reeds werkend systeem aan te sluiten, dan bij een idee over een systeem. Uiteindelijk worden de kosten

door de diverse Europese organisaties voor een groot gedeelte overgenomen en kan de rest uit het reguliere budget

van het KIDV worden gefinancierd.

Budget aanvraag: maximaal €500.000 (€200.000 eenmalig en 3 jaar € 100.000) Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 7: De verduurzamingsagenda verpakkingen

2.7. Project: Meten circulariteit in de verschillende verpakkingsmateriaalketens

Om de ketens van verpakkingsmateriaal circulair te maken wordt in kaart gebracht op welke manieren de verschillende ketens gesloten kunnen worden (zowel op materiaal gebied als economisch), waar we nu staan, welke belemmeringen er zijn en welke stappen nog gezet moeten worden om dit te bereiken. Hiermee willen wij komen tot een beeld van de toekomst van een materiaalketen. Dit geeft een basis voor de verduurzaming van een materiaalketen op de lange termijn en een bestendige visie om te komen tot steeds betere productie, inzameling en verwerking van verpakkingen. In het kunststofketenonderzoek wordt dit meegenomen, maar voor de vier andere materiaalsoorten (papier en karton, hout, metaal en glas) is aanvullend budget nodig.

Budget aanvraag: maximaal €300.000 (3 jaar €100.000) Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 7: De verduurzamingsagenda verpakkingen

3. Cluster 3: Bevorderen duurzaam consumentengedrag omtrent aanschaf, gebruik en afdanken van

verpakkingen

De organisaties in dit cluster zijn Rijkswaterstaat/Gemeente Schoon, Nederland Schoon, Stichting Afvalfonds

Verpakkingen en VNG.

3.1. Project: Versterken van duurzaam gedrag om beter te scheiden én zwerfafval te bestrijden – doorontwikkeling Recyclemanager

In 2013 is Recyclemanager app ontwikkeld door verscheidene producentenverantwoordelijkheid-organisaties. Er zijn nu ongeveer 100 gemeenten die in meer of mindere mate gebruik maken van deze app om hun inwoners te informeren over het beter scheiden van hun afval, onder meer door informatie te verschaffen over inzamellocaties (locaties inzamelcontainers, milieustraten, brengpunten e-waste en batterijen, etc.) en ophaaldata (afvalkalender). De app heeft een goede gebruikersbasis en is nu aan een volgende fase toe. Met Milieucentraal, dat nu al de contacten verzorgt met gemeenten en gebruikers, wordt gesproken over de overdracht van de app.7 De producentenverantwoordelijkheidsorganisaties blijven dan wel bijdragen (financieel en als sponsor), maar in

7 Milieucentraal is een onafhankelijke voorlichtingsorganisatie over duurzaam leven, gestart in 1998 op initiatief van de toenmalig ministerie van VROM

Page 18: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

18

mindere mate dan nu. De exploitatie van de app door Milieucentraal zal door deze en evt. andere door Milieucentraal te realiseren bijdragen gedekt moeten worden. Voor deze overdracht en de doorontwikkeling is een eenmalige investering nodig.

Budgetindicatie: maximaal € 400.000 Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 10: Duurzaam gedrag t.b.v. inzameling en bestrijden

zwerfafval

3.2. Project: Opschaling Schoon Belonen (bestrijden zwerfafval en inzameling PET-flesjes en blikjes met maatschappelijke organisaties):

Vanaf begin 2016 is vanuit de initiatiefnemers de VNG, het Afvalfonds Verpakkingen en stichting Natuur & Milieu

de pilot ‘Schoon belonen’ gestart om tijdens een periode van 2 jaar verschillende systemen te testen voor het

bestrijden van zwerfafval en de aparte inzameling van kleine PET-flesjes en blikjes bij gemeenten in samenwerking

met maatschappelijke organisaties. Hier doen nu al 83 gemeenten aan mee, die samen circa 3 miljoen inwoners en

2600 maatschappelijke organisaties (zoals sportverenigingen, scholen, buurthuizen, kerken en kinderboerderijen)

actief bij de pilot willen betrekken. Onderdeel van het opschalen is ook het inzetten van gedragsdeskundigheid. In

2017 kunnen in de derde ronde nog meer gemeenten van start. Het doel is om vanaf 1 januari 2018 aanvullend op

de pilot succesvolle systemen landelijk uit te rollen. De eerste resultaten van de pilot worden eind 2016 verwacht.

Er is aanvullend budget nodig voor de twee opschalingsstappen in 2017 en 2018.

Budgetindicatie: maximaal € 5.000.000 Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 3: Pilots inzameling flesjes en blikjes met

retourpremie

3.3. Project: Landelijke aanpak zwerfafval; opzetten nieuwe Schoon-organisatie Met de landelijke aanpak zwerfafval wordt gewerkt aan een verbrede en versterkte aanpak van zwerfafval in

Nederland. Belangrijk onderdeel daarvan is te komen tot één slagvaardige en breed gedragen landelijke

organisatie die zorgt voor de uitvoering, partijen bij elkaar brengt, zorgt voor afstemming en samenwerking en

kennis deelt. Dit betekent het samenvoegen van bestaande organisaties die betrekking hebben op zwerfafval om

kennis te bundelen.

De nieuwe Schoon organisatie biedt een optimaal palet aan kennis en activiteiten om het zwerfafvalgedrag van

Nederlanders duurzaam te beïnvloeden. Alle organisaties die een belang hebben in het voorkomen van zwerfafval

worden verbonden en werken samen aan een schoon land zonder zwerfafval. De activiteiten worden gericht op

activatie en kennisdeling. Activatie betekent andere partijen inspireren, aanzetten tot actie, faciliteren en

ondersteunen in de uitvoering. Kennisdeling is gericht op wetenschappelijke kennis over gedragsbeïnvloeding en

op het delen van praktijkkennis vanuit gemeenten. Onderdeel van het project is het uitvoeren van

beleidsvoorbereiding die nodig is voor een landelijke aanpak.

Budgetindicatie: maximaal €350.000 Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 6: landelijke aanpak zwerfafval

3.4. Project: Duurzaam gedrag t.b.v. inzameling en bestrijden zwerfafval Project: “Gedragsbeïnvloeding:

Versterken motivatie schoon gedrag” Er is in Nederland veel theoretische en praktische kennis ontwikkeld om gedrag te beïnvloeden, zoals o.a. teksten, aanwijzingen, afbeeldingen in de openbare ruimte. Dit wordt priming en nudging genoemd. Met priming en nudging wordt op positieve wijze geprobeerd mensen ertoe te bewegen om minder zwerfafval te veroorzaken, zonder boetes of positieve financiële prikkels. Op het vlak van zwerfafval wordt gewerkt bijvoorbeeld met tekstborden om bijplaatsing (het naast de prullenbak achterlaten van afval) te voorkomen. Dit heeft goede

Page 19: Plan van aanpak voor het besteden van resterende middelen ......De in de eerste ronde geïnventariseerde projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze dient ter indicatie voor

19

resultaten laten zien. Het zijn relatief goedkope aanpassingen die een groot en langdurig effect op gedrag kunnen hebben. Deze kennis wordt in de praktijk nog maar beperkt toegepast. Concreet levert dit project materiaal voor gedragsbeïnvloeding op dat gebruiksklaar is voor de openbare ruimte. Door middel van kennisbijeenkomsten, toolkits, sprekers op congressen en aansprekende digitale voorbeelden wordt de kennis gedeeld. De middelen (bordjes, posters etc) moeten voor gemeenten bijvoorbeeld via een webshop te bestellen zijn en makkelijk inzetbaar zijn. Door wetenschap, praktijk (o.a. pilots) en beleid aan elkaar te koppelen kunnen deze gedragsbeïnvloedingsmaatregelen verder worden uitgerold.

Budgetindicatie: maximaal €350.000 Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 10: Duurzaam gedrag t.b.v. inzameling en bestrijden

zwerfafval

3.5. Project: Landelijke aanpak zwerfafval Project: Versterken beleidsbasis “Meten = weten” Het meten van de “schoonheid” van de omgeving en deze weergeven in schoonscores is een belangrijk middel voor het sturen van het ‘schoonbeleid’. De landelijke monitoring door Rijkswaterstaat levert jaarlijks zeer bruikbare gegevens. Daarnaast wordt er door gemeenten en provinciën gemeten. In het project Meten = Weten kunnen een aantal verbeterpunten worden aangepakt waardoor zwerfafval nog efficiënter kan worden gemonitord. Door middel van benchmarking wordt er inzicht gegeven in de verschillende schoonniveaus van gemeenten. Door onderlinge vergelijking en uitwisseling van best practices tijdens bijeenkomsten biedt de benchmark aanknopingspunten voor een meer effectief en efficiënt beheer van openbare ruimte. Het gaat om positieve stimulering door middel van Naming & Faming. Een ondersteuning is gevraagd in de kosten voor onder andere de opzet van een landelijk benchmarkstructuur, een systeem om het te beheren, het verzamelen van lokale gegevens, het op maat adviseren van gemeenten, kennisbijeenkomsten etc. Daarnaast om de circulaire economie rond te krijgen is het van belang om de hoeveelheid van specifieke product-/materiaalgroepen te meten. Er is behoefte aan informatie over de samenstelling en de omvang. Zo kan vast worden gesteld welke grondstoffen verloren gaan.

Budgetindicatie: maximaal €900.000 (€750.000 eenmalig en 3 jaar € 50.000) Project volgt op onderdeel van de 10-puntenlijst Punt 6: landelijke aanpak zwerfafval