PINKSTER BIJBELSCHOOL BRAZILIË · spreekwoorden voorzien heeft om ons te waarschuwen om niet al te...

8
pbb nieuwsbrief PINKSTER BIJBELSCHOOL BRAZILIË © Stichting PBB 2017 pinksterbijbelschool.nl 1 Een studie van de pastorale brieven De tranen van Timotheüs (deel 1 / 2) 2 Camilla en Felipe Levens Door Camilla Flach (deel 1 / 2) 3 Project voor een nieuwe auto Door Nathanael Flach 45e jaargang, 4e kwartaal 2017, www.pinksterbijbelschool.nl, www.facebook.com/pinksterbijbelschool Foto: Nieuwe Auto! Helpt U mee? ISSN: 1384-315x Kerstgroet Door Corrie Flach 4 Van de penningmeester Door Johan Van Otterloo 5

Transcript of PINKSTER BIJBELSCHOOL BRAZILIË · spreekwoorden voorzien heeft om ons te waarschuwen om niet al te...

Page 1: PINKSTER BIJBELSCHOOL BRAZILIË · spreekwoorden voorzien heeft om ons te waarschuwen om niet al te veel verwach-tingen te koesteren, wat betreft dankbaar - heid voor onze aangeboden

pbb nieuwsbriefP I N K S T E R B I J B E L S C H O O L B R A Z I L I Ë

© Stichting PBB 2017 pinksterbijbelschool.nl

1 Een studie van de pastorale brievenDe tranen van Timotheüs (deel 1 / 2)

2 Camilla en Felipe LevensDoor Camilla Flach (deel 1 / 2)

3 Project voor een nieuwe autoDoor Nathanael Flach

4 5 e j a a r g a n g , 4 e k w a r t a a l 2 0 17, w w w . p i n k s t e r b i j b e l s c h o o l . n l , w w w . f a c e b o o k . c o m / p i n k s t e r b i j b e l s c h o o l

F o t o : N i e u w e A u t o ! H e l p t U m e e ?

ISSN: 1384-315x

KerstgroetDoor Corrie Flach4

Van de penningmeesterDoor Johan Van Otterloo5

Page 2: PINKSTER BIJBELSCHOOL BRAZILIË · spreekwoorden voorzien heeft om ons te waarschuwen om niet al te veel verwach-tingen te koesteren, wat betreft dankbaar - heid voor onze aangeboden

2

Als Paulus op de hoogte komt van de tra-nen van Timotheüs, komt er een groot verlangen in hem op om hem te ontmoe-ten. Maar, vreemd genoeg, niet met het voornemen om Timotheüs op te vrolijken, maar om zelf de blijdschap van de Heer te ervaren: “Wanneer ik aan uw tranen denk, verlang ik er vurig naar u te zien, om met blijdschap vervuld te worden” (2 Tim. 1:4 – HSV). Als je over de woorden van Pau-lus nadenkt, moet je toegeven dat hij nog gelijk heeft ook. Zo functioneert het! Als er ook maar het minste verlangen in ons opkomt om anderen te helpen, en als we bovendien een boodschap van God voor ze hebben, is dat onmiddellijk een bron

van vreugde. Er bestaat niets heerlijkers dan de scheppende kracht van Gods Woord in werking te zien, en dat het Leven door ons heen naar anderen toe-

stroomt, tot versterking van hun geloof. Zolang we onze hulp aan anderen uit de wijsheid van Gods Woord putten, zullen we daar grote vreugde door ervaren, onaf-hankelijk van de verdere resultaten! Hangt onze blijdschap daarentegen af van allerlei onmiddellijke, zichtbare resultaten, en be-staat onze hulp uit psychotherapeutische pogingen om neerslachtigen op te beu-ren, dan zullen onze inspanningen zeker op teleurstellingen uitlopen. Want mensen die geholpen worden, zonder dat hun hart verandert, nemen doorgaans de houding aan dat we, ondanks al onze moeite, hun toch nog sterk tekort gedaan hebben. Vaak beantwoordt onze pastorale hulp niet aan hun verwachtingen. Op z’n hoogst zijn ze tevreden zolang ze op ons kunnen leunen. Maar zodra ze op eigen benen verder moeten, worden hun tranen weer net zo overvloedig als voorheen. En op het moment dat ze minder aandacht krijgen, worden ze verontwaardigd en voelen ze zich in de steek gelaten. Maar daar laat een dienaar van God zijn blijdschap niet door overschaduwen. Want Jezus zei, dat als je iets voor mensen doet in Zijn naam,

en mochten ze niets terug doen, dan zal je worden terugbetaald bij de opstanding der rechtvaardigen (Luc. 14:12-14). Dat is veel glorieuzer dan succes!

We moeten er in ieder geval niet te vast op rekenen dat mensen erg dankbaar zul-len zijn met de hulp die ze ontvangen. In veel gevallen zal het tegendeel waar zijn! De meesten zullen denken dat we niet meer doen als onze plicht. En paradoxaal, zijn vaak degenen die de meeste aandacht kregen, de meest ontevredenen onder ons. Let maar op! Bovendien bestaan er heel wat Mefibofets die aan tafel mee-eten, maar later tegen hun weldoeners samen-zweren (2 Sam. 9:11-13, 16:3-4). Wat dat betreft kunnen we nog heel wat leren van de volkswijsheid, die ons in alle talen van spreekwoorden voorzien heeft om ons te waarschuwen om niet al te veel verwach-tingen te koesteren, wat betreft dankbaar-heid voor onze aangeboden diensten:“Wanneer men zelfs zijn dienst aanbiedt.Al is het veel, men acht het niet.”“Save a stranger from the sea and he’ll turn your enemy.” “Angebotener Dienst ist halb umsonst.““Le service offert sent mauvais.“

Ondanks de negatieve kanten ervan, zijn dienende christenen altijd vrolijke men-sen. In ieder geval zolang ze de wil van God doen, in overeenstemming met wat de Schrift zegt. Maar helaas gebeurt het vaak dat men de zwakken op een verkeer-de manier probeert te helpen. Onbijbelse pastorale begeleiding is er de oorzaak van dat er in de gemeenten, naast de mensen die nooit groeien tot geestelijke volwas-senheid, ook nog gestreste voorgangers

zijn. Niet alleen velen die hulp ontvingen, maar ook zij die ze gecoacht hebben, blij-ken achteraf teleurgestelde mensen van-wege hun vruchteloze inspanningen.

Dat stemt echter niet overeen met wat de Schrift leert over de genadegaven en be-dieningen. Paulus zei: “Maar door de ge-nade Gods ben ik, wat ik ben, en zijn gena-de aan mij is niet vergeefs geweest, want ik heb meer gearbeid dan zij allen, doch niet ik, maar de genade Gods, die met mij is”(1 Kor. 15:10). Dat betekent dat je, zo-lang je de mensen helpt vanuit de genade die in je werkzaam is, nooit gestrest wordt en nog minder gedeprimeerd vanwege het uitblijven van zichtbare resultaten. De genade Gods in ons stelt ons in staat om veel meer te doen dan alle anderen, zon-der dat we uitgeput raken. Maar dan moe-ten we de mensen niet gaan helpen vol-gens eigen zienswijze, of in eigen kracht. Want de heilige Geest stroomt alleen door ons heen zolang we de Heer gehoorzaam zijn (Hand. 5:32), ook waar er sprake is van pastorale begeleiding. Dit voor ogen hou-dend, bevreemdt het ons niet dat Paulus al met blijdschap vervuld was, alvorens hij Timotheüs had ontmoet en voordat de

resultaten van zijn ontmoeting met hem zichtbaar werden. Daartegenover staat dat stress in het pastoraat ontstaat als werkers twee dingen niet geleerd hebben: In de eerste plaats, als ze iets willen doorgeven aan anderen, wat ze eerst niet van de Heer ontvangen hebben: “Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om niet” (Mat. 10:8b). Ten tweede: Als ze hun charisma willen ge-bruiken om de mensen te verlossen van hun omstandigheden, in plaats van te fo-

H e t w o o r d v o o r a f d o o r H e n k d e C o c k

EEn studiE van dE pastoralE briEvEn (DEEL I/II)

Maar dan moeten we de mensen niet gaan helpen volgens eigen zienswijze, of in eigen

kracht

Page 3: PINKSTER BIJBELSCHOOL BRAZILIË · spreekwoorden voorzien heeft om ons te waarschuwen om niet al te veel verwach-tingen te koesteren, wat betreft dankbaar - heid voor onze aangeboden

3

cussen op mentaliteitsverandering.

Dat functioneert nooit! Want in het leven is het nu eenmaal zo: als er één probleem is opgelost, staan er al weer een paar gro-tere voor de deur. Want de gehele we-reld waarin we leven, ligt in het boze en dat wordt nog erger naarmate we naar de eindtijd toegaan. Om mensen te helpen, is het niet altijd noodzakelijk dat hun situatie verandert. Maar in alle gevallen, als we wil-len dat er een bevrijding plaats vindt, is het noodzakelijk dat de mensen zelf verande-

ren, en dat gebeurt alleen als ze, in plaats van op hun zorgen, zich op Jezus gaan fo-cussen! Paulus was vol blijdschap, alleen al vanwege het feit dat hij Timotheüs in zijn tranen kon helpen. Maar hoe de reactie van Timotheüs zou zijn, dát moest hij nog maar afwachten. Dat hing er van af of hij de focus van Timotheüs’ aandacht op Jezus zou kunnen vestigen, in plaats van op zijn verdriet. Want pastorale hulp heeft niet als hoofddoel om de omstandigheden van de mensen te veranderen. Dat zal in veel ge-vallen onmogelijk zijn, zoals bijvoorbeeld in sterfgevallen, of tijdens geloofsver-volgingen. Dan zullen de mensen in hun strijd genoegen moeten nemen met: “Mijn genade is u genoeg” (2 Kor. 12:9). Geluk-kig ontstaan nieuwe hoop en levenskracht niet door verandering van onze situatie, maar door vernieuwing van denken (Rom. 12:2). Want onze gemoedstoestand is een bijproduct van waar we onze gedachten op richten! Mensen hoeven niet eens door grote moeilijkheden te gaan om depri te worden; dat worden ze al door negatieve veronderstellingen. Maar zodra ze hun ge-dachten richten op Jezus en ze een beslis-sing nemen om Hem groot te maken, zal hun ziel daar meteen op reageren. Luister maar naar het dialoog van de Korachieten met hun eigen ziel: “Hieraan wil ik denken en mijn ziel in mij uitstorten: hoe ik optrok in de dichte drom, voor hen uit schreed naar Gods huis, bij jubelklank en lofge-zang – een feestvierende gemeente. Wat buigt gij u neder in mij, en zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven”(Psalm 42:5-6). Om verdriet te ver-

werken, moet je in de eerste plaats ‘leren’ – de Psalm is immers een leerdicht – om je ogen te richten op de vreugde die er te beleven valt in een ontmoeting met God, zodat je Hem weer gaat zien, ondanks je moeilijkheden. En dan beleef je dat Hij er nog steeds is! Ja, Hij is er altijd geweest (Mat. 28:20)! Zodra iemand zijn gedachten op de Heer richt, en op één lijn brengt met Gods Woord, komt de ziel mee! En, laten we eerlijk zijn, we hebben veel meer reden tot dankbaarheid dan om ons een slacht-offer te voelen van allerlei tegenslagen.

Paulus was de juiste persoon om Timo-theüs te helpen in zijn verdriet. Want hij was zelf iemand die zich nooit van zijn blijdschap had laten beroven door aller-lei beproevingen, zoals: vervolging, nijd, twist, gevangenschap, schipbreuk, ste-niging, onrecht, ontrouw, en ga zo maar door. Hij had besloten om zich altijd, on-der alle omstandigheden, te verblijden. Want hij was er zeker van dat hij in geen enkel opzicht beschaamd zou staan en dat Jezus grootgemaakt zou worden, hetzij door zijn leven, hetzij door zijn dood (Fil. 1:13-20). Het is daarom van groot belang om acht te slaan hoe hij, vanuit zijn per-soonlijke ervaringen, Timotheüs op een efficiënte manier kon helpen in zijn ver-driet. Toen Paulus op de hoogte kwam van Timotheüs’ tranen, was dat voor hem een reden tot blijdschap, vanwege de unieke gelegenheid om deze jonge dienaar van de Heer op een paar essentiële geestelijke principes te wijzen. Hoewel de relatie van een geestelijke vader met zijn ‘waar kind in het geloof’ (1 Tim. 1:2) zeker een delicate kwestie is, die bij Paulus ook erg gevoelig heeft moeten liggen, heeft hij hem geen enkele hoop gegeven op vermindering van moeilijkheden. Wel heeft hij hem drie duidelijk richtlijnen gegeven over de ge-steldheid van zijn hart, die noodzakelijk zijn om tegenslagen en verdriet te kunnen verwerken, zoals het een kind van God be-taamt:

1. Ongeveinsd geloof uitoefenen; 2. De gave Gods in je aanwakkeren; 3. Klaar staan om te lijden ten behoeve

van het evangelie.

In de eerste plaats, herinnerde hij Timo-theüs eraan dat hij van kinds af aan van zijn grootmoeder en moeder geleerd had om te wandelen in ongeveinsd (= eerlijk, oprecht, onvervalst) geloof (2 Tim. 1:5). Dat is een geloof dat niet uit de werkelijkheid wegvlucht, om zijn toevlucht te zoeken in allerlei vruchteloze mystieke belevenis-sen. Geloof is een schild waarmee we alle (!!!) brandende pijlen van de boze kunnen uitdoven (Efez. 6:16). Ongeveinsd geloof heeft niets te maken met veelbelovende voorspellingen, die ons voorhouden dat het ooit beter zal worden en dat Satan zal stoppen met het afvuren van zijn giftige pijlen. Het tegendeel is waar! Hoe meer we geestelijk groeien, hoe meer brandende pijlen er op ons af zullen vliegen!

Noch moeten we aan de mensen de in-druk geven dat het de plicht is van pas-torale werkers om hun hele leven lang als schild voor anderen te functioneren. Pas-toraat is alleen goed om mensen door een crisis heen te helpen! We weten allemaal dat het eerste wat moet gebeuren, na-dat een kind ter wereld is gebracht, het doorknippen van de navelstreng is, zo-dat het een zelfstandig leven kan ontwik-kelen. Pas daarna kunnen ouders starten met voeden en opvoeden. Bij geestelijke vaders en moeders functioneert het pre-cies zo! Ze kunnen hun ‘waar kind in het geloof’ niet beschermen tegen de aan-vallen van Satan, door middel van ‘navel-streng-pastoraat’. Wie dat probeert, be-oogt geen bevrijding, maar is op zoek naar volgelingen om te coachen. Dan gebeurt hetzelfde als met de baby, zolang hij met de navelstring aan zijn moeder verbonden is: zijn longen blijven dichtzitten. Een in-dringerig, manipulerend en langdurig pas-toraat belet de mensen om zelf de heilige Geest in te ademen. Goed pastoraat zorgt er echter voor dat mensen bekwaam wor-den voor de geestelijke strijd door zelf de ‘wapenrusting Gods’ aan te doen. En God geeft ons niet Zijn wapenen, om Zich daar-na terug te trekken. Het zijn de wapenen waarmee Hij Zelf, door de heilige Geest die in ons woont, ten strijde trekt tegen de tegenstanders. In onze strijd in de hemel-se gewesten komt God Zelf tussenbeide met Zijn pantser: “Maar de Heer zag het en het was kwaad in zijn ogen, dat er geen

Geloven is altijd reden tot blijdschap, hoe zwaar de strijd ook is

Page 4: PINKSTER BIJBELSCHOOL BRAZILIË · spreekwoorden voorzien heeft om ons te waarschuwen om niet al te veel verwach-tingen te koesteren, wat betreft dankbaar - heid voor onze aangeboden

recht was. Hij zag, dat er niemand was, en Hij ontzette zich, omdat niemand tus-senbeide trad. Toen bracht zijn arm Hem hulp en zijn gerechtigheid ondersteunde Hem; Hij bekleedde Zich met gerechtig-heid als met een pantser en de helm des heils was op zijn hoofd; Hij bekleedde Zich met wraak als met een gewaad en hulde Zich in ijver als in een mantel. Naar de daden zal Hij vergelden: grimmigheid aan zijn tegenstanders, vergelding aan zijn vijanden; aan de kustlanden zal Hij vergelding doen”(Jes. 59:15b-18).

Geloven is altijd reden tot blijdschap, hoe zwaar de strijd ook is (Jak. 1:2-4). Het is de overtuiging dat we, zolang we God liefhebben en deel uitmaken van Zijn eeuwig voornemen, altijd beter uit de strijd tevoorschijn zullen komen dan dat we er ingegaan zijn (Rom. 8:28). Het is bovenal de zekerheid dat God nooit lij-den in ons leven toelaat, intenser en voor een langere periode dan strikt noodzake-lijk is: “Verheugt u daarin, ook al wordt gij thans, ‘indien het moet zijn’, voor ‘korte tijd’ door allerlei verzoekingen beproefd, opdat de echtheid van uw geloof, kost-baarder dan vergankelijk goud, dat door vuur beproefd wordt, tot lof en heerlijk-heid en eer blijke te zijn bij de open-baring van Jezus Christus. Hem hebt

gij lief, zonder Hem gezien te hebben; in Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien, en gij verheugt u met een onuit-sprekelijke en verheerlijkte vreugde, daar gij het einddoel des geloofs bereikt, dat is de zaligheid der zielen” (1 Petr. 1:6-9).

Al we God toebehoren, staan de verdruk-kingen die we meemaken onder Zijn controle wat betreft: noodzaak, intensi-teit en tijdsduur. Het boek Openbaring garandeert dat zelfs in de eindtijd – wan-neer de aanvallen uit het rijk der duister-nis groter zullen zijn dan ooit tevoren – de verdrukkingen profetisch vastliggen, zowel wat betreft de manier waarop ze zullen plaatsvinden als de tijdsduur. Bij-voorbeeld: In Smyrna zou er een ver-drukking komen van 10 dagen (2:10); de pijniging door machten vanuit de put des afgronds, tijdens de vijfde bazuin, zal 5 maanden duren (9:5); het voorhof van Gods tempel en de stad er omheen zullen vertreden worden gedurende 42 maanden (11:2); het martelaarschap van de twee getuigen duurt 3½ dag (11:9-11); de gemeente zal zich 1260 dagen in

de woestijn verschuilen (12:6); het beest dat opkomt uit de zee krijgt macht voor 42 maanden (13:5); Satan wordt losgela-ten voor ‘korte tijd’, omdat het ‘noodza-kelijk’ is (20:3b). Als God geen soevereine controle zou uitoefenen over de geschie-denis, zouden deze tijdsaanduidingen onmogelijk zijn, zelfs in de gevallen waar deze getallen een symbolische waarde hebben!

Vervolgens wees Paulus Timotheüs erop dat we, als christenen, niet moeten focus-sen op onze moeilijkheden maar op de gave Gods die in ons is: “Om die reden herinner ik u eraan, de gave Gods aan te wakkeren, die door mijn handopleg-ging in u is” (2 Tim. 1:6). Een apostolische handoplegging beoogt geen oplossing van de moeilijkheden, maar de groei tot de mannelijke rijpheid en de maat van de wasdom der volheid van Chris-tus (Efez. 4:11-13). Bovendien hadden de gezamenlijke oudsten al voor Timotheüs gebeden, met handoplegging. En de pro-fetie die daarbij werd uitgesproken, had niets te maken met verlichting van de strijd, maar met de bevestiging van de gave Gods die in hem was (1 Tim. 4:14).

Timotheüs had ook naar voren kunnen komen voor gebed en handoplegging voor zijn gedurige ongesteldheden (1 Tim. 5:23). Ondanks dat Paulus zich ook daarover ongerust maakte, raadde hij hem alleen aan om een beetje meer wijn en wat minder water te drinken (omdat water in die tijd altijd besmet was). Even daarvoor had hij Timotheüs al geschre-ven dat we niemand overijld de handen moeten opleggen, om geen deel te heb-ben aan zijn zonden. “Houd je rein!”, zei hij tegen Timotheüs in dit verband (1 Tim. 5:22)! Want als er in de gemeente steeds maar zieken en zwakken naar vo-ren komen voor gebed, en we ze overijld de handen opleggen, zonder dat ze van plan zijn om de Heer te dienen, krijgen we een gemeente van het type ‘Sardes’. Allemaal gemeenteleden die zich alleen maar beter willen voelen, maar geen vin-ger uitsteken voor de opbouw van Gods Koninkrijk: “Ik weet uw werken, dat gij de naam hebt dat gij leeft, maar gij zijt dood. Wees wakker en versterk het overige, dat dreigde te sterven, want Ik heb geen van uw werken vol bevonden voor mijn God” (Openb. 3:1b-2).

Eindelijk was er een jongeman naar voren gekomen om gebed te vragen. Niet voor zijn vele ongesteldheden, maar vanuit zijn diepe verlangen om de Heer te dienen, ondanks zijn kwalen en het feit dat hij ge-ringgeschat werd vanwege zijn jeugdige leeftijd (1 Tim. 4:12). En wat dan met zijn vele ongesteldheden? “Drink maar een beetje meer wijn”, zei Paulus! Dat zou voor velen vandaag, vanuit charismatisch oogpunt, betekenen dat Timotheüs werd afgescheept met een zeer onbevredi-gend en ontoereikend antwoord, en dat nog wel uit de mond van een apostel!

Maar bij Timotheüs ging het niet om een gedeeltelijk herstel, maar om volledige gezondmaking, om een bruikbaar instru-ment te zijn voor de dienst des Heren. Mensen zijn vaak te vergelijken met de Joden op het Loofhuttenfeest, die zich verwonderden dat Jezus Zijn werken op de sabbat verrichtte (Joh. 7:21). Jezus’ antwoord was, dat een Jood wel op de sabbat besneden kan worden. Maar de besnijdenis is niets, vergeleken met het gezond maken van de ‘gehele mens’ (Joh. 7:23).

Wie zich afvraagt waarom er niet gebe-den werd door Paulus voor de ongesteld-heden van Timotheüs, en dat hij het maar moest doen met een beetje meer wijn, kan zich met veel grotere vreugde verblij-den in zijn gezondmaking in de volledige zin. Want het is een veel groter charisma-tisch wonder dat iemand, ondanks zijn lichamelijke beperkingen, de Heer dient, dan al die mensen die genezen worden en toch gewoon maar kerkgangers blij-ven, in plaats dat ze hun leven geven voor de dienst in Gods Koninkrijk. Heer, geef ons meer van deze apostolische handop-leggingen!

De handoplegging, het gebed en de pro-fetie voor de bevestiging van een gave van God was, in geval van Timotheüs, geen overijld handelen. Want, hoewel hij een Griekse vader had, stond Timotheüs al goed bekend bij de broeders van Lystra en Ikonium (Hand. 16:1-3). Het zou erg onbezonnen zijn geweest om voor hem te bidden voor een gave van de Geest, met handoplegging en profetie, als het gegaan zou zijn om iemand die nooit be-wezen had dat zijn verlangen om de Heer te dienen groter was dan zijn persoonlijke moeilijkheden.

4

Page 5: PINKSTER BIJBELSCHOOL BRAZILIË · spreekwoorden voorzien heeft om ons te waarschuwen om niet al te veel verwach-tingen te koesteren, wat betreft dankbaar - heid voor onze aangeboden

5

Hallo, vrienden uit Nederland. Ik miste het al een tijdje om met jullie te babbe-len! Heel wat dingen in mijn leven hier in Brazilië zijn drastisch veranderd. Ik ben ge-trouwd! Ondertussen studeer ik nog rech-ten en volgend jaar hoop ik mijn diploma te halen. En wat nog belangrijker is, mijn man en ik doen ook de Bijbelschool. We hebben heel wat kunnen opsteken over ‘gemeenteleer’ en de ‘weg van verlossing’.Maar vandaag wil ik het over iets anders hebben: over het huwelijk en de positie van de vrouw. Want sinds mijn jeugdjaren was trouwen al niet meer zo in de mode, vooral niet onder de meisjes.

Ik was 21 jaar oud toen ik trouwde en Fe-lipe, mijn man, had dezelfde leeftijd. Hij werkt als ontwerper van computerpro-gramma’s en is erg handig met de dingen die hij doet. We besloten om te trouwen, want we zijn dol op elkaar. We merkten al gauw dat we dezelfde manier van denken hebben. Vandaar ook dat we samen beslo-ten om ons rein te bewaren en ons niet te laten verleiden door seks vóór het huwe-lijk. En we willen ook niet door de knieën gaan voor geldzucht, waar heel wat huwe-lijken aan kapot gaan tegenwoordig.

We besloten om te trouwen en stelden de datum vast. Maar tijdens de periode dat we verloofd waren, moest ik steeds weer opnieuw mijn beslissing overdenken. Voor mij, als jonge vrouw, was het besluit om te trouwen het moeilijkste dat ik tot nu toe in mijn leven genomen heb. Het was moei-lijk, want in de wereld wordt het huwelijk beschouwd als iets dat beslist niet gemak-kelijk is. Men twijfelt eraan dat trouwen kan meewerken aan het geluk van vrou-wen en ze weten nooit zeker dat de liefde voor haar stand zal houden. Vandaag is men van mening dat trouwen ouderwets is, iets voor mensen die al van alles beleefd hebben en voor de rest van hun dagen ge-noegen nemen met een saai leventje. Dan wordt de vrouw een dienstbode van haar man; ze moet de vuile was doen en is ver-

plicht haar geld te besteden aan huishou-delijke onkosten.

Op de universiteit word ik omringd door moderne meisjes die overtuigd zijn dat vrouwen financieel onafhankelijk moeten zijn. Ze vinden dat ze aan niemand onder-danig behoren te zijn. Het huwelijk is fail-liet en seksuele vrijheid is de beste manier voor het bereiken van gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Als je over het al-gemeen de relaties onder de loep neemt, is het vrij normaal dat jonge mensen sa-menwonen, voor een periode van vijf tot tien jaar. Ik heb schoolvriendinnen die al bijna twaalf jaar verkering hadden, voor-dat ze gingen trouwen. En er zijn er bij die, zelfs nadat ze een kind kregen, toch nog gescheiden wonen, bij hun ouders thuis. Hun kindje blijft dan voor een tijdje bij de één en dan weer bij de ander thuis. Maar waardoor zouden dergelijke vreemde rela-ties ontstaan? Het probleem is in de eerste plaats dat jonge mensen een langdurige studie moeten afmaken, een geschikte baan moeten vinden, moeten zorgen voor woonruimte, niet zonder auto kunnen, hun huis willen meubileren met de modernste meubelen, een andere taal willen leren (in Brazilië kan dat niet op de lagere en mid-delbare school), en bovendien een reis naar het buitenland willen maken, als het kan naar Europa. Vanwege de grote finan-ciële problemen in Brazilië, is het dan ook duidelijk dat de jonge mensen, met al deze dingen op hun verlanglijstje, pas klaar zijn om te trouwen als ze over de dertig zijn.

Ik werd van alle kanten geridiculiseerd: “Je bent gek; ga eerst van het vrijgezellenle-ven genieten! Blijf je je hele leven lang bij dezelfde man? Hoe kan je je studie afma-ken als je getrouwd bent?” Anderen zei-den: “Dat kan goed zijn voor jou, maar dat is niets voor mij. Ik wil voor geen geld een slavin van een gezin worden. Camilla, je bent nog zo jong! Je weet toch wel dat het huwelijk geen rozengeur en maneschijn is. In het begin: liefkozingen; daarna de ruzies

en tenslotte: het einde! Het lijkt allemaal mooi. Je bent een prachtige bruid. Ik weet hoe het gaat; zelf ben ik al voor de tweede keer gescheiden.

Vrouwen moeten zich emanciperen. Als je man niet meehelpt met de huishoudelijke taken, buiten het werk van zijn baan, trouw dan niet, want hij buit je uit. Het huwelijk is één van de meest irrationele instellingen van de mensheid. Waarom zou je trou-wen? Alleen maar om daarna alle drama’s mee te maken van een echtscheiding? Het beste is nog om te trouwen met totale scheiding van bezittingen. Al die vormen van relaties die alleen maar uit het hart voortkomen, hebben ten slotte als gevolg dat je, als vrouw, alles kwijtraakt”. Van al mijn medestudenten, die hoorden dat ik ging trouwen, kreeg ik felicitaties plus een reeks sarcastische opmerkingen. Soms voelde ik me erg verdrietig en be-gon eraan te twijfelen of ik wel de goede keuze had gemaakt. Met al die negatieve meningen, zou je denken dat het huwelijk het domste is waar je ooit aan begonnen bent.

Maar tijdens de momenten dat Felipe en ik bij elkaar waren, wist hij me altijd gerust te stellen. Hij maakte altijd zo’n vastbe-raden, rustige indruk. Dat komt, denk ik, omdat hij een man is??? Als ik met hem over dit onderwerp praatte, en hem vroeg of hij hetzelfde gevoel had, bevreemdde het me dat hij ‘ja’ zei! Maar aan de an-dere kant was hij onwrikbaar over onze huwelijksplannen. Op zijn werk is Felipe de jongste, en zijn collega’s zijn allemaal getrouwd. Verschillenden hebben al kin-deren. Daarom hadden al de sarcastische opmerkingen van die spotters helemaal geen invloed op hem, want allemaal wa-ren ze er blij mee om een vrouw naast zich te hebben. Ze waren zelfs gelukkig, al la-gen ze hele nachten wakker vanwege een huilende baby in de wieg. En omdat Felipe zich niets aantrok van al dat gepest over zijn huwelijk, heb ik hem het oor geleend

D o o r C a m i l l a F l a c h

Camilla En FElipE (DEEL I/II)

Page 6: PINKSTER BIJBELSCHOOL BRAZILIË · spreekwoorden voorzien heeft om ons te waarschuwen om niet al te veel verwach-tingen te koesteren, wat betreft dankbaar - heid voor onze aangeboden

6

om me te laten troosten.

Ik ben nu 1 jaar getrouwd. Op het mo-ment dat jullie dit artikel lezen, ben ik waarschijnlijk bezig om de vuile was in de machine te doen. Of met de afwas van de vieze vette vaat van het middageten. Ja, mijn leven is wel veranderd. Ik heb wel moeten leren om vaker te vergeven en om meer geduld te oefenen. Ik heb ook moe-ten leren omgaan met mijn man, als hij soms niet zo blij van zijn werk thuiskomt.

En als ik hem waarschuw: “Doe dat niet!”, en hij doet het toch, met het gevolg dat het verkeerd afloopt, moet ik niet als maar zitten nakaarten: “Ik had je toch vooruit gewaarschuwd!” Of: “Ik wist al van te voren dat het mis zou gaan!” Ook heb ik moeten leren om me niet zo op te winden als de dingen niet precies op de afgesproken tijd gebeuren. Ik zeg het met een oprecht hart: ik ben dankbaar met alles wat ik vandaag doe. En wat betreft de dingen die ik moei-lijk vind, maak ik mijn keuze op grond van

de Bijbel. In 1 Johannes 4:16 staat dat Gods Wezen liefde is, en vóór de grondlegging der wereld bestond die liefde al tussen de Personen van de Drie-Eenheid. God heeft hemel en aarde geschapen, en alles wat Hij tot stand bracht, is volmaakt en mooi. Hij blies de levensadem in de mens, die Hij uit het stof geformeerd had. Hij heeft de mens geschapen om Zijn liefde kwijt te kunnen en om, door middel van Hem, de geschonken liefde weer terug te ontvan-gen. Want God is Liefde!

D o o r N a t h a n a e l F l a c h

projECt voor EEn niEuwE auto

U zag het al op de foto van onze nieuws-brief. We houden een actie voor de aan-schaf van een nieuwe auto. In Brazilië zijn de afstanden groot en daarbij is een goed rijdende auto van groot belang. Wij maken veel kilometers, maar onze huidige auto’s zijn nagenoeg op. Het is zowel voor Henk als voor ons niet wenselijk dat we telkens met pech langs de kant van de weg ko-men te staan. Er is vanuit Stichting Op-

wekking al een bedrag voor de aanschaf van een nieuwe auto overgemaakt. Dit is alleen niet voldoende. Daarom doen we een beroep op u. Wilt u ons hiermee hel-pen, zodat wanneer we terug zijn van onze periode in Nederland we voldoende geld hebben om een nieuwe auto aan te schaf-fen? Dit zou ons enorm helpen in onze be-diening. Wat hebben we nodig?

In totaal hebben we € 20.000,- nodig. Er is inmiddels een bedrag van € 3.000,- ont-vangen van St. Opwekking. Blijft over € 17.000,- waarvoor we uw financiële steun nodig hebben. Wilt u een bedrag overma-ken ten gunste van deze actie? Doe dit dan onder vermelding van: “actie nieuwe auto”. Wij danken u voor uw steun en wensen u Gods zegen toe!

Page 7: PINKSTER BIJBELSCHOOL BRAZILIË · spreekwoorden voorzien heeft om ons te waarschuwen om niet al te veel verwach-tingen te koesteren, wat betreft dankbaar - heid voor onze aangeboden

7

D o o r J o h a n V a n O t t e r l o o

van dE pEnningmEEstEr

We zijn als bestuur dankbaar dat we door uw trouwe financiële steun de afgelopen jaren in staat zijn geweest om het werk in Brazilië te ondersteunen. We kunnen Henk en Nathan hierdoor elke maand een be-scheiden vergoeding geven, en af en toe ook nog een bijdrage voor de kosten van de Bijbelschool leveren.

Het komt helaas eigenlijk nog te vaak voor dat Henk en Nathan vanuit deze vergoe-ding ook zelf, vanuit hun privé, nog moe-ten bijdragen aan de kosten van de Bijbel-school.

Dus komt er eigenlijk te weinig binnen? Ja, maar dat ligt niet aan u! Nogmaals we zijn dankbaar voor uw trouwe steun en hopen dat u dit nog vele jaren zult blijven doen.

We zijn ons als bestuur er terdege van be-wust, maar ook onze zendelingen zelf zijn dat, dat onze achterban aan het krimpen is, en er activiteiten ontplooid moeten worden om deze juist weer te laten groei-en. Want we willen onze zendelingen in de toekomst niet minder maar juist meer ge-ven. Van een bescheiden, naar een milde of royale vergoeding dus.

Maar er zijn meer uitdagingen. Lees daar-over elders in deze nieuwsbrief over het project auto. Hoe kunnen we deze uitda-gingen te lijf gaan? We zullen ons meer moeten gaan profileren en ons meer moe-ten laten zien in evangelisch Nederland. Meer contacten leggen buiten ons eigen vertrouwde kringetje. De families de Cock en Flach zijn daar nu tijdens hun verlof in Nederland al mee bezig, en misschien kunt u daar ook bij helpen door in uw ei-gen netwerk te kijken of er ingangen te vinden zijn. Wilt u meedenken, meebid-den en meehelpen?

D o o r C o r r i e F l a c h

KErstgroEt

Natha en ik zijn al een poosje in Neder-land, het land van molens en dijken. Onze verblijfplaats is Urk, en tot onze vreugde hebben we verschillende zonnige dagen gehad, zodat we konden genieten van onze mooie verblijfplaats.

Maar onze grootste blijdschap deze dagen is omdat God Zijn beloften aan ons heeft vervuld, door Zijn Zoon naar de wereld te sturen. Zo is Gods belofte om onder ons te wonen in vervulling gegaan:

“Want de HERE heeft Sion verkoren, Hij heeft het Zich ter woning begeerd: Dit is mijn rustplaats voor immer, hier zal Ik wo-nen, want haar heb Ik begeerd: Want de HERE heeft Sion verkoren, Hij heeft het

Zich ter woning begeerd: Dit is mijn rust-plaats voor immer, hier zal Ik wonen, want haar heb Ik begeerd” (Psalm 132:13-14).

Toen Jezus werd geboren heeft God Zijn grote verlangen vervuld om Zich een woonplaats onder de mensen te maken. Door middel van Zijn eniggeboren Zoon heeft Hij Zijn volk toebereid als woning, waar Hij voor immer als rustplaats kan ver-blijven:

“Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem geworden, en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen. Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen

Gods te worden, hun, die in zijn naam ge-loven; die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn. Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid” (Joh. 1:10-14).

Ook deze kerstdagen willen we de Jezus eren, zodat God, door middel van Zijn Zoon, voor immer kan verblijven te mid-den van de gemeente, Sion, die de rust-plaats is die Hij altijdimmer begeerd heeft. Gezegende kerstdagen

Page 8: PINKSTER BIJBELSCHOOL BRAZILIË · spreekwoorden voorzien heeft om ons te waarschuwen om niet al te veel verwach-tingen te koesteren, wat betreft dankbaar - heid voor onze aangeboden

D e n i e u w s b r i e f

Indien onbestelbaar, ook bij adreswijziging, dan retour zenden aan:Stichting PBB, p/ a Kwartelstraat 112 2406EP Alphen aan de Rhijn.Adreswijzigingen: bovenstaand adres of [email protected]

Ja, ik wil ieder kwartaal de Nieuwsbrief Pinkster Bijbelschool Brazilië ontvangen.

Naam: Dhr./Mevr./Fam: ………………………………….....................................................

Adres: ……..……………………………………………….....................................................

Postcode en woonplaats: …………………………………..................................................

Deze bon kunt u in een gefrankeerde enveloppe sturen naar:Stichting PBB, p/ a Kwartelstraat 112 2406EP Alphen aan de Rhijn

B o n

Redactie en lay-out Nieuwsbrief:F. G. Santana08740-040 SP BraziliëTel.: [email protected]

Secretaris:J. D. Hubers, Binnenkruier 331841 EN StompetorenTel.: [email protected]

Penningmeester:J. van OtterlooRietgors 198322 CD [email protected]

Adres Henk de Cock:Rua Raul Anderson 33Jardim Armênia08780-750 Mogi das CruzesSP BraziliëTel.: [email protected]

Adres Nathanael en Corrie Flach:Rua Tte Galdino Pinheiro Franco 35008740-040 Braz Cubas S.P. Brazilië[email protected]

Stichting PBBIn Nederland vertegenwoordigd door de Stichting Pinkster Bijbelschool Brazilië te Moordrecht

De Stichting is ingeschreven bij de K.V.K. te Zutphen onder nr. 41038031

Het fiscaal nummer van de stichting: 8160.59.470Voor testamentaire beschikking (legaten) verzoeken wij u uw notaris te raadplegen

Het zendingswerk is afhankelijk van periodieke bijdragen en andere giften Daarvoor zijn - Ten name van de Stichting PBB - opengesteld:

ABN AMRO: IBAN nr: NL25 ABNA 0591 9339 77 (BIC: ABNANL2A )

ING: IBAN nr. NL24 INGB 0001 4288 83 (BIC: INGBNL2A)

Als u op de hoogte wilt blijven van het werk van de Pinkster Bijbelschool Brazilië, maar u ontvangt de nieuwsbrief nog niet, vult u dan nevenstaande bon in.

U kunt de bon ook gebruiken voor vrienden, familieleden of kennissen die zich voor het werk interesseren en iedere drie maanden de nieuws-brief willen ontvangen.

Meer nieuws vindt u op onze website: www.pinksterbijbelschool.nl

C o l o f o n

Pinkster Bijbelschool Brazilië