Piet Hein Eek

7
DEMORGENMAGAZINE ‘In mijn ideale wereld is recyclage overbodig’

description

 

Transcript of Piet Hein Eek

Page 1: Piet Hein Eek

DEMORGENMAGAZINE

‘In mijn ideale

wereld is recyclageoverbodig’

Page 2: Piet Hein Eek

19 OKTOBER 2013

Slim met sloophout: Piet Hein Eek 19Sinds kortworden in deAntwerpseKloosterstraatmeubels van de Nederlandseontwerper Piet Hein Eekverkocht. Eeksmeubels vanafvalhout zijn inNederland – enelders – uiterstpopulair. ‘Belgiëis een gevalapart.’

Tekst MargotVanderstraeten

Foto’s José van Riele voor HMSAmsterdam

Page 3: Piet Hein Eek

DEMORGENMAGAZINE

Er werkt ongeveer honderd man. Maar een fabriekkun je het meubelbedrijf van Piet Hein Eek, onder-gebracht in een immense voormalige keramiekfa-

briek van Philips, niet noemen. Al worden er vandaag aandeze rafelige rand van Eindhoven, waar vroeger onderdelenvoor radio’s en tv’s werden gemaakt, onafgebroken meubelsbedacht, gezaagd, geslepen, gestanst, geschilderd, gelijmd,gevijzeld, gelamineerd, gespoten, geperst en gestoffeerd.Al zie je tientallen jonge mannen, met een beschermendekoptelefoon op de oren, constant planken, boomstammen,balken en latten onder cirkelzaagmachines schuiven. Alturen in de ontwerpstudio’s industriële tekenaars gespan-nen naar hun laptop, of zijn ze met prototypen en minia-turen in de weer. Aan lange tafels van afvalhout wordt ver-gaderd, de deelnemers zitten op sloophouten stoelen inalle vormen en formaten.Maar deze bedrijvigheid is slechts één luik van dit oord. Ergebeurt hier nog veel meer. En dat heeft met de aanpak vanPiet Hein Eek zelf te maken. Tijdens zijn opleiding als industrieel ontwerper kwam deNederlandse meubelpiraat al tot de ontdekking dat in sloop-

en steigerhout een drievoudige goudschat schitterde: goudvoor het creatieve brein, voor de ecologie en voor de por-temonnee. Eek heeft er sinds zijn afstudeerproject meteenzijn vak van gemaakt: oud leven weer nieuw leven inblazen.Hij doet het nu ruim twintig jaar. Altijd nieuwe meubels.Steeds vanuit dezelfde visie, en met een precisie en kennisdie met de jaren grondiger en dieper zijn geworden.De oude Philipsfabriek – tienduizend vierkante meter – diehij en zakenpartner Nob Ruijgrok restaureerden en ver-bouwden, en waar ze drie jaar geleden met alle medewer-kers hun intrek hebben genomen, is de kers op die gerecy-cleerde taart. Het bedrijfspand is voor iedereen – dus ook voor u – toe-gankelijk. Het omvat, behalve de werkruimten, een voortreffelijk restaurant, een showroom voor zijn meubel-collectie, een ‘evenementenruimte’ waar het evenementgenaamd Kamagurka in oktober op de affiche staat, en eenexpositiehal.

Page 4: Piet Hein Eek

19 OKTOBER 2013

21

Verderop, in de belendende winkel, worden naast eigenproducten vooral bewust geselecteerde producten vanandere eigenzinnige ontwerpers verkocht. Niet alleen grotespullen. Ook veel snuisterijen. Piet Hein Eek: “Ik heb eenhekel aan die meubelboulevards. Daar staan alleen maarheel veel meubels op een rij, terwijl een mix van erg ver-schillende producten natuur lijk veel leuker is. Niet alleenom samen te stellen. Ook om naar te kijken. En om te ver-kopen.”

U zegt dat België een apart geval is. Waarom aarzelenwij om u en uw meubels te omhelzen, denkt u?“Ik houd van België. Met name van Antwerpen. Maar ookvan Brussel. Dat zijn twee steden die nooit afgewerkt zijn.Met scheve hoeken en kanten. Oorden in volle wording.Daarin voel ik me lekker.“We waren al langer in Antwerpen aanwezig, hoor. In devoormalige winkel van Walter Van Beirendonck. Hij is eenfan van ons. Er werden af en toe stukken verkocht. Maarniet zoals in Nederland. Of zoals in Japan en Scandinavië,daar zijn ze tamelijk dol op ons.“Ik denk dat er een sociaal-culturele verklaring voor dezetragere verovering bestaat. Belgen geven in het algemeenminder geld uit aan hun interieur dan Neder landers.Logisch: Neder landers zitten meer binnen, wij gaan mindervaak uit eten dan Belgen en wij besteden minder geld aanmode dan Belgen. “Laat me het heel grof stellen. Een modern interieur inBelgië staat vol vintage. In Nederland is modern ook echtmodern. “Gerrit Rietveld. Frans Schrofer. Marcel Wanders. WillemHendrik Gispen. Hun meubelontwerpen zijn onze geschie-denis. Ann Demeulemeester. Martin Margiela. Walter VanBeirendonck. Hun modeontwerpen zijn jullie geschiedenis.Nogmaals, ik stel het extreem en met deze uitspraak doeik allicht vreselijk tekort aan vele Belgen en Nederlanders.Maar ik probeer mijn punt te maken.“Mij zou het in elk geval ten zeerste verheugen alsNederlandse vrouwen zich wat meer zouden kleden zoalsde Belgische. Neder landers – en ik kijk toch vooral naar devrouwen – kiezen in het algemeen sneller voor comfort.Kledij moet handig zijn, het mag niet te veel kosten, je moethet op de fiets kunnen dragen. In tegenstelling tot Belgen

Nederlandersgeven meergeld uit aanhun interieurdan Belgen.Logisch: wijzitten meerbinnen danjullie, wijgaan mindervaak uit etenen wijbestedenminder geldaan mode

De bedrijfshal is reusachtig.Vroeger was dit een fabriek vanPhilips. Nu is er honderd manbezig met het bedenken enmaken van meubels uit afvalhout.Piet Hein Eek: ‘Ik wil mijnontwerpen zelf fabriceren. Datonderscheidt me van anderedesigners.’

Page 5: Piet Hein Eek

22

en Fransen kennen Nederlanders de diepgaande traditievan de mode ook niet. Dat is jammer. Want doorgaans bete-kent dit ook dat ze niet doorhebben dat je bij grote merkenenkele stuks kunt kopen die jarenlang meegaan, en die oplange termijn dus een uitstekende prijs-kwaliteitsverhou-ding voorstellen. “Ik denk dat vele Belgen met dezelfde reflex met modernemeubelen omgaan. Het is een kwestie van elkaars traditiebeter te leren kennen.”

Veel modemerken hebben hun ontwerpstudio’s hier,maar produceren in het verre buitenland. Het ambachts-werk valt bij ons niet meer te betalen. En men vindtgeen mensen meer die het vak, het handwerk, nogdaadwerkelijk beheersen. “Daarom is ‘materiaal’ ons vertrekpunt. Kijk, toen ik voormijn afstudeerproject aan de School voor IndustriëleVormgeving in Eindhoven (nu Dutch Design Academy, MV)mijn eerste sloopkast maakte, wist ik natuurlijk niet dat hijeen klassieker zou worden. Maar ik wist wel al waarmeeik bezig was. Ik maakte een opdracht die dicht tegen mezelfaanleunde: ik was een student, ik had amper geld, ik lieptegen sloophout aan en vond het prachtig. In de werkplaat-sen op school kon ik er ook iets van maken. “Al deze vertrekpunten heb ik sindsdien niet meer verlaten.Ik wilde ontwerpen en produceren. Met de middelen dievoorhanden waren. Dat is vandaag een hoogst uitzonder-lijke keuze. Want wat doen de meeste meubelontwerpers?Wat doet iemand als Philippe Starck? Hij ontwerpt en laateen fabrikant, zoals de modeontwerpers die jij noemt, zijnidee uitvoeren. De fabrikant is totaal onbekend. Die ver-vreemding wilde ik niet. En juist daarin onderscheiden weons dus van anderen. We denken niet: oké, we gaan eenkast of een zitbank maken, en we willen die zus en zo, enwelk materiaal zou zich daar nu het beste toe lenen? Onzewereld is de omgekeerde: van – bijvoorbeeld – overvloedigaanwezig, vaak schijnbaar waardeloos materiaal makenwij nieuwe, mooie en bruikbare producten. Net zoals wemeubelen van nieuw materiaal maken. Het máken is essen-tieel. En zo ontzettend leuk.”

Omdat veel van het materiaal waarmee u werkt zogoedals gratis is, kunt u het zich permitteren om geld inarbeid te stoppen? “Ha. Was dat maar waar. Sloophout is inmiddels zelfs duur-der geworden dan nieuw hout. Dus zo simpel is het allangniet meer.

“Maar in onze maatschappij is handwerk vandaag onbe-taalbaar. Dat weet iedereen. Dus moet je niet doen of hetniet zo is. We zijn geen lagelonenland. Dus moeten we eenhedendaagse oplossing voor deze realiteit bedenken. Hieren nu is de enige tijd die werkelijk meetelt.“Recyclage heeft de neiging om naar geitenwollen sokkente ruiken. Vandaag niet meer. Maar toen ik begon natuurlijknog wel. Ik heb van meet af aan afstand genomen van diegeitenwollensokkenmentaliteit.“Meubelen ontwerpen heeft niets met romantiek te maken.Wij runnen een bedrijf. Om dat gezond te houden moetenwe efficiënt werken. En efficiëntie bereik je alleen via kennis.Wat is kennis? Inzicht in de technieken, in het ontwerpen,in het materiaal, in de mensen, in de machines, in de relatiestussen al die factoren. Wij zijn erg goed in wat we doen.Omdat we het onszelf niet moeilijk maken. We kunnen hetons niet permitteren om een aantal vaklui dagenlang houtte laten schaven. Maar we kunnen het ons wel veroorlovenom meubels te maken waaraan zo weinig mogelijk verliesis. Bijna geen materiaalverlies. En bijna geen arbeidsverlies:al onze ontwerpen, al onze ideeën vertrekken vanuit dievisie. Wat niet wil zeggen dat al onze ontwerpen successenzijn. Het is goed om fouten te maken. Alleen van foutenkun je leren. Wie geen fouten maakt, kan zichzelf nooit ver-nieuwen. Dat is dodelijk, natuurlijk.”

De dynamiek op deze voormalige Philips site lijkt haastte mooi om waar te zijn. U brengt meubels, voedsel encultuur naar de mensen. Stopt de stad Eindhoven u vooruw maatschappelijke bijdragen geld toe? “Helemaal niets. En laat me daaraan toevoegen dat wat uhier ziet, ook alleen maar mogelijk was en is dankzij deenorme inspanningen van mijn zakenpartner Nob, onzevrouwen en alle werknemers. Maar los daarvan: ik denkdat dit pand er ooit moest komen. We zijn geleidelijk aannaar dit hoogtepunt toe gegroeid. In feite is mijn filosofieheel simpel. Ik vermijd alles wat moeilijk is. Ik zoek degemakkelijkste weg.“Wanneer gaan de dingen makkelijk? Als je in een fijneomgeving bent en kunt doen wat je wilt doen. De plek waar

Het complex telt niet alleen werkplaatsen, maar ook eenevenementenruimte, eenexpohal, een restaurant en een showroom, waar jespullen kunt kopen. Eek: ‘Er is niks romantisch aan meubelen ontwerpen. Ik run een bedrijf.’

DEMORGENMAGAZINE

Page 6: Piet Hein Eek

23

je werkt, moet je stimuleren om vrijer te gaan denken inplaats van minder vrij, zoals zo vaak het geval is. Zo’n fijnen noodzakelijk oord, waar je soepel durft en kunt zijn, heb-ben we dus nu zelf geschapen. Dat heeft veel geld en zorgengekost, zeker. Maar we geloven erin.“Ik zie het bij vele mensen en bedrijven: hun planning isheilig. Ze hebben bepaalde targets voor ogen en zetten zichten volle in om die te halen. Alleen: doordat ze zich op diedoelen toespitsen, worden ze blind voor de werkelijkheidom zich heen. Ze laten de wereld niet meer doorsijpelen inhun bestaan. Er is geen hier en nu. Er zijn alleen die targets.Als ik morgen absoluut met de boot naar Londen wil, zalik morgen op die boot stappen, ook bij 10 of 11 beaufort, bijeen storm die me misselijk zal maken, die een gevaarinhoudt, voor vertraging zorgt… Vanuit die visie heiligt hetdoel de middelen. Nee dus. Veranderen van doel is meestaleen boeiendere optie. Laat Londen liggen. Neem de treinnaar Parijs, zou ik zeggen. De kans van een geslaagde enverrassende reis zal groter zijn. Zal ik het anders formule-ren? Vliegen die tijdens hun vlucht door een regendruppelworden geraakt, zakken een poosje mee onder het gewichtvan de druppel. Maar op een bepaald moment houden zede daling voor bekeken, en schieten ze onder die druppeluit.“Zo zie ik mezelf – het bedrijf Piet Hein Eek – graag. Als zo’nvlieg die met de omstandigheden meedeint, en er danineens vandoor gaat en uit die vlucht zijn voordeel weet tehalen.”

U werkt met sloophout uit verzet tegen verspilzucht.Maar uw sloophouten meubelen worden nu naar Japanverscheept. Is dat niet ironisch? “Ja. In mijn ideale wereld is recyclage overbodig en zou ikdus geen werk hebben. Want als ik mijn redenering door-trek is het hele idee van consumeren natuurlijk ontzettendinefficiënt. Waarom zou een mens verspillen als hij er nietbeter van wordt? “Daarom heb ik ook moeite met dat gekoketteer met milieu-vriendelijk hout. Wat heb je aan een voorwerp dat metForest Stewardship Council-hout (internationaal bosvrien-delijk label, MV) is gemaakt als je het object toch weggooit?Veel milieuvriendelijke terminologie is ontstaan door eenpervers geweten. Denk aan de auto. Wat biedt een milieu-vriendelijke auto anders dan een vals excuus voor consu-mentisme? Van alle keuzes is géén auto rijden immers nog

In feite is mijnfilosofie heelsimpel. Ikvermijd alleswat moeilijk is.Ik zoek degemakkelijksteweg

19 OKTOBER 2013

Page 7: Piet Hein Eek

24

altijd de milieuvriendelijkste. Vraag straks op straat aanmensen wat ze het liefst doen: een uur in de file staan, ofeen uur bij hun familie, hun vrienden zijn. Niemand dievoor de file kiest. En toch vindt iedereen de wagen een grootgoed. Mensen praten zichzelf vrij. Het rookgordijn van eco-logische termen past in deze riedel: ‘Zolang ik mezelf maarwijsmaak dat wat ik consumeer op een milieuvriendelijkemanier is geproduceerd, consumeer ik er maar op los.’ “Onze meubelen zullen soms ook deel uitmaken van datdiscours. Al maak ik me sterk dat ze van generatie op gene-ratie overgaan. We worden niet weggegooid. Wie een vanonze ontwerpen aankoopt, is daar trots op, en draagt erzorg voor. Dat zijn geen loze woorden, we weten het vanonze klanten. Daarstraks kwam er nog iemand informerennaar een vergadertafel in hoogglans. Dat is een prachtigmeubel dat op zich alle aandacht trekt. Wie zo’n tafel koopt,doet dat als een bewuste investering voor de toekomst.”

U zit aan de bron. Heeft de crisis de mens bewustergemaakt van de wegwerpmentaliteit die onze maat-schappij kenmerkt?“Tot op zekere hoogte. Aangemoedigd door de crisis hebbenwij bijvoorbeeld een bouwpakket gemaakt. We boden eenbank aan waarvan de mensen de kussens zelf moestenmaken. Het patroon van de kussens was onderdeel van hetbouwpakket. Een geweldig idee, want door telkens de kus-senovertrekken te veranderen zou het hele karakter van debank veranderen. “Ik had het daarnet over fouten. Wij waren ervan overtuigddat we een meubel hadden bedacht dat werkelijk zou aan-trekken. Mis. De Nederlander had geen zin om zelf kussenste gaan maken, zelfs niet als het patroon aangeleverd wordt.Hij wil zijn gebruiksgemak niet opgeven, crisis of niet. Hijkiest voor kant-en-klaar.“Anderzijds wordt er met sloophout tegenwoordig tochbewuster omgegaan. Slopers kennen ons ook. Weet je, eenaantal jaar geleden kochten we, voor een prikje, 600 kubiekemeter oude balken en deuren. Een olympisch zwembadheeft de inhoud van 2.500 kubieke meter water, dus kun jenagaan. Al dat gesloopt hout kostte – toen bestonden zulkebuitenkansjes nog – niet eens 6.000 euro. Voor het ophalenervan – het kwam uit Antwerpen – hebben we meer betaalddan de aankoopsom zelf. Bovendien bleek de voorraad zoenorm dat we een aparte loods moesten huren om alles teop te slaan. Maar met dat materiaal werken we nu dus nogsteeds.”

Met andere woorden: het is mogelijk dat de zwart-bruine bank en salontafel van afvalhout, die achteraanrechts in de nieuwe, Antwerpse zaak The Recollectionstaan, gemaakt zijn van hout dat oorspronkelijk uit diestad komt?“Absoluut.”

TE ZIEN EN TE KOOP

DEMORGENMAGAZINE

The Recollection (TRC)Kloosterstraat 54Antwerpenwww.therecollection.com

Piet Hein EekHalvemaanstraat 30Eindhoven www.pietheineek.nl