PI 9(2010)2 Q8 Prostaatinfo Werkversie - wijook.be · Vele mannen kampen vroeg of laat met...

24
Verschijnt Driemaandelijks Jun-Jul-Aug 2010 P910655 PROSTAAT info Nieuwsbrief van Wij Ook Belgium vzw Juni 2010 Gleasonscore High Intensity Focused Ultrasound - HIFU! “Decision aid” - beslissingshulp voor mannen in nood België-Belgique P.B. - PP 3500 Hasselt Centrum 12/943

Transcript of PI 9(2010)2 Q8 Prostaatinfo Werkversie - wijook.be · Vele mannen kampen vroeg of laat met...

VerschijntDriemaandelijks

Jun-Jul-Aug 2010P910655

PROSTAATinfoNieuwsbrief van Wij Ook Belgium vzw Juni 2010

GleasonscoreHigh Intensity Focused Ultrasound - HIFU!

“Decision aid” - beslissingshulp voor mannen in nood

België-BelgiqueP.B. - PP

3500 HasseltCentrum1 2 / 9 4 3

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-3

Inhoud van dit nummer3 Psychologische steun

Henk Van daele6 Gleasonscore

Theo van der Kwast8 HIFU een behandelingsoptie voor prostaatkanker

Erik Briers13 Verslag van een gelukte HIFU-behandeling

Jos Janssens15 HIFU - Nieuws uit het 25e EAU congres,

Barcelona 19 april 201016 Gebruik van een “decission aid” of

beslissingshulp in de behandeling van het vroegtijdig prostaatcarcinoom

Vele mannen kampen vroeg of laat metprostaatproblemen. Het betreft dan een acute ofchronische prostaatinfectie (prostatitis), eengoedaardige prostaatvergroting (benigneprostaathyperplasie of BPH), of prostaatkanker.Door de moderne geneeskunde kunnen dieaandoeningen degelijk worden behandeld. Maarprostaatziekten, alsook hun medische therapieën,gaan dikwijls gepaard met allerhande onprettigenevenverschijnselen. Denken we maar aanmoeilijkheden bij het plassen, erectieproblemen,droog orgasme, vermindering van libido,impotentie of incontinentie.

Het zelfbeeld van de patiënt met één (ofenkele) van deze ongewenste verschijnselen,krijgt dan een flinke knauw. Hij is vermoeid enlusteloos, heeft pijn, voelt zich snel verouderen,en is zich bewust van een gehavend lichaam. Hetverlangen van de man naar warmte en intimiteitblijft, maar het behoud van het seksueel genotwordt soms problematisch. Dit hele gamma vansituaties roept vanzelfsprekend nogal wat emotiesop.

De man mag zich dan gelukkig prijzen als hijkan vertrouwen op de onvoorwaardelijke steunvan een levenspartner. Een trouwe partner die depatiënt dag en nacht met raad en daad bijstaat enpsychologisch ondersteunt. Men noemt dit tegen-woordig meestal de mantelzorg. Maar in feite gaathet om veel meer dan zorg in de betekenis vanlichamelijke verzorging. Het impliceert ookvertrouwen, medeleven, genegenheid, bezorgd-heid, empathie, opbeurende steun, ʻn schouder-klopje, zoeken naar nieuwe vormen van intimiteit,streven naar meer levenskwaliteit, samengenieten van kleine dingen van het -ondanks

Sara Junius18 In de schaduw van Kos

Louis Denis19 Kort

Brigitte Dourcy-Belle-Rose20 Boekbesprekingen22 Wij Ook… verenigingsnieuws

OmslagfotoOnze voorzitter Louis Denis, kreeghet erelidmaatschap van de EAU uitde handen van Per Anders Abra-hamsson op het 25ste jubileum-congres in Barcelona. Zijn dank waskort.Foto © EAU

Psychologische steunHenk Van daele(Redactievoorzitter PROSTAATinfo)

alles- toch mooie leven, enz.Dit alles vergt van de levenspartner een

voortdurend en toegewijd in de weer zijn voor eenouder wordende en min of meer zieke man. Departner belast met de mantelzorg wordt dus zelfook in een nieuwe rol gedrukt. Een onbekende roldie men nog nooit heeft moeten spelen. Een rolmet nieuwe lasten en betrekkelijk weinig lusten.Niet zelden komt het voor dat de levenspartneramper opgewassen is tegen die gewijzigdelevenswijze. De dagelijkse druk op hetsamenleven met een patiënt kan soms inderdaad(te) zwaar zijn. Voor het herstelproces van deprostaatpatiënt is die dagelijkse mantelzorgnochtans van fundamenteel belang. De rol van delevenspartner kan dan ook niet hoog genoegworden geschat.

Weinig wetenschappelijk onderzoek ging tothiertoe naar de attitudes en het gedrag vanfamilieleden op de diagnose en de therapie vaneen kankerpatiënt. Hoe reageren ouders, broersen zussen, of kinderen op de onverwachtediagnose en de therapieën van die zieke man?

Na enige tijd wordt de patiënt een “survivor”.De ziekte is dan weliswaar onder controle, maarde patiënt ondervindt nog heel wat onprettigegevolgen. In geval van prostaatkanker leeft deman verder met een stel prangende vragen,wensen en behoeften om een zo hoog mogelijkelevenskwaliteit te bereiken. Nu steeds grotereaantallen patiënten hun kanker overleven is meeraandacht voor de survivors dan ook noodzakelijk.Het Handbook of Cancer Survivorship (New York,Springer, 2007), samengesteld door MichaelFeuerstein, heeft gewezen op de nood aan allerleivormen van “survivorship programs” die insommige landen al bestaan. Veel van dit allesmoet hier nog worden verwezenlijkt. In afwachtingbiedt Wij Ook België vzw als zelfhulpgroeppsychologische steun aan heel watprostaatpatiënten.

PROSTAATinfoNieuwsbrief Wij Ook Belgium

Hoofdredacteur/editorErik Briers [[email protected]]

RedactievoorzitterHenk Van daeleRedactieledenDr. Filip Ameye (Voorzitter BelgianAssociation of Urology BAU)Dr. Johan Braeckman (Secretariswetenschappelijke comité BVU)Jef CoolsDr. Alberto Costa (Directeur EuropeseSchool voor Oncologie)Luc DecroosLouis Denis (Directeur OCA)Brigitte Dourcy-Belle-RosePiet Hoekstra (Epcel Nederland)Jan HumbletJos JanssensProf. Dr. Hein Van Poppel (Voorzitterwetenschappelijk comité Wij Ook Belgium)Willy WalschaertRedactiesecretariaatAbonnementenAnja Vancauwenbergh[[email protected]]

DrukkerijLeën Offset DrukSasstraat 4 - 3500 Hasselt

Wij Ook Belgium vzwUS TOO BelgiumVoorzitterLouis DenisSecretarisBrigitte Dourcy-Belle-RoseSchatbewaarderMarcel Peeters

SecretariaatLange Gasthuisstraat 35-372000 AntwerpenTel: 03/338.91.54Fax: 03/338.91.52e-mail: [email protected]: www.wijook.be

AfdelingenWij Ook AntwerpenLouis Denis [03/338.91.50][[email protected]]

Wij Ook Oost (Limburg & Vlaams-Brabant)Erik Briers [011/30.07.10]Dinsdag en donderdag 19u-21u[[email protected]]

Wij Ook West(Oost- en West-Vlaanderen)Luc Decroos [051/20.19.03][[email protected]]

Epcel NederlandPiet Hoekstra [31-(0)-104.504.510][email protected]

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-4

“Wij Ook Belgium vzw” is een onafhankelijkondersteuningsnetwerk voor mannen met prostaataandoeningen.Het doel van dit netwerk is de aandacht oproepen voorprostaataandoeningen bij het publiek en de problemen die ermeegepaard gaan.

“Wij Ook Belgium” is een zelfhulporganisatie die beheerd engeleid wordt door prostaatpatiënten. Als lid wordt u opgenomen indeze vereniging van lotgenoten die ijveren voor een betereinformatie, opleiding en optimale diagnose en behandeling vanprostaatproblemen. Vergaderingen met experten worden ingerichtom uw medische, emotionele en andere vragen te begrijpen. Dezevoorlichting en uitwisseling van ervaring vervangt geenartsenconsultatie en bij medische problemen raadpleegt u steeds dehuisarts.

De vereniging wil de patiënten voldoende voorlichten om denoodzakelijke communicatie tussen arts en patiënt tevergemakkelijken waarin de patiënt erkend wordt als eenvolwaardige partner.

Tevens wil de vereniging behulpzaam zijn door de betrokkenheiden meevoelen rond de mogelijke lichamelijke, geestelijke en socialeproblemen die we allemaal persoonlijk meemaken of kennen.

Ook niet-prostaatpatiënten kunnen lid worden. U kan lid wordendoor uw persoonsgegevens (naam, adres, eventueeltelefoonnummer en e-mail) door te geven aan het secretariaat vanWij Ook Belgium vzw. In de lidmaatschapsbijdrage is eenabonnement op PROSTAATinfo inbegrepen.

Wij Ook Belgium

Wij Ook Belgium vzw -/- Nous Aussi Belgique -/- Wir Auch BelgienEen chapter van ”Us Too International”

Founding member ofEuropa Uomo, “The European Prostate Cancer Coalition”.

PROSTAATinfoNieuwsbrief van Wij Ook BelgiumOplage 4.000 ex.ISSN:1782-0847Prijs per nummer 5 euroInbegrepen in het lidgeld9e jaargang juni 2010© 2010 Alle rechten voorbehouden

Verantwoordelijke uitgeverLouis Denis - Antwerpen

PROSTAATinfo wordt viermaal per jaaruitgegeven door Wij Ook Belgium. Het wordtverspreid naar leden, urologen, huisartsen enuitgedeeld op belangrijke symposia en verstuurdaan abonnees en opinieleiders.De inhoudelijke verantwoordelijkheid van elkebijdrage ligt bij de auteur.

Met de steun vanEuropean School of OncologyDr. Alberto CostaVia del Bollo 4, 20123 Milaan - Italië

2.000.000In Europe (EU) 2.000.000 men live with prostate cancer. Eachyear 300.000 men learn that they have prostate cancer and68.000 die of prostate cancer. Both numbers increase every

year.

Europa Uomo is a confederation of 22 representative nationalpatients’ support groups for prostate diseases in general and

prostate cancer in particular.

Hence, we call for the commitment and action necessary formen to have timely access to the right treatment. Specifically, we

call on:

1] Recognition by governments of the morbidity and mortalityburdens of prostate cancer.

2] Commitment from governments to ensure sustainable supportfor basic and clinical research for new biomarkers and cancer

treatment trials.

3] Health professionals to educate the public about the riskfactors for prostate cancer, such as family history

4] Physicians to tailor treatment for the individual patient throughthe appropriate use of PSA testing avoiding over and

undertreatment.

5] Society to build partnerships in helping to reduce the burden ofthe disease as well as identify common action and reducing the

existing inequalities on access to treatment.

EUROPA UOMOThe European Prostate Cancer Coalition

SecretariatLange Gasthuisstraat 35-372000 Antwerpen - Belgium

Tel.: +32.3.338.91.54Fax.: +32.3.338.91.52

E-mail: [email protected] ©

eb

200

9

Chair PathologyCommittee EuropeanRandomised Study onScreening for ProstateCancer (ERSPC)

Om de diagnose“prostaatkanker” tekunnen stellen is hetnodig dat een serienaaldbiopten wordtverkregen uit deprostaat. De patholoogonderzoekt onder demicroscoop deze zeerkleine weefselsliertjesop aanwezigheid van afwijkendeklierbuisstructuren. Als deze afwijkendeklierbuisjesgering in aantalzijn, is het nietaltijd mogelijkvoor depatholoog omde diagnose“prostaat-kanker” metzekerheid te stellen. In dat laatste geval zal eendiagnose “verdacht voor prostaatkanker” somsook wel aangeduid met de afkorting ASAP (voor“atypical small acinar proliferation”) afgegevenworden. Het is hierbij overigens goed om tebedenken dat het pathologisch onderzoek geenlaboratoriumtest is, maar berust op deinterpretatie van de patholoog van hetmicroscopische materiaal. Het is dusmensenwerk, geen uitkomst van een door eenmachine uitgevoerde bepaling of test.

Naast het vaststellen van de aanwezigheidvan kanker (carcinoom) zal de patholoog ookproberen om de agressiviteit van deprostaatkanker vast te stellen. Dit is van belangomdat prostaatkankers grote verschillen in hungedrag tentoonspreiden. De meeste gedragenzich heel rustig, groeien langzaam en veroorzakenmeestal geen problemen, maar andere kunnen opden duur tot ziekteverschijnselen leiden enuiteindelijk zelfs levensbedreigend zijn. Debelangrijkste voorspeller van het gedrag van eenprostaatkanker is de differentiatiegraad. Dezedifferentiatiegraad wordt afgelezen door depatholoog bij zijn microscopisch onderzoek vanhet naaldbiopt. Het vaststellen van dedifferentiegraad berust op patroonherkenning en isgebaseerd op de architectuur van de afwijkendeklierbuisstructuren. In het bijgaande plaatje (Fig. 1) wordt een schematische tekening van deverschillende groeipatronen van prostaatkankergetoond.

De tekening is in de jaren zestig van de vorigeeeuw bedacht door Donald Gleason. Naar hem isook het graderingsysteem genaamd. Hijonderscheidde vijf verschillende groeipatronen, de5 Gleasongraden. Graden 1, 2 en 3 bestaan uitcarcinoomklier-buisjes die goed gevormd zijn, enwaarbij de individuele buisjes goed van elkaar teonderscheiden zijn (Fig. 2A), terwijl bij graad 4 de

buisjes met elkaar versmelten (Fig. 2B) of eensamenhangende massa vormen met kleine holtenerin.

Bij graad 5 kan de patholoog niet meer ziendat er buisjes zijn. De groeipatronen of graden 1

GleasonscoreProf. Theo van der Kwast

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-6

Waarom begint deGleasonscore in eenprostaat naaldbioptbij 6 en niet bij 1?

Fig 2A

Fig 2B

Fig 1

en 2 komen vrijwel uitsluitend voor in kankers, diegelegen zijn in het binnenste gedeelte van deprostaat, rond de plasbuis (Fig. 3). Graden 3, 4 en

5 zijn typerend voor de prostaatkankers die in deperiferie aan de onderzijde van de prostaatontstaan (Fig. 3). Het zijn vooral deze laatsteprostaatkankers die ontdekt worden metprostaatnaaldbiopten. De biopten worden immersgenomen via het rectum, welke het dichtst bij deonderkant van de prostaat is gelegen. Verderhebben prostaatkankers uit het binnenstegedeelte meestal (maar niet altijd) een gunstigerbeloop, en is de vroegopsporing dus vooralgericht op het ontdekken van kanker in deperiferie van de prostaat.

Voorgaande verklaart nog steeds het begripGleasonscore niet. Om de Gleasonscore tekunnen begrijpen, is het van belang teonderkennen dat een prostaatkanker vaak meerdan één groeipatroon of Gleasongraad bevat. Omde aanwezigheid van twee groeipatronen in deuiteindelijke differentiatiegraad tot uiting te latenkomen, bedacht Donald Gleason, dat deuiteindelijke differentiatiegraad, dat wil zeggen deGleasonscore, moest worden gevormd door desom van de twee meest uitgebreid aanwezigegraden in een prostaatkanker. Als er slechts ééngraad aanwezig is, dan verdubbelt het nummervan de Gleasongraad gewoon. Dit betekent dat deGleasonscore kan variëren van 2 (tweemaalgraad 1) tot Gleasonscore 10 (tweemaal graad 5)maximaal. Dit verklaart echter nog niet helemaalwaarom in een naaldbiopt de Gleasonscore in deregel begint bij 6 (tweemaal groeipatroon 3). Dereden is dat naaldbiopten, zoals eerder gezegd,vooral weefsel uit de periferie van de prostaatbevatten (Fig. 3).

Deze prostaatkankers tonen in de regel alleengroeipatroon 3 en hoger, en geen groeipatroon 1of 2. Gevolg is dat prostaatbiopten minimaal eenGleasonscore 6 (tweemaal groeipatroon ofGleasongraad 3) en maximaal Gleasonscore 10(tweemaal Gleasongraad 5) zullen hebben.

Gleasonscores onder de 6 zullen alleen wordengerapporteerd, indien het onderzochteprostaatweefsel uit het binnenste van de prostaatafkomstig is. Om te zorgen dat er goedeovereenstemming is onder pathologen bij hettoekennen van de Gleasonscore op eennaaldbiopt hebben ze in 2004 tijdens een congresin San Antonio, VS, afgesproken om voortaanzelden of nooit een Gleasonscore onder de 6 af tegeven op een prostaatkanker in een naaldbiopt.

Het moge uit het voorafgaande duidelijk zijn,dat Gleasonscore 6 prostaatkankers tot de meestgunstige categorie behoren en dat veel mannenmet deze diagnose er voordeel bij hebben om nietmeteen een prostatectomie of radiotherapie teondergaan, maar rustig de ontwikkelingen vandeze veelal indolente kanker af te wachtenmiddels “active surveillance”.

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-7

Dankwoord

We kregen deze parel van Theo van derKwast. Hij was professor in de Pathologieaan de Erasmus Universiteit te Rotterdamen tevens Voorzitter van het PathologyCommittee van de ERSPC.

Als emeritus werkt hij nu aan hetPrinces Margareth ziekenhuis in Toronto.Als een erkende coryfee in de wereld vanhistologie/pathologie heeft hij dit artikelspeciaal geschreven voor PROSTAATinfowaarvoor onze hartelijke dank.

Een extra aanbeveling van depathologiegroep (Am J Surg Pathol 34:169-177, 2010): “As agreement wasparticularly poor for foci comprising <6glands, we would encourage pathologiststo obtain intercollegial consultation of aspecialized pathologist for these lesionsbefore a carcinoma diagnosis, whereasclinicians may consider to perform stagingbiopsies before engaging on deferred ordefinite therapy.”

L. Denis

Fig 3

Aan de lezerOver een medische of wetenschappelijke

nieuwigheid rapporteren is een uitdaging. Defeiten zijn vaak behoorlijk complex en vragen omgelaagde informatie. Maar ook het lezersveld iscomplex. Er zijn lezers die het eenvoudig willenhouden, maar er zijn er ook die de details willenkennen. Allemaal willen ze met de informatie detechniek beter kennen om eventueel bewust tekunnen beoordelen of zelf te kunnen kiezen.

Daarom is dit artikel ook in lagen opgebouwd.Er is de basisinformatie die het feitelijk artikelvormt en er zijn de moeilijke aanvullingen die alsafzonderlijk stuk(ken) wordt aangeboden. Deaanvullingen zijn er voor de fijnproevers die echthet fijne van de nieuwigheid willen kennen. Je kandeze informatie ook negeren.

InleidingDiegenen die achter HIFU een Japanse of

oosterse behandelingstechniek vermoeden moetik teleurstellen, HIFU staat eenvoudigweg voor“high intensity focused ultrasound”.

Om het heel eenvoudig te stellen: metgefocusseerde (in een brandpunt samengebalde)en hoog intense geluidsgolven wordtprostaatweefsel verhit tot een temperatuur vanongeveer 90 tot 95 graden waardoor de eiwittenstollen en de cellen afsterven.

Voor de behandeling van prostaatkankerbestaan een hele reeks opties waaruit de uroloogin functie van de patiënt (leeftijd bijvoorbeeld), detoestand van zijn prostaat en van zijnprostaatkanker een keuze zal maken.

De gouden standaardIn het lijstje van opties staat de radicale

chirurgische verwijdering van de prostaat nogsteeds bovenaan als de gouden standaard.Uitgevoerd door een uroloog met de nodigeervaring (voldoende ingrepen per jaar…) levertdeze ingreep (indien toepasbaar) zeer goederesultaten op. De uroloog kan het weggenomenorgaan aan de anatoom-patholoog bezorgen diena nauwkeurige microscopische analyse kan

vaststellen of de tumor volledig verwijderd is en ofde snijranden negatief zijn.

Vandaag komt deze radicale verwijdering indrie smaken: er is een open operatie, er kanminimaal invasief met een kijkbuis gewerktworden, en de chirurg kan een operatierobotgebruiken. Niet elke patiënt komt voor elke optiein aanmerking.

Prostaatkankers zijn meestal multifocaal: in deprostaat komen meerdere kleinere en groteretumoren gelijktijdig voor zodat deze niet altijdallemaal gevonden worden, zelfs niet in eenbiopsie. De anatoom-patholoog vindt na dechirurgische verwijdering van de prostaat dusvaak meerdere tumoren.

Nadeel van de chirurgische prostatectomievolgens eender welke techniek is de kans opincontinentie en op impotentie. De oorzaak is despecifieke ligging van de prostaat onderaan tegende blaas plus het feit dat de urineleider dwarsdoor de prostaat loopt. Bij het losknippen (hetstukje urineleider dat in de prostaat zit wordt meeweggenomen) van de prostaat kan tijdelijke ofpermanente incontinentie optreden doorbeschadiging van de sluitspier(en). Incontinentie isevenwel een (redelijk) zeldzame consequentie diebovendien afhangt van de conditie van de patiënten van de ervaring van de chirurg.

De impotentie is een ander probleem. Dezenuwen die de erectie moeten sturen lopen vlaknaast de prostaat. Ook al is de chirurg nog zovoorzichtig, soms worden deze zenuwen (diemoeilijk te onderscheiden zijn) geraakt ofdoorgeknipt waardoor een erectiestoornis kanontstaan. Trouwens, deze zenuwen mogen nietbeschouwd worden als een soort draad, het iseerder een fijn netwerk dat zelfs bij trekken albeschadigd kan worden.

Het zal duidelijk zijn dat mannen soms meerschrik hebben van impotentie dan vanprostaatkanker en zich slechts node latenbehandelen. Daarom wordt gezocht naar anderebehandelingen waarmee men incontinentie enimpotentie zal trachten te voorkomen of hungevolgen te verzachten.

HIFU: een behandelingsoptievoor prostaatkankerErik Briers

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-8

Hoe zit het nu met HIFU?Geluidsgolven zijn ons goed gekend. Wij zijn

allemaal uitgerust met twee sensoren om dezegolven te detecteren, onze oren. Maar elke sensoris gekenmerkt door een bepaald bereik; hetmenselijk oor is in staat om geluidsgolven in eenbereik van ongeveer 20 Hz tot 20.000 Hz tedetecteren. Eén Hertz (Hz) is één trilling perseconde. Dit bereik neemt wel af met de leeftijdwaarbij vooral aan de bovenzijde van hetspectrum de detectie wegvalt. Dieren zijn vaak instaat om geluiden met een veel hogere frequentiete produceren en te detecteren, denk aan devleermuis die haar prooi met behulp vanultratonen vindt.

Geluid en energieGeluidsgolven dragen ook energie met zich

mee. Bij de lage frequenties die ons oor kanwaarnemen is die energie beperkt zodat ons oorgelukkig niet opwarmt van gewoon te luisteren.Toch kan zéér luid geluid, geluid met een (zéér)hoge intensiteit (deze wordt in de bekendedecibels gemeten), wel pijn doen. Zo wetenvandaag heel wat jongeren dat hun gehoorpermanent beschadigd is door het veelvuldigbijwonen van popconcerten. En van sommigeverhaaltjes krijg je wel rode oortjes.

Bij zeer hoge frequenties is die energieevenwel aanzienlijk, afhankelijk van de intensiteitvan de geluidsbundel. Een geluidsgolf plant zichvoort in een medium (dit kan lucht zijn of waterbijvoorbeeld) door dit medium samen te drukkenwaarbij de energie bepaald wordt door de omvangvan het drukverschil. Dit is te vergelijken met eengolf op het water; de afstand tussen tweegolftoppen is dan de golflengte, deze staat voorde frequentie. Het hoogteverschil tussen golfdalen golftop staat voor het drukverschil, de energie.Er is wel enig verschil tussen een kabbelendbeekje en een tsunami al is het tweemaal wateren een golf(verschijnsel).

Tijdens de “passage” van een golf worden demoleculen in het medium tot trillen (vibreren)gebracht waardoor er energie overgedragen wordten het medium opwarmt. Doordat moleculen aanhet trillen gebracht worden, treedt demping van degolf op of verzwakking (attenuatie). Daardoordooft een golfverschijnsel uit.

Van opwarming naar celdoodIndien het medium waarin de geluidsgolf zich

voortplant weefsel is dan zal ook dit weefsel en decellen waaruit het is opgebouwd opwarmen. Wat

er dan gebeurt weet een klein kind; gooi eenkreeft in kokend water en ze komt er gekookt enrood uit. Alle cellulaire processen zijn stilgevallenen dat in enkele minuten. Daarbij verloopt er heelwat tijd om de warmte van buiten de kreeft tot inde kern te transporteren om zo ook de kern vande kreeft te koken.

Hoeveel energie is daarvoor nodig? Niet veel,cellen opwarmen tot een temperatuur van bovende 90°C is na luttele seconden al dodelijk.

Een echt toestelEr zijn vandaag twee toestellen op de markt

waarmee de HIFU-techniek kan wordentoegepast.

Enkele gegevens over één dergelijk toestel insteno stijl. Om de ganse prostaat effectief tebereiken is het toestel uitgerust met eentransducer met twee brandpunten en energieënnamelijk 3 cm (24 W) en 4 cm (37 W). Defrequentie van de geluidsgolven is 4 MHz (4miljoen trillingen per seconde). In de sonde is eenultratonen echodiagnose verwerkt zodat hetmogelijk is tijdens de behandeling, op dezelfdewijze als tijdens het nemen van een biopsie,precies te “zien” wat er gebeurt. Tijdens debehandeling wordt in pulsen gewerkt; gedurendedrie seconden wordt gestraald waarna er zesseconden rust is. Dit laatste zorgt ervoor dat deniet te behandelen weefsels niet oververhitworden en geeft de sonde tijd om zijn nieuwepositie in te nemen.

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-9

Figuur 1. Licht grijs is de sonde weergegeven met daarin deovale transducer. De rode cilindertjes zijn de brandpunten;deze bevinden zich in de prostaat. Het middelste cirkeltje isde urineleider. (Deze voorstelling is schematisch, niet opschaal.)

De transducers zijn in een sonde ingebouwd:deze sonde heeft een diameter van 33 mm enwordt tijdens de procedure ingepakt in een latexhoesje (een condoom). De sonde en debinnenkant van het condoom worden omspoeldmet koelvloeistof om het rectum te beschermentegen oververhitting en beschadiging.

Tijdens debehandeling wordt desonde in het rectumgebracht, bijna tot tegende prostaat. Dezebevindt zich vlak tegenhet rectum; er wordtvoor gezorgd dat er nogeen kleine ruimte blijfttussen rectumwand ensonde. De sonde is aaneen arm bevestigdzodat er tijdens deprocedure geenongewenstebewegingen zijn. De patiënt is onder algemene ofepidurale verdoving en is eveneens onbeweeglijk.Binnen de sonde kan de transducer bewegen. Erzijn twee bewegingen, de eerste volgt deurineleider van boven naar beneden. Door dezebeweging beweegt het brandpunt zich over dehele lengte van de prostaat die rond de urineleidergelegen is. De tweede beweging is een kortebeweging rond de as (schommelbeweging); dezebeweging zorgt ervoor dat voor een gegevenplaats de prostaat van links naar rechtsbehandeld zal worden. Door deze tweebewegingen te combineren wordt de ganseprostaat bereikt en behandeld.

In de praktijk zal de uroloog uiteraard eerst deprostaat nogmaals in beeld nemen en zijnwerkplan opmaken. Hij bepaalt waar gestart wordten de sequentie van de behandelingspunten.Eens een segment aangegeven bepaalt hettoestel zelf de volgorde. Door de ene bewegingvast te houdenwordt hetsegmentgedefinieerd,door daarna metvaste stappen teschommelenworden steedsanderecilindertjesbehandeld.Daarbij wordennooit twee naast

elkaar liggende cilindertjes na elkaar behandeld.Tijdens de zes seconden dat er niet gestraaldwordt herpositioneert het toestel zijn transducer.Het ganse proces neemt dan ook flink wat tijd inbeslag. Het is trouwens ook zo dat de behandeldecilinders elkaar gedeeltelijk overlappen om zekerte zijn dat alle weefsel wel degelijk een hitteschokheeft gekregen. Door de sonde in het rectumeventueel nog wat te bewegen (dichter naar ofverder van de rectumwand) kunnen gebieden diedichter bij het rectum vallen of juist verder af ookbehandeld worden. De behandeling start altijd zover mogelijk van de sonde. Door de behandelingkunnen de absorptie-eigenschappen van hetweefsel veranderen en daardoor de parametersvoor een succesvolle behandeling.

PatiëntenselectieKomt elke patiënt in aanmerking voor een

HIFU-behandeling? Neen, de prostaattumor moetnog gelokaliseerd zijn binnen het kapsel, binnende grenzen van de prostaat.

Er zijn ook uitsluitingcriteria; een grote prostaatis slechts één van de uitsluitingcriteria.

De patiëntDe patiënt heeft niet graag dat men aan zijn

prostaat morrelt; hoe minder invasief hoe liever.Technisch lijkt de HIFU-procedure op het nemenvan een biopsie, hetgeen elkeprostaatkankerpatiënt goed kent. Bij het gebruikvan een epidurale verdoving kan de patiëntvolgens urologen dezelfde dag het ziekenhuisverlaten; bovendien kunnen zij daarna, volgensdiezelfde urologen, dezelfde avond al oprestaurant. Daar heb ik zo mijn twijfels over; zelfsna een “simpele” biopsie is het niet altijd vrolijkwandelen, eten en drinken en een biopsie nemenduurt minder dan een half uur…

Risicoʼs op impotentie en incontinentie blijvenbestaan want de hitteschok kan evengoedzenuwbanen doorbranden als spierenbeschadigen.

BesluitHIFU ziet er uit als een elegante techniek.

Vandaag is het nog een experimentele techniek.Niet alle patiënten komen in aanmerking zodat hetniet iets is dat de patiënt op zijn menukaart kanaankruisen. Het blijft de uroloog die in overleg metde patiënt en op basis van het dossier moetbeslissen welke behandeling voor een gegevenpatiënt het beste resultaat zal opleveren.

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-10

Een Sonablade

De Ablatherm

Technisch detail58 cal per gram cellenOm één gram cellen (voornamelijk water) één

graad op te warmen is er volgens de meesteenvoudige benadering één calorie nodig. Oméén gram cellen van lichaamstemperatuur totneem 95°C op te warmen zijn 58 calorieënvoldoende. 95°C is voldoende om de cellen tedoden. Om andere cellen te beschermen volstaathet deze niet mee te verhitten.

HIFUHoogfrequente geluidsgolven worden

geproduceerd met behulp van een soort kristal(denk aan het kwartskristal in een elektronischuurwerk) dat door middel van een hoogfrequenteelektrische golf aan het trillen wordt gebracht. Hetkristal is een onderdeel van de overbrenger, de“transducer” die een speciale vorm heeft waardoorde geluidsgolven zich in plaats van ruimtelijk teverspreiden zich gaan concentreren in eenbrandpunt. In dit brandpunt komt dan ook alleenergie samen in een klein cilindertje met eendiameter van ongeveer 3 mm bij een lengte van10 mm. Het weefsel in dit cilindertje wordtopgewarmd tot meer dan 90°C en zal afsterven.Wordt de temperatuur te hoog dan treedt er eenkookverschijnsel op waardoor er een holte in hetweefsel ontstaat; dit verschijnsel noemt men“cavitatie” en het is niet het beoogde effect. Indiendaarentegen de temperatuur ver onder de targetblijft is er geen celdood en dat is ook nietgewenst.

Energie absorberenBij zijn passage doorheen het weefsel wordt,

zoals wij reeds aangegeven hebben, de energiegeabsorbeerd, geattenueerd. De geluidsgolfvertrekt vanuit de transducer (de bron) en gaatnaar één punt waardoor er een soort van kegelontstaat met de geluidsbron aan de basis en hetdoelwit aan de top. Indien er geen absorptie zouzijn, is de totale energie in elke doorsneedoorheen de kegel en parallel met de bron gelijkaan deze die vanuit de bron vertrekt. Deenergiedensiteit (dit is de energie per vierkantecm) neemt dan ook toe naarmate het doelwitbenaderd wordt. In het voorbeeld (zie tabel) is debronintensiteit 45 watt met een transducer meteen diameter van 3 cm, het doel ligt op 4 cm(brandpunt). In theorie loopt de energiedensiteit inde focus op tot oneindig.

Maar de energie wordt onderweg wel degelijkgeabsorbeerd zodat de reële energie onderwegeen stuk lager ligt. Het rekenvoorbeeld gebruikteen reële attenuatiefactor van 0,7 dB/cm MHz.Omdat er gefocust wordt zijn wij geïnteresseerd inde energie in het effectief bestraalde stukje in dekegel en dat is geen vierkante cm groot. Hetresultaat, de beschikbare energie in de spot, daaltvan 45 watt aan de bron (over het geheleoppervlak) tot 3,72 watt 1,33 mm van de focus.

Van watt naar calorieënEén watt is één joule per seconde en 4,184

joule komt overeen met één calorie. Daarmeekunnen wij berekenen hoeveel energie in calorieer afgeleverd wordt op bijvoorbeeld 0,4 cm van defocus en dat per seconde.

Hoeveel energie hebben wijnodig?Het gefocuste weefselvolume is een cilinder

van 3 mm diameter en een lengte van 10 mm, hetvolume is 0,071 ml en aangezien weefselessentieel water is staat dat ook voor 0,071 gram.Om dit gewicht aan water een temperatuurs-verhoging van 60°C te laten ondergaan moet er4,24 calorie energie aangevoerd worden. Indienwij ervan uitgaan dat de beschikbare energie op 4mm van de focus in het cilindertje met 3 mmdiameter 1,06 calorie per seconde is dan magonze transducer 4,0 seconden golven uitzendenom dat stukje weefsel tot 95°C op te warmen.Merk op dat de energie per cm2 enkel in en nabijde focus hoog genoeg is om het beoogde effect tebereiken.

Een droog rekenexperimentHet temperatuurseffect kan ook nauwkeuriger

berekend worden of beter gesimuleerd worden.Daarbij wordt ervan uitgegaan dat er gedurendedrie seconden energie wordt ingestraald aan 45watt. Het transducer oppervlak is een schijf meteen diameter van 3 cm en de focus valt op 4 cmvan het oppervlak van de transducer.

In gedachten verdelen wij de kegelwaarbinnen de geluidsgolven zich voortplanten inschijfjes met een dikte van 1 mm. Het eersteschijfje ontvangt in drie seconden een energie van135 joule of 32,266 calorieën. Het grootstegedeelte van deze energie wordt evenweldoorgelaten; slechts een gedeelte ervan wordt inhet schijfje geabsorbeerd en omgezet in eentemperatuursverhoging.

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-11

Voor de fijnproeversDeze absorptie (attenuatie) wordt

mathematisch uitgedrukt in de volgende formule.

De energie die doorgelaten wordt (Etr), wordtuiteraard bepaald door de energie die ingestraaldwordt (E0). De absorptie zelf wordt bepaald doorde attenuatie eigenschappen van het medium (α),de frequentie (F) van de geluidsgolf (in megaherz)en de afstand (d) in centimeter de tussen bron(E0) en uittredende straal.

In ons voorbeeld gebruiken wij een geluidsgolfmet een frequentie van 4 MHz en eenattenuatiefactor (α) voor weefsels van 0,70(dB/cm MHz).

Indien wij deze berekening toepassen op onseerste schijfje van 1 mm wordt de doorgelatenenergie 30,25 calorie of het eerste schijfje heeft2,01 calorie energie geabsorbeerd in drieseconden. Het volume van dit eerste schijfje is0,69 ml (of ± 0,69 gr. water). Dat eentemperatuursstijging van [2,01 cal / 0,69 gr. water]= 2,92°C (de soortelijke warmte van water isgelukkig 1 graad per gram calorie) ondergaat.

“Reken” hier verder.Het eerste schijfje van 1 mm dik warmt door

absorptie van geluidsenergie 2,9°C op. Dezeberekening kunnen wij hernemen voor alle

volgende schijfjes en zo telkens detemperatuursstijging berekenen in elk schijfje.

In de figuur staat de transducer rechts enbevindt de prostaat zich links ervan.

In de figuur zijn drie diagrammen aangegeven.De grijze lijn is een voorstelling van de kegel, degefocusseerde geluidsbundel, (15 is 1,5 cm) deafmetingen staan op de rechter as. Merk op datook links van het nulpunt er uiteraard nog energiewordt gemeten zodat er ook verder dan hetbrandpunt opwarming optreedt.

De blauwe curve geeft hettemperatuursverloop weer voor schijfjes van 1 mmdik, de bereikte temperatuur (theoretisch) staat inde middelste as weergegeven. Uit de figuur blijktdat er effectief een zeer sterketemperatuursverhoging optreedt rond het“brandpunt”.

De rode curve opgebouwd uit geslotencirkeltjes is de energie doorheen het weefsel; destartenergie is 32,266 calorie (in 3 seconden), aande andere kant op bijna 1 cm voorbij de focus iser nog ongeveer 1,4 calorie over. De rest van deenergie is geabsorbeerd en omgezet in warmte.

De rode zone rond het brandpunt is de helftvan het cilindertje met een lengte van 1 cm eneen diameter van 3 mm.

Aangezien wij voor het vernietigen vanweefsel een temperatuur van ongeveer 90 tot95°C moeten bereiken is de zone beperkt tot dierond het brandpunt. In de werkelijke wereld zijn deweefsels niet allemaal gelijk waardoor ook deattenuatiefactoren uiteenlopen zodat de zone

waarin de juistetemperatuur voorvernietiging bereiktwordt niet steeds opdezelfde diepte ligt. Deenergie die nodig is, isevenwel steedsongeveer gelijk, zodatde in te stralen energieaangepast zou moetenworden indien deattenuatiefactor lager(of hoger) is of indienhet te bereiken gebieddichter bij de bron valt.

Einde van dit stukjevoor fijnproevers…

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-12

Graag wil ik hier verslag uitbrengen over mijnpersoonlijke ervaring en mening met de HIFU-behandeling als ex-patiënt met gelokaliseerde(niet uitgezaaide) prostaatkanker.

Ik werd zeer succesvol behandeld door dokterChris DʼHont met het Ablatherm-apparaat in hetZNA Ziekenhuis Middelheim te Antwerpen.

Motivatie van mijn keuze voorHIFUToen ik te horen kreeg van een prostaatkanker

te hebben met een agressiviteitgraad van 7 op 10Gleasonscore, had ik reeds een goed inzicht enoverzicht van de mogelijke behandelings-methodes dank zij de voorlichtingsvoordrachtenvan onze patiëntenvereniging WIJ OOK tijdens deCafé Santé bijeenkomsten.

Tussen de verschillende behandelings-mogelijkheden kreeg HIFU mijn duidelijkevoorkeur wegens mijn persoonlijke engagementenqua verblijfsduur in het ziekenhuis: slechts 1 à 2overnachtingen voor HIFU.

Dokter DʼHont was zeer overtuigend: de dagna de behandeling mocht men het ziekenhuisverlaten, weliswaar met een buiksonde door debuikwand tot in de blaas als bypass voor deurinelozing, dit wegens de gezwollen prostaat.Deze sonde moest het versneld afvoeren van dedode cellen mogelijk maken door een overaanbodvan urine veroorzaakt door het extra drinken vanwater.

Als ik zeg “zeer succesvol” dan is dat omdat ikzeven jaar later nog steeds een PSA heb < 1, watbetekent dat de kanker binnen de prostaatverdwenen is en dat er ook geen uitzaaiingenactief blijken te zijn.

Dit betekent echter niet dat sommigegevreesde nevenwerkingen me bespaard zijngebleven.

Ik lijd aan urine-incontinentie wegensbeschadiging van de sluitspier aan de uitgang vande blaas waardoor de werking verstoord is. Verderblijkt er zich plaatselijk een kwetsuuraangroeigevormd te hebben, waardoor persennoodzakelijk is om de blaas te ledigen.

Verslag van een gelukteHIFU-behandelingJos Janssens

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-13

Mijn impotentieprobleem schrijf ik niet oprekening van de HIFU-behandeling maar wel aaneen vroegere mislukte behandeling wegenspeyronie (wegnemen van de verharde weke delenin de penis).

Mijn urine-incontinentie heb ik leren beheersenmet:

- een beenkatheder verbonden met eencondoom: deze urinezak wordt aan de binnenkantvan het linker been bevestigd met draagriempjes,en met een flexibel plastiek slang aangeslotenaan het passende condoom op de penis. Deurinezak kan bij een toiletgang worden geledigden moet dagelijks worden gespoeld: het geheelmet het condoom aansluiten op de waterkraan enspoelen door zachtjes lauw water te laten lopenwaarbij de uitlaatklep onderaan de opvangzakmoet geopend zijn.

De beenkatheder is opgenomen in de RIZIV-nomenclatuur en terugbetaalbaar tot 100%naargelang de gekozen uitvoering.

- afwisselend met het dragen van een superpamper met een geschikte onderbroek.

Deze pampermethode vereist:- het steeds bij de hand hebben van een

reservepamper.- een strikte dagelijkse hygiëne van de

schaamstreek met inbegrip van het gebruik vaneen vochtinbrengende crème om het urinecontactmet de huid te minimaliseren.

Het gebruik van pampers is niet opgenomen inde RIZIV-nomenclatuur als terugbetaalbaarincontinentiemateriaal.

Maar het wordt naargelang de mutualiteitvergoed tot 30% mits voorleggen van eenonkostennota.

Chronologisch verloop van debehandeling1. De patiënt wordt gevraagd zich aan te

bieden de avond voor de behandeling.2. Het verblijf in de operatiezaal en

observatiezaal duurt samen slechts 2 à 3 uur.

3. Normaal kan men direct na zijn terugkeer inde kamer eten. Deze mogelijkheid dient evenwelgenoteerd door de follow-up in de observatiezaalalvorens deze te verlaten. Zoveel mogelijk drinkenwordt opgelegd om het in de blaas aanwezigebloed en dode cellen versneld af te voeren. Dezeafvoer gebeurt langs een buiksonde in eenopvangzak aan de zijkant van het bed. Hierdoorwordt een controle van de afgevoerdehoeveelheid urine alsmede de intensiteit van derode kleur in de urine mogelijk.

4. Zodra er vastgesteld wordt dat de normvoor de hoeveelheid urine gehaald wordt en hetbloeden is gestopt, mag je het ziekenhuis verlatenmet de nog altijd aanwezige buiksonde.

5. Bij ontslag uit het ziekenhuis:-Word je gevraagd nog enkele dagen de

hoeveelheden geproduceerde urine te noteren enzoveel mogelijk water te drinken om deachtergebleven dode cellen af te voeren.

- Krijg je het aanbod de buiksonde na 10dagen te laten verwijderen door de huisdokter oftijdens een controle in het ziekenhuis.

- Word je gevraagd tweemaal per dag deschaamstreek te wassen.

- Word je gevraagd het kalmpjes aan te doen;zeker geen fietstochten te ondernemen wegensprostaatcontact met het zadel.

Niettegenstaande een strikte opvolging vandeze instructies heb ik gedurende meer dan eenjaar om de twee maanden een blaasontstekingopgelopen blijkbaar afkomstig van deachtergebleven dode cellen.

Wanneer de huisantibiotica niet meer blekente helpen heb ik twee baxters van een

ziekenhuisantibioticum toegediend gekregentijdens een tweedaagse opname, waarna deinfecties definitief gestopt waren.

Ondertussen was ik al driemaal opgenomenlangs de spoedafdeling wegens obstructie aan deuitgang van de blaas waarvoor een cystoscopienoodzakelijk werd om de urinedoorgang vrij temaken.

Besluit1. Alhoewel de behandelingsduur in de kliniek

zeer kort mag genoemd worden, bleken denazorgperikelen van langere duur en zeerbelastend te zijn.

2. Niet alle lotgenoten hebben met de HIFU-behandeling een even positief resultaat wat betrefthet doden van de kanker. Ze hadden dus eentweede behandeling met HIFU of therapie metexterne bestraling nodig.

3. De wetenschappelijke commissie voorurologie beschouwt HIFU nog steeds alsexperimenteel, niettegenstaande ze reeds meerdan tien jaar wordt toegepast, dit wegensonvoldoend gekende resultaten op lange termijn.

4. Gezien het voorlopig negatief deskundigadvies van het KCE (Kennis Centrum voorGezondheid) komt de HIFU-behandeling nog nietin aanmerking voor terugbetaling door het RIZIV.

5. Mijn welgemeende dank gaat naarprofessor Louis Denis en de collegaʼs van WIJOOK voor de voorlichting en de psychologischesteun, en naar dokter Chris DʼHont en zijn teamvoor het realiseren van het vooropgestelde doel,namelijk de vernietiging van de kanker, maar ookvoor hun permanente beschikbaarheid en hundeskundige opvang.

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-14

Ablatherm (HIFU) voor debehandeling van prostaatkanker Nieuws uit het 25e EAU congres, 19april 2010 in BarcelonaLouis DenisOncologisch Centrum Antwerpen

De robot HIFU met Ablatherm van EDAP TMSbracht een innoverende methodologie voor depotentiële gebruikers van deze procedure via eenEAU “education online” programma. Dit HIFU-initiatief is het eerst gekozen project voor dit EAU“e-learning” programma. Het doel is de artsen diede technologie willen aanleren de adequatetheoretische en praktische kennis voor te stellenom bij de patiënt de realiteit in vertrouwen enexpertise aan te pakken.

Er zijn drie modulen ingevoerd, waarbij elkedoornomen module erkend wordt met een e-certificaat.

Eerst is er de theoretische training die de artstoelaat de indicaties en beperkingen van HIFUduidelijk te leren kennen.

De tweede module is online leren hoe demachine in activiteit bediend wordt.

De derde module is de “on-site training” op deeerste patiënten.

Prof. Tombal was aangeduid door de EAU alsmedewerker van het Wetenschappelijk Comité.De online informatie is terug te vinden op:http://www.uroweb.org/education/eau-education-online/

Voor de urologen is het belangrijk de technieken zijn indicaties aan te leren zoals de piloten invirtuele training de professionele vliegtuigen lerenbesturen in praktische programmaʼs.

Na een lange aanloop zijn de “online e-leerprojecten” nu op het praktisch niveau geraakt.

De e-leerprogrammaʼs van de Europese Schoolvoor Oncologie zijn na een aarzelend begin eenpopulair project geworden. In dit HIFU-projectwordt de klinische procedure als softwaregeïntegreerd.

Het EAU-programma omvatte de volgendeEngelstalige delen:

- IntroductionB. Tombal (Belgium)

- Clinical expertise from the literature 1/2(Outcomes for first line)

A. Blana (Germany)- Practical expertise from e-learning(Step 1-6 6 theoretical modules)

H. van der Poel (Netherlands)- Clinical expertise from the literature 2/2(Outcomes for salvage)

F.J. Murat (France)- Practical expertise from e-learning(Step 2 – On-line hands on training)

S. Thueroff (Germany)- Questions and AnswersHet concept is een belangrijke stap om een

interessante maar moeilijke technologie in teoefenen zonder maanden afwezigheid uit depraktijk, en vooral het overbruggen van eenleercurve.

De HIFU-technologie verdient deze aanpakom de eerste positieve resultaten als klinischerealiteit om te zetten, gebaseerd op objectieveresultaten.

Prof. Tombal gaf ons enkele beelden uit diteerste succesvol programma.

Meer basisinformatie vindt men in het KCE-rapport 89A maar het inleidende artikel van EBover HIFU in dit nummer is beknopt maar volledig(zie p. 8) (http://www.kce.fgov.be/index_nl.aspx?SGREF=6227& CREF=11745)

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-15

Dienst Radiotherapie-Oncologie, UZ LeuvenGasthuisberg

Voor wat betreft debehandeling van hetvroegtijdig prostaatcar-cinoom zijn vandaag dedag meerdere optiesmogelijk die volgensliteratuurgegevens (Ref. 1,2, 3) evenwaardig zijn. Ditwil zeggen dat in eenbepaalde patiëntengroep hun oncologischeresultaten op lange termijn gelijkwaardig zijn.Enerzijds zijn er de opties van een actievebehandeling, namelijk radicale prostatectomie enbestraling, hetzij uitwendig of inwendig (=brachytherapie); anderzijds kan een selecte groepvan patiënten met diagnose van een vroegtijdigprostaatcarcinoom in aanmerking komen voor eenafwachtende houding, de zogeheten “actievemonitoring”. Deze laatste optie houdt in dat deziekte van zeer nabij gevolgd wordt en erovergegaan wordt op een actieve therapie indiener tekens van significante toename van de kankeraanwezig zijn.

Voor de groep patiënten waarvoor meerderebehandelingsmogelijkheden bestaan, is hetbelangrijk dat de patiënt de kans krijgt betrokkente worden in het beslissingsproces. Opdat hij eenweloverwogen keuze zou kunnen maken, moethem naast correcte wetenschappelijke informatieover de verschillende behandelingsopties ook eenactieve begeleiding bij zijn beslissingsprocesaangereikt worden. Hiervoor kan men beroepdoen op een beslissingshulp of “decision aid” diebestaat onder de vorm van een brochure of eenwebsite.

Binnen onze diensten Urologie enRadiotherapie-Oncologie van het UZGasthuisberg werd in 2004 een eerste versie van

de beslissingshulp in brochurevorm ontwikkeld(Fig. 1). De bruikbaarheid hiervan werd getest ineen twee jaar durend pilootproject waarbij eenvijftigtal patiënten met vroegtijdige prostaatkanker(Fig. 2 inclusiecriteria) en elf artsen (acht urologenen drie radiotherapeuten) betrokken waren (Ref.4,5). Zowel de patiënten als artsen werden opregelmatige tijdstippen geïnterviewd betreffendehun bevindingen rond het gebruik van debeslissingshulp in de reële behandelingssituatie.Ongeveer 80% van de patiënten concludeerdendat ze een beter inzicht in hun ziekte verworvenhadden en meer realistische verwachtingenhadden over hun behandelingsresultaat.Daarnaast zagen zij in de beslissingshulp eenhandig instrument om hun naaste familieleden enhuisarts te betrekken in het beslissingsproces.Ook de arts-patiënt communicatie verbeterdeaanzienlijk doordat meer gerichte vragen kondengesteld worden en de patiënt zich beter

Gebruik van een “decisionaid” of beslissingshulp in debehandeling van het vroeg-tijdig prostaatcarcinoomSara Junius MD

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-16

Fig 1

[Fig. 2] INCLUSIECRITERIA* 65-75 jaar

* cT1c-T2a/b/c N0M0

* PSA<15µg/l

* Gleason score ≤7

* Minstens 2 behandelingsopties

* interesse voor keuzeopties

* nodige lees- en taalvaardigheden

voorbereid voelde op de consultatie met debetrokken arts. De overige 20 % wenste liever nietbetrokken te worden in het beslissingsproces enliet de uiteindelijke beslissing met betrekking totde behandeling liever volledig over aan de arts.

Ook de artsen bleken het unaniem eens: dearts-patiënt communicatie verbeterde duidelijkdoor de patiënt op deze wijze te betrekken bij zijnbehandelingskeuze. Ze hadden de indruk dat erminder basisinformatie diende gegeven te wordenen meer aandacht kon gericht worden op devoorkeur van patiënt zelf. Slechts 15%concludeerde dat de consultaties meer tijdrovendbleken te zijn terwijl de overige 85% juist eentijdsbesparend effect rapporteerde.

Gezien deze bevindingen werd binnen het UZGasthuisberg een beslissingshulp alsstandaardprocedure gebruikt in de behandelingvan het vroegtijdig prostaatcarcinoom. Reeds 230patiënten met een vroegtijdige prostaatkankerkregen tot op heden de beslissingshulpoverhandigd op het moment dat hun diagnosemeegedeeld werd. 30% van de patiënten (n=69)kwam in aanmerking voor alle vierbehandelingsopties. 1/3de hiervan verkoos eenradicale prostatectomie, 1/3de een behandelingd.m.v. bestraling en de overige 1/3de de actievemonitoring houding (Fig. 3). We zagen dus eenduidelijke verschuiving in behandelingskeuzeoptreden, met meer patiënten die een actievemonitoring verkozen dan vroeger het geval was(Ref. 6).

Met de hulp van deVlaamse Liga tegen Kankerwensen wij ook de collegaehuisartsen en anderegeïnteresseerde ziekenhuizenbij dit project te betrekken. Debedoeling is de beslissingshulpte introduceren zowel in dehuisartsenpraktijk als in demultidisciplinaire samenwerkingtussen urologen enradiotherapeut-oncologen inhet ziekenhuis.Informatiesessies betreffendedit onderwerp kunnen steedsdoor ons ter plekkegeorganiseerd worden indienhiervoor interesse zou bestaan.U kunt ons hiervoor steedscontacteren op bijgevoegde e-mailadressen.

Mede namens het hele team: - Chantal Van Audenhove

([email protected]) enJessie Schrijvers (dienst LUCAS KUL)

- Hein Van Poppel([email protected]), Steven Joniau([email protected]) en Filip Ameye(dienst Urologie UZ GHB Leuven)

- Karin Haustermans([email protected]) (dienstRadiotherapie-Oncologie UZ GHB Leuven)

Referentielijst:1. Potosky AL et al. ʻFive years outcomes afterprostatectomy or radiotherapy for prostate cancer:results from the Prostate Cancer Outcomes Study.ʼ J.Natl. Cancer Inst. 2004 Sept 15; 96 (18): 1358-1367 2. Kupelian PA et al. ʼRadical prostatectomy, EBRT <72 Gy, EBRT > 72 Gy, permanent seed implantation orcombined seeds/EBRT for stage T1-T2 prostatecancer.ʼ Int. J. Radiat. Oncol. Biol. Phys.2004; 58(1):25-333. DallʼEra Ma, Klotz LH et al. ʻActive surveillance forearly-stage prostate cancer: review of the currentliteratureʼ Cancer 2008; Apr 15;112(8):1650-94. S. Isebaert et al: ʻEvaluatie van gebruikbeslissingshulp bij vroegtijdige prostaatkanker.Tijdschrift voor Geneeskunde 20075. Isebaert S. et al ʻEvaluating a decision aid forpatients with localized prostate cancer in clinicalpractice.ʼ Urol. Int. 2008;81:383–3886. Posterpresentatie S. Junius - EAU Barcelona 2010

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-17

Fig 3

Het kon niet missen. Op de 25stejubileummeeting van de European Association ofUrology (EAU) begon het vuurwerk met eenpersconferentie en een plenaire zitting overscreening voor prostaatkanker. De experten uit deVSA en Europa zouden het tegen elkaaropnemen en ook de patiëntengroepen verenigd inEuropa Uomo, met uw dienaar in de arena, warenuitgenodigd.

Het heeft me steeds verwonderd dat de hardewaarheid met gebruik van beleefde terminologie,respect voor de andere mening en een vleugjehumor, toch tot consensus leiden. Het begint,zoals u bekend is, met de Europese tegen deVSA-studie. De ERSPC-studie geeft, na 9 jaaren 162.387 deelnemers in 7 EU-landen, eenverlaging van de mortaliteit tot 31%, terwijl deVS-studie geen daling van mortaliteitaantoonde.

Eens duidelijk zeggen dat de VS-studie teweinig deelnemers heeft, te weinig volgtijd, nietgenoeg opvolging van de biopsie en te veelcontaminatie door te veel PSA te prikken buitende studie. Genoeg redenen waarom deze studienooit tot een ernstig resultaat zou kunnen leiden.Ook onze vrienden waren akkoord daar westelden dat wij ook nooit een resultaat zoudenzien in de VSA.

Belangrijk is dat de VS-studie wel eenoverdiagnose en overbehandeling aantoonde diecomplementair is aan de ERSPC-gegevens.

Een gelukkig gevolg is dat artsen in beidecontinenten het eens zijn dat 30% van degevonden prostaatkankers met PSA-screeningniet onmiddellijk dient behandeld, en dat actieveopvolging als behandeling aan de patiënt dientvoorgelegd. De artsen die deze professionelerichtlijn niet volgen worden zeldzamer, zeker inAntwerpen.

Gaan we dan de screening aanbevelenvoor de bevolking? Geen sprake van daar dehuidige vermindering van overlijden doorprostaatkanker van 31% moet rekening houdenmet 1.400 onderzoeken en 48 behandelingen oméén leven te redden.

Dit is gebeurd op de analyse (nr.3) in 2006 enwe wachten op de analyse (nr.4) van 2008 dieafloopt in maart 2012. De laatste kans voorscreening voor prostaatkanker. Het is nog steeds

mogelijk dan cijfers te vinden waar slechts vierpatiënten dienen behandeld om één leven teredden. De experten weten dit al sinds 1994 wantmen dient 15 jaar te wachten om eenscreeningsstudie voor prostaatkanker af teronden. In feite gaat het erover dat we iemandvan een prostaatkanker opereren om 15 à 20 jaarlater zijn leven te redden. Dan weten we ineenswaarom we boven de 65 jaar individueel encorrect moeten nadenken of we een agressievebehandeling met ernstige nevenactiviteitenmoeten inzetten.

De EAU besluit dus geen screening aan tebevelen tot we de vierde controlerondegeanalyseerd hebben. Ook verwachten wevergelijkbare behandelingsstudies in Engeland(PROTECT) en de VSA (PIVOT) die betereinformatie geven over de voor- en nadelen vanelke behandeling.

Hierbuiten hebben we ook de plicht delevenskwaliteit (het Europa Uomo motto) tebeklemtonen en de kosten-batenanalyse teberekenen op de lange termijn om degezondheidsautoriteiten toe te laten eengefundeerde beslissing te nemen.

Moeten we liever de PSA-test laten vallen?Ook hier zeggen we: geen sprake van. Na 20 jaarervaring en verfijning van deze test, blijft het nogaltijd de beste merker om een risico vanprostaatkanker aan te duiden. Wat in velediscussies niet duidelijk vermeld wordt, is dat éénop drie genezende ingrepen wegensprostaatkanker na verloop van tijd een herval ofrecidief van kanker tonen. Dit is danonderbehandeling en om deze levens te redden,hadden we eerder moeten ingrijpen. Als wescreenen moeten we de screeningsleeftijdverlagen. Dit is onmogelijk wegens de verwachtestijging van de overdiagnose.

Wel kunnen we de PSA-test gebruiken op deleeftijd van 40 jaar. Wie een PSA-testresultaatheeft van <1 ng/ml moet zich tien jaar geenzorgen maken, en 50% van de 40-jarigen heefteen PSA-serumwaarde lager dan 1.

De andere 50% dient geval per geval bekekendaar benigne prostaathypertrofie en/ofprostaatontsteking dikwijls oorzaak zijn van eenPSA-verhoging.

Een tweede probleem is dat prostaatkanker

In de schaduw van KosLouis Denis

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-18

als klinische ziekte, dus geen histologischevondst, eigenlijk een zeldzame aandoening isbeneden de 55 jaar. Hier dient dus niet gescreendmaar een vroegdiagnose gezocht voor elkindividueel geval.

De uiteindelijke oplossing zal de ontdekkingzijn van een specifieke merker voor de agressievevormen van prostaatkanker. Tot die dag moetenwe elke patiënt met een bewezen prostaatkankerevalueren en behandelen volgens de specifiekesituatie van die man. Een uitzondering zijn degevallen waar prostaatkanker in de directe familievoorkomt. Een vader met prostaatkanker verhoogthet risico met 1,8%, met één of meer broers metprostaatkanker tot 28%.

Op vele andere aspecten zoals diagnose,behandeling en nieuwe medicatie, is er enormevooruitgang geboekt maar in de vroegdiagnoseblijft een rustige aanpak met een goedgeïnformeerde patiënt de aangewezen weg.

Uit onze trukendoos nog enkeleaanbevelingen:

1. Eerst de patiënt behandelen en dan pasde kanker.

2. Er is geen verband tussen mictieklachtenen een beginnende prostaatkanker.

3. Geen diagnose zonder prognose.4. Informatie over overdiagnose/over-

behandeling die geen afwachten is.5. Preventie en controle van de neven-

effecten van de behandeling beginnen voor debehandeling.

6. Zonder de huisartsen en het medischdossier zal het moeilijk zijn een zorgpad voorvroegdiagnose van prostaatkanker uit te voeren.

Besluit:Bevolkingsonderzoek naar prostaatkanker met

behulp van de PSA-test is op dit ogenblik nietaangewezen.

Om een “evidence based” opsporing aan tebevelen is afwachten tot 2012 de boodschap.

Europa Uomo en zijn netwerk aanmedestanders steunen dit besluit.

Bij elk jaarcongres van de EuropeseAssociatie voor Urologie (EAU) worden innovatiesop elk gebied van de urologie en de oncologie uitde hele wereld voorgesteld. Dit jaar was er eenduidelijke extra inbreng, ondanks de activiteitenvan de Eyjafjallajökull waardoor tot 40% van dedoorgaans 11.000 deelnemers thuis bleef. (EAUNews)

Natuurlijk blijven preventie en screening in hetbrandpunt van belangstelling. Duidelijke taal werdgesproken. In navolging van finasteride wordtdutasteride de 5AR-inhibitor (minder dehydro-testosterone in de prostaat) naar voor geschovenals een off-label (buiten de officiële indicatie)product dat niet alleen de neveneffecten vanbenigne prostaathypertrofie (BPH) voorkomt(acute retentie, chirurgie) maar ook nabehandeling minder kanker laat vinden.Gerandomiseerde studies waren positief ennieuwe studies zijn nog aan de gang. (EAU)

Voor BPH wordt een combinatie van 5AR-inhibitor en alphablockers (bv. Tamsulosine)aanbevolen. Dit is niet erg populair in Vlaanderenwaar men eerst een alphablocker en zo nodig een5AR-inhibitor gebruikt en zo de behandelinggoedkoper maakt. Een kleine maar nuttigeboodschap. Tamsulosine stoppen voor eencataractchirurgie. Doornemen betekent meercomplicaties.

De eeuwige discussie over screening werdtijdelijk stopgezet. De EAU volgt het standpuntvan de ERSPC. Geen screening tot de volgenderesultaten van 2008 geanalyseerd zijn. De laatstekans op een aanbeveling tot bevolkingsonderzoektegen prostaatkanker met de huidigeonderzoeken: het digitaal rectaal onderzoek en dePSA-test. (ERSPC)

Dit wil niet zeggen dat we de PSA-test aan dekant zetten. Steeds komen er verfijningen aan tepas. De laatste is de Prostaat Health Indexvoorgesteld door Beckman. Het is een combinatievan drie verschillende PSA-vormen en wordt

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-19

KORTBrigitte Dourcy-Belle-Rose

logisch PHI genoemd. Afwachten! (GSK)Een vast punt in het risico op prostaatkanker

zijn de familiale connecties. Mannen onder de 65jaar met drie broers met PCa (prostaatkanker)hebben een verhoogd risico tot 23 x decontrolegroep. Mannen tussen 65 en 74 jaar metalleen de vader met PCa hebben een verhoogdrisico tot 1.8. Belangrijk is dat ook de mortaliteitvan PCa gevolgd werd in deze studie van 26.651mannen en ook hier de risicoverhoudingenverhoogd waren. Deze studie geleid doorHemminki is gebaseerd op de Swedish NationalFamily Cancer Database. (US TOO)

Een prettig detail: mannen met vroegdiagnosevan PCa hebben een betere overleving met eendieet rijk aan zink. We weten dat hetprostaatweefsel en de retina in het oog veel meerzink bevatten dan andere weefsels. Een fusie meteen zinkchelator laat prostaat verdwijnen. Werddan ook in de VS toegepast in de jaren ʻ60 meteen verdwenen prostaat maar blindheid totgevolg. (AUA)

Twee hoogtepunten in de behandeling. DeAmerikaanse Food en Drug Administration (FDA)heeft na twee jaar aarzelen de behandeling vanPCa met Provenge (Dendreon) goedgekeurd. Hetbetekent de eerste erkenning van de waarde vaneen specifiek immunologische behandeling bij delaatste fase van PCa met 4 ½ maand langeroverleven, en als nevenwerking een soortgriepgevoel. Voorlopig alleen open voor patiëntenin klinieken die aan de studie deelnamen en aaneen prijskaartje van 75.000 USD per jaar. Meerstudies zijn nodig om te weten of de impact ookgebeurt in vroegere stadia van prostaatkanker.(AUA)

Nieuwe hoop voor gevorderde kanker. Namislukken van het standaard Docetaxelregimekomt een nieuwe therapie Cabazitaxel enPrednisone de uitkomsten van overlevenverbeteren met een extra drie maand. Stap voorstap, maar we gaan vooruit. (AUA)

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-20

Boekbesprekingen Henk Van daele

Kanker en seksC. Eeltink & D. Hahn (red)Door samenwerking tussen het Nederlands

Kanker Instituut – Antoni van LeeuwenhoekZiekenhuis en het Medisch Centrum van de VrijeUniversiteit Amsterdam is een boek ontstaan metals titel 80 vragen over kanker en seksualiteit. Deredactie bestond uit medische specialisten,verpleegkundigen en oncopsychologen. Inverschillende hoofdstukken komen aan bod:borstkanker, urogenitale tumoren (blaas-,prostaat- en teelbalkanker), darmkanker,gynaecologische tumoren, hoofd-halstumoren,tumoren van het zenuwstelsel, en longtumoren.Hoofdstukjes over de medicamenteuzebehandeling, de emotionele gevolgen, en kanker-seksualiteit en spiritualiteit, plus enkele bijlagen.

De vragen 28 tot en met 37 hebben betrekkingop de urogenitale tumoren. We vermelden ze hierbondig. Vraag 28: Welke veranderingen op hetgebied van de seksualiteit worden veroorzaaktdoor de behandeling van blaaskanker? 29: Is erna blaasverwijdering sprake van verminderdevruchtbaarheid? 30: Welke seksuele activiteitenworden na een blaasverwijdering afgeraden envoor hoe lang? 31: Welke voorzorgsmaatregelen

dienen na eenblaasverwijderinggenomen te wordentijdens seksuelegemeenschap? 32: Welkeveranderingen op hetgebied van seksualiteitworden veroorzaakt doorde behandeling vanprostaatkanker en hoelang kunnen deze veranderingen aanhouden? 33:Is er na prostatectomie sprake van verminderdevruchtbaarheid? 34: Hoe kunnen de seksuelestoornissen na prostaatkanker behandeldworden? 35: Welke veranderingen op het gebiedvan seksualiteit worden veroorzaakt door debehandeling peniskanker en hoe lang kunnendeze veranderingen aanhouden? 36: Welkeveranderingen op het gebied van seksualiteitworden veroorzaakt door de behandeling vantestiskanker en hoe lang kunnen dezeveranderingen aanhouden? 37: Is er na debehandeling van testiskanker sprake vanverminderde vruchtbaarheid?

Elke vraag wordt bondig in een vlot leesbaretekst met zo weinig mogelijk moeilijke medischetermen behandeld. Leden van Wij Ook dieregelmatig aan onze activiteiten deelnemen enPROSTAATinfo aandachtig lezen, zullen de

teksten misschien wat te eenvoudig vinden. Voornieuwe lotgenoten die zopas met de diagnosewerden geconfronteerd biedt dit boek als eerstekennismaking met de problematiek toch heel wathouvast.

In de bijlagen worden adressen en websitesvan organisaties vermeld. Spijtig dat desamenstellers van het boek zich beperkt hebbentot uitsluitend Nederlandse gegevens. Misschienmoet dit nuttige boek in de toekomst maar eensvia een Nederlands - Vlaamse coproductieworden heruitgegeven.

C. Eeltink & D. Hahn (red.), 80 vragen overkanker en seksualiteit, Amsterdam, NKI-AVL/ VUM.C., 2009, ISBN 978-90-5761-087-5.

Rik Cuypers

ProstaatkankerlogboekWim KöhlerDoor medisch journalist

Wim Köhler, in opdracht vande Nederlandsepatiëntenvereniging “StichtingContactgroep Prostaatkanker”.Met zʼn harde cover enbeschermde ringbinding is hetboek duidelijk bedoeld als eennaslagwerk dat lang meegaat.Het is een “logboek”, omdat een aantal paginaʼspersoonlijke notaʼs van de patiënt toelaten.

Het eerste deel geeft een leidraad langs allemogelijke behandelingen, primair en aanvullend,curatief en palliatief. “Oplettend afwachten” heeftde plaats gekregen die het verdient. HIFU en cryoworden enkel summier vermeld. De bijwerkingenvan de ingrepen komen ruim aan bod.Levenskwaliteit voor de patiënt en zijn omgeving,is een duidelijk moto.

Deze “routeplanner” is gebaseerd op demedische praktijken die gangbaar zijn inNederland: “Richtlijn Prostaatcarcinoom”.

Het tweede deel geeft medische uitleg inverband met prostaatkanker en somt adressen enliteratuur op, maar die zijn meestal voor niet-Nederlanders weinig relevant.

De schrijver is er in geslaagd een complexematerie op een vlot leesbare manier weer tegeven. Hij legt de nadruk op de mondigheid vande patiënt, maar stelt ook duidelijk dat veelkeuzes niet vanzelfsprekend zijn. Door devolledigheid van het werk kan men het inderdaad

een naslagwerk noemen. De figuren zijn heelduidelijk. Geïnformeerde patiënten vinden er directhun draai in. Nieuw gediagnosticeerde mannenzullen wel het boek moeten herlezen om alles tebegrijpen, maar vermits beslissingen niet dringendzijn is daar ruim de tijd toe. Dit werk is zeker eenaanrader voor al wie zich ruim wil informeren overprostaatkanker.

Wim Köhler, Prostaatkankerlogboek,Amsterdam, Thoeris, 2009, ISBN 978 90 7221985 5. Prijs € 19,95.

Press Release – May 2010The Society for Clinical Trials /Project ImpACT Trial of the Yearfor 2010(The European Randomized Studyof Screening for Prostate Cancer(ERSPC) Trial)Each year the international Society for Clinical

Trials and Project ImpACT select the Clinical Trialof the Year that best improves the lot of mankind,displays the highest level of scientific expertise,and shows maximum concern about the safety ofstudy participants.

This yearʼs winner is the ERSPC Trial ofscreening for prostate cancer. The award will bepresented at the Societyʼs annual meeting inBaltimore on May 17.

The European Randomized Study ofScreening for Prostate Cancer was initiated in theearly 1990s to evaluate the effect of screeningwith prostate-specific–antigen (PSA) testing ondeath rates from prostate cancer.

It took place in TheNetherlands, Belgium,Sweden, Finland, Italy,Spain, and Switzerland,and was led byProfessor Fritz H.Schröder of ErasmusUniversity in Rotterdam.

The last analysis willbe provided in 2012adding the necessaryinformation on the maximal effect on outcomes,quality of life and health economics.

Congratulations from US TOO Belgium.

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-21

Dat wij zeer actieve leden hebben, weten weondertussen wel. Maar soms zijn er bijzondereprestaties die om onze aandacht vragen. Voor ditnummer zijn dat twee van onze illustere leden.

Er is Louis Denis die erelid wordt van de EAUen er is Henk Van daele die bestuurder wordt vanECPC.

De ECPC of de “European Cancer PatientCoalition” is een belangrijke Europese patiënten-organisatie. ECPC wil aan de kankerpatiënt eenstem geven in alle beslissingen over zijngezondheid. Het motto van ECPC is dan ook nietvoor niets: “Nothing about us without us”, “Nietsover ons zonder ons”.

ECPC heeft zes grote objectieven:1- Van kanker een centraal actiepunt maken

binnen de Europese gezondheidspolitiek.2- Kankerpreventie, detectie en behandeling

optimaliseren door middel van aangepaste wet-en regelgeving.

3- Er voor zorgen dat alle Europeanentoegang hebben tot de meest geschikte preventie,opsporing (screening), clinical trials en over hetalgemeen tot de beste kwaliteit van behandeling

Leden van Wij Ook Belgium in de kijker

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-22

en zorg.4- Ervoor te zorgen dat de verschillen in

behandeling tussen Europese landen kleinerworden.

5- Ervoor zorgen dat de patiënten mondigerworden en mee hun eigen lot in eigen handennemen.

6- Ervoor zorgen dat de diverse Europesekankerorganisaties samenwerken omgemeenschappelijke doelstellingen te bereiken.

Dit is een belangrijke organisatie die toegangheeft tot de hoogste kringen op Europees niveau.Wij zijn daar zelf bij betrokken als lid: Wij OokBelgium is lid van ECPC, maar ook Europa Uomois dat. De voorzitter van ECPC is Tom Hudson dietevens voorzitter is van Europa Uomo.

Henk Van daele is sinds de verkiezingen vanapril 2010 één van de negen leden van dedirectieraad van ECPC. Die negen leden komenuit negen verschillende Europese landen en hetzijn survivors van verschillende soorten kankers.We feliciteren Henk Van daele en wensen hemveel succes in die nieuwe functie ten bate van alleEuropese kankerpatiënten.

Wij ook België vzw

Word nu lid, stort 20 euro(of 40 euro als steunend lid)

op 403-7149301-86Zie antwoordkaart

© erikbriers

In België zijn jaarlijks 10.000 personen hetslachtoffer van een plotselinge hartstilstand buitende muren van een ziekenhuis: op straat, op hetwerk of thuis. Dat komt overeen met eenincidentie van 1 op 1.000 per jaar, goed voorhetzelfde dodentol als een Boeing 747 die elkedag van het jaar zou neerstorten.

Na een noodoproep kan het tot acht minutenduren voordat de ambulance ter plaatse is. Nettijdens die kostbare minuten kan het hart terug opgang worden gebracht en kunnen zware gevolgenworden voorkomen. Momenteel overleeft amper 5tot 10% van alle slachtoffers een hartstilstand.Door in de eerste vijf minuten een AED(automatische externe defibrilator) te gebruiken,kunnen heel wat levens worden gered. Als eenAED binnen handbereik is, zou het overlevings-cijfer kunnen stijgen tot boven de 50%.

Wat is een AED?Een automatisch externe defibrillator of AED is

een draagbaar toestel dat een elektrische schokaan het hart toedient bij levensbedreigendehartritmestoor-nissen. De AED analyseert hethartritme van het slachtoffer en bepaaltautomatisch of een stroomstoot het slachtofferkan helpen.

Het AED-toestel geeft gesproken instructies.Het leidt de hulpverlener door de reanimatie totprofessionele hulpverleners het van hemovernemen.

Het toestel bepaalt volledig autonoom of eenelektrische schok het slachtoffer kan helpen. Kaneen schok niet helpen, dan schokt het toestel niet.Het is dus onmogelijk om het toestel verkeerd ofonnodig te gebruiken.

Een AED is heel eenvoudig te bedienen.Iedereen kan binnen een paar uur lerenreanimeren en omgaan met een AED.

De AED is een belangrijk apparaat bij deeerste hulp na een hartaanval, maar vervangt nietde gewone reanimatie. Die is nog altijd nodig omzuurstof toe te dienen en rond te sturen, anders

raken de hersenen beschadigd. Ook om detijd te overbruggen tot de AED er is, isreanimatie nodig. Een AED is een dus eenhulpmiddel bij de reanimatie, het kanreanimatie in geen geval vervangen ofoverbodig maken.

Een AED toestel vindt u met behulp van degroene logoʼs.

Wat is een hartstilstand?Een hartstilstand is te wijten aan een

hartritmestoornis. Als men niet meteen ietsonderneemt, is de afloop al na enkele minutenfataal. Precies daarom spreekt men ook wel vanʻplotse dood ̓bij volwassenen.

Snel optreden kan het hart opnieuw doenwerken en zware gevolgen vermijden.

Hoe herkent u een hartstilstand?1- Het slachtoffer verliest het bewustzijn en valt,

2- Het slachtoffer reageert niet als men luid roept enhem/haar schudt,

3- Het slachtoffer ademt niet (de borstkas gaat nietop en neer) of heeft geen normale ademhaling.

Getuige van een hartstilstand: 3reflexen

Breng het slachtoffer in de eerste plaats overnaar een veilige plaats, ook voor uzelf.

1. Bel de 112 en geef het exacteadres op, 1 minuut winst = 10%meer overlevingskans!

Misschien bent u de enige die ietskunt doen: aarzel niet, uw rol isvan levensbelang.

2. Ga meteen over tothartmassage. In een regelmatigritme van 100 keer per minuut (datis iets minder dan 2 keer perseconde) duwt u 30 keer krachtigop de borst van het slachtoffer:druk in het midden van deborstkas, het borstbeen moet 4 à 5cm diep ingedrukt worden.

3. Defibrilleer

Geef een elektrische schok metbehulp van een automatischeexterne defibrillator, als zoʼn toestelin de buurt voorhanden is.

Voor meer informatie:Het Rode Kruis Vlaanderen op

www.hartveilig.rodekruis.be Tel: 015/44-34-87Of: Belgische Cardiologische Liga op

www.cardiologischeliga.be Tel: 02/649-85-37Op basis van informatie van de Belgische Cardiologische

liga en Het Rode Kruis Vlaanderen.

Ook u kan een leven redden

PROSTAATinfo 9(2010)2 p-