Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de...

15
Auteurschap Heeft Petrus deze brief geschreven? Petrus 1:1: 'Petrus, een apostel van Jezus Christus' - we kunnen dus op basis van de Schrift al uitmaken dat het inderdaad Petrus is die deze brief geschreven heeft. De vroege kerk heeft ook nooit aan het auteurschap getwijfeld en dat moet voor ons ook een reden te zijn om niet te twijfelen. Wat zijn dan redenen om aan te nemen dat Petrus deze brief niet schreef? a) Was een ongeletterde en eenvoudige man (Hd.4:13). Het Grieks van 1Petrus getuigt volgens de kenners van 'buitengewoon goede beheersing van het Grieks'. Hij gebruikt een groot aantal woorden die maar één keer in het NT voorkomen en getuigt van een grondige kennis van de Griekse vertaling van het OT. - Joh.1:45: Petrus afkomstig uit Betsaïda (aan Meer van Galilea), wat in die tijd een belangrijke haven was. In het Galilea van toen was Grieks, naast Aramees, gangbaar. Sinds Alexander de Grote was het Grieks verspreid en ook in Galilea was dit verspreid. Betasïda zelf lag heel dicht bij Decapolis, een gebied waarin 10 Griekse steden lagen. Het is niet vreemd dat een visser uit zo'n haven tweetalig was. Daarbij komt nog dat Flavius Josephus zegt dat in zijn tijd zelfs slaven, als ze wilden, gemakkelijk Grieks konden leren. - Deze brief werd, zoals we zullen zien, zo'n dertig jaar na Jezus' dood geschreven. In die tijd zal Petrus door het vele prediken en contact met Griekssprekenden beter Grieks geleerd hebben. - Silvanus/Silas wordt genoemd (5:12), als degene 'waardoor Petrus zijn brief geschreven heeft'. Het kan best zijn dat hij opschreef wat Paulus dicteerde en verbeterde. Maar dat is eerder speculatie. b) 1Petrus en 2Petrus wijken qua stijl en woordgebruik van elkaar af. - We moeten ons allereerst de vraag stellen of dit echt een probleem is (voor mij niet). 2Petrus 3:1 verwijst naar een eerder geschreven brief (wat dus waarschijnlijk 1Petrus is). Ook hier wordt Simeon Petrus, apostel van Jezus Christus als schrijver genoemd. De vroege kerk heeft heel wat brieven niet aanvaard en bestempeld als pseudepigrafisch, maar deze brief niet. - Calvijn vond dit wel een probleem en nam aan dat 2Petrus niet door Petrus geschreven is, maar dat is een verlegenheidsoplossing. - Het verschil kan ook geweten worden aan de invloed van een secretaris (zie voorgaande). Maar ook dat is speculatie Kortom: Petrus heeft beide brieven geschreven. Er zijn altijd wel problemen en argumenten te vinden om de brieven af te doen als door verschillende mensen geschreven. Wanneer Er is in de brieven sprake van toenemende christenvervolging (4:12 en 5:8,9). Als we deze vervolgingen kunnen dateren, kunnen we ook de brief dateren. Het overzicht van de keizers toont drie keizers waar sprake is van vervolging. - De vervolgingen onder Domitianus en Trajanus waren grootschalig en bedoeld om de hele christenheid uit te roeien. Sommige uitleggers dateren de brief bij één van deze twee, omdat er in 5:9 gesproken wordt over de broederschap in de wereld die hetzelfde moet ondergaan. Maar dan moeten we de brief dateren na Petrus! En zitten we terug bij het vorige punt. - 2:14-17 schrijft over onderwerping aan overheid en keizer, stadhouders die gezonden zijn om boosdoeners te bestraffen en lof te geven aan wie goed doet. Dit past beter in een context waarin sprake is van beginnende vervolging, zoals bij Nero, en niet van algemene vervolging zoals bij de twee vorige keizers. Van Nero kennen we het verhaal van de brand van Rome (op 9 juli 64), en nadien het in brand steken van christenen en voor de leeuwen werpen - dit was eerder een beperkte vervolging, namelijk vooral Rome en omstreken; - De mensen in Klein-Azië waarschijnlijk niet door vervolging Nero getroffen. Toch schrijft Petrus over dreigende en werkelijke vervolging, ook bij zijn lezers. Dit kan verklaard worden uit Handelingen, waar we heel de brief door zien hoe er reeds vanaf het begin aanslagen waren op gelovigen 'voor de naam van Christus' - denk maar aan hoe Paulus af en toe behandeld werd (vgl. 1Pet.4:14); dit lijkt echter nog geen vervolging van overheidswege. Waarschijnlijk moeten we daarom opteren voor een datering iets voor de brand in Rome - waar al wantrouwen bestond tegen de christenen, maar nog geen uitbarsting van vervolging in Rome (ook omdat vroege kerkhistorici schrijven over Petrus' dood als gevolg van Nero's vervolging). Waar geschreven Babylon (5:13).

Transcript of Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de...

Page 1: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

AuteurschapHeeft Petrus deze brief geschreven? Petrus 1:1: 'Petrus, een apostel van Jezus Christus' - we kunnen dus op basis van de Schrift al uitmaken dat het inderdaad Petrus is die deze brief geschreven heeft. De vroege kerk heeft ook nooit aan het auteurschap getwijfeld en dat moet voor ons ook een reden te zijn om niet te twijfelen.Wat zijn dan redenen om aan te nemen dat Petrus deze brief niet schreef?

a) Was een ongeletterde en eenvoudige man (Hd.4:13). Het Grieks van 1Petrus getuigt volgens de kenners van 'buitengewoon goede beheersing van het Grieks'. Hij gebruikt een groot aantal woorden die maar één keer in het NT voorkomen en getuigt van een grondige kennis van de Griekse vertaling van het OT. - Joh.1:45: Petrus afkomstig uit Betsaïda (aan Meer van Galilea), wat in die tijd een belangrijke

haven was. In het Galilea van toen was Grieks, naast Aramees, gangbaar. Sinds Alexander de Grote was het Grieks verspreid en ook in Galilea was dit verspreid. Betasïda zelf lag heel dicht bij Decapolis, een gebied waarin 10 Griekse steden lagen. Het is niet vreemd dat een visser uit zo'n haven tweetalig was. Daarbij komt nog dat Flavius Josephus zegt dat in zijn tijd zelfs slaven, als ze wilden, gemakkelijk Grieks konden leren.

- Deze brief werd, zoals we zullen zien, zo'n dertig jaar na Jezus' dood geschreven. In die tijd zal Petrus door het vele prediken en contact met Griekssprekenden beter Grieks geleerd hebben.

- Silvanus/Silas wordt genoemd (5:12), als degene 'waardoor Petrus zijn brief geschreven heeft'. Het kan best zijn dat hij opschreef wat Paulus dicteerde en verbeterde. Maar dat is eerder speculatie.

b) 1Petrus en 2Petrus wijken qua stijl en woordgebruik van elkaar af. - We moeten ons allereerst de vraag stellen of dit echt een probleem is (voor mij niet). 2Petrus

3:1 verwijst naar een eerder geschreven brief (wat dus waarschijnlijk 1Petrus is). Ook hier wordt Simeon Petrus, apostel van Jezus Christus als schrijver genoemd. De vroege kerk heeft heel wat brieven niet aanvaard en bestempeld als pseudepigrafisch, maar deze brief niet.

- Calvijn vond dit wel een probleem en nam aan dat 2Petrus niet door Petrus geschreven is, maar dat is een verlegenheidsoplossing.

- Het verschil kan ook geweten worden aan de invloed van een secretaris (zie voorgaande). Maar ook dat is speculatie

Kortom: Petrus heeft beide brieven geschreven. Er zijn altijd wel problemen en argumenten te vinden om de brieven af te doen als door verschillende mensen geschreven.

WanneerEr is in de brieven sprake van toenemende christenvervolging (4:12 en 5:8,9). Als we deze vervolgingen kunnen dateren, kunnen we ook de brief dateren. Het overzicht van de keizers toont drie keizers waar sprake is van vervolging. - De vervolgingen onder Domitianus en Trajanus waren grootschalig en bedoeld om de hele christenheid uit te roeien. Sommige uitleggers dateren de brief bij één van deze twee, omdat er in 5:9 gesproken wordt over de broederschap in de wereld die hetzelfde moet ondergaan. Maar dan moeten we de brief dateren na Petrus! En zitten we terug bij het vorige punt.- 2:14-17 schrijft over onderwerping aan overheid en keizer, stadhouders die gezonden zijn om boosdoeners te bestraffen en lof te geven aan wie goed doet. Dit past beter in een context waarin sprake is van beginnende vervolging, zoals bij Nero, en niet van algemene vervolging zoals bij de twee vorige keizers. Van Nero kennen we het verhaal van de brand van Rome (op 9 juli 64), en nadien het in brand steken van christenen en voor de leeuwen werpen - dit was eerder een beperkte vervolging, namelijk vooral Rome en omstreken; - De mensen in Klein-Azië waarschijnlijk niet door vervolging Nero getroffen. Toch schrijft Petrus over dreigende en werkelijke vervolging, ook bij zijn lezers. Dit kan verklaard worden uit Handelingen, waar we heel de brief door zien hoe er reeds vanaf het begin aanslagen waren op gelovigen 'voor de naam van Christus' - denk maar aan hoe Paulus af en toe behandeld werd (vgl. 1Pet.4:14); dit lijkt echter nog geen vervolging van overheidswege.

Waarschijnlijk moeten we daarom opteren voor een datering iets voor de brand in Rome - waar al wantrouwen bestond tegen de christenen, maar nog geen uitbarsting van vervolging in Rome (ook omdat vroege kerkhistorici schrijven over Petrus' dood als gevolg van Nero's vervolging).

Waar geschrevenBabylon (5:13).

Page 2: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

a) Letterlijk Babylon in Mesopotamië (huidig Irak). Historische bronnen laten doorschemeren dat er in de eerste eeuw een joods-christelijke gemeenschap was, maar er is niets bekend over Petrus' aanwezigheid.

b) Cryptische omschrijving voor Rome. Petrus is er zeker geweest en heeft er gepredikt. De oud-kerkelijke overlevering zegt ook de hij daar de marteldood gestorven is (dit wordt weliswaar aangevochten). In Openbaring wordt ook gesproken over Babylon, wat dan gelijkgesteld wordt met Rome. Sommigen beweren dat pas na 70n.Chr. deze gelijkstelling gebruikt zou worden, na de verwoesting van de Tempel. Er valt sowieso tussen Babylon en Rome een vergelijking te trekken op vlak van decadentie en goddeloosheid. De gelijkstelling wordt ook ondersteund door tradities uit de tweede en vierde eeuw.

c) Er bestond een Romeinse garnizoensplaats in Egypte, maar is onwaarschijnlijk wegens gebrek aan steekhoudende argumenten.

Aan wie schrijft Petrus?

Petrus 1:1 - Vreemdelingen in de verstrooiing - diaspora. Wie zijn dit?

a) Joden (veel gebruik van OT-taal - 2:12 en citaten uit het OT + geen enkele vroege kerk enkel heidenen)

b) Heidenen (1:18, 2:10, 4:3-4)c) Slaven (2:18)d) Eenvoudige burgers, maar geen slaven (2:13-17)e) Vrouwen (3:1), mannen (3:7)

- Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia, BityniëWaarom in die volgorde? Pontus en Bitynië worden vaak in één adem genoemd. Men gaat uit van een route die een bode (Silas, 5:12) aflegt om de brief in alle gemeenten te laten lezen.

Thema's 1PetrusUit verschillende commentaren1. Loof God voor onze hoop in Christus, ondanks lijden 2. Leef gehoorzaam in hoop 3. Leef als Gods mensen (1): Het leven van de geestelijke tempel 4. Leef als Gods mensen (2): De nieuwe levensstijl 5. De zegen van leven met christelijk lijden 6. De zegen van leven als vertegenwoordigers van genade 7. De zegen van lijden om Christus' wil 8. Leven in de lijdende kerk van God

1. Algemene leer: De grootheid van onze redding2. Specifiek onderwijs: Heilig zijn te midden van ongelovigen

1. Geroepen tot redding2. Leven als vreemdelingen in een vijandige wereld3. Volharden in lijden

1. Verlossing on/gelovige2. Heiliging gelovige3. Onderworpenheid gelovige4. Lijden gelovige

Gemeenschappelijke thema’s : hoop - lijden - gehoorzaamheid - onderwerping/liefde

Page 3: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

1 Petrus 1

1:1-21 zie algemeen2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen

naaiclubje, maar gemeenschap door God gewild. BELANGRIJK!!! God was, is en zal zijn - Hij is overal, boven tijd en ruimte.- waartoe zijn de vreemdelingen, dus ook wij, uitverkoren? Tot gehoorzaamheid en tot besprenging met het bloed van Jezus Christus. Dit staat er zo vaak dat vergeten wat het inhoudt. Exodus 24:7-8: gehoorzaamheid (alles…zullen wij doen) en besprenging met bloed van stieren. Wij moeten ook nog steeds gehoorzamen. Wij worden besprengd met Jezus' bloed, onze zonden worden vervegen, als we geloven in Zijn offer. Wij sluiten als het ware een verbond met God - vanaf nu zal ik U volgen. Doen wij dit?- Hoe gebeurt dit allemaal? In heiliging door de Geest. In deze tekst komt de drie-eenheid naar voor; Gods voorkennis, Jezus' bloed en heiliging door de Geest. Het is de Geest die heiliging in ons bewerkt.

Calvijn en zijn opvolgers hebben aan de 'uitverkiezing' een zware geladenheid gegeven: God kiest mensen die Hij behoudt en Hij kiest ook de mensen die Hij verwerpt. Tot nu toe zware discussies, kerken die scheuren op dit probleem. Wat weten we zeker vanuit deze tekst? Wij hier zijn gelovigen en waartoe zijn wij uitverkoren? Gehoorzaamheid en besprenging met Jezus' bloed. Dat geldt voor iedere gelovige en dat moeten we in ons spreken met ongelovigen ook naar voor brengen: gehoorzaam God en laat je besprengen met Jezus' bloed - je zonden vergeven.

- 2 Petrus 1:2 - aanvulling: door de kennis van God en van Jezus, onze Here. Genade en vrede waren twee dingen die de lezers van Petrus wel konden gebruiken. Maar dat zien we nog.

DANK: - Weten dat God wilt dat wij met Hem omgaan (heeft ons lief)- Verbond met ons gesloten (door Chr.' bloed verlost)

GEBED: Helpen om verbond te houden

1:3-12Dit stuk is in het Grieks één lange zin. Paulus kon er wat van, Petrus laat hier zien dat hij het Grieks ook kent.3-5 - Begin: dankzegging - God loven om zijn grote barmhartigheid; Hij heeft Jezus als offer gegeven. Hier

spreekt Petrus ook zichzelf aan (ons). - Doen wedergeborenen - waartoe? tot hoop (3), erfenis (4), behoudenis/zaligheid (5) - drie maal 'eis'. Steeds concretere omschrijvingen van het toekomstig heil. - levende hoop: het is hoop op de levende God en Heer en het eeuwige leven. Zo mogen wij ons leven leiden. - onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen weggelegd is voor u, die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof: deze erfenis wordt niet aangetast door aftakeling, dood, duivel. Wij zijn niet onvergankelijk, onbevlekt of onverwelkelijk in ons huidig bestaan, maar die erfenis die wij hebben wel!!! Die is in de hemelen weggelegd voor ons. In het Grieks staat er in het laatste deel: '…voor ons/u, de in de kracht Gods bewaard wordenden'. Het slaat m.a.w. niet op de erfenis die bewaard wordt door de kracht Gods, maar wij die bewaard worden door de kracht Gods, nu nog steeds. - zaligheid/redding/behoudenis, gereed om geopenbaard: Wij zijn nu al gered, maar we zien dat nog niet ten volle. Eenmaal Jezus teruggekomen is, zal het helemaal duidelijk worden dat wij gered zijn. Wij zullen bij Hem zijn, een ander lichaam krijgen, … - Daarom begon Petrus met 'geloofd zij God'. Deze drie elementen zijn waar. Wij hebben en zijn een levende hoop, er ligt een onvergankelijke erfenis te wachten, onze redding zal geopenbaard worden.

DANK: - Voor mogelijkheid tot wedergeboorte - Voor onvergankelijke erfenis die is weggelegd, hoop die wij hebben, dat mogen beseffen dat Jezus terugkomt.

6-7 - Verheugt u daarin: ligt in de lijn van 'geloofd zij God'. Als we denken aan al deze dingen die klaar liggen, dan moet dat een verademing zijn voor ons. Ook al zijn er moeiten en verzoekingen.- Thans door verzoekingen beproefd: 'thans' in contrast met alles wat er op ons te wachten ligt. - verzoekingen: of verleiding tot zonde of beproevingen (houd het geloof stand?) - hier eerder het tweede, vanuit vers 7. Dit zijn dan bedreigingen, verdachtmakingen, boycot, vervolging, …

Page 4: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

- indien het moet zijn of indien het nodig is of (3:17) indien de wil van God dit eist. Het is mogelijk dat God van de gelovigen vraagt dat zij deel hebben aan het lijden. Zie ook Jezus' offer.

- Wij moeten, ondanks deze verzoekingen het geloof vasthouden, want ons geloof is kostbaarder dan vergankelijk goud - het is namelijk onvergankelijk; denk maar aan de onvergankelijke erfenis. - Dit goud wordt in de smeltoven verhit en de onzuivere delen gaan eruit. Zo ook ons geloof als het door vuur van beproevingen heen moet - wordt ook gezuiverd. - Na deze zuivering wordt het bevonden als lof, eer en heerlijkheid bij Jezus' openbaring. Ons geloof is lof, eer en heerlijkheid voor God.

VGL.: Natuur zien en God grootmaken voor Zijn grootheid, creativiteit, … Zie ook: Hoe groter en zuiverder ons geloof, hoe meer God ermee grootgemaakt wordt. Dat zal pas bij de wederkomst duidelijk worden.

GEBED: - helpen om te verheugen, ook als moeilijk - helpen om kostbaar geloof vast te houden en zuiver te worden

8-9 - Wij hebben Hem lief en geloven in Hem, zonder Hem gezien te hebben of te zien. Dat is geloven - zie ook Hebr.11:1-2.- En wij verheugen ons (zie vers 6). - Onze vertaling geeft weer: 'bereikt is'. Een correctere vertaling van het Griekse werkwoord zou zijn 'bezig zijn te verkrijgen'. Wij weten dat wij gered zijn, maar het is nog niet helemaal af. Jezus moet nog terugkomen. Een beetje hetzelfde idee als vers 5. Petrus drukt er hierdoor ook op dat wij moeten blijven hopen op die wederkomst.

DANK: - dat wij mogen hopen op Jezus' wederkomst

10-12 - Die redding, dat heil is vaak zo'n beetje vanzelfsprekend geworden voor ons, maar de profeten uit het OT hebben hiernaar gezocht (Deut.4:29 - aangezicht des Heren ernstig zoeken) en gevorst (Spr.2:4 'een verborgen iets zoeken'). Zij hadden erover geprofeteerd - Gen.49:18, Ps.68:20 -, maar wisten niet wanneer dit zou gebeuren. De Geest sprak in hen (2Sam.23:2) over het lijden van Christus en de heerlijkheid (opstanding, hemelvaart, rechterhand Vader) daarna.- hen die u het evangelie gebracht hebben: dit was gebeurd in Petrus' tijd, maar gebeurt eigenlijk nog altijd

- begeren een blik te slaan: vooroverbuigen; vgl. met mensen in een stadion om goed te kunnen zien

DANK: - dat wij dat felbegeerde evangelie mogen kennen en elke dag ermee mogen levenGEBED: - evangelie vasthouden en niet gaan bekijken als sleur of vanzelfsprekendheid

1:13-24Vanaf hier tot 2:5 spreekt Petrus bijna constant in de gebiedende wijs - hij maakt duidelijk wat er gedaan moet worden13 - dus: voortgaand op voorgaande (onze redding, die gereed ligt op geopenbaard te worden)

- omgorden: Ex.12:11 - lang kleed dat omhoog en met gordel vastgemaakt wordt- omgordt lendenen verstand: 'prepare your minds for action', 'zorg dat u gereedstaat'- nuchter: helder, doordacht- volkomen: niet laten afleiden door vers 6; zie ook Ps.86:11 (verenig mijn hart)- hoop gevestigd op genade, gebracht door evangelieWij moeten helemaal gericht zijn op Jezus; ons verstand moet omgordt zijn, nuchter en onze hoop erop gevestigd. Wat moet dat gericht zijn op Jezus en onze redding voor gevolg hebben?

14-16 - Voegt: su-schematidzomenoi - schema, patroon, manier van denken; wij moeten ons niet voegen, dus niet de manier van denken hebben uit de tijd onwetendheid - agnoiai (niet kennen) van God. Dit veronderstelt een breuk met werelds denken, wereldse begeerten. - Begeerten: er is ook een begeren en verlangen naar God. Wij moeten ons niet naar wereldse begeerten voegen, maar wel naar goddelijke begeerten. Wij hebben een negatief gevoel bij begeerten, maar als het over God gaat, is dit niet negatief. - MAAR: wat wel? - Hij heeft ons geroepen - heel het eerste stuk over redding, hetgeen weggelegd is in de hemel, gehoorzaamheid,… daartoe heeft Hij ons geroepen- Hij is heilig 1) gescheiden van, apart gezet

Page 5: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

2) toegewijd aanDit gaat over Gods karakter en gedrag (Ps.22:4, Joz.24:19); het is geen gevoel

Wij moeten ook heilig zijn (tegenstelling tot onwetendheid) - in al onze wandel en dit veronderstelt ook in karakter. Petrus gebruikt als argument een citaat uit het OT (Lev.11:44,45).

GEBED: - hulp om Gods patroon te volgen, heilig te leven

17-21 - Als wij Hem als Vader aanroepen, dan moeten wij in vreze wandelenDit is niet: Als wij Hem als Vader aanroepen, dan moeten wij wandelen als uit de tijd der onwetendheid- vreze: ontzag, beseffend dat Hij veel groter en sterker isPetrus is heel duidelijk: Je kan God niet als God beschouwen, als je niet doet wat Hij zegt.- Belangrijk is de aanvulling: zonder aanzien des persoons - Deut.17:10; toen was ook al bekend dat God geen partij kiest- Vreemdelingenschap, 1:1; wij behoren hier niet meer.

- Wetend, beseffend de prijs waarmee wij zijn vrijgekocht. Niet vergankelijk (vergelijk met erfenis). Wij zijn vrijgekocht - passief; Jezus is gestorven aan het kruis, wij hebben er niets voor moeten doen. - IJdele wandel: vergeefse wandel, gedrag dat tot niets leidt (consumptie, TV, … - niet dat dat per se verkeerd is, maar de hoeveelheid en hetgeen wij consumeren of TV zien, moet in overeenstemming zijn met de vreze). - kostbare: onvergankelijk; goud, zilver (eender welk aards ding) is niet kostbaar; Jezus' bloed wel. Bloed = leven; Jezus heeft zijn leven gegeven- onberispelijk en vlekkeloos lam: offerdienst OT (Lev.22:17-25), paaslam (Ex.12:1ev)

- Offerdieren in het OT waren pas een paar dagen voor het offer klaargezet (Ex.12:3,6), maar Jezus al voor de grondlegging der wereld. Dit vers leert ons ook dat Jezus er altijd al geweest is. - Door Hem geloven: niet door eigen werken of inspanning (tegenstelling Joden) - Joh.14:6- In God: niet in schepping of schepsel, zoals heidenen of moderne geloven (natuurgodsdiensten, wicca, zoeken god(en) in de natuur, maan, zon, …)- Deze God heeft Jezus opgewekt uit de doden (Hd.2:32) en Hem verhoogd aan Zijn rechterhand (Fil.2:9, 1P.3:22). Ons geloof is dus tevens hoop, want deze God die Jezus uit de dood heeft opgewekt, kan en zal ook ons opwekken en verhogen - verheerlijkt lichaam (vers 3 - hoop op erfenis)

DANK: - geen aanzien des persoons- vrijgekocht met bloed Christus

22-25 - Door gehoorzaam te zijn aan het evangelie is onze ziel gereinigd - een gebeurtenis in het verleden (onze bekering). - Dit moet zich uiten in niet gespeelde broederliefde - Petrus spoort ons aan om elkaar van harte en bestendig lief te hebben. Hij weet dat dit niet vanzelfsprekend is. Van harte staat in het Grieks als: vurig. En bestendig. - als wedergeboren. Wij zijn gereinigd van onze vroegere daden (verleden) en wedergeboren (toekomst). M.a.w. niet meer leven zoals vroeger, maar als gereinigde en wedergeboren, nieuwe mensen moeten wij elkaar liefhebben. - Op basis van wat zijn wij wedergeboren? Uit onvergankelijk zaad (Jezus' offer, Zijn kostbaar bloed), door het levende en blijvende Woord van God tot ons gekomen (Psalm 33:9 - zo is het Woord van God).

- Nu volgen twee verzen waar Petrus Jesaja 40:6-8 voor gebruikt heeft, om aan te duiden dat het Woord van God blijvend is. Alle vlees en zijn heerlijkheid zijn als gras en bloem die verdorren en afvallen. Het Woord, het evangelie echter is het enige dat blijvend is.

Als Petrus ons aanspoort om ons te voegen naar God en heilig te wandelen, dan is dat niet om een druk op onze schouders te leggen, maar omdat het de enige goede oplossing is. Als we namelijk zo wandelen, wandelen we overeenkomstig de God die zoveel voor ons over gehad heeft en ons de verlossing geschonken heeft. Zijn Woord is het enige wat blijft en vertrouwen daarop is dus niet verloren. Onze wedergeboorte is niet zomaar een stap; we zetten namelijk de stap uit de vergankelijkheid in de onvergankelijkheid. Van daaruit ook elkaar liefhebben, als wedergeborenen.

GEBED: - broederliefde

Page 6: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

1 Petrus 2

1-3 - dan: v.22- afleggen, aandoen: ook in Rom.13:12,14 en Ef.4:22/25,24- het woord afleggen: uit de kledijwereld- drie maal 'alle' - niet een beetje; in het vorige hoofdstuk ging het o.a. over 'weest heilig', daar past niets bij wat hier afgelegd moet worden- kwaadwilligheid: bewust benadelen van anderen- bij elkaar:

* bedrog: 'dolos'; vooruitlopend naar volgend vers onvervalst 'a-dolos'. * huichelarij: hypocriet zijn, Jac.5:12* afgunst: jaloezie door egoïsme, Rom.1:29

- kwaadsprekerij: laster, Jac.4:11

- verlangen (niet aandoen zoals in Rom en Ef; verlangen: vgl.Ps.119:174)- pasgeboren kinderen naar redelijke, onvervalste (a-dolos, zonder bedrog) melk (het evang, Gods woord is melk zonder bedrog). vb: Tijl (bij ontdekking dat het een vinger is, terug schreeuwen)- waarom? opwassen tot zaligheid - opwassen wordt in Gen.21:8 gebruikt voor het opgroeien van een kind. Tot zaligheid/redding - het gaat hier niet enkel over onze redding als wij Jezus aannemen, maar over de uiteindelijke redding waar ook in het vorig hoofdstuk over gesproken wordt.

- goedertieren: chrestos; een breed woord, gebruikt voor iets dat men eet (Jer.24:3) of drinkt (Lc.5:39) en dat goed, bruikbaar is. Over personen (Rom.2:4), bv God of Christus is de betekenis goedertieren, mild, vriendelijk, zachtmoedig - dus: dat de Here genadig is, in liefde handelt. Als je zo denkt over God, moet je ook zo verlangen naar Hem.

GEBED: - afleggen alle onreinheid, ernaar verlangen - verlangen naar God

DANK: - dat God goedertieren is

4-6 - In het volgende gedeelte grijpt Petrus voortdurend naar het OT, om de gemeente mee aan te duiden. - levende steen: steen die opgestaan is uit dood en leven geeft aan ons- steen: Jes.8:14, Dan.2:44,45, 1Kor.10:4 - waaraan stoten al in OT- door mensen of bouwlieden afgekeurd (v.7): al in Ps.118:22 aangekondigdDit is ten dele waar Petrus naar verwees in het vorig hoofdstuk

- oikodomeisthe: laat u bouwen - oproep - geestelijk huis - wij zijn zelf een geestelijk huis (1Kor.6:19), maar als deel gemeente ook geestelijk huis. Wij zijn levende stenen - zoals Christus de levende steen is!!!- wat is het doel? heilig priesterschap vormen - Ex.19:5,6- wat doen? geestelijke offers brengen, door God geaccepteerd.

* brengen: letterlijk omhoogdragen* offers: gebeden (Ps.51:17), lofprijs/dankzegging (Ps.50:14, Heb.13:15), zichzelf als offer (Rom.12:1-2)* welgevallig: acceptatie (Jes.56:7, Ef.4:18) op grond van Chr' offer (1:18,19)

- citaat uit LXX, Jes.28:16 - aangekondigd- hoeksteen - letterlijk 'steen bestemd voor de hoek'; twee muren bouwwerk aan elkaar verbinden (Ef.2:20 - staat in context (11-22) van Joden en heidenen als één gemeente, één bouwwerk; dit zijn de twee muren)- op Hem geloof bouwen, is niet verloren (zie hoofdstuk 1; onvergankelijke erfenis, hoop op God die Hem opgewekt heeft, …) - anders verwoord: Jes.25:4

GEBED: - laten gebruiken als stenenDANK: - op Hem geloof bouwen is niet verloren

7-8 - citaat uit Ps.118:22- U: verstrooiing, maar ook wij; voor ons geldt dat wij niet beschaamd zullen uitkomen

Page 7: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

- Jezus haalt het volgende (bouwlieden afgekeurd) aan bij de vergelijking over de onrechtvaardige pachters. Dit zijn de Joden. Zij hebben Jezus, de Zoon, gedood. - voor de ongelovigen is Jezus een steen des aanstoots (uitstekende steen aan de hoek van een gebouw) en rots der ergernis. - einde vers 7 en 8: Jesaja (8:14) gebruikt dit ook in de context van dat God straffend zal optreden tegen Juda en Israël, omdat ze Hem niet gevolgd zijn. De hoeksteen die hen kon redden, werd door hun ongeloof een steen waar ze zich aan bezeerden - God zou hen straffen.KEUZE: of zelf levende steen worden

of stoten aan de levende steen- waartoe zij ook bestemd zijn (of tot wat zij ook gesteld zijn). Betekent dit dat God hen bestemd had om zich te stoten aan de hoeksteen? Veeleer menselijke ongehoorzaamheid en Gods afwijzing zien als twee kanten van een muntstuk. Rom.1:18-32 laat zien hoe mensen God niet aanvaarden. En dat God hen daarom overgegeven heeft aan ongehoorzaamheid. Het lijkt hier eerder een soort wisselwerking te zijn. Zo moeten we, mijns inziens, Petrus' woorden ook opvatten.

9-10 - echter: niet zoals de ongehoorzamen die zich stoten aan de hoeksteen- want: wij zijn een uitverkoren (niet vanuit eigen goedheid of grootheid - Deut.7:7-8) geslacht (door wedergeboorte ertoe behoren, niet door geboorte; één familie - broederliefde!!!), koninklijk (Ex.16:5,6; in dienst van de koning, recht op bescherming en delen in heerlijkheid - kunnen laten zien dat dienaar van koning) priesterschap (v.5), heilige (v.5) natie, een volk (vgl. Israël - Deut.7:6) Gode ten eigendom (Ex.16:5; geschied door Jezus' bloed)Zo moeten wij leven; niet zoals de ongehoorzamen! Dit schept een scherp onderscheid tussen de ongehoorzamen en gehoorzamen.- doel? grote daden verkondigen (Jes.43:21)- van wie? die u uit duisternis geroepen heeft (Jes.9:1 - aangekondigd) tot wonderbaar licht (Ps.118:22,23)

- eens niet Zijn volk , nu echter Gods volk (Hosea 1:6,9 en 22)- Petrus' lezers waren mensen die ontheemd waren, vaak ook uit hun familie en gezinsband gestoten. Het is heel belangrijk dat Petrus dit tegen hen zegt; zij zijn deel van Gods volk!

DANK: - behoren tot geslacht, familie- Hij heeft ons geroepen uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht

GEBED: Gods grote daden verkondigen

11-12 - geliefden (4:12)- vermaan (Rom.12:1)- bijwoners en vreemdelingen (Gen.23:4); dit zijn zijn lezers. Mensen die niet echt op deze wereld behoren. Hebr.11:16 laat dit mooi zien.- daarom moeten zij ook niet toegeven aan wereldse begeerten (zie 1:14); ook Gal.5:16ev- deze voeren strijd tegen onze ziel: in tegenstelling tot 1:9 - zaligheid der zielen. Alweer een scherp onderscheid.

- vorige was negatieve vermaning; nu volgt een positieve- goede (mooie, aantrekkelijke, voorbeeldige, prijzenswaardige) wandel leiden onder de heidenen - dit is dus niet terugtrekken uit de wereld zoals de kluizenaars. - zij belasteren (letterlijk: naar beneden praten) ons als boosdoeners, doordat wij er een andere levenswijze op na houden (zij oordelen ons op basis van onze levenswijze). - ten dage der bezoeking: * dag dat ze Chr leerden kennen - Hij bezocht hen

* een op de toekomst gerichte betekenis, oordeel (Jes.10:3)

13-16 - onderwerpt: hupotasso (hupo - erkenning en respect voor hogere functie; tasso - invoegen in orde van bestaande menselijke instellingen) …- keizer als opperheer (ook 1Tim.2:2 - bidden voor koningen, opdat rustig leven leiden)- stadhouder (zoals Pilatus er één was), afgezanten van keizer. - tot bestraffing van boosdoeners (Rom.13:3 - niet bang voor overheid als goed doen), tot lof (in Rome werden mensen beloond, lof gebracht, in de vorm van belastingsvoordeel/eretitels/inbeitelen van naam in zuil) van wie goed doen. Romes rechtspraak stond goed bekend. Daarom kan op basis van dit vers gezegd worden dat de vervolgingen in die tijd nog niet zo zwaar waren, anders spreek je zo niet meer over de rechtspraak.

Page 8: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

- Gods wil? door goed doen mond snoeren van onverstandige mensen* mond snoeren: muilkorven* onwetendheid: agnosion* onverstandige mensen (75x in Spreuken)

- als vrijen: vrij en toch gebonden aan Christus (Rom.6:22 - in dienst van Christus gekomen); eind vers: dienaren Gods. - deze vrijheid kunnen wij misbruiken als dekmantel, sluier voor kwaadwilligheid (bewust benadelen van anderen). Ik mag dit doen, want ik ben vrijgekocht. Je dient er dan jezelf mee, vaak ten koste van anderen. De vrijheid wordt enkel goed gebruikt als God ermee gediend wordt. VGL: Slaaf die veel kwijtgescholden krijgt van heer. Kan daarna naar andere slaaf gaan en zeggen: 'Ik mag deze slaaf in de gevangenis werpen, omdat hij zijn schulden niet kan betalen, omdat ik zelf vrij ben van schulden. Wij voelen zelf aan dat dit een verkeerd gebruik van de vrijheid van de slaaf is. Zo moeten ook wij onze vrijheid niet misbruiken om er zelf beter van te worden, maar gebruiken voor God!

17-18 - eert of respecteert allen, vanwege de hoge komaf van de mens (Ps.8:6). - broederschap lief: het respect voor iedereen, moet binnen de gemeente worden tot liefde; dit betekent niet dat je niemand buiten de gemeente moet liefhebben. Het is echter een belangrijk principe om iedereen binnen de gemeente lief te hebben. Dat is al geen gemakkelijke zaak…- vreest God: dit gaat over eerbied, respect, maar ook verering. - vreest God niet hetzelfde als eert/respecteert keizer: in het R.Rijk van die tijd genoot de keizer goddelijke eer, maar dat is niet wat Petrus zegt!

- Ef.6:5-10: ook Paulus had het over de slaven- Petrus lijkt hier het vorige vers in context te plaatsen; de gelijkwaardigheid in de gemeente maakte geen einde aan de maatschappelijke verhoudingen. Sommige mensen beweren op basis van deze teksten dat Petrus en Paulus en dus het christendom vóór slavernij is, maar dat is niet waar. Petrus en Paulus roepen niet op tot een slavenopstand, maar daarom zijn ze nog niet voor slavernij. Waarom? - zelfs de verkeerde meesters; het woord voor verkeerd betekent letterlijk 'krom'. Dit moet ook voor ons een aansporing zijn om niet altijd meteen op onze strepen te staan. Slaaf zijn van een kromme meester was geen pretje - dit hield waarschijnlijk in dat ze regelmatig geslagen werden, slecht eten kregen, … Ook dit soort slaven behoorde blijkbaar tot de gemeente Gods.

19-20 - vers 19: context van 18- rekening houden met God: o.w.v. het bewustzijn, besef dat je hebt van God; wij zijn als gelovige verbonden met God- verdragen: betekent niet één dag, maar een langere tijd- dit is genade: * wij volgen ermee het voorbeeld van Jezus (21-24)

* God heeft dit graag (goedkeuring) wij leed verdragen omdat wij goed doen. Niet dat Hij dit graag wilt dat wij leed verdragen, maar dat wij goed doen en Hem dan vertrouwen in het lijden (dat is ook Jezus' voorbeeld geweest). Hij stemt met zo'n houding van ons in. En Hij geeft de kracht om ermee om te gaan. Deze genade is een geschenk; geen loon.

- kwaad doen (zondigen) en slagen krijgen, is normaal. Daar is geen eer aan te behalen.- goed doen (en hiertoe waren de slaven en zijn wij geroepen) en dan lijden, is genade bij God (zie vorig vers).

21-25 - hiertoe: lijden- Jezus: * voor u geleden (eenmalig)

* voorbeeld nagelaten van gehoorzaamheid bij lijden. Voorbeeld - hupogrammos (letters die nageschreven moesten worden door ll of schets die nagetekend moest worden)

Wij moeten ons bij lijden hieraan vasthouden: ook Christus heeft geleden. Hij bleef gehoorzaam aan God. Deze letters moeten wij naschrijven, deze schets moet nagetekend worden, in deze voetstappen moeten wij treden.

- 22-25 zijn geschreven met Jesaja 53:1-7 in het achterhoofd.

- geen zonde: 1:19

Page 9: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

- geen bedrog: 2:1 (voorbeeld voor ons)Hij was een perfect Lam om geslacht te worden

- Petrus was getuige van het vers 23 (zie 5:1)- gescholden: beschimpt of gehoond- overgaf: niet passief bij lijden; wel actieve aanvaarding - aan Hem die rechtvaardig oordeelt: dat is een heel sterke wetenschap. God zal ooit rechtvaardig oordelen; wij moeten er hier en nu niet mee bezig zijn. Is dit nooit zo? Voorbeeld Hitler…Geeft rust om niet te hoeven te strijden om zelf rechtvaardig behandeld te worden.

- wat heeft Jezus voor ons gedaan? zonden op hout (in NT uitdrukking voor kruis; Hd.5:30) gebracht - dragen, omhoogbrengen - ditzelfde werkwoord werd in de LXX gebruikt voor de priester die een offerdier op het altaar brengt.- afgestorven: zondige levenswandel opgegeven; zoals 4:3,4- voor gerechtigheid leven: zoals Chr gedaan heeft, niet altijd even prettig (3:14)- omdat Hij striemen (stok- en zweepslagen) gekregen heeft en gestorven is, zijn wij genezen, is onze zonde weggedaanToch nog vers 11, strijd voeren tegen onze ziel. De tegenstander probeert nog wel om ons eronder te krijgen, maar wij moeten leven vanuit de gedachte dat wij vrij zijn.

- VERLEDEN: dwalende als schapen, zonde achterna (denk aan het verloren schaap) THANS: bekeerd (moment in verleden, uitgedrukt in de doop) tot de herder (Ps.23,100:3; Jes.40:11, Jer.23:1-4, Ez.34, Zach.11:14-17, …) en hoeder.

1 Petrus 3

1-6 - evenzo: slaat op voorgaande, m.n. 2:13,18 (want ze moeten hun man onderdanig zijn)- onderdanigheid is geen slaafsheid, wel een functionele ordening. In het gezin heeft ieder zijn taak; bij de man ligt verantwoordelijkheid.- sit. in gemeente: sommige vrouwen hadden ongelovige echtgenoten (zij waren tot bekering gekomen, maar echtgenoot niet). Vgl.1Kor.7:12-16. Via hun wandel (1:15 - heilig; zoals in vers 2 staat rein - hagnos, verwant met hagios of heilig - en godvrezend - 2:18) moeten zij gewonnen worden

- sieraad * niet uitwendig; in Rome waren toen schoonheid, overdaad en decadentie belangrijk. Vrouwen besteedden heel veel aandacht aan kapsels, oorringen, armbanden, kostbare gewaden, … Dit is niet zo onherkenbaar in onze maatschappij. Reclame toont hoe het moet; niet alleen op vlak van kapsels, gewaden, gewicht, … Ook op andere vlakken liggen er struikelblokken (reclame 'Mijn Jaguar vanaf € 24.000', mooi huis, …). Petrus duidt aan: laat die dingen liggen, ze zijn het niet waard, het zijn uitwendige sieraden* maar het hart, getooid met een zachtmoedige en stille geest. Zachtmoedig als vrucht van de Geest (Gal.5:22), Mozes (Num.12:3), Jezus (Mt.11:29) - die kostbaar is in Gods ogen. Stil als niet op de voorgrond tredend, opstandig en ruziezoekend (1Tess.4:11 - tegen mannen gezegd) - dit is belangrijk m.b.t. een ongelovige echtgenoot, maar in het algemeen voor iedereen (een gemeente met zachtmoedige en stille geesten zou best een fijne gemeente zijn). Dat vindt God belangrijk; beter iemand die niet mooi gekleed gaat, maar met een zachtmoedige en stille geest.

- met dit innerlijk sieraad tooiden de heilige vrouwen die hoopten op God zich vroeger. Heilig, niet omdat ze heiligverklaard zijn door de paus, maar omdat ze door hun gedrag toonden bij God en Zijn heilig volk te horen. Voorbeelden hiervan: Sara, Ruth, Hanna, Debora, Ester.

- zoals: Sara - zij noemde Abraham haar heer; dit is een oosters gebruik, waarmee zij haar respect voor Abraham weergeeft (ik plaag Marjolein er wel eens mee). Dit behoort in elk huwelijk aanwezig te zijn, zowel van vrouw naar man als van man naar vrouw. Dochters van Sara vergelijk met kinderen van Abraham (Joh.8:39). Wij zijn kinderen van Abraham als we doen wat hij deed, namelijk met God wandelen. Zo ook dochters van Sara, als doen wat Sara deed. Het staat erachter: goed doen, als uitdrukking van geloven. Geen schrik laten aanjagen - omdat zij geloven in God en bij Hem schuilen.

Page 10: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

7 - Desgelijks: geeft al een aanduiding dat er een vergelijkbare situatie bestaat voor mannen- in de antieke wereld hadden mannen alleen maar rechten, maar dit is niet wat het christelijk geloof is. Uit dit vers wordt duidelijk dat mannen ook plichten tov hun vrouw hebben- leeft: sun-oikountes; sun = samen, oikos = huis; wonend bij hun vrouw- verstandig: inzicht in gevoelens (Ef.5:25 - als iemand inzicht heeft in wat wij denken en voelen, is het Christus tov ons wel). Ik moet mij voorstellen hoe Marjolein zich voelt in een bepaalde situatie.- vrouwen: niet vergeten; zij zijn ook zusters in het geloof- brozer vaatwerk: fragiel- bewijst haar eer: 2:17, staat in de lijn van eert allen. Dit gaat over respect en liefde. - medeërfgenamen genade des levens: vgl 1:4, Rom.8:17- uw gebeden niet belemmerd, kan slaan op

* gebeden van de gelovige mannen* gebeden van man en vrouw samen (1Kor.7:5)Als er een scheiding is tussen man en vrouw is het moeilijk om zowel alleen als met twee te bidden.

8-9 - ten slotte: na de verhoudingen overheid-onderdaan, meesters-slaven, mannen-vrouwen; nu verhouding binnen gemeente, maar ook erbuiten- eensgezind: zelfde doel - God en elkaar dienen (4:10)- medelijdend: vanuit eensgezindheid meelijden met mensen waar het moeilijk mee gaat (Rom.12:15). Dit gaat natuurlijk ook buiten de gemeente- broeders lief: 1:22, Gods volk- barmhartig: eusplagchnoi; splagchna zijn ingewanden (hart, nieren), deze beschouwd als zetel, kern van de menselijke gevoelens; barmhartigheid gaat dus over innerlijk ontferming en bewogenheid voor ander- ootmoedig: Spr.29:23- vergeldt geen kwaad met kwaad, laster met laster: 2:12, Jezus in bergrede (Mt.5:38-42), aan kruis (2:23).- zegent: eulogeo, goed spreken - Lc.6:28, opdracht door Jezus gegeven; Rom.12:17-21 - hiertoe geroepen (om te zegenen), dat gij zegen zou krijgen. Num.6:22,23: De hogepriester moest het volk zegenen, zo moeten ook wij anderen en heidenen (zie Rom.12:17-21) ook zegenen; het goede over hen uitspreken.Daarom geen laster met laster; maar laster met zegen.

10-12 - gedeelte: Ps.34:13-17a- want: vers 9; reden waarom wij moeten zegenen, goed moeten leven, …- leven liefhebben: vaak in wereld uitdrukking voor doen waar goesting, geen verantwoordelijkheden afleggen, …; het leven is veel meer, namelijk ook het hiernamaals; wij kunnen daardoor ondanks moeiten het leven liefhebben- goede dagen zien - idem als vorige; dit slaat iets meer op het zien van wat van God komtAls wij m.a.w. aan Gods kant willen staan, moeten wij

* onze tong weerhouden van het kwade (Jak.1:26)* geen bedrog (dolos) spreken met onze lippen* afwijken van het kwaad (zonde) en het goede doen (gehoorzamen)* de vrede (eirene - vertaling van het Hebreeuwse shalom, wat zoiets als de alles omvattende vrede, goddelijke orde en volle heil betekente - bijbelstudie op zich) zoeken en die najagen (in ons leven die vrede ervaren)

- v.12 letterlijk uit LXX (Ps.34:16-17a)- ogen van God zijn op de rechtvaardigen: Hij waakt (2:25), luistert (Ps.116:1)- kwade doen: op een bepaald moment is er geen genade meer, 5:5

13 - en: voortgaand op vorige- 13: argument tegen al zware vervolgingen (bv. in Noord-Korea: wie zal jullie kwaad doen? er zitten een paar honderdduizend man in gevangeniskampen); - Jes.50:9 - toch kunnen overheden, meesters, echtgenoten/s het u moeilijk maken; goed om weten dat God bij u is- 'indien gij u beijvert voor het goede'; letterlijk 'als gij ijveraars van het goede geworden bent'. Het tweede is sterker. Wij zijn mensen die zich beijveren voor het goede. Christenen zijn beijveraars van het goede; een christen die zich niet beijvert voor het goede, is geen echte christen.

Page 11: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

14-17 - lijden om gerechtigheid (Christus' wil, het goede, goed doende): 1:6,2:19- Zaligsprekingen bergrede: Mt.5:10, Ps.1:1

- vreest niet voor dreiging (Mt.10:26), laat u niet verschrikken (in verwarring brengen) - niet helemaal vertrouwen op Hem

- TEGENSTELLING: heiligt Christus (Jes.29:23; Mt.6:9) - Hem erkennen, eren, belijden als Heer* vrezen en verschrikken gaat gepaard met Christus niet helemaal erkennen als Heer en (zoals verder staat) verantwoording afleggen. Hij is Heer, dus Hij is sterker dan wie ook en dus moet je dan niet vrezen of verschrikt zijn.

- in uw harten: centrum van leven; als ons hart Hem belijdt als Heer, volgt de rest- verantwoording: getuigen, vertellen over de hoop (erfenis!)- met zachtmoedigheid (3:4) en vreze: doel = winnen voor Christus (3:1)

- goed geweten: Hd.23:1, goed doende, WAAROM? Omdat dan degenen die kwaad spreken van u, die uw goede wandel (gehoorzaamheid) in (aan) Christus (dus het volgen van Zijn spoor), beschaamd gemaakt worden (of de mond gesnoerd worden - 2:15) Er zijn een aantal ideeën die steeds terugkomen bij Petrus; zo ook hier - wij moeten goed doen, worden daar waarschijnlijk scheef voor bekeken, omdat onze ideeën afwijken van de wereld. Dat is jammer, maar ook goed, omdat God zo bekendgemaakt wordt en ongelovigen uiteindelijk niets meer te zeggen hebben.

- want beter te lijden: lijden is een mogelijkheid waar we rekening mee moeten houden- indien wil God eist: als God het van de gelovigen vraagt; zie Jezus' voorbeeld in Gethsemane; 1:6

Maar: belofte - 4:13- goed doende (God is bij hen), dan kwaad doende

18-20 - Waarom? Want Christus ook eenmaal om zonden als rechtvaardige voor onrechtvaardigen (wij) gestorven, dit was ook lijden goed doende. Waarom? Opdat ons tot God brengen. VGL: Wij: ook rechtvaardigen, verantwoording afleggen met zachtmoedigheid en vreze opdat winnen voor Christus; dus goed doende lijden om ongelovigen tot God te brengen.- gedood naar het vlees (aan kruis), maar levend gemaakt naar de geest (God heeft Hem opgewekt; Rom.8:11 - in dit vers zien we ook weer de belofte dat wij zullen opgewekt worden)

Probleem: maar één vers waarin dit staat, dus verschillende visies1) Jezus die naar de hel is gegaan tussen dood en opstanding om aan de geesten in de gevangenis (engelen die ongehoorzaam waren in Noachs tijd - Gen.6:1-4) Zijn overwinning te proclameren.

Context: Hij zit aan rechterhand en heeft iedereen onderworpen, Zijn prediking in hel is het bewijs.2) Jezus die in de geest door Noach sprak aan diens tijdgenoten (vgl.2Sam.23:2) om hen ervan te overtuigen in God te geloven (2Pet.2:5 - prediker). Geesten in de gevangenis zijn mensen die toen gestorven zijn en in Petrus' tijd al in de hel zaten. Context: over God vertellen in een moeilijke situatie, maar Geest spreekt door lezers van Petrus.

21-22 - ark redde door het water heen de acht mensen van de dood; zo redt nu de doopoude wereld - water (straf) - ark - nieuwe wereldoud leven - dood (straf) - doop - nieuw leven (doop is beeld van opstanding en aanvaarden offer)- niet afleggen van lichamelijke onreinheid: geen uiterlijke reiniging- maar: bede goed geweten - ons geweten, bewustzijn reinigen van dode werken om levende God te dienen (Heb.9:14) - door of op grond van opstanding (tabel - doop als beeld van opstanding, nieuw leven)- Jezus Chr die aan rechterhand Gods - ereplaats, heerschappij, macht en autoriteit - engelen en machten en krachten onderworpen: 1 Kor.15:24, Ef.1:21 - nu en in de toekomst

1 Petrus 4

1-2 - Christus heeft in het vlees geleden, Hij is aan het kruis gegaan in gehoorzaamheid aan God. Hij achtte gehoorzaamheid aan God zo belangrijk dat Hij er tot het uiterste voor 'wilde' lijden.- Wij moeten ons met dezelfde gedachte wapenen (militaire uitdrukking) in ons leven

Page 12: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

- wie naar het vlees geleden, is onttrokken aan de zonde (oude leven zonder God); lijden is pijn verdragen

* o.w.v. wat anderen je naar het vlees aandoen (vervolging) - als je vervolgd wordt, kan je niet langer dezelfde blijven, je moet breken met de zonde (want de zonde staat aan de kant van diegenen die je vervolgen)* o.w.v. je strijd tegen de zonde. Dit kan ook lijden naar het vlees met zich mee brengen (vgl. koekske uit kast; wel/niet doen, goesting in hebben, pijn als toch niet doen). Daarom kan Petrus zeggen dat als je naar vlees geleden hebt, je onttrokken bent aan de zonde, niet meer zondigt.

- wat het ook is, Christus is door Zijn lijden in het vlees verhoogd; dat is, als wij breken met de zonde, ook een belofte voor ons

- tegenstelling: begeerten (1:14) van mensen (voorbeelden in 2:1) tegenover wil van God- tijd rest (Gal.2:20)

3-6 - tijd genoeg volbrengen wil heidenen (tegenover wil God)- losbandigheid (seks), begeerten (1:14), dronkenschap, brassen (zwelgpartijen - Dionysius/Bacchus), drinken, onzedelijke (verwerpelijke) afgoderij (niet schepper, maar schepsel of schepping vereerd - Rom.1:23)

- daarom: zie vers 3- bevreemdt het hen: zij begrijpen ons standpunt niet- stort: meeloopt- liederlijkheid: letterlijk - liederlijke (Lc.15:13 - verloren zoon) uitspattingen (gebruikt voor vulkaanuitbarsting of overstroming; figuurlijk teugelloosheid - Ef.5:18)- belasteren: 2:12

- rekenschap (Mt.12:36 - heel wat ijdelheid in de vorige verzen opgesomd) - moet ook ons aansporen om niet ijdel te spreken, handelen- Hem, die gereed... oordelen… Rom.14:9-10, Hd.10:42; reden voor 3:9; wij hebben niet te oordelen, wij moeten Gods woord verspreiden, anderen zegenen; het oordeel is voor Jezus.- doden: zie Ef.2:1,5; over dit soort doden gaat het hier, waarom?

* naar de mens, wat vlees aangaat - OORDEEL; dit oordeel werd uitgesproken over de mensheid na de zondeval (Gen.2:7, 3:19; Rom.5:12) - concreet: wij sterven allemaal, dat is het oordeel over de mense, wat het vlees aangaat* naar God, wat de geest aangaat - LEVEN; 1:3-5 - levende hoop, onvergankelijke erfenis, zaligheid - dat is het ware leven! niet ons vleselijk leven hier - daarom schatten in hemel verzamelen.

7-11 - einde nabijgekomen: het doel, bestemming is aanstaande. Zoals Jezus het zegt: het koninkrijk Gods is nabijgekomen. Gods plan werd vervuld door Jezus' offer. Het enige waar we op wachten, is Jezus' wederkomst. Vergelijk 1:9; het einddoel des geloofs is bereikt - wij hebben de zekerheid van het eeuwig leven, maar het is nog niet volledig af - Christus moet nog wederkomen.- dus: omdat het einde nabijgekomen- tot bezinning: weet te onderscheiden wat belangrijk is- wordt nuchter: 1Tim.5:4-6 - werkzaam en waakzaam, dingen in juiste perspectief zien (bv. als christen niet goed om zoveel aandacht en tijd in een wereldlijk iets te steken, zodat afgeleid van waar het om draait)- opdat gij kunt bidden: letterlijk - tot de gebeden.

- bovenal: vóór alles- bestendige: dit heeft niets te maken met stemmingen, voel ik mij goed of niet- liefde jegens elkander: in gemeente (2:17), liefde behoort op de eerste plaats te staan (1Kor.13:1-3)- bedekt tal (menigte) zonden: in OT vergeven (Ps.32:1), God vergeeft u, gij ook anderen vergeven (Mt.6:14 + vergelijking slaven)

volgende verzen: liefhebben concreet gemaakt- gastvrij: philoxenoi - letterlijk liefde voor vreemdelingen. Ook wij, gelovigen, zijn vreemdelingen en op weg. Daarom moeten wij elkaar onderdak verlenen. Ook praktisch: eerste kerk geen gebouwen, dus waren afhankelijk van het openstellen van huizen

Page 13: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

- dient elkaar: geen speciale functie, Fil.2:3,4; sowieso een opdracht voor elke gelovige.- hoe dienen? door genadegave - charisma, Rom.12:3-8- als goede rentmeesters: oikonomoi - econoom, een man die in oude wereld namens een meester het huis bestuurde en verantwoordelijkheid was voor de goede huishouding; zo moeten gelovigen ook goede beheerders van de genadegaven zijn in hun huis/gemeente (vgl.2:5 - levende stenen)

- spreekt iemand: gaat over de genadegave van het spreken, onderwijzen; als van God, niet het eigen inzicht, maar Gods woorden- dient iemand: wij moeten elkaar dienen, maar niet uit eigen, uit Gods kracht - uit de kracht van de HG in ons; het is een genadegave - 1Kor.12:28 - Waarom? In alles (woorden en daden) God verheerlijkt (grootgemaakt - God geeft die persoon woorden, God zorgt ervoor dat die persoon in staat is om anderen te helpen, …) worde door Jezus Christus (alleen door Hem zijn deze dingen mogelijk; door Zijn lijden en sterven) aan wie (kan zowel aan God als Christus zijn) de heerlijkheid is … - Amen: Het einde van de korte lofprijzing - heerlijkheid, kracht in ale eeuwigheid

12-16 - vuurgloed tot beproeving: 1:7, goud in smeltoven verhit om onzuivere delen eruit te halen; hetzelfde kan met ons geloof ook gebeuren. Pas bij verzoeking of vervolging komt aan het licht of iemands geloof oprecht is. - niet bevreemden: door Chr. voorzegd en meegemaakt (2:21-24)

- verblijden (TT) bij lijden (1:6) verblijden bij openbaring heerlijkheid (wederkomst)Niet constant lopen lachen, maar in moeilijke situaties vrede hebben en God kunnen loven om Zijn goedheid, ….

- indien smaad (laster - 2:12) door naam Christus, dan zalig (Mt.5:11); want het feit dat je gelasterd wordt, vindt zijn oorsprong in het geloof in Christus. - Ex.40:34,35 - de heerlijkheid van God kwam in de tabernakel, Mozes en Aäron konden er niet meer binnen, omdat de Geest zo sterk was. Petrus duidt hier aan dat DIEZELFDE Geest op ons rust, zoals die op de tabernakel rustte. Als wij moeten lijden om Christus' wil, weten wij dat de Geest, die zo'n machtige dingen gedaan heeft bij de Israëlieten op ons rust. Een prachtig beeld, rust op ons. Zouden wij dan onrustig zijn?

- Geen christen mag lijden als moordenaar, dief, boosdoener, bemoeial (eventueel oproerkraaier). Als je dan lijdt, is dat je terechte straf. Dat heeft niets te maken met lijden om Chr' wil.

- Als Christen lijden, dan niet schamen (wel schamen als lijden als boosdoener) - omdat je niets verkeerd doet, integendeel, je lijdt o.w.v. de enige waarheid, de waarheid die iedereen zou moeten kennen. Christus zal zich voor ons ook niet schamen.

Vgl.: Je gaat je kind van school halen en juf wilt je spreken over je kind. Begint al te denken 'oei oei'. Kind heeft iets gestolen van ander kind, maar wil het niet toegeven. Veel geween, … Ben je beschaamd voor je kind? Ja. Andere dag; weer wil juf je spreken. Het ging over halloween en heksen in de klas. Kind heeft gezegd dat dat slechte dingen zijn, dat God die niet wilt, …Ben je beschaamd? Nee.

- God verheerlijken onder die naam, Christen. Wij moeten God eer bewijzen door ondanks lijden standvastig te blijven als getuigenis voor de niet-gelovigen.

17-19 - want: duidt op v.16 - God verheerlijken onder de naam Christen- nu begint het oordeel bij het huis Gods (gemeente): hoe moeten we dit oordeel opvatten? wat gebeurt er nu met ons? Wij worden verzocht (er is zoveel te doen, waardoor je weinig bezig bent met God, materialisme - niet te onderschatten oordeel), hebben te strijden tegen ons vlees (de oude natuur, zonde), in een heel aantal landen is er vervolging. Wat moeten wij in zo'n situaties doen? God volgen en blijven volgen - dat is niet altijd gemakkelijk, wij worden getest. Als wij nu volharden, zullen wij later niet meer geoordeeld worden (1Kor.11:32)- hierna volgt een retorische vraag. het einde van de ongehoorzamen is het oordeel en de eeuwige straf- ook dit is een retorische vraag. - ternauwernood: door strijd en lijden (zie vorig vers) naar de beloofde heerlijkheid (v.13), het is een smalle weg (Mt.7:13,14). Onze redding is genade van God! - verschijnen: Joh.3:18

Page 14: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

- derhalve: dat het oordeel over de gemeente Gods reeds plaatsvindt, moet voor ons een reden zijn ons over te geven aan de Schepper.- Hij is gebleken een getrouwe Schepper te zijn, dus is het goed om je aan Hem toe te vertrouwen- overgeven: 5:7; in gebed en gedrag- goede doende; 2:14-15; waarom? 2:12 - winnen voor Christus

1 Petrus 5Een hoofdstuk van vermaningen en bemoedigingen

1-4 - oudsten: presbuteros (OT: Num.11:16) (NT: Hd.14:23,20:17,21:18)- vermaan: parakaleo - vermanen, vertroosten, bemoedigen, aansporen- medeoudste: Petrus stelt zichzelf gelijk aan hen en getuige van Chr' lijden: 2:23, Lc.24:48

!!zijn lezers zijn in moeilijke omstandigheden - vgl Chr' toestand- deelgenoot heerlijkheid (Rom.8:17)- welke geopenbaard zal worden: 1:5, 4:13 - door heel het boek bemoediging

- hoedt: bescherm, voedt, weidt; oudsten zijn herders - kudde Gods (Ps.100:3, Ez.34): de mensen zijn door God aan hen toevertrouwd - hoe? * niet gedwongen, maar uit vrije beweging, naar Gods wil: in overeenstemming met God,

zoals God Israël verzorgt (liefdevol, honderden jaren van geduld)* niet uit schandelijke (1Sam.12:3-5) winzucht (1Kor.9:13,14 - vergoeding krijgen, maar Titus 1:7 - dit is iets anders), maar uit bereidwilligheid (1Kor.9:17 - Paulus maakte er geen gebruik van)* niet als heerschappij voerend (kata-kurieuontes; overheersen - negatieve betekenis, vgl. Mc10:42) (ten deel gevallen - stuk land dat meestal via lot door burgerlijke overheid aan inwoner toegewezen wordt; vgl. verdeling Kanaän - Joz.13:23; kleros - zelfde woordoorsprong als 'erfenis' in 1:4) , maar als voorbeelden (model; 1Kor.11:1)

- opperherder (Ez.34; Christus - Joh.10:11); er zijn veel herders, maar allen moeten verantwoording afleggen aan die ene opperherder- verschijnt: 4:13- gij = oudsten, herders- onverwelkelijke - zelfde gebruik bij erfenis in 1:4- krans: stephanon - teken van eer, winnaar bij sportwedstrijden, gemaakt van bloemen en bladeren amarantes - geacht om nooit te verwelken; zo zal de krans/heerlijkheid van herders nooit verwelken- krijgen dit als ze vers 2,3 gedaan hebben; Jak.1:12

5-7 - evenzo: zoals de oudsten- onderwerpt: 2:18, Ef.5:22 - respect - omgordt (1:13): handeling van slaaf (2:18), omdoen lendendoek of schort als werken - Joh.13:4 - Jezus bij voetwassing- allen: niet alleen oudsten of jongeren- nederigheid: Ef.5:21- wederstaat hoogmoedigen, maar nederigen genade (Spr.3:34, Jak.4:6) - genade = Zijn goedkeuring

- vernedert, opdat verhoogd: Mt.23:11, perfect voorbeeld Jezus (Fil.2:5-9)- machtige hand Gods: Ex.3:9, Deut.9:26, 1Kon.8:42

* Gods hand die tuchtigt: Job 30:11, Ps.32:4* Gods hand die krachtig bevrijdt: uittocht

- te zijner tijd: 1:5

- citaat uit Ps.55:23- werpt: Grieks 'geworpen hebbend', eigenlijk al gedaan zouden moeten hebben, want Hij zorgt voor ons- bekommernis: bezorgdheid, ongerustheid; stam 'verdelen', bezorgde mensen zijn innerlijk verdeeld (tussen God en de omstandigheden); Mt.6:25-32 (bezorgdheid - ondanks komende verhoging)- Hij is een zorgende Vader, Joh.10:11 - (opper)herder

Page 15: Petrus 1:1 Hd.4:13 - Maarten Hertoghs · PDF file1 Petrus 1 1:1-2 1 zie algemeen 2 - de voorkennis wijst op de goddelijke oorsprong van de gemeente waar Petrus aan schrijft. Geen naaiclubje,

8-9 - wordt of weest- nuchter (1:13, 4:7) en waakzaam (Mt.24:42): niet zorgeloos - tegenpartij of tegenstander- duivel: diabolos, lasteraar; het is de Griekse weergave van het Hebr. satan (aanklager, verleider)- brullende leeuw (Ps.22:14)- zoekende wie hij zal verslinden (Joh.10:10,12,13)!!!!!!!! vorig vers: werpt al uw bekommernis op Hem. Hij zorgt voor ons, ondanks brullende leeuw

- wederstaat: Ef.6:10-16- vast: stereos, hard, duurzaam (woordgebruik: 2Tim.2:19 - ongeschokt)- geloof: 1:5,7,8 - geloof moet blijvend zijn- broederschap in wereld zelfde lijden: bemoediging voor deze mensen die in verdrukking leefden; zij zijn niet de enigen; Paulus ook (2Kor.1:6)

10-11 - alle genade: er is geen genade buiten Hem om- in Christus geroepen: door Chr' offer kunnen wij tot God komen; Hij roept ons, maar wij moeten Chr' offer aanvaarden om tot bij Hem te komen- tot Zijn eeuwige heerlijkheid: dat is het gevolg van het aanvaarden van Zijn offer; de onverwelkelijke erfenis (1:4), Zijn heerlijkheid zal geopenbaard worden door Chr (4:13)- Hij, God zelf- korte tijd: 1:6- volmaken, bevestigen, sterken en grondvesten

* volmaken: God voltooit, verwijdert schade (zoals wij elkaar ook moeten voltooien - Gal.6:1 - bij God is dit echter perfect werk)* bevestigen: steunt zwakken en wankelen (2Tess.2:16,17) * versterken: Lc.22:31,32 (Jezus en Petrus); dient om te kunnen weerstaan (v.9)* grondvesten: God geeft een stevige fundering, zowel aan afzonderlijke gelovigen als aan gemeente; belangrijkste is hoeksteen (2:6), rots (Mt.7:25), liefde (Ef.3:17)

- Aan Hem de heerlijkheid en de kracht (Jud.25): vaststelling wie God is en wat Hij doet; heerlijkheid (Fil.2:11 - dat is God) en kracht (Ef.1:19)- in alle eeuwigheid: kent geen einde, was/is/zal zijn (Op.1:8)!!!!Reden tot standhouden.

12-14 - dit is een naschrift - door Silvanus … in het kort geschreven:

* hij was de schrijver* hij was de overbrenger van de brief

- Silvanus: latijnse naam, Griekse is Silas - dit kan dezelfde zijn als Hand.15:40 (Paulus' reisgezel)- waarom geschreven? om te bemoedigen en betuigen dat het over Gods genade gaat- betuigen: geeft autoriteit van schrijver aan; Petrus zegt hoe het is- daarin: in de genade (1:10)- vaststaan: nooit loslaten, dat is het fundament, ondanks lijden en vervolging. de genade is de reden van ons christelijk bestaan

- medeuitverkorene: enkelvoud; 1:2 zijn lezers zijn uitverkorenen - hij maakt zich deel van die groep- Babylon: zie inleiding- Marcus: geestelijke zoon, leerling via Petrus' prediking. Hand.12:12 - zoon van Maria, moeder Johannes; Hand.12:25 - ging mee met Paulus en Barnabas op reis; Kol.4:10 - neef Barnabas; hij werd in de vroege kerk gezien als helper en tolk van Petrus.

- kus: na schriftlezing of gebeden volgde de kus als uiting van innerlijke genegenheid. Paulus (Rom.16:16)- vrede zij u allen, die in Christus zijt: vrede voor u allen in Christus Jezus, amen; begonnen met vrede en genade en er ook mee afsluiten (v.12 - genade)- innerlijke rust en zekerheid dat God hen helpt in Jezus Christus (omdat ze in Hem geloven, omdat Hij voor hen gestorven is, omdat God hen liefheeft) - het gaat niet buiten Chr om.