Persoonsvorm verleden tijd

8
Persoonsvorm verleden tijd

description

Persoonsvorm verleden tijd. Bij verleden tijd is er onderscheid:. Sterke werkwoorden Slapen, lopen, drinken, geven, kopen --> klank verandert bij verleden tijd Zwakke werkwoorden Blaffen, klagen, menen, klonen, vrezen --> stam + te(n) of stam+de(n) - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Persoonsvorm verleden tijd

Page 1: Persoonsvorm verleden tijd

Persoonsvorm verleden tijd

Page 2: Persoonsvorm verleden tijd

Bij verleden tijd is er onderscheid:• Sterke werkwoorden– Slapen, lopen, drinken, geven, kopen --> klank verandert bij verleden tijd

• Zwakke werkwoorden– Blaffen, klagen, menen, klonen, vrezen --> stam + te(n) of stam+de(n)

Twijfel? Zoek het op in het woordenboek lo·pen liep, gelopen 1 zich door middel vd benen of

poten voortbewegen; gaan: iem in de weg ~ hinderen; pra·ten praatte, gepraat 1 spreken: hij heeft mooi ~ hij

kan het makkelijk zeggen;

Page 3: Persoonsvorm verleden tijd

Sterk werkwoord in verleden tijd

• Vervoeging is zo eenvoudig mogelijk– Blazen --> blies / bliezen– Varen --> voer / voeren– Geven --> gaf / gaven– Bidden --> bad / baden– Kijken --> keek / keken– Verliezen --> verloor / verloren– Lopen --> liep / liepen– Kopen --> kocht / kochten

Page 4: Persoonsvorm verleden tijd

Zwak werkwoord in verleden tijd

• Vervoeging = stam+te(n) of stam+de(n)• Hulpmiddel: ‘t sexy fokschaapje– Neem het hele werkwoord– Streep de –en van het hele werkwoord weg– Controleer of laatste letter hele werkwoord zonder –

en in ‘t sexy fokschaapje zit• Ja? --> stam +te bij enkelvoudig onderwerp, stam + ten bij meervoudig onderwerp• Nee? --> stam +de bij enkelvoudig onderwerp, stam +den bij meervoudig onderwerp

Page 5: Persoonsvorm verleden tijd

Voorbeeld:

• Hele werkwoord = lachen• -en wegstrepen: lach• Laatste letter = h• Check: h in ‘t sexy fokschaapje ?• Ja --> verleden tijd = lachte(n)

Page 6: Persoonsvorm verleden tijd

Voorbeeld:

• Hele werkwoord = rennen• -en wegstrepen: renn• -n wegstrepen --> geen dubbele medeklinker• Check: ‘n’ in ‘t sexy fokschaapje?• Nee --> verleden tijd = rende(n)

Page 7: Persoonsvorm verleden tijd

Wat doe je met…

• Graven• Verhuizen• Vrezen• Piepen• Blaffen• Miauwen• Controleren

Page 8: Persoonsvorm verleden tijd

Nota bene:

• Ga altijd uit van eigenlijke slotletter van de stam --> verhuizen = ‘z’, leven = ‘v’

• Eindigt stam met klinker (a, e, i, o, u, y), dan altijd stam +de in verleden tijd

• Sommige werkwoorden ‘e’ laten staan achter stam --> racen = racete