Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

18
Van Sijpesteijnkade. Verleden tijd of toekomst?

description

Bouwhistorische studie van Menze de Graaf, mei 2010

Transcript of Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Page 1: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Van Sijpesteijnkade. Verleden tijd of toekomst?

Page 2: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 1

1. Inleiding en inhoudsopgaveIn 2008 ontstond er maatschappelijk rumoer, toende plannen voor de ontwikkeling van het gebiedten westen van het station gekonkretiseerdwerden. Hierbij zou onder andere de nogbestaande bebouwing aan de Van Sijpesteijnkadegesloopt worden, met uitzondering van hetrijksmonument nr. 25. De raadsfracties van Groen Links en D’66,bewoners- en actiecomité’s uit de buurt en deCommissie Cultureel Erfgoed van deVerenigingOud-Utrecht zijn hiertegen in het geweergekomen.

In 2009 is een raadsvoorstel aangenomen waarbij het College van B&W gevraagd wordt er bij deeigenaar en projectontwikkelaar NS Poort op aan te dringen bij de nieuwbouw zoveel mogelijksparend om te gaan met de bestaande bebouwing. NS Poort heeft een ontwerpbureau opdrachtgegeven alternatieven te schetsen, waarbij het gevraagde één van de mogelijkheden is.Zowel in cultuurhistorische rapportages als bij de inventarisatie van monumentwaardige panden uit deperiode 1850-1940 is door de gemeente aan de bebouwing aan de Van Sijpesteijnkade weinig waardegehecht. Bouwhistorisch onderzoek aan de panden is er nimmer verricht. Deze cultuurhistorischerapportage heeft een tweeledig doel. In de eerste plaats wordt gepleit voor een positievere waarderingen in de tweede plaats worden de nrs. 7 t/m 25 gedocumenteerd, er wordt een bouwhistorischebeschrijving van nr. 25 gegeven en de gezamenlijke bouwgeschiedenis van de nrs. 23 en 25 wordtbehandeld. De panden met hogere en lagere nummers zijn architectuur- en bouwhistorisch weinigbijzonder. Deze nummers hebben, ieder blokje op zich en als ensemble, twee kenmerken. In de eerste plaats zijnhet sprekende voorbeelden van hoe er in het eerste kwart van de 20e eeuw gebouwd werd volgensklassiek ontwerp, in de nieuw-historiserende periode, en daarna volgens het expressionisme en hetfunctionalisme (het jongste pand dateert uit 1954). Het is daarmee een goed voorbeeld hoe moderneontwerpen werden geplaatst in een omgeving waar volgens klassiek ontwerp gebouwd werd. Dit treftmen elders ook aan in eind 19e-eeuwse, begin 20e-eeuwse uitbreidingswijken. In de tweede plaatszijn de oorspronkelijke gevels vrijwel gaaf gebleven. Omdat de panden, met uitzondering van hetrijksmonument en het ernaast gelegen pand uit 1954, een winkelbestemming op de begane grondhadden, is dit bijzonder omdat het uiterlijk van winkelpuien vaak wordt aangepast aan de tijd. Een aantal standaardgegevens, zoals kadastrale ligging, redengevende omschrijving voor hetrijksmonument, een bouwhistorische waardering en bronvermeldingen, zijn in deze rapportageweggelaten, maar wel op te vragen bij de auteur. 1. Inleiding en inhoudsopgave 12. Stedenbouwkundige ontwikkeling 23. Bouwhistorische ontwikkeling nrs. 23 en 25 44. Bouwhistorische beschrijving Van Sijpesteinkade 254.1. De voorgevel 54.2. De begane grond 64.3. De eerste verdieping 114.4. De tweede verdieping 134.5. Het dak 155. Beschrijving voorgevels blokjes Van Sijpesteijnkade 5-11 en 13-21 16

Bronnen: bouwtekeningen, historische kaarten en foto’s uit het Utrechts Archief. Eigen foto’s.Met dank aan Mariëtte de Rond, bouwkundestudente aan de Hogeschool Utrecht, voor deactuele plattegronden van nr. 25 en Tim Schoots-Timmerman, architectuurhistoricus, voorhaar opmerkingen. De tekening op het voorblad is van Paul Reeskamp, architect.

© Menze de Graaf, bouwhistorisch onderzoeker, Utrecht 2010 ([email protected])

Page 3: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 2

2. Stedenbouwkundige ontwikkelingDe Leidse Vaart, waaraan de Van Sijpesteijnkade ligt, is in 1662-1665 gegraven en sluit verder naarhet westen aan op de Oude Rijn. Dit was al in de Romeinse tijd de verbinding over water tussenUtrecht en de Noordzee. Hiervoor liep de Leidse Vaart over het tracee van wat nu de Vleutenseweg isnaar het westen. Oorspronkelijk heette de weg die langs de Leidse Vaart liep al vanaf het Leidse Veerbij de stadsbuitengracht Leidseweg, zoals hij nu vanaf het Westplein ook nog heet. Voor de komst vande trein verliep veel transport van goederen en mensen over water. Het gaat hier dus om de voorheenbelangrijkste vaarroute van Utrecht naar het westen. Met het graven van de Leidse Vaart werden erten westen van de stadsbuitengracht tal van nieuwe waterlopen gegraven. Deze omsloten percelen dievoor de tuinbouw in gebruik werden genomen. Volgens het 17e eeuwse stadsontwikkelingsplan vanburgemeester Moreelse zou hier een nieuwe wijk moeten verrijzen. Een dergelijke ontwikkeling is pasvanaf het einde van de 19e eeuw tot stand gekomen. De eerste grootschalige kaart van dit gebied ishet minuutplan dat gemaakt is bij de eerste kadastrale opmeting rond 1830. Niet alleen de kadastralepercelen, maar ook de bebouwing staan hierop nauwkeurig aangegeven. Ter plekke van de VanSijpesteijnkade stonden hier een huis van een schipper en een huis van een rentenier. Dit laatste wasde voorganger van het huidige rechterbuurpand van nr. 25. Op militaire topografische kaarten kan deontwikkeling tot begin 20e eeuw gevolgd worden. Pas begin 20e eeuw is de bebouwing van de kadeverdicht. Alle panden die er nu staan zijn in de loop van de 20e eeuw gebouwd. De jongere pandenhebben nog een voorganger gehad.

Minuutplan ong. 1830

Page 4: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 3

Militaire topografische kaart 1874

Militaire topografische kaart 1912

Actuele topografische kaart

Page 5: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 4

Op een foto van rond 1900 staat er ter plekke van de huidige nrs. 23 en 25 een breed herenhuis vantwee bouwlagen onder een wolfdak. Het is zeven traveeën breed. De buitenmuren zijn tweesteens dik.Twee linkertraveeën worden in 1912 van het pand afgesplitst en gaan samen met twee nieuwetraveeën het huidige nr. 25 vormen. Dit nieuwe pand krijgt een neoclassicistische gevel onder eenklassiek hoofdgestel en heeft drie bouwlagen. Voor de derde bouwlaag op de oorspronkelijkebouwmassa worden de voor- en achtergevel opgetrokken. Het bovenste deel van de oorspronkelijkekap blijft daarbij gehandhaafd. De nieuwe dakconstructie wordt aan het oog ontrokken door hethoofdgestel.Op het minuutplan van de eerste kadastrale opmeting rond 1830 is op deze plaats eenpand te zien op een vrijwel vierkant grondplan, eigendom van een rentenier. Nr. 23 heeft diversemalen ingrijpende wijzigingen en vergrotingen ondergaan en op grond van bouwtekeningen daarvan,de ligging en het grondvlak mag geconcludeerd worden dat de rechter vijf traveeën van het herenhuisop de foto oorspronkelijk het herenhuis vormden dat op het minuutplan staat. Tussen 1830 en 1912moeten daaraan links twee traveeën toegevoegd zijn en rechts een aanbouw van één bouwlaag ondereen zadeldak. Van deze periode zijn er alleen bouwtekeningen aangetroffen in het archief van hetoptrekken van de aanbouw rechts tot twee bouwlagen onder een plat dak. Nadat het huidige nr. 25was afgesplitst van nr. 23 heeft het in 1954 zijn huidige uiterlijk verkregen. Hoewel het zeker eenarchitectuur- en bouwhistorisch interessant pand is, blijft het in dit rapport verder onbesproken. Op debouwtekeningen is te zien is dat van de oorspronkelijke bouwmassa alleen resten zijn overgebleven.De bouwtekening van nr. 25, waarvan de onderste tekening is afgeleid, wijkt qua uitvoering enigszinsaf van wat er gerealiseerd is.

Page 6: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 5

Links nr. 23

4. Bouwhistorische beschrijving VanSijpesteinkade 25 - situatie 1912 en 2010

4.1. De voorgevel.De voorgevel is geleed in vier traveeën met vijfDorische pilasters (zonder cannelures) volgens dekolossale orde onder een hoofdgestel. De opzet issymmetrisch, zij het dat de entree zich niet in demiddelste van vijf traveeën bevindt, omdat erslechts vier traveeën zijn. De stijl is neo-classicistisch. Het bouwjaar is 1912 en in dezeperiode werd er gebouwd in nieuw-historiserendestijl. De gevel is gemetseld, gepleisterd, gestucten witgeschilderd en heeft een grijzenatuurstenen plint. Het hoofdgestel is opgebouwduit een architraaf, een fries en een kroonlijst. Hetfries bevat trigliefen met eronder regula’s met zesguttae. De venster- en deurportalen hebben eenkroonlijst en een vensterbank (de vensters). Devensterbanken rusten aan de uiteinden op regula’smet twee guttae. De vensters op de begane gronden de eerste verdieping hebben schuiframen, resp. 9 en 6-ruits en 6 en 6-ruits. De 9-ruits ramen opde tweede verdieping draaien naar binnen.

Het bovenlicht van de entree is verdeeld in een ovaal en acht roeden die vanuit het midden naar buitenstralen. In het midden een bloem. Het kalf wordt aan weerszijden ondersteund door hoekconsoles enis versierd met bloemkelkjes, waartussen een cartouche, waarin nog iets van het huisnummerzichtbaar is. De deur is een lijstdeur; de rijk geprofileerde bovenlijst is gewelfd. In de deur bevindtzich een oculus onder een acanthusblad, met daarin een ijzeren ornament. Na 1912 zijn er geenwijzigingen aangebracht. Wel zijn er voor de ramen op de begane grond ijzeren diefijzers geplaatst tervoorkoming van inbraak.

Page 7: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 6

4.2. De begane grond.De indeling is door de verdeling in vier traveeën asymmetrisch. Achter de voordeur en hetlinkervenster bevonden zich een vestibule, ontbijtkamer, hal met trappenhuis, gang met toilet enkeuken. Achter de twee rechterramen bevonden zich de zitkamer en eetkamer. Daarachter waren ereen stoep en een tuin; deze ruimte is gebruikt voor een extra kantoorruimte. De achtergevel is daarbijgrotendeels vervangen door een schuifwand. De oostgevel verspringt naar binnen achter deontbijtkamer en nogmaals achter de gang naar de keuken. Op de bouwtekening uit 1912 hieronder links is helaas een stuk niet gekopieerd. De tekening rechts is een recente opmeting.

Page 8: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 7

4.2.1. De vestibule en de ontbijtkamer. De vestibule en de ontbijtkamer zijn samengevoegd tot een entree met wachtkamer. De originelevloeren, plafonds en wanden zijn bedekt met moderne materialen. Het is niet zichtbaar of zichhieronder nog de oorspronkelijke afwerking bevindt. De vernieuwingen hebben plaatsgevonden naWO II, net als de meeste andere vernieuwingen in het pand.

4.2.2. De hal met trappenhuis.De hal met trappenhuis heeft de originele plafonds en wanden; op de vloer ligt projecttapijt, zoals inalle ruimtes, uitgezonderd de keuken en de toiletten. Hal en trappenhuis lopen door op de eerste entweede verdieping. De wanden zijn afgewerkt met een geschilderde houten lambrisering tot op ruim 2meter hoogte. Tussen een plint en een kroonlijst bevinden zich rechthoekige panelen, symmetrischmaar ongelijk in grootte. Bij beschadigingen is te zien dat aan het huidige gebroken wit een gele eneen donkerbruine laag voorafgingen. In de buitenmuur bevinden zich over het hele hoogte van hettrappenhuis glas-in-loodvensters.Het trappenhuis bezit rijk gesneden trappalen; deze zijn aan de bovenzijde voorzien van acanthus-bladeren en aan de zijden van profileringen met elkaar overlappende drielobbige bloemen op devlakken en met bloemkelkjes onder een voluut op de hoeken. De trapbalustrades bestaan uitopengewerkte houten staande delen en de lange delen zijn bovendien voorzien van een houtenradvenster tussen vier acanthusbladeren.

Page 9: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 8

4.2.3. De zitkamer (nu in gebruik als kantoorruimte).De oorspronkelijke zitkamer wordt betreden vanaf de hal en is met een schuifdeur verbonden met devoormalige eetkamer. De wanden zijn voorzien van gelakte eikenhouten lambrisering tot op ruim 1meter hoogte. Ook de deur- en vensteromlijstingen zijn van eikenhout. De lambrisering bestaat uitrechthoekige panelen tussen stijlen, een kroonlijst met diamantkoppen boven de tussenstijlen en eenplint. De bovenzijden van de tussenstijlen zijn voorzien van een ornament dat gelijkenis vertoont meteen scharnier (zwartgeschilderd hout) met daaraan een element bestaande uit een staafje en balletjes.Dit laatste bevindt zich ook aan de bovenzijden van de staande stijlen van de deuromlijstingen; echterniet onder een schijnscharnier, maar onder een halve, geprofileerde, schijf.De bovenkanten van de deuromlijstingen bestaan uit een architraaf, een fries en een kroonlijst. Het fries is voorzien van diamantkoppen boven de staande stijlen en een triglief in het midden;hiertussen twee afgeronde paneeltjes, die de schijn wekken met twee houten klinknagels bevestigd tezijn.

Hetzelfde beeld vinden we terug in de bovenstijl van de omlijsting van de schouw. De boezem van deschouw bestaat uit rechte, eikenhouten platen. De achterwand is voorzien van tegeltjes met kinder-spelen. Dit kunnen hergebruikte 17e eeuwse tegeltjes zijn.Aan scheuren in het stucplafond valt af te leiden dat de schouw verplaatst is van de oostwand, waarhij op de bouwtekening staat aangegeven, naar de westwand. Elders in het pand zijn deoorspronkelijke schouwen verwijderd of weggewerkt. De oorzaak hiervan zal gelegen zijn in deinstallatie van centrale verwarming. In de oostwand is een eikenhouten boekenkast ingebouwd. Dezelijkt niet oorspronkelijk te zijn. Ook de ramen zijn uitgevoerd in eikenhout. De onderste schuiframen zijn voorzien van fraaie koperenhandgrepen. (Zie de foto op blz. 1.) De schuifdeur naar de eetkamer is ook met fraaie koperenhandgrepen uitgevoerd. Het plafond is een stucplafond met decoraties in neo-Lodewijk XVI-stijl. Een centraal radvormigelement waarvan de spaken er uit zien als de stijlen van een hek, verbonden met koorden. Deornamenten in de band aan de zijden van het plafond bestaan uit bloemkelkjes, linten met strikken enruiten met een gestileerde bloem.De wanden zijn afgewerkt met modern behang. Niet te zien is of de oorspronkelijke afwerking nogaanwezig is.

Page 10: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 9

4.2.4. De eetkamer (nu in gebruik als kantoorruimte).De oorspronkelijke eetkamer is voorzien van dezelfde lambrisering als de zitkamer. De deur naar dehal is onzichtbaar in de wand verwerkt. De oorspronkelijke schouw is vervangen door eeningebouwde houten boekenkast, in eikenhout en in een gelijkende stijl. In het plafond zijnschijnbalken aangebracht die op schijnconsoles rusten. De balken bestaan uit in donker eikenhoutgelakte planken. De consoles zijn voorzien van maskers van leeuwen en bosgeesten. Dit plafond isvolgens een mededeling van de gebruiker van het pand afkomstig uit een pand in Amsterdam en hierna WO II geplaatst.

4.2.5. De achterkamer (nu in gebruik als vergaderruimte).De oorspronkelijke stoep achter de eetkamer en de tuin zijn dichtgebouwd. Een moderne schuifwandvormt de verbinding met de voormalige eetkamer. De ruimte is voorzien van een plat dak en heeft aande achterkant vensters over de breedte van de muur, aan het laatste streepje tuin dat overgebleven is.In de ruimte bevindt zich het vroegere poortje, in neo-renaissancestijl, van de gang naar de stoep. Ditbestaat uit een met geprofileerde bakstenen gemetseld portaal met een halfronde boog. Voor degeboorten van de boog zijn gebosseerde stenen gebruikt; de sluitsteen is versierd met gestileerdeleeuwenkop. Deze stenen zijn witgeschilderd.

Page 11: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 10

4.2.6. De gang en de keuken.In de oorspronkelijke situatie kwam men van de hal in een twee treden hoger gelegen gang endaarachter in een weer één trede lager gelegen keuken; hieronder bevindt zich de kelder. Vanuit degang werd toegang verkregen tot het toilet, de kelder, een bergruimte en de gang buiten achter deoostmuur. Er waren een buitendeur naar de stoep en ramen in de westelijke en oostelijke buitenmuren.In de keuken zaten ramen die uitzagen op de tuin. De keukenramen boven het oorspronkelijkekeukenblok zijn dichtgezet bij het dichtbouwen van de tuin. De ramen in de oostmuur zijn vervangendoor hoge ramen die passen bij de huidige indeling van de gang, waar zich nu twee moderne toilettenbevinden. De indeling van deze ruimtes is dus gewijzigd, met het oog op het gebruik als kantoorpand.In de keuken is een douche gebouwd. De afwerking van de ruimtes is grotendeels nieuw. Het lijstwerkop ong. 2 meter hoogte is waarschijnlijk nog wel oorspronkelijk. Op één plaats in de keuken is te ziendat er sprake is van een voorzetwand waarachter zich de oorspronkelijke wand met tegels nog bevindt.Als er overal in deze ruimtes op deze wijze verbouwd is, is waarschijnlijk nog een groot deel van deoorspronkelijke afwerking aanwezig. De keukenvloer is voorzien van moderne tegels.

4.2.7. De kelder.Vanuit de gang geeft een houten gesloten steektrap toegang tot een kelder met een vlak stucplafond.Achter de trap zitten stellingen waar de wijnvoorraad werd bewaard. In de zuidwand zit een tralie-venster dat via een verdieping in de grond uitkomt achter de keuken. Dit zat er ook in de westwand.Voor het traliehek in de zuidwand zit er een luik naar de keuken. De afwerking is grotendeelsoorspronkelijk.

Page 12: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 11

4.3. De eerste verdieping.De mijnheerskamer aan de voorkant en de slaapkamer aan de achterkant zijn eenvoudiger uitgevoerddan de ruimtes op de begane grond. Op de grond ligt hetzelfde projecttapijt als beneden. Deoorspronkelijke rookkanalen zijn verwijderd of weggewerkt.

Page 13: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 12

4.3.1. Hal, trappenhuis, gang en achterkamer. De situatie in hal, trappenhuis, gang en achterkamer komt grotendeels overeen met de situatie terplekke op de begane grond. De gang gaf toegang tot de badkamer. Hier bevinden zich nu een WC eneen pantry, maar de originele wandtegels zitten er voor een groot deel nog. Het lijstwerk aan wandenen plafonds is waarschijnlijk origineel, net als de deur- en vensteromlijstingen. In één venster zittendubbele ramen die naar buiten draaien en gesloten worden met een spanjolet. Dit zijn waarschijnlijkde originele ramen. Oorspronkelijk bevond zich aan de westkant van de gang een balkon. Dit was ookop de 2e verdieping het geval. De buitenruimte, waar zich de balkons bevonden, is dichtgebouwd enwordt als leidingschacht gebruikt.

4.3.2. De mijnheerskamer (nu in gebruik als kantoorruimte).Deze kamer heeft tot op ruim 1 meter een eenvoudige geschilderde houten lambrisering met eengeprofileerde bovenlijst, een plint en vlakke panelen die met een kleine tussenruimte naast elkaar zijnaangebracht. De wanden zijn verder met modern behang afgewerkt. Het plafond is een eenvoudiggeschilderd cassettenplafond met geprofileerd lijstwerk aan de randen. Het is aan het plafond te ziendat zich tegen de oostwand een schouw bevond. Links van deze schouw is een boekenkast ingebouwd,die op het eerste gezicht origineel lijkt te zijn. De twee vensters zijn gevat in geprofileerd lijstwerk,d.w.z. boven en onder een wandbrede lijst en stijlen langs de vensters. Curieus is dat van één vensterhet onderste raam een schuifraam is en van het andere het bovenste raam. Zou dit gedaan zijnvanwege tabaksrook?

Page 14: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 13

4.3.3. De slaapkamer.Deze achterkamer is alleen voorzien van geprofileerd lijstwerk op de overgang van wanden enplafond. De twee vensters zijn T-vensters, in een eenvoudig kozijn. Op het eerste gezicht lijkt dezeafwerking origineel te zijn.

4.3.4. Het boudoir (nu in gebruik als kantoorruimte).Het boudoir is wat rijker afgewerkt dan de mijnheers- en slaapkamer. De wanden zijn gevat ingeprofileerd lijstwerk. De onderste 50 cm. bestaat uit een vlakke lambrisering met daaronder eenplint. Een koof vormt de overgang van wand naar plafond. Het stucplafond heeft aan de rand eenrechte lijst en daarbinnen een ovalen lijst.

4.4. De tweede verdieping.Dit was de verdieping voor de dienstbode en logé’s en is het eenvoudigst uitgevoerd. Het trappenhuisis uitgevoerd als op de begane grond en eerste verdieping. De hal heeft alleen lijstwerk en geenlambrisering. Verder is er een fonteintje ingebouwd. De oorspronkelijke rookkanalen zijn verwijderdof weggewerkt. De oorspronkelijke bergkamer, logeerkamer en dienstbodenkamer in de linkervleugel zijn veranderdin kantoorruimtes en hebben een moderne afwerking. Dit geldt ook voor de oorspronkelijke zolder enlogeerkamer in de rechtervleugel. De zolder is opgesplitst in een gangetje, twee kantoorruimtes en eentrap naar de overgebleven zolder.

Page 15: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 14

Page 16: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 15

4.5. Het dak.Op de rechtervleugel bevindt zich een schilddak met schuine schilden aan de zuid-, oost- ennoordkant. Aan de westkant eindigt het dak tegen de gevel van het belendende pand. Aan de zuidkantbevindt zich een plat dak en aan de noordkant een lessenaarsdak tegen de achterkant van devoorgevel. Schilddak en lessenaarsdak zijn gedekt met gesmoorde oud-Hollandse pannen. Dezevreemde situatie is ontstaan doordat bij de bouw in 1912 de rechtervleugel werd afgesplitst van hetherenhuis ter rechterzijde. De zolderverdieping werd opgetrokken tot een verdieping en het bovenste deel van de kap werdgehandhaafd. De voorgevel werd bekroond met een hoofdgestel en is een schijngevel. Het loze deel iswaarschijnlijk aan de achterzijde aan het dak verankerd; hier overheen werd een lessenaarsdakgeplaatst. In het oostelijke dakschild zit een dakkapelletje met twee naar buiten draaiende ramen, diegesloten worden met een spanjolet. Boven de linkervleugel zit een plat dak.

4.6. De achtergevel.De achtermuren van de linkervleugel zijn opgetrokken in schoon, steens metselwerk in machinalebaksteen, in staand verband. De achtermuur van de rechtervleugel is gepleisterd.

4.7. De zijgevels.De gepleisterde oostmuur springt trapsgewijs naar rechts in. De westmuur is de belendende muur methet pand rechts. Op de begane grond, de 1e en de 2e verdieping kan via een deur toegang wordenverkregen tot dit pand. Deze doorgangen zijn niet oorspronkelijk.

Page 17: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 16

5. Beschrijving voorgevels blokjes Van Sijpesteijnkade 5-11 en 13-21De in het eerste kwart van de 20e eeuw gebouwde nrs. 5-11 zijn in één bouwstroom neergezet. De trapgevels aan weerszijden worden verbonden door een overstek, doorlopend over twee panden.Het linker pand met overstek is gewijzigd en verhoogd met een lijstdoorbrekende bouwlaag. Deze isvoorzien van een eenvoudige kroonlijst en een plat dak. De stijl is neorenaissance. De treden van detrapgevels zijn afgedekt met natuur- of kunststenen platen. De huizen hebben twee bouwlagen ondereen schuin, afgeplat schilddak waarop zich een plat dak bevindt. Het dak is gedekt met gesmoordekruispannen. De indeling van de winkelpuien van de drie huizen rechts is nog gedeeltelijk origineel.Die van het twee rechter panden bevatten nog één geschilderde houten deur die waarschijnlijkorigineel is en één geschilderd houten kozijn, waarvan waarschijnlijk het winkelraam, de vier ramen,gevuld met glas-in-lood, daarboven en het bovenlicht van de deur, gevuld met glas-in-lood, origineelzijn. De winkelpuien worden aan de bovenkant afgesloten met een geprofileerde geschilderde houtenlijst die waarschijnlijk vóór een kunststenen latei geplaatst is. Daarboven bevindt zich een uitkragendebakstenen keellijst.

De huizen zonder trapgevel hebben op de verdieping een enkel en een samengesteld venster met H-profiel en de huizen met hals-trapgevel drie enkele. Boven de vensters een segmentboog. Boven hetdubbele venster in de hals-trapgevel een korfboog. De bogen hebben aanzet- en sluitstenen in natuur-of kunststeen. In de boogvullingen zijn de stenen in verschillende decoratieve verbanden gemetseld.In de top van de gevel een sieranker. De vensters op de 1e verdieping hebben schuiframen en de vastebovenramen zijn gevuld met glas-in-lood. De dubbele vensters in de hals-trapgevels hebben verticaalgedeelde bovenramen en naar buiten draaiende onderramen. Om het dak loopt een geprofileerdegeschilderde houten bakgoot met daaronder een geschilde houten lijst. Daaronder een gemetselde,uitkragende en verspringende lijst bestaande uit vier lagen, afwisselend een tandlijst en een rechtelijst. Onder de vensters zitten natuur- of kunststenen vensterbanken. Het huis met het voorste schuinedakschild heeft een dakkapel.

Page 18: Van Sijpesteijnkade, verleden tijd of toekomst?

Cultuurhistorische rapportage Van Sijpesteijnkade Blz. 17

De in de 30-er jaren van de 19e eeuw gebouwde nrs. 13-21 zijn een blokje bestaande uit tweegespiegeld gebouwde winkels met bovenhuis. De stijl is de lineaire vorm van het Expressionisme. Er kon geen bouwtekening in het archief worden gevonden. Het heeft drie bouwlagen onder een platdak. De voorgevel van de bovenhuizen is opgetrokken in baksteen, in vlaams verband met verdieptelangsvoegen en platvolle stootvoegen. Kenmerkend is het iets vooruitspringende middendeel van de2e verdieping, waarin zich twee verdiepte balkons bevinden. Deze worden aan weerskanten afgeslotendoor een kolomvormige uitbouw op trapezium-grondvlak, die onder begrensd wordt door een vensterzonder bovenlicht op de 1e verdieping en boven eindigt met een omgaand venster op de 2everdieping. Het geheel wordt aan de bovenkant afgesloten met een overstekende, vlakke, geschilderdehouten kroonlijst. De borstwering van het balkon is verhoogd met houten delen. Dit is nietoorspronkelijk. De 2e verdieping is aan weerszijden verhoogd met een blokvormig deel. De vensterindeling is verschillend. Op de tweede verdieping o.a. 6 of 9-ruits, gekoppelde vensters, opde 1e verdieping twee vensters op de hoeken, aan de bovenkant afgesloten met een betonnen plaatonder de kolomvormige uitbouw, waarvan het linkerraam een bijzondere roedenindeling heeft en hetrechterraam geen. De drie vensters van de huiskamer op de eerste verdieping hebben een H-profiel.Het onderste en het bovenste deel worden gescheiden door een kalf van zwartglanzende natuursteen.Het bovenraam is gevuld met gekleurd glas-in-lood. Bij de rechterbovenwoning is dit niet meeraanwezig en wellicht is zo ook de roedenverdeling in het zijraam verdwenen.

De winkelpui bestaat uit één grote en drie kleinere in staal gevatte winkelruiten op een plint vanzwartglanzende natuursteen. Tussen de twee grote winkelruiten zit een stijl van hetzelfde materiaal.De winkeldeur en de deur naar de bovenwoning zijn verdiept aangebracht in een open, betegeld,halletje. De bovenlichten van de twee deuren en de twee winkelruiten in het halletje zijn in helderglas-in-lood geplaatst. De deuren zijn in middenbruin hout gelakt. De winkeldeur is voorzien van eengrote ruit en een messing stang met nog twee extra stangetjes, die bevestigd zijn op een messing plaataan de onderkant. De slotplaat is niet origineel, maar de brievenbus wel, evenals de onderdelen van dedeur naar de bovenwoning. De twee winkelpuien worden boven afgesloten door een brede, open,geschilderde, betonnen kroonlijst. Aan weerstkanten hiervan bevindt zich een voorstelling in natuur-of kunststeen met een gestileerd fabeldier. In de opening bevindt zich een muizentandlijst van matglas, verdeeld door stijlen van zwartgeschilderde baksteen.