Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van...

108
Pedagogiek in moskee Al Wahda Trees Pels Fadoua Lahri Halim El Madkouri Augustus 2006 Verwey-Jonker Instituut/FORUM

Transcript of Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van...

Page 1: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

Pedagogiek in moskee Al Wahda

Trees PelsFadoua LahriHalim El Madkouri

Augustus 2006

Verwey-Jonker Instituut/FORUM

Page 2: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker
Page 3: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

3

Inhoud

1 Inleiding: het onderzoek in moskee Al Wahda 5

2 De moskeeschool in de literatuur 9

2.1 Moskeescholen in Marokko 102.2 Moskeescholen in Nederland 142.3 Pedagogische innovatie 18

3 De lessen in de moskee: doelen en middelen 21

3.1 De organisatie van het onderwijs 223.2 Doelen van de Arabische lessen 233.3 Eisen aan de leskrachten en kwaliteitsverbetering 263.4 Programma 293.5 Lesmaterialen 353.6 Samenvatting 38

4 Pedagogiek in de moskee 41

4.1 Pedagogische voorwaarden in de literatuur 414.2 Pedagogische uitgangspunten van de moskee 444.3 Pedagogiek in de moskeepraktijk 494.4 Samenvatting 57

5 Relatie met gezin en omgeving 61

5.1 Relatie met de ouders 615.2 Relatie met instellingen in de omgeving 645.3 Samenvatting 67

6 Aanknopingspunten voor pedagogische innovatie 71

6.1 Samenvatting en conclusies 716.2 Knelpunten en wensen 746.3 Aanbevelingen 77

7 Pedagogiek in drie moskeeën: vergelijkend overzicht 79

Page 4: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

4

Literatuur 85

Bijlage I Afsprakenlijst Commissie onderwijs 2005-2006 89

Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91

Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93

Page 5: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

5

Verwey-

Jonker

Instituut

1 Inleiding: het onderzoek in moskeeAl Wahda

In Rotterdam is in opdracht van de gemeente door het Verwey-Jonker Instituut, in samenwerking met FORUM, een onderzoekuitgevoerd naar de lesactiviteiten voor kinderen van driemoskeeën, een Turkse en twee Marokkaanse. Het doel van hetonderzoek was om zicht te krijgen op de pedagogische kwaliteitvan de lessen en op mogelijkheden om de verdere ontwikkelingvan de ‘pedagogiek in de moskee’ te ondersteunen. Voor u ligthet verslag van het onderzoek in de Marokkaanse moskee AlWahda.

Zoals ouders en leerkrachten regelmatig stil moeten staan bijhun rol als onderwijzer/opvoeder, zo is het ook voor de moskeebelangrijk om te reflecteren op die rol. Dit geldt des te meer inde migratiecontext, die allerlei nieuwe vragen en uitdagingenmet zich meebrengt. Een van de belangrijkste daarvan is welhoe de moskee in de lesactiviteiten de connectie met deomringende samenleving gestalte kan geven, en kan bijdragenaan overbrugging tussen de verschillende werelden waarinkinderen verkeren. Meer specifiek verdient daarbij de aanslui-ting bij de lespraktijk in het basisonderwijs aandacht. Klassikaalonderwijs, eenrichtingsverkeer, memoriseren en een strakkediscipline hebben daar deels plaatsgemaakt voor meer open,interactieve en reflexieve vormen van onderricht. Een anderaandachtspunt is dat zich, vergeleken met de beginjaren van demigratie, intussen een andere generatie ouders en kinderenaandient. Die stelt andere eisen. Kinderen worden bijvoorbeeldmondiger. Dat doet een beroep op het ‘management’ van grote

Page 6: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

6

groepen en de omgang met lastige kinderen, evenals aan hetcurriculum en de pedagogische vaardigheden van leskrachten.Daarbij is het vermelden waard dat de leerkrachten hundiensten grotendeels op vrijwillige basis aanbieden.Nationaal en internationaal wordt meer en meer gepleit voorpedagogische innovatie van het moskeeonderwijs, naar inhouden methodische aanpak. Dat is nodig, wil de moskee de oudersen kinderen van nu bijstaan in het vinden van hun weg (alsmoslim) in de migratiecontext (bijvoorbeeld Mujahid, 2005;Pels, 1987; Ramadan, 2005; Standing Advisory Council onReligious Education, 2003). Om dergelijke innovatie gestalte tekunnen geven is inzicht nodig in de huidige lespraktijken, deopvattingen en verwachtingen van de betrokkenen en in hunbehoeften aan ondersteuning. Daarnaast is inzicht van belang in‘wat werkt en niet’, in goede praktijken waarvan kan wordengeleerd.

Empirisch onderzoek op dit terrein is uitermate schaars. Zowelin het binnen- als buitenland is nauwelijks onderzoek te vindendat buitenstaanders een blik gunt in wat zich binnen de murenvan moskeeën tijdens de lessen voor kinderen afspeelt.Het Rotterdamse onderzoek is dus een van de eerste in zijnsoort. Het is er op gericht om samen met de betrokkenen zichtte krijgen op de pedagogische kwaliteit van deze activiteiten,hoe deze zich verder zou kunnen en moeten ontwikkelen, en opde behoeften aan ondersteuning daarbij.

Met het onderzoek wordt het volgende beoogd:1. Inzicht te verschaffen in de doelen, de inhoud (formeel en

informeel) en het pedagogisch-didactische klimaat van delessen die plaatsvinden in de moskeeën, evenals in de peda-gogische uitwisseling en afstemming met de ouders van deleerlingen en met (samenwerkende) instellingen die met deleerlingen te maken hebben.

2. Bij te dragen aan pedagogische innovatie en samenwerkingmet het gezin en andere instituties, door het beschrijvenvan ‘goede praktijken’ en door het doen van aanbevelingenvoor ondersteuning van de moskee, in het bijzonder depedagogische ondersteuning van de begeleiders/lesgeversvan de kinderen.

Page 7: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

7

Dit verslag bevat de resultaten van het onderzoek in moskee AlWahda dat in de maanden januari-juni van 2006 werd uitge-voerd. Het project startte met een bespreking met de voorzitteren een lid van de Onderwijscommissie. Voorts spraken wij metde verschillende ‘partijen’ die bij de lessen in de moskeebetrokken zijn over hun doelen, opvattingen en ervaringen: mettwee van de lesgevenden, met een groep ouders en een groepleerlingen1. Daarnaast vond een gesprek plaats met vertegen-woordigers van instellingen in de buurt waarmee de moskee eenrelatie onderhoudt. Ook observeerden wij gedurende tweedagdelen de lessen en maakten wij studie van de lesmateria-len.2 De verslagen van de gesprekken met de leden van deOnderwijscommissie en met de leskrachten werden tervalidering aan de betrokkenen voorgelegd.Na afronding van het onderzoek vond een bespreking plaats vande conceptrapportage, conclusies en aanbevelingen met deOnderwijscommissie, waarna de rapportage over moskee AlWahda definitief is vastgesteld.

Het onderzoek naar de andere twee moskeeën is verschenen intwee andere deelpublicaties. Die bevatten, net als dit rapport,aan het slot een kort overzicht van de bevindingen uit de driedeelonderzoeken. Met de conclusies en aanbevelingen voor deondersteuning van pedagogische innovatie kunnen naarverwachting ook andere moskeeën, in andere steden, hunvoordeel doen.

1 Bij het groepsgesprek met ouders waren veertien vaders aanwezig, waar-

van er zes een duit in het zakje deden. Bij het groepsgesprek met jonge-

ren zaten tien meisjes en zeven jongens in de leeftijd van acht tot der-

tien jaar; tien van hen participeerden actief en betrokken in het gesprek.

De gesprekken vonden plaats in een van de gebedsruimten van de mos-

kee.2 Onze dank gaat uit naar de leden van de Onderwijscommissie, die veel hebben

bijgedragen aan de organisatie van de observaties en gesprekken. Onze dank gaat

verder uit naar de leerkrachten, de ouders en kinderen vanwege het ons geschon-

ken vertrouwen.

De personen van wie letterlijke citaten in het verslag zijn opgenomen worden

aangeduid met een pseudoniem. Ook de namen van de leerkrachten en leerlingen

in de observaties zijn gefingeerd.

Page 8: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker
Page 9: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

9

Verwey-

Jonker

Instituut

2 De moskeeschool in de literatuur

Moslims vormen in de migratiecontext een minderheid die zicheen weg moet zoeken in nieuwe sociale, culturele, politieke enadministratieve structuren. Zij staan voor de uitdaging in dezecontext het eigen culturele erfgoed, waarin de islam eenbelangrijke positie inneemt, over te dragen aan de kinderen. Deafgelopen decennia is met dit doel een nieuw type onderwijs opparticulier initiatief ontstaan: lessen in de moskee, of in aan demoskee gelieerde instellingen. De accenten wisselen, maarArabische les, Koranles en islamitische educatie vormen meestalvaste onderdelen.Wat de Marokkaanse moskeeën betreft, zijn de lesactiviteitendeels geënt op het Koranonderwijs dat in Marokko eenbelangrijke rol speelt als vorm van voorschoolse educatie, deelsop het Marokkaanse elementaire onderwijs of het OETC- enOALT-onderwijs in Nederland. Daarbij worden deels uit Marokkoafkomstige methoden en materialen gebruikt, terwijl ooknieuwe, in Nederland ontwikkelde, materialen in omloop zijn.Met de lessen wordt beoogd bepaalde leemten te vullen diemoslimouders ervaren in de educatie van hun kinderen.Onderzoek over de moskeelessen is bijzonder schaars. Empirischonderzoek van recente datum is nauwelijks beschikbaar. Zoalsblijkt uit een search van de literatuur, die wij in 2005 voor hetonderhavige onderzoek uitvoerden, geldt dit tot op de dag vanvandaag. In Nederland, zowel als in andere westerse migratie-landen, is nauwelijks aandacht geschonken aan de lespraktijkendie in de gemeenschappen van moslims zijn ontstaan.De navolgende paragrafen geven de bevindingen weer uit ouderonderzoek van Pels (1987a, 1987b, 1991). Eerst wordt ingegaanop het (Koran)onderwijs in Marokko, dat een belangrijke

Page 10: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

10

inspiratiebron vormt bij de inrichting van het onderwijs vanuitMarokkaanse moskeeën in de Nederlandse migratiecontext.Vervolgens komen gegevens over dit onderwijs in Nederland aande orde. In de afsluitende paragraaf geven wij enkele auteurshet woord die zich hebben gebogen over de richting die met heteigen onderwijs zou kunnen worden ingeslagen, over mogelijk-heden van pedagogische innovatie.

2.1 Moskeescholen in Marokko

De moskeeschool in Marokko is een levende realiteit, enfungeert tegenwoordig vooral als vorm van voorschoolsonderwijs voor kleuters. Het is - zeker voor de lagere socialeklasse in de steden en op het platteland - vaak de enige vormvan voorschools onderwijs die bereikbaar is.In Marokko bestaan grofweg twee typen moskeescholen, detraditionele en de gemoderniseerde. Precieze cijfers zijn erniet, maar het lijdt geen twijfel dat de traditionele schooltjes -zeker op het platteland en in de mdina, de oude stadswijken -nog steeds zijn te vinden. Ze worden beheerd door een fqih,wiens inkomen voornamelijk bestaat uit donaties uit degemeenschap. Pels (1987a) noteerde de volgende observatiestijdens een bezoek aan een dergelijk schooltje:

Observatie in een traditionele moskeeschool (1986)Een smalle witte ruimte met matten belegd. Aan een stok uitde muur hangt een peer. Elf kinderen, jongens, in kleermakers-zit langs de muur. Zes van kleuterleeftijd, de anderen ietsouder. De laatsten hebben een houten lei. Tegenover hen defqih op een kleine verhoging, in bruine djellaba met kap. Dekinderen reciteren luid, bijna fanatiek, verzen uit de Koran.Daarbij bewegen ze hun hoofd naar voren en weer terug, in eenritme dat het geheugen ondersteunt. De fqih humt in bastonen,intussen op elke lei iets bijschrijvend met zijn van rozenhoutgesneden riet. Als het vers uitsterft, zet de fqih een volgend in,en de kinderen vallen weer bij. Een van de kleintjes gebaartfanatiek naar de anderen dat ze volume en tempo moetenhouden. Een jongen begint het nieuwe Koranvers te kopiërendat de fqih op zijn lei heeft geschreven. Ook de andere jongensschrijven op een lei, en tegelijk reciteren en memoriseren zijelk hun eigen sura’s. De kleintjes scanderen om het hardst de

Page 11: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

11

kortere sura’s, uit hun hoofd. Eentje slaat daarbij ritmisch meteen hand op de andere. Soms ook gaat er een voor, waarna deanderen hem herhalen. De fqih reciteert veelal in een hogertempo, soms bijna zingend en licht heen en weer bewegend.Om de beurt knielen de leerlingen met lei voor hem, om inhoog tempo, ritmisch heen en weer bewegend, voor hem hetnieuw gememoriseerde sura te reciteren. Intussen schrijft defqih nieuwe verzen op, zingend, reciteren de oudere jongensde verzen op hun lei, terwijl de kleintjes scanderen: een scan-deert voor, de anderen na, en soms weer samen.

Het geschetste beeld zou heel goed passen op een elementaireKoranschool van eeuwen terug. In feite vat het de observatiessamen die de eerste auteur maakte bij een bezoek aan eenmoskeeschool in een bergdorp nabij de stad Tetouan, in 1986.Het uit het hoofd leren van de Koran is in de traditionele kt:abnog steeds het belangrijkste doel. Ondergeschikt is het lerenvan het alfabet, door scanderen van de letters, en het kopiërenervan op een lei. Hetzelfde gebeurt met losse woorden, waarnabegonnen kan worden met de kortere sura’s uit de Koran. Ditalles gebeurt in het klassieke Koran-Arabisch, dat geenspreektaal is. Thuis spreken de kinderen Berbers of MarokkaansArabisch, terwijl in de media veelal een vorm van standaardArabisch wordt gebezigd. Het is wel duidelijk, dat de overgangvoor Berberkinderen het grootst is. Ook rekenen komt wel ophet programma voor, maar dat wil vaak niet meer zeggen danhet uit het hoofd leren en schrijven van de cijfers. De kinderentonen een groot ontzag voor de fqih. Nog steeds heerst eenijzeren discipline.Naast de traditionele schooltjes is een gemoderniseerde variantsterk in opkomst. In deze schooltjes zijn meer materialenbeschikbaar, zoals een schoolbord, schriften en bolpennen.Verder wordt met de kinderen gesproken over wat het betekenteen moslim te zijn, en men leert hen hygiëne, de wassingritue-len, en de eerste beginselen van het gebed van de ochtend,middag, namiddag, avond en nacht. Ook wordt aandachtbesteed aan zeden en moraal in de vorm van verhaaltjes.Thema's daarbij zijn reinheid, gehoorzaamheid, respect, hulp enliefde. Onderwijs over (de geschiedenis van) het eigen landgebeurt bijvoorbeeld door gesprekken naar aanleiding van eennationaal feest, en door liedjes. Thema's: liefde voor hetvaderland, liefde voor de koning en diens gezag, respect voor de

Page 12: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

12

nationale vlag. Aan lichamelijke vorming wordt gedaan door spelin combinatie met zang.Het rekenonderwijs bestaat er uit, dat de kinderen met behulpvan concrete objecten leren tellen van 1 tot 100. Ook wordtaandacht besteed aan de vier operaties aftrekken, optellen,vermenigvuldigen, delen. Lezen en schrijven: de leerling begintmet het schrijven van het alfabet op een lei of in een schrift, enleert het uit zijn hoofd. Vervolgens schrijft de fqih de eersteverzen uit de Fatiha, de openings-sura van de Koran, op de lei.De leerling moet de tekst natrekken, en leert aldus geleidelijkaan te lezen en schrijven. In veel kt:ab's worden boekjesgebruikt, die feitelijk bestemd zijn voor het taalonderwijs in heteerste jaar van de basisschool (Charhabil, 1982).De fqih’s in de modernere schooltjes hebben naast eenreligieuze opleiding veelal de middelbare school doorlopen. Inde moderne kt:ab zijn het memoriseren van sura’s uit de Koran,lezen, schrijven en rekenen meer nevengeschikt. De lesmetho-den zijn vaak wat kindgerichter. Zo richt het religieuzeonderricht zich minder eenzijdig op uit het hoofd leren zonderbegrip, en is het meer op het kind toegesneden, concreter. Uiteen observatieverslag van Pels (1987a):

Een voorbeeld van een moderne kt:ab (1986)Er zijn drie groepen op deze school: een van niveau 4 a 5, entwee van niveau 5 a 6.Een van de groepen 5- en 6-jarigen zit in een lang, smal lokaalwaarin dertien bankjes staan, 3 a 4 kinderen per bank. Aan demuren hangen Koranteksten, een landkaart en dierenplaten.Er staan enkele woorden op het bord. De juf neemt ze door, dekinderen herhalen ze. Dit gebeurt een paar keer. Dan krijgenenkele kinderen een beurt: ze moeten de woorden met eenliniaal aanwijzen. Een kind moet de woorden voorzeggen, deandere kinderen herhalen het.De leitjes komen tevoorschijn en de juf deelt stukjes krijt uit.Ze vraagt de kinderen enkele woorden op te schrijven, waarnaze het leitje omhoog moeten houden en juf rondloopt om hetwerk te controleren.Vervolgens wordt een liedje gezongen. De kinderen zitten metde armen over elkaar en klappen bij het refrein. Een kind huilten wordt bij de juf gestald. Nog snikkend probeert ze dapperweer mee te zingen. Er wordt een versje opgezegd ‘Ik benMoslim, mijn geloof is de islam’.

Page 13: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

13

Hierna komen enkele kinderen reciteren voor de klas. De ande-re kinderen kijken toe; velen doen binnensmonds mee. Watmeer achteraan wordt iets meer gehangen. De juf loopt met deliniaal rond, zet soms haar woorden er kracht mee bij.Weer volgen enkele liedjes.Hierna zegt de juf eerst ssst.... Als het stil is vertelt ze dat deRamadan (vastentijd) is gekomen, en wat dat inhoudt, waarnade kinderen een lied zingen 'welkom Ramadan!'Dan laat de juf een kind naar voren komen om de Fatiha tereciteren. Daarna vraagt ze een ander kind, dat luid schreeu-wend-zingend, enigszins militant, de opdracht uitvoert: hijkrijgt een compliment. Zo komen nog enkele kinderen aan debeurt. Twee kinderen zitten met de arm omhoog, het meren-deel luistert toe, een enkeling zit met het hoofd op de arm,twee (kleintjes, misschien met hun oudere zus of broer meege-komen) zijn in een gezonde slaap gevallen.

Naast deze twee zijn er overigens voor Marokkaanse kleutersnog meer schoolvarianten, die het (op Franse leest geschoeide)westerse kleuteronderwijs benaderen. Deze blijven hier verderbuiten beschouwing. Overigens ligt ook in het moderne,geseculariseerde kleuteronderwijs nog een sterke nadruk op hetleren, op de overdracht van vaststaande kennis. Expressie enspel zijn eerder gebonden dan vrij. Er ligt een sterker accent opimitatie dan op autonoom ontdekken (Pels, 1991). 'Leren aanjonge kinderen, dat is als graveren in steen', zo luidt een tekstuit een van de Hadith’s, beschrijvingen van het leven van deprofeet Mohammed, dat voor Moslims naast de Koran geldt alsbelangrijke inspiratiebron. Marokkaanse ouders van alle standenhechten er veel belang aan dat hun kinderen al jong leren. Enaangezien het kleuteronderwijs in al zijn vormen rechtstreeksfinancieel door hen gedragen wordt, zal aan hun wensen nietlicht voorbij worden gegaan.Men hecht dus doorgaans grote waarde aan het 'graveren' vanhet kind op de leeftijd waarop het het meest ontvankelijk is.Toch doen zich ook ontwikkelingen voor die wijzen op een zichgeleidelijk veranderende visie op de pedagogische benaderingvan het kind. Zo werden al in 1982, aan het slot van de 4eWereldconferentie over Moslim Onderwijs, aanbevelingengeformuleerd over in de diverse onderwijsniveaus te hanterenmethoden. Over het basisonderwijs:‘In plaats van dogmatisch islamitische regels en voorschriftenaan kinderen op te leggen, moet het onderwijs ze die funda-

Page 14: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

14

mentele levenswaarden aanreiken die ze op hun leeftijd kunnenbegrijpen; het moet ze bewust maken van hun relatie met deMoslimgemeenschap, en van de schoonheid, het mysterie enwonder van de schepping en van de grootheid en wijsheid vanAllah. Onderwijzers moeten rekening houden met de mentaleontwikkeling van kinderen, van concrete perceptie in de vroegejaren tot formeel abstract denken in de latere. De islam enislamitische waarden moeten daarom eerst aangeboden wordendoor middel van spelletjes, puzzels en verhaaltjes en concretebeelden, en dan geleidelijk door vertellingen en de presentatievan meer omvattende denkbeelden’ (Ashraf, 1985, 131; vert.tp). De nieuwe ontwikkelingen vinden we weerspiegeld in eenzich wijzigend beleid van de Marokkaanse overheid, die eenverschuiving van leren door memoriseren naar voorbereiden(dleren) voorstaat, zonder overigens de godsdienstige context teverlaten.

2.2 Moskeescholen in Nederland

Welke onderwijswensen leven onder Marokkaanse ouders inNederland?Volgens de verschillende opvoedingsonderzoeken die de laatstejaren zijn uitgevoerd, twijfelen weinig ouders aan het belangvan deelname van de kinderen aan het reguliere onderwijs.Maar daarnaast hecht men er ook sterk aan, dat de kinderennaast het Nederlands het Arabisch mondeling en schriftelijkleren beheersen (Pels, 1991, 1998, 2005). Dit geldt net zo goedMarokkaans Arabisch sprekende als Berbers sprekende kinderen.Veel ouders zien daarom uit naar aanvullend onderwijs voor hunkinderen, waarbij nog komt, dat zij zich dikwijls grote zorgenmaken om hun religieuze en morele vorming. Enkele ouders aanhet woord:

‘(Hij gaat) alleen op vrije dagen, woensdag, zaterdag, zondag.Is dat te zwaar voor hem, ik kan er ook niets aan doen. Andersblijft hij op z'n 19e gewoon een Hollander. Dan weet hij inMarokko in de Moskee niet wat zeggen en doen’. Een moederspeelde, toen er nog geen Marokkaanse school in de buurt was,met de gedachte haar zoontje in Marokko op school te doen‘vanwege de cultuur en de taal. Op school wordt ook geleerdhoe je moet bidden. Er wordt verteld wie je bent en wat voor

Page 15: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

15

geloof je hebt’. En nog een moeder: ‘Nu is goed: 4 keer (perweek) naar andere school; ik heb beetje rust....ik denk altijdhij leert alleen maar Nederlands. Wij zijn muslim; hij moetbeetje weten van ons geloof, beetje weten brief schrijven...’(Pels, 1987b).

Meer dan de helft van de ouders in Pels (1991) heeft aanvullendonderwijs voor hun kinderen gezocht. Dit geldt voor een noggroter aandeel van de Marokkaanse moeders en vaders in delatere onderzoeken van 1998 en 2005.In een beleidsadvies over religieuze voorzieningen voor etnischegroepen in Nederland uit het begin van de jaren tachtig valt telezen, dat het godsdienstonderwijs onder Marokkaanse enTurkse kinderen voornamelijk plaats vindt ‘in de vorm vanKoranonderricht in en om de gebedsruimten en in de daarvoorter beschikking gestelde leslokalen. Het onderricht beperkt zichtot het in groepsverband uit het hoofd leren van Korantekstenonder leiding van een leraar. Dat kan de imam of hodja zijnmaar ook ieder ander die in staat is de Koran te lezen enbepaalde gedeelten uit het hoofd te reciteren’. De onderwijs-methode zou veelal geënt zijn op wat gangbaar is in hettraditionele Koranonderwijs in Marokko (het 'rapport Waarden-burg', 1983).Aan het eind van de jaren tachtig lijkt een ommekeer in zicht.Zoals blijkt uit het onderzoek van Pels uit 1991 beperkt menzich in sommige moskeeën niet tot Koranlessen, maar wordt ookaandacht besteed aan de eigen taal en cultuur, opvoeding engedrag. Dit onderwijs vertoont meer overeenkomst met dat inde gemoderniseerde kt:abs in Marokko: andere vakken zijn meernevengeschikt aan het Koranonderricht, en de pedagogie is watmeer kindgericht. Naast de moskeeverenigingen richten ookandere zelforganisaties zich op educatie, waarbij het accentrelatief wat meer ligt op eigen taal en cultuur dan op gods-dienst.De lessen worden, aldus Pels (1991) in het algemeen gegeven opzaterdag, zondag en woensdag, en nog een of twee andereweekdagen; het totaal aantal lesuren ligt tussen de tien envijftien. Het onderwijs geschiedt meestal door vrijwilligers. Zijhebben vaak geen specifieke onderwijsdiploma's, maar kennisvan de Koran en een goede beheersing van het Arabisch zijn welvereist, en men moet gerespecteerd worden binnen degemeenschap. In het minder traditionele onderwijs wordtgebruik gemaakt van voor kinderen aangepaste (Koran-)boekjes,

Page 16: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

16

zoals men die ook in Marokko kent. Dat wil zeggen, als men alkan beschikken over materialen. De financiële situatie laat datnamelijk niet altijd toe. Aan het kopen of huren, aankleden enonderhouden van lesruimten zijn immers al hoge lastenverbonden, die voor een belangrijk deel door de eigengemeenschap moeten worden gedragen. Het contrast dathiermee bestaat in materiële rijkdom tussen het reguliereonderwijs en dat in de moskee (of andere verenigingen) wordtals schrijnend ervaren, want ‘de kinderen kunnen zo eenverkeerd beeld krijgen, van armoedig gepropt in de Moskee. Alsje daar niets aan zou doen zouden ze zich in de minderheidvoelen en ontwikkelt zich iets negatiefs’, aldus het bestuurslidvan een moskee dat Pels eind jaren tachtig sprak. Oververschillen met het Nederlandse onderwijs: ‘Wij kijken naartekorten bij het kind, bijvoorbeeld rekenen hoeven we niet tedoen. Wij praten bijvoorbeeld met de kinderen over integratie,hoe ze zich moeten aanpassen aan de maatschappij. Bijvoor-beeld hoe ze moeten lopen, dat ze auto's niet moeten krassen,mensen respecteren, niet stelen. Wij wachten niet tot ze 16worden, maar doen het vanaf het begin. Met een aantalMarokkaanse jongeren is het fout gegaan; daar kan je nu weinigmeer aan doen. Wel hebben wij de situatie bestudeerd, en wegaan proberen het te voorkomen. Wij hebben geconstateerd dathet helpt, dat ze anders gaan doen. We praten met de kinderenover hun toekomst, bijvoorbeeld dat ze kunnen studeren tot 35jaar, zodat ze weten waar ze mee bezig zijn’. Dat er eenstrakkere discipline is, en het accent sterk ligt op leren, ook bijkleuters, hangt samen met de hoeveelheid beschikbare tijd (10uur/week): ‘als ik 8 uur/dag heb kan ik ook wat soepeler zijn.’

Observaties in een moskeeschool in Amsterdam (1986)Op een van de Marokkaanse scholen in Amsterdam bracht Pels(1987b) een zaterdagochtend door in een klas voor beginners: 8meisjes, die aan een kant van het lokaal bijeenzaten, en 24jongens, in de leeftijd van zo'n 5 tot 8 jaar.De school ging om 9.00u. open.9.30u. wordt begonnen met het gezamenlijk reciteren vansura's uit de Koran. Hierna laat de leraar de kinderen, ook dekleintjes, om de beurt hardop uit hun Koranboekje voorlezen.Vervolgens draait hij een bandje af, waarop een voorzangerenkele sura's zingt. Het bandje wordt teruggespoeld, en deleraar laat de kinderen meedoen. Zij volgen daarbij met devinger de tekst in hun boekje. Niet alle kinderen gaat dit al

Page 17: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

17

even gemakkelijk af; sommigen raken het spoor bijster. Bijbekende sura's verheft ieder zijn/haar stem.Om 10.10u. zingt de leraar een strofe voor; de kinderen moe-ten hem zo mooi mogelijk nadoen, waarna afzonderlijke kinde-ren een beurt krijgen. Ten slotte worden nog gezamenlijkenkele sura's gelezen.Van 10.20u. tot 10.30u. worden, ter ontspanning, enkele kin-derliedjes gezongen. Het refrein staat op het bord. De kinderenzingen met kennelijk plezier met de band mee.Dan volgt taalles. De leraar controleert het huiswerk van dekinderen: zij hebben enkele zinnen uitgeschreven in hun schrift(de kinderen krijgen steeds wat huiswerk en enkele sura's om tememoriseren, ‘zodat ze de uitspraak goed leren’).Wie zijn/haar werk niet heeft gemaakt, moet de hand uitste-ken met de palm naar boven, en krijgt er een tik op met eenmeetlat.Voor de leesles houdt de leraar een boek omhoog met tekstenen illustraties. Hij wijst telkens op een plaatje en herhaaltenkele malen de bijbehorende zin, waarna enkele kinderendeze zin exact moeten nazeggen. Daarna schrijft hij een regelop het bord en krijgen enkele kinderen opleesbeurt. Hij schrijfteen woord op en vraagt welke letter ontbreekt. In bijna de heleklas gaan de vingers stijf omhoog ‘usted, usted!’ (meester). Zogaat het nog even door.10.50u. volgt schrijfles.De kinderen moeten de lettercombinatie 'za' opschrijven. Allekinderen opgelet.., 'za!', klaar...af! (klap met lat op tafel). Allekinderen buigen zich snel over hun leitje en schrijven. Volgteen 2e klap met de lat. Alle leien omhoog! De leraar loopt langsde tafels, de schrijfsels controlerend. De jongen naast me heefthet fout, hij krijgt een klap op de arm. Volgt eenzelfde proce-dure m.b.t. 'zy'.11.00u. Pauze.11.30u. De kinderen moeten de 'z' alleen, en in combinatiesmet andere letters en in verschillende posities, naschrijven uithun boekje. De leraar gaat langs de tafel, hier en daar com-mentaar gevend of helpend. Het gedrag van een van de jongensbevalt hem niet want hij zegt bars ‘zit!, steek je hand uit!’ Enklap! gaat het weer met de lat. De jongen incasseert zijn strafuitdrukkingsloos.De meeste kinderen zijn zichtbaar geen beginners wat betreftschrijven, sommigen wel. Als de meesten klaar zijn gaat A bijieder langs, controleert, geeft een cijfer, zet zijn paraaf.

Page 18: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

18

Intussen kleppen de kinderen hier en daar wat met elkaar, enrotzooien een beetje. De kinderen praten onderling meestal inhet Nederlands.11.45u. Nadat de schrijfspullen zijn opgeruimd draait de leraareen liedje Marokkaanse stijl. Enkele kinderen kijken lachendnaar me om, kennelijk nieuwsgierig naar mijn reactie. De tekstwordt op het bord geschreven, waarna het liedje nog eenaantal keren wordt meegezongen.Om 12.00u. volgt conversatieles. De leraar zet een dialoogtekstop het bord, die de kinderen eerst om de beurt moeten ople-zen. Hier en daar beginnen kinderen wat te knipperen met deogen, er wordt gegaapt. Ze worden wat hangeriger. Vooral alskinderen een zin hard schreeuwen oogsten ze een compliment.Twee jongens worden voor de klas gehaald. Zij mogen de dia-loog opzeggen, uit het hoofd. Als ze klaar zijn, soms een handjegeholpen, dienen zich enthousiast nieuwe gegadigden aan‘usted, usted!’ Twee meisjes komen voor het bord, nadat eenvan hen op aanwijzing van de leraar haar hoofddoekje heeftverschikt (zodat het haar beter bedekt is). Vervolgens draait hijhet bord weg, en het volgende paar, twee hele kleintjes, doetmet wat hulp de dialoog uit het hoofd. En met een "schudtelkaar de hand", mogen ze onder algemene vertedering weergaan zitten.Om 12.30u. verlaten alle kinderen de lokalen om te gaan bid-den in de nabij gelegen Moskee.

2.3 Pedagogische innovatie

Intussen vinden overal in den lande lesactiviteiten vanuitmoskeeën plaats, waarbij meestal het zicht ontbreekt op dekwaliteit in pedagogisch-didactisch en inhoudelijk opzicht. Uitde schaarse beschikbare gegevens valt op te maken dat zich eenzekere modernisering van het onderwijs voordoet, zoals dat ookin Marokko het geval is. Anderzijds duiden de gegevens er opdat, althans eind jaren tachtig, vooralsnog sprake was vaneenrichtingsverkeer tussen de leskracht en leerlingen, vanautoritaire verhoudingen en een nadruk op memoriseren endiscipline, waarbij ook de toepassing van fysieke straf niet werdgeschuwd. Inhoudelijk stonden taallessen, religieuze en morelevorming centraal. Marokkaanse kinderen krijgen hiermee, naast

Page 19: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

19

de druk van extra uren school, tegelijkertijd met tweeuiteenlopende schoolsystemen te maken.Nationaal en internationaal wordt vanuit moslimkringen meer enmeer aangedrongen op pedagogische innovatie van het moskeeonderwijs, wil de moskee de ouders en kinderen van nu bijstaanin het vinden van hun weg (als moslim) in de migratiecontext.Vooral in Amerika zijn ook al enkele organisaties hiertoe actief(Tauhidi, 2001; Soundvision.com, 2005). Tariq Ramadan toontzich een van de felste pleitbezorgers van een dergelijkevernieuwing. In zijn recente boek Westerse moslims en detoekomst van de islam (2005) stelt hij, dat het vaak om eengesloten wereld gaat, een parallelle werkelijkheid die weinig temaken heeft met de maatschappij er omheen. Het doorgevenvan religieuze kennis en waarden in een ‘kunstmatige ruimte’volstaat volgens hem niet om persoonlijkheden te kweken diezich in het echte leven staande kunnen houden. Kinderenmoeten juist midden in hun samenleving staan en daarinbegeleid worden. Als middelen daartoe noemt hij onder meerhet aangaan van banden met het reguliere onderwijs, hetbetrekken van ouders en de tijd nemen om naar jongeren teluisteren.Zoals ook Tauhidi (2001) en Khan et al. (2005) stellen, slaagt de‘traditionele’ islamitische educatie er niet in moslimjongeren dekritische vaardigheden bij te brengen die nodig zijn om demoeilijke morele en sociale dilemma’s het hoofd te biedenwaarmee zij in aanraking komen. Van herhaling van vaststaandelesstof en ‘lecturing’ zou het accent verschoven moeten wordennaar een meer open en interactieve vorm van onderwijs. Metaandacht voor de geschiedenis van de islam in Europa, discussiesover de islam en over kwesties die spelen in het dagelijks levenvan de leerlingen, zouden leerkrachten beter aansluiten bij debehoeften van Europese moslimjongeren in deze tijd. Halstead(2004) betoogt dat interactieve methoden van onderricht goedverenigbaar zijn met ‘traditionele’ praktijken van islamitischonderwijs. Dit onderwijs is van oudsher geworteld in degemeenschap die het dient en biedt antwoord op de noden enaspiraties die daarin leven.

Na deze rondgang in de literatuur komt in de volgende tweehoofdstukken de lespraktijk aan de orde die wij aantroffen inmoskee Al Wahda. Hoofdstuk 3 gaat in op de doelen die debetrokkenen met het onderwijs voor ogen hebben en op debeschikbare middelen in termen van menskracht, programma en

Page 20: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

20

materialen. In hoofdstuk 4 zoemen wij in op de pedagogischepraktijk, waarbij wij terugkomen op de pedagogische criteriadie leidend zouden kunnen zijn bij de vernieuwing van demoskeelessen.

Page 21: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

21

Verwey-

Jonker

Instituut

3 De lessen in de moskee: doelen enmiddelen

Moskee Al Wahda is een autonome moskee, dat wil zeggen datde moskee niet is aangesloten bij de Unie van MarokkaanseMoslim Organisaties (UMMON), die een belangrijk deel van deMarokkaanse moskeeën onder zich verenigt (Canatan et al.,2003).De moskee is gevestigd in Rotterdam Zuid, in een pand datvoorheen in gebruik was als basisschool. Het pand telt eengrotere en kleinere gebedsruimte, een kleine winkel en drieklaslokalen. Eén van deze lokalen ligt op de begane grond, naastde gebedsruimte voor mannen, en is in gebruik voor de meertraditionele Koranlessen. De twee andere leslokalen bevindenzich op de eerste verdieping naast de gebedsruimte voorvrouwen. Deze twee lokalen worden hoofdzakelijk gebruikt voorde lessen die in dit onderzoek centraal staan: de Arabischelessen voor zes- tot dertienjarige kinderen. Voor de lesactivitei-ten zijn in totaal vijf groepen samengesteld. Drie groepen vanniveau 1, een groep van niveau 2 en een groep van niveau 3. Hettotale aantal leerlingen dat deze lesactiviteiten bezoekt ligtrond de honderd. De aanmeldingen zijn vrijwillig, maar er zijnwel enkele voorwaarden aan verbonden. Eenmaal aangemeldwordt verwacht dat kinderen regelmatig komen en bij hunafwezigheid wordt contact opgenomen met de ouders. Delesactiviteiten vinden plaats op zaterdag en zondag, ‘s ochtendsen ‘s middags, gedurende twee uur (waarvan een kwartierpauze) . De meeste leerlingen volgen twee dagdelen les perweekend. Er wordt per klas aan maximaal 23 leerlingen

Page 22: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

22

lesgegeven door één leerkracht. De leeftijd van de leerlingenvarieert van zes tot en met dertien jaar.

In deze paragraaf staan de doelen die de moskee met de lessenwil bereiken centraal, evenals de middelen die men daartoehanteert: de leskrachten en eisen die men aan hen stelt, hetprogramma en de gebruikte materialen. Eerst gaan wij kort inop de veranderingen in de organisatie van de lespraktijk diemedio 2005 in moskee Al Wahda in gang zijn gezet, en op dehuidige stand van zaken.

3.1 De organisatie van het onderwijs

Moskee Al Wahda organiseert twee typen lesactiviteiten voorkinderen: de meer traditionele Koranlessen en de Arabischelessen die op modernere leest zijn geschoeid. De Koranlessenvallen onder de verantwoordelijkheid van het moskeebestuur,terwijl de verantwoordelijkheid voor de Arabische lessengedelegeerd is aan een Onderwijscommissie. Het is dezecommissie die – na ruggespraak met het bestuur - het besluitheeft genomen om de lespraktijk aan het door de gemeenteRotterdam geïnitieerde onderzoek te laten onderwerpen. DeKoranlessen vallen dan ook buiten het onderzoek. Het ligtoverigens wel in de bedoeling om in de nabije toekomst meereenheid in het moskeeonderwijs aan te brengen, en hetKoranonderricht op te nemen in de Arabische lessen. Dit vanuitde opvatting dat kinderen moeten begrijpen wat ze leren, inplaats van alleen maar reciteren.De Onderwijscommissie bestaat momenteel uit drie leden. Eénvan hen fungeert als beheerder die tijdens de lessen defacilitaire verantwoordelijkheid draagt. De andere twee zijnverantwoordelijk voor de inhoud en organisatie van delesactiviteiten. Eén van hen houdt zich voornamelijk bezig metde inhoudelijke kant, terwijl de ander voorzitter is en definanciën beheert. Beiden onderhouden contact met de oudersen spelen een rol bij het toezicht op de leerlingen. De leden vande commissie zijn elk weekend aanwezig om zorg te dragen vooreen goed en ordelijk verloop van de lessen. De naast de lokalengelegen gebedsruimte voor vrouwen wordt door hen gebruikt omde gang van zaken te bespreken en - indien - nodig om kinderendie de klas uitgestuurd worden, op te vangen.

Page 23: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

23

De Onderwijscommissie is op initiatief van de ouders van deleerlingen in 2005 geheel in samenstelling vernieuwd. De oudersmaakten zich zorgen over de kwaliteit van het gebodenonderwijs. Zij vonden vooral dat de kinderen niet genoegleerden. Zoals een van de vaders zegt: ‘Iedereen gaf gewoon lesop zijn eigen manier. Er was geen structuur. Nu hebben ze eenplanning voor de toekomstige jaren.’ De nieuwe commissieheeft afspraken gemaakt met de ouders over de verantwoorde-lijkheden van beide partijen, commissie én ouders. Dezeafspraken zijn schriftelijk vastgelegd (zie Bijlage I). In septem-ber 2005 heeft de commissie in samenwerking met de leerkrach-ten een lesprogramma opgesteld voor het schooljaar 2005/2006.Dit lesprogramma zal na een jaar samen met de leerkrachtenworden geëvalueerd en waar nodig aangepast.

3.2 Doelen van de Arabische lessen

Onder de noemer van ‘Arabische les’ valt zowel taalles als‘islamitische educatie’. Met de lessen wordt, aldus de leden vande Onderwijscommissie, beoogd de kinderen hun (Marokkaanse)cultuur en identiteit te laten kennen. De Arabische taal hoortdaar onverbrekelijk bij. Veel ouders hebben een Berberachter-grond en willen graag dat hun kinderen deze taal leren. Dat devaders hieraan hechten, kwam duidelijk naar voren in hetgroepsgesprek.

Vader 1: ‘Om de eigen taal te leren. Als ze op vakantie gaankennen ze anders geen Arabisch. En een beetje opvoeding.Arabisch en islamitische opvoeding.’Vader 2: ‘Arabische taal is heel belangrijk, want tijdens devakantieperiode gaan ze vaak naar plekken waar geen Berbersgesproken wordt. In Marokko spreekt grootste gedeelte Ara-bisch. Thuis spreken ze in het algemeen Berbers en daaromleren ze hier Arabisch, zodat ze zich geen vreemde in hun eigenland voelen. Nou… eigen land; ze zijn natuurlijk in Nederlandgeboren, maar de communicatie daar met landgenoten tijdensde vakantie is belangrijk. Ik heb een keer meegemaakt dat mijnkind in Tanger een broodje moest halen en dat hij mij riep:“Papa kom hier ik wil een broodje kopen, hoe doe je dat?”’Daarom willen we hier in de moskee een kleine bijdrage leve-ren, zodat ze in ieder geval standaard (basiskennis) iets kunnen

Page 24: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

24

zeggen, iets kunnen begrijpen en iets doen tijdens de vakantie.Als je tweetalig bent dan is het voor het kind ook leuk om inMarokko te zijn. Misschien dat ze later, als ze iets ouder zijn,dat ze daar (Marokko) iets kunnen beginnen of dat ze teruggaan. Dat ze ook wat weten van hun Arabische achtergrond, datze weten waar hun ouders vandaan komen. Dat is heel belang-rijk.’

De motieven die de kinderen in het groepsgesprek noemen omnaar de moskeelessen te gaan, weerspiegelen die van de vaders.

Bilal: Om wat te leren over ons geloof. Wat we moeten doen enhoe het gaat.Yousra: Onze ouders hebben ons hier gestuurd om Arabisch tekennen. Om te leren lezen en schrijven.TP: Kom je hier naartoe omdat het van je ouders moet of wil jehet zelf?Yousra: Ik vind het eigenlijk ook wel leuk. Ik ben nu in Neder-land, maar als ik straks op vakantie ben in Marokko is het leukom daar ook te kunnen lezen wat er staat.

Zoals gezegd waren de ouders ontevreden over de vorderingenvan hun kinderen. Wat betreft de lessen Arabische taal wordter, aldus de leden van de Onderwijscommissie, naar gestreefdhogere niveaus te bereiken dan tot op heden het geval is. Dekinderen moeten idealiter het niveau van de eerste klasvoortgezet onderwijs halen, maar weinigen slagen daar in.Volgens leerkracht Rafik moeten de verwachtingen dan ook niette hoog gespannen zijn.Naast taalles, waar duidelijk de prioriteit ligt, staan leren overhet geloof en islamitische opvoeding op het programma. Deelsgaat het om kennis van de islam en van culturele gebruiken,waarbij het accent niet alleen op feiten ligt, maar zeker ook opachterliggende bedoelingen. Zo vertelt leerkracht Badr datkinderen vaak wel de nationale feestdagen kennen, maar nietweten wat er gevierd wordt. ‘Ik probeer de bedoeling van diefeesten uit te leggen.’Daarnaast vindt Badr het belangrijk aandacht te besteden aanhet gedrag van de kinderen, aan hoe een moslim zich moetgedragen. ‘Het gedrag wordt vanuit islamitische principesgestimuleerd’, zo beamen de leden van de Onderwijscommissie:wat halal u haram is, normen en waarden, respect. Het gaat omgedrag dat ‘saamhorig leven in een gemeenschap bevordert’.’

Page 25: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

25

Ook de vaders onderstrepen het belang van aandacht voor demorele ontwikkeling van hun kinderen. Zij zien de moskeehierbij als een medestander in de opvoeding, die ook voorziet ineen noodzakelijke aanvulling op wat het reguliere onderwijsbiedt.

Vader 3: ‘…dan leren ze op de Nederlandse basisscholen overdemocratische landen maar ze begrijpen het dan verkeerd: jemag dit doen en dat doen. Hier bij Arabische les leren ze hoeom te kunnen gaan met mensen, hoe een samenleving in standgehouden kan worden. Dat ze weten wat respect is. (…)’Vader 2: ‘Normen en waarden. Op onze manier en op de Ne-derlandse manier. We moeten op gelijk niveau komen. Een kindmoet op school z’n best doen en hier (op de moskee) ook. Danvoorkomen we problemen. Hier krijgen de kinderen ook opvoe-ding. Wat mag niet wat mag wel.’

Terwijl de vaders het accent leggen op betamelijk gedrag, gaande leden van de Onderwijscommissie en leerkracht Rafik nogeen stapje verder. Zij menen dat de educatie in de moskee ookgericht moet zijn op het aansluiten bij de verschillendewerelden waarin de kinderen leven en op hun integratie in dewijdere maatschappij.

Leerkracht Rafik: ‘We hebben morgen een les met als thema‘buren’. Sommige mensen zeggen dat je alleen moslimburenmoet respecteren. Hier heb je moslimburen, christelijke buren,katholieken enzo. De islam zegt echter dat je iedereen moetrespecteren. De profeet (vrede zij met hem) had een joodsebuurman en daar zorgde hij ook goed voor. Dat je je burenmoet respecteren en helpen. Dat soort ideeën en regels moetenkinderen onthouden. Dat ze ook met Kerst prettige feestdagenwensen. Je gaat jezelf meer respecteren als je de ander ookrespecteert. (…) In mijn lessen benadruk ik integratie heelsterk. Ik zeg tegen de kinderen dat ze zich niet moeten isolerenvan de maatschappij. Dat de moskee een open plek is vooriedereen. Men zou actief moeten participeren in de maat-schappij. (…)We willen een basis (Arabisch en islam) meegeven. Belangrijk isook dat ze hierdoor een beetje hun cultuur kunnen begrijpenen ook hoe dat inpast in de huidige maatschappij waar zo’nkind deel van uitmaakt. Hopelijk kan zo’n kind dan volledig inde samenleving participeren zonder dat zijn/haar geloof een

Page 26: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

26

obstakel hoeft te vormen. (…)Kennis van islam is ook belangrijkom deze kennis toe te passen in de maatschappij. Men is eenEuropeaan en moet niet de islam aannemen zoals dat in hetland van herkomst of Saudi-Arabië wordt toegepast. Nederlandis hun land en zij moeten hun geloof inpassen in de maatschap-pij. Dat recht van vrijheid van godsdienst heeft iedereen hier.’

De voorzitter van de Onderwijscommissie vat de brugfunctie vanhet moskeeonderwijs aldus samen: het gaat er om dat dekinderen hun roots als Marokkaan niet kwijtraken, of ze nouBerber, joods, christelijk of Arabisch zijn. En met die rootsmoeten de kinderen een plek in de Nederlandse samenlevingvinden, vanuit een positieve houding. Bij de brugfunctie hoortook oog hebben voor de bredere leefwereld van de kinderen.Maatschappelijke kwesties en eventuele vragen van kinderendaarover moeten niet gemeden worden, zo menen beide ledenvan de Onderwijscommissie. Door daar op in te gaan, bied jekinderen ruimte om breder te kijken en niet zomaar iets over tenemen, maar zelf te leren nadenken.Hoe en in welke mate het leven buiten de moskee in de lessenaan de orde komt en op welke wijze de interactie met deleerlingen handen en voeten krijgt in de praktijk, bespreken wenader in hoofdstuk 4.

3.3 Eisen aan de leskrachten en kwaliteitsverbetering

De leskrachten zijn vrijwilligers, die voor hun inzet slechts eenminimale vergoeding ontvangen van 75 euro (onkostenvergoe-ding) per groep; de beheerder krijgt per kind één euro alsvergoeding. De leden van de Onderwijscommissie krijgen geenvergoeding. Bevoegde leerkrachten zijn daarom moeilijk voorhet moskeeonderwijs te vinden. Wel gelden enkele minimumei-sen wat het opleidingsniveau betreft: het (Marokkaanse)Lyceum, vergelijkbaar met 5 vwo, moet zijn afgerond. Eenonderwijskundige achtergrond heeft de voorkeur, maar is geenstrikt vereiste. Onderwijskundige competentie, les kunnengeven, is wel van belang. Ook op ervaring wordt gelet. DeOnderwijscommissie is bijvoorbeeld nu voor de groep kinderenvan 4 - 6 in gesprek met iemand die in Marokko een crèche had.

Page 27: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

27

Ter illustratie beschrijven wij de achtergrond van de tweeleskrachten die voor dit onderzoek werden geobserveerd engeïnterviewd.

Rafik is midden dertig en geboren in Marokko. Daar heeft hijbaccalaureaat gedaan. Hij is als puber met zijn familie naarNederland geëmigreerd (1989), waar hij de eerste twee jaarNederlandse taalles heeft gevolgd. Hij zat in het bestuur van deMarokkaanse Culturele Vereniging (MCV) en heeft zeven jaargewerkt bij een bedrijf. Rafik is gestopt met werken vanwegepolsklachten. Hij studeert nu aan de Islamitische Universiteiten de Universiteit van Tilburg, vooral vanuit interesse in ‘op-voeden in de multiculturele samenleving’. In de moskee is Rafikal ongeveer vier jaar actief als vrijwilliger, aanvankelijk in hetbestuur en nu als leerkracht.

Badr begon ruim een maand geleden met lesgeven in de mos-kee en bevindt zich nog in de proeffase. Badr is eveneens inMarokko geboren. Hij heeft daar twee jaar Economie gestu-deerd. Daarvoor heeft hij op vwo-niveau (Wiskunde/Natuurkunde) de middelbare school afgerond. Hij is 3,5 jaargeleden naar Nederland gekomen om verder te studeren, Elek-trotechniek. Badr heeft in Marokko op de ‘voorschool’ lesgege-ven aan kinderen in de leeftijd van vier tot vijf jaar. De kinde-ren krijgen daar drie dagen in de week van 10u. tot 13u. (Ara-bische) taalles. Badr heeft dit in totaal anderhalf jaar vrijwilliggedaan. In de nabije toekomst gaat hij ook bijles (wiskunde)geven in de moskee aan jongeren in het voortgezet onderwijs.

Bij een nieuwe leerkracht woont het inhoudelijke lid van deOnderwijscommissie een aantal lessen bij. Dit doet hij zowel omde nieuweling te voorzien van feedback en ondersteuning bij hetlesgeven, als om diens functioneren te kunnen beoordelen. Bijde beoordeling van kandidaat-leskrachten hanteert de commis-sie desgevraagd de volgende criteria. De leerkracht moet:• zowel de Nederlandse, Arabische taal en Tamazight (pre)

beheersen;• goed om kunnen gaan met de kinderen; gevoel voor humor

hebben en geen streng figuur zijn;• goed om kunnen gaan met de ouders;• kunnen samenwerken met andere collega’s;• bereid zijn om meer te doen dan twee uurtjes les, zoals

lesvoorbereiding (bijvoorbeeld het lesmateriaal aanvullen

Page 28: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

28

vanwege differentiatie) of deelname aan niet lesgebondenactiviteiten (bijvoorbeeld uitstapjes).

In de afsprakenlijst (Bijlage I) staan ook nog ‘flexibiliteit’ en‘geen discriminerende standpunten’ als criteria vermeld.Leerkracht Rafik, de meest ervaren leerkracht die de moskeerijk is, noemt nog als aanvullende criteria affiniteit met hetonderwijs, een goed voorbeeld zijn (acceptabel gedragvertonen) en vooral ook kennis hebben van de maatschappelijkecontext, opdat ‘dingen die het kind van buiten meeneemt’besproken kunnen worden.

Leerkracht Rafik: ‘Hij moet kennis hebben van onderwerpenwaar kinderen mee te maken hebben. Afhouden van drugs,goed doen op school, tijd nuttig besteden. Niet hangen opstraat. Niet omgaan met verkeerde vrienden, maar vrienden-kring zorgvuldig uitkiezen. Maakt dan niet uit of het Surina-mers, Nederlanders enzo zijn, want je leeft nu eenmaal in eenmulticulturele maatschappij. (…) Een kind leeft in een eigenkleine wereld in een veel grotere wereld en de invloed daarvanis groot. Jij bent niet de enige die zo’n kind opvoedt. De me-dia, de straat, vrienden die hebben allemaal invloed. Wil jezo’n kind op laten groeien als een goede burger in de samenle-ving dan moet je negatieve dingen die zo’n kind van buitenmeeneemt kunnen bespreken met hem. Vragen waarom hij datdoet en uitleggen wat er verkeerd aan is. Onze cultuur heeftook dingen die niet goed zijn en van de Nederlandse cultuurkun je ook heel veel opsteken.’ FL: ‘Kun je voorbeelden noe-men?’ Rafik: ‘Punctualiteit. Op tijd komen en de aandacht dieze kinderen geven. Dat is het mooie van een democratischland, dat je goeie dingen van elkaar kunt opsteken.’

De leerkrachten hebben een proefperiode van één lesjaar. Alsdan blijkt dat hij/zij niet geschikt is, wordt gezocht naar eenandere kandidaat.Met de zittende leerkrachten wordt momenteel gewerkt aanverbetering van de kwaliteit van hun lessen. Zo werkt decommissie met een jaarplanning van in het onderwijs te behalendoelen. Verder zijn er richtlijnen voor de leerkrachtenopgesteld. ‘Eén zo’n richtlijn’, aldus leerkracht Rafik, ‘is datonze manier van lesgeven heel open moet zijn. We moetenkennismaken met allerlei instanties in de buurt, inclusief degemeente. Slaan is verboden. Er zijn afspraken gemaakt met deouders. Leerkrachten moeten ook contact opnemen met de

Page 29: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

29

ouders en helpen als er problemen zijn met het kind. Dit zijneen beetje de grote richtlijnen, maar hierbinnen is de leraarverantwoordelijk voor zijn manier van lesgeven. Soms komt erook iemand van de Commissie ondersteuning bieden bij moeilijklerende kinderen en kinderen die achterlopen. Dan begeleidenzij zo’n kind door het apart te nemen of extra werk mee tegeven’. Ook de omgang met lastige kinderen vormt een punt vanaandacht, zo vertellen de leden van de Onderwijscommissie.Voorheen was het gebruikelijk om kinderen die de ordeverstoorden vrijwel direct naar de Onderwijscommissie te sturenom de overlast in de klas zoveel mogelijk te beperken. In detoekomst zullen de leerkrachten de lastige kinderen eerst zelfmoeten proberen aan te pakken, ‘anders laat je je onmacht in deklas zien’. Hiertoe wil de commissie de leerkrachten trainen inklassenmanagement. Verder is het belangrijk dat de leerkrachtenop de hoogte zijn van de didactiek op de reguliere basisschool,om de continuïteit voor de kinderen te waarborgen. Het isbelangrijk om de kloof te dichten, bijvoorbeeld door te vragen‘doe je dat ook bij de juf?’, aldus de inhoudelijke deskundigevan de Onderwijscommissie. ‘Als een kind met jas aan in de klaszit vraag ik of hij dat ook op de basisschool doet. De plek isanders maar we streven dezelfde regels na. Voorheen was ditanders in de moskee. De kloof tussen de didactiek op debasisschool en de moskee was veel groter. Er waren ook geenregels voor te laat komen en absentie. Die losheid over te laatkomen en zo daar willen we verbetering in aanbrengen.’ Nu zijner daarover ook duidelijke afspraken met de ouders.

3.4 Programma

In september 2005 is een lesprogramma opgesteld voor hetschooljaar 2005/2006. Dit lesprogramma wordt na een jaargeëvalueerd en zonodig aangepast. Het jaarprogramma isopgedeeld in perioden van drie weken. In elke lesperiode staateen bepaald thema centraal. Rond dit thema worden de leerstofen vaardigheden geformuleerd. De vaardigheden zijn onderver-deeld in luisteren, praten, lezen en schrijven. Het laatste wordtgetoetst met een dictee.Er zijn in totaal vier niveaus van kennis en vaardigheidonderscheiden. Overigens bereiken de leerlingen zelden hetvierde niveau. In de eerste twee niveaus wordt geoefend met

Page 30: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

30

letters, woordjes en korte zinnen. De letters worden niet inalfabetische volgorde aangeboden, maar in lettercombinatieswaar woordjes van gemaakt kunnen worden (bijvoorbeeld deletters m, k, b voor het woordje ‘mektab’=bureau). Oplesniveau 3 en 4 leren de kinderen langere zinnen te lezen enschrijven. Op dat niveau wordt er ook meer dictee gegeven. Inhet lesprogramma wordt niet aangegeven welk lesmateriaalgebruikt moet worden. De lessen zijn georganiseerd rondomthema’s en de leerkrachten worden geacht zelf het bijbehoren-de (aanvullende) lesmateriaal te selecteren. De selectie van dethema’s is gebaseerd op het lesmateriaal afkomstig uit hetvoormalige OALT-onderwijs op de reguliere basisschool.Sommige thema’s komen bij verschillende lesniveaus terug,waarbij de moeilijkheidgraad varieert. Waar op niveau 1 en 2letters en woorden rondom het thema besproken worden, is ophogere niveaus sprake van langere teksten op een wat hogerabstractieniveau. De thema’s zijn: de school, de vakantie, debuurt, het gezin, de markt, het dorp, het vervoer, planten endieren, gezondheid en ziekte, hygiëne, lichaam, voeding,beroep en ambacht, jaargetijden, feestdagen, muziekinstru-menten.In het lesprogramma staat taal centraal. De lesonderdelen Koranen islamitische educatie zijn geïntegreerd in de lessenopgenomen. Zo wordt er bijvoorbeeld aandacht besteed aan despecifiek islamitische heilige maand Ramadan en de daaropvol-gende feestdagen, zoals het Suiker- en Offerfeest. Deze standvan zaken illustreert het feit dat beheersing van de Arabischetaal de prioriteit heeft, zoals in het vorige hoofdstuk naar vorenkwam.Het lesprogramma is in het Arabisch opgesteld en beschrijft perdrie weken de leerdoelen voor die periode per lesniveau. Niveau1 en 2 zijn in het lesprogramma samengevoegd. Voor niveau 3en 4 is een apart lesprogramma opgesteld, maar de inhoud vanbeide programma’s vertoont sterke overeenkomsten. Hetverschil ligt in de moeilijkheidsgraad van de gebruikte lesstof.Bijlage II bevat het jaarprogramma voor niveau 1 en 2, inclusiefvertaling in het Nederlands.Naast het beschreven programma voor de taallessen is er nogeen programma in omloop, dat eveneens op taalonderwijsgericht is. Daarin worden zes niveaus onderscheiden, beginnendbij de basisregels (lettertekens, samenvoeging) en oplopendnaar meer toegepaste grammatica. Dit programma loopt parallelaan het reguliere lesprogramma en de niveaus van de groepen.

Page 31: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

31

Het programma voor de hogere niveaus wordt gebruikt indien deleerkracht eraan toe komt met de vergevorderde leerlingen.De groepen zijn niet ingedeeld naar leeftijd van de leerlingen,maar naar hun kennis- en vaardigheidsniveau. Binnen elke groepzitten dus kinderen bij elkaar die uiteenlopen naar leeftijd maarhetzelfde lesniveau hebben. Overigens lopen de leeftijden nietheel erg uiteen, het gemiddelde verschil bedraagt ongeveer driejaar.

Ter illustratie van het lesprogramma en de opbouw ervan per lesvolgt hier een korte weergave van de twee geobserveerde lessen(in Bijlage III zijn beide lessen integraal opgenomen).

Les zondag 15 januari 2006, 10.00u-12.00u10.05u LeeslesEnkele kinderen krijgen een beurt om een stukje voor te lezenuit hun taalboek. Af en toe verbetert leerkracht Badr de uit-spraak van een klank/woord, of vraagt hij welk van de anderekinderen dat kan doen. Ook vraagt hij (klassikaal) naar debetekenis van een bepaald woord of naar de verbuiging ervan.(Het tijdens dit deel van de les aanwezige lid van de Onder-wijscommissie wijst Badr er op dat beurten niet te lang moetenduren omdat andere kinderen ook graag willen. Ook vraagt hijeen laatkomer of deze zich bij de voorzitter van de Commissiegemeld heeft.)10.17u Tekst samenvattenBadr klapt in zijn handen en vraagt wie de zojuist gelezen tekstwil samenvatten, in het Arabisch of Nederlands. Enkele kinde-ren krijgen de beurt en geven een Nederlandse samenvatting.Voor het Arabisch melden zich geen vrijwilligers. Na herhaaldverzoek wijst een meisje haar buurvrouw aan die zich slechtsna enig tegenstribbelen van deze taak kwijt.10.20u SchrijflesDe kinderen krijgen drie minuten de tijd om een tekst in hunboek te lezen. Vervolgens gaan de boeken dicht en moet dedoor Badr voorgelezen tekst opgeschreven worden. Enkelevoorbeelden van de juiste schrijfwijze (letters los van elkaar)zijn door Badr op het bord gezet. Een leerling acht dezeschrijfwijze ‘illegaal’, waarop Badr zegt dat de letters ook aanelkaar mogen. Hij schrijft enkele voorbeelden daarvan op hetbord. Terwijl de kinderen schrijven, gaat Badr in op een enkelevraag van een leerling of vraagt hij naar de betekenis van eenwoord (beide klassikaal). Als het dictee klaar is corrigeert Badr

Page 32: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

32

desgevraagd het werk van een van de leerlingen, waarna hij deanderen hun tekst zelf laat corrigeren, aan de hand van detekst in het boekje.10.40u Schrijven/vertalen/begripskennisBadr schrijft een zestal woorden op het bord. De kinderenmoeten de vertaling in het Nederlands geven en het betreffen-de woord opschrijven. Tussendoor vraagt de leerkracht naar debetekenis ervan. Hierna herhaalt zich dezelfde procedure meteen tweede reeks woorden.10.55u GrammaticalesVervolgens worden de schriften opgeruimd en gaat de klas aande slag met de werkboekjes. Wie er geen heeft krijgt kopieënvan de betreffende bladzijden.Badr laat een van de leerlingen een opdracht in het boekjevoorlezen en corrigeert haar bij een verkeerde uitspraak. Hijvraagt of de kinderen de opdracht hebben begrepen. Een kindantwoordt: ‘Je moet woorden gebruiken en daar een werk-woord van maken.’ Badr corrigeert: ‘Nee, je moet de zin vra-gend maken.’ Enkele kinderen krijgen de beurt om van eenstellende een vragende zin te maken.11.05u PauzeHet is pauze. Enkele jongens lopen de klas uit en de rest blijfteten en drinken in de klas. Badr maant enkele kinderen totrustig gedrag/zitten.11.20u Schrijven/vertalenDe kinderen moeten enkele zinnen opschrijven en vervolgensde (Nederlandse) vertaling ervan geven.11.30u KoranrecitatieDe leerkracht deelt koranboekjes uit. Achtereenvolgens krijgenalle kinderen krijgen de beurt om een vers te reciteren. Eenenkeling doet dat uit het hoofd, de meeste kinderen gebruikenhun boekjes en lezen met de vinger mee. Badr corrigeert waarnodig de uitspraak door het eerst zelf goed te reciteren en laatvervolgens het kind de uitspraak herhalen, net zolang tot dezejuist is. Hierna gaat Badr over tot klassikale voordracht. Dekeuze valt op een vers dat veel kinderen nog niet kennen.Nadat een jongen de beurt heeft gehad reciteert Badr hetgekozen vers. Daarna gebeurt dit klassikaal. Dit patroon her-haalt zich enkele malen (waarbij de leerlingen aanvankelijkdoorgaan wanneer Badr al gestopt is). Ten slotte krijgen nogenkele kinderen de beurt om individueel te reciteren. Intussenverzamelt Badr de mappen en boekjes van de lessenaars. Het

Page 33: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

33

bijna 12.00u. en de onrust neemt toe. Kinderen staan op entrekken hun jas aan.12.00u VertrekBadr posteert zich bij de deur. De kinderen wachten totdat zeaangewezen worden om weg te mogen gaan. Terwijl de laatstekinderen vertrekken spreekt Badr een nagebleven meisje aanop haar verstorende gedrag tijdens de les.

Les zondag 12 februari 2006, 12.00u-14.00u12.05uLeerkracht Rafik deelt mappen uit, ondertussen de namen vande kinderen noemend. De voorzitter van de onderwijscommissiestaat ook in de klas, vraagt (glimlachend) aan een laatkomer‘hoe laat is het?’, waarna nog enkele jongens binnendruppelen.12.10u Religie geschiedenisRafik bespreekt het islamitisch Nieuwjaar, dat vorige weekwas. Hij gaat aan de hand van vraag-antwoord in op de gebeur-tenissen aan het begin van de islamitische jaartelling en be-handelt ook kort de christelijke jaartelling en de geboorte vanJezus waarmee deze begon.12.15u Schrijf- en leesles (letters)Rafik laat de kinderen hun mappen openen en behandelt enkeleletters. Hij laat deze door leerlingen op het bord schrijven,waarbij hij de klas vraagt of het goed of fout gedaan is en, inhet laatste geval, wie het betreffende kind gaat ‘helpen’ metverbeteren. Rafik geeft uitleg over welk letterteken bij welkeuitspraak hoort aan de hand van enkele tekeningen als ezels-bruggetjes. Zo staat een geit met hoorns voor de ‘h’ met eenstipje erboven.De kinderen moeten hun leesboekjes opendoen op bladzijde 52en een aantal kinderen krijgt de beurt om woorden of zinnenop te lezen. Het begin van de eerste zin leest Rafik zelf op:‘Het eerste woord is Jimmy. Jimmy, Michel, Jan en Karim. Watwil dat zeggen?’ Hierna volgt een korte uitweiding over demulticulturele samenleving, waarin verschillende identiteitenen geloven een plaats hebben. De kinderen luisteren aandach-tig, maar reageren niet.Vervolgens gaat de les weer over letters: er moeten woordenbedacht worden met een bepaalde letter en enkele kinderenmogen een woord met deze letter opschrijven op het bord.Opnieuw laat Rafik andere kinderen assisteren bij de beoorde-ling en correctie van het geschrevene.

Page 34: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

34

De kinderen pakken hun schrift en moeten de regels die op-schrijven die ze net op pagina 52 hebben gelezen. De leer-kracht loopt heen en weer door de klas, kijkt naar het werk vanafzonderlijke kinderen, gaat in op vragen. Ook richt hij zich totde hele klas met instructies over hoe gewerkt moet worden enhoe de leerlingen correcties moeten aanbrengen.13.05u Gezamenlijk gebedHet is gebedstijd. Rafik staat bij de deuropening en roep eerstde jongens één voor één om naar de naastliggende gebedsruim-te te komen, waarna hij de meisjes tegelijk daar naar binnenlaat gaan voor (oefening met) het gezamenlijke gebed.13.15u PauzeTijdens de pauze spreken Rafik en vervolgens de voorzitter vande onderwijscommissie met een laatkomer. De meeste anderejongens zijn even het lokaal uit, een aantal meisjes is in deweer met albums met plaatjes die zij aan elkaar laten zien.13.30u Vervolg taalles (letters)Het volgende onderdeel van de taalles start met letterherken-ning. Rafik leest de opgeschreven zinnen voor en de leerlingenmoeten een kruisje zetten bij woorden waarin ze de letter ‘h’horen. Al uitleggend noemt hij de Nederlandse vertaling engaat hij in op wat de woorden betekenen. Hij schrijft de woor-den op het bord en verduidelijkt de plaats van de letters doorzichzelf te verplaatsen in de klas. Ook de schrijfwijze van deletters verandert met hun plaats in een woord.Vervolgens moeten de kinderen het juiste woord onder bepaal-de tekeningen in hun werkboek zetten en als de meeste daar-mee klaar zijn behandelt hij deze woorden, hun schrijfwijze(met name die van de behandelde letter), uitspraak en beteke-nis. Rafik behandelt nog enkele woorden met ontbrekendeletter, die de klas dan moet invullen en vraagt de kinderen tenslotte of zij letters kunnen opnoemen die alleen aan één kantvast geschreven worden.De kinderen moeten hierna opnieuw een opdracht in het werk-boek maken (woorden opschrijven).13.55u Afsluiting en vertrekRafik sluit de les af met een korte samenvatting ervan en eenintroductie van het thema van morgen. ‘Het kopieerapparaatwas vandaag stuk, waardoor we geen islamitische educatiehebben gehad. Morgen halen we het in en dan gaan we hethebben over ‘buren’.’ Rafik noemt elk kind bij naam, waaropdat haar/zijn map inlevert en vertrekt.

Page 35: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

35

3.5 Lesmaterialen

De Onderwijscommissie beschikt over een aantal lesboeken datdoor de leerkrachten gebruikt wordt voor de invulling van delessen. Het lesmateriaal is afkomstig uit onder andere Marokko,Frankrijk, België en Nederland en is gesteld in de officiëleschrijftaal, het Modern Standaard Arabisch. Het is vooralsnogonduidelijk op welke wijze en op welk niveau het materiaal inde lessen gebruikt wordt, aangezien een expliciete verwijzing inhet lesprogramma ontbreekt.In de klas hebben de kinderen ieder een map waar de les- enwerkboekjes, de schriften en ander lesmateriaal in opgeborgenligt. De inhoud gaat niet mee naar huis. Eventueel huiswerkwordt op een kopie meegegeven. Dit omdat er onvoldoendelesmateriaal beschikbaar is.Het lesboekje uit Marokko wordt in het land zelf gebruikt alsbasisboek en is getiteld Al Qira’a (Het lezen). Dit lesboek wordtin moskee Al Wahda regelmatig gebruikt. Het behandelt letters,woordjes, zinnen, verhalen en liedjes. In het boekje figurerentwee hoofdpersonen, Karim en Marjam. Zij worden vooraan inhet boekje geïntroduceerd. In het boekje zijn volop afbeeldin-gen in kleur aanwezig ter illustratie van de tekst. De illustratiestonen enkele specifiek Marokkaanse objecten, zoals detraditionele bruidsdracht, de djellaba (lang gewaad gedragendoor zowel man als vrouw) en de Marokkaanse vlag. Degeschetste situaties verbeelden vaak vrolijke gebeurtenissen,zoals fietsen, buitenspelen, zingen en met het gezin televisiekijken. Opvallend is dat de personages grotendeels lachendworden afgebeeld.De lessenserie ‘Ik leer Arabisch volgens de modernste pedagogi-sche methodes’ is uitgegeven door Editions Jeunesse SansFrontiers in Parijs. De naam van de uitgeverij geeft al enigszinsaan voor welke doelgroep de boekjes zijn, namelijk voor(Arabische) kinderen in het buitenland (Europa). Op hetvoorblad wordt in zes Europese talen (Frans, Spaans, Engels,Duits, Italiaans en Nederlands) beschreven wat met de seriewordt beoogd: het plezier in het leren en succesvol lerenbevorderen. De serie bevat een leerboek, een oefenboek en eenaudiocassette.Met de audiocassette wordt momenteel niet gewerkt. Binnen-kort komen er kasten in de klas te staan waar het materiaal inopgeborgen kan worden. De bedoeling is uiteindelijk dat de

Page 36: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

36

kinderen op eigen initiatief de audiocassette mogen gebruikenvoor luisteroefeningen als ze met hun werk klaar zijn.Evenals het lesboekje Al Qira’a uit Marokko behandelt ditlesboekje ook letters, woordjes, zinnen, verhalen en liedjes. Deverhalen worden ook wel in de vorm van een strip verteld.Opnieuw bevatten de materialen veel plaatjes in kleur die deteksten illustreren. De thema’s die in het lesprogramma vanmoskee Al Wahda centraal staan vinden we in het leerboekterug. De geschetste situaties spelen zich vaak in en rondomschool af (verkeer, straat, thuis, dierentuin, ziekenhuis). Zo zijner een aantal afbeeldingen van een klas waar de leerlingen, in‘u’-vorm opgesteld, luisteren naar spreekbeurten van hunklasgenoten over hun land van herkomst. Op de achtergrond zijnde desbetreffende landkaarten te zien (Ik leer Arabisch 3, 54-64). In de illustraties worden kinderen van diverse culturen metelkaar afgebeeld. Dat is ook grotendeels de context waarin deverhalen zich afspelen, namelijk in een multiculturele omge-ving. Een ander voorbeeld hiervan is een illustratie en bijbeho-rend verhaal over een uitstapje met de klas naar de moskee (Ikleer Arabisch 1, 64). In het lesboekje wordt ook aandachtbesteed aan specifieke ‘islamitische’ onderwerpen. Zo zijn eenaantal hoofdstukken gewijd aan de islamitische feestdagen ende heilige vastenmaand Ramadan. Hierbij wordt aan de handvan een verhaal uitgelegd wat de feestdagen inhouden en hoedeze gevierd worden, opnieuw met bijbehorende illustraties (Ikleer Arabisch 2, 60-68).Uit België zijn drie boekjes afkomstig van Stichting Sanabel diemet haar lesmateriaal ook ‘op een gemakkelijke en efficiëntemanier’ leerlingen de Arabische taal wil leren. In het voorwoordwordt opgemerkt dat dit materiaal bedoeld is voor kinderen inde migratiecontext. De achterkant van de omslag van één vande boekjes laat dit ook zien door een topografische weergavevan enkele Europese steden met kenmerkende bezienswaardig-heden (bijvoorbeeld de Eiffeltoren, Amsterdamse grachtenpan-den) van enkele daarvan. De voorkant van de omslag wekt deindruk dat de inhoud religieus van aard is, door de afbeeldingvan twee kinderen (jongen en meisje) gekleed in traditioneelreligieuze kledij met daaronder een afbeelding van pelgrims inde heilige stad Mekka. De inhoud weerspiegelt deze religieuzeinvalshoek echter nauwelijks, zij het dat een meisje methoofddoek veelvuldig in de boekjes figureert. Zij wordt inverschillende situaties afgebeeld, zoals tijdens een uitstapjenaar de Eiffeltoren, op ziekenbezoek, op de schommel, thuis en

Page 37: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

37

op het vliegveld. Bepaalde illustraties, zoals het uitstapje naarde Eiffeltoren, weerspiegelen duidelijk ‘de moslim’ in demigratiecontext. De boekjes behandelen Arabische letters enwoorden. Het gaat bijvoorbeeld om woorden over dieren, fruit,groente, schoolmateriaal en het lichaam. Ook hierbij staan weerveel plaatjes, alle in zwart-wit opgemaakt. De boekjes vormeneen gecombineerd les- en werkboek; er is ruimte om opstippenlijntjes te oefenen met letters en woorden.Tot slot heeft de Onderwijscommissie ook de serie ‘Verder metArabisch’ in haar verzameling lesmateriaal opgenomen. Dit iseen Nederlandse uitgave (Partners Training & Innovatie). Deserie behelst een taalmethode voor de bovenbouw van hetbasisonderwijs en werd in het inmiddels afgeschafte OALT-onderwijs (Onderwijs in Allochtone Levende Talen) gebruikt. Deserie, ontwikkeld door het Schooladviescentrum Utrecht en hetAdvies- en Begeleidingscentrum voor het Onderwijs in Amster-dam, bestaat uit een tekstboek (begrijpend lezen), vocabulaire(woordenschat) en een grammaticaboek. Deze drie delenworden gebruikt voor elk niveau. Het niveau loopt van 1 tot enmet 4, waarvan de Al Wahda moskee lesmateriaal van niveau 1t/m 3 gebruikt. Enkele teksten en verhalen zijn duidelijkgesitueerd in de Nederlandse context. Zo speelt een verhaaltjeover een jongen die wordt besneden, zich in het EmmaKinderziekenhuis af en komen Ajax en Feyenoord aan de orde inde tekst over voetbal (Verder met Arabisch Tekstboek, 37, resp.49). In hetzelfde tekstboek is ook per les een Nederlands -Arabische woordenlijst opgenomen.

De selectie van aanvullend materiaal wordt vooralsnog aan deindividuele leerkrachten overgelaten. Hoe dat gebeurt, kon inhet bestek van dit onderzoek niet worden achterhaald. Dat ernog enige onduidelijkheid is en dat niet al het beschrevenmateriaal daadwerkelijk wordt gebruikt, lijkt echter waar-schijnlijk. Zo stelt een lid van de Onderwijscommissie dat in demoskee primair lesmateriaal wordt gebruikt afkomstig uit hetvoormalig OALT onderwijs, waarin de Nederlandse context enaansluiting bij het basisonderwijs centaal staat. ‘Lesmateriaaluit Marokko is de kinderen hier vreemd.’ Leerkracht Rafikvertelt daarentegen dat er maar één standaard boek voorArabisch is, en dat lesmateriaal in het Nederlands ontbreekt(‘terwijl dat ondersteunend kan zijn voor kinderen om de lesstofbeter te begrijpen’). Leerlinge Yousra zit er vermoedelijk niet

Page 38: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

38

ver naast als zij zegt: ‘We hebben veel boeken, maar wegebruiken er maar een of twee.’Een en ander betekent dat aan de beschrijving van hetbeschikbare lesmateriaal geen conclusies kunnen wordenverbonden over de feitelijke inhoud van de lessen, temeer daarde leerkrachten rondom de lesthema’s ook nog aanvullendematerialen aanwenden.Voor het onderdeel islamitische educatie is er vrijwel geenmateriaal voorhanden. In de les wordt alleen de Koran gebruikt.‘Over gedrag en educatie is er niks’, aldus leerkracht Badr. ‘Dehadith komt uit onszelf. Ik geef ze mee wat ik weet, schrijf hetop het bord en leg uit wat de betekenis is. Bijvoorbeeld overbidden en woedoe (rituele wassing). Andere boekjes zijn welnodig’. Om uitleg te geven over de verzen in de Koran doet Badrook een beroep op zijn eigen kennis hierover. Leerkracht Rafikvertelt dat hij voor islamitische educatie zelf een (duur) boekheeft gekocht waaruit hij kopieën maakt. Met leuke plaatjeswordt bijvoorbeeld uiteengezet dat vandalisme slecht is en ookniet goed is voor het milieu. ‘We zijn pas begonnen met hetlesmateriaal dus we moeten er nog even aan wennen’, zo vatRafik de huidige stand van zaken rondom het lesmateriaalsamen.

3.6 Samenvatting

Moskee Al Wahda is gevestigd in een gebouw dat voorheen ingebruik was als basisschool, in Rotterdam Zuid. Naast tweegebedsruimten en een winkel telt het pand drie klaslokalen,waar ongeveer honderd leerlingen les krijgen. Deels gaat het omhet uit het hoofd leren van de Koran, meestal om lessen waarinde Arabische taal en islamitische educatie centraal staan. Delaatstgenoemde lessen worden – meestal gedurende tweedagdelen per weekend - bezocht door kinderen tussen de zes endertien jaar oud, in groepen van maximaal 23.Met de lesactiviteiten beoogt de moskee de beheersing van hetArabisch, de ontwikkeling van de (culturele en religieuze)identiteit en de islamkennis van de kinderen te bevorderen,evenals hun islamitische opvoeding. Daarbij gaat het enerzijdsom het bijbrengen van respect en betamelijk gedrag, zoalsvooral de vaders in het groepsgesprek benadrukken. Anderzijds,zo stellen de leden van de onderwijscommissie en leerkrachten,

Page 39: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

39

moet er ook aandacht zijn voor de integratie van de leerlingenin de wijdere maatschappij, bijvoorbeeld voor dialoog metandere geloven.De leskrachten zijn vrijwilligers met minimaal vwo-niveau. Eenonderwijskundige achtergrond is gewenst, maar geen striktvereiste. Bij de selectie wordt wel gelet op onderwijskundigecompetentie en ervaring. Daarnaast zijn van belang: beheersingvan het Nederlands, Arabisch en zo mogelijk Tamazigt, goed omkunnen gaan met kinderen, ouders en collega-leerkrachten, eengoede inzet en kennis van de maatschappelijke context. Een lidvan de onderwijscommissie observeert een aantal lessen omnieuwelingen te beoordelen en feedback te geven. Er is eenproefperiode van een jaar. Met de zittende leerkrachten wordtmomenteel gewerkt aan kwaliteitsverbetering. Zo wordtgewerkt aan richtlijnen voor de omgang met kinderen, oudersen instanties in de buurt. Ook werkt men aan verbetering van deaanpak van lastige kinderen en kennisname van de didactiek vanhet reguliere basisonderwijs.De leerlingengroepen zijn niet ingedeeld naar leeftijd van dekinderen, maar naar hun lesniveau. Er zijn in totaal vier niveausonderscheiden, terwijl in de praktijk de leerlingen meestal nietverder komen dan het derde niveau. Het jaarprogramma isopgedeeld in perioden van drie weken, waarin steeds ééninhoudelijk thema centraal staat. Rond dit thema worden delesstof Arabisch en vaardigheden (luisteren, praten, lezen enschrijven) geformuleerd. De thema’s zijn ontleend aan hetvoormalige OALT-onderwijs. De inhoud van de lesprogramma’svoor de verschillende niveaus is grotendeels hetzelfde; hetverschil ligt in de moeilijkheidsgraad van de gebruikte lesstof.Als lesmateriaal voor het Arabisch worden uit Marokko,Frankrijk, België en Nederland afkomstige boekjes gebruikt,gesteld in het Modern Standaard Arabisch. In de (impliciete)boodschappen die de boekjes bevatten is van verschillendeaccenten sprake. Spel en vrije expressie bepalen de sfeer in deMarokkaanse uitgave, die seculiere thema’s omvat. In de Franseboekjes spelen veel verhaaltjes zich af in en rond school, maarzijn de afgebeelde kinderen duidelijk van verschillendeherkomst en wordt ook aandacht besteed aan religie. Zo zijn erhoofdstukken gewijd aan een uitje naar de moskee en aan deislamitische feestdagen. In de Belgische uitgaven zijn deverhalen gesitueerd in uiteenlopende Europese landen; dethema’s zijn seculier. Wel figureert in veel verhalen een meisjemet hoofddoek. De thematiek in de Nederlandse serie is

Page 40: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

40

gemengd en omvat naast voetbal bijvoorbeeld een verhaal overeen jongetje dat in het ziekenhuis wordt besneden.Of en hoe al het materiaal in de lessen wordt gebruikt isoverigens onduidelijk. Een verwijzing in het lesprogrammaontbreekt en bovendien kunnen de leerkrachten naar eigeninzicht ook nog aanvullende materialen gebruiken.

Page 41: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

41

Verwey-

Jonker

Instituut

4 Pedagogiek in de moskee

In deze paragraaf omschrijven wij om te beginnen belangrijkepedagogische voorwaarden waaraan leerkrachten idealiterzouden moeten voldoen. Eén type betreft de aan leerlingengeboden steun, stimulans en leiding. Het tweede type betreft deafstemming van de interacties in de klas op de behoeften vankinderen en het derde de responsiviteit tegenover de diversiteitdie de kinderen inbrengen.Na de beschrijving van deze criteria volgt een schets van depedagogische uitgangspunten zoals die in de gesprekken met deleden van de Onderwijscommissie en leerkrachten naar vorenkwamen. Vervolgens typeren wij de twee geobserveerde lessen,zowel in het licht van de uitspraken van de betrokkenen als aande hand van de eerder besproken criteria.

4.1 Pedagogische voorwaarden in de literatuur

Uit de onderwijskundige literatuur komen enkele belangrijkepedagogische criteria naar voren. Enkele relativerendeopmerkingen zijn daarbij wel op hun plaats. Er bestaat geenuniverseel model van de ideale leerkracht, noch van de idealeleerling of van de verhouding tussen beide. Elke tijd en plaatskent eigen voorkeuren. Niettemin is het wel mogelijk voor dehuidige context een aantal minimale criteria te formulerenwaaraan leerkrachten moeten voldoen om effectief te kunnenwerken en hun leerlingen bij de les te houden. Daar moet danonmiddellijk aan worden toegevoegd, dat onderzoek in hetreguliere onderwijs uitwijst dat ook geschoolde (autochtoon-

Page 42: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

42

Nederlandse) leerkrachten lang niet altijd aan alle relevantecriteria voldoen (bijvoorbeeld Pels, 2003).Volgens Créton en Wubbels (1984) zijn vooral pedagogische ofrelationele kenmerken van het leerkrachtgedrag cruciaal. Zijonderscheiden daarbij twee dimensies van interpersoonlijkgedrag, te weten macht en nabijheid. Beide typen dimensiesstaan ook in de opvoedingsliteratuur centraal en worden daaringewoonlijk meer in gedragstermen aangeduid met de begrippencontrole en steun (zie ook Nijsten, 2000). Leerkrachten zijnvooral dan effectief wanneer zij steunend gedrag combinerenmet leidend gedrag. Steunend gedrag is nader te specificerenals: interesse tonen in leerlingen, gevoel voor humor hebben enhun grapjes waarderen, responsief zijn. Leidend gedrag, gedragwaarmee leerkrachten het respect van leerlingen winnen,bestaat enerzijds uit het geven van ruimte aan leerlingen, henserieus nemen als persoon en op hun verantwoordelijkheidaanspreken. Anderzijds is het van belang dat waar nodigstructuur en duidelijke regels worden geboden. Als zichordeproblemen voordoen, moeten leerkrachten in staat zijnleerlingen te corrigeren en ze moeten daarin consequent zijn.Naast het leren van de nodige kennis en vaardigheden, doorheldere uitleg en een intellectueel uitdagende en stimulerendeaanpak, zijn deze kenmerken van steunend en leidend gedragzowel in de ogen van leerkrachten als van leerlingen karakteris-tiek voor ‘de goede leerkracht’(zie ook Hajer, 1996; Verkuyten,2002).Zowel bij leerkrachten als leerlingen tekenen zich op het puntvan leidinggeven twee verschillende opvattingen af. In de enewordt structuur meer geaccentueerd, in de andere autonomievan leerlingen (Créton & Wubbels, 1984). In de literatuur overopvoeding in het gezin is de dimensie van controle eveneensomstreden. Zeer streng restrictief optreden en al te grotepermissiviteit gelden beide als extreme, minder wenselijke,varianten van controle. Maar de mate waarin ouders ‘autorita-tieve’ controle moeten uitoefenen, dat wil zeggen controle doorredeneren en appelleren aan de verantwoordelijkheid van hetkind, of juist autoritaire controle (controle door het gebruik vanmacht), is evenmin een vaststaand gegeven. Er tekenen zichzowel verschillen in voorkeur af naar sociaal-economisch milieuals naar etnische herkomst.Parallel aan deze verschillen in stijl van controle zien we ookverschillen van inzicht over modellen van onderricht. Interactiesin de les kenmerken zich in het meer traditionele model

Page 43: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

43

(‘transmissiemodel’) van kennisoverdracht door eenrichtingsver-keer tussen leerkracht en leerlingen, ontmoediging vancontacten tussen leerlingen en aanmoediging van onderlingecompetitie. Doorgaans voltrekt de leerkracht-leerlinginteractiezich volgens het patroon van Initiatie-Respons-Evaluatie (IRS),waarbij een vraag van de leerkracht aan de leerlingen gevolgdwordt door een antwoord van de leerling(en), dat vervolgensdoor de leerkracht wordt geëvalueerd (is het antwoord goed ofniet, gevolgd door uitleg). In het ‘interactiemodel’ ligt meeraccent op gezamenlijke kennisconstructie in interactie tussenleerkracht en leerlingen en leerlingen onder elkaar. In dit modelwordt het belang van meedenken en ‘zelfsturing’ door kinderengroter. Wat betreft het reguliere onderwijs in Nederland geldtzelfsturing toenemend als een voorwaarde voor schoolsucces,mede vanwege de introductie van interactieve leermethoden(Pels, 2003). Onderzoek onder autochtoon-Nederlandseleerlingen laat zien dat degenen die les krijgen volgens het‘transmissiemodel’ minder gemotiveerd zijn dan leerlingen inscholen waar het ‘interactiemodel’ in zwang is (Matthijssen,1991).Een belangrijk aspect van de interacties in de klas, dat met hetvoorgaande verwant is, betreft de responsiviteit jegensleerlingen en afstemming op hun behoeften. Om te beginnenbetekent dat, dat de leerlingen enige vrijheid vergund wordt tehandelen volgens interactiewijzen die zij prettig vinden.Aansluiting bij de ‘jongeren-interactiewijze’ houdt in datparticipatiestructuren gecreëerd worden met een relatief openen minder individugericht karakter, bijvoorbeeld door hettoestaan van spontane communicatie en interactie tussenklasgenoten. Het publiekelijk beoordelen en vermanen vanleerlingen is in deze interactiewijze uit den boze, omdat deonderlinge competitie en afstand erdoor kan worden vergroot(zie D’Amato, 1993; Maçias, 1992). Jongeren moeten ook af entoe de ruimte krijgen om zich fysiek uit te drukken en om zich(in de klas) te bewegen (Mathijssen, 1986, 1991).Het onderhavige onderzoek richt zich op een specifiekeonderwijscontext: de lessen in de moskee in Nederland.Hiermee komt de volgende vraag in het vizier, zoals ookopgeworpen door Ramadan (2005): hoe gaan leerkrachten ommet cultuurverschillen, interetnisch conflict, beeldvorming overen weer en vooral met de plaatsbepaling van opgroeiendekinderen als ‘moslim in Nederland’? Een antwoord op deze vraagkan wellicht gevonden worden door te kijken naar ontwikkelin-

Page 44: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

44

gen in het ‘intercultureel onderwijs’. In Nederland en deomringende Europese landen is de laatste jaren steeds meerconsensus ontstaan over het belang van de interactiebenaderingvoor dit onderwijs: leerkrachten zouden moeten inhaken op(spontane) opmerkingen en uitwisselingen in de klas. Ditbetekent dat leerkrachten er oog voor hebben als diversiteit openigerlei wijze ter sprake komt in de klas en in dergelijkesituaties open, respectvol en responsief reageren (zie voor eenuitgebreid overzicht van in dit verband wenselijke attituden envaardigheden Ledoux et al., 2000). Intercultureel leren zoudaarmee goed passen binnen vormen van interactief leren (zieLedoux et al., 2000; Verlot & Sierens, 1997). Overigens gaat hethier om idealen die ook in de context van het reguliereonderwijs nog lang niet zijn uitgekristalliseerd (zie bijvoorbeeldLeeman & Pels, in press).

4.2 Pedagogische uitgangspunten van de moskee

In deze paragraaf komen de visies op de pedagogische benade-ring van de leerlingen aan de orde, aan de hand van de hiervoorbesproken aandachtspunten van controle, steun en aansluitingbij de leefwereld van de kinderen, inclusief de interactiewijzedie wordt gehanteerd.

Controle en steunHet antwoord van de Onderwijscommissie op onze vraag welkerichtlijnen de leerkrachten meekrijgen, is veelzeggend: deeerste regel is dat lichamelijke straf niet mag. Leerkrachtenkrijgen van de commissie ook mee dat ze elk gebaar moetenvermijden dat kinderen kunnen opvatten als slaan. Kinderenkunnen daar soms negatief op reageren en er zelfs misbruik vanmaken. ‘Wij willen alles voorkomen wat een aanleiding kan zijnvoor misverstanden of leugens.’ Bij bepaalde kinderen moetextra goed worden opgelet: zij kunnen goed manipuleren.Desgevraagd mag een aai over de bol overigens wel.Wat betreft de toepassing van fysieke straf kan gesprokenworden van een grote ommekeer ten opzichte van de vroegergangbare controlemethoden, zoals wij die in het hoofdstuk 2aan de hand van de literatuur hebben beschreven. Dezeconclusie trekt ook leerkracht Badr, terugkijkend op zijn eigen

Page 45: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

45

jeugdervaringen. De leerkrachten in Marokko waren én zijnvolgens hem veel strenger.

Leerkracht Badr: ‘Ik herinner me dat ik een keer een klap kreegvan de meester en toen ging ik naar mijn vader en zei: “Demeester heeft mij een klap gegeven”. Hij vroeg me waarom enik zei “gewoon zomaar, ik heb niks gedaan”. De volgende dagging hij mee naar school en de meester vertelde hem dat ik ietsvervelends had gedaan. Toen zei mijn vader tegen hem : “Als iehet nog een keer doet mag je hem nog een keer slaan”. Mijnvader was heel erg boos op mij, omdat ik gelogen had. Dat wasook de laatste keer dat ik het had gedaan.’

De leerkrachten in moskee Al Wahda moeten hun autoriteit opeen andere manier vestigen dan met slaan, en zij staan daarpedagogisch gezien ook achter. ‘In de pedagogiek is het ook zodat wanneer je een kind slaat dat je z’n eigenwaarde aantast’,stelt leerkracht Rafik, ‘Je kan gewoon straf geven’. LeerkrachtBadr meent dat streng zijn alleen maar leidt tot problemen,want dan ‘gaan ze niet luisteren’. Maar kinderen moeten weleen beetje bang zijn, vindt hij. Kinderen die echt lastig zijnstuurt hij naar de Onderwijscommissie. Dan moeten zij devolgende keer met hun vader komen. Daarmee leren ze hunlesje wel, want de vaders kunnen behoorlijk streng zijn. VoordatBadr een kind naar de Onderwijscommissie stuurt, probeert hijhet zelf eerst aan te pakken door te waarschuwen of apart tezetten. Soms zet hij kinderen in de hoek voor een paar minuten.Een andere straf is het overschrijven van een tekst.Met de geschetste handelwijze, eerst zelf oplossingen zoekenalvorens een kind de klas uit te sturen, sluit Badr aan bij denieuwe aanpak die de Onderwijscommissie voorstaat. Zoals wein het vorige hoofdstuk zagen, streeft de commissie ernaarleerkrachten hierbij te ondersteunen door een training inklassenmanagement. Badr brengt zelf al een bepaalde vorm vanmanagement in praktijk als de klas druk is en niet oplet: somswil het helpen als hij de kinderen negeert. Dan zegt hij dat hijdoor hun druk gedrag geen les kan geven. ‘Ik ben hier voorjullie, om jullie les te geven en niet om geld te verdienen. Wilje leren ben je welkom en wil je dat niet blijf dan maar lieverthuis.’ Vervolgens doet hij er gedurende twee of drie minutenhet zwijgen toe.

Page 46: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

46

Met betrekking tot het steunen van de kinderen heeft leerkrachtRafik een uitgesproken mening. ‘Je moet beginnen met het kindaccepteren, hoe hij is. Je moet het tijd geven, een relatieopbouwen, een brug slaan tussen jou en het kind. Eerst het kindleren kennen en dan pas leren wat je het wilt leren. (…) Tijd enaandacht geven en communiceren met de kinderen en nietstreng zijn maar bevriend zijn met een kind, dat is allemaal heelbelangrijk. Als een kind jou niet accepteert dan gaat het kindniks van je aannemen.’Ook leerkracht Badr is er veel aan gelegen rekening te houdenmet de kinderen. Zo geeft hij bewust geen lage cijfers aanleerlingen die het niet zo goed doen, om hun gevoelens tesparen. ‘Ik leg uit wat hun fouten zijn en zeg dat ze eigenlijkeen 6 verdienen maar je krijgt nu een 7. Volgende keer moet jebeter opletten. Om zin te geven aan hem om te leren.’ Op dezemanier motiveert Badr de kinderen om beter hun best te doen.Om dezelfde reden wil Badr ook zo veel mogelijk vermijden ompubliekelijk te oordelen (positief dan wel negatief) over hetwerk of antwoorden van de kinderen tijdens de les.Dat leerkrachten verschillend kunnen denken en handelenaangaande het belonen van leerlingen, blijft bij de leerlingenniet onopgemerkt. Leerlinge Yousra zegt in het groepsgesprek‘sommigen hier vinden het raar om ‘goed gedaan’ te zeggen,maar anderen zeggen wel “goed gedaan” als je bijvoorbeeld eengoed cijfer hebt gehaald.’Ook vertelt ze dat ze vorig jaar een lieve jufrouw hadden dieenkele kinderen, ‘de slimste’, aan het eind van het jaar eengroot cadeau gaf, ‘de andere kinderen kregen dan een kleincadeautje’. Hoewel het volgens de kinderen standaard is datkinderen die het hele jaar vroeg komen een cadeautje krijgen,lijkt het belonen van leerprestaties meer leerkrachtafhankelijk.

Aansluiten bij de leerlingenIn het vorige hoofdstuk is, bij de bespreking van de doelen enkwaliteitsverbetering die de Onderwijscommissie nastreeft, alduidelijk geworden dat aansluiten bij de leerlingen eenprominente plaats inneemt op de pedagogische agenda. Zovinden de Onderwijscommissie en leerkrachten dat de educatie-ve inspanningen van de moskee niet alleen gericht moeten zijnop kennis van de taal, islam en daarmee verbonden normen enwaarden. Ook het slaan van een brug tussen de verschillendewerelden waarin de kinderen leven en hun integratie in dewijdere maatschappij is van belang.

Page 47: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

47

Deze overbruggingsfunctie betekent voor de leden van deOnderwijscommissie dat maatschappelijke kwesties en vragenvan kinderen niet uit de weg mogen worden gegaan. Zij noemenals voorbeeld de vraag of het Sinterklaasfeest gevierd magworden door moslims. Wat hen betreft is het antwoord positief,omdat het feest geen religieuze lading heeft. ‘Door op dezemanier uitleg te geven probeer je een tussenweg te vinden, biedje kinderen ruimte om breder te kijken’, aldus de voorzitter.Kinderen hebben ook uitleg nodig om een anti-Nederlandhouding te voorkomen. ‘Ze moeten leren niet zomaar iets overte nemen, ze moeten leren nadenken.’ Het andere commissielidvertelt dat er laatst een fouilleeractie was vlakbij de moskee.Enkele kinderen brachten naar voren dat dit discriminatie was.‘Dan proberen we hen duidelijk te maken dat zo’n fouilleeractievoor iedereen is en je gewoon moet doen wat de politie vraagt.’De commissieleden menen dat er een verschil is met dereguliere basisschool in de openheid van kinderen als het gaatom dit soort maatschappelijk gevoelige onderwerpen. Dekinderen zijn volgens hen op de basisschool terughoudender danin de moskee, waar ze zich veel vrijer voelen om hun mening tegeven. Dit komt wellicht omdat ze er met hun opvattingen geenbuitenbeentje zijn. Hoe dan ook, de openheid van kinderenwerkt in ons voordeel, aldus de commissieleden.Leerkracht Rafik meent desgevraagd dat leerlingen op dezeleeftijd vragen over gevoelige thema’s (als bijvoorbeeld demoord op Van Gogh) nog weinig stellen en dat zij nog niet diepop dat soort dingen ingaan. Maar je moet wel antwoorden, zijhet op een manier die past bij wat kinderen aankunnen. ‘Maarals een kind een vraag stelt moet je gewoon antwoord gevennaar zijn capaciteiten. Als je dat niet doet dan belemmer je hetkind om de volgende keer vragen te stellen. Sommige moslimsschamen zich vaak, maar je moet met kinderen praten. Ookover seksualiteit en homoseksualiteit. Als ze later ouder wordenkan het een catastrofe worden.’ Hoe een dergelijke interactiefeitelijk gestalte krijgt, komt in de navolgende paragraaf aan deorde.Ook los van het integratiedoel is het overigens van belang demaatschappij en de huidige tijd als context te nemen, steltRafik. ‘Kinderen leven nu eenmaal in een andere tijd, dus danmoet je dat in overweging nemen om zo’n kind te kunnenbegrijpen. Wat kinderen nu nodig hebben hadden wij toen nietnodig.’

Page 48: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

48

Een andere manier om de leefwereld van kinderen dichterbij tehalen vormt het contact met de ouders. Naast afstemming overzaken als absentie en lastig gedrag gaat het daarbij zeker ookom een betere aansluiting bij het kind. Zo acht Rafik het nuttigom enig inzicht te hebben in wat de kinderen van huis uitmeekrijgen. ‘Als je tijd hebt om met de vader van zo’n kind tepraten dan kom je erachter wat zo’n kind allemaal nodig heeft.’Ten slotte wil de Onderwijscommissie werken aan meercontinuïteit met (de didactiek in) het basisonderwijs. LeerkrachtRafik brengt dit voornemen al in praktijk. Hij maakt naar eigenzeggen niet alleen gebruik van het klassikale ‘transmissiemodel’van onderricht. Hij gebruikt ook werkvormen die daarvanafwijken en meer aansluiten bij de ‘jongeren-interactiewijze’,door kinderen in groepjes te laten samenwerken en daarmeemeer autonomie te geven.

Leerkracht Rafik: ‘Dan leer ik ze samenwerken en als iemandhet niet begrijpt dan legt een ander kind dat uit en daar lerenze van. Het is heel belangrijk dat niet alleen de leerkracht aanhet woord is, maar dat een kind ook z’n hersenen gebruikt. Dusalleen uitleggen wat de opdracht is en dan gaat hij zelf aan deslag. Je moet z’n motivatie vergroten door bijvoorbeeld eenkeer op onderzoek te laten gaan naar iets. Een kind moetzichzelf terug zien (aanwezig kunnen zijn) in de klas, dus moetniet alleen maar nemen van de leerkracht. Al geef je het kindbij wijze van spreken niks (educatief) te doen, hij leert spelen-derwijs. Een kind moet niet versteend een les volgen en ietsleren.’

Als het gaat om aansluiten bij de leerlingen is ook aandacht voormeertaligheid op zijn plaats. De inhoudsdeskundige van deOnderwijscommissie brengt naar voren dat het leren vanArabisch weliswaar een van de hoofddoelen is, maar dat hetNederlands (en Berbers) wel als hulptaal wordt gebruikt in deles, ‘onderwijskundig is dat wel nodig’. In hoeverre dit gebeurtin de geobserveerde lessen bespreken wij in de volgendeparagraaf. Hier zij opgemerkt dat de leerkrachten enige hakenen ogen zien. Wat het lesgeven volgens leerkracht Badrbemoeilijkt, is een gebrekkige beheersing van de Nederlandsetaal van de leerkrachten. Hij voegt daar overigens aan toe dathet hem zelf met enige moeite wel lukt om uitleg in hetNederlands te geven. Zoals al besproken mist leerkracht Rafik

Page 49: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

49

Nederlandstalig lesmateriaal dat ter ondersteuning kan dienenom kinderen de lesstof beter te doen begrijpen.

Ten slotte nog een enkele opmerking over de werkdruk die hetmoskeeonderwijs voor de kinderen meebrengt. Het besef leeftdat de kinderen een druk programma hebben. Daarom wordt hetaantal lesuren niet uitgebreid, hoewel de Onderwijscommissieen leerkrachten beseffen dat het woekeren met de tijd is geziende ambities die men heeft. Ook wordt niet vaak huiswerkopgegeven, maximaal één uur. Dit omdat de kinderen doorde-weeks al belast zijn met huiswerk van hun reguliere school. Debeide leerkrachten zouden graag wat meer lucht brengen in hetlesprogramma door meer extra activiteiten te organiseren voorde kinderen, zoals reisjes of museumbezoek, ‘...want van alleenmaar les krijgen worden de kinderen het zat. Komen ze nietmeer terug’, aldus Badr. Wellicht is hij wat al te pessimistisch,maar dat de kinderen dergelijke uitstapjes zouden waarderen,staat als een paal boven water.

Bilal: ‘Ik vind het jammer dat we geen schoolreisje hebben.’Yasmina: ‘Vorige keer zijn we wel naar de Ahoy gegaan. Toenhadden ze allemaal Marokkaanse dingen en dingen over Marok-ko. De zus van de (Marokkaanse) koning was er ook.’Yasser: ‘De meester van hiernaast (Rafik) doet ook aan zaal-voetbal en we mogen nog een keer met hem mee om een wed-strijd te kijken.’Bilal: ‘De meester gaat wel overleggen over het schoolreisje.’

4.3 Pedagogiek in de moskeepraktijk

Algemene typeringUit het lesprogramma en de lesoverzichten in het vorigehoofdstuk, evenals uit de gesprekken met de Onderwijscommis-sie en leerkrachten, blijkt het volgende. In moskee Al Wahdavormt de overdracht van kennis van en vaardigheden in deArabische taal de kern van het curriculum, terwijl daarnaastmorele vorming en maatschappelijke integratie op hetprogramma staan. De lesobservaties (zie Bijlage III voor devolledige verslagen ervan) bevestigen deze oriëntatie op detransmissie van lesstof met het Arabisch als kern.

Page 50: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

50

In beide geobserveerde lessen treffen wij een vergelijkbareparticipatiestructuur aan. Klassikale les voert de boventoon enhet eenrichtingsverkeer domineert. De frontale uitleg door deleerkracht wordt afgewisseld met verticale interacties tussen deleerkrachten en individuele leerlingen. In grote lijnen vertonendeze het Initiatie-Respons-Evaluatie patroon.

Rafik vraagt de klas wat er vorige week was. Een kind steekthaar vinger op en antwoordt: ‘Nieuwjaar in Marokko?’ De leer-kracht kijkt haar glimlachend aan en zegt: ‘Nee, het was hetislamitisch Nieuwjaar.’ En weer tot de klas: ‘Waarom is ditbelangrijk, wat was er gebeurd?’ ‘Iets met Mohammed?’, alduseen kind. ‘Ja, Mohammed, vrede zij met hem, reisde toen vanMedina naar Mekka.’

Tijdens een korter gedeelte van de les werken de leerlingenindividueel aan een schrijfopdracht, terwijl de leerkracht zichdoor de klas beweegt en klassikaal of individuele begeleidinggeeft. Bij leerkracht Badr vindt Koranrecitatie plaats, door alleleerlingen afzonderlijk en klassikaal. Leerkracht Rafik besteedtkort aandacht aan het islamitische en christelijke Nieuwjaar.Het accent ligt al met al op leren volgens vooraf gesteldeleerdoelen. Er is weinig uitwisseling over andere zaken,afwisseling in de aanpak of ontspanning, bijvoorbeeld in devorm van zang. Er is alleen een onderbreking van een kwartiervoor een pauze waarin wat gegeten of gedronken kan worden.Enige beweging is dan mogelijk want een deel van de kinderengaat naar het in de moskee gevestigde winkeltje om een snackte kopen. Maar in het lokaal moeten de kinderen rustig blijvenen verder is er geen ruimte voor (buiten)spel.

Rachida: ‘Op de basisschool heb je een kleine en een grotepauze. In de grote pauze mag je een half uurtje buiten spelen.Hier in de moskee gaan we alleen maar eten.’Fatima: ‘Je hebt hier maar twee uurtjes les dus je kan nietzoveel pauze krijgen, want wat leer je dan?’TP: ‘Misschien is er hier ook geen speelplaats?’Bilal: ‘Jawel hiernaast, maar dat doen we niet.’TP: ‘Vanwege burenoverlast?’Fatima: ‘Het duurt heel lang totdat iedereen weer binnen is enje hebt maar twee uurtjes.’

Page 51: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

51

Steun en stimulatieBeide leerkrachten wisselen frontale uitleg af met vraag-antwoordsequenties met individuele leerlingen, en met beurtenaan individuele leerlingen om voor te lezen of te schrijven ophet bord. Leerkracht Rafik zet zijn uitleg soms kracht bij doorhet uitgelegde te visualiseren, met een tekening of door middelvan voordoen.In grote lijnen vertonen de klasseninteracties het Initiatie-Respons-Evaluatie patroon, hoewel de antwoorden vanleerlingen meestal niet ostentatief worden geëvalueerd intermen van ja-nee of goed-fout. Bij leerkracht Badr vindt deevaluatie, in lijn met zijn opvattingen daarover, meestalindirect plaats. Slechts een enkele keer deelt hij een compli-ment uit. Op fouten reageert hij meestal door ze te corrigeren,zonder de leerling er openlijk op aan te spreken. Ook als eenlesje af is corrigeert Badr niet publiekelijk maar individueel, ofhij laat de leerlingen zelf hun werk nakijken. Bij leerkrachtRafik worden de prestaties of antwoorden van de leerlingenevenmin ostentatief geëvalueerd, zeker bij fouten. Wel geeft hijwat vaker complimenten. Ook vraagt hij vaak een oordeel aande leerlingen, of doet hij het verzoek een fout van eenmedeleerling te ontdekken of verbeteren.

‘Heeft jullie vriendje dit goed geschreven?’ Volgens de kinde-ren niet. ‘Wie kan het hem dan uitleggen?’

Laila mag de letter ‘h’ op het bord komen schrijven, maar zijaarzelt. De leerkracht: ‘proberen’. Laila moet lang nadenken.De andere kinderen worden ongeduldig, ‘meester, ah ah, mees-ter’ klinkt het gretig, vingers hoog in de lucht. Rafik: ‘Wie gaathaar helpen? Samia? Adil, kun jij haar verbeteren? Heel goed.’

Rafik geeft verder, naar aanleiding van wat hij ziet bijindividuele leerlingen, klassikaal feedback, bijvoorbeeld over dejuiste wijze van corrigeren van fouten in het schrift.In beide geobserveerde lessen is nauwelijks persoonlijkeuitwisseling tussen leerkracht en individuele kinderen waarge-nomen. Wel lacht leerkracht Rafik ruiterlijk mee met dekinderen als een leerling hem op een fout in het Nederlands(schaap in plaats van geit) heeft betrapt. En beide leerkrachtenvertonen responsief gedrag in reactie op hulpvragen vankinderen, zoals leerkracht Badr in het volgende fragment.

Page 52: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

52

Badr attendeert de kinderen op enkele woorden die hij op hetbord heeft geschreven, als voorbeelden van de juiste schrijf-wijze (letters los van elkaar). Mimoun: ‘Meester, maar uschrijft ook illegaal’. Badr: ‘Je mag ook zo schrijven (schrijftenkele nieuwe woorden op het bord, nu met de letters aanelkaar).’

Hulpvragen kwamen dus wel voor, maar van de kant van deleerlingen werden geen informatieve vragen gesteld over delesstof, laat staan over andere onderwerpen. Leerkracht Rafikverbond aan een taalles een korte uitweiding over de multicul-turele samenleving, maar het bleef bij een monoloog.

ControleLeerlingen blijven in beide observaties goeddeels ‘bij de les’ enhouden zich alleen tussen de bedrijven door met andere zakenbezig, een enkele uitzondering als de drukkere Mimoun (les vanRafik) of Jama (les van Badr) daargelaten. De onrust neemtenigszins toe als een deel van de leerlingen klaar is met eenbepaalde opdracht, terwijl anderen nog aan een taak doorwer-ken, zoals in de taalles na de pauze bij meester Rafik. Hetgeroezemoes en de onrust lijken voorts in beide lessen wat toete nemen naarmate de pauze of het einde van de les nadert.Wat doen de leerkrachten om de leerlingen collectief dan welindividueel tot de orde de roepen? De observaties laten zien datbeide leerkrachten in dit opzicht veel gemeenschappelijkhebben. Zij passen klassikale vermaningen toe als ‘sssssssst’ of‘safi (genoeg), stil’, tikken op de tafel of knippen met devingers, werpen leerlingen een waarschuwende blik toe offronsen de wenkbrauwen, roepen hen bij naam, uiten vermanin-gen, geven een onoplettende leerling de beurt en dreigen metnablijven. Leerkracht Rafik neemt voor straf een werkboek af enleerkracht Badr zet een kind aan een andere tafel.Samenvattend komt het dus voor dat (afzonderlijke) leerlingenopenlijk gecorrigeerd worden; dit gebeurt echter niet al teopvallend en op tamelijk milde wijze. De leerkrachten passen inde geobserveerde lessen lichte vormen van machtsuitoefeningtoe, klassikaal of individueel, in de vorm van geluiden (ssssssst),gebaren, waarschuwingen, vermaningen of – hoogst incidenteel –straf. Het gebruik van inductie, ofwel leerlingen wijzen op degevolgen van hun gedrag of op hun verantwoordelijkheid en/ofredeneren over de regels, komt bij Badr weinig voor maar is bijRafik gebruikelijker. Enkele voorbeelden:

Page 53: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

53

Badr: ‘Waarom luister je niet? Ik sta hier toch niet voor niks!Let dus een beetje op’;‘Als iemand Koran leest moet je stil zijn, het is haram omerdoorheen te praten. Wisten jullie dat?’

Rafik: ‘Jullie zijn nu nog jong, maar jullie weten dat het gebedbepaalde regels heeft. Nu mogen jullie nog trainen, maar laterals je volwassen bent mag je niet meer zo gaan lachen tijdenshet bidden. Dus opletten! Je moet ook niet zo’n kabaal makenbij het knielen, want beneden zijn er ook nog mensen diebidden. Kun je twee dingen tegelijk? Praten met je vriendje enopletten?’; ‘Als je blijft laat komen dan leer je niets.’

In het groepsgesprek met de leerlingen is eveneens stilgestaanbij het onderwerp van controle. Daarbij werd vooral gesprokenover strafmethoden en hoe deze verschillen tussen de Koranlesen Arabische les.

Bilal: ‘Hier beneden is er ook Koranles. Daar lezen we in eenheilig boek. Dat is de Koran en daar leren we sura’s uit onshoofd. Want als je gaat bidden moet je dat kunnen.’TP: ‘Zitten jullie allemaal op zowel Arabische les als Koranles?’Twee kinderen zitten op beide en sommigen hebben op Koran-les gezeten. Deze laatste zijn daar weggegaan, omdat het tezwaar was en sommigen vonden het er te streng aan toe gaan.FL: ‘Waarom ben jij ermee gestopt?’Amin: ‘Ik weet niet…. had geen zin meer. Hij sloeg me soms.’TP: ‘Is het een strengere meester dan hier?’Amin: ‘Ja.’TP: ‘Misschien ben jij wel een hele stoute jongen (gelach)…Geeft hij ook meer straf?’Bilal: ‘Soms moet je in het midden van de klas zitten.’Yasser: ‘En soms moet je je hand opsteken (klapt er op metimaginaire meetlat) en als je je hand snel weghaalt krijg jeklappen op je voet.’(…)TP: ‘Hoe is de straf bij de gewone les? Is dat minder streng?’Bilal: ‘Daarzo moet je op één been staan.’TP: ‘Hoe lang dan?’Bilal: ‘Niet lang.’Yousra: ‘Bij ons moet je gewoon bij de muur staan. Na eenwaarschuwing moet je tien keer of vijf keer overschrijven.’

Page 54: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

54

Bilal: ‘Als je de meester irriteert en hij zegt “stil” en je gaatdoor dan moet je de les tien keer of zo overschrijven.’Redouan: ‘Als je vervelend doet dan moet je overschrijven enals je erg vervelend bent en niet werkt dan gaat de meestermet je vader praten.’Bilal: ‘Hierzo slaan ze niet. Alleen met een stokje op de tafel.’Yousra: ‘Toen ik acht was gooide de meester een pen naariemand, maar die kwam op mijn hoofd. Toen kwam mijn opa endie meester kwam niet meer.’

Dit gespreksfragment maakt duidelijk dat er in de ogen van deleerlingen binnen de moskee sprake is van verschil in aanpak vankinderen die over de schreef gaan, zowel tussen vroeger en nuals tussen de Koran- en Arabische les. Naar aanleiding van watde leerlingen vertelden over (de straffen van) de Koranleraarstelt de inhoudelijk deskundige van de Onderwijscommissie datdeze persoon er al was toen de nieuwe commissie aantrad. Er isweinig rechtstreekse communicatie met hem en de regels voorde Arabische lessen gelden niet in de Koranlessen. Wel ligt hetin de bedoeling hierin verandering te brengen en de Koranlessenmeer onderdeel van het geheel te laten uitmaken.

Aansluiten bij de leerlingen‘Vroeger was moskee gewoon zitten en nemen, nemen, nemenen dan moet je niet praten. Nu moet je als kind praten en jeideeën geven. Het is heel anders.’ In het voorgaande is duidelijkgeworden dat de pedagogische aanpak vergeleken met vroegerbeslist kindvriendelijker is. Een belangrijk voorbeeld vormt dewijziging in het strafregime, een ander de samenwerking tussenleerlingen die leerkracht Rafik tracht te bewerkstelligen.Tegelijk hebben we gezien dat er - zeker wat betreft de inbrengvan leerlingen - nog veel valt te doen. Het proces van verande-ring is nog pril. De wens om maatschappelijke kwesties dichterbij huis te brengen, bijvoorbeeld, krijgt in de geobserveerdepraktijk slechts mondjesmaat gestalte. De beoogde ommekeernaar grotere openheid heeft er nog niet toe geleid, althansafgaande op de twee geobserveerde lessen, dat er al eenduidelijk tweerichtingsverkeer in de klasseninteracties wordtgerealiseerd.De uitspraken van de leerkrachten lijken deze stand van zakente reflecteren. Zo stelt Rafik, na de vraag of en hoe maatschap-pelijke kwesties zoals de moord op Van Gogh aan de orde komenin de klas: ‘Ik zeg dan dat dat soort dingen niet mogen en leg uit

Page 55: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

55

waarom dat niet mag. Iedereen heeft vrijheid van mening, maarje moet zo’n kind wel corrigeren in de vorm van discussie.’ Badrziet het eveneens als zijn plicht om uitleg te geven over heikeleonderwerpen. ‘Omdat het gaat om een Marokkaan, een moslim,moet ik het voor hen uitleggen waarom hij dat heeft gedaan endat dat niet hoort. Ik zeg dan hoe een moslim zich moetgedragen, hoe een moslim moet zijn en niet dezelfde foutengaan maken.’ Overigens voegt Badr hier aan toe dat er tot nutoe ‘nog geen input vanuit de kinderen’ is geweest. De beperktelestijd laat het volgens hem ook niet echt toe. Al met al lijkt,afgaande op de observaties en uitspraken van de leerkrachten,vooral in moraliserende termen met de leerlingen te wordengesproken. De communicatie over maatschappelijke kwestieslijkt verder slechts mondjesmaat plaats te vinden. Voor zoverdit gebeurt, wordt deze door de leerkrachten geïnitieerd of inieder geval door hen gedomineerd.De leerlingen in het groepsgesprek lijken de beide laatsteconclusies te bevestigen, en zij maken bovendien duidelijk datzij informele gesprekken over gebeurtenissen in hun dagelijksleven leuk vinden en vaker op de agenda zouden willen zien.

Yasser: ‘Als Marokko met voetbal verliest dan praat de meestererover.’TP: ‘En als Nederland verliest, praat de meester er dan ookover?’Yasser: ‘Ja.’Yasmina: ‘Als er bijvoorbeeld iets in Marokko gebeurt danpraten we er ook over.’TP: ‘Ook over wat er in Nederland gebeurt?’Fatima: ‘Ja soms, over de cartoons bijvoorbeeld. Dat er daar-door heel veel rampen zijn gebeurd.’TP: ‘Begon de meester hier dan over of één van jullie?’Bilal: ‘De meester. Die vertelt dan wat er allemaal is gebeurden zo. Gisteren heeft Egypte gespeeld en omdat de keepereerst ging bidden hebben zij gewonnen. Dat komt omdat hijheeft gebeden.’TP: ‘Zijn jullie er ook nog een beetje uitgekomen met diecartoons?’Fatima: ‘Een beetje. Als de meester in de klas persoonlijkeverhalen gaat vertellen dan dwalen we af naar wat er in Ne-derland gebeurt en de hoogtepunten en dat vind ik erg leuk.Dat doen we ook in de Ramadan.’(later in het gesprek)

Page 56: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

56

Fatima: ‘Soms vind ik het ook wel saai. Je leert heel veel maarje kan weinig zeggen. Ik zou het leuk vinden als er meer ge-praat wordt.’

Het voorgaande gespreksfragment brengt nog iets anders aanhet licht, namelijk dat de Marokkaanse herkomst en het moslimzijn (in de westerse context) belangrijke referentiepuntenvormen in de gesprekken. De leden van de Onderwijscommissiezien hierin dan ook een belangrijke reden voor het feit dat dekinderen op de basisschool terughoudender zijn dan in demoskee, waar ze zich veel vrijer voelen om hun mening tegeven: zij vormen er met hun opvattingen geen buitenbeentje.De openheid van kinderen werkt in ons voordeel, aldus decommissieleden, want het maakt het bespreken van maatschap-pelijk gevoelige onderwerpen in principe gemakkelijker.

Twee laatste thema’s die van belang zijn in verband met hetaansluiten bij de leerlingen bleven nog onbesproken: differenti-atie en het inspelen op tweetaligheid.Hierover laten wij eerst de leerlingen aan het woord:

TP: ‘Als ik juf of meester was dan zou ik…..’Yousra: ‘Voor de les aan de kinderen vragen of ze het (lesin-houd) allemaal nog weten, want soms zitten we de les van vierweken geleden te doen.’TP: ‘Dan is er veel herhaling en dan ga je je vervelen?’Yousra: ‘Ja, en we hebben veel boeken, maar we gebruiken ermaar 1 of 2.’TP: ‘Als een kind heel erg voorloopt dan heb je eigenlijk ookgeen ander materiaal? Je gaat eigenlijk gewoon met het niveauvan de klas mee…’Yousra: ‘Ja, maar er zijn veel kinderen die geen Arabisch spre-ken en daarom zitten ze ook hier…’Yasmina: ‘Sommige meesters leggen het ook in het Arabischuit, want ze kennen niet zo goed Nederlands. Dan leggen ze hetheel goed uit in het Marokkaans en als je het nog niet snapt danzeggen ze soms “laat maar”.’Bilal: ‘Daarom moet je toch Arabisch leren?!...’Yasmina: ‘... Maar als je het niet snapt dan wordt je toch niksduidelijk?’Rachida: ‘Als je het in het Nederlands uitlegt dan weet je devolgende keer precies wat het betekent.’

Page 57: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

57

Er zijn, zo maakt Yousra duidelijk, niveauverschillen tussen deleerlingen, van wie een deel wel en velen niet van huis uitArabisch spreken. Ook zijn er te weinig lesboeken waardoor devariatie in de aangeboden lesstof gering is. Het aanbrengen vandifferentiatie behoort momenteel, aldus de Onderwijscommis-sie, tot de individuele verantwoordelijkheid van de leerkrach-ten. Zij kunnen zelf aanvullende materialen aanwenden. Voorde leerkrachten vormt het gebrek aan geschikt lesmateriaalechter een belangrijk knelpunt, zoals wij eerder hebben gezien.De leerlingen onderstrepen ook dat de taalsituatie in de lesaandacht verdient. In de geobserveerde les van leerkracht Badrkomt haarscherp naar voren dat de kinderen zich het meestthuis voelen in het Nederlands als voertaal. Er zijn vrijwilligerszat als het om samenvatting van een gelezen tekst in hetNederlands gaat, maar niemand waagt zich uit eigen bewegingaan een samenvatting in het Arabisch. Desondanks is hetArabisch de voertaal in de lessen. Volgens de Onderwijscommis-sie wordt Nederlands (en Berbers) wel als hulptaal wordtgebruikt in de les, ‘onderwijskundig is dat wel nodig’. Deleerkrachten zien hier echter enige haken en ogen. Wat hetlesgeven volgens leerkracht Badr bemoeilijkt, is een gebrekkigebeheersing van de Nederlandse taal van de leerkrachten. Hijvoegt daar overigens aan toe dat het hem zelf met enige moeitewel lukt om uitleg in het Nederlands te geven. Zoals eerderbesproken, mist leerkracht Rafik Nederlandstalig lesmateriaaldat ter ondersteuning kan dienen om kinderen de lesstof beterte doen begrijpen.

4.4 Samenvatting

Dit hoofdstuk opende met enkele criteria die volgens deliteratuur ‘de goede leerkracht’ kenmerken. Leerkrachten zijnvooral dan effectief wanneer zij steunend gedrag combinerenmet leidend gedrag. Wat het laatste betreft is noch al te harden restrictief optreden gewenst, noch al te grote permissiviteit.Naast de wijze van steun en controle is ook de wijze vaninstructie uiteraard van belang, te weten een stimulerendeaanpak, die ook enige ruimte laat aan open interactie met deleerlingen en tussen de leerlingen onderling. Voor kinderen diehun plaats moeten vinden als ‘moslim in Nederland’ en daarbij

Page 58: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

58

allerlei dilemma’s het hoofd moeten bieden, kan een responsiefaansluiten op hun vragen en behoeften extra waardevol zijn.Afgaande op de uitspraken van de onderwijscommissie enleerkrachten, wordt aan de genoemde pedagogische voorwaar-den op het punt van steun en controle voldaan: men steltaandacht en vriendelijk gedrag voorop en een positieve aanpakbij correctie: slaan is uit den boze. Kinderen die (herhaald)lastig gedrag vertonen worden naar de Onderwijscommissiegestuurd, die vervolgens de ouders inschakelt. Het ligt in debedoeling dat de leerkrachten ondersteuning krijgen bij deaanpak van onhandelbaar leerlinggedrag door middel van eentraining in klassenmanagement. Wat betreft het helpen vankinderen om hun weg te vinden als ‘moslim in Nederland’ wordthet belang van openheid benadrukt voor vragen en problemenwaarmee de kinderen komen, bijvoorbeeld over discriminatie of(homo)seksualiteit. Een goed contact met de ouders is eveneensvan belang: als bekend is wat de leerling van huis uit meekrijgtkan beter bij haar/zijn behoeften worden aangesloten.De observaties van de concrete lespraktijk laten zien datoverdracht van de (Arabische) leerstof centraal staat. Klassikaleles en eenrichtingsverkeer volgens het Initiatie-Respons-Evaluatie patroon overweegt. Leerlingen worden soms gecorri-geerd, maar dit gebeurt niet al te nadrukkelijk en op tamelijkmilde wijze, meestal in de vorm van een geluid (‘sssst’), gebaarof waarschuwing. Daarbij komt het gebruik van inductie(leerlingen wijzen op de gevolgen van hun gedrag of op hunverantwoordelijkheid, of redeneren over de regels) bij de eneleerkracht wel en bij de andere nauwelijks voor. De leerkrach-ten gaan in op hulpvragen van de leerlingen. Er is echter geensprake van informele uitwisseling, al dan niet naar aanleidingvan de lesstof. Mede afgaande op de uitspraken van deonderwijscommissie en leerkrachten lijkt er vooral in moralise-rende termen met de leerlingen te worden gesproken. DeMarokkaanse herkomst en het moslim zijn vormen belangrijkereferentiepunten. Communicatie over gebeurtenissen in hetdagelijks leven of over maatschappelijke kwesties vindtnauwelijks plaats, terwijl de leerlingen dit zeer zoudenwaarderen.De variatie in de voorhanden lesstof en materialen is gering endifferentiatie naar niveauverschillen tussen leerling mededaardoor lastig te realiseren. Verder verdient de taalsituatieaandacht: de kinderen kunnen doorgaans het beste uit devoeten met het Nederlands, maar het Nederlands te weinig als

Page 59: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

59

hulptaal worden aangewend: de leerkrachten zijn niet allevaardig genoeg in het Nederlands en het benodigde lesmateriaalontbreekt.Van extra activiteiten, zoals museumbezoek, vinden nauwelijksplaats, maar zouden wenselijk zijn, ook om meer lucht in hetlesprogramma te brengen.

Bij dit alles zij nog eens herhaald, dat ook leerkrachten in hetreguliere onderwijs niet altijd aan de besproken criteriavoldoen, laat staan aan al deze maatstaven tegelijk. Vergelijkenwe de bevindingen met die uit eerder onderzoek die inhoofdstuk 2 gepresenteerd werden, dan valt bovendien bij allemitsen en maren toch veel verandering ten goede te constate-ren, zowel materieel gezien als in de pedagogische aanpak.

Page 60: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker
Page 61: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

61

Verwey-

Jonker

Instituut

5 Relatie met gezin en omgeving

Net zoals dat geldt voor de pedagogische inzet van de leerkrach-ten, is ook de communicatie met ouders en hun betrokkenheidbij het onderwijs een belangrijke voorwaarde voor een goedverloop van het leerproces. In het reguliere onderwijs wordtdaarnaast de laatste jaren steeds meer aandacht besteed aan deuitwisseling en samenwerking met andere instellingen voor eenoptimale ontwikkeling van kinderen. Dit hoofdstuk laat zienwelke ontwikkelingen zich in moskee Al Wahda voordoen in derelatie met ouders en met de wijdere omgeving.

5.1 Relatie met de ouders

De relatie met de ouders is voor moskee Al Wahda belangrijk.Dat blijkt alleen al uit het feit dat ouders de aanzet hebbengegeven tot de vervanging van de onderwijscoördinatoren in hetnajaar van 2005. De huidige leden van de Onderwijscommissiezijn op democratische wijze gekozen. Zij hebben vervolgens eenalgemene bijeenkomst met de ouders belegd, waarin een aantalafspraken zijn gemaakt over de lessen in de moskee. De ouderskregen de gelegenheid om hun klachten en opvattingen over delesactiviteiten aan de commissie voor te leggen. Overigens is hetniet zo dat ouders in al hun wensen klakkeloos zijn gevolgd, zostellen de leden van de Onderwijscommissie. Zo kwam er eenvoorstel om klassen te scheiden naar sekse. Dat is door decommissie als onuitvoerbaar afgewezen; er wordt alleen eenscheiding naar niveau aangehouden.

Page 62: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

62

Afgesproken is dat de commissie één jaar krijgt, tot de zomervan 2006, om zich te bewijzen. De commissie heeft de beloftegedaan dat de kinderen goed onderwijs krijgen, maar heeft daartegenover gesteld dat de steun van de ouders onontbeerlijk is.De ouders hebben deze steun ook toegezegd. Zo is de contribu-tie (5,- € per maand) voor het hele schooljaar in één keerbetaald, wat in voorgaande jaren veel moeizamer ging.Er is vrij regelmatig contact met de vaders (‘de vader geeft hetdoor aan de moeder’), omdat zij in de moskee bidden en vaakhun kinderen naar de klas brengen. Naast de vaders tonen ookmoeders een sterke betrokkenheid. ‘We krijgen steeds meermoeders in de moskee die vragen hoe het met hun kind gaat.’Op de vraag of er ook andere vormen van ouderbetrokkenheid –dan bij het wel en wee van het eigen kind - worden nagestreefd,is het antwoord bevestigend. Er vindt twee keer per jaar eenbijeenkomst plaats met de ouders. Bij aanvang van het nieuweschooljaar vindt er een bijeenkomst plaats waarin de Onderwijs-commissie het lesprogramma introduceert en de ouders op dehoogte stelt van de planning en de activiteiten voor dat jaar.Aan het eind van het schooljaar is er een bijeenkomst voor debespreking van het financiële verslag, waarin de Onderwijs-commissie verantwoording aflegt aan de ouders over contribu-tiegelden. Verder wil men de ouders ook gaan betrekken bijuitstapjes. Er wordt positief op het werk van de commissiegereageerd, al zijn er nog wel restanten aanwezig van deproblemen van vóór het aantreden van de nieuwe commissie,‘het vertrouwen moet nog meer gewonnen worden’.De opstelling van de ouders hangt volgens de commissie samenmet een factor als generatie. De eerste generatie kent de schoolvan oudsher een belangrijke opvoedende rol toe, dat was men inMarokko zo gewend. ‘Nu denken ze dat het hier in Nederlandook vanzelfsprekend gebeurt. Wij van de commissie wijzen zeook op hun verantwoordelijkheid als ouders’. Leerkracht Rafikgaat nader in op de wisselwerking met ouders en legt uit dat depedagogische samenwerking met de een gemakkelijker verlooptdan met de ander, waarbij generatie ook volgens hem een rolspeelt.

‘De Onderwijscommissie probeert ouders te betrekken bij demoskeelessen. Als een kind storend gedrag vertoont dan probe-ren we dat eerst hier met het kind zelf op te lossen, maar naherhaling worden de vaders er toch bij geroepen. Dan krijgt hetkind strafwerk mee en dan vragen we de vader daarop toe te

Page 63: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

63

zien. Maar vervelende kinderen heb je ook op de basisschool,niet alleen in de moskee. Gedrag van kinderen is erg veran-derd. Geen respect meer voor leerkracht. Vaak is het ook tewijten aan het gedrag van ouders. Die corrigeren kinderen vanjongs af aan niet op slecht gedrag. Er is tegenwoordig ookweinig sociale controle van de omgeving. Mensen corrigerenelkaar niet meer. Die ouders verwachten dat we hun kinderenopvoeden en onderwijzen, maar dat gaat niet. Natuurlijk gevenwe ze wel wat opvoeding mee, maar we gaan niet twee uurlang kinderen opvoeden. Als een kind van huis uit geen basisheeft meegekregen dan is het te laat. Sommige ouders ver-waarlozen hun kinderen heel erg. Dit zijn vaker eerste genera-tie ouders, want de tweede generatie doet het veel beter. Nietallemaal hoor! Je hebt ook ongeletterde ouderen die je begrij-pen en je ondersteunen in je aanpak.’

Er zijn goede ondersteunende contacten tussen de Onderwijs-commissie en het bestuur. Als er problemen zijn met ouders ofer moet hun iets worden meegedeeld, dan staat het bestuur decommissie met raad en daad terzijde. Als voorbeelden wordengenoemd ‘lastige ouders’, betalingsproblemen of het informerenvan de ouders over het onderhavige onderzoek.

Desgevraagd hebben de vaders in het groepsgesprek geenspecifieke wensen over de relatie tussen ouders en de mensendie het onderwijs op de moskee vormgeven. ‘We moeten nietteveel eisen gaan stellen, want het zijn mensen die dit vrijwil-lig doen en al heel erg hun best doen’, aldus één van hen. Devaders zijn over de moskeecontacten verreweg meer tevredendan over die met het reguliere onderwijs. In het groepsgesprekkwam daarover nogal wat frustratie naar boven. De vadersvinden dat zij slecht worden geïnformeerd over hoe het methun kinderen gaat. Zo gering als voor hen de afstand is tot deOnderwijscommissie en leerkrachten van de moskee, zo groot isdie met het reguliere onderwijs. Een houding van ‘kom maarpraten, vertel het maar, zeg maar wat jullie op je hart hebben’wordt node gemist. Desgevraagd beamen de vaders dat demoskee een rol zou kunnen spelen bij het dichten van dat gat.

TP: ‘Daar zou de moskee een rol in kunnen spelen?’Vader 2: ‘Ja, de Onderwijscommissie of het bestuur. Voor debelangen van onze kinderen, onze wijk en gemeente Charloiszijn wij altijd te bereiken. We zijn geen vreemden.’

Page 64: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

64

TP: ‘Er is wel behoefte aan een uitlaatklep voor ouders? Maarscholen klagen vaak dat de ouders zo moeilijk te bereiken zijn.’Vader 2: ‘De scholen hebben klanten (ouders) die (scholen)moeten naar ons toe komen. Niet andersom. “Luister, julliekinderen zitten bij ons op school, kom een keer praten”.’

Het lijkt erop dat er door de moskee enig missiewerk verrichtkan worden om de relatie tussen ouders en het reguliereonderwijs te versterken. Hiermee zijn we gekomen bij hetthema van de volgende paragraaf die handelt over de relatietussen de moskee en andere instellingen in de buurt die zichmet jongeren bezighouden.

5.2 Relatie met instellingen in de omgeving

Tijdens de lessen gaat het niet alleen om de Koran en Arabischetaal, maar er wordt ook aandacht besteedt aan de socialisatievan kinderen. Daarbij staat het maatschappelijke belang vooropen daarin zou de commissie ook vanuit de lokale overheidondersteund willen worden. De uitwisseling en samenwerkingmet instellingen in de buurt zijn in dat verband eveneensbelangrijk.Volgens de Onderwijscommissie is het contact met andereinstellingen vooralsnog beperkt. Het bestuur van de moskeeheeft wel contact met het nabij gelegen verzorgingshuis,politie, buurthuis Santos (daar zijn bijvoorbeeld verkiezingsbij-eenkomsten georganiseerd), opbouwwerk Charlois, Marokkaansevereniging MCC (Marokkaans Cultureel Centrum) en SPIOR. Metdeze instellingen werkt de moskee af en toe samen bijbuurtactiviteiten.Gezamenlijke activiteiten op het gebied van onderwijs zijn ernog niet. De commissie wil wel in contact komen met scholen eninstanties ‘om ons met pedagogische activiteiten te helpen’. Tedenken valt bijvoorbeeld aan buitenschoolse activiteiten. Demoskee zou de ouders ook meer bij dergelijke extra activitei-ten, naast de lessen, willen betrekken en zou dit in samenwer-king met het basisonderwijs willen doen. Daarnaast ziet decommissie mogelijkheden voor de moskee om met de lesactivi-teiten een bijdrage te leveren binnen de Brede School. Zo zoude moskee Arabische lessen kunnen aanbieden aan kinderen diedat willen. Verder denkt men aan het op gang brengen van een

Page 65: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

65

dialoog tussen godsdiensten in de wijk en het bespreekbaarmaken van (taboe)onderwerpen op het gebied van seksualiteit.Samenwerking met de scholen waar de meeste kinderen van demoskee zitten, heeft de meeste kans van slagen. Daarbij ziet decommissie samenwerking wel uitdrukkelijk als een kwestie vangeven en nemen. Men is huiverig voor een instrumentelebenadering. De moskee wordt dan gebruikt als middel om hetbelang van de basisscholen te dienen, bijvoorbeeld voorverbetering van het bereik van ouders.

Om samenwerkingsmogelijkheden te verkennen, is eengroepsgesprek gearrangeerd. Daarbij waren naast een lid van deonderwijscommissie en de voorzitter van het moskeebestuuraanwezig: twee functionarissen van Stichting de Meeuw, eenfunctionaris OnderwijsKansenZone Oud-Charlois en eenvertegenwoordiger van basisschool Charlois.Als eerste gespreksonderwerp komt het OnderwijsKansenZone-beleid in de wijk Oud-Charlois aan de orde. Een belangrijk doelvan OKZ is om op wijkniveau afstemming te realiseren binnen dedriehoek scholen – wijk - ouders. Binnen het hiertoe opgezetteproject ‘Alles kids in de wijk’ (voorheen ‘wijkpedagogiek’)streeft men naar afstemming en samenwerking met alle partijendie met kinderen bezig zijn in de wijk. Dat kan door kleineprojecten zoals het buurtmoederproject, stimuleren vankennismaking, of door samen met alle partijen te werken aanmeer eenheid in de omgangsvormen met de kinderen. Belangrijkonderdeel in ‘Alles kids’ zijn ouders en ouderbetrokkenheid.Wat betreft kinderen richt het project zich vooral op socialecompetenties. Voor leerkrachten en kinderwerkers is hiertoeeen cursus ‘Alles kids’ ontwikkeld. De competenties zijn nuvanuit de scholen omschreven, maar ook kinderwerk, tiener-werk, speeltuinen en andere partijen in de wijk, zoals demoskee, zouden hierover kunnen meedenken. Ook los daarvan ishet goed als diverse instellingen die in aanraking komen metkinderen uit de wijk contact hebben met elkaar. Het projectbevindt zich in de startfase. Er is begonnen met een kleinegroep, vanuit scholen, maar de volgende bijeenkomst is aluitgebreid met kinderwerk, speeltuinen, peuterspeelzalen. Ookde moskee is daarbij welkom.Vanuit de moskee juicht men een meer structureel partnerschapin de wijk toe. Probleem is dat veel mensen de moskee als partijbenaderen met het verzoek diensten te leveren aan derdenzoals de gemeente, of om bij te dragen aan bijvoorbeeld

Page 66: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

66

wijkdialogen of voorlichting over onderwijs. Om meer evenwichtte krijgen in het ‘geven en nemen’ zou de moskee op structu-relere basis partner moeten zijn in de wijkontwikkeling endaartoe ook meer gefaciliteerd moeten worden.Meer samenwerking is om verschillende redenen van belang. Teneerste signaleren scholen, kinderwerk en de moskee dezelfdeproblemen, vooral met overlastgevend gedrag van kinderen enjongeren. Bij moskee Al Wahda leeft de behoefte aan uitwisse-ling over kinderen die moeilijk hanteerbaar gedrag laten zien.Een andere behoefte is uitwisseling met basisscholen overkinderen met achterstand. Er is veel vraag naar huiswerkbege-leiding. De moskee biedt deze nu aan in twee groepen van achttot dertien kinderen, maar er is nog gebrek aan (bevoegde)begeleiding. Er is een verzoek ingediend bij SPIOR om hierinondersteuning te geven.Ten tweede is nadere afstemming tussen de moskee, basisscho-len en andere instellingen gewenst. Kinderen doen namelijkallerlei (verschillende) ervaringen op, op de basisschool, in debuurt, in hun gezin, in de moskee. Een nieuwe pedagogischeopdracht is om deze werelden te overbruggen. Observatie enbespreking van elkaars lessen door leerkrachten van de moskeeen basisscholen zou een van de mogelijkheden hiertoe zijn. Ookzou gezamenlijk overleg kunnen plaatsvinden over de pedagogi-sche benadering van kinderen na gebeurtenissen die degemoederen sterk beroeren, zoals de moord op Van Gogh.Iedereen moet hierop nog deskundigheid verwerven engemeenschappelijk hierover nadenken kan daarbij helpen.Ten derde ervaren ouders bij de moskee een lagere drempel danbij de basisschool. Er is veel informeel contact en grootvertrouwen. Er zou via de moskee veel voor ouders georgani-seerd kunnen worden.Een vierde reden voor het aanhalen van de banden vormt debehoefte aan deskundigheidsbevordering van de leerkrachten ende onderwijscommissie van moskee Al Wahda. Een mogelijkheidhiertoe is de al genoemde wederzijdse observatie doorleerkrachten van de moskee en basisscholen.Ten slotte leeft bij de moskee, net als bij de andere moskeeënin het onderzoek ‘Pedagogiek in de moskee’, de behoefte om tedelen in ruimte en faciliteiten van nabijgelegen basisscholen.Men zou bijvoorbeeld de huiswerkbegeleiding bij voorkeur opeen van de scholen geven. Bij de moskee zijn de materiëlemogelijkheden gering. Dit geldt ook voor de mogelijkheden omafwisseling te brengen in de lesactiviteiten, bijvoorbeeld met

Page 67: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

67

tv/video, of om speelruimte te bieden in de pauze. Supervisieen beheer vormen wel belangrijke knelpunten die veel aandachtverdienen bij een gezamenlijk gebruik van ruimte en facilitei-ten, maar binnen de Brede School-ontwikkeling kan steedsmeer.

Hoewel het groepsgesprek verkennend van karakter was heefthet toch geresulteerd in enkele eerste afspraken.Voor een nadere samenwerking met andere instellingen, zoalsbasisscholen, is het van belang dat bekend is uit welke wijkleerlingen afkomstig zijn die de moskeelessen bezoeken en opwelke scholen zij zitten. Door tijdgebrek van de vrijwilligeleerkrachten is het nog niet gelukt hiervan een overzicht temaken. Scholen zouden ook zelf aan de leerlingen kunnenvragen bij welke moskee ze lessen volgen. Voor de toekomst kanworden gekeken of de inschrijfformulieren hiertoe kunnenworden aangepast. Dit punt kan worden besproken tijdens deeerstvolgende bijeenkomst van het samenwerkingsverband.Het Alles Kids overleg wordt uitgebreid met andere instellingen.De moskee is welkom als partner. Bij verdere uitwisseling gaathet, zo wordt geconstateerd, aan de ene kant om uitwisselingvan informatie over de pedagogische aanpak, bijvoorbeeld vanagressieve kinderen. Aan de andere kant is er behoefte aanvisiebepaling: waar staan we voor als opvoeders in deze wijk?Beide paden zijn naast elkaar te bewandelen. Het zou goed zijnals de moskee aanschuift bij bestaand overleg, de lijnen zijndan korter. Uitwisseling van leerkrachten tussen de moskee ende school zou dan gemakkelijker kunnen worden geregeld. Nu alzijn leerkrachten van de moskee welkom om op de basisschoolCharlois te komen kijken.

5.3 Samenvatting

De relatie met de ouders is voor moskee Al Wahda belangrijk; zijgaven de impuls tot de onderwijsvernieuwing die in het najaarvan 2005 is ingezet. De (nieuwe) Onderwijscommissie heeft debelofte gedaan dat de kinderen goed onderwijs krijgen, maarheeft daar tegenover gesteld dat de steun van de oudersonontbeerlijk is. De ouders hebben deze steun ook toegezegd.Met veel vaders en een toenemend aantal moeders is erregelmatig contact over de voortgang van het eigen kind. De

Page 68: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

68

pedagogische samenwerking verloopt gemakkelijker met de eendan met de ander, waarbij migratiegeneratie een rol speelt. Alser problemen zijn met ouders of er moet hun iets wordenmeegedeeld, dan staat het bestuur de Onderwijscommissie metraad en daad terzijde. Twee keer per jaar vindt een ouderbij-eenkomst plaats en men wil de ouders ook gaan betrekken bijuitstapjes. De vaders in het groepsgesprek zijn veel tevredenerover de moskeecontacten dan over die met het reguliereonderwijs, dat zij als hoogdrempelig ervaren. De moskee zouvolgens hen de relatie tussen ouders en het reguliere onderwijskunnen helpen versterken.De Onderwijscommissie omschrijft het contact met instellingenin de omgeving als beperkt. Er wordt vooralsnog slechtsincidenteel samengewerkt. Gezamenlijke activiteiten op hetgebied van onderwijs zijn er nog niet. De Onderwijscommissiewil wel meer samenwerking met scholen, bijvoorbeeld binnende Brede School. De samenwerking zou de organisatie van extraactiviteiten tot doel kunnen hebben, en het betrekken vanouders daarbij. De moskee kan ook een bijdrage leveren metArabische lessen, het op gang brengen van een dialoog tussengodsdiensten en het bespreekbaar maken van (ta-boe)onderwerpen op het gebied van seksualiteit.De commissie ziet samenwerking wel uitdrukkelijk als eenkwestie van geven en nemen.Om samenwerkingsmogelijkheden te verkennen is een groepsge-sprek gearrangeerd met functionarissen van enkele onderwijs-en welzijnsinstellingen. Afstemming binnen de driehoek scholen– wijk – ouders vormt een belangrijk doel van het OnderwijsKan-senZone-beleid. De moskee zou daar partij in kunnen zijn.De samenwerking zou gericht kunnen zijn op het uitwisselen vanervaringen over moeilijk hanteerbare kinderen en kinderen metachterstand, op deskundigheidsbevordering van de vrijwilligeleerkrachten van de moskee, evenals op overbrugging van deverschillende werelden waarin de kinderen leven. Via de moskeekan veel voor ouders georganiseerd worden en bijgedragenworden aan Brede School-activiteiten. Tot slot leeft bij demoskee de behoefte om te delen in ruimte en faciliteiten vannabijgelegen basisscholen.Vanuit de moskee juicht men een partnerschap in de wijk danook toe. Probleem is dat de moskee veel benaderd wordt omdiensten te leveren aan derden zoals de gemeente, om bij tedragen aan bijvoorbeeld wijkdialogen of voorlichting overonderwijs. Om meer evenwicht te krijgen in het ‘geven en

Page 69: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

69

nemen’ zou de moskee op structurelere basis partner moetenzijn in de wijkontwikkeling en daartoe ook meer gefaciliteerdmoeten worden.Het groepsgesprek was verkennend van karakter, maar heefttoch geresulteerd in enkele eerste afspraken. Nagegaan zalworden of de scholen kunnen helpen inventariseren welkeleerlingen moskee Al Wahda (en andere moskeeën) bezoeken.Verder is de moskee welkom als partner in het OKZ-overleg enzijn de moskeeleerkrachten uitgenodigd voor een bezoek aanbasisschool Charlois.

Page 70: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker
Page 71: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

71

Verwey-

Jonker

Instituut

6 Aanknopingspunten voor pedagogischeinnovatie

Moskee Al Wahda heeft in het voorjaar van 2006 haar deurengeopend voor een onderzoek naar de pedagogische kwaliteit vande lessen voor kinderen. Dit hoofdstuk vormt het sluitstuk van derapportage over het onderzoek. Allereerst volgt een paragraafmet een samenvatting en conclusies over de belangrijkstebevindingen. Vervolgens geven wij de knelpunten en wensen weerdie door onze gesprekspartners zijn genoemd met het oog opverbetering van de pedagogische kwaliteit van de moskeelessen.Ten slotte volgen enkele belangrijke aanbevelingen die uit deonderzoeksbevindingen voortvloeien.

6.1 Samenvatting en conclusies

Samengevat legt moskee Al Wahda zich wat de lesactiviteitenbetreft in de eerste plaats toe op overdracht van de Arabischetaal en in de tweede plaats op islamitische educatie. Het oog isdaarbij zowel gericht op de banden met Marokko en de eigen(religieuze) gemeenschap, als op die met de omringendesamenleving. De leidende gedachte is dat kinderen vanuit(kennis van) hun roots het beste hun plaats kunnen bepalen enkunnen integreren in de (westerse) maatschappij. Aansluiting bijde maatschappij wordt feitelijk op twee manieren nagestreefd.Enerzijds door kinderen te doordringen van halal u haram, wathoort en niet hoort, en van respect voor de medemens (metdeze opvatting over bridging staat moskee Al Wahda overigensniet alleen, zie bijvoorbeeld Driessen & Van der Werf, 2004).

Page 72: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

72

Deze benadering wordt door de vaders benadrukt, terwijl deOnderwijscommissie en leerkrachten daarnaast nog een stapverder gaan: ook het aansluiten bij de dagelijkse leefwereld vanhet kind en bij maatschappelijke kwesties waarmee het temaken krijgt, verdient een plaats in het onderwijs.De doelen van moskee Al Wahda vinden wij tot op zekere hoogteweerspiegeld in het programma, de materialen, de pedagogi-sche uitgangspunten en de geobserveerde praktijk, maar derelatie is zeker niet één op één. Het lesprogramma is kersversen gaat uitsluitend over de taallessen en daarin te behalendoelen. De relatie tussen het lesprogramma en de beschikbarelesmaterialen is niet geëxpliciteerd; in feite wordt het aanindividuele leerkrachten overgelaten hoe zij de materialeninzetten. Ook blijken zij op eigen initiatief aanvullendematerialen te (kunnen) gebruiken. Er zijn diverse (werk)boekenaanwezig, die sterk uiteenlopen naar herkomst, gebruikte taalen context waarin de teksten en opdrachten zijn ingebed. Erworden echter slechts één of twee boeken gebruikt. Voor hetlesonderdeel islamitische educatie zijn de leerkrachtenvooralsnog op hun eigen kennis of op door henzelf aangeschaftmateriaal aangewezen. Het onderzoek laat geen conclusies overhet materiaalgebruik toe, omdat onbekend is welke selectie deleerkrachten uit het materiaal maken en met welke uitleg zijhet omgeven.Wat betreft de pedagogische uitgangspunten en praktijk vindenwij deels consistentie, dat wil zeggen dat de pedagogischebenadering ‘kindgericht’ is. Van de eenzijdige gerichtheid ophet memoriseren van kennis en van de harde discipline in detraditionele schooltjes, is in moskee Al Wahda weinig meer tebespeuren. Afgaande op de nieuwe regels en op de gesprekkenmet de Onderwijscommissie en onderwijsgevenden, staat meneen open aanpak voor en is het toepassen van slaag tot taboeverklaard. De geobserveerde lessen weerspiegelen dit: deomgang met de kinderen blijkt vriendelijk en de gehanteerdemethoden van gedragsregulatie zijn mild. Van enige vorm vanfysieke straf is geen sprake. Wel hanteert men bij het vermanenvan de kinderen in verschillende mate ‘inductie’ - die eenleerzaam effect kan hebben - en is er weinig open interactiemet de kinderen. De leerlingen zouden graag meer praten.Verder wordt slechts incidenteel aandacht besteed aanoverbrugging met de buitenwereld: het eenrichtingsverkeerdomineert en leerkrachten hebben de neiging een watmoraliserende toon aan te slaan.

Page 73: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

73

Het is duidelijk dat de kinderen een vol programma hebben;men wil de kinderen in korte tijd veel bijbrengen. Daarbijbestaat wel oog voor het vermijden van overbelasting en tegrote druk. Men zou de kinderen graag meer ontspannendeactiviteiten bieden, maar de beperkte ruimte en faciliteitenstaan dat niet toe.

Bij dit alles zij nog eens herhaald, dat de moskeelessen doorvrijwilligers worden gegeven en dat de ouders de materiëlevoorzieningen opbrengen. Het zou dan ook onterecht zijn depedagogische lat even hoog te leggen als in het basisonderwijs.Bovendien voldoen ook professionele leerkrachten niet altijdaan alle criteria die wij in dit onderzoek hebben gehanteerd. Ditbetekent uiteraard niet dat het streven naar pedagogischeverbetering en innovatie van het moskeeonderwijs achterwegemoet blijven. Integendeel, zoals ook de volgende paragraaf laatzien, staan de Onderwijscommissie en andere betrokkenen ophet standpunt dat dit van groot belang is.

De relatie met ouders krijgt vooral vorm door informeel contact.Daarin is plaats voor het bespreken van de voortgang vankinderen en eventuele gedragsproblemen. In 2005 was er eenmeer intensieve uitwisseling op collectief niveau vanwegeonvrede bij de ouders over de vorderingen van hun kinderen bijde Arabische les. Volgens afspraak zal in het vervolg tweejaar-lijks een ouderbijeenkomst plaatsvinden met de Onderwijscom-missie. Aan de verbetering van de relatie met de ouders enverhoging van hun betrokkenheid werkt de moskee verder doorafspraken over wederzijdse verantwoordelijkheden. De ouders(in dit geval vaders) zelf uiten tevredenheid over de relatie metde moskee. Wel hebben ze grote behoefte aan communicatieover en met het reguliere onderwijs. De moskee zou daar eenbemiddelende rol in kunnen vervullen.Ook in ander opzicht werkt de moskee aan het versterken vande connectie met de buitenwereld. De moskee wil eenpartnerschap aangaan met naburige instellingen, vooralbasisscholen. Voorwaarde is dat beide partijen erbij moetenwinnen. Dat lijkt goed mogelijk, want tegenover de faciliteitenvan het reguliere onderwijs zou de moskee haar goede relatiemet de ouders kunnen stellen.Om samenwerkingsmogelijkheden te verkennen, is eengroepsgesprek gehouden waarbij naast vertegenwoordigers vande moskee functionarissen van Stichting de Meeuw, Onderwijs-

Page 74: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

74

KansenZone Oud-Charlois en basisschool Charlois aanwezigwaren.De moskee zou deel kunnen uitmaken van het overleg binnenhet OnderwijsKansenZone-beleid, dat afstemming en samenwer-king beoogt met alle partijen die met kinderen bezig zijn in dewijk. Vanuit de moskee juicht men een meer structureelpartnerschap in de wijk toe.De partijen zijn het ermee eens dat samenwerking om verschil-lende redenen van belang is: om informatie uit te wisselen overde aanpak van agressieve kinderen of van achterstand, om toteen gezamenlijke visie te komen over ‘pedagogiek in de wijk’ enom gezamenlijk activiteiten te ondernemen. Zo kan een opouders gericht aanbod toegankelijker worden via de moskee. Alsleerkrachten van de moskee en basisscholen elkaar wederzijdsbezoeken en observeren, kan worden bijgedragen aan deskun-digheidsbevordering van de eersten en kennisname van deleefwereld van kinderen bij de laatsten. Ten slotte zou demoskee kunnen delen in de ruimte en faciliteiten van nabijgele-gen basisscholen.

6.2 Knelpunten en wensen

In de verschillende gesprekken is de vraag aan de orde gesteldnaar knelpunten die een goede uitvoering van de lesactiviteitenbelemmeren en naar behoeften aan verbetering. ‘De moskeeheeft wel enkele zwakten: leerkrachten hebben weinigdidactische vaardigheden, en er is niet genoeg materiaal’, steltleerkracht Rafik. Naast pedagogische afstemming in de wijk enhet partnerschap met andere instellingen, die onderwerp warenvan het vorige hoofdstuk, liggen de knelpunten dan ookvoornamelijk op het vlak van deskundigheidsbevordering enverbetering in materieel opzicht.

Wat de materiële voorzieningen betreft, is de wensenlijst lang.We hebben al in de hoofdstukken 3 en 4 gezien dat hetontbreekt aan een systematisch pakket van lesmaterialen. Erzou meer eenheid in lesprogramma, -methoden en -materialenmoeten komen. In het bijzonder gaat het daarbij om lesmateri-aal waarin het Nederlands als hulptaal wordt gebezigd, ommaterialen die geschikt zijn om te differentiëren naar het

Page 75: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

75

uiteenlopende niveau van de leerlingen en om materialen voorde islamitische educatie – gesitueerd in de Nederlandse context.Daarnaast worden ook andere benodigdheden gemist dietegenwoordig op geen reguliere school ontbreken. LeerkrachtRafik: ‘Tegenwoordig kun je niet meer alleen met krijtlesgeven, je hebt zoveel andere middelen nodig om goed les tegeven. Er zou een computer moeten komen en een diascherm,dat is allemaal heel erg belangrijk. Er zijn educatieve program-ma’s voor pc, speelgoed en cd’s die je voor je lessen kuntgebruiken.’Verder is er, aldus de Onderwijscommissie, behoefte aanuitbreiding van de leslokalen. De afschaffing van OALT heeft toteen verdubbeling van de inschrijvingen geleid. Twee lokalen zijnte weinig om alle kinderen op te vangen. Ook moet er aangepastmeubilair komen, bijvoorbeeld kleine stoeltjes voor de kleinerekinderen. Deze uitbreiding hoeft niet per se binnen de moskeeplaats te vinden. De lessen kunnen eventueel ook op eenreguliere school verzorgd worden. Dan kunnen ze ook doorde-weeks plaatsvinden, zodat de kinderen in het weekend vrij zijn.Om deze doelstelling te realiseren moet de moskee op zoek naarpartners. De leerlingen en vaders wezen eveneens op manke-menten aan het interieur en de locatie, waarbij de vaders watnegatiever uit de hoek komen over het mogelijke partnerschapmet basisscholen.

Yasmina: ‘We moeten ook andere tafels hebben, want die zijnook een beetje oud.’Bilal: ‘Die muur daar, als je ‘m één trap geeft valt ie om. En detafels wiebelen ook een beetje en sommigen hebben geenplank meer. En door die muur hoor je ook de andere meester inde klas.’

Vader 2: ‘De belangrijkste probleem is de locatie, want dekinderen willen ook een beetje vrijheid. Hier krijgen ze bij-voorbeeld geen pauzetijd, want hier komen ook mensen bid-den. Als de kinderen een aparte ruimte hadden dan is dat veelbeter.’TP: ‘Hoe zou u het vinden als het dan deels op de basisschoolplaatsvindt?’Alle vaders knikken instemmend…Vader 2: ‘Ja daar zitten we al jaren op te wachten. We hebbenhet vaak geprobeerd, ook bij de gemeente.’TP: ‘Hebt u ook contact gehad met de basisscholen?’

Page 76: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

76

Vader 2: ‘Daar willen ze liever niet over praten. Als er geendruk is van de gemeente doen ze het niet. Naar ons oudersluisteren ze niet. Ik heb zelf ook in het onderwijs gezeten enkinderen opgeleid en ik heb het wel eens geprobeerd bij deschool. Maar ik weet hoe dat gaat; de directeur gaat weg en erkomt een ander, de gemeente, verantwoordelijkheid, debrandweer…het bekende verhaal en dan kom je geen stapverder. Wij zijn ook belastingbetalers en mensen van de wijken het zijn onze kinderen die daar overdag zitten en ze zoudenook in het weekend daar les kunnen krijgen. Als de directeurzegt: “die verantwoordelijkheid nemen we niet”….’Vader 3: ‘Zo voel je je eigen in een hoek gedrukt.’Vader 2: ‘Zo gaat het gewoon.’

Zowel de onderwijscommissie, leerkrachten als kinderen hebbende behoefte geuit aan uitbreiding van buitenschoolse activiteiten,zoals schoolreisjes of museumbezoek. Leerkracht Badr pleitdaarnaast voor uitbreiding van de lestijd, zodat er ‘meer tijd isvoor leuke dingen’. Hoewel slechts enkele leerlingen in hetgroepsgesprek desgevraagd voelen voor een uurtje les erbij, is hetniet uitgesloten dat leuke en ontspannende activiteiten meerleerlingen daarvoor zouden motiveren.

De Onderwijscommissie wil graag deskundigheidsbevordering ophet pedagogische vlak: bijscholing van de leerkrachten voor enbegeleiding van de leden van de onderwijscommissie. Op ditgebied zien ze mogelijkheid tot samenwerken met SPIOR,bijvoorbeeld door ontwikkeling van een gezamenlijk plan vanaanpak.Naast uitwisseling met leerkrachten van het regulier onderwijs,die vooral ter sprake kwam in het netwerkgesprek, zou erruimte moeten komen voor onderlinge uitwisseling en intervisietussen leerkrachten en moskeeën onderling en voor anderemogelijkheden om de didactische kwaliteit in de les teverbeteren. ‘Er zou meer samenwerking en uitwisseling vanervaring en leerkrachten moeten zijn met andere moskeeën’aldus ook leerkracht Rafik.Uitgaande van de eerder geformuleerde pedagogische criteriazou bij de pedagogische vernieuwing aandacht moeten uitgaannaar uitbreiding van technieken van controle, naar omgang metlastige kinderen en klassenmanagement, naar meer interactievewerkvormen en naar het stimuleren van open interacties overactuele onderwerpen.

Page 77: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

77

6.3 Aanbevelingen

Op grond van de bevindingen in het onderzoek komen wij tot devolgende aanbevelingen.

• Samenwerking en uitwisseling in de wijkOm pedagogische afstemming in de wijk te bewerkstelligen, isstructurele opname van de moskee als partner in wijknetwerken(onderwijs, welzijn, sport) van belang.Binnen dergelijke verbanden kan worden gewerkt aan pedagogi-sche uitwisseling en een gezamenlijke aanpak van huiswerkbe-geleiding. Het verbeteren van de informatievoorziening aanouders en verhogen van hun betrokkenheid behoort tot dewensen van zowel de moskee als de basisscholen. De moskeeheeft een groot bereik onder de ouders, mede dankzij deinformele ontmoetingsmogelijkheden; de basisscholen hebbeninhoudelijke knowhow waaraan (ook bij de ouders) behoefte is.Door samenwerking kan het mes dus aan meerdere kantensnijden. Ook een gezamenlijk gebruik van ruimten en facilitei-ten kan aan de orde komen. Ten slotte zou samengewerktkunnen worden bij het aanbieden van extra activiteiten, zoalsmuseumbezoek en sport. Wat het laatste betreft valt aan tesluiten bij het programma 'Meedoen allochtone jongeren doorsport' van de ministeries van Justitie en VWS. Samenwerking metbasisscholen is bovendien van belang vanwege deskundigheids-bevordering van de moskeeleerkrachten.

• DeskundigheidsbevorderingDe pedagogische kwaliteit van de leerkrachten kan verderworden verhoogd via cursussen en trainingen en het stimulerenvan kadervorming. Aangesloten kan worden bij de initiatievenvan SPIOR vanuit de gemeentelijke nota ‘Meedoen of achterblij-ven’, waarin extra scholing en intervisie voor leraren (binnenhet moskeeonderwijs) centraal staat.Er zou meer samenwerking en uitwisseling van ervaringen enleerkrachten moeten komen met andere moskeeën. In dit kaderzou verder een website ontwikkeld kunnen worden waarinbijvoorbeeld een databank met goede praktijken en lesvoor-beelden is opgenomen, evenals een mogelijkheid voor onlineadvies en voor uitwisseling van tips en ervaringen.Vaardigheid van de leskrachten in het Nederlands, naast hetArabisch, is van groot belang voor het moskeeonderwijs, zowel

Page 78: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

78

voor het onderricht in de Arabische taal, als voor een betereaansluiting bij de leefwereld van de kinderen.

• Eenheid in programma en materialenEr zou meer eenheid moeten komen in het lesprogramma en debijhorende materialen. Ook zijn de materialen ontoereikend omaan de nieuwe eisen van de tijd te voldoen. Er zou voorallesmateriaal moeten worden ontwikkeld waarin het leven als‘moslim in een westers land/Nederland’ een prominentereplaats heeft. Nederlandstalig ondersteunend materiaal tenbehoeve van de Arabische taalles is eveneens nodig. Dezeprogrammatische vernieuwing zou moeten plaatsvinden in eengezamenlijke inspanning met andere islamitische organisaties,waaronder SPIOR en de onlangs opgerichte vereniging van imamsvan Marokkaanse moskeeën.

• OnderzoekVerbreding van dit onderzoek naar andere moskeeën en anderesteden is van belang.Daarnaast is vanwege pedagogische innovatie nadere studiewenselijk van (inter)nationale goede praktijken van educatievoor moslimkinderen. In dit kader zou ook studie van de recentemodernisering van het Koran-, kleuter- en basisonderwijs inMarokko aandacht verdienen.

Page 79: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

79

Verwey-

Jonker

Instituut

7 Pedagogiek in drie moskeeën:vergelijkend overzicht

Drie moskeeën in Rotterdam openden hun deuren om onderzoe-kers een kijkje te laten nemen naar de lesactiviteiten voorkinderen. Het belangrijkste doel was een proces van pedagogi-sche innovatie te ondersteunen, ook om ouders en kinderen vannu bij te kunnen staan in het vinden van hun weg (als moslim) inde migratiecontext. De onderzoekers analyseerden hetprogramma en lesmateriaal, voerden gesprekken met verschil-lende partijen, en observeerden enkele lessen. Dit hoofdstukvoorziet in een beknopt vergelijkend overzicht van de Ayasofyamoskee, de Al Wahda moskee en moskee Othman.

De doelen die de moskeeën nastreven vertonen veel overeen-komsten. De overdracht van kennis van de islam en islamitischevorming nemen een centrale plaats in. Bij de Marokkaansemoskeeën is ook het leren van de Arabische taal een hoofddoel.Het gaat er de moskeeën om de (religieuze) identiteit bijkinderen te vormen en versterken, en daarmee de banden methet land van herkomst en/of de etnische of religieuze gemeen-schap in stand te houden. Vanuit deze wortels kunnen kinderenhun weg vinden in de omringende samenleving.Het slaan van een brug naar de samenleving vormt eensecundair doel. Alle drie de moskeeën zien het bijbrengen vanrespect en fatsoen als de belangrijkste weg naar dit doel. In deAl Wahda moskee leeft daarnaast het voornemen meer aan tesluiten bij de dagelijkse leefwereld van het kind en bijmaatschappelijke kwesties waarmee het te maken krijgt. Bij deAyasofya moskee zijn de opvattingen hierover meer uitgespro-

Page 80: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

80

ken en huldigt men een bij uitstek defensief standpunt:gewapend met kennis van de islam moeten de kinderen lerenzich weerbaar op te stellen in de wijdere samenleving die alsonwetend of zelfs islamvijandig wordt gezien.

De drie moskeeën hebben alle een lesaanbod voor jongereleerlingen in de leeftijd van ongeveer zes tot dertien jaar. DeAyasofya moskee biedt ook lesactiviteiten aan adolescenten. Delestijden voor de jongere leerlingen variëren van vier tot zes uurper week. Bij de Othman moskee volgen de meeste kinderentwee maal drie uren les in het weekend. Bij de Al Wahdamoskee hebben kinderen meestal twee maal twee uur les in hetweekend. De Ayasofya geeft, in tegenstelling tot de Marokkaan-se moskeeën, meisjes en jongens afzonderlijk les, de eerstentwee keer drie uur in het weekend, de laatsten vier keeranderhalf uur doordeweeks.

Het lesprogramma en de lesmaterialen sluiten in wisselendemate aan bij de hoofddoelen van taal- en islamitische educatie.Moskee Al Wahda heeft een kersvers programma en beschiktover enige materialen voor de lessen Arabisch. Voor deislamitische vorming moeten de leerkrachten zelf de lesstofbijeengaren. Moskee Othman werkt met een ruimer arsenaal aanmaterialen. Voor beide moskeeën geldt dat de materialen vanuiteenlopende, vooral Marokkaanse, herkomst zijn en geensystematisch lespakket vormen. Referenties aan de westerse enNederlandse context ontbreken. Bij moskee Al Wahda is geenNederlandstalig lesmateriaal beschikbaar dat ter ondersteuningkan dienen om kinderen de lesstof beter te doen begrijpen. DeAyasofya moskee hanteert een hechter lespakket; de teksten enillustraties in de lesboeken bevatten regelmatig verwijzingennaar de Europese context, naast de Turkse. Het verschil tussende moskeeën is vooral terug te voeren op het feit dat deMarokkaanse moskeeën autonoom zijn en daardoor sterker opzelfwerkzaamheid zijn aangewezen, terwijl de Ayasofya deeluitmaakt van de in Europa gevestigde federatie Milli Görüş. Dezeorganisatie speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling envernieuwing van lesprogramma’s en bijhorende materialen.Het nevendoel van het overbruggen van de afstand tussen deverschillende leefwerelden van het kind krijgt in geen van demoskeeën nog handen en voeten in de vorm van hieroptoegesneden materialen.

Page 81: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

81

De pedagogische aanpak bij de drie moskeeën getuigt van deveranderingen die zijn opgetreden ten opzichte van hettraditionele Koranonderwijs, zoals dat nog tot in de jarentachtig in de landen van herkomst én in Nederland kon wordenaangetroffen. Van een eenzijdige gerichtheid op het uit hethoofd leren van kennis en van harde discipline is geen sprakemeer. De moskeeën staan een open en kindvriendelijke aanpakvoor en toepassing van slaag is, meer of minder recent, taboeverklaard.Deze opvattingen vinden we weerspiegeld in de geobserveerdepraktijk. De omgang met de kinderen is vriendelijk en de wijzevan gedragsregulatie mild. Vooral in de Ayasofya moskee wordtdaarbij van inductieve methoden gebruik gemaakt, dat wilzeggen van praten in plaats van meer autoritaire methoden: deleerkrachten wijzen kinderen individueel of collectief op degevolgen van hun gedrag voor zichzelf of anderen, of op regelsen afspraken. In de Othman moskee gebeurt dit weinig en in deAl Wahda moskee in wisselende mate.In de meeste lessen in alle drie de moskeeën domineert wel hetInitiatie-Respons-Evaluatie model van onderricht, en dusverticale interactie en eenrichtingsverkeer tussen leerkracht enleerling. De mate van open interactie verschilt. In de Marok-kaanse moskeeën zagen de onderzoekers er weinig voorbeeldenvan. In de Ayasofya moskee was er meer ruimte voor, vooral inde lessen voor wat oudere leerlingen, die de agenda deels ookmeebepalen. In een van de geobserveerde lessen kwamensociale kwesties als vrouwenemancipatie en kindermishandelingaan de orde. Van expliciete verwijzingen naar de identiteit van‘moslim in een westers land’ was ook in deze les geen sprake.Bij de Marokkaanse moskeeën zijn de ideeën over overbruggingvan de afstand tussen de leefwerelden van het kind weiniguitgesproken. De uitzondering vormt het moraliseren, hetwijzen op normen en waarden in de omgang met anderen. Bij deTurkse moskee lijkt een defensieve houding te overheersen,waarbij de leerkrachten overigens wel van mening verschillenover het al dan niet bespreken van controversiële of politiekeonderwerpen. In alle gevallen staat de pedagogiek op dit puntnog in de kinderschoenen.Als het om aansluiten bij de leerlingen gaat is ook aandacht voormeertaligheid op zijn plaats. In geen van de moskeeën is hetNederlands de voertaal in de lessen. Gezien de vaardigheid vande doorsnee leerling in het Nederlands zou het van belang zijnhet Nederlands als hulptaal te gebruiken in de lessen. In

Page 82: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

82

hoeverre dit gebeurt, varieert echter. Het is vooral afhankelijkvan de mate waarin leerkrachten het Nederlands beheersen.De moskeeën willen de kinderen in betrekkelijk korte tijd veelbijbrengen. Men is zich wel bewust van het gevaar vanoverbelasting. In alle drie de gevallen tracht men hierop in tespelen door het inlassen van grapjes, gesprekjes, liedjes ofspeelse lesmethoden. Alle drie moskeeën zouden graag meerafwisseling bieden door sport of andere extra activiteiten zoalseducatieve uitjes. De Marokkaanse moskeeën zouden graagbeschikken over meer faciliteiten, bijvoorbeeld audiovisuele,om ook binnen de lessen meer variatie te kunnen aanbrengen.

Wat de ouderbetrokkenheid betreft zien we opnieuw veelovereenkomsten. De moskee heeft een lage drempel voor deouders. Anders dan bij de basisschool kan overleg plaatsvinden,bijvoorbeeld bij het brengen en halen van kinderen, zonderafspraken en tijdsdruk. Het accent ligt op informeel overlegover de voortgang die kinderen maken in de lessen of overproblemen met kinderen. Dat ouders ook op meer collectiefniveau een stem in het kapittel kunnen hebben, bleek bijmoskee Al Wahda: hun onvrede over de vorderingen van hunkinderen bij de Arabische les heeft uiteindelijk tot belangrijkeonderwijshervormingen geleid.Waar ‘ouders’ staat moet overigens in de eerste plaats ‘vaders’gelezen worden. Bij moskee Othman verloopt het contact viahen, terwijl bij moskee Al Wahda ook moeders toenemend overde drempel komen om te vragen hoe het met hun kinderen gaat.Dit geldt nog meer voor moskee Ayasofya, die zowel aan vadersals moeders vele diensten verleent die de lesactiviteiten tebuiten gaan. Alle drie de moskeeën willen investeren in hetcontact met ouders en het verhogen van hun betrokkenheid bijde lesactiviteiten. Alle drie signaleren daarnaast een grotebehoefte bij ouders aan informatie over het reguliere onderwijsen aan schakeling tussen ouders en onderwijs. De moskeeënwillen zich op dit terrein (meer) dienstbaar maken.

De mate waarin en wijze waarop de moskeeën zijn ingebed ineen lokaal samenwerkingsverband varieert. Moskee Al Wahda isnog in de beginfase van netwerkvorming. Moskee Othman maaktsinds een jaar deel uit van een werkgroep die samenwerkt metandere op de leerlingen betrokken instellingen in de wijk, zoalsonderwijs, welzijnswerk en politie. Moskee Ayasofya is nietstructureel opgenomen in netwerken, maar onderhoudt wel

Page 83: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

83

functionele verbanden met verschillende instellingen. Deuitwisseling tussen de moskee en de basisscholen voor hetverbeteren van het pedagogische klimaat voor de leerlingen,vormt voor alle drie moskeeën een cruciaal aandachtspunt. Hetkan gaan om de aanpak van agressieve kinderen of vanachterstand, om het komen tot een gezamenlijke visie op‘pedagogiek in de wijk’, om het ondernemen van gezamenlijkeactiviteiten, of om het tegengaan van overbelasting. Ook kansamenwerking bijdragen aan het beslechten van de afstandtussen ouders en school: een op ouders gericht aanbod kantoegankelijker worden via de moskee. Bij de Marokkaansemoskeeën kwam in dit verband deskundigheidsbevordering tersprake door wederzijdse bezoeken en observatie van leerkrach-ten van de moskee en basisscholen. Voor alle drie moskeeën zouhet delen in de ruimte en faciliteiten van nabijgelegenbasisscholen een oplossing betekenen voor materiële knelpun-ten. Bij dit alles noemen de drie moskeeën als belangrijkevoorwaarde dat de moskee bij wijksamenwerking als volwaardigpartner erkend moet worden.

Behoeften aan ondersteuning liggen om te beginnen op het vlakvan de materiële voorzieningen: verbetering van de lesruimten,het meubilair, aanwezige faciliteiten als tv en video, verbete-ring van de lesmaterialen en mogelijkheden voor extraactiviteiten, zoals sport en excursies. Daarnaast is er onvol-doende capaciteit en deskundigheid om ouders voor te lichtenover het reguliere onderwijs en om ze te begeleiden bij keuzenen beslissingen voor hun kinderen. Verder uiten de moskeeën debehoefte aan bijscholing en deskundigheidsbevordering van de(vrijwillige) leerkrachten op het pedagogische vlak; wat moskeeAl Wahda betreft is er ook behoefte aan begeleiding van debegeleiders, de leden van de Onderwijscommissie.

De aanbevelingen op grond van de drie onderzoeken komen ingrote lijnen overeen.Ten eerste zou het goed zijn als op wijkniveau tussen derelevante instellingen een samenwerkingsverband tot standkomt, waarin de moskee structureel partner is. Vanuit ditverband kan gewerkt worden aan pedagogische uitwisseling eneen gezamenlijk pedagogisch klimaat, aan het verhogen vanouderbetrokkenheid, het delen van beschikbare ruimten enfaciliteiten en aan het organiseren van extra activiteiten voor dekinderen.

Page 84: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

84

Ten tweede zou meer eenheid moeten komen in het lespro-gramma en de bijhorende materialen. Er zou vooral lesmateriaalmoeten worden ontwikkeld waarin het leven als ‘moslim in eenwesters land/Nederland’ een prominentere plaats heeft. HetNederlands zou meer als hulptaal gebruikt moeten worden in delessen. Dit is enerzijds van belang omdat kinderen het Neder-lands vaak beter beheersen en daardoor meer profijt kunnenhebben van de lessen, anderzijds omdat het de overbruggingtussen hun werelden vergemakkelijkt.Ten derde is de pedagogische kwaliteit van de leerkrachten teverhogen via cursussen en trainingen en het stimuleren vankadervorming. Er zou verder een website ontwikkeld kunnenworden waarin bijvoorbeeld een databank met goede praktijkenen lesvoorbeelden is opgenomen, evenals een mogelijkheid vooronline advies en voor uitwisseling van tips en ervaringen.Ten slotte vormt de plaatsbepaling als moslim in Nederland voorouders en kinderen van islamitische huize een moeilijke opgaveen een nieuwe uitdaging in de educatieve praktijk van demoskee. Methodiekontwikkeling op dit terrein en studie van(inter)nationale goede praktijken van educatie voor moslimkin-deren zijn dringend gewenst.

Page 85: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

85

Verwey-

Jonker

Instituut

Literatuur

Ashraf, S.A. (1985). New horizons in Muslim Education.Cambridge: Hodder and Stoughton.

Canatan, K., Oudijk, C.H., & Ljamai, A. (2003). De maatschap-pelijke rol van de Rotterdamse moskeeën. Rotterdam: centrumvoor Onderzoek en Statistiek.

Charhabil, M. (1982). Le Kottab prepare t-il l'enfant a l'ecoleprimaire? Rabat : Ministère de l'Education Nationale, Centre deformation des inspecteurs (ongepubliceerd).

Créton, H., & Wubbels, T. (1984). Ordeproblemen bij beginnen-de leraren. Utrecht: Uitgeverij W.C.C.

D’Amato, J. (1993). Resistance and compliance in minorityclassrooms. In: E. Jacob and C. Jordan (Eds.) Minority Educa-tion: Anthropological Perspectives, pp. 181-208. Norwood:Ablex Publishing.

Driessen, D., Werf, M. van der, & Bopulal, A. (2004). Laat hetvan twee kanten komen. Eindrapportage van een verkenning vande maatschappelijke rol van moskeeën in Amsterdam. Amster-dam: Nieuwe Maan en ACP Advies.

Hajer, M. (1996). Leren in een tweede taal. Interactie invakonderwijs aan een meertalige mavo-klas. Groningen:Wolters-Noordhoff.

Halstead, J.M. (2004). An Islamic concept of education.Comparative Education, 40, 4, 517-530.

Page 86: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

86

Khan, S., Husain, W., & Masood, S. (2005). Situating weekendIslamic schools in the American muslim context. Submitted toISNA Education Forum, Chicago.

Leeman, Y., & Pels, T. (in press). Citizenship Education in theDutch Multi-Ethnic Context. European Education.

Ledoux, G., Leeman, Y., Moerkamp, T., & Robijns, M. (2000).Ervaringen met intercultureel leren in het onderwijs. Evaluatievan het project Intercultureel Leren in de Klas. Amsterdam:SCO.

Macías, J. (1992). The social nature of instruction in a Mexicanschool: Implications for U.S. classroom practice. The Journal ofEducational Issues of Language Minority Students, special issue,10, 13-26.

Matthijssen, M.A.J.M. (1986). De ware aard van balen.Groningen: Wolters-Noordhoff.

Matthijssen, M.A.J.M. (1991). Lessen in orde. Een onderzoeknaar leerlingperspectieven in het onderwijs. Leuven: ACCO.

Mujahid, A.M. (2005). Rethinking the masjid in America,http:/soundvision.com/info/ muslims/masjids.asp (04-11-05)

Nijsten, C. (2000). Opvoedingsgedrag. In: Pels, T. (Red.).Opvoeding en integratie. Een vergelijkende studie van recenteonderzoeken naar gezinsopvoeding en pedagogische afstemmingtussen gezin en school, pp. 56-88. Assen: Van Gorcum.

Pels, T. (1987a). Programma en pedagogiek van de Koranschoolin Marokko. Samenwijs, 7 (1987) 8, 284-286.

Pels, T. (1987b). Het Marokkaanse onderwijs in Nederland.Samenwijs, 7 (1987) 9, 352-354

Pels, T. (1991). Marokkaanse kleuters en hun culturele kapitaal:Opvoeden en leren in het gezin en op school. Amsterdam/Lisse:Swets & Zeitlinger.

Pels, T. (2003). Tussen leren en socialiseren. Afzijdigheid vande les en pedagogisch-didactische aanpak in twee multi-etnische brugklassen. Assen: Van Gorcum.

Ramadan, T. (2005). Westerse moslims en de toekomst van deislam. Amsterdam: Bulaaq.

Page 87: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

87

S.A.C.R.E. (2003). Briefing Paper 4. Muslim Madrasahs inRedbridge. S.A.C.R.E.: Redbridge.

Soundvision.com (2002). Challenges of the weekend islamicschool. www.soundvision.com.

Tauhidi, D. (2001). The Tarbiyah Project. Towards a renewedvision of islamic education.www.tarbiyah.org.

Verkuyten, M. (2002). Making teachers accountable for students'disruptive classroom behaviour. British Journal of Sociology ofEducation, 23, 1, 107-122.

Verlot, M., & Sierens, M. (1997). Intercultureel onderwijs vanuiteen pragmatisch perspectief. Cultuurstudie, 3, 130-178.

Beschreven lesmaterialen:

Affes, H. (1997, 1999). Ik leer Arabisch volgens de modernstepedagogische methodes. Deel 1, 2 en 3. Barcelona: EditionsJ.S.F.

Bouadi, O., Bourjila, F., & Gharsallah, A. (1998). Verder metArabisch: een taalmethode voor de bovenbouw van hetbasisonderwijs. Rotterdam: Partners Training & Innovatie.

Al Qira’a (1996). Casablanca: Commissie Cultuur, Media enOnderwijs.

De Arabische taal; makkelijk niet moeilijk. Deel 1, 2 en 3 (1997,1998, 2001). Brussel: Stichting Sanabel.

Page 88: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker
Page 89: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

89

Verwey-

Jonker

Instituut

Bijlage I Afsprakenlijst Commissie onderwijs2005-2006

Commissie:De commissie bestaat uit 3 leden• Coördinator• Leerkrachten begeleider• Beheerder

Bijeenkomsten:• De commissie vergadert 1x per maandag• De commissie vergadert 1x per kwartaal met het bestuur

van de moskee• De commissie vergadert 1x per jaar met de oudersDe bijeenkomst is bedoeld om de literaire en financieel verslagte bespreken

ContributieDe ouders betalen een bedrage van € 5,-- per kind per maand

Kinderen:• Leeftijd: 6 – 12 jaar• Groep: maximaal 23 kinderen• Samenstelling van groepen: gemengd

Page 90: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

90

LeerkrachtenLeerkracht moet voldoen aan:• Nederlands goed spreken• Arabisch en berbers spreken• Minimaal VWO 5 niveau• Flexibiliteit• Geen discriminerende standpunten• Goed omgaan met kinderen• Goed omgaan met de ouders

Toetsen:• 1 x per maand• Leerlingen krijgen 1 x per kwartaal een rapport

Programma:• Taal:

− Conversatie− Spreken− Luisteren− Lezen− Schrijven− Grammatica

• Marokkaanse cultuur− Islamitisch gedrag− Omgaan met anderen− Cultuur− Leven van de profeet− Andere religies

Page 91: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

91

Verwey-

Jonker

Instituut

Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda

Page 92: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

92

Page 93: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

93

Verwey-

Jonker

Instituut

Bijlage III Twee lesobservaties in moskeeAl Wahda

Observatieles zondag 15 januari 2006, 10.00u-12.00u

De les van leerkracht Badr vindt plaats in één van de tweeleslokalen die de moskee rijk is. Het is een lichte ruimte, metgrote ramen aan weerszijden die uitkijken op een lager gelegendak en woningen. De ramen nemen veel wandruimte in beslag;de overgebleven stukken wand zijn kaal.De klas is van niveau 3 en telt 20 leerlingen in de leeftijd van 10tot 13 jaar.Twee rijen van twee (klassieke oude) lessenaars staan aanweerskanten van het lokaal. Bij aanvang van de les zitten aan delinkerkant 7 jongens en rechts 6 meisjes (waarvan 3 methoofddoek) en nog eens 3 jongens. Gedurende het eerstekwartier komen nog 4 jongens binnen die ook aan de rechter-kant plaatsnemen. Daarbij herschikken de kinderen zich zo datjongens naast jongens en meisjes naast meisjes zitten.De (jonge) leerkracht Badr is recent begonnen en nog in deproeffase. De voertaal is hoofdzakelijk Arabisch.Bouaiss, het lid van de onderwijscommissie dat voor de inhoudverantwoordelijk is, komt twee keer (kort en iets langer)achterin in de klas zitten om te observeren en feedback tegeven.

10.05u LeeslesBadr groet de kinderen ‘salam elikum’. Hij houdt een boekjeomhoog en zegt op welke pagina gewerkt gaat worden.Leerkracht: ‘Sjkun ikra? (wie wil er voorlezen)?’ Een aantalvingers gaan de lucht in. Een kind krijgt de beurt en begint te

Page 94: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

94

lezen. Intussen komen er nog twee jongens binnen. Badr kijkt opzijn mobiel (voor de tijd) en zegt dat ze … minuten te laat zijn.Vervolgens zegt hij welke pagina ze moeten opslaan. Eentweede kind krijgt leesbeurt. De leerkracht vraagt naar debetekenis van een bepaald woord. Vingers. Het antwoord:‘avondeten’. Een volgende beurt wordt toegekend aan hetjongetje dat het eerst mocht voorlezen. Deze beurt duurt lang.De leerkracht verbetert nu en dan de uitspraak van eenklank/woord, vraagt (klassikaal) naar de betekenis van woorden(‘sjnu meana (met ons)?’), of naar verbuiging van een woord(bv. emel-emil). (Intussen is Bouaiss achterin de klas neerge-streken en hij maakt een opmerking tegen Badr. Zoals hij onslater vertelt heeft hij hem er op gewezen dat beurten niet telang moeten duren omdat andere kinderen ook graag aan debeurt komen.) Hierop gaan een aantal vingers omhoog. Eenjongen voor ons: ‘Mag ik lezen?’ Een van de meisjes krijgt debeurt. De leerkracht corrigeert op uitspraak en vraagt wie hetwel goed kan lezen.10.15uTwee grotere jongens komen binnen. De leerkracht kijkt weerop zijn mobiel en vraagt (zacht) aan hen waarom ze te laat zijn.Bouaiss (naast ons) vraagt: ‘Mogen jullie naar boven komen vanmeester (…)?’ (Later legt Bouaiss uit dat laatkomers zich eerstbij een lid van de onderwijscommissie moeten melden.) Badrzegt ‘(…) paar keer te laat, paar keer te laat’. Hij geeft dejongens een boekje en zegt op welke pagina ze bezig zijn.Intussen vraagt een jongen ‘mag ik verder lezen?’ Nog één kindkrijgt een leesbeurt.10.17u Tekst samenvattenBadr klapt in zijn handen en vraagt wie de zojuist gelezen tekstwil samenvatten. Het mag in het Arabisch of Nederlands.Vingers. Een jongen in het Nl.: ‘Karim vraagt “wat gaan weeten?” Zijn moeder antwoordt: couscous en vlees. Karim vraagtwaarom? … (zwijgt). Badr: ‘En wat antwoordde de moeder?’ ‘Ikweet het niet’. Badr: ‘Ben je het vergeten?’ Een ander kindkrijgt de beurt: er komt bezoek, de ouders van Peter. badrvraagt wie de tekst in het Arabisch wil samenvatten. Er meldenzich geen vrijwilligers. De leerkracht herhaalt het verzoek eenpaar keer. Een meisje wijst haar buurvrouw aan. Die stemt naenig tegenstribbelen in, maar wappert zich wel koelte toe methaar hand voordat ze begint.10.20u Schrijfles

Page 95: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

95

Badr: ‘Ruim je boek maar op, we gaan dictee doen’. (Eniggerommel, kinderen ruimen hun boek op en pakken hun schriftuit hun tas.) Badr houdt een boekje omhoog en toont de tekstdie kinderen straks moeten gaan opschrijven. Ze moeten detekst eerst goed lezen en krijgen daar 3 minuten voor. Terwijlde kinderen lezen loopt de leerkracht rond in het gangpad. ‘Nogniet schrijven, alleen kijken’, zegt hij enkele keren. ‘Nog 2minuten’. Het is stil, de meeste kinderen zitten met hun neus inhet boek. Badr loopt nog steeds rond ‘nog 30 seconden’. Dantelt hij af: ‘5, 4, 3, 2, 1, boeken dicht!’ (enkele kinderen tellenmee af). ‘Mimoun, boek dicht’. De leerkracht wijst naar hetbord en attendeert de kinderen op enkele woorden die hij daarheeft opgeschreven, als voorbeelden van de juiste schrijfwijze(letters los van elkaar). Mimoun: ‘Meester, maar u schrijft ookillegaal’. Badr: ‘Je mag ook zo schrijven (schrijft enkele nieuwewoorden op het bord, nu met de letters aan elkaar)’.Badr telt ‘1, 2, 3’… en start met voorlezen van de tekst: ‘ChadaKarimun ljumini..’. Mimoun: ‘Fatima’. De leerkracht kijktfronsend naar hem en vervolgt: ‘Fatima….’. Hij loopt alvoorlezend door het gangpad, knipt even met de vingers naareen kind vooraan. ‘…mesa…’. Mimoun: ‘Mesa toch, meester?’ Deleerkracht kijkt naar hem en herhaalt het woord iets nadrukke-lijker, en vervolgt. Er wordt geconcentreerd gewerkt. Behou-dens enkele opmerkingen van Mimoum is het behoorlijk stil in deklas.10.30u De leerkracht dicteert verder. De meisjes achterinoverleggen met elkaar over de gedicteerde zin. Een leerlingvraagt ‘meester, je moet toch vraagteken doen?’ Badr: ‘Schrijfmaar ‘oemie=moeder’ op en dan zeg ik het wel. Alamasifa(=vraagteken), wie weet wat dat betekent?’ Een aantalkinderen steekt hun vingers op en sommigen spreken voor hunbeurt. De leerkracht loopt door de klas en dicteert een nieuwezin: ‘We eten soep en couscous met groente en vlees’. Hij kniptmet z’n vingers: ‘Jamila draai je om!’ Tegen een ander kind‘berg dat (mp3) op’. De jongen stopt z’n mp3 in zijn zak en gaatverder met schrijven. Het dictee is klaar. Mimoun: ‘Meester, ikheb 0 fout’. Badr loopt naar hem toe en kijkt zijn werk na. Hijwijst Mimoun op een fout. Vraagt hem iets (glimlachend) en laatMimoun de fout corrigeren. De andere kinderen moeten huntekst zelf corrigeren, aan de hand van de tekst in het boekje.Minoun: ‘Meester, mag ik het cijfer?’

Page 96: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

96

10.40u Vertalen/begripskennisBadr schrijft een zestal woorden op het bord (vertaald: eten,groente, vlees, waarom, vergeten, avond). De kinderen moetende vertaling in het Nederlands geven en het betreffende woordopschrijven. Vervolgens vraagt de leerkracht naar de betekeniservan. ‘Wat is akl?’ De klas roept ‘éten’. De leerkracht gaatverder, ook al vraagt een kind om even te wachten. ‘Als je ietswilt zeggen moet je je vinger opsteken’. Een van de meisjesachterin kan de woordjes op het bord niet goed lezen: ‘Wallah,ik kan het echt niet lezen!’ Haar buurvrouw helpt haar door haarschrift te laten zien. Het meisje neemt de woordjes over vanhaar vriendin. De leerkracht vraagt of iedereen het opgeschre-ven heeft en vraagt verder naar de betekenis van ‘ascha’. Devingers gaan de lucht in: ‘avondeten!’ ‘Wat betekent ‘ma ana’?’‘Met ons’…roepen een paar kinderen. Leerkracht schrijft enkelenieuwe woorden op het bord. Sommige meisjes praten metelkaar, maar lijken daarbij wel werkgericht. Een jongen op debank voor ons praat/rommelt met zijn buurman, intussen ook deleerkracht volgend en reagerend op wat hij zegt. Hij roept ‘wij,wij!, meester het is toch wij?’ De leerkracht gaat er niet op inen vraagt verder naar de betekenis van de rest van de woordjesop het bord. Dezelfde jongen tegen zijn buurman: ‘ik heb zinom op jou te krassen’. Waarop zijn buurman antwoordt: ‘danmoet je het ook schoonmaken’. En de jongen zet met z’n peneen kras op het gezicht van z’n buurman. De meester ziet dit enroept ‘Mimoun!’ ‘Ja meester?, vraagt de jongen met eenonschuldige blik. Een meisje naast ons zegt tegen Badr ‘ik kandie woord niet lezen’. Leerkracht loopt naar haar toe en wijsthet woord aan in haar boek. Mimoun speelt nu met een muntje.Zijn buurman en twee jongens voor hem kijken toe. Eén vanhen: ‘Mimoun, doe normaal!’ Een andere jongen tegen Mimoun:‘Ah hoer… wortelhoofd’. De leerkracht is vooraan bezig metandere kinderen en hoort dit niet. Mimoun reageert met ‘oh,wat erg!’ Ook de meisjes rechts achteraan zijn wat onrustiger,praten en lachen. De leerkracht richt zich weer tot de klas:‘Jongens schrijf dit netjes over in je schrift, want je krijgt ereen cijfer voor. Is iedereen klaar?’10.50uDe kinderen ruimen hun schriftjes op en pakken hun werkboek-jes. Badr: ‘Wie heeft er geen werkboekje?’ Vier kinderen stekenhun vingers op. De leerkracht loopt de klas uit om kopieën temaken en komt even later terug. Vraagt nog een keer wie ergeen werkboekje heeft. Loopt vervolgens naar een jongen

Page 97: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

97

achterin en slijpt een potlood voor hem. Kort daarna komt deheer Dahmani (Onderwijscommissie) binnen met de kopieën. Deleerkracht deelt ze uit. Intussen is het onrustiger. Vier meisjesachterin overleggen over de lesstof en een paar jongens lopendoor de klas, om een pen te pakken of potloodpunt te slijpen.Badr zegt ‘safi’ en houdt het werkboek omhoog. Het blijft nogonrustig. Badr gaat zitten. Mimoun en zijn buurjongen hebbenhet weer over de kras op het gezicht. Mimoun: ‘Pen? Heb ikniet!’ Een meisje achterin: ‘Waarom lieg je?! Het was wel jouwpen!’ De buurjongen van Mimoun loopt naar voren en doet dezaak uit de doeken aan de meester. Deze roept Mimoun erbij:‘Heb jij dit gedaan?’ Mimoun: ‘Nee hij heeft het gedaan’, enwijst naar zijn buurjongen. De leerkracht gaat er verder op in enstuurt beide jongens vervolgens naar de gebedsruimte ernaastdie tijdens de lesactiviteiten ook als straflokaal dienst doet enwaar de leden van de Onderwijscommissie zitten.10.55u GrammaticalesHet is nog steeds erg onrustig. Badr: ‘SSHHHTT, SAFI’, tikt metzijn pen op de tafel. ‘Najat lees jij voor?’ De leerkrachtcorrigeert haar bij een verkeerde uitspraak. ‘Wie begrijpt er ietsniet van deze tekst?’ vraagt hij. Niemand reageert. Deleerkracht ‘wat staat hier?’ en wijst in het boekje. Een kindantwoordt: ‘Je moet woorden gebruiken en daar een werkwoordvan maken’. Op hetzelfde moment komen de twee weggestuur-de jongens terug. Mimoun pakt z’n spullen en gaat terug naar degebedsruimte. Zijn buurjongen gaat weer zitten. Badr hervat deles: ‘Nee, je moet de zin vragend maken. Souad eet couscous’.Vingers gaan omhoog. Een meisje krijgt de beurt en antwoordt:‘Wat eet Souad?’ ‘Heel goed’. Het is nog steeds onrustig. Badrzegt ‘SSSST’ en vervolgt: ‘Ik ben de soep vergeten’. De meisjesachterin: ‘Wachten, meester, beetje rustig meester!’ Badr:‘Zijn jullie klaar?’ ‘Nee’. ‘Schiet een beetje op dan!’ ‘Eenbeetje geduld, meester’. Badr geeft vervolgens de beurt aaniemand voorin, maar die weet het niet. Een ander kind weet dezin wel vragend te maken: ‘Wat ben ik vergeten?’ Hierop vraagteen meisje: ‘Waarom geen soep?’, waarop de leerkracht uitlegt:‘Soep is dan het antwoord op de vraag’.11.05u PauzeHet is pauze (10 minuutjes) en Badr vraagt wie er naar buiten(uit de klas) gaan. ‘Ikke ikke’, roepen een paar jongens. Badr:‘De meisjes eerst’. Van de meisjes gaat echter niemand de klasuit. Twee jongens lopen de klas uit en de rest blijft rustig eten

Page 98: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

98

en drinken in de klas. Badr zegt tegen een kind ‘goed gedraghebben’ en tegen een ander: ‘gles (zit)’.11.20u VertalenDe pauze is afgelopen. Badr dicteert en de kinderen moeten dezin ‘mada taschtari=wat koop je’ opschrijven in hun schrift. Deleerkracht buigt zich over zijn bureau en wacht: ‘Klaar?’ Hetmeisje achterin: ‘Nee!’ Badr: ‘Jij loopt altijd te praten daaromben jij nooit op tijd klaar’ en tot de klas: ‘Wat is de betekenisvan de zin?’ Een jongen vooraan doet een poging, maar geeftniet het juiste antwoord. De leerkracht vertaalt de zinvervolgens woord voor woord. Volgende zin: ‘… ben de soepvergeten’. De leerkracht kijkt de klas rond om te zien of iemandde betekenis weet. Iemand voorin antwoordt ‘eet fruit?’ Deleerkracht staat inmiddels voor een ander (niet oplettend) kind:‘Waarom luister je niet? Ik sta hier toch niet voor niks! Let duseen beetje op’ en laat dit kind vervolgens de zin vertalen. Demeisjes achterin zijn druk met elkaar aan het praten. ‘Jama,Houria, ik heb het nu al 10 keer gezegd... draai je om!’ De tweemeisjes draaien zich om. Door met zijn vingers te knippenprobeert Badr de aandacht te trekken van de klas en in hetbijzonder van de kinderen achterin die niet opletten. ‘Wat iskaliloen=weinig?’ Geen vingers. ‘Wat is katiroen=veel?’ Dat isveel, en wat is daar het tegenovergestelde van? Weinig!’ TegenJama: ‘Wat is het tegenovergestelde van ver?’ Jama weet hetniet en de leerkracht zegt het voor ‘dichtbij’. ‘Zijn jullie klaar?Ruim dan je schrift op, maar wel rustig en zonder veel lawaai’.11.30u Koran recitatieDe leerkracht deelt tijdens het opruimen (koran)boekjes uit.‘Safha gamsa (=pagina 5)... Yallah stil, we gaan nu koran doen’.Tikt met een pen op de tafel en loopt daarna de klas rond. Eenjongen krijgt de beurt om een vers (Al Fatiha= de Opening) tereciteren. Een jongen vooraan vraagt of hij naar de wc mag.Badr schudt nee en zegt dat de pauze voorbij is. Noemt de naamvan een andere jongen, naar zijn oor wijzend. De volgendejongen mag hierna een ander vers oplezen. De leerkracht looptnaar twee meisjes die met elkaar in gesprek zijn: ‘Als iemandkoran leest moet je stil zijn, het is haram om erdoorheen tepraten. Wisten jullie dat?’ De leerkracht geeft één van hen debeurt om een vers te reciteren. ‘Hardop lezen anders horen wehet niet’. De beurt is nu aan Jama. Zij reciteert het vers uithaar hoofd. De andere meisjes gebruiken wel hun boekjes enlezen met de vinger mee. Ook enkele jongens reciteren uit hethoofd. De leerkracht corrigeert waar nodig de uitspraak door het

Page 99: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

99

eerst zelf goed te reciteren en laat vervolgens het kind deuitspraak herhalen, net zolang tot deze juist is. De laatstejongen reciteert terwijl hij ritmisch beweegt. ‘Goed geleerd’complimenteert Badr hem. De jongen die het eerst de beurt had(en daarna naar de wc wilde) vraagt of hij nog een sura magdoen, ‘heel vlug’ en draagt voor ‘bismillah…’11.40uAls iedereen in de klas een vers heeft gereciteerd gaat Badr overtot klassikale voordracht. De keuze van het vers is afhankelijkvan het aantal dat het nog niet kent. ‘Wie kent vers ‘lamjakoen…’ niet?’ Zeven vingers gaan de lucht in. ‘Veel weten hetniet, dus we doen het samen’. Badr laat eerst een jongen, diehet wel kan, het vers reciteren. De recitatie is heel slecht teverstaan. De meisjes achterin fluisteren met elkaar. ‘Dames,kunnen jullie het ook?’ De meisjes kennen het vers nog niet.‘Goed, ik reciteer en jullie herhalen wat ik zeg’. De klas wordtwat onrustig. ‘Ssssh safi!’ De leerkracht begint met de recitatie:‘Bismilahi..’ De kinderen reciteren met hem mee en gaangewoon door met reciteren als de leerkracht stopt. ‘Safi, skt,SKT!! Stil! Alleen herhalen wat ik zeg en niet verder gaan’. Ditgaat een aantal keer door en de kinderen vinden het nogal lolligom de meester te stangen. Hier en daar hoor je gegiechel enBadr moet er zelf ook een beetje om lachen. ‘Willen jullie mijgek maken of zo?’, zegt hij glimlachend. Als het vers volledig isgereciteerd wijst hij drie jongens aan: ‘Waarom gaan jullieverder als ik zeg dat je moet stoppen? Ik weet dat jullie het verskennen, maar het is niet leuk voor de anderen die het nog nietkennen’. Badr legt nog één keer uit hoe er straks weer klassikaalgereciteerd gaat worden en vraagt of dit voor iedereen duidelijkis. Het is duidelijk. De tweede klassikale recitatie verloopt eenstuk beter, hoewel de jongen voorin het niet kan laten om tochnog een keer door te gaan. De leerkracht kijkt hem even aan,glimlacht en gaat naast de jongen zitten.11.50uEen jongen maakt aanstalten om weg te gaan en trekt zijn jasaan. Badr: ‘Zitten, we zijn nog niet klaar’. Het is bijna tijd ende klas begint rumoerig te worden. De leerkracht geeftdesondanks nog iemand de beurt om individueel te reciteren.Deze jongen maakt enkele fouten en zowel de kinderen als deleerkracht corrigeren hem. Intussen wordt er door de anderendoorheen gesproken en Badr geeft hier en daar een waarschu-wende blik of zegt ‘ssssstttt’. Hij zet, na enig tegenstribbelen,Jama aan een andere tafel. Enkele kinderen grinniken. Hij geeft

Page 100: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

100

Jama een boekje om mee te lezen, maar die duwt het met eenafwerend gebaar van zich af. Inmiddels is een meisje achterinaan de beurt gekomen om te reciteren. ‘Ik kan het niet zogoed’, zegt ze zacht. De leerkracht loopt naar haar toe en gaatnaast haar zitten. ‘Begin maar, ik help je er wel mee’ en hijleest rustig met haar mee. De klas wordt ongeduldig en begintmet opruimen. Een jongen zegt ‘is al 2 uur’ en een ander staatop. ‘Gles, gles’ zegt Badr. De jongen voorin mag na langaandringen dan toch naar het toilet. Terwijl er nog kinderenreciteren verzamelt Badr de mappen en boekjes van delessenaars. De onrust neemt toe, meer kinderen staan op. ‘Gles’herhaalt Badr een aantal malen. ‘Sshht. Degene die praat blijftlanger zitten’. De kinderen hebben allemaal hun jas al aan ensommigen lopen door de klas. Fouad krijgt de opdracht het bordte vegen.12.00u VertrekBadr posteert zich bij de deur. De kinderen zitten nu op hunplek en wachten totdat ze aangewezen worden om weg tekunnen gaan. Het is stil in de klas. De meisjes achterin mogenals eerste weg. Daarna nog enkele jongens. ‘Niet rennen’ zegtBadr. Hij loopt naar Jama toe en spreekt haar aan op haargedrag. Een van de vier nog overgebleven jongens zegt ‘ik gaweg’ en de jongens staan op. Zij mogen gaan. Badr tegen Jama:‘Jij blijft tot 14.00u met mij hè, want je bent de hele les drukgeweest’. Jama: ‘U let alleen op mij!’ Badr: ‘Ben je nu boos opmij?’ Stilte. ‘Je moet wel antwoord geven als ik je een vraagstel’. Stilte. ‘Wil je weg of wil je blijven tot 14.00u?’, graptBadr. Jama: ‘Weg… ’. ‘Ga dan maar en de volgende keer ben jerustig!’ Jama verdwijnt glimlachend.

Observatie les zondag 12 februari 2006, 12.00u-14.00u

De klas is van niveau 2 en telt 18 leerlingen in de leeftijd van 8tot 10 jaar.De les van leerkracht Rafik vindt plaats in hetzelfde lokaal alsde hiervoor beschreven les. Bij aanvang zitten 5 jongens en 11meisjes (4 met hoofddoek) in de klas, de jongens links en demeeste meisjes rechts; later komen er nog een paar jongens bij.Veertiger Rafik is een maand op pelgrimstocht geweest envandaag hervat hij zijn lessen. In de tussentijd is hij vervangendoor een invaller. De voertaal is hoofdzakelijk Arabisch, maarRafik gebruikt nu en dan het Nederlands als hulptaal.

Page 101: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

101

12.05uRafik deelt mappen aan de kinderen uit, ondertussen de namenvan de kinderen noemend. Dhr. D., lid van de onderwijscommis-sie, staat ook in de klas, vraagt (glimlachend) aan een laatkomer‘hoe laat is het?’, waarna nog enkele jongens binnendruppelen.12.10u Religie geschiedenisRafik vraagt de klas wat er vorige week was. Een kind steekthaar vinger op en antwoordt: ‘Nieuwjaar in Marokko?’ Deleerkracht kijkt haar glimlachend aan en zegt: ‘Nee, het was hetislamitisch Nieuwjaar’. En weer tot de klas: ‘Waarom is ditbelangrijk, wat was er gebeurd?’ ‘Iets met Mohammed?’, alduseen kind. ‘Ja, Mohammed, vrede zij met hem, reisde toen vanMedina naar Mekka’. Rafik wijst nu naar jaartallen op het bord(islamitische en christelijke jaartelling). Legt uit dat de ‘h’ staatvoor ‘hizjra’ wat ‘zich verplaatsen’ betekent. Wijst naar hetjaartal 2006 (waar een p voor staat, die de Arabische ‘m’aanduidt van ‘miladi’= geboorte; hiermee wordt gedoeld op degeboorte van Jezus): ‘(…) een andere jaartelling’ en vraagt ‘watbetekent dat?’ ‘Christen’, antwoordt een kind. ‘Wanneer begintdeze jaartelling?’ ‘Bij de geboorte van Jezus’. Intussen komt ereen kind (te laat) de klas binnen en Rafik laat dit onopgemerktvoorbij gaan en gaat verder. ‘Wat betekent de ‘p’?’ Geenvingers. ‘Het is een beetje moeilijk, maar je moet het welkennen’. Nog steeds geen reactie. ‘De geboorte van jezus. Weleven nu in 2006 en zoveel jaar geleden was de geboorte vanJezus. Begrepen? Mafhoem (begrepen)?’ ‘Na’m (Ja)’ roepen dekinderen gezamenlijk.12.15u Schrijfles (letters; herhaling)Rafik laat de kinderen hun mappen openen, en vertelt intussenover zijn afwezigheid van de afgelopen maand. ‘Ik ben eenmaand met vakantie geweest, dus kan iemand mij vertellenwaar jullie gebleven zijn? Kijk in je schrift om te zien waar jegebleven bent’. De leerkracht kijkt met een kind mee en zietdat ze bij de letter ‘h’ gebleven zijn. Sommige kinderen gevenaan dat ze die letter al hebben behandeld. ‘Maakt niet uit, wegaan het vandaag herhalen’ en Rafik wijst een kind aan om deletter op het bord te schrijven. Het kind schrijft de letterverkeerd. De twee volgende kinderen schrijven de letters weljuist en de leerkracht complimenteert ze met ‘ahsaan (goedzo)’. Ook andere kinderen komen aan de beurt. Af en toe vraagtde leerkracht de klas of het goed of fout geschreven is: ‘juist?’,‘zeker?’, ‘wie weet of dit goed is?’ Dan gaan de vingers omhoog.Laila mag ook de letter ‘h’ op het bord komen schrijven, maar

Page 102: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

102

zij aarzelt. De leerkracht: ‘proberen’. Laila moet lang naden-ken. De andere kinderen worden ongeduldig, ‘meester, ah ah,meester’ klinkt het gretig, vingers hoog in de lucht. Rafik: ‘Wiegaat haar helpen? Samia? Adil, kun jij haar verbeteren?’ Heelgoed’. Laila schrijft het letterteken verkeerd en de leerkrachtloopt naar haar toe en legt klassikaal uit welk letterteken bijwelke uitspraak hoort. Hij gebruikt daarbij enkele ezelsbrugge-tjes. Zo tekent hij een bel op het bord en legt daarbij uit dat jebij de letter ‘h’ met een stipje beneden moet denken aan eenbel met een klepel. ‘Bij de letter ‘h’ zonder letterteken ‘denkje aan ‘gobz hafi (droog brood)’, want daar zit niks op. Geenboter, kaas of pindakaas’. Als ezelsbruggetje voor de ‘h’ meteen stipje boven ‘gha’ beeldt hij een geit met hoorns ‘gharoef’uit . ‘Een schaap met hoorns’ zegt hij. Een kind corrigeert hem‘nee meester, een geit heeft hoorns’. De anderen inclusief Rafikmoeten er om lachen. ‘Wie heb ik nog geen beurt gegeven?’ Eenjongen komt voor het bord en schrijft de letter/het woord op.Rafik: ‘Heeft jullie vriendje dit goed geschreven?’ Volgens dekinderen niet. ‘Wie kan het hem dan uitleggen?’……..12.25u Leesles‘Doen jullie je boekjes maar open op bladzijde 52. Bij dezewoorden heb je de ezelsbruggetjes nodig die we net besprokenhebben. Yassin, lees jij die zin maar op’. Als Yassin klaar is metlezen, krijgt een ander kind de beurt om hetzelfde te lezen.‘Lees jij maar dezelfde zin als je vriendje’. Ondertussen deeltde leerkracht boekjes uit aan de kinderen die er geen in hunbezit hebben. Nog een jongen krijgt een leesbeurt. Na elkebeurt gaan steevast vingers omhoog ‘meester, mag ik lezen?’,maar Rafik wijst zelf de kinderen aan. Een meisje leest dewoorden voor, ze heeft er iets meer moeite mee. ‘Je hebtproblemen met letters, hè?’, vraagt de leerkracht. ‘Goedopletten’. Rajae krijgt de opdracht om de woorden in eenandere volgorde op te lezen. Van rechts naar links. Het volgendemeisje heeft moeite met lezen en leest nogal traag. Een jongenzegt het voor. ‘Ssssssst’, aldus Rafik met een frons, ‘zij is nu’.Hij loopt naar het meisje toe en leest over haar schouder methaar mee.‘We hebben net letters gehad en woordjes gelezen. Nu gaan wezinnen lezen’, introduceert Rafik het volgende onderdeel van deleesles en hij leest het begin van de eerste zin op. ‘Het eerstewoord is Jimmy. Jimmy, Michel, Jan en Karim. Wat wil datzeggen?’ De kinderen reageren niet. ‘… dat wil zeggen dat jeleeft in een maatschappij met verschillende identiteiten (volgt

Page 103: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

103

uitleg met termen als multicultureel, veel geloven, christen-dom, jodendom… jouw buren), dat je leeft in een multiculturelesamenleving, mfhum (begrepen)?’ De kinderen luisterenaandachtig, maar reageren niet op Rafik’s opmerkingen.Hij vervolgt met het woord ‘tagroezj (weggaan)’. Een paarmeisjes letten niet op en fluisteren met elkaar. Rafik tikt meteen pen op de tafel en schudt nee. ‘Jullie moeten extraaandacht besteden aan de letters in het rood, want daar gaat deles nu over. De andere letters die we al eerder behandeldhebben zou je moeten kennen (schrijft intussen letters op hetbord). Van de nieuwe letters die in het woord voorkomen is hetniet erg als je ze niet kent. Dus ‘tagroezj’ zou je in principemoeten kennen, want alle letters hebben we al een keer gehad.Wie kan er nog een woord bedenken met letters die we alkennen?’ De leerkracht kijkt vragend rond en richt zich tot Adildie er niet helemaal bij was ‘je slaapt, hè? (Rafik ter illustratielegt zijn hand tegen zijn hoofd). Kom maar naar voren en schrijfhet woordje ‘baboen (deur)’ op. Je moet wel blijven opletten,hoor!’ Adil schrijft het woordje juist en krijgt een schouder-klopje, ‘heel goed’. Het volgende woordje is ‘taazjoen (kroon)’.‘Wie schrijft dat op het bord?’ Vingers in de lucht. Abdel is degelukkige die naar voren mag komen. Hij schrijft het woordjeniet helemaal juist. Rafik: ‘Is dat goed?’ Weer schieten devingers de lucht in ‘meester ikke ikke’ roepen de kinderen.Dezelfde jongen mag het nog eens proberen. Het is nog nietgoed. Weer gaan de vingers omhoog, ‘meester, meester, ik benmaar één keer geweest’, zegt een van de jongens. Maarleerkracht wijst een (stil) meisje voorin aan: ‘Kom jij Abdelmaar helpen’.12.45u SchrijflesDe kinderen pakken hun schrift en moeten de datum opschrijvenen vervolgens de twee regels die ze net op pagina 52 hebbenopgelezen. Het is wat rumoeriger in de klas. Sommige kinderenlopen naar voren om hun potlood te slijpen of een blaadje tevragen, anderen kletsen tijdens het overschrijven wat metelkaar. Maar er wordt wel gewerkt en even later wordt het weerstiller. De leerkracht loopt heen en weer door de klas, kijkt naarhet werk van afzonderlijke kinderen, gaat in op vragen. Ookricht hij zich tot de hele klas: ‘Goed overschrijven. Ditoverschrijven heeft wel een doel, namelijk dat je door hetoefenen straks net zo netjes kunt schrijven als in het voorbeeld.Altijd een regel overslaan, zodat je genoeg ruimte hebt om tecorrigeren’. En even later: ‘Jongens schieten jullie op, want dan

Page 104: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

104

krijgen jullie zo pauze’. Staat even stil bij een meisje en zietdat ze de datum verkeerd heeft genoteerd, vraagt haar er overen brengt vervolgens in haar schrift correctie aan. ‘Safi, zijnjullie nu klaar?’, vraagt de leerkracht ietwat ongeduldig. ‘Neenog lang niet!’, roepen een paar kinderen. De twee meisjes voorons zeggen ‘meester, ik ben klaar!’ en leerkracht kijkt hun werkna en geeft een cijfer. Een fout overgeschreven woord moethelemaal opnieuw op een nieuwe (tussen)regel verbeterdworden, want dat staat netter. ‘Dus niet een letter krassen enalleen die opnieuw schrijven, maar het hele woordje opnieuw’.13.00uTerwijl de laatste paar kinderen hun overschrijfwerk afmakenkomt er een jongen binnen. ‘Wajaoe zo laat..zoooo laat!’roepen een paar jongens. Het gezang van de imam klinkt.‘Pauze’ zegt een meisje voor ons. ‘Bilal waarom ben je zolaat?’, vraagt Rafik vermanend. ‘Voetbal’, antwoordt de jongenkort. Rafik: ‘Altijd op zondag? Ik heb het er nog wel over met jevader. Waar ga je zitten?’ ‘Meester, hebben we pauze of niet?’,vraagt het meisje voor ons. ’10 minuten, ok?’ is het antwoord.De leerkracht kijkt rond of er nog een plek vrij is voor Bilal engaat vervolgens naar de ruimte ernaast om terug te komen meteen tafel en stoel. Deze zet hij achterin en daar neemt Bilalplaats. Als de meeste kinderen klaar zijn met overschrijvenhoudt leerkracht het werkboek omhoog en zegt dat ze na hetgebed uit het werkboek gaan werken ‘insha Allah (Met Godswil)’. ‘Hebben we geen pauze, meester?’, vraagt een kind.‘Nee, we gaan eerst bidden met z’n allen en dan pauze’.Sommige kinderen zitten nog te schrijven. De meisjes naast onszijn klaar, en praten en lachen. Leerkracht kijkt naar ze, looptdan naar ze toe en legt uit dat het nu ‘biddentijd’ is en dat zerustig moeten zijn.13.05u Gezamenlijk gebedRafik staat bij de deuropening en roep eerst de jongens één vooréén om naar de naastliggende gebedsruimte (van de vrouwen) tekomen, waarna hij de meisjes tegelijk daar naar binnen laatgaan. Tijdens het bidden zitten achterin een paar meisjes tegiechelen, tegen elkaar te duwen; zij krijgen de slappe lach. Nahet gebed, weer terug in de klas, spreekt Rafik hen hierop aan:‘Jullie zijn nu nog jong, maar jullie weten dat het gebedbepaalde regels heeft. Nu mogen jullie nog trainen, maar laterals je volwassen bent mag je niet meer zo gaan lachen tijdenshet bidden. Dus opletten! Je moet ook niet zo’n kabaal maken

Page 105: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

105

bij het knielen, want beneden zijn er ook nog mensen diebidden’.13.15u PauzeTijdens de pauze gaat Rafik nog even zitten bij Bilal en spreektmet hem over het laatkomen: ‘(….) dan leer je niets’. Ook D.van de onderwijscommissie onderhoudt Bilal over het laatko-men. De meeste andere jongens zijn even het lokaal uit, eenaantal meisjes is in de weer met albums met plaatjes die zij aanelkaar laten zien.13.30u Vervolg schrijflesDe pauze is afgelopen. ‘Genoeg gekletst! Pagina 48 en zet eenkruisje voor het woord waar de letter ‘h’ in voorkomt’. Het isnog behoorlijk onrustig in de klas. Bilal: ‘Veel te gemakkelijk, isvoor groep 2!’ De leerkracht leest de woorden voor en het is debedoeling dat de kinderen een kruisje zetten als ze de letter ‘h’erin horen. Al uitleggend noemt hij de Nederlandse vertaling engaat hij in op wat de woorden betekenen. Hij schrijft dewoorden op het bord en verduidelijkt de plaats van de lettersdoor zichzelf de verplaatsen in de klas. Bij het uitleggen van depositie ‘midden’ loopt hij naar het midden van het lokaal. Looptnaar achteren: ‘Nu sta ik achter in de klas’. Loopt naar voren:‘Ik sta nu voor in de klas’. Op die manier legt hij uit dat deletter ‘h’ ook op verschillende plaatsen in een woord kan staan.De plaats van de letter bepaalt tevens hoe de letter geschrevenwordt. ‘Biladi, let op!’ ‘Meester ik let ook op’, antwoordt dejongen. ‘Kun je twee dingen tegelijk? Praten met je vriendje enopletten?’ De jongen: ‘Maar ik praatte niet… echt niet!’ ‘Goedik zal op je letten en kijken of je echt niet praat’. ‘Meester,mag ik naar de wc?’ vraagt een kind. Rafik met verstoorde blik‘Ga dan maar’.De leerkracht richt zich weer tot de klas: ‘In je werkboek vindje drie tekeningen met daaronder een aantal woordjes. Schrijfhet juiste woordje onder de juiste tekening’. Achterin klaagteen meisje over haar buurvrouw: ‘Meester, ze heeft gekrast!’ Deleerkracht loopt er naartoe: ‘Samira dat moet je niet doen. Hetis andermans bezit en daar moet je niet aan zitten’. Hij neemthet werkboek van het meisje in. Zij, op een brutaal toontje,‘maar jij zei het tegen mij!’ Rafik laat het daarbij en gaatverder met waar hij is gebleven. Er is een behoorlijk geroeze-moes. Sommige kinderen hangen er wat bij, of hebben hunwerkboek niet meer voor zich. Een aantal kinderen is klaar metde opdracht, maar niet iedereen. De leerkracht wacht niet totook zij klaar zijn en wijst Mona aan om een woord op te lezen.

Page 106: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

106

Tijdens het lezen onderbreekt hij haar ‘nee nee… kijk en letgoed op’. Rafik draait zich om naar het bord en schrijft hetwoord op. Daarna laat hij een paar kinderen het woord oplezen.‘Wat betekent ‘oekmiloe (afmaken)?’ Geen vingers in de lucht.De leerkracht doet een poging om het uit te leggen door zijnnaam op het bord te schrijven met een ontbrekende letter. Hijwijst naar de lege plek en vertelt dat het woord niet compleet isen dat het de bedoeling is om de ontbrekende letter in tevullen. ‘Oekmiloe betekent afmaken. Begrepen?’ Sommigekinderen zitten onderuitgezakt. Het is nog steeds wat onrustig.Rafik slaat met zijn papier op een lessenaar, vervolgt zijn uitlegmet meer stemverheffing. Hij schrijft een ander woord op hetbord met een ontbrekende letter die de klas moet invullen. Demeisjes rechts van ons hangen tegen elkaar aan. Rafik kijkt naarze, maar grijpt niet in. Hij laat een meisje naar voren komen envraagt de klas weer te oordelen of de letter wel of niet juist isgeschreven. Volgens de klas heeft ze de letters niet goed aanelkaar geplakt. Dat is inderdaad het geval. Rafik corrigeert hetwoord en vraagt de klas of ze letters kunnen opnoemen diealleen aan één kant vast geschreven worden. Een paar kinderensteken hun vingers op. De letter ‘d’ wordt genoemd. Die staatnooit in het midden van een woord.13.45uDe kinderen moeten een opdracht in het werkboek maken(woorden opschrijven). Rafik loopt rond, kijkt in een paarschriften, legt uit dat de kinderen het beste met potlood kunnenschrijven. ‘Volgende keer allemaal een potlood en gummeenemen, want dan kun je altijd je fouten weggummen’. Bilalvraagt de leerkracht of hij de opdracht nog mag afmaken,waarop deze antwoordt ‘ik praat zo na de les nog even metjou’. Rafik schrijft het volgende woord op het bord. Een meisjemoet het oplezen. Het is weer onrustiger en Rafik klopt op zijnlessenaar, wijst een kind terecht ‘Hakim’ (fronsend). Noemt denaam van nog een meisje, ‘Rachida’, waarop een meisje rechtsvan ons zegt ‘ik ben Rachida’. Een aantal kinderen lacht, Rafiklacht mee met kiespijn. De kinderen werken verder. ‘Abdel, jemoet hier kijken en concentreren hè?’13.55u Afsluiting en vertrekDe les is bijna om en Rafik sluit af door een korte samenvattingte geven van de les en het thema van morgen te introduceren.‘Het kopieerapparaat was vandaag stuk, waardoor we geenislamitische educatie hebben gehad. Morgen halen we het in endan gaan we het hebben over ‘buren’.’ Het begint steeds

Page 107: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

107

drukker te worden. ‘Iedereen ruimt z’n spullen op en gaat rustigop z’n plaats zitten. Wie dat niet doet mag nog niet weg. Iknoem je naam op en dan kom je je map brengen en dan mag jeweg’. En zo druppelen de kinderen één voor één naar buiten.14.00u Einde les.

Page 108: Pedagogiek in moskee Al Wahda - Verwey-Jonker · 2008. 2. 22. · Bijlage II Lesprogramma van moskee Al Wahda 91 Bijlage III Twee lesobservaties in moskee Al Wahda 93. 5 Verwey-Jonker

108

Colofonopdrachtgever Gemeente Rotterdamfinancier Gemeente Rotterdamauteurs Dr. T. Pels, F. Lahri, H. El Madkouri

(FORUM)eindredactie I. Linseomslag Grafitall, Valkenswaardbasisontwerp binnenwerk Gerda Mulder BNO, Oosterbeekopmaak Nanda van Koutrikuitgave Verwey-Jonker Instituut

Kromme Nieuwegracht 63512 HG Utrechttelefoon 030-2300799telefax 030-2300683e-mail [email protected] www.verwey-jonker.nl

De publicatieDe publicatie kan gedownload en/of besteld worden via onzewebsite: http://www.verwey-jonker.nl.Behalve via deze site kunt u producten bestellen door te mailennaar [email protected] of faxen naar 070-359 07 01, ondervermelding van de titel van de publicatie, uw naam, factuuradresen afleveradres.

ISBN 90-5830-212-1ISBN 978-90-5830-212-0

© Verwey-Jonker Instituut, Utrecht 2006Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het Verwey-Jonker Instituut.Gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bronwordt vermeld.The copyright of this publication rests with the Verwey-Jonker Institute.Partial reproduction is allowed, on condition that the source is mentioned.