Muisje Maas gebreid ­ © patroon Stitchee, 2014

Lees het hele document goed door, voordat je begint met breien. Waarom een Muisje Maas? Het muisje Maas wordt gegeven aan premature baby's. De sliertjes van de staart doen de baby's denken aan de navelstreng. Het voorkomt dat ze de sonde en het infuus lostrekken. Door het vasthouden van de sliertjes daalt de hartslag en worden ze rustiger, ze voelen zich veilig In Scandinavie wordt al geruime tijd een gehaakt inktvisje aan de premature baby's gegeven met groot succes. Ons Muisje Maas is hierop geinspireerd. Veiligheidsvoorschriften: Alle Muisjes worden gecontroleerd voor deze naar de baby's op de neonatologie gaan. Wat zijn de eisen waaraan de muisjes moeten voldoen:

1. Ze zijn gemaakt van niet pluizend katoen bijv Catania, Phildar (Phil coton 3), Nova (van de Wibra) dit is erg belangrijk ter voorkoming van pluisjes in de luchtwegen. 2. Muisjes van Acryl of wol worden niet goedgekeurd. 3. Ze zijn zo strak gebreit zijn dat er geen vulling naar buiten kan komen. Brei bij voorkeur met breinaald 2,5 mm of als je heel strak breit met naald 3 mm. 4 .Ze zijn wasbaar op 60 graden (indien je katoen gebruikt dat wasbaar is tot bijv. 40 graden, is dat geen probleem, de muisjes zullen dan mogelijk iets krimpen) 5. De staart is uitgerekt niet langer dan 20cm 6. Gebruik geen veiligheidsoogjes Tips: 1 Vul het lijfje niet te strak op, dan is het makkelijker vast te houden en te knuffelen voor onze kleine doelgroep. 2 Doe de vulling in een panty(kousje), dan kunnen er geen pluisjes naar buiten komen. Als je vast/strak haakt is dit niet nodig. 3 Haak je los, neem dan een haaknaald in een halve tot hele maat kleiner dan de aangegeven maat op de wikkel. 4 Het kan zijn dat de staart niet zo krult, dit is geen probleem. Als de kindjes de staart vast gaan houden, zal deze door het gebruik toch uitrekken. Wil je toch graag dat de staartjes krullen, haak dan alleen in het bovenste lusje of voeg een extra steek toe. 5 Ben je een toer vergeten, ziet je muisje er iets anders uit, geen probleem. Het gaat om de functie en alle muisjes zijn prachtig. 6 Er is speciale vulling voor het vullen van knuffeldieren. De vulling kun je kopen bij HEMA, Kwantum, Action, op de markt en bij diverse hobbyzaken. Gebruik liever geen vulling uit oude knuffels of losse bolletjes uit bijv. een zitzak. Als een muisje toch niet aan de eisen blijkt te voldoen, wordt het een knuffel die aan een broertje of zusje van een couveusekind gegeven wordt. De gebruikte afkortingen: r = recht av = averecht st. = st/steken 2r sam = 2 steken recht samenbreien 1 aro = 1 steek afhalen, 1 recht breien en afgehaalde steek over de gebreide steek halen 2r in 1 = 2 steken van 1 steek maken door voor en achter in de lus te breien 1m = 1 steek wordt gemeerderd door de tussenliggende steek (draadje) op te nemen en recht te breien. [....] ..x = brei hetgeen tussen [..] een x aantal keer Het muisje wordt gebreid op 4 sokkennaalden of een rondbreinaald

Het lijfje. Zet 6 steken op en verdeel die over 3 pennen. Toer 1: 6r Toer 2: [1r, 1m, 1r] 3x (= 9 st)

Toer 3: 9r Toer 4: [2r, 1m, 1r] 3x (= 12 st) Toer 5: 12r Toer 6: [2r, 1m, 1r] 4x (= 16 st) Toer 7/8/9/: 16r Toer 10: [2r, 1m, 2r] 4x (= 20 st) Toer 11/12: 20r Toer 13: [3r, 1m, 2r] 4x (=24 st) Toer 14/15/16: 24r Toer 17: [2r, 1m, 2r] 6x (= 30 st) Toer 18 t/m 27: 30 st Toer 28: [3r, 2r sam] 6x (= 24 st) Vul het lijfje alvast op (niet te veel vulling) Toer 29 [2r, 2r sam] 6x (= 18 st) Toer 30: 18r Toer 31: [1r, 2r sam] 6x (= 12 st) Toer 32: [2r sam] 6x (= 6 st) Toer 33: [2r sam] 3x (= 3 st) Ga verder met de staart. Zet nu 2 steken op een hulpdraadje of haak ze aan een speld of steekmarkeerder. De staart. Deze wordt heen en weer gebreid. Zet eventueel halverwege een aantal steken op een andere pen. Door de vele meerderingen is het lastiger om ze op één naald te houden. Zet nu bij de ene steek nog 34 steken erbij door middel van breiend opzetten op een dubbele naald! (= 35 st) Breiend opzetten: Hoe doe je dat? Je doet alsof je de eerste steek breit, maar je laat de steek niet van je linkerbreinaald glijden. Je schuift het rechterlusje van achter bij je linkerbreinaald op. Nu heb je al twee steken. Je breit nu weer in die steek een steek erbij enz. Nu ga je verder als volgt:

1) Brei in elke steek 2 steken. (voor en achter insteken) (=70 st) 2) Brei av de toer terug 3) We gaan nu afkanten, máár we meerder ook nog telkens een steek. Je breit 2 steken in 1 steek door voor en achter in de steek een steek recht te breien. Je haalt nu de achterste lus over de voorste. Eén steek is nu afgekant. Op deze manier ga je verder, maar telkens als je één steek op je rechterbreinaald erbij hebt gemaakt, moet je eerst één steek afkanten. Daarna brei je verder. Als je alle steken hebt gemeerderd én afgekant dan ben je weer bij het achtereind van de muis. Je breit nu één steek van het hulpdraadje/markeerder recht en herhaalt de stappen van de staart opnieuw. Ben je nu weer terug dan brei je de overige steek en hecht je de draden goed af. Nu zet je 35 st op op een dubbele breinaald en herhaalt de stappen van de staart met een oranje draad. (kleur van het Maasstadziekenhuis) Klaar.. je hecht af en bevestigt deze staart stevig bij de andere staarten. De oren. De oren worden heen en weer gebreid in ribbelsteek (dus alle naalden recht). Je plaatst ze ongeveer 3cm vanaf de snuit. 1) Neem bovenop de kop 5 steken op. Je schuift hiervoor je breinaald door 5 steken. Eén steek bestaat uit een soort v’tje. Je pakt van het v’tje telkens één draadje; op deze manier pak je één steek. 2) Nu brei je met een kleur de 5 steken recht. Je gaat hierna verder als volgt: 3) 2r in 1, 1r, 2r in 1, 1r, 2r in 1 (= 8 st) 4) 8r (mag ook 2 toeren) 5) 1 aro, 4r, 2r sam (= 6 st) 6) 6r 7) 1 aro, 1r, 2r sam (= 4 st) 8) 1r, 2r sam, 1r (= 3 st) 9) 1r, 2r sam. Nu de achterste steek over de voorste halen. Je hecht de draad af door het weg te weven naar beneden door het oor en het lijf. Het tweede oor brei je op dezelfde manier. Je slaat tussen de oren 1 of 2 steken over. Heel veel succes. Schroom niet te mailen als je een vraag hebt.