Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de...

73
Athena Instituut faculteit der Aard- en levenswetenschappen Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 2012 Prof. dr. Jacqueline Broerse Walter Breukers, MSc, MA Janneke Elberse, MSc, MA Danielle Branje, MSc

Transcript of Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de...

Page 1: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

Athena Instituut

faculteit der Aard- en levenswetenschappen

Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

2012Prof. dr. Jacqueline BroerseWalter Breukers, MSc, MAJanneke Elberse, MSc, MADanielle Branje, MSc

Page 2: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.
Page 3: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

i Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Auteurs  Prof. dr. Jacqueline Broerse Walter Breukers, MSc, MA Janneke Elberse, MSc, MA Danielle Branje, MSc    Samenwerking:  Dit rapport is tot stand gekomen door middel van een samenwerking tussen het Athena Instituut en het Astma Fonds. Tevens hebben mensen met COPD een bijdrage geleverd door middel van deelname aan focusgroepen en interviews.  Financiering Astma Fonds   Vragen en/of opmerkingen Indien u na het  lezen van dit rapport nog vragen of opmerkingen hebt kunt u contact opnemen met Janneke Elberse, [email protected].    Disclaimer Niks uit deze opgave mag worden gekopieerd of overgenomen zonder vermelding van de referentie:  Broerse,  J.E.W.,  Breukers,  W.J.,  Elberse,  J.E.  &  Branje,  D.  Patiëntenparticipatie  bij  de ontwikkeling van een  individueel zorgplan voor mensen met COPD. Amsterdam: Athena Instituut, Vrije Universiteit Amsterdam, 2012   

Page 4: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

ii Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

   

Page 5: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

iii Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Inhoudsopgave   

 Inhoudsopgave .................................................................................................................................................. iii 

Samenvatting ....................................................................................................................................................... 2 

1. Introductie ....................................................................................................................................................... 6 

2. Theoretische Achtergrond ........................................................................................................................ 8 

2.1 Individueel zorgplan ............................................................................................................................ 8 

2.2 Maatschappelijke veranderingen ................................................................................................. 10 

2.3 Zelfmanagement .................................................................................................................................. 13 

2.4 Schematisch overzicht ...................................................................................................................... 16 

3. Methoden ....................................................................................................................................................... 18 

3.1 Consultatie van mensen met COPD ............................................................................................. 18 

3.2 Analyse zelfmanagement tools ...................................................................................................... 21 

3.3 Presentatie Astma Fonds ................................................................................................................. 22 

4. Consultatie van mensen met COPD ..................................................................................................... 23 

4.1 Wenselijkheid ....................................................................................................................................... 24 

4.3 Functie ..................................................................................................................................................... 25 

4.4 Inhoud ...................................................................................................................................................... 29 

4.5 Vorm ......................................................................................................................................................... 32 

4.6 Implementatie ...................................................................................................................................... 34 

4.7 Additionele resultaten ...................................................................................................................... 34 

5. Analyse zelfmanagement tools ............................................................................................................. 37 

6. Conclusie en discussie .............................................................................................................................. 41 

6.1 Consultatie van mensen met COPD ............................................................................................. 41 

6.2 Zelfmanagement tools ....................................................................................................................... 48 

6.3 Methodologische reflectie ............................................................................................................... 50 

Literatuur ............................................................................................................................................................ 51 

Bijlage I: Zelfmanagement tools in COPD zorg ................................................................................... 55 

Bijlage II: Voorbeeld Individueel Zorgplan Gehandicaptenzorg ................................................. 57 

Bijlage III: Presentatie 23 april 2012 ...................................................................................................... 58 

  

Page 6: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

1 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

   

Page 7: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

2 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Samenvatting  Introductie Zelfmanagement speelt een steeds grotere rol in de zorg voor chronisch zieken. Er zijn uiteenlopende  tools  om  zelfmanagement  te  bevorderen  en  één  van  deze  tools  is  het individueel  zorgplan.  In deze exploratieve  studie  is  expliciet  gekeken naar de wensen van mensen met COPD ten opzichte van een individueel zorgplan voor COPD. Naast het in kaart brengen van de wensen is een analyse uitgevoerd van enkele zelfmanagement tools die relevant zijn voor de ontwikkeling van een individueel zorgplan.  Theoretische achtergrond Het  individueel  zorgplan  heeft  een  prominente  plaats  in  de  zorgstandaarden  voor verschillende  aandoeningen  die  de  afgelopen  jaren  ontwikkeld  zijn.  Deze zorgstandaarden  beschrijven  de  kaders waaraan  zorg  voor  een  bepaalde  aandoening moet  voldoen.  De  theorie  waarin  deze  zorgstandaarden  verankerd  zijn  heet  ‘disease management’. Het centrale idee van deze theorie is dat men zich richt op de vraag, de patiënt  met  zijn  klachten,  in  plaats  van  het  aanbod,  de  verschillende  medische disciplines. Deze verschuiving in aandacht is het gevolg van een aantal ontwikkelingen in het economische, culturele en medische domein. In het economische domein zijn er door  vergrijzing,  technologisering  en  toename  van  chronisch  zieken  een  exponentiële toename  in kosten. Hierdoor ontstaat een economische druk om de zorg efficiënter  te maken.  In  het  culturele  domein  hebben  democratisering,  liberalisering  en individualisering ervoor gezorgd dat waarden als gelijkheid, autonomie en individuele gezondheid steeds belangrijker zijn geworden. Tot slot is men zich ook in het medische domein steeds meer op de zieke mens  in plaats van de ziekte gaan richten.  In disease management,  en  dus  ook  in  het  individueel  zorgplan,  komen  al  deze  ontwikkelingen samen.   Methoden Om de wensen van mensen met COPD ten opzichte van een individueel zorgplan voor COPD  te  bestuderen  zijn  focusgroepen  en  interviews  gehanteerd.  De  deelnemers hiervoor  zijn  geselecteerd  via  ‘convenience  sampling’.  Tijdens  de  focusgroepen  en interviews werden de deelnemers uitgenodigd om binnen de categorieën wenselijkheid, functie, inhoud, vorm en implementatie na te denken over hun wensen ten opzichte van een  individueel  zorgplan.  Na  ‘informed  consent’  werden  hiervan  geluidsopnamen gemaakt op basis waarvan korte verslagen werden geschreven die voor een  ‘member check’ naar de deelnemers zijn gestuurd. Er werden zoveel focusgroepen en interviews gehouden  totdat  er  geen  nieuwe  thema’s  of  subthema’s  meer  aan  bod  kwamen. Uiteindelijk  zijn  de  geluidsopnames  getranscribeerd,  zijn  de  data  via  ‘open  coding’ gelabeld  en  zijn  er  uiteindelijk  clusters  van  concepten  gevormd.  Dit  werd  door  twee onderzoekers gedaan om de kwaliteit van de analyse te waarborgen.   Consultatie van mensen met COPD De wensen van de mensen met COPD  ten opzichte van een  individueel  zorgplan voor COPD lopen sterk uiteen.   Wenselijkheid Het  merendeel  van  de  deelnemers  acht  een  individueel  zorgplan  wenselijk  mits  het voldoet  aan  bepaalde  eisen  op  het  gebied  van  functie,  vorm  of  inhoud.  Een  aantal 

Page 8: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

3 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

deelnemers  geeft  nadrukkelijk  aan  het  individueel  zorgplan  niet  te  gebruiken  als  het niet  aan  hun  wensen  voldoet.  Een  klein  aantal  deelnemers  vindt  een  individueel zorgplan onwenselijk, in welke vorm dan ook. Tot slot geeft een aantal deelnemers aan behoefte  te  hebben  aan  een  ‘Zorgplan  Totaal’,  een  zorgplan  voor  hun  complete medische beeld en niet enkel voor COPD.  Functie Binnen de categorie functie treden drie functies duidelijk naar voren: 1.) Het genereren van inzicht in de eigen, individuele ziekte, 2.) Het delen van dit ziekte‐inzicht en 3.) Het verkrijgen van  informatie. Met het generen van  inzicht  in de eigen ziekte bedoelen de deelnemers het herkennen van patronen in uiteenlopende klachten, omgevingsfactoren, activiteiten, gevoelens etc. via regelmatige aantekeningen over de ziekte.  Met het delen van  ziekte‐inzicht  bedoelen  ze  het  krijgen  en  geven  van  tips  en  trucs  over  hoe  in  het dagelijks leven om te gaan met COPD. Met het verkrijgen van informatie bedoelen ze het ontvangen van  informatie  over COPD op  zich,  en over  onderwerpen die met COPD  te maken  hebben  zoals  lotgenotencontact,  vergoedingen,  gespecialiseerde  ziekenhuizen etc. Andere  functies die naar voren komen zijn: Het stellen van persoonlijke doelen in een plan met concrete maatregelen en afspraken. Het bevorderen van de communicatie met  de  zorgverlener(‐s),  bijvoorbeeld  door  een  overzicht  van  zorgverleners  in  het zorgplan aan te brengen. En het aanleren van vaardigheden zoals het gebruik van een inhalator.  Inhoud Binnen  de  categorie  inhoud  zijn  de  thema’s  1.)  Informatie,  2.)  Tips  en  trucs  en  3.) Dagboek  het  meest  prominent.  Onder  informatie  verstaan  de  deelnemers  een  breed scala  van  informatie  over  COPD  in  het  algemeen  tot  informatie  over  de  laatste experimentele  behandelingen  in  het  bijzonder.  Onder  tips  en  trucs  verstaan  ze  korte adviezen over hoe men het beste om kan gaan met COPD in het dagelijks leven. Onder dagboek  verstaan  ze  een  manier  om  zaken  als  klachten,  medicijngebruik,  gevoelens, omgevingsfactoren en dergelijke  te noteren om hier  later,  als extern geheugen,  lessen uit  te  trekken.  Andere  vormen  van  inhoud  die  naar  voren  komen  zijn  een  plan  met doelen  en  concrete  maatregelen,  contactgegevens  van  verschillende  instanties,  een overzicht  van  de  individuele  zorgverleners,  de  ziektegegevens  van  de  patiënt  zelf, instructies om bepaalde vaardigheden te leren, ervaringsverhalen van anderen mensen met COPD en ruimte voor notities.  Vorm Wat betreft vorm zijn de wensen verdeeld  tussen een analoge klapper en een digitaal zorgplan zoals een website waarbij een digitaal zorgplan de voorkeur heeft. Een boekje werd  nauwelijks  verkozen.  In  ieder  geval  willen  de  deelnemers  een  document  dat dynamisch  is, waar men  in  kan  blijven werken,  en  dat  te  personaliseren  valt.  Verder willen ze dat het taalgebruik duidelijk  is, zonder  jargon. De toon van deze taal zien ze het liefst positief, niet negatief of betuttelend. Deelnemers hebben het idee dat dit hen meer  stimuleert  om  het  individueel  zorgplan  te  gebruiken.  Verder  vindt  een  aantal deelnemers het gebruik van beeldmateriaal gewenst, mits het gebruik functioneel is.     

Page 9: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

4 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Implementatie De  implementatie  van  het  individueel  zorgplan  krijgt  van  de  deelnemers  het  minste aandacht. Ze geven bijna unaniem aan dat ze het zorgplan van hun behandelaar willen ontvangen.  Deze  moet  vervolgens  zelf  uitleg  bij  het  document  geven  of  de  uitleg overlaten  aan  een  longverpleegkundige  of  praktijkondersteuner.  Ook  is  een  aantal deelnemers  geïnteresseerd  in  voorlichtingsbijeenkomsten  over  het  individueel zorgplan.  Additionele resultaten Tot  slot bespreken de deelnemers  een aantal  onderwerpen dat niet binnen het kader van een individueel zorgplan valt maar wel relevant is voor zelfmanagement. Vooral de grote  behoefte  aan  lotgenotencontact  valt  op.  Volgens  de  deelnemers  biedt lotgenotencontact  niet  alleen  steun  en  troost,  ook  is  het  een  goede  manier  om informatie over COPD en tips en trucs te verkrijgen.  Analyse zelfmanagement tools Van het grote aantal bestaande zelfmanagement tools voor COPD (Bijlage I) zijn er vijf relevant voor de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor COPD. Dit zijn het ‘IZP Vitale  Vaten’,  het  ‘COPD  IZP’,  ‘Living  well  with  COPD’,  de  ‘Longpas’  en  de ‘Zelfmanagementkaart’.  De  verschillende  zelfmanagement  tools  variëren  in  functie, inhoud, vorm en implementatie waarbij met name opvalt dat de Canadese tool,  ‘Living well  with  COPD’,  verschilt  van  de  andere  tools.  Dit  komt  vanwege  een  afwijkende opvatting van zelfmanagement waarbij  informeren, het geven van tips en trucs en het aanleren van vaardigheden een belangrijke rol spelen. Verder valt op dat allen de vorm van een boekje hebben.   Conclusie en discussie  Wensen ten opzichte van individueel zorgplan De meest  algemene  conclusie  is dat de verscheidenheid aan wensen dermate groot  is dat  daaraan  niet  met  één  individueel  zorgplan  tegemoet  gekomen  kan  worden.  Een tweede belangrijke conclusie is dat de deelnemers aangeven het zorgplan niet te zullen gebruiken als het niet aan hun wensen voldoet. Verder is het opvallend en belangrijk dat de wensen ten aanzien van functie en inhoud weinig behandelgericht zijn. De patiënten besteden  daarentegen  veel meer  aandacht  aan  het  bestrijden  van de  obstakels  in  het alledaagse  leven  die  in  hun  perceptie  meer  gewicht  hebben  dan  het  medische behandelplan.  Op  dit  punt  bestaat  een  duidelijk  risico  voor  de  ontwikkeling  van  een individueel  zorgplan.  Als  de  ontwikkelaars  te  weinig  rekening  houden  met  deze voorkeur van mensen met COPD bestaat de kans dat mensen met COPD het individueel zorgplan  niet  of  minder  zullen  gebruiken.  De  laatste  belangrijke  conclusie  is  dat  de meerderheid van de deelnemers een digitaal zorgplan verkiest boven een klapper. Aan een boekje heeft men nauwelijks behoefte.  Analyse zelfmanagement tools De belangrijkste conclusie van de analyse van de zelfmanagement tools is dat men eerst een  duidelijke  opvatting  van  zelfmanagement  moet  hebben  voordat  men  een  tool ontwikkelt. De tool ‘IZP Vitale Vaten’ mist een duidelijke opvatting van zelfmanagement en heeft daarom geen duidelijke interne samenhang. De tool ‘Living well with COPD’ is daarentegen wel  gebaseerd  op  een duidelijke  kijk  op  zelfmanagement maar  deze  kijk 

Page 10: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

5 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

verschilt van de Nederlandse tools door haar nadruk op informeren, tips en trucs geven en vaardigheden leren.  Personaliseren van individueel zorgplan Om aan zoveel mogelijk wensen van mensen met COPD te voldoen is het aan te raden een  digitaal  zorgplan  te  ontwikkelen.  Deze  kan men  immers  personaliseren,  op maat toesnijden. Bovendien blijkt uit dit onderzoek dat een meerderheid de voorkeur geeft aan een digitaal zorgplan, een groep die in de aankomende jaren waarschijnlijk enkel zal blijven groeien. Naast het  feit dat men een digitaal  zorgplan kan personaliseren heeft het nog andere voordelen. Ten eerste kan men er meer  functies mee aanbieden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het bieden van een weerbericht voor COPDers. Ten tweede kan het  de  functies  die  het  aanbiedt  vaak  op  een  betere  manier  aanbieden.  Zo  kan  men bijvoorbeeld  zoveel  informatie  geven  als  de  gebruiker  wil  zonder  dat  het  overzicht verloren gaat. Zoiets is zelfs in een klapper onmogelijk. Ten derde is het mogelijk om op een  digitaal  platform  functies  aan  te  bieden  die  niet  binnen  het  kader  van  het individueel zorgplan passen (zoals het faciliteren van lotgenotencontact) maar waaraan wel veel mensen behoefte hebben zodat veel mensen met COPD tot de webapplicatie en het zorgplan aangetrokken zullen worden.  Zelfmanagement en het individueel zorgplan Er bestaan veel zelfmanagement tools en het individueel zorgplan voor COPD is er één van. Uit de literatuur blijkt dat de meeste zelfmanagement tools niet het effect bereiken dat  voorstanders  van  de  tools  graag  zouden  zien.  Het  is  zeer  goed  mogelijk  dat  dit samenhangt met  het  feit  dat  bij  de  ontwikkeling  van  zelfmanagement  tools  patiënten niet  of  nauwelijks  betrokken  worden.  In  de  literatuur  is  slechts  één  studie  bekend waarbij men  de wensen  van mensen met  COPD meenam  in  de  ontwikkeling  van  een tool. Met dit onderzoek heeft het Astma Fonds willen voorkomen in dezelfde valkuil te stappen.  Uit  het  onderzoek  komen  resultaten waarmee  dat mogelijk  is. Met  name  de grotere interesse van mensen met COPD voor het omgaan met COPD in het alledaagse leven  dan  de  interesse  in  een  behandelplan  is  interessant.  Dit  is  een  punt  waar  het individueel  zorgplan  kan  falen  of  juist  aanslaan.  Daarom  is  het  sterk  aan  te  raden  de wensen van de mensen met COPD serieus te nemen en mee te nemen in de ontwikkeling van een individueel zorgplan.  Methodologische reflectie Een sterk punt van dit onderzoek is het gebruik van zowel focusgroepen als interviews. Via deze triangulatie bestrijdt men de bias die uit beide methoden voortkomt. Een punt van aandacht is dat er in dit onderzoek ten opzichte van de gemiddelde COPD populatie relatief  veel  hoog  opgeleiden  deelnamen  waardoor  sommige  onderwerpen,  zoals  het plan‐aspect van een individueel zorgplan, waarschijnlijk meer aandacht kregen dan bij deelname van meer laag opgeleiden.        

Page 11: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

6 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

1. Introductie  Voor  u  ligt  het  rapport  ‘Patiëntenparticipatie  bij  de  ontwikkeling  van  een  individueel zorgplan voor mensen met COPD’. Dit rapport beschrijft een exploratieve studie die  is uitgevoerd  door  het  Athena  Instituut  van  de  Vrije  Universiteit  in  opdracht  van  het Astma Fonds.   Project Individueel Zorgplan COPD Dit rapport is tot stand gekomen binnen het kader van het ‘Project Individueel Zorgplan COPD’.  Met  dit  project  beoogt  het  Astma  Fonds  inzicht  te  krijgen  in  de  wensen  van mensen  met  COPD  ten  aanzien  van  een  individueel  zorgplan  voor  COPD.  Met  deze aandacht voor de patiënt sluit het Astma Fonds aan bij een belangrijke ontwikkeling in de zorg waarin het patiëntenperspectief een steeds grotere rol speelt.  Aanleiding  In  de  Nederlandse maar  ook  in  de  internationale  zorg  bestaat  steeds meer  aandacht voor zelfmanagement bij mensen met een chronische ziekte. Deze aandacht past binnen brede maatschappelijke  ontwikkelingen waarin  de  aandacht  en  verantwoordelijkheid verschuift  van  het  medische  naar  het  persoonlijke  domein.  Er  bestaan  goede argumenten en voldoende aanwijzingen dat zelfmanagement de effectiviteit, efficiëntie en gelijkwaardigheid van zorg zal verhogen. Om zelfmanagement te bevorderen zijn er tal  van  zelfmanagement  tools  ontwikkeld. Deze  tools,  die  variëren van  een boekje  tot een website,  dienen  het  inzicht  in  en  de  controle  over  een  chronische  aandoening  te vergroten. Vreemd genoeg worden patiënten tot op heden niet of nauwelijks betrokken in de ontwikkelingsfase van deze zelfmanagement tools. Dit terwijl ze juist bedoeld zijn om door patiënten gebruikt te worden. Door het patiëntenperspectief ditmaal wel mee te  nemen  hoopt  het  Astma  Fonds  waardevolle  inzichten  in  handen  te  krijgen  om  de ontwikkeling  van  een  individueel  zorgplan  voor COPD  in  een  richting  te  sturen  zodat het individueel zorgplan ook daadwerkelijk aansluit bij de wensen van de gebruikers, en daardoor ook daadwerkelijk gebruikt zal worden.   Benodigde kennis voor de ontwikkeling van een Individueel Zorgplan  Om  ervoor  te  zorgen  dat  een  individueel  zorgplan  voor  mensen  met  COPD daadwerkelijk aansluit bij de behoeften van de gebruikers, is het belangrijk om inzicht te  verkrijgen  in  de  wensen  van  mensen  met  COPD.  Daarnaast  is  het  nuttig  om  een overzicht  te  krijgen  van  bestaande  zelfmanagement  tools,  zowel  nationaal  als internationaal.  Een  dergelijke  analyse  kan  een  overzicht  bieden  van  wat  er  al  op  de ‘markt’  is  gebracht,  en  wat  men  hiervan  kan  leren  bij  de  ontwikkeling  van  een zelfmanagement  tool. Om deze  kennis  en  dit  inzicht  te  bemachtigen  heeft  het  Athena Instituut een exploratief onderzoek uitgevoerd.  Het onderzoek  Het  exploratieve  onderzoek  bestaat  uit  drie  onderdelen;  een  literatuurstudie  om  de context  van het  individueel  zorgplan  in kaart  te brengen,  een  consultatie  van mensen met  COPD  via  focusgroepen  en  interviews  om  de  wensen  van  mensen  met  COPD  te verduidelijken, en een analyse van bestaande zelfmanagement tools om te zien wat er reeds voorhanden is in de Nederlandse zorg. Het tweede en het derde onderdeel van dit onderzoek beantwoorden de volgende twee vragen:  

Page 12: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

7 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

1.) Wat  zijn  de  wensen  van  mensen  met  COPD  ten  opzichte  van  een  individueel zorgplan voor COPD?  

2.) Welke zelfmanagement tools uit de Nederlandse (COPD) zorg zijn relevant voor de  ontwikkeling  van  een  individueel  zorgplan  voor mensen met  COPD,  en wat zijn de eigenschappen van deze zelfmanagement tools?  

 Structuur  Dit  rapport  bestaat  uit  zes  hoofdstukken.  Het  tweede  hoofdstuk  presenteert  de resultaten van de  literatuurstudie. Hierin wordt het  individueel zorgplan gedefinieerd, uitvoerig  beschreven  en  geplaatst  in  een  brede  context  die  bestaat  uit  politieke, economische,  culturele  en  medische  ontwikkelingen  die  zich  globaal  en  nationaal hebben  voorgedaan.  Ook  biedt  het  tweede  hoofdstuk  een  korte  blik  op  de  relevante wetenschappelijke  literatuur  over  de  belangrijkste  concepten  die  het  individueel zorgplan omringen, zoals ‘disease management’, zorgstandaarden en zelfmanagement.   Hoofdstuk  drie  beschrijft  de  methoden  die  gebruikt  zijn  om  beide  vragen  te beantwoorden. Hoofdstuk  vier  bevat  de  resultaten  van  de  consultatie  van  de mensen met  COPD.  Hoofdstuk  vijf  vervolgens,  toont  de  resultaten  van  de  analyse  van  de zelfmanagement  tools  voor  COPD.  Tot  slot  wordt  met  behulp  van  deze  resultaten  in hoofdstuk zes een antwoord op beide onderzoeksvragen gegeven. Eveneens worden in dit hoofdstuk de resultaten en het onderzoek bediscussieerd.    

Page 13: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

8 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

2. Theoretische Achtergrond  In dit hoofdstuk wordt uitgebreid aandacht besteed aan het begrip individueel zorgplan en wordt de plaats van het individueel zorgplan in de nationale context toegelicht. Ook wordt  de  relevantie  van  het  patiëntenperspectief  bij  de  ontwikkeling  van  een individueel  zorgplan  beschreven.  Vervolgens  volgt  een  uitwijding  over  de  politieke, economische,  culturele  en  medische  ontwikkelingen  die  zich  globaal  en  nationaal hebben  voorgedaan  en  die  de  aanleiding  vormen  voor  de  ontwikkeling  van  een individueel  zorgplan. Verder biedt dit hoofdstuk een kernachtige blik op de  relevante wetenschappelijke  literatuur  rondom  enkele  cruciale  concepten  voor  het  individueel zorgplan.  Dit  hoofdstuk  sluit  af  met  een  schematisch  overzicht  van  de  besproken concepten en hun onderlinge relatie.   2.1 Individueel zorgplan  Definitie Een  individueel  zorgplan  is  een  hulpmiddel  (tool)  dat  zelfmanagement  beoogt  te bevorderen  bij  mensen  met  een  chronische  aandoening.  Dit  hulpmiddel  kan  allerlei vormen hebben, van een boekje of klapper tot een uitgebreide website of webapplicatie. Het  individueel  zorgplan  heeft  een  cruciale  plaats  in  de  zorgstandaarden  die  de afgelopen  vijf  jaar  voor  verschillende  chronische  aandoeningen  zijn  ontwikkeld.  Deze zorgstandaarden  beschrijven  vanuit  het  perspectief  van  de  patiënt  het  kader waarbinnen chronische zorg zou moeten plaatsvinden. Voor COPD werd in 2010 zowel een professionele als een patiëntenversie gepubliceerd (Long Alliantie Nederland, 2010; Astma Fonds & Long Alliantie Nederland, 2010). In paragraaf 2.2 wordt uitgebreider op deze  en  andere  zorgstandaarden  ingegaan.  Hier  is  het  van  belang  te  weten  dat  de minister  van  VWS  het  Coördinatieplatform  Zorgstandaarden  heeft  ingesteld  om  de zorgstandaarden  op  gestandaardiseerde  en  gestructureerde  wijze  te  ontwikkelen  en implementeren.  Na  eerst  een  standaardmodel  voor  zorgstandaarden  te  hebben ontwikkeld,  heeft  het  platform  onlangs  een  standaardmodel  (‘Kader  Individueel Zorgplan’) voor een individueel zorgplan ontwikkeld. Het is de bedoeling dat bestaande en  toekomstige  zorgplannen  hiernaar  gemodelleerd worden.  Vanwege  de  belangrijke rol van het Coördinatieplatform Zorgstandaarden wordt in dit rapport hun definitie van een individueel zorgplan gehanteerd. Deze luidt als volgt:  

  Bestaande individuele zorgplannen  Individueel zorgplan Om  verwarring  te  voorkomen  worden  in  dit  hoofdstuk  twee  typen  zorgplannen onderscheiden. Het eerste type is het individueel zorgplan waarover het in deze studie gaat.  Deze  wordt  ontwikkeld  in  het  kader  van  de  genoemde  zorgstandaarden  voor 

Het individueel zorgplan is een plan waarin alle onderdelen die van belang zijn in de behandeling van de patiënt (voor de patiënt en samen met de patiënt) zijn vastgelegd. Het  gaat  hierbij  om  individuele  doelstellingen,  streefwaarden,  educatie  en therapietrouw (Coördinatieplatform Zorgstandaarden, 2010).

Page 14: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

9 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

chronische  zorg.  Van  dit  individueel  zorgplan  bestaan  momenteel  slechts  drie voorbeelden.  Er  zijn  het  zogenaamde  ‘  IZP  Vitale  Vaten’  (IZP  staat  hierbij  voor individueel zorgplan) dat door De Hart & Vaatgroep is ontwikkeld en het ‘IZP COPD’ dat door  Vilans  is  gemaakt.  Deze  worden  in  hoofdstuk  5  uitgebreid  besproken.  Ook  is onlangs, in april 2012, het ‘Individueel Zorgplan Diabetes’ gepubliceerd.1 Dit zorgplan is voortgekomen  uit  de  samenwerking  tussen Vilans,  Diabetes  Vereniging Nederland  en het Nationaal Actieprogramma Diabetes.  Zorgplan in AWBZ­zorg Het  tweede  type  zorgplan  wordt  gehanteerd  in  de  AWBZ‐zorg  (verpleeghuis‐  en gehandicaptenzorg). Hoewel dit  type zorgplan  in  sommige gevallen onder de definitie van  het  Coördinatieplatform  Zorgstandaarden  kan  vallen,  is  dit  type  zorgplan  niet vanuit het oogpunt van zelfmanagement ontwikkeld. Zij valt dan ook buiten het bestek van  dit  onderzoek.  Omdat  de  ontwikkeling  en  implementatie  van  deze  zorgplannen leerzaam kan zijn voor het toekomstige beleid omtrent het eerste type zorgplan wordt dit plan hier kort besproken.   Voor  de  verpleeghuis‐  en  gehandicaptenzorg  geldt  sinds  1996  de  Kwaliteitswet Zorginstellingen.  In  artikel  3  van  deze wet  staat  dat  instellingen  ‘verantwoorde  zorg’ moeten leveren. De verschillende partijen die betrokken zijn bij deze zorg hebben in de definiëring  van  deze  (‘patiëntgecentreerde’)  zorg  het  zorgplan  (of  ‘zorg‐leef‐plan’) centraal gesteld. Sindsdien zijn zorgplannen een verplicht onderdeel van de zorg. Toch was dit lange tijd nog niet de realiteit. Sinds 1 januari 2009 loopt de vergoeding van de AWBZ‐zorg echter via zogenaamde zorgzwaarte‐pakketten (zzp’s).2 Om de hoogte van het  zzp  te  bepalen  is  een  zorgplan  dat  voldoet  aan  bepaalde  voorwaarden  verplicht, aldus  onderzoek  van  Onderzoeksbureau  HHM  (Bureau  HHM,  2009).  Door  deze financiële  verplichting zijn de  zorgplannen nu  stevig  in de  zorg verankerd geraakt.  In sommige  zorginstellingen  zijn  er  zelfs  ‘zorgplancoördinatoren’  actief.  Het  is  leerzaam om  te  zien  dat  de  zorgplannen  pas  een  vast  onderdeel  van  de  zorg werden  toen  het wettelijk verplicht werd om inkomsten via deze zorgplannen te genereren.  In Bijlage II staat een overzicht van de elementen waaruit een individueel zorgplan in de gehandicaptenzorg minimaal bestaat. Het is een samenvoeging van de modellen van de brancheorganisaties ActiZ en Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (Bureau HHM, 2009).   Individueel zorgplan vanuit patiëntenperspectief Voor  zelfmanagement  tools  geldt  (zowel  nationaal  als  internationaal)  dat  het patiëntenperspectief veelal niet is meegenomen in de ontwikkeling (Steffelson, Chaney &  Chaney,  2010).  In  de  literatuur  is  zover  bekend  slechts  één  zelfmanagement  tool beschreven die ontwikkeld is met de inbreng van (COPD) patiënten. Hiervoor werd een groep  COPD  patiënten  in  de  Verenigde  Staten  via  focusgroepen  gevraagd  aan  welke kennis over COPD ze behoefte hadden. Op basis van deze kennis werd een educatieve 

                                                        1 Het  ‘Individueel Zorgplan Diabetes’  is  in april 2012 gepubliceerd en kwam daardoor te  laat voor de analyse van zelfmanagementtools. 2 Dit geldt echter enkel voor ‘zorg met verblijf’ in de publieke (dus niet particuliere) sector. 

Page 15: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

10 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

dvd  gemaakt.3  De  voornaamste  conclusie  van  de  onderzoekers  is  dat  de  patiënten behoefte  hebben  aan  kennis  en  aan  vaardigheden  ten  aanzien  van revalidatietechnieken.  Verder  zijn  de  onderzoekers  bijzonder  positief  over  het betrekken  van  de  patiënten  in  het  ontwikkelingsproces.  Ze  beschrijven  dat  het  zeer nuttig is om de behoeften van patiënten te identificeren en dat hierdoor het gebruik en de tevredenheid zeer waarschijnlijk zal toenemen (Steffelson, Chaney & Chaney, 2010). Dit  sluit  aan  bij  het  steeds  breder  gedragen  idee  dat  zorg  in  het  algemeen  en zelfmanagement  in het bijzonder het meest effectief  is wanneer zij  vertrekt vanuit de behoeften van de patiënt (Neish & Wilson Hopp, 1988; Dowson et al., 2004; O’Donnell et al., 2004; Murray, 2005). Naast dit pragmatische ‘argument van aansluiting’ zijn er ook morele  redenen  waarom  het  patiëntenperspectief  in  de  ontwikkeling  van  een individueel  zorgplan  interessant  is.  Met  het  betrekken  van  de  patiënt  wordt  de autonomie  van  de  patiënt  namelijk  verhoogd  en  wordt  de  zorg  gelijkwaardiger, emancipatoire waarden  die  in  de  hedendaagse  zorg  steeds meer  aanzien  krijgen.  Tot slot zal een patiëntengroep een middel dat zij zelf deels heeft vormgegeven makkelijker accepteren dan wanneer dit niet het geval is. Voor de twee reeds bestaande individuele zorgplannen,  ‘IZP  Vitale  Vaten’    en  ‘IZP  COPD’,    is  het  onduidelijk  in  hoeverre  het perspectief  van patiënten  is meegenomen. Het Astma Fonds  juist beginnen vanuit het perspectief van de patiënt en vraagt zich af wat de wensen van COPD patiënten zijn met betrekking tot een IZP.    2.2 Maatschappelijke veranderingen  Naast  inzicht  in  het  individueel  zorgplan  zelf  is  het  nuttig  om  inzicht  te  krijgen  in  de brede context waarbinnen het  individueel  zorgplan  is opgekomen. Daartoe worden  in de  komende  paragrafen  allereerst  enkele  ontwikkelingen  op medisch,  economisch  en beleidsmatig  vlak  beschreven.  Vervolgens  wordt  uitgebreid  ingegaan  op zelfmanagement, het concept dat het fundament voor het individueel zorgplan vormt.   Chronische aandoeningen Wereldwijd neemt de prevalentie van chronische aandoeningen in hoog tempo toe. De vier  voornaamste  categorieën van  chronische  aandoeningen  zijn hart‐  en  vaatziekten, diabetes,  kanker en  chronische  luchtwegaandoeningen  (waarvan COPD een belangrijk onderdeel vormt). De prevalentie van chronische aandoeningen neemt vooral toe omdat landen met een laag tot gemiddeld bruto nationaal product de afgelopen decennia een sterke  economische  groei  en  urbanisatie  hebben  doorgemaakt.  De  economische  groei zorgde  via  een  verbeterd  gezondheidssysteem  voor  langer  leven  en  bijbehorende chronische  aandoeningen.  Beide  ontwikkelingen  droegen  bij  aan  een  toename  van de Westerse levensstijl (World Health Organization, 2011). Het zijn echter niet uitsluitend de  landen  met  een  laag  tot  gemiddeld  bruto  nationaal  product  waar  de  prevalentie stijgt.  De  stijging  is  ook  in  Westerse  landen  te  zien.  De  redenen  hiervoor  zijn  de vergrijzing, een verdere toename in welvaart met bijbehorende levensstijl en medisch‐technologische vooruitgang die ons in staat stelt om steeds langer te leven.  

                                                        3  In de Verenigde Staten, net als  in Canada, hanteert men een definitie van zelfmanagement waardoor een educatieve dvd in de categorie zelfmanagement tools valt. Dit is met veel Nederlandse definities niet mogelijk. In paragraaf 2.3 komen verschillende definities van zelfmanagement aan bod. 

Page 16: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

11 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

COPD in Nederland De Nederlandse samenleving krijgt  in de nabije toekomst te maken met de vergrijzing van de zogenaamde babyboomers waarvan een deel chronisch ziek is of zal worden. Het onderstaande  diagram  toont  de  voorspellingen  van  het  RIVM  daarover  (Blokstra  & Verschuren,  2007).  Bij  COPD gaat  het  om een  verwachte  stijging  van 84.500 gevallen (18%), van 458.000 gevallen in 2005 naar 542.500 in 2025. 

Figuur 2.1: Toename gevallen chronische ziekten.   Gevolgen De toename van chronische aandoeningen zorgt in de eerste plaats voor een toename in de  totale  ziektelast  van de bevolking  en  een verhoogd  aantal doden. De  gevolgen  zijn echter  niet  uitsluitend medisch  van  aard.  Aangezien  niet‐overdraagbare  (chronische) aandoeningen vragen om langdurige en kostbare zorg in plaats van incidentele en acute zorg,  zal  de  toename  ook  voor  een  organisatorische  en  financiële  druk  op  de gezondheidszorg zorgen. Het gaat om grote maatschappelijke ontwikkelingen die, als er geen veranderingen in de organisatie van de gezondheidszorg komen, een te grote druk op de samenleving zullen opleveren. Daarom spreekt men zowel nationaal als globaal al jaren van de noodzaak tot verandering, de ‘paradigmawisseling in de gezondheidszorg’ die Westerse  landen moet  gereedmaken voor de 21e  eeuw  (Hunter & Fairfield,  1997; Ministerie van VWS, 2008a).   Disease management ‘Disease management’ is door velen omarmd als het antwoord op de uitdagingen die de gezondheidszorg van de 21e eeuw te wachten staan (Rosleff & Lister, 1995; Dellby, V., 1996;  Massie  &  Shah,  1997).  Het  concept  verwijst  naar  een  organisatie  van  de gezondheidszorg  waarbij  de  zieke  patiënt  (de  vraag)  centraal  staat  in  plaats  van  de verschillende medische specialismen (het aanbod). Het concept past het marktdenken toe  op  de  gezondheidszorg  en  vraagt  om  een  reorganisatie  van  bestaande  elementen zoals  voorlichting, preventie,  diagnose,  behandeling en nazorg  zodat de uitkomst  (het oplossen van de ‘ziektevraag’) centraal komt te staan. Het concept is omarmd omdat het veel pragmatische en economische voordelen lijkt te hebben (Fairfield et al., 1997). Om te voorkomen dat de kwaliteit  van dit nieuw  type zorg niet  achteruit  gaat, moet deze 

Page 17: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

12 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

voldoen  aan  uitgebreide  richtlijnen  en  standaarden  (Hunter  &  Fairfield,  1997).  In  de Verenigde  Staten  is  men  sinds  de  jaren  ’90  bezig  met  de  doorvoering  van  ‘disease management’.  Ondertussen  zijn  ook  beleidsmakers  in  Europa  overgestapt  naar  dit relatief nieuwe concept. In Nederland kan men de invoering van de diagnose‐behandel‐combinatie in de zorg en het beleid van Balkende IV op het gebied van Volksgezondheid als  exemplarisch  beschouwen  (Ministerie  van  VWS,  2007a;  2007b;  2008a;  2008b; 2008c).4    Zorgstandaarden Zoals  gezegd  moeten  richtlijnen  en  standaarden  de  kwaliteit  van  zorg  binnen  het concept  ‘disease  management’  garanderen.  Per  land  worden  deze  richtlijnen  en standaarden  anders  uitgewerkt.  In  Nederland  wordt  gewerkt  met  zorgstandaarden, richtlijnen/protocollen  en  prestatie‐indicatoren.  Zorgstandaarden  zijn  algemene documenten  waarbinnen  de  grenzen  van  de  zorg  voor  (chronisch)  zieken  per aandoening wordt beschreven. Zo beschrijft de Zorgstandaard COPD, waarvan in 2010 zowel een professionele als patiëntenversie werd gepubliceerd, waaraan de zorg voor COPD  in  elk  onderdeel  van  de  zorgketen moet  voldoen.  De  concrete  invulling  van  de zorg gebeurt vervolgens op basis van vakinhoudelijke kennis, beschreven in richtlijnen en  protocollen.  De  prestatie‐indicatoren  tot  slot  zijn  meetinstrumenten  waarmee  de prestatie op een bepaald vlak gemeten kan worden. Terwijl de richtlijnen/protocollen en prestatie‐indicatoren het afgelopen decennium sterk in ontwikkeling zijn geweest, is de  ontwikkeling  van  zorgstandaarden  van  zeer  recente  datum.  Politieke  wil  is  de drijvende kracht achter deze ontwikkeling.   Op  basis  van  de  beleidsbrieven  van  de  minister  valt  te  verwachten  dat  de zorgstandaarden  binnen  afzienbare  tijd  ingezet  zullen  worden  als  middel  waarmee zorgverzekeringen  zorginstellingen  kunnen  dwingen  bepaalde  zorg  te  leveren (Ministerie  van  VWS,  2007a;  2007b;  2008a;  2008b;  2008c).  Verder  heeft  de minister van VWS in het najaar van 2008 zoals gezegd het Coördinatieplatform Zorgstandaarden ingesteld.  Dit  platform  coördineert  de  ontwikkeling  en  implementatie  van zorgstandaarden  voor  verschillende  chronische  aandoeningen.  In  februari  2010  heeft zij  een  Standaardmodel  voor  zorgstandaarden uitgebracht waarnaar  zorgstandaarden voor  specifieke  chronische  aandoeningen  gemodelleerd  moeten  worden (Coördinatieplatform Zorgstandaarden, 2010). In maart 2011 is vervolgens een rapport uitgebracht  waarin  beschreven  staat  hoe  het  gesteld  is  met  de  ontwikkeling  van  de zorgstandaarden  per  chronische  aandoening  (Coördinatieplatform  Zorgstandaarden, 2011). Hier volgt een korte opsomming van de bevindingen:  

o Diabetes. Voor diabetes type 2 bestaat sinds 2007 een zorgstandaard die in 2009 is aangevuld met een addendum over diabetes  type 1. De zorgstandaard wordt momenteel  aangepast  aan  het  Standaardmodel  van  het  Coördinatieplatform Zorgstandaarden.   

                                                        4 In de Diagnose Behandel Combinatie structurering van de volksgezondheid wordt elke aandoening gekoppeld aan een traject van behandelingen  in de zorg. Hierbij staat niet  langer de medische discipline maar de zieke patiënt centraal. Het is opmerkelijk dat hierbij de patiënt zoals de term ‘disease management’ suggereert tot zijn of haar ziekte gereduceerd wordt. 

Page 18: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

13 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

o Hart‐  en  vaatziekten.  Voor  hart‐  en  vaatziekten  bestaat  sinds  2009  de ‘Zorgstandaard  Vasculair  Risicomanagement’.  De  implementatie  hiervan  komt vanwege politieke discussies en financiële moeilijkheden echter nog niet van de grond. Deze zorgstandaard  is  (nog) niet afgestemd op het Standaardmodel van het  Coördinatieplatform  Zorgstandaarden.  Naast  deze  zorgstandaard  wordt  er momenteel de ‘Zorgstandaard Hartfalen’ ontwikkeld.  

 o Spierziekten.  Voor  Duchenne  en  ALS  bestaan  zorgstandaarden,  voor  andere 

spierziekten niet. De bestaande zorgstandaarden zijn nog niet afgestemd op het Standaardmodel van het Coördinatieplatform Zorgstandaarden.  

 o COPD. Begin 2010 is de ‘Zorgstandaard COPD’ gepubliceerd. Sinds de zomer van 

2010  is  daar  een  patiëntenversie  aan  toegevoegd.  Deze  zorgstandaarden  zijn afgestemd  op  het  Standaardmodel  van  het  Coördinatieplatform Zorgstandaarden.  

o Depressie. De ‘Zorgstandaard Depressie’ zit in de fase van afronding.  

o Kanker.  De  betrokken  instanties  zijn  begonnen  met  de  ontwikkeling  van  een zorgstandaard.  

 o Reuma. De ontwikkeling van een zorgstandaard ligt stil. 

  2.3 Zelfmanagement  Definities Het concept  ‘disease management’ wordt vaak gekoppeld aan concepten als  ‘self‐care’, ‘patient  education’  en  zelfmanagement  (Hunter  &  Fairfield,  1997;  Coughlin,  Pope,  & Leedle, 2006). Dit zijn drie concepten waarin beschreven wordt hoe binnen het proces van  zorg  een  grote  rol  voor  de  patiënt  is  weggelegd.  Het  concept  dat  in  Nederland voornamelijk  gebruikt  wordt  is  zelfmanagement.  Dit  blijkt  onder  andere  uit  de regelmaat waarin het concept in beleidsbrieven van de minister voorkomt, evenals uit de instelling van het Landelijk Actieplatform Zelfmanagement (LAZ), eind 2008. Het LAZ is  een  programma  dat  de  randvoorwaarden  voor  zelfmanagement  in  de  Nederlandse zorg probeert te scheppen. Zelfmanagement speelt dus een grote rol in de Nederlandse zorgstandaarden  en  de  individuele  zorgplannen.  Daarom  wordt  dit  concept  hier uitvoeriger besproken.   Zelfmanagement  is  een  internationaal  concept  en  wordt  op  verschillende  manieren uitgewerkt. Enkele courante internationale en nationale definities zijn:  

o Zelfmanagement  verwijst  naar  alle  formele  educatieve  programma’s  die patiënten  vaardigheden  leren  om  medische  regimes  uit  te  voeren,  en  die 

Page 19: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

14 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

begeleiden in gezonde gedragsverandering die  leidt tot controle van hun ziekte en verbeterd welzijn (Bourbeau, Nault & Dang‐Tan, 2004).5  

o Zelfmanagement  beschrijft  hoe  patiënten  hun  conditie  managen.  Hieronder vallen  het  monitoren  van  symptomen,  het  aanpassen  van  medicatie,  en  het bepalen of medische aandacht noodzakelijk  is. (Jovicic, Holroyd‐Leduc & Straus 2006).6 

 o Het  gebruik  van  ziekte‐specifieke  probleemoplossende  vaardigheden 

(Bodenheimer, Lorig, Holman & Grumbach, 2002).7  

o Het  bewust  zelf  nemen  van  beslissingen  over  de  planning  en  uitvoering  van preventieve  of  therapeutische  zelfzorgactiviteiten  van  het  individu,  vaak  in samenwerking  met  professionele  zorgverleners,  om  de  ziekte  in  het  dagelijks leven in te passen en met de gevolgen van de ziekte om te gaan (Dorn, Heijmans, Van Dijk & Francke, et al., 2007). 

 o Het eigen gedrag of de activiteiten van nierpatiënten die bevorderlijk zijn voor 

de  (ervaren)  gezondheid,  die  helpen  voorkomen dat  de  ziekte  verergert  of  die ondersteunend zijn aan de behandeling (Nierstichting Nederland, 2008). 

  Definitie Astma Fonds De  definitie  van  zelfmanagement  is  van  groot  belang  bij  de  ontwikkeling  van  een individueel  zorgplan.  Zij  bepaalt  immers  hoe  een  zelfmanagement  tool  eruit  komt  te zien, vanuit welk idee men vertrekt. Zo ligt in de Canadese zelfmanagement tool ‘Living well with COPD’ de nadruk sterk op educatie. Dit komt omdat educatie een centrale rol speelt  in  de  Angelsaksische  definitie  van  zelfmanagement  (Bourbeau  et  al.,  2004). Vanwege de invloedrijke rol van de definitie is het belangrijk haar zorgvuldig onder de loep te nemen.   Het Astma Fonds hanteert de volgende definitie:  

  Deze definitie past goed binnen de Nederlandse opvattingen over zelfmanagement. Wat echter  opvalt,  is dat management  als  vermogen wordt  gedefinieerd  terwijl  het woord ‘management’  eerder  een  activiteit  suggereert.  De  nadruk  op  het  actieve  zien we wel terug  in de wetenschappelijke  literatuur. Verder valt  op dat  er  in de definitie  van het Astma  Fonds  gesproken  wordt  van  de  ‘ervaren’  Kwaliteit  van  Leven  terwijl  het 

                                                        5 Vertaald vanuit het Engels: ‘Self‐management applies to any formalised patient education program aimed at teaching skills needed to carry out specific medical regimens specific to the disease and guide health behaviour change for patients to control their disease and improve their well‐being.’ 6  Vertaald  vanuit  het  Engels:  ‘Self‐management  describes  the  patients’  management  of  their  condition, including monitoring symptoms, adjusting medications and determining when additional medical attention  is necessary.’  7 Vertaald vanuit het Engels: ‘The use of disease specific problem‐solving skills.’ 

Zelfmanagement  is het persoonlijke vermogen om de ervaren kwaliteit van  leven  te verhogen door bewuste keuzes te maken, die kunnen  leiden tot vermindering van de ziektelast. 

Page 20: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

15 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

ervaringsaspect vaak al in de definitie van Kwaliteit van Leven besloten zit. Een definitie die  dezelfde  betekenis  bezit  en  die  tegelijk  beter  aansluit  bij  de  literatuur  zou  een volgende kunnen zijn:  

  Geschiedenis van zelfmanagement De oorsprong van het concept zelfmanagement ligt in de jaren ’70, toen Albert Bandura het  concept  ‘self‐efficacy’  ontwikkelde.  Dit  concept  verwijst  naar  het  geloof  van  een persoon in de mogelijkheid om via eigen gedrag een bepaalde uitkomst te bereiken. Dit geloof in het eigen vermogen om bepaalde uitkomsten te bereiken gaat vooraf aan het daadwerkelijke gedrag. Bandura stelt daarom dat het verhogen van het geloof cruciaal is  in  het  bewerkstelligen  van  gedrag  (Bandura,  1977).  Dit  idee  is  in  de  jaren  ’90 verwerkt  in  zorgprogramma’s  waarin  de  patiënt  een  centrale  rol  kreeg  en  deze zorgprogramma’s werden vervolgens zelfmanagement programma’s genoemd.   Er zijn verschillende redenen voor de opkomst van deze programma’s. Allereerst  is er het politiek‐economische motief van kostenbeheersing dat we in de vorige paragraaf al zagen  (Bodenheimer  et  al.,  2002).  Voorts  is  er  een  medisch  motief:  In  de gezondheidszorg groeit immers de overtuiging dat de patiënt, in plaats van de ziekte of het specialisme, centraal moet staan. Dit zou het doel van de geneeskunde, het gezonder maken van mensen, dichterbij brengen. Ten derde zijn er ook culturele redenen voor de opkomst  van  zelfmanagementprogramma’s.  De  afgelopen  eeuw  is  de  democratie  tot wasdom  gekomen  en  de  cultuur  individualistischer  en  liberaler  geworden.  Hierbij horen  een  steeds  hogere  waardering  voor  waarden  als  gelijkheid,  medezeggenschap, vrijheid  en  autonomie.  De  opkomst  van  deze  waarden  hebben  hun  weerslag  op  de traditioneel hiërarchische relatie tussen arts en patiënt. Deze verandert meer en meer in  de  richting  van  een  gelijkwaardige  relatie.  De  opkomst  van zelfmanagementprogramma’s past binnen deze trend.   Wetenschappelijk onderzoek naar zelfmanagement  Effectiviteit zelfmanagement Begin  jaren  ’90 werden  de  eerste  onderzoeken  naar  de  effecten  van  zelfmanagement programma’s uitgevoerd. Deze onderzoeken bij diabetes, astma en hart‐ en vaatziekten geven  geen  eenduidig  beeld.  Sommigen  suggereren  een  positief  effect,  anderen weer niet (Hiss et al., 1994; Bernard‐Bonnin et al. 1995; Rich et al. 1995). Een paar jaar later zien we de publicaties  over de  effecten  van  zelfmanagement op het  gebied  van COPD opkomen.  De  meeste  onderzoeken  rapporteren  gunstige  effecten,  waarbij  het  vooral gaat  om  economische  effecten  en  effecten  op  gedragsniveau  (Watson  et  al.,  1997; Worth,  1997;  Gallefoss  &  Bakke,  2000;  Bourbeau  et  al.,  2003;  Bourbeau  et  al.,  2004; Gallefoss, 2004; Worth & Dhein, 2004; Gadoury et al., 2005; Bourbeau et al., 2006).  Hierbij  moet  echter  opgemerkt  worden  dat  veel  onderzoek  is  uitgevoerd  door onderzoekers die zelf een zelfmanagementprogramma ontwikkeld hebben (zoals ‘Living well with COPD’) en dat dit, zo blijkt uit de publicaties, de interpretatie van de gegevens 

Zelfmanagement is het proces waarin patiënten door het maken van bewuste keuzes de  controle  over  hun  aandoening  vergroten  en  daarmee  hun  kwaliteit  van  leven verbeteren. 

Page 21: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

16 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

soms positief laat uitvallen. Dit beeld wordt bevestigd door een paar overzichtsstudies. Daarin stelt men dat het effect van zelfmanagement juist allerminst duidelijk is, en dat het onderzoek tot op heden vaak methodologisch onder de maat  is en / of uitgevoerd met belang bij het resultaat (Warsi et al., 2004; Effing et al., 2007).   Reden tot voorzichtigheid Recent  zijn  er  bovendien  nog  enkele  studies  verschenen  die  waarschuwen  voor  een heilig geloof in zelfmanagement en die vragen om een kritische reflectie op het concept en haar  toepassing.  In deze  studies  stelt men dat  zelfmanagement wellicht  effectief  is maar  dat  er  nauwkeurig  gekeken  moet  worden  voor  wie  en  onder  welke omstandigheden het gebruikt wordt. Ook stellen ze dat telkens moet worden bekeken of de patiënt zelf wil dat zijn / haar autonomie bevorderd wordt. (Lau‐Walker, 2009; Lawn et al., 2011). Deze laatste adviezen vormen precies de insteek van dit project. Door de eindgebruiker mee te laten werken in de ontwikkeling van een individueel zorgplan kan men proberen om uiteindelijke problemen te voorkomen.    2.4 Schematisch overzicht  In dit hoofdstuk  is  ingegaan op het  individueel  zorgplan en  is  zij  in een breder kader geplaatst. Figuur 2.2 toont hoe dat kader eruit ziet en hoe de verschillende onderdelen zich tot elkaar verhouden.  

 Figuur 2.2 Kader van het individueel zorgplan. 

Page 22: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

17 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

 Te  zien  is  hoe  maatschappelijke  (politiek‐economische),  culturele  en  medische veranderingen hebben geleid tot de opkomst van het concept ‘disease management’ in het  beleid  van  de  gezondheidszorg.  Binnen  dit  beleid  passen  de  zorgstandaarden  die ruimte maken voor zelfmanagement dat door het individueel zorgplan bevorderd moet worden. 

   

Page 23: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

18 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

3. Methoden    Dit  hoofdstuk  beschrijft  stapsgewijs  de  methoden  die  gebruikt  zijn  om  tot  een beantwoording  van  de  genoemde  onderzoeksvragen  te  komen.  Het  hoofdstuk  is ingedeeld  in  twee  onderdelen:  1.)  Consultatie  van  mensen  met  COPD  om  inzicht  te krijgen  in  hun wensen  ten  opzichte  van  een  individueel  zorgplan  en  2.)  Analyse  van bestaande  en  relevante  zelfmanagement  tools.  In  het  eerste  deel  wordt  allereerst ingegaan op focusgroepen en vervolgens op de interviews.   3.1 Consultatie van mensen met COPD  Focusgroepen Om inzicht te krijgen in de wensen van mensen met COPD zijn zowel focusgroepen als interviews  gehouden.  Een  focusgroep  is  een  goed  middel  omdat  een  dialoog  tussen deelnemers van een  focusgroep,  via  integratie van kennis en ervaringen,  tot  een  rijke vorm van kennis  leidt. Bovendien kunnen deelnemers  reflecteren op hun kennis door de verhalen die anderen tijdens de focusgroep inbrengen.   Er werden vier  focusgroepen gehouden  in de periode van september 2011 tot en met maart 2012. Deze vonden plaats in Amersfoort (2x), Arnhem en Tiel. De deelnemers van deze  focusgroepen  werden  geworven  via  ‘convenience  sampling’,  een  methode  van selecteren waarbij men deelnemers kiest op basis van hun beschikbaarheid. Zo werden de deelnemers van de  focusgroepen  in Amersfoort, Arnhem en Utrecht bereikt  via de contacten  van  het  Astma  Fonds.  De  deelnemers  van  de  focusgroep  in  Tiel  werden bereikt via het ‘COPD café Tiel’, een organisatie voor lotgenotencontact.  Alhoewel  zich  voor  de  focusgroepen  telkens  voldoende  mensen  (gemiddeld  7/8  per focusgroep) aanmeldden, was de opkomst bij de focusgroepen laag (3 per focusgroep). Dit  had  voornamelijk  te  maken  met  afzeggingen  wegens  een  verslechterde gezondheidstoestand of gebrekkige mobiliteit. Dit is een typisch probleem voor mensen met COPD en de tijd van het jaar bleek dit probleem te verergeren. Om ondanks dit lage aantal  deelnemers  toch  voldoende  saturatie  (verzadiging)  van  de  data  te  bereiken  is gekozen om naast de focusgroepen een aantal interviews te houden.  Voordat die besproken worden nog een kort woord over de opzet van de focusgroepen. De  basis  van  de  focusgroepen  (en  interviews)  was  een  categorisatie  van  soorten wensen. De  soorten wensen  vielen  uiteen  in wensen  ten  aanzien  van  functie,  inhoud, vorm  en  implementatie  plus  een  categorie  waarbinnen  de  wenselijkheid  van  het individueel zorgplan op zich besproken werd (tabel 3.1). Dit is een onderverdeling van wensen die voor het doel van deze studie toereikend was. In de focusgroepen is telkens eerst  uitgelegd  wat  het  kader  van  het  onderzoek  is  en  wat  een  individueel  zorgplan inhoudt.  Vervolgens  is  gevraagd  naar  de  wenselijkheid  van  een  individueel  zorgplan überhaupt. Daarna zijn achtereenvolgens de specifieke wensen ten aanzien van functie, inhoud,  vorm  en  implementatie  besproken.  De  deelnemers  werden  telkens  gevraagd hun wensen toe te  lichten waarbij werd opgelet dat de sfeer  tolerant en open was, en dat  iedere deelnemer voldoende aan bod kwam. Tot  slot werd van  iedere  focusgroep een geluidsopname gemaakt met toestemming van de deelnemers (‘informed consent’). 

Page 24: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

19 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Met behulp van deze geluidsopnames  is een verslag gemaakt dat  ter  controle naar de deelnemers is gestuurd (‘member check’).  Categorie  Beschrijving  Wenselijkheid  De wenselijkheid van een individueel zorgplan. Functie    De wensen ten opzichte van de functies van een individueel 

zorgplan. Inhoud  De wensen  ten opzichte  van de  inhoud van een  individueel 

zorgplan.  Vorm  De  wensen  ten  opzichte  van  de  vorm  van  een  individueel 

zorgplan. Implementatie   De  wensen  ten  opzichte  van  de  implementatie  van  een 

individueel zorgplan. Tabel 3.1: Categorieën van wensen   Deelnemers focusgroepen  In  totaal  hebben  twaalf  COPD  patiënten  met  een  leeftijd  van  51  t/m  70  jaar deelgenomen aan de focusgroepen. De deelnemersgroep bestond uit zeven vrouwen en vijf mannen waarvan zeven deelnemers als hoogste onderwijs het HBO of WO hebben afgerond,  twee deelnemers het MBO en  twee deelnemers het LBO of de  lagere  school (tabel 3.2). 

Tabel 3.2: Demografische gegevens deelnemers focusgroepen 

 Interviews Om de data voldoende volume te geven  is gaandeweg het onderzoek besloten om een serie  interviews aan de onderzoeksmethode toe  te voegen. Het  interview  is voor deze doelgroep  interessant  omdat  het  interview makkelijker  in  te  plannen  is,  en  omdat  de deelnemer  er  niet  voor  hoeft  te  reizen.  Hierdoor  zijn  (tijdelijk)  verslechterde gezondheid  en  gebrekkige  mobiliteit  een  minder  groot  probleem.  Een  positief neveneffect van deze methode is dat men een grotere diversiteit aan mensen met COPD onderzoekt.  Voor dit onderzoek zijn in de periode van januari 2012 tot en met februari 2012 twaalf interviews  gehouden.  Deze  interviews  vonden  plaats  op  zeer  uiteenlopende  plaatsen 

Variabele  Categorieën  Aantal 

Geslacht  V  7 

  M  5 

Leeftijd  < 41  0 

  41‐50  0 

  51 – 60  6 

  61‐70  6 

  >70   

Opleidingsniveau  Lager onderwijs/LBO  2 

  MBO  3 

  HBO  6 

  WO  1 

Page 25: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

20 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

(van Maastricht  tot Heemskerk). Elf van deze  interviews vonden plaats bij de mensen thuis. De deelnemers van de interviews werden opnieuw geselecteerd via ‘convenience sampling’.  Een  belangrijke  rol  speelde  daarbij  de  zogenaamde  sneeuwbalmethode, waarbij de ene geïnterviewde ons in contact bracht met de volgende.   De opzet van de interviews was als volgt. Na uitleg over het kader van het onderzoek en het  individueel  zorgplan  werden  achtereenvolgens  open  vragen  gesteld  over  de wenselijkheid  van  het  individueel  zorgplan  en  de  wensen  ten  opzichte  van  functie, inhoud, vorm en implementatie. Nadat de deelnemers hun wensen hadden geuit werden vervolgens de onderwerpen die zij nog niet hadden besproken maar die wel uit eerdere interviews naar voren kwamen aan de orde gesteld. Zo werd tegelijkertijd voorkomen dat  de  interviewer  de  geïnterviewde  een  bepaalde  kant  instuurde  en  dat  er onderwerpen werden overgeslagen. Het is verder belangrijk te vermelden dat er zoveel interviews  zijn  gehouden  totdat  saturatie  bereikt  was,  totdat  er  geen  nieuwe onderwerpen  meer  opkwamen.  Tot  slot  zijn  ook  van  de  interviews  geluidsopnames gemaakt, met toestemming van de geïnterviewde (‘informed consent’). Met behulp van deze geluidsopnames is een verslag gemaakt dat later ter controle naar de deelnemers is gestuurd (‘member check’).   Deelnemers interviews  In  totaal  hebben  twaalf  COPD  patiënten  met  een  leeftijd  van  37  t/m  71  jaar deelgenomen aan de interviews. Deze groep bestond uit tien vrouwen en twee mannen. De hoogste  vorm van opleiding  bij  deze personen  is  tweemaal  het HBO,  viermaal  het MBO en zesmaal het LBO of de lagere school (tabel 3.3).      

Geslacht  V  10 

  M  2 

Leeftijd  < 41  1 

  41‐50  1 

  51 – 60  7 

  61‐70  1 

  >70  1 

Opleidingsniveau  Lager onderwijs/LBO  6 

  MBO  4 

  HBO  2 

  WO  0 

Tabel 3.3: Demografische gegevens deelnemers interviews 

Uit bovenstaande gegevens blijkt dat er een aantal verschillen tussen de deelnemers van de  focusgroepen en de  interviews bestaat. Zo deden aan de  interviews meer vrouwen mee en was het opleidingsniveau van de deelnemers beduidend  lager. Ook bestaat de indruk, los van de demografische gegevens, dat de deelnemers van de focusgroep over het algemeen meer kennis, competenties en contacten bezaten. De deelnemers aan de interviews waren daarentegen vaker verstoken van kennis en geïsoleerd.     

Page 26: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

21 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Analyse data  De analyse van de data bestond uit een aantal stappen. Allereerst zijn de notulen van de focusgroepen  digitaal  getranscribeerd.  Vervolgens  zijn  de  geluidsopnames  van  de focusgroepen en interviews volledig getranscribeerd. De volgende stap bestond uit het stuk  voor  stuk  doorlezen  van  de  transcripten  waarbij  binnen  de  vijf  genoemde categorieën ‘open coding’ plaatsvond. ‘Open coding’ is een manier van coderen waarbij de  organisatie  van  de  data  niet  gebeurt  via  een  vooraf  bepaald  conceptueel  schema maar via een schema dat zich tijdens de analyse van de data presenteert. De ene helft van de data werd door één onderzoeker gecodeerd terwijl een andere onderzoeker de tweede  helft  codeerde.  Na  deze  eerste  ronde  van  coderen  werden  per  interview  c.q. focusgroep samenvattingen gemaakt van de relevante concepten plus relevante citaten. Tot  slot  kwamen  beide  onderzoekers  bij  elkaar  om  de  gevonden  resultaten  te vergelijken,  op  elkaar  af  te  stemmen,  en  vervolgens  onder  te  brengen  in  een overkoepelend schema.    Kwaliteitsbewaking consultatie  Tijdens het onderzoek is een aantal maatregelen genomen om de kwaliteit van de data te  waarborgen.  Allereerst  is  er  in  het  onderzoek,  door  het  gebruik  van  zowel focusgroepen als  interviews,  sprake van  triangulatie. Via  triangulatie kan men de bias die bestaat  als  gevolg van de ene methode via de  andere opheffen. Verder hebben de ‘member checks’, het terugsturen van verslagen ter controle, ervoor gezorgd dat er geen verkeerde  interpretaties  zijn  ontstaan  in  het  samenvatten  van  de  focusgroepen  en interviews. Verder is de analyse door twee onderzoekers uitgevoerd om te voorkomen dat  de  individuele  perceptie  van  een  onderzoeker  teveel  invloed  kreeg  op  het uiteindelijke resultaat.   3.2 Analyse zelfmanagement tools    Naast  consultatie  van  mensen  met  COPD  is  een  aantal  zelfmanagement  tools geanalyseerd.  De  leidende  vraag  hierbij  was:  Welke  zelfmanagement  tools  uit  de Nederlandse  (COPD)  zorg  zijn  relevant  voor  de  ontwikkeling  van  een  individueel zorgplan voor COPD, en wat zijn de eigenschappen van deze zelfmanagement tools? In deze paragraaf staat beschreven hoe de analyse is uitgevoerd.    Definitie gehanteerde begrippen Om  de  bovenstaande  vragen  te  kunnen  beantwoorden  is  het  noodzakelijk  de belangrijke  concepten;  zelfmanagement  tools,  individueel  zorgplan  en  relevantie,  te definiëren.  Zelfmanagement  tools  verwijst  naar  een  hulpmiddel  dat  zelfmanagement bevordert  bij mensen met  een  chronische  aandoening.  Voor  het  individueel  zorgplan wordt  de  definitie  van  het  Coördinatieplatform  Zorgstandaarden  gebruikt:  ‘Het individueel  zorgplan  is  een  plan  waarin  alle  onderdelen  die  van  belang  zijn  in  de behandeling van de patiënt (voor de patiënt en samen met de patiënt) vastgelegd. Het gaat  hierbij  om  individuele  doelstellingen,  streefwaarden,  educatie  en therapietrouw’(Coördinatieplatform Zorgstandaarden, 2010). Relevantie, tot slot, wordt bepaald door de mate waarin een zelfmanagement  tool overeenkomt met de definitie van het Coördinatieplatform Zorgstandaarden.  

Page 27: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

22 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

 Inventarisatie zelfmanagement tools Er  zijn  veel  zelfmanagement  tools.  Alleen  op  het  gebied  van  COPD  bestaan  er  al tientallen. Niet al deze zelfmanagement tools zijn echter relevant voor de ontwikkeling van een  individueel  zorgplan voor COPD. Bovendien voert een analyse van het gehele spectrum van bestaande tools te ver voor dit rapport. Daarom beperkt de analyse in dit rapport zich tot de tools die relevant zijn binnen het kader van het ‘Project Individueel Zorgplan COPD’. De inventarisatie van bestaande zelfmanagement tools is gebeurd door een  uitgebreide  zoektocht  op  het  internet,  en  door  het  lezen  van  wetenschappelijke literatuur  over  zelfmanagement.  Een  belangrijk  handvat  daarbij  bleek  de ‘Eindrapportage  Zelfmanagement  en  COPD  Anno  2010’  van  het  Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement  (LAZ,  2011). Hieruit  zijn  alle  tools  geselecteerd  die als  doel  hadden  om  zelfmanagement  te  vergroten.  De  selectie  is  als  Bijlage  I  aan  het rapport toegevoegd.   Relevantie zelfmanagement tools In de tweede selectieronde werden de zelfmanagement tools geselecteerd die relevant zijn voor de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor COPD. Om de relevantie te beoordelen is gekeken naar de mate van overeenkomst tussen de zelfmanagement tool en  de  genoemde  definitie  van  het  Coördinatieplatform  Zorgstandaarden.  Hierbij  is vooral  gekeken naar het planmatige karakter van de  tools. Plan  is daarbij opgevat als een middel dat een lange termijn perspectief en ruimte voor doelstellingen biedt.   Naast de zelfmanagement  tools die op deze wijze geselecteerd werden  is gekozen om ook het  ‘IZP Vitale Vaten’,  een  individueel  zorgplan voor Hart‐ en Vaatziekten, mee  te nemen. Dit is gedaan omdat de kracht van de analyse te vergroten en omdat uit het ‘IZP Vitale  Vaten’  lessen  getrokken  kunnen  worden  voor  de  ontwikkeling  van  een individueel zorgplan voor COPD.   Analyse Om een volledig beeld van de zelfmanagement tools te krijgen zijn de tools beschreven volgens de in tabel 3.1 weergegeven categorieën. Per tool is beschreven wat de functie, inhoud,  vorm  en  implementatie  van  de  zijn.  Voorts  is  kort  op  deze  bevindingen gereflecteerd en bekeken wat de positieve en negatieve punten van de desbetreffende tool zijn.   3.3 Presentatie Astma Fonds   Op  23  april  2012  zijn  de  resultaten  van  het  onderzoek  ter  afsluiting  aan  het  Astma Fonds gepresenteerd. Tijdens deze presentatie werden de gevonden resultaten kritisch bevraagd.  Dit  gold  als  een  laatste  controle  van  het  onderzoek.  De  presentatie  aan  de hand waarvan dit gebeurde is als Bijlage III aan het rapport toegevoegd.     

Page 28: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

23 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

4. Consultatie van mensen met COPD  In  dit  hoofdstuk  worden  de  wensen  van  mensen  met  COPD  ten  opzichte  van  een individueel  zorgplan  gepresenteerd.  Deze  zijn  ingedeeld  in  de  eerder  besproken categorieën wenselijkheid, functie, inhoud, vorm en implementatie. Vervolgens worden enkele additionele resultaten besproken die weliswaar niet direct betrekking hebben op het individueel zorgplan maar wel relevant zijn voor zelfmanagement.  Voordat  de  resultaten  per  categorie  besproken  worden  zijn  enkele  algemene opmerkingen op hun plaats. Allereerst blijkt dat de wensen van de mensen met COPD op  bijna  alle  vlakken  sterk  uiteenlopen.  Ook  bestaan  er  op  tal  van  terreinen tegengestelde wensen. Daardoor is het moeilijk zo niet onmogelijk om van dé wens van de  mens  met  COPD  te  spreken.  Verder  blijken  de  wensen  van  de  deelnemers  sterk samen te hangen met de vorm die ze kiezen. Wanneer ze bijvoorbeeld een digitale vorm kiezen, komen er meer functies in hen op dan wanneer ze een klapper voor zich zien. Op die manier vertonen de wensen een sterke onderlinge samenhang. In tabel 4.1 staan de genoemde thema’s op een rij.  

   

Wenselijkheid  Randvoorwaarden 

  Onwenselijk 

Functie  Ziekte‐inzicht genereren 

  Ziekte‐inzicht delen (tips en trucs) 

  Informeren 

  Persoonlijke doelen stellen 

  Communicatie met zorgverleners bevorderen 

  Aanleren vaardigheden 

Inhoud  Informatie 

  Tips en trucs 

  Dagboek 

  Plan 

  Contactgegevens 

  Overzicht zorgverleners 

  Ziektegegevens patiënt 

  Instructies 

  Ervaringsverhalen 

  Open ruimte voor verschillende functies 

Vorm  Digitaal 

  Analoog 

  Taalgebruik 

  Beeldmateriaal 

  Toon 

Implementatie  Behandelaar 

  Voorlichting 

  Regelmatige controle plan 

Tabel 4.1: Categorieën met bijbehorende concepten  

Page 29: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

24 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Tot  slot  blijken  beide  methodes  lichte  verschillen  in  resultaten  op  te  leveren.  De belangrijkste daarvan zijn de volgende: De deelnemers in de focusgroepen hebben meer aandacht  voor  de  functie  ‘Persoonlijke  doelen  stellen’  en  de  inhoud  ‘Plan’  dan  de deelnemers  van  de  interviews.  Daar  staat  tegenover  dat  de  deelnemers  van  de interviews  meer  aandacht  hebben  voor  de  functie  ‘Informeren’  en  de  inhoud ‘Informatie’.  Tot  slot  bleken de  geïnterviewden,  vergeleken met  de  deelnemers  uit  de focusgroepen,  een  voorkeur  voor  de  digitale  vorm  te  hebben.  Ondanks  de  lichte verschillen vertonen beide methoden in aanzienlijke mate overeenstemming.    4.1 Wenselijkheid   Een grote meerderheid van de deelnemers acht een individueel zorgplan wenselijk. Dit is volgens veel deelnemers echter sterk afhankelijk van de uiteindelijke uitwerking van het individueel zorgplan. Zo wordt door een aantal deelnemers gezegd dat het zorgplan moet voldoen aan enkele algemene randvoorwaarden.   Randvoorwaarden De  voornaamste  randvoorwaarde  is  dat  het  individueel  zorgplan  daadwerkelijk individueel is, op maat gesneden. Dit betekent volgens de deelnemers dat de uitwerking van  het  zorgplan  moet  aansluiten  bij  de  individuele  wensen  van  de  verschillende mensen met COPD. Zoals wordt aangegeven in de volgende quote:  

 Ter  verdere  illustratie:  sommige  deelnemers  vinden  een  zorgplan  enkel wenselijk  als voldaan is aan de functie  ‘een overzicht geven aan mijn behandelend artsen’ of aan de inhoud ‘ruimte om vragen te stellen’ of aan de vorm ‘een website’.   Een  andere  randvoorwaarde  is  het  hebben  van  ‘regie’  over  het  individueel  zorgplan. Hiermee bedoelen de deelnemers dat ze zelf zeggenschap over het plan willen hebben, en  dat  het  niet  als  machtsmiddel  tegen  hen  gebruikt  mag  worden.  Een  derde randvoorwaarde betreft de focus van het zorgplan. Een aantal deelnemers wil liever een ‘Zorgplan  Totaal’,  een  zorgplan  waarin  hun  complete  medische  toestand  (met verschillende  aandoeningen)  aan  de  orde  is  en  dat  niet  enkel  over  COPD  gaat.  Deze deelnemers  zien  het  niet  zitten  om  voor  elke  aandoening  een  nieuw  individueel zorgplan  bij  te  houden.  Naast  het  ‘Zorgplan  Totaal’  zoude  ze  ook  graag  naar  een ‘Algemeen  Zorgarts’  gaan  die  het  ‘totaalbeeld’  of  het  ‘systemisch  beeld’  in  de  gaten houdt.   Onwenselijk Een  kleinere  groep  deelnemers  geeft  aan  geen  belangstelling  voor  een  individueel zorgplan te hebben. Daarvoor bestaan de volgende argumenten. Een aantal deelnemers 

Maar daarom heet het ook een INDIVIDUEEL zorgplan. Als je een zorgplan wilt maken voor astma/COPD patiënten die zijn er al, heel veel standaard, maar het gaat om individu. Is iemand hoogopgeleid ja of nee, wil iemand, in hoeverre is de ziekte 

geaccepteerd. I‐10 

Page 30: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

25 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

geeft aan reeds voldoende zelfmanagement  te bezitten,  ze hebben door de  jaren heen een manier gevonden om met COPD om te gaan:        Dit  beeld  komt  overeen met  de  indruk  die  deze  deelnemers  ten  opzichte  van  andere deelnemers  maken.  Ze  komen  geïnformeerd  over,  hebben  de  ziekte  geaccepteerd  en blijken over veel praktische kennis over hun eigen ziekte te bezitten. Een andere reden om tegen het zorgplan te zijn is de verwachting dat het plan een wettelijke verplichting gaat worden waarvan zowel patiënt als arts niet meer mogen afwijken. Tot slot zijn ook nog de  volgende drie  tegenargumenten  gehoord: Allereerst  geven  enkele mensen  aan dat er al genoeg tools op de markt zijn en dat ze niet geloven dat een nieuwe tool hen veel zal kunnen bieden. Ze spreken van een soort  ‘boekjesmoeheid’. Ten tweede vindt één  deelnemer  dat  hij  nog  niet  ‘ziek  genoeg’  is  voor  een  individueel  zorgplan.  Het bijhouden van een  individueel  zorgplan  zou  teveel nadruk op de  ziekte  leggen en dat vindt  hij  onacceptabel.  Tot  slot  betoogt  een  deelnemer  dat  het  individueel  zorgplan ervan uit gaat dat de gebruiker gezonder wil  leven terwijl niet iedereen deze behoefte heeft.  Naast  deze  tegenargumenten  is  nog  een  andere  observatie  interessant.  Meerdere deelnemers met een gevorderd stadium van COPD (GOLD 3/4) geven aan dat ze op dit moment  minder  interesse  in  een  individueel  zorgplan  hebben  dan  toen  ze  in  het beginnend  stadium  (GOLD  1/2)  zaten.  De  paar  mensen  in  het  onderzoek  met  een beginnende COPD geven daarentegen aan dat een individueel zorgplan niet per se nodig is omdat hun COPD pas beginnend is.    4.3 Functie   In  deze  paragraaf  wordt  onderscheid  gemaakt  tussen  de  individuele  ziekte  van  een mens met COPD en de ziekte COPD in het algemeen. De individuele ziekte van een mens bestaat uit de alledaagse ervaring van een mens met COPD, een type ervaring die vaak niet  in  medische  terminologie  onder  woorden  te  brengen  valt.  Onder  COPD  in  het algemeen  wordt  het  medische  begrip  van  COPD  verstaan,  het  algemene  beeld  dat studenten geneeskunde leren en dat artsen op hun patiënten toepassen.  Ziekte­inzicht genereren Eén van de voornaamste en meest uitgebreide thema’s onder de categorie functie is het genereren van ziekte‐inzicht. Hiermee wordt het verkrijgen van inzicht in de individuele ziekte  (alledaagse  ervaring)  bedoeld  door  het  monitoren  van  de  symptomen, weersomstandigheden, gevoelens et cetera. Hierbij horen opmerkingen als ‘geen COPD is  hetzelfde’  die  door  de  verschillende  verhalen  van  de  deelnemers  ondersteund worden. Het generen van ziekte‐inzicht valt uiteen in twee delen; ziekte‐inzicht voor de patiënt  en  ziekte‐inzicht  voor  de  arts.  Veruit  de  meeste  aandacht  besteden  de deelnemers aan ziekte‐inzicht voor de patiënt. 

Ik ben een oude rot in het vak, ik loop al wat jaartjes mee. Dan weet je ondertussen wel hoe je met je ziekte om moet 

gaan.  FG‐1.2 

Page 31: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

26 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

 Ziekte­inzicht voor de patiënt zelf Dit  type  inzicht  moet  volgens  de  mensen  met  COPD  gegenereerd  worden  door regelmatige notities. Deze notities, die alle vlakken van de ziekte kunnen betreffen en die  men  met  dagelijkse  of  juist  jaarlijkse  regelmaat  kan  invullen,  geven  de  patiënt allerlei  soorten  ziekte‐inzicht.  Vormen  van  inzicht  die  genoemd  worden  zijn: ‘ziektesymptomen op tijd herkennen’, ‘persoonlijke grenzen leren kennen’, ‘persoonlijke grenzen bewaken’, ‘de invloed van omgevingsfactoren op de COPD inzien’, ‘persoonlijke omgang met  de  ziekte  (op  gedragsmatig,  cognitief  en  emotioneel niveau)  herkennen’, ‘gevolgen van medicatiegebruik herkennen’ en ‘lessen putten uit eerdere ervaringen’.  

 In al deze gevallen dienen de persoonlijke notities als een extern geheugen waaruit mensen  met  COPD  later  kunnen  putten en  patronen  kunnen  herkennen.  Ze ontwikkelen  strategieën,  tactieken  en technieken  om met  hun  eigen  COPD  om te  gaan.  Die  kunnen  variëren  van  het inplannen  van  een  vaste  fysiotherapie afspraak  tot het uitademen  in plaats van inademen  bij  het  oprapen  van  spullen. Een  bijzonder  effect  van  de  persoonlijke notities  kan  motivatie  zijn.  Doordat mensen met COPD zien dat ze eerder ook 

uit een dal zijn gekomen, kan dat ze motiveren om te blijven bewegen, of de hoop niet op te geven. Hier zijn echter niet alle deelnemers het mee eens. Sommigen geven juist aan dat notities voortdurend de nadruk op hun ziekte  leggen, dat ze daar somber van worden, en dat ze meer zijn dan alleen hun aandoening. Ook geven veel deelnemers aan dat ze verwachten moeite te hebben met het bijhouden van een ‘dagboek’.  Een bijzondere plaats  neemt het  noteren  van  ziektevariabelen  zoals  lichaamsgewicht, longvolume  en  vetpercentage  in.  Dit  onderwerp  is  in  de  bestaande  zelfmanagement tools prominent aanwezig  is maar wordt door deelnemers nauwelijks gethematiseerd. Ze reageren weinig enthousiast op het onderwerp en vinden het bijhouden ‘te complex’, ze  ‘hebben er geen behoefte aan’ of  ‘zien er de zin niet van  in’. Enkele uitzonderingen zeggen  juist dat deze variabelen acceptatie kunnen bevorderen en paniek voorkomen doordat  ze  laten  zien dat  een  lage  score  op  een  variabele  geen dramatische  gevolgen hoeft te hebben.  

 Ziekte­inzicht voor de arts De  deelnemers  menen  dat  niet  alleen  nuttig  is  voor  henzelf  om  inzicht  in  hun individuele  ziekte  te  krijgen  maar  dat  ook  de  arts  er  iets  van  kan  opsteken.  Via  de 

Ik denk niet dat ik daar [aan het opschrijven van parameters] behoefte heb. Ik bedoel,ik vind het erg genoeg en ik merk ook aan mezelf dat ik achteruit ga en hoeveel % dat het is dat wil ik dan niet weten, dat hoor ik dan wel weer. I‐07 

Dat  zorgplan  zou  er  ook  voor moeten  zorgen  dat  ik  zelf  kan monitoren  hoe  het  met  me gaat  en  dat  ik  zie  dat  het  in bepaalde  periodes  beter  of slechter  gaat.  Maar  ook  hoe druk  ik  het  heb.  Zo  levert  het individueel  zorgplan  voor  mij begrip  en  duidelijkheid  over hoe mijn ziekte verloopt. I‐08 

 

Page 32: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

27 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

notities  kan  de  arts  immers  ook  patronen  herkennen  en  inzicht  krijgen.  Dit  kan voordelig  zijn  voor de behandeling maar ook,  en dat  krijgt minstens  zoveel  aandacht, begrip  kweken  bij  de  arts  voor  het  individu.  Ten  slotte,  zo  geeft  een  deelnemer  aan, dwingt het patiënten ook om eerlijk te zijn tegenover hun arts: ‘Tegen zo’n boekje lieg ik niet, en zo kan de arts zien hoeveel ik heb gerookt.’   Ziekte­inzicht delen (tips en trucs)  Niet  alleen willen  de  deelnemers  graag  inzicht  in  hun  individuele  ziekte  krijgen,  ook zeggen ze veel behoefte te hebben om ziekte‐inzicht van anderen te ontvangen of eigen ziekte‐inzicht  te  delen.  Ze  spreken  hierover  vaak  in  termen  van  ‘tips,  trucs  en technieken’  en  zien  lotgenotencontact  als  het  ideale middel  om dit  type  inzicht  uit  te wisselen. Het gaat hierbij om een gigantische berg aan  inzichten op praktisch, sociaal, emotioneel  en  cognitief  vlak  die  het  leven  met  COPD  kunnen  verlichten.  Een  goed voorbeeld is een deelnemer die uitgebreid over het verdampen van zeewater sprak: 

  Informeren Veel  deelnemers  vinden  het  wenselijk  wanneer  het  individueel  zorgplan  een informerende functie heeft. Hierbij gaat het om informatie over COPD in het algemeen, en over alle zaken die bij de zorg rondom COPD een rol spelen. De gewenste informatie loopt uiteen van  ‘basale  informatie over COPD’ tot informatie over de ‘nieuwste experimentele behandelingen  in  Groningen’.  Ze  vinden informatie  belangrijk  omdat  het  de  regie  over de  zorg  ten  goede  komt  en  de  communicatie met  de  arts  bevordert.  ‘Want’,  zo  betoogt  een aantal deelnemers, ‘alleen via informatie kan ik zelf  goede  keuzes  maken  en  werkelijk  in gesprek  treden met mijn  behandelaar.’  Verder geven  enkele  deelnemers  aan  dat  ze  graag persoonlijk  afgestemde  informatie  willen. Informatie die nuttig en begrijpelijk is voor hen. Ook geven veel deelnemers te kennen dat  ze  verwijzingen  naar  externe,  vaak  digitale  informatiebronnen  willen  krijgen.  Zo kunnen ze zelf de verdieping zoeken die ze willen. Tot slot geeft een aantal deelnemers expliciet aan dat ze sommige informatie, zoals informatie over de prognose, niet willen weten omdat deze te confronterend is of deprimerend werkt.       

Ik ga regelmatig met mijn vrouw naar zee. Daar tank ik dan een paar flessen zeewater om thuis te verdampen. Dan ga ik erboven hangen, zo. Die truck werkt goed, ik heb die van een vrouw uit Duitsland die ook COPD had gekregen. Heel handig. I‐04 

Die artsen hebben geen tijd, die geven  mij  geen  informatie.  En als  ik geen  informatie heb, kan ik  natuurlijk  ook  niets  kiezen. Het  zorgplan  moet  informatie geven,  anders  valt  er  helemaal niks te managen. FG‐2.3 

Page 33: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

28 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Persoonlijke doelen stellen De helft  van  de  deelnemers  vindt  dat  het  individueel  zorgplan  geschikt moet  zijn  om doelen mee  te  stellen.  Via  het  stellen  van  doelen wordt  je  immers  aangemoedigd  en gemotiveerd om je gezond te gedragen. Het is ook een middel om je aandoening beter te beheersen.  

 De deelnemers geven hierbij echter wel aan dat het voornamelijk om het ‘onderhouden’ en ‘stabiel blijven’ moet gaan, en niet zozeer om gezondheidsverbetering. Dat laatste is immers  geen  realistisch  doel  omdat  de  gezondheid  met  COPD  uiteindelijk  enkel achteruit gaat.  Communicatie met zorgverlener bevorderen Het individueel zorgplan zou volgens een aantal deelnemers ook de communicatie met de  zorgverlener  kunnen  bevorderen.  Dit  kan  volgens  hen  op  de  volgende  manieren: Door  aantekeningen  te maken  in  gesprek met  de  arts  zodat men  niet  vergeet wat  er gezegd is. Door het gesprek op papier voor te bereiden, bijvoorbeeld door de vragen te 

noteren. Het zorgplan speelt hier volgens een  paar  deelnemers  een  rol  als machtsmiddel:  artsen  moeten  naar  de vragen  kijken  omdat  zij  het  zorgplan moeten  bespreken.  Een  andere  manier om  communicatie  te  bevorderen  is  door de  arts  snel  een  totaalbeeld  van  de patiënt,  inclusief  comorbiditeit,  te  geven. Dit is volgens de deelnemers nodig omdat artsen al  te zeer op hun eigen vakgebied gericht  zijn.  Verder  kan  het  zorgplan  de 

patiënt inzicht geven in het netwerk van zorgverleners waarin hij of zij zich bevindt, wie waarvoor  verantwoordelijk  is  en  wie  waarvoor  gebeld  kan  worden.  Dit  is  volgens sommigen  ook  handig  in  noodgevallen.  Tot  slot  zou  het  individueel  zorgplan  ook  de communicatie  tussen  behandelaren  onderling  kunnen  verbeteren.  Omdat  in  het zorgplan  de  gemaakte  afspraken,  de  comorbiditeit  en  het  medicijngebruik  staan beschreven, kunnen artsen dat onderling niet over het hoofd zien.   Aanleren vaardigheden Het laatste thema onder de categorie functie  is het aanleren van vaardigheden. Enkele deelnemers  menen  dat  een  individueel  zorgplan  via  tekst  of  plaatjes  een  aantal vaardigheden, zoals het gebruik van een inhalator, zou moeten aanleren.     

Graag zou ik een plan maken met zorgverlener waar je over een bepaalde tijd wilt zijn qua  conditie  of  kwaliteit  van  leven.  Bijvoorbeeld  fitness,  of  andere  medicatie uitproberen. I‐10 

Als  ik daar binnen  loop, bij die arts,  dan  weet  ik  verdomme niet  meer  wat  ik  daar  kwam doen.  Ik  vergeet  het  gewoon. En  als  ik  nu  zo’n  boekie  heb, waar  ik  dat  kan  opschrijven, dan vergeet ik het niet. I‐01 

Page 34: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

29 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

4.4 Inhoud   Informatie Het  thema  informatie  is  veruit  het  meest  besproken  en  uitgebreide  thema.  De informatie die de deelnemers willen loopt zowel in soort als presentatie sterk uiteen. De ene deelnemer wil alleen de meest basale informatie over COPD, de andere deelnemer wil zoveel mogelijk weten, met zoveel mogelijk achtergrondinformatie en bij voorkeur informatie  afgestemd  op  de  persoonlijke  behoeften.  Hieronder  volgen  per  kopje  de soorten informatie die gewenst zijn.  De ziekte COPD De  deelnemers  hebben  de  grootste  behoefte  aan  een  heldere,  algemene  uitleg  over COPD.  Veel  deelnemers  vertellen  dat  de  meest  basale  informatie  hen  lange  tijd onbekend was.  Veel  deelnemers willen  ook uitleg  over de  afkorting COPD.  Ze  zouden daar graag een Nederlandse naam voor zien. Verder hebben ze behoefte aan informatie over  het  onderscheid  tussen  COPD  en  andere  longaandoeningen  zoals  astma  en chronische  bronchitis.  Tot  slot  zouden  ze  ook  informatie  willen  zien  over  de ongeneeslijke aard van de ziekte. Eén deelnemer verwoordde het als volgt:  

 De deelnemers geven ook aan graag  informatie over de vier verschillende ziektefasen (GOLD  1  t/m  4)  te  krijgen.  Daarnaast  is  informatie  over  de  diagnose,  prognose, veelvoorkomende  comorbiditeit,  symptomen  en  palliatieve  zorg  wenselijk.  Tevens bestaat  er  interesse  in  de  oorzaak  van  de  ziekte  al wordt  daar  bij  gezegd  dat  er  ook aandacht moet zijn voor andere oorzaken dan roken. Tot  slot  zien enkele deelnemers naast de prognose, die ze als somber zien, graag een positiever verhaal over wat er nog wel mogelijk is in de verschillende fasen van COPD.  Behandelingen Naast dit algemene beeld over COPD geven de deelnemers aan graag informatie over de verschillende behandelingen van COPD te zien. Dit betekent informatie over medicatie en  de  bijwerkingen  op  korte  en  lange  termijn  maar  ook  informatie  over  andere behandelmogelijkheden. Enkele deelnemers geven aan graag meer te willen weten over de  verschillende  soorten  zuurstofbehandelingen  terwijl  andere  deelnemers  graag informatie krijgen over paramedische zorg zoals fysiotherapie, dieëtiek en alternatieve zorg.  Ook  bestaat  er  interesse  in  de  nieuwste  experimentele  behandelingen  en  het wetenschappelijk  onderzoek  naar  COPD.  Tot  slot  wijst  een  deelnemer  erop  dat  het belangrijk  is  om  uit  te  leggen  hoe  de  behandeling  werkt  omdat  daarmee  de therapietrouw sterk vergroot wordt.     

Ik  zit  daar  dus  in  Heideheuvel,  komt  die  longarts  binnenlopen.  Die  zegt: jongens,  geen  flauwekul,  jullie  zijn  ongeneeslijk  ziek.  Ik  zeg:  ja  dag! Maar het was geen flauwekul. Ik had al zeven jaar COPD en dit was de eerste keer dat ik hoorde dat ik ongeneeslijk ziek was. I‐05

Page 35: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

30 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Gezond gedrag, omgevingsfactoren en psychische omgang Verder  geven  veel  deelnemers  aan  dat  beweging  belangrijk  is  en  zien  ze  dit  graag uitgelegd en benadrukt  in het  individueel zorgplan. Naast beweging achten sommigen ook  aandacht  voor  voeding  en  stoppen  met  roken  belangrijk.  Hiervoor  geldt  ook opnieuw dat de uitleg over het waarom achter dit gedrag mensen eerder motiveert om het  uit  te  voeren.  Naast  gezond  gedrag  hebben  de  deelnemers  ook  interesse  in  de omgevingsfactoren als rook, smog en fijnstof die van invloed zijn op COPD. Naast deze twee vormen van informatie is een aantal deelnemers geïnteresseerd in de manier hoe men  op  het  psychische  vlak  met  de  aandoening  kan  omgaan.  Men  is  vooral geïnteresseerd in hoe men angst en paniek tegen kan gaan. Dit komt doordat de angst om te stikken en de paniek die dit kan veroorzaken grote obstakels zijn in het dagelijks leven. Zoals een geïnterviewde zegt: 

 Hulpmiddelen en vergoedingen Naast  medicatie  bestaan  er  ook  allerlei  hulpmiddelen  voor  mensen  met  COPD.  Een aantal deelnemers geeft aan graag meer te willen weten over soorten zuurstofapparaten en bewegingsmiddelen zoals een rollator, scootmobiel en zitstok. Gewenste informatie die hiermee samenhangt is informatie over vergoedingen. Een aantal deelnemers geeft aan graag te weten wat er zoal door verzekeringen en door wettelijke regelingen zoals de WMO vergoed wordt. Ook zouden ze graag een overzicht zien van de regelingen per gemeente omdat deze verschillen.  Lotgenotencontact en andere externe informatie Tot  slot  geeft  een  aantal  deelnemers  aan  dat  zij  graag  informatie  zien  over  de mogelijkheden tot lotgenotencontact die er bestaan. Ze vragen zich bijvoorbeeld af waar men  Longpunten  kan  vinden,  waar mensen met  COPD  samenkomen.  Ze  kunnen  zich hierbij  een  agenda met  bijeenkomsten  voorstellen.  Naast  deze  verwijzing  is men  ook geïnteresseerd  in  verwijzingen  naar  informatie  buiten  het  individueel  zorgplan.  Het zorgplan zou daar via links naar websites in kunnen voorzien.  Tips en trucs Een thema dat net als informatie veel aandacht krijgt is tips en trucs. Tips en trucs zijn typisch het resultaat van het ziekte‐inzicht van anderen en kunnen in de regel niet door artsen worden gegeven. Hen ontbreekt de ervaring met de ziekte die nodig is voor deze belangrijke vorm van kennis. Het belang van deze tips en trucs is groot omdat de meeste ellende die mensen met COPD ervaren alledaagse ellende is. Voor die alledaagse ellende werken  volgens  de  deelnemers  geen  lange  termijn  plannen  maar  snelle,  praktische oplossingen.  De  deelnemers  besteden  dan  ook  veel  aandacht  aan  het  opsommen  van deze tips en trucs in hun dagelijks leven. De tips zijn in te delen in de volgende soorten: 1.) Tips om energie te besparen zoals het aandoen van een ochtendjas na het douchen in plaats van zich af te drogen. Na enkele minuten wachten is men droog. 2.) Advies over de omgang met zorgverleners. 3.) Tips om de mobiliteit te vergroten zoals het gebruik van  een  zitstok.  4.)  Tips  om  begrip  in  de  omgeving  te  kweken  door  bijvoorbeeld 

Mijn man wandelt met de hond,  ik niet.  Ik kom niet buiten,  ik ben doodsbang dat  ik stik. Ik ben al een paar keer bijna gestikt, belde ik op, geloofden ze me niet. Even later zat ik in de ziekenwagen. Ik dacht dat ik erin bleef, echt waar. I‐01 

Page 36: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

31 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

assertief  te  zijn  en  een  ander  te  vragen  te  stoppen  met  roken.  5.)  Advies  over  hoe uitlokkende  factoren  te ontwijken zoals het niet  aanschaffen van bepaalde deodorant. 6.) En  tips over hoe het huis  te saneren, zoals het gladstrijken van muren. Volgens de deelnemers  kan  dit  type  kennis  en  inzicht  het  beste  via  lotgenotencontact  verspreid worden: 

 Dagboek Een aantal deelnemers vindt het wenselijk om persoonlijke notities in een dagboek bij te  houden.  In  dit  dagboek  zou  ruimte moeten  zijn  om  de  volgende  zaken  te  kunnen noteren:  medicijngebruik,  ervaringen,  (uitlokkende)  omgevingsfactoren,  symptomen, gedrag,  gevoelens,  voortgang  ten  opzichte  van  het  plan  en  ziekteparameters.  Dit dagboek  dient,  zoals  bij  functie  beschreven,  als  extern  geheugen  om  ziekte‐inzicht  te genereren.   Plan Een klein aantal deelnemers spreekt uit zichzelf over een plan. Wanneer het onderwerp ‘plan’ bij andere deelnemers wordt geïntroduceerd blijken ze ‘plan’ een moeilijk begrip te vinden. Ze reageren er met weinig enthousiasme op. Het is een moeilijk begrip omdat het van hen vereist dat ze een doel in de toekomst formuleren en een aantal middelen in de toekomst en heden plannen om dat doel te bereiken. Voor veel deelnemers lijkt het doorkomen  van  de  dag  al  een  hele  opgave  te  zijn.  Om  daarnaast  nog  lange  termijn plannen  te  maken  is  teveel  van  het  goede.  Dit  wordt  bevestigd  doordat  de  hoger opgeleiden  in de  focusgroepen over het algemeen meer  zien  in een plan dan de  lager opgeleiden uit de  interviews. Wat er over het onderwerp plan gezegd wordt  is dat  er concrete maatregelen moeten worden  beschreven  om  het  doel  te  bereiken,  dus  geen vage,  algemene  doelen.  Verder  zeggen  de  deelnemers  dat  de  doelen  voor  hen persoonlijk moeten zijn, en dus niet toepasbaar voor elke COPDer. Verder vinden ze het van belang dat de taken van de behandelaar helder omschreven zijn en dat er ruimte in het individueel zorgplan is om de gemaakte afspraken te beschrijven.  Contactgegevens Ook bestaat er behoefte aan een overzicht van contactgegevens over allerlei instanties en  personen.  Bijzondere  aandacht  verdienen  de  contactgegevens  van  voorzieningen voor lotgenotencontact, revalidatiecentra en instellingen voor hulpmiddelen. Daarnaast noemen  de  deelnemers  ook  contactgegevens  van  fysiotherapeuten,  diëtisten  en psychologen. 

Zie je dit? Is een zuurstofapparaat... komt uit Amerika. De huisarts en zorgverzekeraar hadden er nog nooit van gehoord. Ik zoek dat allemaal uit, op internet, en dan mail ik dat naar mijn vriendinnen. Het is een duur apparaatje, maar zo licht als een handtas! I‐03 

Het is belangrijk dat mensen weten dat er speciale ziekenhuizen zijn. Ik ga nooit meer naar het ziekenhuis hier zo, ik ga altijd naar Dekkerswald. Veel mensen weten dat niet, die moeten het gewoon weten. I‐04 

Page 37: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

32 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Overzicht zorgverleners Naast een overzicht van algemene zorgverleners geeft een klein aantal deelnemers aan ook  ruimte  te willen  om de  eigen  zorgverleners  in  te  vullen.  Naast  de  namen  van  de zorgverleners kunnen hier ook contactgegevens en verantwoordelijkheden beschreven worden. Deelnemers vinden dit ook de geschikte plaats voor telefoonnummers die ze in nood kunnen bellen. Ze vinden deze  telefoonnummers van bijzonder belang omdat ze soms in paniek raken en dan het idee hebben te stikken. In dat soort gevallen willen ze direct kunnen bellen. Aan de andere kant willen ze niet naar een ziekenhuis als het niet nodig is, en zou een contact met een juist inschattingsvermogen dat kunnen voorkomen.  Ziektegegevens patiënt Verschillende deelnemers wensen een  ruimte om hun eigen  gegevens  te noteren. Het betreft  persoonlijke  gegevens  zoals  geslacht,  leeftijd  en  gewicht  maar  ook  medische gegevens over COPD, comorbiditeit en lopende behandelingen. Deze informatie kan net als de onderwerpen plan, contactgegevens en overzicht zorgverleners de communicatie met de zorgverlener bevorderen.  Instructies Om vaardigheden te leren zien enkele deelnemers graag geïllustreerde instructies over hoe  een  inhalator  te  gebruiken.  Daarnaast  heeft  een  enkeling  behoefte  aan  een gepersonaliseerde instructie voor noodgevallen.  Ervaringsverhalen Een klein aantal deelnemers zegt behoefte te hebben aan ervaringsverhalen van andere mensen met COPD. Uit die verhalen halen ze niet alleen steun, herkenning en troost, ook kunnen ze dingen van anderen leren.  Open ruimte voor verschillende functies De deelnemers  geven  aan dat  ze met  een  individueel  zorgplan willen  ‘werken’  en dat daarvoor  voldoende  ruimte moet  zijn.  Zo moet  er  ruimte  zijn  om het  gesprek met de zorgverlener  voor  te  bereiden  en  om  tijdens  dat  gesprek  aantekeningen  te  maken. Verder zien enkele deelnemers graag ruimte om hun wensen omtrent het einde van het leven  in  te vullen. De behoefte om met het zorgplan  te werken bestaat echter niet bij iedereen.  Enkele  deelnemers  geven  aan  liever  een  ‘zuiver  informatieproduct’  te ontvangen.   4.5 Vorm   Digitaal vs Analoog  Het grootste aantal deelnemers geeft aan dat een digitale vorm hun voorkeur heeft. Een website  wordt  het  vaakst  genoemd,  gevolgd  door  een  applicatie  op  de tablet/smartphone. Overige opties, zoals een dvd, usb‐stick of chipkaart worden slechts door  enkele  deelnemers  voorgesteld.  Belangrijke  redenen  om  te  kiezen  voor  een website zijn de eindeloze mogelijkheden om de inhoud aan te passen en uit te breiden, de gegevens up  to date  te houden en  specifiek digitale  functionaliteiten met elkaar  te koppelen.  Genoemde  functionaliteiten  zijn:  een  persoonlijk  account met wachtwoord, de  mogelijkheid  tot  het  aanmaken  van  een  openbaar  profiel,  een  email  functie,  een chatbox, een vraagbaak voor contact met professionals, een grafische weergave van een 

Page 38: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

33 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

dagboek, een online lotgenotenvinder, een poll, het COPD weerbericht, een webwinkel en een online bibliotheek met literatuur betreffende COPD. Een aantal deelnemers geeft aan  het  belangrijk  te  vinden  om  zelf  de  keuze  te  kunnen maken  tussen  een  privé  of publiek account/profiel. Deelnemers noemen ook een aantal nadelen van een website, waaronder  de  vluchtigheid  van  de  informatie  en  het  feit  dat  in  hun  beleving  niet iedereen de mogelijkheid  heeft  en  vaardigheden bezit  om optimaal  gebruik  te maken van  een  digitaal  zorgplan.  Deelnemers  geven  tevens  aan  dat  er  voldoende  rekening moet worden gehouden met de groep mensen die geen gebruik (kunnen) maken van het digitale  netwerk,  vandaar  dat  veel  deelnemers  een  voorkeur  hebben  voor  een combinatie van een website en klapper. 

 Wanneer de deelnemers voor een analoog zorgplan kiezen, kiezen ze voornamelijk voor een klapper vanwege de mogelijkheid tot het vervangen en uitbreiden van het zorgplan. Deze  klapper  dient  echter  wel  hanteerbaar  te  zijn,  dat  wil  zeggen:  A5  formaat.  Een enkele  deelnemer  heeft  de  specifieke  voorkeur  voor  een  boekje  maar  de  overgrote meerderheid zegt hier geen behoefte aan te hebben. Een belangrijke reden hiervoor is dat deelnemers ‘boekjesmoe’ lijkt te zijn. Men zegt weinig vertrouwen te hebben in de hulp die een boekje überhaupt kan bieden.  Taalgebruik  De  deelnemers  vinden  het  van  belang  dat  een  zorgplan  is  geschreven  in  heldere  en eenvoudige taal zonder dat deze kinderachtig of belerend wordt. Ook moet er een juiste balans  worden  gezocht  tussen  formeel  (betrouwbaar)  en  informeel  (toegankelijk). Tevens vinden de meeste deelnemers het belangrijk dat  er geen vakjargon of Engelse termen worden gebruikt.  

 Gebruik van beelden  Het gebruik van beelden wordt wenselijk gevonden mits het een informatief doel dient. Het  gebruik  van  afschrikwekkende  en  confronterende  afbeeldingen  wordt  afgeraden door  een  aantal  deelnemers  omdat  ze  aangeven  dat  deze  beelden  contraproductief werken.  Toon  Een groot deel van de deelnemers heeft behoefte aan een positieve toon in de zorg. Zij vinden het belangrijk dat een individueel zorgplan op een stimulerende en motiverende 

Je moet  een website maken  jongen, dat heeft de  toekomst. Op een website kan alles, met elkaar  in contact komen,  informatie, weerbericht en ga zo maar door… en  je arts kan er ook op inloggen. […] Die COPDers zitten alleen maar thuis… en wat denk je dat die doen? Die internetten… I‐03 

De  toonzetting  van  veel  zorg  is  negatief.  Dat  werkt  niet,  dat  is  niet  goed.  Daarmee motiveer je mensen niet. Roken is slecht, ja, dat weet ik, nou en. I‐11 

Page 39: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

34 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

manier is geschreven en dat het duidelijk laat zien wat er allemaal nog wel kan, ondanks de moeilijkheden waarmee iemand wordt geconfronteerd als gevolg van COPD.    4.6 Implementatie   Verspreiding via centrale behandelaar Nagenoeg  alle  deelnemers  ontvangen  een  individueel  zorgplan  (of  de  inlogcode  voor een  digitaal  zorgplan)  bij  voorkeur  van  hun  centrale  behandelaar.  Voor  sommige deelnemers  is  dit  hun  longarts,  voor  anderen  is  dit  de  huisarts.  De praktijkverpleegkundige of longverpleegkundige krijgt een rol in het bijhouden van het document.  Eén  van  de  deelnemers  wijst  op  de  mogelijkheid  om  mensen  met  COPD bewust  te maken  van  het  bestaan  van  een  individueel  zorgplan  door middel  van  een folder. Over het algemeen zijn deelnemers ervan overtuigd dat een zorgplan in een zo vroeg mogelijk  stadium  overhandigd moet worden,  bij  voorkeur  direct  na  het  stellen van de diagnose. Een belangrijke genoemde reden hiervoor is dat in een vroeg stadium nog veel winst te behalen is.   Uitleg bij het individueel zorgplan Een  aantal  deelnemers  meent  dat  het  cruciaal  is  om  bij  de  overhandiging  van  een individueel  zorgplan  ook  voldoende  aandacht  te  besteden  aan  een  uitleg.  Dit  zou kunnen via een uitgebreide introductie door de behandelaar, de longverpleegkundige of via een  folder of een uitleg op een algemene presentatiemiddag. Ook geeft één van de deelnemers aan dat het nuttig zou zijn indien er een handleiding aan mensen met COPD wordt verstrekt over het maken van een individueel zorgplan, er van uitgaande dat een zorgplan op maat kan worden aangepast en ingevuld.  

 Regelmatige controle zorgplan Tot slot wordt de behoefte aan follow‐up, regelmatige controle geuit. Deelnemers zien hiervoor  een  belangrijke  rol  weggelegd  voor  de  longverpleegkundige  / praktijkondersteuning.  Toch  zijn  er  ook  deelnemers  die  ervan  overtuigd  zijn  dat  een zorgplan  een  individuele  aangelegenheid  is  en  dat  de  verantwoordelijkheid  tot  het gebruik hiervan volledig moet worden overgelaten aan de wensen van de gebruiker: de COPD patiënt zelf.    4.7 Additionele resultaten  Tijdens  de  focusgroepen  en  interviews  komt  een  aantal  onderwerpen  duidelijk  naar voren dat niet past binnen het kader van het individueel zorgplan maar die wel relevant zijn  voor  zelfmanagement  en  die  het  individueel  zorgplan  beter  kunnen  laten functioneren.  Deze  onderwerpen  zijn  lotgenotencontact,  het  informeren  van  de omgeving, het belang van revalidatiecentra en het vermogen tot zelfmanagement. 

Maar  dan  moeten  ze  het  wel  goed  uitleggen.  Wat  mij  betreft  doet  de longverpleegkundige  dat,  of  komen  er  speciale  presentatiemiddagen,  maar  het  moet uitgelegd worden, anders gebruikt men het niet. I‐09 

Page 40: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

35 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

 Lotgenotencontact faciliteren Van  bovengenoemde  onderwerpen  gaat  veruit  de  meeste  aandacht  naar lotgenotencontact. Veel mensen geven aan dat ze, ongeacht of dit wel of niet binnen de kaders van het individueel zorgplan past, veel behoefte hebben aan contact met andere COPD  patiënten.  Een  reden  hiervoor  kan  zijn  dat  mensen  met  COPD  vanwege  hun gereduceerde mobiliteit sneller  in een sociaal  isolement raken. Lotgenotencontact kan dit doorbreken. 

 Verder komt uit de data naar voren dat lotgenotencontact geen doel op zich is maar een middel  tot  iets  anders.  Het  maakt  bijvoorbeeld  de  uitwisseling  van  ziekte‐inzicht mogelijk,  maar  kan  ook  steun,  herkenning  en  troost  bieden.  Daarnaast  menen  de deelnemers dat lotgenotencontact ervoor zorgt dat informatie COPD en medische zorg beter verspreiden, dat men vaardigheden van elkaar leert en dat men gemotiveerd raakt om bijvoorbeeld te blijven bewegen. Hiermee is het dus een soort smeermiddel van het zelfmanagement.   Tot  slot  is  het  opvallend  dat  de  deelnemers  aangeven  zowel  aan  digitaal  contact  als contact  in  de  ‘echte  wereld’  behoefte  te  hebben.  Sommige  deelnemers  vinden  het digitale contact ideaal omdat ze daarvoor minder inspanning hoeven te verrichten, wat bij COPD problematisch is.  Omgeving informeren Een ander onderwerp dat opvallend vaak aan de orde kwam hoewel het niet binnen de kaders van het individueel zorgplan past is het informeren van de omgeving. Aldus veel respondenten  heerst  er  in  de  sociale  omgeving  vaak  veel  onbegrip  ten  opzichte  van mensen met COPD. Veel deelnemers geven via korte anekdotes dit onbegrip weer: 

 De deelnemers menen dat een zorgplan of een ander hulpmiddel dit onbegrip deels weg zou kunnen nemen of misschien handvatten zou kunnen bieden voor de omgeving om met de COPDer om te gaan. Ook het omgekeerde zou mogelijk moeten zijn: handvatten voor de COPDer om met de omgeving om te gaan.   Revalidatiecentra Een ander onderwerp dat regelmatig voorbij komt is revalidatiecentra. Veel deelnemers leggen  uit  hoe  ze  tijdens  een  verblijf  van  drie  maanden  bijzonder  veel  inzicht  in  en controle  over  hun  ziekte  hebben  gekregen. Door  intensieve  omgang met  de  ziekte  en goede  begeleiding  van  een  gespecialiseerd  team  leerden  zij  wat  de  ziekte  voor  hen 

Ik zou echt heel graag met andere COPDers praten maar  ik weet niet waar ze zijn.  Je zou zeggen dat er hier in de stad toch een paar moeten wonen… maar ik weet niet waar (…) Ja, ooit, ooit heb ik contact gehad met een mevrouw met COPD maar die is al dood. I‐01 

Mijn  buurman  begrijpt  er  geen  fluit  van  dat  ik  een  parkeerplaats  voor  invaliden  heb terwijl ik ook vrolijk rondfiets. Die begrijpt dat niet, die denkt: wat een aansteller. I‐04 

Page 41: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

36 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

inhoudt  en  hoe  zij  er  het  beste mee  kunnen  omgaan.  De  deelnemers  spreken  zonder uitzondering  zeer  lovend  over  deze  centra  en  refereren  er  vaak  aan wanneer  ze  iets over hun eigen COPD uitleggen.  

 Vermogen tot zelfmanagement De laatste relevante observatie gaat over de deelnemers zelf. Van enkele deelnemers die we  tijdens  interviews  spraken  valt  het  te  betwijfelen  of  zij  het  vermogen  tot zelfmanagement bezitten. Zelfmanagement veronderstelt immers bepaalde capaciteiten zoals het bewust en weloverwogen keuzes maken. Bij deze deelnemers is het de vraag of zij daartoe in staat zijn omdat zij tijdens de interviews de indruk wekken impulsieve keuzes  te maken  zonder  een  bewust  voortraject.  Bovendien  geven  zij  zelf  aan weinig behoefte te hebben aan zelfmanagement, ze vinden het te moeilijk en eerder de taak van de arts dan van henzelf.                            

Jullie  zouden  eens met  de mensen  van  Dekkerswald moeten  gaan  praten,  die weten precies hoe je dit soort dingen allemaal moet doen. Ik heb daar zoveel geleerd,  in die drie maanden, elke dag was er wel weer iets anders. Fysiotherapie, diëtist, wandelen, sporten, praatgroepen, les over COPD, en ga zo maar door.  I‐03 

Page 42: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

37 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

5. Analyse zelfmanagement tools  In  dit  hoofdstuk  staat  de  analyse  van  een  aantal  zelfmanagement  tools  voor  COPD centraal. Er zijn veel zelfmanagement tools, zowel nationaal als internationaal. Alleen op het gebied van COPD bestaan er al tientallen. Niet alle zelfmanagement tools zijn echter even relevant voor de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor COPD. Bovendien voert een analyse van het gehele spectrum van bestaande tools te ver voor dit rapport. Daarom beperkt de analyse in dit rapport zich tot de tools die relevant zijn binnen het kader van het ‘Project Individueel Zorgplan COPD’.   Van het totale aantal geselecteerde zelfmanagement tools voldoen de onderstaande aan de  selectiecriteria.8  De  term  ‘plan’  in  de  definitie  van  het  Coördinatieplatform Zorgstandaarden bleek daarbij in veel gevallen de limiterende factor te zijn.  In totaal zijn er vijf zelfmanagement tools geselecteerd voor verdere analyse (tabel 5.1).    Geselecteerde zelfmanagement tools1.  IZP Vitale Vaten 2.  IZP COPD 3.  ‘Living well with COPD’ (Canadese zelfmanagement tool)4.  Longpas 5.  Zelfmanagementkaart Tabel 5:1 Geselecteerde zelfmanagement tools    1. IZP Vitale Vaten  

Vorm: Het  is  een  papieren  boekje  (tussen  A5  en  A6)  dat  25  pagina’s  telt.  Het bevat  redelijk  eenvoudige  tekst,  enkele  illustraties,  tabellen  en  ruimte  om gegevens in te vullen. De vormgeving is grafisch en kleurrijk.  Functie:  Het  IZP  Vitale  Vaten  heeft  meerdere  functies:  Veel  aandacht  wordt besteed  aan  voorlichting  over  risicofactoren  en haar  gevolgen. Hierbij  verwijst het  zorgplan  telkens  kort  naar  externe  informatie.  Ook  biedt  het  zorgplan  de mogelijkheid  om  een  overzicht  van  de  zorgverleners  te  maken  en  geeft  het advies  over  de  communicatie  met  hen.  Voorts  is  er  zeer  beperkte  ruimte ingericht  om  het  medicijngebruik  en  meetwaarden  in  te  vullen.  Bij  deze meetwaarden  is  de  mogelijkheid  om  persoonlijke  streefwaarden  in  te  vullen zodat er sprake  is van een plan. Tot slot  is er ruimte om een plan op  te stellen waarbij de nadruk opnieuw licht op het voorkomen van risicofactoren.  Inhoud: Het boekje bestaat uit zes onderdelen: Een inleiding op het boekje zelf, een advies over de relatie met de zorgverlener, een overzicht van risicofactoren en  hoe men  ze  kan  vermijden,  ruimte  voor  persoonlijke  (medische)  gegevens, ruimte  om  gezondheidsdoelen  te  formuleren  en  bij  te  houden  en  ruimte  voor notities en afspraken. 

                                                        8  Zoals  gezegd  kwam  het  ‘Individueel  Zorgplan Diabetes’,  dat  in  april  2012  gepubliceerd werd,  te  laat  om meegenomen te worden in de analyse. 

Page 43: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

38 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

 Implementatie: De implementatie is in gang maar de voortgang is onbekend.  

 Positief aan het  IZP Vitale Vaten zijn de overzichtelijke en strakke vormgeving die het document aantrekkelijk maken. Verder is het positief dat er veel verschillende functies in  het  document  zijn  opgenomen  zodat  de  gebruiker  er  veel  mee  kan.  Een  negatief gevolg hiervan is dat er per functie zeer beperkte ruimte is. Zo is er slechts een kleine pagina beschikbaar om notities  te maken. Een ander negatief punt  is dat het zorgplan zeer  beperkte  informatie  geeft  die  zich  bovendien  enkel  toespitst  op  risicofactoren. Hierdoor reduceert het zelfmanagement tot het vermijden van risicofactoren. Een ander negatief aspect van dit zorgplan  is de onduidelijke structuur van het plan. Hierbij valt vooral  op  dat  belangrijke  zaken  zoals  ruimte  voor  afspraken  en  ruimte  voor doelstellingen achteraan staan.   2. IZP COPD 

 Vorm: Het is een papieren boekje (A5) dat 24 pagina’s telt. Het bevat eenvoudige tekst en ruimte om gegevens in te vullen. De vormgeving is eenvoudig.  Functie:  Het  zorgplan  heeft meerdere  functies.  Het  begint met  het  stellen  van persoonlijke doelen en het  formuleren van een plan om die doelen te bereiken. Vervolgens geeft het document de mogelijkheid om zelf ziekte‐inzicht te krijgen door notities over medicijngebruik, klachten en meetwaarden bij te houden. Ook biedt het zorgplan de mogelijkheid om een gesprek met de zorgverlener voor te bereiden door vooraf vragen en opmerkingen  te  formuleren. Tot  slot biedt het zorgplan de mogelijkheid om een overzicht van de zorgverleners op te stellen.   Inhoud: Het boekje begint met een korte inleiding op het boekje zelf, vervolgens is  er  ruimte  om  persoonlijke  gegevens  in  te  vullen  en  enkele  contactgegevens voor gevallen van nood. Daarna is er een uitgebreid gedeelte over het formuleren van  doelen,  het  beschrijven  van  een  plan  om de  doelen  te  bereiken  en  tips  en advies  over  hoe  dit  te  doen.  Vervolgens  is  er  zeer  beperkte  ruimte  om aantekeningen  over  medicijngebruik,  klachten  en  meetwaarden  te  maken. Daarna volgen enkele pagina’s met ruimte voor vragen aan de zorgverlener, een overzicht van zorgverleners en afspraken met zorgverleners.  Implementatie:  Dit  individueel  zorgplan  is  onlangs  in  Utrecht  in  gebruik genomen.  

 Positief aan het  IZP COPD  is dat het  toegankelijk geschreven  is, een heldere structuur bevat  (al  is  er  geen  inhoudsopgave)  en bij  de  verschillende onderdelen  telkens uitleg geeft.  Het  lijkt  vertrokken  vanuit  een  heldere  visie  op  zelfmanagement.  Verder  is  het positief  dat  er  ruimte  is  voor  verschillende doelen waardoor  de  gebruiker  de  tool  op meerdere manieren kan gebruiken. Dit heeft net als bij het IZP Vitale Vaten als nadeel dat  er  voor de  verschillende  functies, met name de  functie  van het monitoren van de ziekte, erg weinig ruimte is. Na een week is de ruimte al gevuld. Een ander negatief punt is  het  totale  gebrek  aan  informatie.  Tot  slot  zorgt  de  vormgeving  ervoor  dat  het document een weinig professionele indruk maakt.  

Page 44: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

39 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

  3. ‘Living well with COPD’ 

 Vorm:  ‘Living well with COPD’  is een papieren boekje (A5) dat 33 pagina’s telt. Het bevat relatief moeilijke tekst en veel illustraties. De vormgeving is verzorgd door een illustrator.  Functie:  Het  document  heeft  drie  kernfuncties:  informeren  over  COPD  in  het algemeen, het aanleren van vaardigheden die te maken hebben met medicatie en die  te  gebruiken  zijn  in  het  dagelijks  leven,  en  het  overbrengen  van  tips  en adviezen  over  hoe  het  dagelijks  leven  door  te  komen.  Aan  het  einde  van  het document  is  er  nog  beperkte  ruimte  om  een  overzicht  van  zorgverleners  in  te vullen  en  om  een  persoonlijk  actieplan  op  te  stellen.  Dit  actieplan  gaat  niet zozeer over doelen die men wil bereiken maar over hoe te handelen in bepaalde situaties.  Inhoud:  Het  boekje  begint  met  een  inleiding  op  het  boekje  zelf  en  een inhoudsopgave.  Vervolgens  biedt  het  rijk  geïllustreerde  informatie  over  COPD zelf,  over  roken  als  oorzaak,  over  uitlokkende  factoren  en  over  een  breed spectrum aan medicijnen. Daarnaast geeft het boekje adviezen en tips over hoe uitlokkende  factoren  te  voorkomen,  hoe  je  energie  bespaart,  hoe  je  stress voorkomt  en  over  hoe  je  gezond  kunt  leven.  Verder  biedt  het  een  uitgebreide geïllustreerde  handleiding  over  vaardigheden  zoals  het  gebruik  van  een inhalator,  ademhalingstechnieken,  ontspanningstechnieken,  lichaamshoudingen en manieren om te hoesten. Tot slot is er beperkte ruimte om je zorgverleners in te vullen en om een actieplan te formuleren.  Implementatie:  ‘Living  well  with  COPD’  is  een  voorbeeld  van  een zelfmanagement  tool  die  internationaal  breed  geïmplementeerd  is.  Ook  in Arnhem maakt men gebruik van een vertaalde versie. 

 ‘Living well with COPD’  is duidelijk een  tool die uitgaat van een andere opvatting van zelfmanagement.  In  deze  opvatting  ligt  de  nadruk  veel  meer  op  het  informeren, adviseren  en  aanleren  van  vaardigheden  zodat  de  gebruiker  zijn  of  haar  ziekte  beter kan controleren. Het positieve aan deze tool is de uitgebreide informatie over relevante thema’s,  de  uitgebreide  tips  en  adviezen  over  zaken die  in  het dagelijks  leven  van de mens met COPD een grote rol  spelen, en het aanleren van vaardigheden die het  leven met COPD kunnen vereenvoudigen. Een ander positief punt is de duidelijke en heldere structuur van het document die wordt ondersteund door een heldere  inleiding en een inhoudsopgave.  Tot  slot  is  het  veelvuldig  gebruik  van  illustraties  een  zeer  welkome aanvulling  op  de  tekst  die  af  en  toe  wat  complex  is.  Een  negatief  punt  van  deze zelfmanagement tool  is dat er geen aandacht wordt besteed aan het opstellen van een plan en het bijhouden van een dagboek over de ziekte.    

 

Page 45: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

40 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

4. Longpas 

Vorm: De Longpas  is  een  papieren  boekje  (A6)  dat  44  pagina’s  telt. Het  bevat weinig tekst en de vormgeving is sober maar professioneel. De longpas is ook als digitale applicatie voor de smartphone beschikbaar.  Functie: De Longpas heeft een aantal functies. Het kan een overzicht bieden van de betrokken zorgverleners en van de instanties die men in geval van nood moet bellen. Verder is er de beperkte mogelijkheid om doelen te stellen en wegen tot die  doelen  te  formuleren.  Vervolgens  is  er  uitgebreid  de  mogelijkheid  om allerhande meetwaarden, medicatiegebruik en klachten bij te houden. Tot slot is er  de  mogelijkheid  om  een  actieplan  in  te  stellen,  een  serie  handelingen  in bepaalde situaties zoals plotselinge benauwdheid  Inhoud:  Het  boekje  bestaat  voornamelijk  uit  ruimte  om  achtereenvolgens  de volgende  zaken  in  te  vullen:  persoonlijke  gegevens,  contactgegevens zorgverleners,  gegevens over diagnose, doelen en wegen  tot die doelen,  scores op  verschillende  meetwaarden,  medicijngebruik,  een  persoonlijk  actieplan, klachten, algemene notities en afspraken.  Implementatie: De  Longpas  wordt  (vooral  in  digitale  vorm)  gebruikt  in  heel Nederland.  

Positief aan de Longpas  is de grote hoeveelheid ruimte (vergeleken met andere  tools) om  de  verschillende  functies  in  de  praktijk  te  brengen. Met  name  de  ruimte  om  een dagboek  bij  te  houden  is  uitgebreid.  Negatieve  punten  zijn  het  gebrek  aan  structuur, informatie,  en  uitleg  over  het  document  zelf.  Ook  is  de  grote  aandacht  voor  klinische meetwaarden waarschijnlijk oninteressant voor patiënten.  5. Zelfmanagementkaart 

 Vorm:  Een  kleine  kaart  (A6)  met  een  korte  tekst  en  ruimte  om  doelen  in  te vullen. De vormgeving is sober en ietwat provisorisch.  Functie:  Het  formuleren  van  doelen  en  handelingen,  en  het  bijhouden  van klachten en medicijngebruik.  Inhoud:  De  kaart  biedt  zeer  beperkte  ruimte  om  doelen  en  handelingen  te formuleren. Verder biedt de kaart een drietal categorieën van klachten en geeft enkele adviezen over wat een patiënt zelf kan doen.  Implementatie:  De  Zelfmanagementkaart  wordt  gebruikt  door  Stichting Rhijnhuysen Utrecht. 

 Positief aan de Zelfmanagementkaart is dat zij eenvoudig in gebruik is. Negatief aan de kaart is dat zij te klein en beperkt is om één van haar functies fatsoenlijk uit te kunnen voeren.   

Page 46: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

41 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

6. Conclusie en discussie  In dit hoofdstuk worden de belangrijkste bevindingen van dit onderzoek gepresenteerd en  bediscussieerd.  Er  wordt  begonnen met  enkele  algemene  kwesties  die  besproken dienen  te worden voordat  er  over de  concrete  invulling  van  een  individueel  zorgplan kan  gaan  nadenken.  Het  gaat  hierbij  allereerst  om  de  uiteenlopende  wensen  van mensen met COPD en de vraag hoe dit met één zorgplan te ondervangen.   Ten tweede gaat  het  om  het  verschil  tussen  de  definitie  van  een  individueel  zorgplan  en  de oriëntatie van de wensen van mensen met COPD. Vervolgens worden de wensen uit de consultatie besproken. Daarna volgt een paragraaf over de bevindingen uit de analyse van de zelfmanagement tools en er wordt afgesloten met een methodologische reflectie.   6.1 Consultatie van mensen met COPD   Een waaier aan wensen  Gezondheidszorg op maat Uit de resultaten spreekt maar één duidelijk beeld: de wensen van mensen met COPD ten aanzien van een individueel zorgplan lopen sterk uiteen. Dit blijkt uit het brede scala aan wensen dat de deelnemers uiten in alle categorieën behalve implementatie. Ook in de eerste categorie, wenselijkheid, zijn verschillende geluiden naar voren gekomen. Het belangrijkste punt hieruit is dat deelnemers eraan hechten dat het individueel zorgplan ‘gepersonaliseerd’  is,  op  hen  is  toegesneden.  De  deelnemers  geven  aan  het  zorgplan enkel te gebruiken wanneer het aansluit bij hun behoeften. Dit sluit aan bij het steeds breder gedragen idee dat zorg in het algemeen en zelfmanagement in het bijzonder het meest  effectief  is  wanneer  zij  vertrekt  vanuit  de  behoeften  van  de  patiënt  (Neish  & Wilson Hopp, 1988; Dowson et al., 2004; O’Donnell et al., 2004; Murray, 2005). Andere deelnemers formuleren het negatief en zeggen dat zij het zorgplan niet of minder zullen gebruiken wanneer  het  niet  bij  hun  specifieke wensen  aansluit.  De  deelnemers  laten zien  dat  zij  het  begrip  ‘individueel’  zeer  serieus  nemen  en  zijn  niet  geïnteresseerd  in standaardisatie. Met deze bevinding is misschien ook direct een oorzaak gevonden voor de gebrekkige effectiviteit van veel zelfmanagement tools tot nu toe (Warsi et al., 2004; Effing et al., 2007). Dit gebrek kan voortkomen uit gering gebruik doordat de tool niet in een behoefte voorziet.  Een digitaal zorgplan De waaier aan wensen stelt de ontwikkeling van een  individueel  zorgplan direct voor een grote opgave. Het  lijkt  immers onmogelijk om een  individueel  zorgplan  te maken dat  aansluit  bij  de wensen  van  alle mensen met  COPD. Dit  zou betekenen dat  er  veel verschillende zorgplan gemaakt zouden moeten worden tenzij één zorgplan dynamisch is, te  ‘personaliseren’ valt. Door een aantal deelnemers wordt een digitaal zorgplan als oplossing  van  dit  probleem  gezien.  Een  digitaal  zorgplan  zou  immers  zo  ontworpen kunnen worden dat de gebruiker zelf bepaalt welke functies, soorten inhoud en stijl zij willen  gebruiken  zodat  het  zorgplan  zich  daarnaar  kan  vormen.  Bij  een  analoog zorgplan  zoals  een  boekje  of  een  klapper  bestaat  deze  mogelijkheid  niet  of  in  veel mindere mate. Aan een klapper kan men weliswaar losse bladeren toevoegen maar men zal  nooit  de  lettergrootte,  het  lettertype  of  de  kleur  achtergrond  kunnen  veranderen. 

Page 47: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

42 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Een digitaal zorgplan kan aan meer verschillende wensen voldoen en sluit op dit gebied dus beter aan bij de filosofie van een individueel zorgplan.  Een ander voordeel is dat een digitaal zorgplan überhaupt meer functies kan aanbieden dan een analoog middel. Denk hierbij aan een chatbox, de digitale vraagbaak, een online webwinkel of een COPD weerbericht. Naast deze extra functionaliteiten  is een digitaal zorgplan bovendien in staat om een aantal functies van het  individueel zorgplan beter uit te voeren. Doordat een digitaal medium voortdurend geüpdate kan worden, kunnen de  informatie  en  contactgegevens  actueel  blijven. Ook kan een website  een oneindige hoeveelheid  informatie  bieden  zonder  dat  dit  de  overzichtelijkheid  in  de  weg  zit. Cruciaal hierbij is echter wel dat de website degelijk gebouwd wordt en dat de ‘content’ wordt  bijgewerkt.  Een  laatste  aantrekkelijke  kant  is  dat  een website  de  zogenaamde ‘boekjesmoeheid’ ontloopt. Veel deelnemers zeggen moe te zijn van de overweldigende hoeveelheid  boekjes  die  ze  voor  uiteenlopende  doeleinden  krijgen.  Vanwege  al  deze redenen lijkt het zeer de moeite waard om de mogelijkheden van een digitaal zorgplan te verkennen.   Er kleeft echter een belangrijk nadeel aan een digitaal zorgplan. Het algemene beeld van de COPDer is iemand die ouder is, relatief laag opgeleid en niet digitaal actief. Ofwel: de COPDer is niet geschikt voor een digitaal zorgplan. Ondanks dit algemene beeld gaf de meerderheid van de deelnemers uit de focusgroepen en interviews, een lager opgeleid publiek,  toch  de  voorkeur  aan  een  digitaal  zorgplan.  Dit  is  opvallend  en  kan  gezien worden als een teken in een algemene trend waarin in hoog tempo steeds meer mensen gebruikmaken van internet. Zo laat het Centraal Bureau voor Statistiek ons zien dat in 2011 zes op de tien 65‐ tot 75‐jaren al gebruikmaakt van het internet (CBS, 2010). Dat is volgens de cijfers bijna een verdubbeling ten opzichte van 2005 toen dat ruim drie op de  tien  was.  Als  deze  trend  zich  doorzet  zal  het  waarschijnlijk  niet  lang meer  duren voordat de overgrote meerderheid van de mensen met COPD internet gebruikt en het belangrijkste obstakel voor een digitaal zorgplan verdwijnt.  Voorstel Vanwege de aantrekkelijkheid van een digitaal zorgplan is het zeer de moeite waard de mogelijkheden voor een digitaal zorgplan te onderzoeken. In een dergelijk verkennend onderzoek naar een digitaal zorgplan zal men in ieder geval te rade moeten gaan bij het groeiende aantal digitale zorgomgevingen. In Nederland bestaat daarvoor mijncopd.nl, terwijl  men  in  de  Verenigde  Staten  al  grotere  website  als  patientslikeme.com  kan vinden.  Enkele  interessante  ideeën  voor  een  te  ontwikkelen  digitaal  zorgplan  zijn  de volgende:  Een  digitaal  zorgplan  zou  een  digitaal  platform  kunnen  zijn  waarbij verschillende  functionaliteiten  (webapplicaties)  zijn  geïntegreerd.  Zo  zou  men bijvoorbeeld het lotgenotencontact, waar veel mensen met COPD naar op zoek zijn, een plaats kunnen geven op het platform. Bijvoorbeeld  in de vorm van chatboxen,  interne berichten  en  fora.  (Het  reeds  bestaande  Longforum  zou  hierin  geïntegreerd  kunnen worden.) Deze faciliteiten maken geen direct onderdeel uit van het individueel zorgplan maar zijn aantrekkelijk en zorgen dat mensen met COPD überhaupt naar het platform komen. Ook kunnen zij  informatieoverdracht en dergelijke versnellen. Vervolgens zou het platform een afgeschermde ruimte moeten hebben waar patiënten toegang kunnen hebben tot een persoonlijk dagboek en hun daadwerkelijke plan. Patiënten kunnen dan bijvoorbeeld zelf kiezen wie wel of geen toegang tot hun afgeschermde ruimte krijgt. Op die manier  combineert  het  de  functionaliteiten  van  bijvoorbeeld  COPD  IZP  en  ‘Living 

Page 48: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

43 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

well with COPD’. Het aanbieden van een brede waaier van functionaliteiten is belangrijk omdat daarmee veel verschillende mensen aangetrokken worden. Verder zou er op het platform uitgebreide printmogelijkheden moeten bestaan voor mensen die het zorgplan of  de  informatie  liever  op  papier  lezen.  Tot  slot  is  een  digitaal  platform  ideaal  om Longpunten  en  andere  bijeenkomsten  voor  lotgenotencontact  aan  te  koppelen.  Een verkennend onderzoek zou de haalbaarheid van een dergelijk complex platform kunnen bestuderen.  Zorgplan Totaal Alvorens over te gaan op de categorieën functie, inhoud, vorm en implementatie is het nog belangrijk na te denken over het volgende: moet een individueel zorgplan enkel op COPD worden toegespitst of moet het een ‘Zorgplan Totaal’ zijn waarin de mens met al zijn  aandoeningen  centraal  staat  in  plaats  van  de  mens  met  COPD.  Een  dergelijk zorgplan  past  beter  bij  de  filosofie  achter  het  individueel  zorgplan  dan  een  zorgplan waarin men toespitst op een ziekte. In dit laatste geval benadert men patiënten namelijk nog  steeds  via  hun  ziekte  en  houdt men  de  verkokering  van  de  zorg  in  stand.  In  het eerste  geval  staat  de  mens  centraal.  Toch  zijn  de  meningen  onder  de  deelnemers hierover  verdeeld.  De meerderheid  van  de  deelnemers  vindt  een  zorgplan  voor  elke ziekte toch het meest handig.  Verantwoordelijkheid Een  andere  kwestie  waarover  nagedacht  zal  moeten  worden  voordat  men  het individueel  zorgplan  concreet  gaat  invullen  is  wie  de  verantwoordelijkheid  voor  het zorgplan draagt. In dit onderzoek geven enkele deelnemers expliciet aan de regie over het zorgplan te willen hebben. Wat betekent dit voor de zorgverlener? Heeft deze geen verantwoordelijkheid voor het zorgplan? Of een gedeelde verantwoordelijkheid? Dit is afhankelijk  van het  type  functies  dat men  voor  het  zorgplan  ziet weggelegd. Op basis van dit onderzoek  lijkt de verantwoordelijkheid vooral bij de patiënt  te komen  liggen omdat  de  voornaamste  functies,  ziekte‐inzicht  genereren,  ziekte‐inzicht  delen  en informeren,  vooral  activiteiten  van  de  patiënt  zijn.  Een  gebied  waar  de verantwoordelijkheid waarschijnlijk  zal moeten  overlappen  is  het  vastleggen  van  een plan en de concrete maatregelen die daarbij horen. Daarmee is het plan het gebied waar medisch patiëntendossier en individuele zorgomgeving elkaar ontmoeten.  Zelfmanagement en het individueel zorgplan  Wensen weinig behandelgericht Ondanks de verscheidenheid in wensen springt een drietal functies naar voren. Dat zijn ziekte‐inzicht genereren,  ziekte‐inzicht delen en  informeren. Hierbij  valt direct op dat deze  functies  weinig  behandelgericht  zijn.  Aangezien  er  in  de  focusgroepen  en gesprekken voldoende aandacht voor behandeling is geweest, betekent dit dat mensen met COPD in eerste instantie niet bezig zijn met hun behandeling maar veel meer met het  alledaagse  leven  en  alle  hindernissen  die  daarbij  horen.  De  gerichtheid  op behandeling,  die  in  het  kader  voor  het  individueel  zorgplan  veel  aandacht  krijgt,  is wellicht meer een aandachtspunt van de medische wereld. Dit  is een  interessant punt omdat precies hier de wensen van behandelaren en patiënten uiteen lijken te lopen, en waar  wensen  uiteen  lopen  ontstaat  ruimte  voor  miscommunicatie,  problemen  in implementatie, gebruik en dergelijke. Daarom is het voor de verdere ontwikkeling van het individueel zorgplan cruciaal om bij dit punt stil te staan. 

Page 49: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

44 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Plan Een  belangrijk  begrip  dat  hier  een  rol  bij  speelt  is  het  begrip  plan.  Het  Coördinatie Platform  Zorgstandaarden  heeft  zoals  gezegd  een  duidelijke  visie  op  het  individueel zorgplan waarin het begrip plan een centrale rol speelt. Haar definitie luidt: 

 Een plan is een middel dat een lange termijn perspectief en ruimte voor doelstellingen biedt. Het Coördinatieplatform Zorgstandaarden meent dat mensen met een chronische aandoening hierdoor vooruit  gaan kijken en de  juiste  (bewuste) keuzes  zullen maken om hun gezondheidstoestand in het heden en de toekomst te verbeteren. De resultaten uit deze studie laten zien dat de mensen met COPD plan weliswaar als functie noemen maar dat het allerminst de hoofdrol  speelt. Zij kijken  liever  teruguit en  leren daarvan dan dat ze vooruit kijken en daarvoor plannen gaan maken. Hoe komt dit?  Vooruitblikken versus terugkijken Allereerst is het begrip plan zoals gezegd een moeilijk begrip. Uit de focusgroepen en de interviews blijkt dat sommige deelnemers het begrip abstract en vaag vinden en het nut ervan niet inzien. Veel deelnemers lijken al moeite genoeg te hebben om zich door het dagelijks  leven heen te slaan,  laat staan dat ze  tijd en ruimte hebben om zich bezig  te houden met toekomstplannen. Het begrip plan en de activiteit planning zijn wellicht ook typisch voor hoger opgeleiden zoals de bedenkers van het individueel zorgplan. Dit zou kunnen  verklaren waarom  er  tijdens  de  focusgroepen  (waar  vooral  hoger  opgeleiden deelnamen) duidelijk meer aandacht en  interesse voor het plan‐aspect was dan bij de interviews  (lager  opgeleiden).  De  geïnterviewden  hadden  meer  behoefte  aan informatie, tips en trucs, en lotgenotencontact. Waarbij de behoefte aan informatie c.q. tips en trucs overeenkomt met de resultaten van de enige andere studie naar behoeftes van mensen met COPD ten aanzien van een zelfmanagement tool (Steffelson, Chaney & Chaney, 2010).  Een  tweede  reden waarom het plan‐aspect weinig  aandacht  van de deelnemers krijgt heeft wellicht  te maken met ziekte‐inzicht.  Inzicht  in de eigen ziekte  lijkt een centrale rol  te  spelen  in zelfmanagement en dit  type  inzicht  is  typisch een  inzicht dat ontstaat wanneer men terugkijkt naar eerdere ervaringen en daarvan leert. Ziekte‐inzicht krijgt men  niet  door  plannen  te  maken.  Mensen  met  COPD  kijken  misschien  wel  liever teruguit  dan  vooruit.  Een  suggestie  die  ook door  het  verloop  van COPD, waarbij men slechts achteruitgaat, wordt gevoed.   Als  we  met  deze  ideeën  in  ons  achterhoofd  opnieuw  naar  de  definitie  van  het Coördinatieplatform  Zorgstandaarden  kijken  valt  op  dat  het  een  definitie  is  die,  met concepten als plan, behandeling, individuele doelstellingen, streefwaarden, educatie en therapietrouw,  stevig  wortelt  in  het  medische  jargon.  Dit  terwijl  de  patiënt  eerder concepten  als  dagboek,  afspraken,  informatie,  tips,  erkenning,  troost  en  steun  op  de voorgrond plaatst.  Concepten die  te maken hebben met  de  dagelijkse  realiteit  van de ziekte in plaats van de realiteit van de medische zorg.  

Het individueel zorgplan is een plan waarin alle onderdelen die van belang zijn in de behandeling van de patiënt (voor de patiënt en samen met de patiënt) zijn vastgelegd. Het  gaat  hierbij  om  individuele  doelstellingen,  streefwaarden,  educatie  en therapietrouw (Coördinatieplatform Zorgstandaarden, 2010). 

Page 50: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

45 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Gevolgen De  geringe  aandacht  van mensen met  COPD voor  het  plan‐aspect  van  het  individueel zorgplan  heeft  belangrijke  consequenties.  Het  betekent  immers  dat  het  zeer waarschijnlijk is, en sommige deelnemers maken dit zoals gezien zelfs expliciet, dat het individueel zorgplan weinig gebruikt zal worden als het zich puur als plan presenteert. Dit  zou  weer  betekenen  dat  het  zorgplan  haar  doel,  het  bevorderen  van zelfmanagement,  in mindere mate zou bereiken of voorbij zou schieten. Dit onderzoek laat  zien  wat  er  gedaan  kan  worden  om  dit  probleem  te  voorkomen.  Men  kan  de verantwoordelijkheid  voor  het  plan‐aspect  bij  de  zorgverlener  leggen.  Zo  ontwikkelt men een werkbaar  instrument  terwijl men de wensen van mensen met COPD serieus neemt.  Een  opdracht  die  ook  in  de  wetenschappelijke  literatuur  steeds  luider  klinkt (Lau‐Walker, 2009; Lawn et al., 2011).  Ziekte­inzicht en informeren Ziekte‐inzicht  genereren,  ziekte‐inzicht delen  en  informeren  zijn  aldus de deelnemers de voornaamste functies. Onder ziekte‐inzicht wordt het inzicht in de individuele ziekte van de patiënt (alledaagse ervaring met de ziekte) verstaan. Dus niet het  inzicht  in de ziekte COPD in het algemeen (zoals artsen de ziekte beschouwen). Ziekte‐inzicht strekt zich uit van het herkennen van ziektesymptomen tot het leren kennen van grenzen, van de invloed van omgevingsfactoren tot het leren van succesvolle omgang met de ziekte. De  deelnemers  menen  dat  deze  inzichten  verkregen  worden  via  regelmatige persoonlijke notities die als een extern geheugen dienen waarin men later patronen kan herkennen.  Op  die manier  kan men  strategieën,  tactieken  en  technieken  ontwikkelen om met de  eigen COPD om  te  gaan. Uit  de  resultaten komt  verder naar  voren dat dit type  inzicht  niet  enkel  bij  de  patiënt maar  ook  bij  de  arts  kan  ontstaan.  Een  tweede belangrijke functie is het uitwisselen van ziekte‐inzicht met andere mensen met COPD. Men  geeft  aan  veel  te  kunnen  en willen  leren  van wat  anderen  op  praktisch,  sociaal, emotioneel en cognitief niveau hebben ingezien. Er wordt meestal gesproken over ‘tips en trucs’. Deze ‘tips en trucs’ worden bij uitstek via lotgenotencontact uitgewisseld. Ten slotte bestaat er behoefte aan informatievoorziening. Het type  informatie  loopt hierbij uiteen  van  basale  informatie  over  COPD  tot  informatie  over  het  laatste wetenschappelijke onderzoek. Deelnemers geven aan dat ze alleen via goede informatie meer controle over hun ziekte kunnen krijgen en bewustere keuzes kunnen maken.   Doelen stellen, communicatie en vaardigheden De  volgende  functies  krijgen  minder  aandacht.  Alhoewel  persoonlijke  doelen  stellen door  een  aantal  deelnemers,  met  name  in  focusgroepen,  als  aanmoedigend  en motiverend wordt  gezien,  blijkt  ook  dat  een  aantal  deelnemers moeite  heeft met  het begrip  ‘plan’. Het  blijkt  een moeilijk  begrip omdat het  van mensen vereist  dat  zij  een doel  in de  toekomst  formuleren en een aantal middelen  in de  toekomst  en het heden plannen om dit  doel  te  bereiken. Veel  deelnemers hebben hun handen al  vol met het dagelijks  leven  met  COPD  en  lijken  weinig  ruimte  te  hebben  voor  deze  plannen. Vervolgens  geven  de  deelnemers  aan  dat  ze  zich  in  het  plan  graag willen  richten  op onderhoud en stabiliteit, niet op verbetering. Een andere functie die uit het onderzoek naar voren komt is het bevorderen van communicatie met de zorgverlener door zelf de informatie en afspraken beter op een rijtje te hebben, maar ook door elke zorgverlener te kunnen  laten zien wie de patiënt  is en wat voor behandelingen hij of zij ondergaat. Een laatste functie is het aanleren van vaardigheden zoals het gebruik van een inhalator.  

Page 51: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

46 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Wensen en behoeften ten aanzien van de inhoud    Informatie, tips en trucs en een dagboek De drie belangrijkste vormen van inhoud zijn informatie, tips en trucs, en een dagboek. Vooral het thema informatie is uitgebreid besproken. De informatie die de deelnemers graag zeggen te willen valt uiteen in informatie over de ziekte zelf (met sterke nadruk op: wat  is COPD eigenlijk?),  over behandelingen, hulpmiddelen,  vergoedingen,  gezond gedrag,  omgevingsfactoren  die  van  invloed  zijn,  psychische  omgang  met  de  ziekte, lotgenotencontact  en  verwijzingen  naar  externe  informatie.  Hier  moet  bij  gezegd worden  dat  de wensen  sterk  uiteen  lopen  en dat  sommige  deelnemers  ook  aangeven juist geen behoefte te hebben aan bepaalde  informatie. Een tweede type inhoud is het ziekte‐inzicht van andere mensen met COPD, de zogenaamde ‘tips en trucs’. Deze tips en trucs  vallen  uiteen  in  de  onderwerpen  energie  besparen,  omgang met  zorgverleners, mobiliteit  vergroten,  begrip  in  omgeving  kweken,  symptomen  verlichten,  uitlokkende factoren  ontwijken  en  huis  saneren.  Tot  slot  geven  veel  deelnemers  aan  graag  een dagboek  te  willen  met  daarin  ruimte  om  medicijngebruik,  ervaringen,  (uitlokkende) omgevingsfactoren, symptomen, gedrag, gevoelens, voortgang ten opzichte van het plan en ziekteparameters te noteren. Dit dagboek dient als het externe geheugen om ziekte‐inzicht te genereren.  Zorgverleners en zorgplan Naast deze typen inhoud is er aandacht voor een plan. Daarover wordt gezegd dat het concrete,  reële  en  persoonlijke  doelen  moet  beschrijven  waarbij  heldere  afspraken tussen patiënt en arts gemaakt moeten worden. Naast deze specifieke omschrijving van de taken van de arts, geeft een aantal deelnemers ook aan behoefte te hebben aan een overzicht  van  de  zorgverleners  die  hen  omringen  en  hun  verantwoordelijkheden. Vooral  in panieksituaties  is een dergelijk overzicht zeer nuttig. Naast de gegevens van persoonlijke  zorgverleners  bestaat  er  ook  behoefte  aan  contactgegevens  van  allerlei instanties en personen. Met name gegevens van voorzieningen voor lotgenotencontact, revalidatiecentra  en  instellingen  voor  hulpmiddelen  spelen  een  belangrijke  rol,  maar ook de gegevens van fysiotherapeuten, diëtisten en psychologen worden genoemd. Tot slot  zien  de  deelnemers  ook  graag  ruimte  om  hun  ziektegegevens  gedetailleerd  in  te vullen.  Overige inhoud Andere  gewenste  typen  van  inhoud  zijn  (geïllustreerde)  instructies  over  het  juiste gebruik  van  een  inhalator,  en  instructies  voor  noodgevallen.  Ook  hebben  sommige deelnemers behoefte aan ervaringsverhalen van anderen om daaruit steun, herkenning, troost en lessen te kunnen halen. Tot slot wordt regelmatig gesproken over de behoefte om voldoende  ruimte  te hebben waar notities  gemaakt kunnen worden. Hiermee kan het gesprek met de zorgverlener voorbereid worden, kunnen er aantekeningen tijdens dat  gesprek  worden  gemaakt,  en  kunnen  wensen  omtrent  het  einde  van  het  leven worden  geformuleerd.  Het  is  echter  belangrijk  te  vermelden  dat  niet  iedereen  het wenselijk acht om met het zorgplan  te werken. Sommigen zien het zorgplan  liever als informatieproduct.  Wensen en behoeften ten aanzien van de vorm  Volgens mensen met COPD dient een zorgplan  te worden aangeboden  in de vorm van een website met een persoonlijke account, of een klapper waarbij men de mogelijkheid 

Page 52: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

47 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

heeft  om  zelf  informatie  toe  te  voegen  en weg  te  halen. Het  grootste  gedeelte  van de deelnemers  kiest  echter  voor  een website, waarbij  het wenselijk wordt  gevonden dat men  individuele  aanpassingen  kan  maken.  Men  noemt  diverse  functionaliteiten  voor een  website  zoals:  De  mogelijkheid  tot  het  aanmaken  van  een  openbaar  profiel,  een email functie, een chatbox, een vraagbaak voor contact met professionals, een grafische weergave  van  een  dagboek,  een  online  lotgenotenvinder,  een  poll,  het  COPD weerbericht,  een webwinkel  en  een  online  bibliotheek met  literatuur  gerelateerd  aan COPD. Tevens dient er ook een mogelijkheid te zijn om de website te gebruiken via een applicatie  op  de  tablet/smartphone.  Deelnemers  geven  tevens  aan  dat  er  voldoende rekening  moet  worden  gehouden  met  de  groep  mensen  die  geen  gebruik  (kunnen) maken  van  het  digitale  netwerk,  vandaar  dat  meerdere  deelnemers  een  voorkeur hebben  voor  een  combinatie  van  een  website  en  klapper.  Het  taalgebruik  van  een zorgplan moet helder en eenvoudig zijn, hoewel men ervoor dient te waken dat de toon belerend  of  kinderachtig  wordt.  Men  heeft  vooral  behoefte  aan  een  positieve, stimulerende  toon.  Illustraties  zijn  gewenst  indien  informatief,  maar  confronterende plaatjes zijn niet gewenst.   Wensen en behoeften ten aanzien van de implementatie  De deelnemers ontvangen een  individueel  zorgplan  (of de  inlogcode voor een digitaal zorgplan)  bij  voorkeur  van  hun  centrale  behandelaar.  Dit  kan  zowel  de  longarts  of huisarts  zijn.  Na  overhandiging  vinden  zij  het  belangrijk  dat  deze  behandelaar  ook aandacht  besteedt  aan  uitleg.  Deelnemers  zien  tevens  een  belangrijke  rol  weggelegd voor de longverpleegkundige/ praktijkondersteuner met betrekking tot de uitleg en de bespreking van het zorgplan, gezien de eenvoudige bereikbaarheid en toegankelijkheid van  deze  hulpverlener.  Over  het  algemeen,  zijn  deelnemers  ervan  overtuigd  dat  een zorgplan  in een zo vroeg mogelijk stadium moet worden overhandigd aan een patiënt met COPD omdat in deze fase nog veel winst is te behalen wat betreft het bereiken van doelen, zoals stoppen met roken, voldoende beweging etc. Het is dus onvoldoende een zorgplan  alleen  door  de  longarts  te  laten  aanbieden,  gezien  het  feit  dat  mensen met COPD  in  een  eerder  stadium  (GOLD  1  en  2)  vaak  nog  geen  contact  hebben met  een longarts.  Mensen met  COPD  hebben  behoefte  aan  een  uitgebreide  instructie  door  de behandelaar  over  het  gebruik  van  een  zorgplan  en  een  follow‐up  gedurende  het gebruik, hoewel dit niet voor iedereen geldt. Sommige deelnemers vinden het de eigen verantwoordelijkheid  van  de  patiënt  en  hebben  geen  behoefte  aan  een  follow‐up.  Dit laat  zien  dat  ook  de  manier  waarop  de  laatste  fase  van  implementatie  wordt vormgegeven afhankelijk is van de individuele voorkeur van de patiënt.   Geen wondermiddel Naast  deze  opmerkingen  over  de  specifieke  functie  en  inhoud  van  een  individueel zorgplan  is  hier  ook  een  algemene  opmerking  over  het  individueel  zorgplan  op  zijn plaats. Tijdens de focusgroepen en interviews geeft een groot aantal deelnemers aan dat zij hun ziekte door de jaren heen steeds beter hebben leren kennen en onder controle hebben leren krijgen. Dit inzicht in en controle over heeft met name te maken met het verstrijken van de tijd, het accepteren van COPD, het herkennen van de symptomen en vervolgens door vallen en opstaan te leren met de ziekte om te gaan. Belangrijk hierbij is  de  grote  aandacht  die  de  deelnemers  hebben  voor  revalidatiecentra  zoals Dekkerswald. Meerdere deelnemers geven aan dat ze daar, na een uitermate intensieve training van drie maanden, pas werkelijk inzicht in en controle over hun ziekte kregen.   

Page 53: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

48 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Dit  suggereert  dat  het  proces  van  inzicht  en  controle  krijgen  een  traag  proces  is  dat slechts  versneld  kan worden wanneer  er  voor  een  lange periode  en  onder  intensieve begeleiding  full‐time  aan  gewerkt  wordt.  Het  is  een  interessante  vraag  wat  een zelfmanagementtool zoals het individueel zorgplan daar tegenover kan zetten? Men kan van  een  individueel  zorgplan  niet  verwachten  dat  het  hetzelfde  effect  heeft  als  een intensieve  training bij Dekkerswald. Welk  effect mag men dan wel  verwachten? En  is dat  effect  de moeite  van  de  investering waard?  Of moet men  de  tijd  haar werk  laten doen  en  komt  zelfmanagement  vanzelf?  Of  zou  men  meer  moeten  investeren  in revalidatiecentra? Dat zijn interessante kwesties die vragen om overweging.  Additionele wensen  Naast de wensen ten opzichte van een individueel zorgplan is er ook een aantal wensen naar voren gekomen die niet binnen het kader van het zorgplan passen maar die wel relevant  zijn  voor  zelfmanagement  en  voor  enkele  functies  binnen  het  zorgplan.  De voornaamste  daarvan  is  lotgenotencontact.  De  deelnemers  vinden  lotgenotencontact zeer belangrijk, hebben er veel behoefte aan en menen dat het de informatievoorziening en de uitwisselingen van tips en trucs erdoor verbetert. Verder biedt lotgenotencontact ook  steun  en  troost.  Om  deze  redenen  is  het  interessant  om  het  faciliteren  van lotgenotencontact  mee  te  nemen  in  de  ontwikkeling  van  een  individueel  zorgplan. Daarover  wordt  in  paragraaf  6.3  een  voorstel  gedaan.  Een  andere  behoefte  die  vaak naar  voren  komt  is  het  informeren  van  de  omgeving  om  daarmee  onbegrip  weg  te nemen.  Tot  slot  blijkt  dat  revalidatiecentra  belangrijke  bronnen  van  zelfmanagement zijn, daar hebben veel deelnemers essentiële inzichten opgedaan.  Schematisch weergave belangrijke onderwerpen In het onderstaande  figuur  zijn enkele belangrijke onderwerpen uit het onderzoek en hun  onderlinge  relaties  weergegeven.  Het  laat  zien  dat  er  een  aantal  zaken  nodig  is voordat men doelen kan stellen en een plan kan maken.    

 Figuur 6.1: Overzicht belangrijke concepten en hun relaties   6.2 Zelfmanagement tools   Relevante tools Het  blijkt  dat  uit  het  grote  aantal  beschikbare  zelfmanagement  tools  (Bijlage  I)  er slechts  vijf  relevant  zijn  voor  deze  studie.  Bovendien  is  slechts  van  twee 

Page 54: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

49 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

zelfmanagement  tools,  het  IZP Vitale  Vaten  en  het  IZP  COPD,  te  zeggen  dat  ze  in  alle opzichten  voldoen  aan  de  definitie  van  het  Coördinatieplatform  Zorgstandaarden.  De andere  drie  tools,  ‘Living  well  with  COPD’,  de  Longpas  en  de  Zelfmanagementkaart bezitten weliswaar het plan‐aspect en zijn bedoeld om zelfmanagement te bevorderen maar bevatten niet alle onderdelen die van belang zijn in de behandeling van de patiënt.   Opvatting zelfmanagement cruciaal Een tweede belangrijke conclusie  is dat de opvatting van zelfmanagement bepalend  is voor  de  uiteindelijke  vorm,  inhoud  en  functie  van  een  individueel  zorgplan.  Zo  laat ‘Living  well  with  COPD’  zien  dat  zelfmanagement,  opgevat  als  het  bezitten  van voldoende  informatie,  tips  en  vaardigheden  om  COPD  in  het  dagelijks  leven  aan  te kunnen,  leidt  tot  een  individueel  zorgplan  met  veel  aandacht  voor  overdracht  van informatie en weinig ruimte voor persoonlijke doelstellingen of het bijhouden van een dagboek.  Daarom  is  het  zeer  belangrijk  eerst  een  beslissing  te  maken  over  wat zelfmanagement  is  voordat  men  aan  de  ontwikkeling  van  een  individueel  zorgplan begint. Verder is het belangrijk om überhaupt een keuze te maken. Het IZP Vitale Vaten lijkt niet ondersteund te worden door een duidelijk idee van zelfmanagement zodat de inhoud willekeurig is. Zo wordt er overmatig veel aandacht besteedt aan risicofactoren en het vermijden daarvan alsof zelfmanagement te reduceren valt tot het vermijden van risicofactoren  Veel onderlinge verschillen  Vorm Een derde conclusie is dat de tools onderling sterk verschillen. Op het gebied van vorm zien we echter dat de zelfmanagement tools, de smartphone applicatie van de Longpas uitgezonderd,  allemaal  boekjes  zijn.  Het  problematische  van  een  boekje  is  dat  zij statisch  en  beperkt  is.  Dit  betekent  dat  informatie  snel  veroudert  en  dat  er  maar beperkte  ruimte  is  om  met  het  document  te  werken.  Een  klapper  of  een  digitale werkomgeving  zijn  dynamischer  en  minder  beperkt.  Naast  deze  grondvormen  laat ‘Living well with COPD’ de kracht van een heldere structuur zien. Door een duidelijke inhoudsopgave, inleiding en overzichtelijke indeling hoeft een gebruiker niet te zoeken. Ook  laat deze  zelfmanagement  tool de kracht  van  illustraties  zien.  Illustraties kunnen een snelle en effectieve manier zijn om informatie over te brengen, met name wanneer men een breed opgeleid publiek probeert aan te spreken. Het IZP Vitale Vaten toont tot slot  dat  een  strakke  grafische  vormgeving  een  interessante  optie  is.  Deze  zorgt  voor overzicht, trekt aan en straalt professionaliteit uit.  Functie Ook op het niveau van functie zijn er grote verschillen. Hoewel alle tools als functie plan bezitten, daarop zijn ze  immers uitgezocht,  lopen de andere  functies sterk uiteen. Met name het verschil  tussen de vier Nederlandse  tools en het Canadese  ‘Living well with COPD’ is groot. De Canadese tool toont hoe informeren, adviseren en het aanleren van vaardigheden  op  een  goede  manier  in  een  individueel  zorgplan  verwerkt  kunnen worden. Dit terwijl de Nederlandse tools veel meer de nadruk leggen op het bijhouden van een dagboek, het opstellen van een plan en het werken met het document.     

Page 55: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

50 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Inhoud Ook op het niveau van de inhoud zijn er verschillen. Zo geeft het IZP COPD veel uitleg. Dit zorgplan begeleidt de patiënt bij elke stap zodat deze weet wat hij of zij met het plan aan moet. Dit zorgt ervoor dat mensen niet afhaken of het plan op een verkeerde manier gebruiken.  De  andere  tools  gebruiken  veel  minder  ruimte  voor  uitleg.  De  Longpas gebruikt daarentegen veel ruimte om gegevens in te kunnen vullen. Dit is bij de andere tools, die toch ook bedoeld zijn om mee te ‘werken’, vaak minder het geval. Dit roept de vraag op waarom de tools überhaupt zo klein zijn. Willen patiënten met hun aandoening aan de slag dan zullen zij meer ruimte nodig hebben voor aantekeningen. De ‘Living well with  COPD’  tool  toont  tot  slot  hoe  het  bieden  van  informatie,  het  adviseren  en  het aanleren  van  vaardigheden  ook  tot  de  inhoud  van  een  individueel  zorgplan  kan behoren.   Implementatie De implementatie is tot slot veelal lokaal. Enkel ‘Living well with COPD’ is internationaal verspreid. Hier  zit  dan  ook  een  aanzienlijke  organisatie  achter.  Dit  roept  de  vraag  op hoe makkelijk  of moeilijk  het  is  om een  individueel  zorgplan  te  verspreiden. Het  lijkt erop dat dit niet van de ene op de andere dag gebeurd is.    6.3 Methodologische reflectie  Combinatie focusgroepen en interviews De grootste methodologische kracht van deze studie is het gecombineerde gebruik van focusgroepen en interviews. Beide methoden vullen elkaar aan en corrigeren eventuele vertekeningen. Zo geven focusgroepen aan de ene kant meer diepgang dan  interviews door de onderlinge interactie van deelnemers. Hierdoor kunnen sommige thema’s beter en  preciezer  uitgediept  worden.  Aan  de  andere  kant  geven  interviews  een representatiever  beeld  van  de  (laag  opgeleide)  doelgroep.  Op  focusgroepen  komt immers  een  specifiek  publiek  af  (hoog  opgeleid,  mobiel  en met  interesse  om mee  te praten) dat slechts een deel is van de gehele COPD populatie. Via de interviews hebben we echter ook de (grotere)  laag opgeleide, minder mobiele en deels geïsoleerde groep weten te bereiken. Dat dit belangrijk is geweest blijkt uit lichte verschillen in resultaten (meer of minder aandacht voor plan‐aspect en vorm) tussen beide methodes.  Doordat er in deze studie meer hoog opgeleiden hebben deelgenomen dan je op grond van  de  gemiddelde  populatie  zou  verwachten  bestaat  er  waarschijnlijk  een  lichte vertekening  in  de  resultaten.  Met  name  het  plan‐aspect  heeft  waarschijnlijk  meer aandacht gekregen dan het zou hebben gekregen bij een perfecte vertegenwoordiging van de COPD populatie. Dit betekent dat de interesse voor het plan‐aspect wellicht nog een  overschatting  is  van  de  interesse  in  de  algehele  populatie.  Tot  slot  heeft  ook  de vorm van werving, die voor een belangrijk deel digitaal is gebeurd, wellicht een invloed gehad  op  de  vorm.  De  deelnemers  waren  nu  positief  over  een  digitaal  individueel zorgplan. Het is mogelijk dat dit een lichte overschatting is ten opzichte van de algehele populatie.     

Page 56: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

51 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

 

Literatuur    Astma Fonds (2010). Patiëntenversie Zorgstandaard COPD. Amersfoort: Astma Fonds & Long Alliantie Nederland.  Bandura, A. (1977). Social learning theory. Englewood Cliffs (NJ): Prentice Hall.  Bernard‐Bonnin, A. C., Stachenko, S., Bonin, D. & Charette, C. et al. (1995). Zelfmanagement teaching programs and morbidity of pediatric asthma a meta‐analysis. Journal of Allergy and Clinical Immunology, vol. 95, pp. 34‐41.  Bodenheimer, T., Lorig, K. R. N., Holman, H. & Grumbach, K. (2002). Patient Zelfmanagement of Chronic Disease in Primary Care. Journal of the American Medical Association, vol. 288, pp. 2469‐2475.  Blokstra, A. & Verschuren, W. M. M. (red.) (2007) Vergrijzing en toekomstige ziektelast. Prognose chronische ziektenprevalentie 2005‐2025. Bilthoven: RIVM.  Bourbeau, J., Julien, M., Maltais, F. & Rouleau, M. (2003). Reduction of Hospital Utilization in Patients With Chronic Obstructive Pulmonary Disease. Archives of Internal Medicine, vol. 163, pp. 585‐591.  Bourbeau, J., Nault, D. & Dang‐Tan, T. (2004). Zelfmanagement and behaviour modification in COPD. Patient education and counselling, vol. 52, pp. 271‐277.  Bourbeau, J., Collet, J‐P., Schwartzman, K. & Ducruet, T. (2006). Economic Benefits of Zelfmanagement Education in COPD. Chest, vol. 130, pp. 1704‐1711.  Bureau HHM (2009). Handreiking zorgplan. Versie 2.0. Enschede: Bureau HHM.  Coördinatieplatform Zorgstandaarden (2010). Zorgstandaarden in model. Rapport over het model voor zorgstandaarden bij chronische ziekten. Den Haag: ZonMw.  Coördinatieplatform Zorgstandaarden (2011). Zorgstandaarden en Zorgmodules. Quickscan naar de stand van zaken. Den Haag: ZonMw.  Coughlin, J. F., Pope, J. E. & Leedle, B. R. (2006). Old Age, new technology, and future innovations in ‘disease management’ and home health care. Home Health Care Management & Practice, vol. 18, pp. 196‐207.  Dellby, U. (1996). Drastically improving health care with focus on managing the patient with a disease: the macro and micro perspective. International Journal of Health Care Quality Assurance, vol. 9, pp. 4‐8.   Dorn, T., Heijmans, M., Van Dijk, L. & Francke, A. L. et al. (2007). Knelpunten en hiaten bij interventies gericht op ondersteuning bij zelfmanagement, overgewicht en mantelzorg: Een quick scan. Utrecht: NIVEL.  

Page 57: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

52 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Dowson, C.A., Town, G. I., Frampton, C. & Mulder, R. T. (2004). Psychopathology and illness beliefs influence COPD selfmanagement. Journal of Psychosomatic Research, vol. 56, nr. 3, pp. 333‐340.  Effing, T., Monninkhof, E. M., Van der Valk, P. & Van der Palen, J. (2007). Zelfmanagement education for patients with chronic obstructive disease. Cochrane Database of Systematic Reviews 4, Article ID CD002990.  Fairfield, G., Hunter D. J., Mechanic, D. & Rosleff, F. (1997). Managed care: origins, principles, and evolution. British Medical Journal, vol. 314, pp. 0‐0.  Gadoury, M. A., Schwartzman, K., Rouleau, M. & Maltais, F. (2005). Zelfmanagement reduces both short‐ and long‐term hospitalisation in COPD. European Respiratory Journal, vol. 26, pp. 853‐857.  Gallefoss, F. & Bakke, P. S. (2000). Impact of patient education and zelfmanagement on morbidity in asthmatics and patients with chronic obstructive pulmonary disease. Respiratory Medicine, vol. 94, pp. 279‐287.  Gallefoss, F. (2004). The effects of patient education in COPD in a 1‐year follow‐up randomised, controlled trial. Patient Education and Counseling, vol. 52, pp. 259–266.  Hiss, R.G., Anderson, R. M., Hess, G. E. & Stephien, C. J. (1994). Community diabetes care:  a 10‐year perspective. Diabetes care, vol. 17, pp. 1124‐1134.  Hunter, D. J. & Fairfield, G. (1997). ‘disease management’. British Medical Journal vol. 315, pp. 50‐53.  Jovicic, A., Holroyd‐Leduc, J. M. & Straus, S. E. (2006). Effects of zelfmanagement intervention on health outcomes of patients with heart failure a systematic review of randomised controlled trials. BMC Cardiovascular Disorders, vol. 6, p. 0‐0.  Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement (2011). Eindrapportage Zelfmanagement en COPD Anno 2010. www.zelfmanagement.com  Lau‐Walker, M. (2009) Zelfmanagement in long‐term health conditions – A complex concept poorly understood and applied? Patient Education and Counseling, vol. 75, pp. 290‐292.  Lawn, S., McMillan, J. & Pulvirenti, M. (2011). Chronic condition zelfmanagement: Expectations of responsibility. Patient Education and Counseling, vol. 84, pp. e5‐e8. Long Alliantie Nederland (2010). Zorgstandaard COPD. Amersfoort: Long Alliantie Nederland.  Massie, B. M. & Shah, N. B. (1997). Evolving trends in the epidemiologic factors of heart failure: Rationale for preventive strategies and comprehensive ‘disease management’. American Heart Journal, vol. 133, pp. 703‐712.  

Page 58: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

53 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Ministerie van VWS (2007a). Evaluatie Kwaliteitswet zorginstellingen. Den Haag: Ministerie van VWS.  Ministerie van VWS (2007b). Preventiebeleid voor de volksgezondheid. Den Haag: Ministerie van VWS.  Ministerie van VWS (2008a). Programmatische aanpak van chronische ziekten. Den Haag: Ministerie van VWS (TK 2007‐2008, 31200 XVI nr. 155).  Ministerie van VWS (2008b). Acute zorg. Den Haag: Ministerie van VWS.  Ministerie van VWS (2008c). De patiënt centraal door omslag naar functionele bekostiging. Den Haag: Ministerie van VWS.  Murray, S. A. (2005). Palliative care in chronic illness. British Medical Journal, vol. 330, pp. 611‐612.  Nierstichting Nederland (2008). Visie op ‘Zelfmanagement’. Bussum: Nierstichting Nederland.  Neish, C. M. & Wilson Hopp, J. (1988). The role of education in pulmonary rehabilitation. Journal of Cardiopulmonary Rehabilitation, vol. 8, pp. 439‐441.  O’Donnell, D. E., Aaron, S., Bourbeau, J. et al. (2004). State of the art compendium: Canadian thoracic society recommendations for the management of chronic obstructive pulmonary disease. Canadian Respiratory Journal, vol. 11, pp. 7B‐59B.  Rich, M. W., Beckman, V. R. N., Wittenberg, C. R. N. & Leven, C. L. (1995) A multidisciplinary intervention to prevent the readmission of elderly patients with congestive heart failure. New England Journal of Medicine, vol. 333, pp. 1190‐1195.  Rosleff, F. & Lister, G. (1995). European healthcare trends: towards managed care in Europe. London: Coopers and Lybrand.   Steffelson, M., Chaney, B. H. & Chaney, J. D. (2010). Using exploratory focus groups to inform the development of targeted COPD zelfmanagement education dvds for rural patients. International Journal of Telemedicine and Applications, vol. 10, pp. 1‐13.  Warsi, A., Wang, P. S., LaValley, M. P. & Avorn, J. (2004). Zelfmanagement Education Programs in Chronic Disease. A systematic review and methodological critique of the literature. Archives of Internal Medicine, vol. 164, pp. 1641‐1649.  Watson, P. B., Town, G. I., Holbrook, N. & Dwan, C. et al. (1997). Evaluation of a zelfmanagement plan for chronic obstructive pulmonary disease. European Respiratory Journal, vol. 10, pp. 1267–1271.  World Health Organization (2011). Global status report on noncommunicable diseases 2010. Geneve: World Health Organization.  

Page 59: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

54 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Worth, H. (1997). Zelfmanagement in COPD: One step beyond? Patient Education and Counseling, vol. 32, pp. S105–S109. Worth, H. & Dhein Y. (2004). Does patient education modify behaviour in the management of COPD. Patient Education and Counseling, vol. 52, pp. 267–270.     

Page 60: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

55 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Bijlage I: Zelfmanagement tools in COPD zorg   

Naam tool  Vorm  Functie  Inhoud  Implementatie IZP COPD  Papieren boekje  Zelfmanagement 

bevorderen. Secties met ruimte om verschillende afspraken, gegevens en doelen in te vullen. 

Lokaal aanwezig. 

COPD: de patiënt als partner 

Programma met informatieavonden, spiegelgesprekken en de Health Buddy 

Kennis vergroten, zelfmanagement bevorderen. 

Programma met informatieavonden, spiegelgesprekken en de Health Buddy. 

Op meerdere locaties aanwezig. 

Longpas  Papieren boekje en digitale applicatie voor smartphone 

(Medische) gegevens bijhouden. 

Uitgebreid document om gegevens te noteren plus een digitale applicatie. 

Op meerdere locaties aanwezig. 

‘Living well with COPD’ 

Papieren boekje en website 

Aanleren van vaardigheden en geven van informatie. 

Geïllustreerde gids met informatie en voorbeelden van handelingen. 

Internationaal ontwikkeld, gebruikt en geëvalueerd. 

Zelfmanagementkaart 

Papieren document 

Patiënt informeren en zelfmanagement bevorderen.  

Korte handleiding met ruimte voor aantekeningen. 

Lokaal aanwezig. 

TeleCOPD  Digitaal vragenformulier 

Op afstand delen van gegevens tussen patiënt en zorgverlener. 

Online dagboek waartoe de zorgverlener toegang heeft.   

Online, afgeschermde toegankelijkheid. 

Gezondheidsmeter.nl 

Website Op afstand vragen stellen aan longverpleegkundigen en gegevens met hen delen. 

Digitale omgeving met ruimte voor gegevens en vragen. 

Online, beperkte toegankelijkheid. 

Luchtig leven met COPD 

Cursus  Patiënten leren omgaan met gevolgen van hun ziekte. 

Bijeenkomsten met informatieverspreiding en oefeningen. 

Op meerdere locaties aanwezig. 

Health Buddy  Digitaal apparaatje 

Zelfmanagement bevorderen door kennisvergroting. 

Het apparaat stelt vragen over COPD. 

Internationaal en voor meerdere ziektes ontwikkeld. 

PAL4COPD  Digitaal programma 

Informatievoorziening en lotgenotencontact 

Live verbinding met longverpleegkundige en lotgenoten, plus spelletjes over COPD. 

Nationaal en voor meerdere ziektes ontwikkeld. 

COPD, en dan…  Eenmalige bijeenkomst 

Inzicht geven in COPD. 

Bijeenkomst waarin informatie over COPD wordt gegeven. 

Op meerdere locaties aanwezig. 

Longpunt  Ontmoetings‐plek  Uitwisselen van kennis en ervaring tussen patiënten. 

Ontmoeting waarop kennis en ervaring over COPD wordt uitgewisseld. 

Op meerdere locaties aanwezig. 

Leren leven met  Cursus  Patiënten leren  Tien  Op meerdere 

Page 61: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

56 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

COPD  omgaan met hun ziekte. 

patiëntbijeenkomsten met afwisselend een longverpleegkundige, diëtist, fysiotherapeut en preventiewerker. 

locaties aanwezig.  

KOALA  Digitaal programma 

Op afstand contact met verpleegkundige. 

Live verbinding met helpende verpleegkundige. 

Online, lokaal gebruikt. 

Samen Wijzer Worden 

Gespreksgroep  Uitwisselen van kennis en ervaring tussen patiënten. 

Ontmoeting waarop kennis en ervaring over COPD wordt uitgewisseld. 

Op meerdere locaties aanwezig. 

Meavita Thuis  Digitaal programma 

Op afstand contact met verpleegkundige, vrienden en lotgenoten. 

Live verbinding met helpende verpleegkundige, vrienden en lotgenoten. 

Online, lokaal gebruikt. 

Clinical COPD Questionnaire 

Vragenlijst  Gezondheidstoestand meten ter informatie van patiënt en arts. 

Korte reeks vragen.  Internationaal ontwikkeld en gebruikt. 

      

Page 62: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

57 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Bijlage II: Voorbeeld Individueel Zorgplan Gehandicaptenzorg  

       

Algemene gegevens van de cliënt

persoonsgegevensindicatiebesluit gegevens 

medische gegevens (diagnostiek, medicatie) vertegenwoordiger 

Algemene gegevens over het zorgplan

opsteller van het plan/verantwoordelijke van het plan wijze waarop cliënt betrokken is geweest datum waarop het plan is opgesteld 

frequentie van evaluatie 

Beeld van de cliënt (persoonlijke leefstijl)

levensloopkarakter en interesses 

cultuur, levensbeschouwing 

Beperkingen, mogelijkheden, wensen

De beperkingen, mogelijkheden en wensen van een cliënt kunnen onderverdeeld worden inverschillende categorieën, afhankelijk van de voorkeur van de aanbieder. Voorbeelden van 

categorieën zijn: lichamelijk functioneren en welzijn psychisch functioneren en welzijn 

sociale relaties en maatschappelijke participatie woon‐ en leefomgeving ontwikkelingsperspectief 

Doelen

De geformuleerde doelen zijn gebaseerd op de beperkingen en mogelijkheden van de cliënt. Van belang is realistische doelen te formuleren die gebonden zijn aan een bepaald tijdspad 

(SMART). Actieplan

Bij de doelen worden activiteiten benoemd. Per activiteit is aangegeven wat de activiteit inhoudt, wie verantwoordelijk is en waar en hoe vaak de activiteit plaatsvindt. 

Evaluatie en rapportage

Per doel wordt aangegeven of de activiteit heeft plaatsgevonden, hoe het is gegaan en of het doel is behaald. Nieuwe doelen worden geformuleerd en eventueel worden bestaande doelen 

aangepast.  

Page 63: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

58 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD 

Bijlage III: Presentatie 23 april 2012   Presentatie Astma Fonds Op maandag 23 april 2012 heeft het Athena Instituut het project aan het Astma Fonds gepresenteerd.  Hieronder  vindt  u  de  slides  van  de  presentatie  op  basis  waarvan  de discussie gevoerd is. 

Page 64: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.
Page 65: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

21-5-2012

1

PATIENTENPARTICIPATIE BIJ DE ONTWIKKELING

VAN EEN INDIVIDUEEL ZORGPLAN VOOR MENSEN

MET COPD

PATIENTENPARTICIPATIE BIJ DE ONTWIKKELING

VAN EEN INDIVIDUEEL ZORGPLAN VOOR MENSEN

MET COPD

INTRODUCTIEINTRODUCTIE

o Athena Instituut – Vrije Universiteit Amsterdam

o Prof. dr. Jacqueline Broerse

o Walter Breukers, MSc MA

o Janneke Elberse, MSc MA

o Danielle Branje, MSc

o Kader onderzoek: Project Individueel Zorgplan COPD

o Zelfmanagement in chronische zorg

o Exploratief onderzoek naar patiëntenperspectief

2 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD – 23 april 2012

HET ONDERZOEKHET ONDERZOEK

o Literatuurstudie

o Consultatie van mensen met COPD

o Analyse bestaande zelfmanagementtools

3 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

GLOBALE ONTWIKKELINGENGLOBALE ONTWIKKELINGEN

o Medisch

o Langere levensverwachting, urbanisatie en toename Westerse leefstijl leiden tot opmars chronische ziekten

o COPD: stijging van 84.500 gevallen (18%)

4 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

Page 66: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

21-5-2012

2

GLOBALE ONTWIKKELINGENGLOBALE ONTWIKKELINGEN

o ‘Self management’

o Onderdeel van disease management

o Verschuiving verantwoordelijkheid naar patiënt

o Opkomst self management tools (jaren ‘90 / ‘00)

o Twijfelachtige effectiviteit (1)

o Patiëntenperspectief ontbreekt (2)

1. Warsi et al., 2004; Effing et al., 2007

2. Steffelson, Chaney & Chaney, 2010

5 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

NATIONALE ONTWIKKELINGENNATIONALE ONTWIKKELINGEN

o Ontwikkeling zorgstandaarden

o Installatie Coördinatieplatform Zorgstandaarden (CPZ) (‘08)

o Installatie Landelijk Actieplatform Zelfmanagement (‘08)

o Zelfmanagement via individueel zorgplan

o Ontwikkeling twee individuele zorgplannen

o IZP Vitale Vaten

o IZP COPD

o Patiëntenperspectief niet expliciet meegenomen

6 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

PATIENTENPARTICIPATIEPATIENTENPARTICIPATIE

o Opkomst rond eeuwwisseling

o Patiëntenparticipatie in zorg en onderzoek

o Argumenten voor participatie in zorg

o Legitimiteit en draagvlak (politiek)

o Recht (normatief)

o Betere kwaliteit zorg / zelfmanagement (inhoud) (3)

o Astma Fonds voorloper

3. Neish & Wilson Hopp, 1988; Dowson et al., 2004; O’Donnell et al., 2004;

Murray, 2005

7 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

HOOFDVRAGENHOOFDVRAGEN

o Wat zijn de wensen van mensen met COPD ten opzichte van een individueel zorgplan voor COPD?

o Welke zelfmanagement tools uit de Nederlandse (COPD) zorg zijn relevant voor de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD, en wat zijn de eigenschappen van deze zelfmanagement tools?

8 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

Page 67: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

21-5-2012

3

METHODENMETHODEN

o Consultatie van mensen met COPD

o Vier focusgroepen; Amersfoort (2x), Arnhem, Tiel

o Selectie via ‘convenience sampling’

o Opvallend lage opkomst (twaalf deelnemers in totaal)

o Twaalf interviews

o Selectie via sneeuwbalmethode

o Verzadiging bereikt

9 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

METHODENMETHODEN

o Deelnemers focusgroepen

o Geslacht: 7 man, 5 vrouw

o Leeftijd: 51 – 70

o Scholing: LBO 2, MBO 3, HBO 6, WO 1 *

o Deelnemers interviews

o Geslacht: 2 man, 10 vrouw

o Leeftijd: < 41 – >70

o Scholing: LBO 6, MBO 4, HBO 2

* Opvallend veel hoogopgeleiden, waarschijnlijk door methode focusgroep

10 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

METHODENMETHODEN

o Opzet focusgroepen / interviews

o Uitleg individueel zorgplan

o Categorisatie wensen: wenselijkheid, functie, inhoud, vorm en implementatie.

o Geluidsopname na ‘informed consent’

o Analyse

o Twee onderzoekers

o Transscriptie geluidsopnames

o ‘Open coding’ binnen vijf categorieën

o Structurering in thema’s en subthema’s

11 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

METHODENMETHODEN

o Analyse zelfmanagement tools

o Selectie tools

o Is het een zelfmanagement tool?

o Voldoet het aan definitie CPZ? - Het individueel zorgplan is een plan waarin alle onderdelen die van belang zijn in de behandelingvan de patiënt (voor de patiënt en samen met de patiënt) zijn vastgelegd.(4)

o Beschrijving functie, inhoud, vorm en implementatie

o Identificatie positieve en negatieve punten

4. Coördinatieplatform Zorgstandaarden, 2010

12 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

Page 68: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

21-5-2012

4

RESULTATEN CONSULTATIERESULTATEN CONSULTATIE

o Algemeen

o Wensen lopen sterk uiteen

oWenselijkheid

o Meerderheid acht zorgplan wenselijk mits het voldoet aan hun wensen

o Regie in eigen hand

o ‘Zorgplan Totaal’

o Minderheid acht het onwenselijk

o Voldoende ervaring (*), wettelijke verplichting, ‘boekjesmoeheid’, GOLD 1/2, niet iedereen wil gezond leven.

13 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

RESULTATEN CONSULTATIERESULTATEN CONSULTATIE

o Algemeen

o Wensen lopen sterk uiteen

oWenselijkheid

o Meerderheid acht zorgplan wenselijk mits het voldoet aan hun wensen

o Regie in eigen hand

o ‘Zorgplan Totaal’

o Minderheid acht het onwenselijk

o Voldoende ervaring (*), wettelijke verplichting, ‘boekjesmoeheid’, GOLD 1/2, niet iedereen wil gezond leven.

14 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

‘Ik ben een oude rot in het vak, ik loop al wat jaartjes mee.

Dan weet je ondertussen wel hoe je met je ziekte om moet gaan.’

‘Ik ben een oude rot in het vak, ik loop al wat jaartjes mee.

Dan weet je ondertussen wel hoe je met je ziekte om moet gaan.’

RESULTATEN CONSULTATIERESULTATEN CONSULTATIE

o Functie

o Ziekte-inzicht genereren

o Voor patiënt en zorgverlener

o Ziekte-inzicht delen (‘tips en trucs’) (*)

o Informeren

o Persoonlijke doelen stellen

o Communicatie met zorgverlener bevorderen

o Aanleren vaardigheden

15 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

RESULTATEN CONSULTATIERESULTATEN CONSULTATIE

o Functie

o Ziekte-inzicht genereren

o Voor patiënt en zorgverlener

o Ziekte-inzicht delen (‘tips en trucs’) (*)

o Informeren

o Persoonlijke doelen stellen

o Communicatie met zorgverlener bevorderen

o Aanleren vaardigheden

16 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

‘Ik ga regelmatig met mijn vrouw naar zee.

Daar tank ik dan een paar flessen zeewater

om thuis te verdampen. Die truc werkt goed,

ik heb die van een vrouw uit Duitsland die

ook COPD heeft gekregen.’

‘Ik ga regelmatig met mijn vrouw naar zee.

Daar tank ik dan een paar flessen zeewater

om thuis te verdampen. Die truc werkt goed,

ik heb die van een vrouw uit Duitsland die

ook COPD heeft gekregen.’

Page 69: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

21-5-2012

5

RESULTATEN CONSULTATIERESULTATEN CONSULTATIE

o Inhoud

o Informatie (zeer uitgebreid)

o Tips en trucs (*)

o Dagboek

o Plan

o Contactgegevens

o Overzicht zorgverleners

o Ziektegegevens patiënt

o Instructies

o Ervaringsverhalen

o Open ruimte

17 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

RESULTATEN CONSULTATIERESULTATEN CONSULTATIE

o Inhoud

o Informatie (zeer uitgebreid)

o Tips en trucs (*)

o Dagboek

o Plan

o Contactgegevens

o Overzicht zorgverleners

o Ziektegegevens patiënt

o Instructies

o Ervaringsverhalen

o Open ruimte

18 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

‘Zie je dit? Is een zuurstofapparaat... komt uit

Amerika. De huisarts en zorgverzekeraar

hadden er nog nooit van gehoord […]

Ik zoek dat allemaal uit, op internet, en dan

mail ik dat naar mijn vriendinnen. Het is een

duur apparaatje, maar zo licht als een

handtas!’

‘Zie je dit? Is een zuurstofapparaat... komt uit

Amerika. De huisarts en zorgverzekeraar

hadden er nog nooit van gehoord […]

Ik zoek dat allemaal uit, op internet, en dan

mail ik dat naar mijn vriendinnen. Het is een

duur apparaatje, maar zo licht als een

handtas!’

RESULTATEN CONSULTATIERESULTATEN CONSULTATIE

o Vorm

o Digitaal versus analoog

o Website > klapper (*)

o Taalgebruik

o Gebruik van beelden

o Toonzetting

o Implementatie

o Verspreiding via centrale behandelaar

o Uitleg bij individueel zorgplan

o Regelmatige controle zorgplan

19 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

RESULTATEN CONSULTATIERESULTATEN CONSULTATIE

o Vorm

o Digitaal versus analoog

o Website > klapper (*)

o Taalgebruik

o Gebruik van beelden

o Toonzetting

o Implementatie

o Verspreiding via centrale behandelaar

o Uitleg bij individueel zorgplan

o Regelmatige controle zorgplan

20 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

‘Je moet een website maken jongen, dat heeft de

toekomst. Op een website kan alles, met elkaar

in contact komen, informatie, weerbericht en ga

zo maar door… en je arts kan er ook op inloggen.

[…] Die COPDers zitten alleen maar thuis… en

wat denk je dat die doen? Die internetten…’

‘Je moet een website maken jongen, dat heeft de

toekomst. Op een website kan alles, met elkaar

in contact komen, informatie, weerbericht en ga

zo maar door… en je arts kan er ook op inloggen.

[…] Die COPDers zitten alleen maar thuis… en

wat denk je dat die doen? Die internetten…’

Page 70: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

21-5-2012

6

RESULTATEN CONSULTATIERESULTATEN CONSULTATIE

o Additionele resultaten

o Lotgenotencontact faciliteren (*)

o Omgeving informeren

o Revalidatiecentra

o Vermogen tot zelfmanagement

21 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

RESULTATEN CONSULTATIERESULTATEN CONSULTATIE

o Additionele resultaten

o Lotgenotencontact faciliteren (*)

o Omgeving informeren

o Revalidatiecentra

o Vermogen tot zelfmanagement

22 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

‘Ik zou echt heel graag met andere COPDers

praten maar ik weet niet waar ze zijn. Je zou

zeggen dat er hier in de stad toch een paar

moeten wonen…’

‘Ik zou echt heel graag met andere COPDers

praten maar ik weet niet waar ze zijn. Je zou

zeggen dat er hier in de stad toch een paar

moeten wonen…’

RESULTATEN ANALYSE ZELFMANAGEMENT TOOLSRESULTATEN ANALYSE ZELFMANAGEMENT TOOLS

o Selectie

o Grote hoeveelheid tools

o Vijf geselecteerde tools: IZP Vitale Vaten, IZP COPD, de Zelfmanagementkaart, ‘Living Well With COPD’ en de Longpas.

o IZP Vitale Vaten (boekje)

o Strakke en overzichtelijke vormgeving

o Meerdere functies

o Zeer beperkte ruimte

o Overmatige aandacht vermijden risicofactoren

o Onduidelijke structuur

23 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

RESULTATEN ANALYSE ZELFMANAGEMENT TOOLSRESULTATEN ANALYSE ZELFMANAGEMENT TOOLS

o IZP COPD (boekje)

o Heldere structuur

o Toegankelijk taalgebruik

o Weinig ruimte voor ‘monitoring’ (één week)

o Gebrek aan informatie

o Provisorische vormgeving

o Zelfmanagementkaart (kaartje)

o Eenvoudig in gebruik

o Te klein om enige functie goed te kunnen uitvoeren

24 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

Page 71: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

21-5-2012

7

RESULTATEN ANALYSE ZELFMANAGEMENT TOOLSRESULTATEN ANALYSE ZELFMANAGEMENT TOOLS

o ‘Living well with COPD’ (boekje)

o Andere opvatting van zelfmanagement

o Informeren, adviseren en aanleren vaardigheden

o Uitgebreide en rijk geillustreerde informatie en adviezen

o Duidelijke structuur

o Nauwelijks ruimte voor een plan

o Longpas (boekje)

o Veel ruimte om functies (m.n. dagboek) te benutten

o Gebrek aan structuur

o Geen uitleg over het boekje zelf

25 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

CONCLUSIE / DISCUSSIECONCLUSIE / DISCUSSIE

o Waaier aan wensen

o Wens tot ‘personalisatie’ (5)

o Verminderd gebruik bij ‘standaardisatie’ (6)

o Digitaal zorgplan als oplossing

o Standaard personalisering (zoals social media)

o Meer functies (zoals weerbericht, vraagbaak)

o Betere functies (toegesneden informatievoorziening)

o Vermijden ‘boekjesmoeheid’

5. Neish & Wilson Hopp, 1988; Dowson et al., 2004; O’Donnell et al., 2004; Murray, 2005

6. Warsi et al., 2004; Effing et al., 2007

26 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

CONCLUSIE / DISCUSSIECONCLUSIE / DISCUSSIE

o Digitaal en COPD?

o Zijn COPDers niet oud, laag opgeleid en digibeet?

o Meerderheid voor een website (m.n. interviews)

o Verminderde mobiliteit � internetgebruik

o CBS: zes op de tien 65- tot 75- jarigen gebruikt internet (7)

o Verdubbeling t.o.v. 2005

o Ditigaal platform

o Zorgplan binnen een digitale zorgomgeving

o Lotgenotencontact als trekpleister en smeermiddel

7. Centraal Bureau voor de Statistiek, 2010

27 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

CONCLUSIE / DISCUSSIECONCLUSIE / DISCUSSIE

o Dagelijks leven versus behandeling

o Voornaamste functies niet ‘behandelgericht’ maar gericht op het dagelijks leven met COPD

o ‘Plan’ een moeilijk en medisch concept

o Vooruitblikken of terugkijken? (verbetering of ziekte-inzicht)

o Keuze van functies cruciaal punt

o ‘Zorgplan Totaal’

o COPD centraal stellen en patiëntgerichte filosofie

28 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

Page 72: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

21-5-2012

8

CONCLUSIE / DISCUSSIECONCLUSIE / DISCUSSIE

o Verantwoordelijkheid voor zorgplan

o Regie in eigen handen

o Voornaamste functies

o Gedeelde verantwoordelijkheid plan

o Gebied waar medisch dossier en individuele zorgomgeving elkaar overlappen

o Inhoud

o Informatie, tips en trucs en een dagboek

o Overzicht zorgverleners en zorgplan

29 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

CONCLUSIE / DISCUSSIECONCLUSIE / DISCUSSIE

o Vorm

o Digitaal platform of klapper (geen boekje)

o Taalgebruik helder en eenvoudig

o Toon positief en niet belerend of kinderachtig

o Illustraties functioneel

o Implementatie

o Centrale behandelaar geeft zorgplan of inlogcode

o Uitleg praktijkondersteuner / longverpleegkundige

o Regelmatige controle

30 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

CONCLUSIE / DISCUSSIECONCLUSIE / DISCUSSIE

o Zelfmanagement tools

o Definitie zelfmanagement cruciaal

o Wat betekent zelfmanagement en hoe moeten patiënten dat bereiken?

o Kies geen boekje

o Onvoldoende behoefte

o Veroudert snel

o Geen ruimte om in te werken

o De functies van ‘Living well with COPD’ passen bij aantal behoeftenvan mensen met COPD

31 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

CONCLUSIE / DISCUSSIECONCLUSIE / DISCUSSIE

o Methodologische reflectie

o Triangulatie methoden gunstig

o Analyse door twee onderzoekers

o Relatief veel hoog opgeleiden

o Focusgroep

o Meer aandacht voor plan-aspect

o Geen wondermiddel

o Tijd geeft ziekte-inzicht

o Revalidatiecentrum is katalysator van inzicht

o Zorgplan is geen wondermiddel

32 Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een individueel zorgplan voor mensen met COPD

Page 73: Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van een … compleet...Binnen de categorie inhoud zijn de thema’s 1.) Informatie, 2.) Tips en trucs en 3.) Dagboek het meest prominent.

21-5-2012

9

PATIENTENPARTICIPATIE BIJ DE ONTWIKKELING

VAN EEN INDIVIDUEEL ZORGPLAN VOOR MENSEN

MET COPD

PATIENTENPARTICIPATIE BIJ DE ONTWIKKELING

VAN EEN INDIVIDUEEL ZORGPLAN VOOR MENSEN

MET COPD