Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014

9
1 Onderwijscafé Sittard Leeuwenborgh 20-11-2014 Het programma bestaat uit twee gedeelten: a. adviezen, communicatie en handvatten voor in de klas b. hoe pas ik mijn les aan, in een klas met verschillende leerlingen met verschillende problematieken en diagnoses. 17.00- tot 17.20 uur: - blocnootjes bekijken en met elkaar bespreken wat de aanvullende tekst kan betekenen voor jouw les en communicatie 17.20- tot 18.00 uur: - we nemen de verdere tekst met handvatten en tips door 18.00- tot 18.30 uur: - werken in tweetallen, noteer de wekvormen die je tot nu toe toepast in je les en schrijf op hoe je les is ingedeeld. Welke werkvormen gebruik je in je les: Heeft jouw les een vaste structuur: ja/nee Welke structuur gebruik je: Bedenk drie nieuwe werkvormen: 1. 2. 3.

Transcript of Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014

Page 1: Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014

1

Onderwijscafé Sittard Leeuwenborgh 20-11-2014 Het programma bestaat uit twee gedeelten:

a. adviezen, communicatie en handvatten voor in de klas

b. hoe pas ik mijn les aan, in een klas met verschillende leerlingen met verschillende problematieken en diagnoses.

17.00- tot 17.20 uur: - blocnootjes bekijken en met elkaar

bespreken wat de aanvullende tekst kan betekenen voor jouw les en communicatie

17.20- tot 18.00 uur: - we nemen de verdere tekst met

handvatten en tips door

18.00- tot 18.30 uur: - werken in tweetallen, noteer de

wekvormen die je tot nu toe toepast in je les en schrijf op hoe je les is ingedeeld.

Welke werkvormen gebruik je in je les:

Heeft jouw les een vaste structuur: ja/nee

Welke structuur gebruik je:

Bedenk drie nieuwe werkvormen:

1.

2.

3.

Page 2: Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014

2

Ondersteunend leerkrachtgedrag Autisme

Interactie / communicatie

Klassenmanagement Didactiek

concreet taalgebruik

korte zinnen, niet babbelen

niet: kijk me eens aan

er is gelaatsgerichtheid en geen

oogcontact

geen lange monologen

geen eindeloze discussies

meer zakelijk dan emotioneel

eerst naam noemen, dan pas de

opdracht geven

laat de instructie herhalen

stel concrete vragen

controleer de ontvangst

langer dan de gemiddelde 5

seconden wachten op een

antwoord

beurten nadrukkelijk openen en

afsluiten

help om het gesprek te starten

en af te sluiten

help om af te stemmen

wees voorspelbaar

kan niet uit de voeten met

stemmingswisselingen van

leerkracht

communicatie

uitlokken/stimuleren

geef tijd om de informatie te

verwerken

communiceer één ding tegelijk

wacht tot het kwartje gevallen

is

wees alert op claimend gedrag

lees lichaamstaal en

gezichtsuitdrukkingen

verwacht geen respons op non-

verbaal leerkrachtgedrag

verdraagt niet “te dicht bij

staan” of “staren”

verdraagt moeilijk

(onverwacht) lichamelijk

contact

verduidelijken van de omgeving

dagplanning

weekplanning

werkorganisatie

werkplek

geef inzicht in de duur van

activiteiten

visualisatie van de regels, taken

en opdrachten

structureer vrije situaties:

leswisselingen, rij maken enz.

zorg voor ordening materiaal

kondig kleine veranderingen ook

aan

organiseer een vaste

contactpersoon

bij sensorische overgevoeligheid:

prikkelreductie (visueel-rustige

omgeving, auditief-koptelefoon,

etc.)

time-out ruimte

stel tussendoelen op, kleine

stapjes

positieve belonen; met name

complimentjes!!

structureren versus loslaten

stel duidelijke grenzen

afwisselen van inspanning en

ontspanning

werken met ‘scripts’ om

communicatie te bevorderen en

beter te leren reflecteren

bevorder zelfstandigheid door

zelf met de structuur te laten

werken, niet door de structuur te

ontnemen

structuur kan langzaam abstracter

worden: van picto’s naar tekst,

etc

help om los te komen van regels

vaste routines niet abrupt

verbreken

veranderingen aankondigen en

begeleiden

alert zijn op gepest worden of

dominant zijn t.o.v. anderen

doe voor wat je bedoelt

laat zien wat je zegt

geef vaste oplossings-

strategieën (bijv. met rekenen)

geef de samenhang aan, ook

wanneer ze logisch lijken

leer zelfstandig werken aan:

aansturen, controleren werk,

belonen

plannen moet worden

aangeleerd

laat succeservaringen

opdoen

ga soepel om met

spreekbeurten

laat ook alleen werken aan

opdrachten, werkstukken

sociale cognitietraining is

belangrijk

oefenen sociale vaardigheden

in verschillende contexten;

kennismaken, luisteren, iets

vragen, praatje beginnen, nee

zeggen, iets bepraten, kritiek

krijgen, kritiek geven,

gevoelens uiten,

relatiebevorderende activiteiten

werk aan inzicht over eigen

handicap

geef voorlichting aan

medeleerlingen

laat niet altijd op het hoogste

niveau werken

accepteer het concrete denken:

boomsommetjes (paars)laten

kleuren leidt tot flippen

aanleren van gespreksregels

schat ze niet te hoog in

stimuleer gericht kijken, gericht

luisteren

maak concreet wat abstract is

maak impliciet wat expliciet is

leer juist taalgebruik aan in

juiste context

leer om juiste betekenissen te

verlenen

Page 3: Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014

3

Tips voor de didactische aanpak

Het ontwikkelingsprofiel van leerlingen met autisme is vaak erg disharmonisch, met

uitvallers en uitschieters. De resultaten op school kunnen zeer wisselen. Op het ene gebied presteert de leerling goed, terwijl op een ander gebied de resultaten sterk achterblijven. Voor de docent is dit grillige beeld vaak moeilijk te duiden. Soms leidt

dit tot overschatting van de leerling, soms tot onderschatting.

De instructie

Geef de instructie in een rustig tempo. ll. met autisme hebben een langere verwerkingstijd nodig voordat de boodschap verwerkt is.

Laat de instructie niet te lang duren. Treed niet in details. Beperk de instructie tot de kern van een les. Geef niet te

veel informatie ineens.

Noem vooral bij groepsinstructies de ll regelmatig bij naam: "Iedereen gaat nu . . Jeroen, jij gaat ook . ."

Geef expliciet aan wat van de ll. na afloop van de instructie verwacht wordt. Geef daarbij enkelvoudige opdrachten in plaats van samengestelde opdrachten.

Een voorbeeld van een samengestelde opdracht is: "Pak je taalboek, lees eerst

het verhaaltje, beantwoord daarna de vragen en maak de zinnen af in opdracht 2.”

Maak bij de instructie gebruik van visuele ondersteuning. Bijvoorbeeld bij bovengenoemde samengestelde instructie, schrijf je voor de ll. met autisme op: 1. Pak je taalboek.

2. Lees eerst het verhaaltje. 3. Beantwoord de vragen uit opdracht 1.

4. Maak daarna de zinnen af in opdracht 2. Geef de ll. voldoende tijd om te reageren op een vraag of instructie. Herhaal niet

te snel. Een ll. met autisme heeft tijd nodig om een vraag te verwerken.

Maak een vaste afspraak met de ll. wat hij moet doen als de instructie niet begrepen is. Bijvoorbeeld: leg een vraagteken op tafel of ga naar de vraagtafel.

Controleer na afloop van de groepsinstructie of de ll. de instructie begrepen heeft.

Taalgebruik bij het geven van een instructie

Geef concreet aan wat een ll. moet doen (doe-uitspraken). Vermijd lange en samengestelde zinnen.

Vermijd veel bijvoeglijke voornaamwoorden, bijwoorden en tussenvoegsels. Vermijd uitbundige gezichtsexpressies en stemintonaties. Vermijd lange verhalen, waarin hoofd- en bijzaken door elkaar lopen.

Vermijd zoveel mogelijk dubbelzinnigheden in het taalgebruik. Ll. met autisme nemen alles letterlijk (bijvoorbeeld grapjes en spreekwoorden).

Vermijd abstracte tijdsbepalingen: 'straks', 'zo meteen', 'even'. Vermijd abstracte graadbepalingen: 'enigszins', 'verhoudingsgewijs', 'niet helemaal'. Ll. met autisme kunnen zich bij dergelijke begrippen geen enkele voorstelling bij maken.

Vermijd vraagzinnen zoals: "Zou je dit wel doen?" Terwijl je bedoelt: "Dat mag je niet doen."

Page 4: Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014

4

Gebruik de positieve spreekvorm. Zeg niet wat de ll. niet mag doen, maar geef

concreet aan wat wel van hem verwacht wordt.

Bevorderen van transfer = generalisatie

Voor ll. met autisme is het moeilijk om wat ze geleerd hebben in de praktijk toe te

passen. Het is in het onderwijs aan deze leerlingen belangrijk om expliciet aandacht te besteden aan de transfer van aangeleerde vaardigheden in andere en nieuwe

situaties. Hieronder volgt een aantal tips voor het bevorderen van transfer.

Zorg dat de ll. de leerstof of vaardigheid helemaal beheerst. Men kan beter 'overtrainen', zodat de ll. in de echte situatie buiten de klas geen negatieve ervaringen opdoet. Veel voordoen en veel herhalen.

Maak gebruik van realistische leersituaties, die dicht bij de werkelijkheid en leefwereld van de ll. staan.

Breng variatie in de oefensituaties aan. Bijvoorbeeld iets leren vragen aan je eigen docent, aan de directeur, aan een medeleerlingen, enzovoort.

Geef de toepassingsmogelijkheden van het geleerde heel expliciet aan.

Bijvoorbeeld de ll. heeft geleerd zijn hand op te steken als hij iets wil vragen. Geef expliciet aan dat dit ook geldt bij de andere docenten, bij de gymleerkracht,

enzovoort. Overleg en samenwerking met de ouders is erg belangrijk. De transfer wordt

bevorderd als ouders en school hetzelfde spoor bewandelen. De ll. heeft

bijvoorbeeld met behulp van pictogrammen geleerd wat het moet doen als hij naar de wc gaat. Thuis worden dezelfde pictogrammen gebruikt als de ll. naar de

wc gaat.

De verwerking van opdrachten hangt af van de instructie: hoe duidelijker en explicieter deze is des te beter een ll. met autisme de opdracht zal kunnen uitvoeren.

Om een opdracht zo duidelijk mogelijk te maken voor een leerling met autisme volgen hieronder enkele tips.

Werkopdrachten

Geef concreet aan wat de ll. moet doen en wat van de ll. verwacht wordt.

Markeer goed het begin- en eindpunt van een opdracht. Je begint hier ... en stopt daar … Bij meerdere opdrachten moeten de opdrachten goed genummerd zijn.

Geef ook de tijd aan die de ll. tot zijn beschikking heeft om de opdracht uit te

voeren (op klok aangeven). Zorg dat er voldoende tijd is in verband met de langere verwerkingstijd die veel ll. met autisme nodig hebben.

Ga uit van een vaste lesopbouw en van vaste werkwijzen. Liefst hebben ook de werkbladen een vaste opzet, zodat de ll. precies weet wat hij moet doen. Een ll. met autisme heeft een grote behoefte aan vaste routines.

Geef de ll. (in het begin) één opdracht tegelijk.

Page 5: Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014

5

Gebruik bij complexe, samengestelde opdrachten waarin de ll. meerdere stappen

moet zetten handelingsschema's, waarin precies de stappen aangegeven staan die achtereenvolgens uitgevoerd moeten worden.

Maak ook bij vrije opdrachten gebruik van een schema waarin de stappen aangegeven staan en bespreek deze vooraf met de ll.. Gooi de ll. niet meteen in het diepe. Het maken van bijvoorbeeld een werkstuk is te veel ineens.

Maak afspraken met de ll. over wat het moet doen als hij niet verder kan met een opdracht. De ll. kan bijvoorbeeld een vraagteken op de tafel leggen.

Geef na afronding van de opdracht direct feedback aan de ll.. Moedig de ll. tijdens de uitvoering van de opdracht aan. Beloon de ll. als hij de

opdracht goed uitgevoerd heeft. Het mag bijvoorbeeld iets doen wat hij/zij leuk

vindt. Spreek concreet met de ll. af wat hij gaat doen als de opdracht klaar is. Ll. met

autisme hebben grote moeite met 'lege momenten'. Je doet hen geen plezier met een opmerking als: "Als je klaar bent, mag je wat voor jezelf gaan doen."

Bron: Leerlingen met autisme in de klas. Een praktische gids voor leerkrachten en

intern begeleiders / M. Baltussen, A. Clijsen en Y. Leenders. M.m.v. M. Hansen en L. de Wilde Landelijk Netwerk Autisme (LNA), 2003

Tips voor leerkrachten en docenten:

Leren is een proces waarbij twee partijen zijn betrokken. Het vraagt openstaan voor elkaar, communicatie. Doordat leerlingen met autisme niet spontaan betrokken zijn bij hun omgeving kun je op hen niet hetzelfde beroep doen als op leerlingen zonder

autisme. Docenten moeten proberen de vaardigheden die niet aan te leren zijn, zoals inlevingsvermogen of voelen wanneer de grens bereikt is, te compenseren door het

maken van bepaalde afspraken met de leerling. Aan de hand van concrete situaties kan de docent proberen de leerling bewust te maken van zijn/haar rol binnen het geheel, bijvoorbeeld als probleemoplosser of als klasgenoot.

Wat docenten moeten weten

- Leerlingen met autisme passen zich niet aan, de docent moet zich aan de leerling aanpassen.

- Zie moeilijk gedrag als onmacht, niet als onwil. - Wil een leerling met autisme kans maken op school dan moeten we ons niet in

eerste instantie richten op de leerling, maar op de omgeving. - Als de leerling antwoord heeft op hoe, wat, wanneer, met wie en waar kan hij

de opdrachten goed maken.

- Wees voorspelbaar. - Stel je afstandelijk neutraal op.

- Geef de leerling met autisme een rustige plek in de klas, dichtbij, waar je hen in het oog kunt houden en niet in de loop van andere leerlingen.

- Laat de leerling eventueel in de pauzes binnenblijven.

Page 6: Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014

6

- Zeg niet ‘snap dat nou’. Wat emotioneel niet aangevoeld wordt, vraagt om een

concrete uitleg (cognitieve omweg). - Praat met klasgenoten en vraag begrip.

- Bedenk dat leerlingen met een stoornis uit het autistisch spectrum dat wat ze niet aanvoelen, wel kunnen aanleren.

- Schrijf het huiswerk in het midden van de les altijd op dezelfde plek op het

bord. - Luisteren en tegelijkertijd aantekeningen maken (schrijven + motorische

inspanning) is een te complex proces. - Als je je eisen afgestemd hebt, mag je wel degelijk vastberaden zijn: 'we gaan

dit gewoon doen net als iedereen'.

- Let op plagen en pesten.

Accepteren Dit houdt meer in dan alleen weten wat autisme inhoudt. Het betekent ook: begrijpen dat het niet gaat om onwil, maar om onmacht en begrijpen dat in eerste instantie de

docent zich moet aanpassen.

Stimuleren Dit is gericht op het verhogen van de motivatie en het plezier op school. Stimuleer leerlingen in de klas om begrip te tonen door zelf het goede voorbeeld te

geven. Leer de leerling ook aan klasgenoten en niet alleen aan de docent om hulp te

vragen. Stimuleer vriendschappen en benoem, in overleg, een maatje. Moedig de leerling aan om mee te doen met groepsactiviteiten.

Corrigeren

Het verbeteren van de basale condities die bij het leren van de vaardigheid betrokken zijn. Leer ze:

Complimentjes te geven. Anderen te helpen en aandacht te geven.

Zichzelf bepaalde handelingspatronen te laten opleggen. Geef ze de gelegenheid om met leerlingen met dezelfde interesses te praten. Gebruik het gedrag van anderen als voorbeeld om iets uit te leggen.

Compenseren

Compenseren is gericht op het minimaliseren van de gevolgen die een leerling met een stoornis in het autistisch spectrum ondervindt en op het versterken van de relatief sterke vaardigheden (bij deze leerlingen: visueel) met behulp van

hulpmiddelen en faciliteiten. Geef extra tijd bij proefwerken en het beantwoorden van vragen.

Gebruiken van eventueel picto's of tekeningen voor de te volgen strategie. Veranderingen bijtijds aankondigen. Visualiseren van bijvoorbeeld: stappenplannen, studiewijzers en het op het bord

zetten van het huiswerk. Bespreken wat de leerling moet doen bij lesuitval, roosterwijziging.

Geven van een studiewijzer of weekplanner.

Page 7: Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014

7

Durf af te wijken van regels, voor deze leerlingen moet soms een uitzondering

worden gemaakt. Voor structureren van de tekst door belangrijke tekst te onderstrepen.

Maak afspraken over als het niet lukt wat hij dan moet doen. Dispenseren

Wat niet per se hoeft overslaan. Welke aanpak werkt wèl en welke niet? Wat wèl werkt:

Accepteren Aanleren wat de leerling niet aanvoelt.

Zie gedrag als onmacht niet als onwil. Bepaal wat er gebeurt Begeleiden

Benut interesse om iets nieuws te leren Reageer kort en stevig

Motiveer de leerling Reageer consequent hetzelfde Gebruik concrete taal

Geef duidelijke boodschappen Zorg voor een heldere en duidelijke structuur

Controleer of de leerling het begrepen heeft Bereid de leerling voor op veranderingen Reik alternatieven aan voor probleemgedrag

Leer gedragscodes cognitief aan, zoek samen naar een oplossing Geef uitleg over gevoelens en vriendschap

Voorkom probleemgedrag, regels blijven herhalen want de leerling leert niet van straf Vertel klasgenoten waarom deze leerling dat niet kan Compenseren

Geef extra tijd Geef concrete materialen

Vereenvoudig schema's en modellen Visualiseer de stappen voor de te volgen strategie Laat met de computer werken

Middelen ter ondersteuning Dagrooster

Stappenplannen Getekende zelfinstructie Contracten over gedrag

Huiswerkplanners Herinneringskaartjes voor gewenst gedrag

Niet alleen verbaal lesgeven. Wat niet werkt:

Begeleiden

Verplicht de leerling niet samen te werken. Overhaast de leerling niet, voer de druk niet op.

Page 8: Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014

8

Verwacht niet dat als je de klas aanspreekt deze leerling het gehoord heeft.

Denk niet dat het herhalen van een zin betekent dat deze ook begrepen is. Ga geen lang moraliserend verhaal houden.

Verwacht geen empathie. Denk niet dat de leerling je manipuleert.

Taalgebruik Gebruik niet meer woorden dan nodig is

Gebruik zo min mogelijk figuurlijk taalgebruik. Voorkom kleinerende opmerkingen.

Gedrag Raak een leerling niet zo maar aan.

Laat de leerling niet steeds van plaats wisselen. Praat conflicten niet uit, maar maak afspraken Straf niet, geef regels.

Dwing een leerling niet in de pauze het schoolplein op te gaan Kap fantaseren en associëren af.

Vat gedrag niet persoonlijk op. Reageer niet de ene keer boos en de andere keer niet.

Heleen Schoots, KPC-groep

ADHD

Welke zaken zijn duidelijk bij de leerling waarneembaar:

heeft grote concentratieproblemen is impulsief in denken en handelen friemelt constant met spullen

heeft duidelijk moeite met het onderdrukken van prikkels gaat slordiger werken naarmate de taak langer duurt

heeft zichzelf niet onder controle is over beweeglijk is onhandig

vertoont motorische onrust.

Hoe dient de leerkracht hier mee om te gaan: structureert elke situatie sterk voor [ ook het huiswerk ], geeft duidelijke, korte en enkelvoudige instructies,

doet een opdracht in kleine deeltaken splitsen, zorgt voor een goede taakopbouw,

geeft een opdracht tegelijk, gaat geen lang pedagogisch moraliserend verhaal houden, geeft de leerling een rustige plaats,

bereid de leerling voor op vrijere situaties, legt uit wat er misgegaan is,

geeft complimenten voor goede sociale interacties,

Page 9: Passend onderwijs hoe doe je dat in de klas 20112014

9

tracht niet boos te worden maar tracht uit te leggen welk gedrag er voor het

foute gedrag in de plaats moet komen, ondersteun in woord en beeld,

geef aan wanneer motorische onrust wel en wanneer niet getolereerd wordt.

- tijdens instructies, luid spreken, stem variëren, gebaren maken, voldoende

spanning inbouwen, oogcontact zoeken met leerling, - zoveel mogelijk variëren in opdrachten,

- laat het kind de opdrachten verbaal herhalen, - noem niet steeds zijn/haar naam, zorg voor een signaal, een picto wat

betekent werk door zodat de docent enkel naar de picto hoeft te wijzen,

- een boodschap op het bord komt beter over als er een kleurenkader omheen staat,

- time-timers gebruiken, - maken samen een teken, een signaal, geroffel op muziekinstrument als de ll

moet wisselen van activiteit, beginnen aan volgende taak,

- werken op computers (concentratie verhogend, vermijden van slecht handschrift),

- koptelefoon op, - aparte werk/rustplek.

Concrete adviezen voor in de klas:

Probeer de activering van de leerling kunstmatig te verhogen door:

- het aanbieden van levendige en interessante lesstof,

- kleurrijke en uitnodigende materialen, - geef de leerling extra tijd om de opdrachten af te maken,

- geef de leerling een plaats binnen de groep, waar hij minder afgeleid wordt, - stimuleer de leerling vooral door non-verbale tekens (knipoog etc), - ga steeds na of de leerling de informatie bereikt heeft, laat het de informatie

herhalen, - leer hen hoofd- en bijzaken te scheiden,

- geheugen- en concentratieoefeningen zijn zinvol, - geef regelmatig feedback en beloon de leerling meteen.