Pal West

4
Pal west atlantische oceaan E DO A NKUM GRIJPT MET BEIDE HANDEN DE KANS AAN OM L ADY A NN, EEN ELEGANTE MODERN CLASSIC’, VA N NEDERLAND NAAR DE C ARIEB TE VA R E N. NA EEN TEGENVALLENDE TOCHT NAAR DE K AAPVERDISCHE EILANDEN BEGINNEN E DO , A DRIAAN EN PIET AAN DE 2100 MIJL LANGE OVERSTEEK NAAR DE C ARIEB . TEKST EN FOTO’S EDO ANKUM KAAPVERDISCHE EILANDEN - CARIEB vaargebied

Transcript of Pal West

Pal west

atlantische oceaan

Edo Ankum grijpt mEt bEidE hAndEn dE k Ans A An om LAdy Ann, EEn ELEgAntE ‘modErn cLAssic’, vAn nEdErLAnd nA Ar dE cAriEb tE vArEn. nA EEn tEgEnvALLEndE tocht nA Ar dE kA ApvErdischE EiLAndEn bEginnEn Edo, AdriA An En piEt A An dE 2100 mijL LAngE ovErstEEk nA Ar dE cAriEb.

TeksT en foTo’s Edo Ankum

Kaapverdische eilanden - carieb

vaargebied

De vis wordt in teilen afgevoerd.

Afgemeerd in Mindelo marina.

Er is een overvloed aan groenten en fruit.

Met een “Edo, ik heb er nog eens goed over nagedacht” kijkt Adriaan me somber en doordringend aan. De moed zinkt me in de schoenen. Adriaan stapt net de kuip in na een onderdeks ontbijt. Nu gaat het gebeuren. Dit moment heb ik met angst en beven tegemoet gezien. Twee dagen geleden, bij onze aan-komst op ons eerste eiland van de Kaapverdische archipel, gaf Adriaan aan niet verder te willen en af te zien van de oce-aanoversteek. Piet zette daarna de boel op scherp met de mededeling dat ook hij zou afzwaaien als we geen vervanger voor Adriaan zouden vinden. Ik stond met mijn kloten voor het blok: alleen de oceaan over? Met een schip dat niet van mij is en waarvan ik heb beloofd het veilig aan de andere kant van de oceaan af te leveren? Ik mag het niet eens overwegen, te riskant. Lady Ann is door haar afmetingen en met al haar techniek ook echt geen solozeiljacht. Vervangende bemanning regelen en afwachten tot zij beschikbaar zijn? Waar vind ik twee mensen die nu alles uit hun handen laten vallen en een paar weken vrij kunnen nemen? Zeker met de kerstdagen voor de deur zullen die met een lichtje te zoeken zijn. En als ik lang lig te wachten, loopt ook mijn verdere planning helemaal in het honderd. Ik lig niet snel wakker, maar deze gordiaanse knoop was goed voor twee nachtelijke hoofdbrekens. “Ik doe het toch!” Ik kijk Adriaan niet-begrijpend aan. Dan valt het kwartje en glijdt er een last van mijn schouders. Die som-bere en doordringende blik was maar plagerij. Adriaan steekt me breed lachend de hand toe en die schud ik vol overgave. Piet steekt nu glunderend zijn hoofd uit het dekhuis. Hij wist het natuurlijk al. Waarom hoort een kapitein dit soort nieuws toch altijd als laatste? Ik kan me er niet druk over maken. We gaan met zijn drieën naar de overkant.

Heilige planningTwee dagen daarvoor halen we in alle vroegte het anker op bij het schilderachtige Porto do Tarrafal op het groene eiland Sao Nicolau. We slalommen tussen de kleine houten vissers-bootjes en zetten koers naar het 45 mijl west-noordwestelijk gelegen eiland Sao Vicente. Aanvankelijk motorzeilen we in de luwte van de Monte Gordo. In het schuine ochtendlicht tekent de ruim 1300 meter hoge uitgedoofde vulkaanpiek zich nog indrukwekkend scherp af. Later op de dag gaat hij schuil in een dikke regenwolk. Door zijn hoge berg is Sao Nicolau een van de natste en dus ook vruchtbaarste eilanden van de Kaap-verdische archipel. Helaas hebben we geen tijd voor een bezoek aan de ongetwijfeld van tropisch fruit en groente uit-puilende markt van de midden op het eiland gelegen hoofd-stad Vila da Ribeira Brava. Eenmaal uit de windschaduw van de oude vulkaan worden we in de kraag gevat door de noordoostpassaat. Met 5 Beaufort is die perfect en onder vol tuig denderen we met acht knopen langs Raso, een klein rotseiland van nauwelijks drie vierkante kilometer en net 150 meter hoog. Het is een onbewoond natuurgebied. De speciale vergunning die voor een bezoek is vereist, hebben we niet. Dit eilandje en zijn buurman Branco zijn belangrijke nestplaatsen voor bijzondere vogels als de rood-gesnavelde keerkringvogel. En bovendien schijnt de Tarentola Gigas er te wonen. Zou het niet mooi zijn deze Kaapverdische reuzengekko in levende lijve te ontmoeten?

Ons schema dwingt ons verder. Jammer. Maar is dit niet het lot van iedere lange-afstandszeiler? Ver van tevoren plan je de reis. Je reserveert daarbij voor de verschillende bestemmingen een hoeveelheid tijd die gegeven de algehele tijdsplanning reëel lijkt. Eenmaal op pad en dichterbij komend verdiep je je meer in de pilots en reisgidsen. Maar de seizoenen zijn onver-biddelijk en de planning is heilig. Het dwingt je al die mooie dingen onaangeroerd links en rechts te laten liggen en je ver-trekt met het vaste voornemen nog eens terug te komen.

BeledigingZo vergaat het mij nu ook weer, realiseer ik me terwijl Branco, het volgende rotseiland, zijn opwachting maakt aan bakboord. Tijdens de stille nachtwachten vanaf Tenerife lees ik over de uit de Midden-Atlantische Rug opgeschoten tien grote en vier kleinere eilanden, sommige droog en heet, andere hoog en vochtig, met hun exotische natuur en prachtige ankerbaaien en met nog één actieve vulkaan. Deze eilandengroep blijkt een bestemming op zichzelf. Het is een belediging om er slechts een paar dagen aan te wippen, enkel om de sleur van een grote oceaanovertocht te breken. Maar daar staat tegenover dat ik er nu wel ben. Beter een glimp en een snelle kennisma-king dan helemaal niets, bedenk ik me terwijl het ruim 300 meter hoge Branco met zijn gigantische zandduinen ook alweer bijna voorbij is gegleden.

Verder stuiven we onder de zachte tropische zon, voortgebla-zen door de perfecte passaat, over vriendelijk golven. Santa Luzia glijdt langs en met zijn zeven mijl lange kustlijn duurt het nog een klein uur voordat we het bijna 400 meter hoge eiland zijn gepasseerd. In de achttiende eeuw woonden er boeren die een heldhaftige poging deden om het eiland te cultiveren. Door de bijkomende ontbossing droogde het eiland zo uit dat bewoning moest worden gestaakt. De verlaten nederzetting aan de zuidwestkust wordt nu door vissers gebruikt als tijdelijk schuilplaats bij slecht weer. Het eiland

91www.zEilEn.nl juli 2014 91

atlantische oceaanvaargebied

Aangekomen in Mindelo gaan

we meteen op verkenning

Mindelo heeft een kleurrijk straatbeeld.

Uitzicht op de marina vanaf de boulevard.

Tonijn op de vismarkt.

Op de vismarkt.

Havenbassin en marina van Mindelo.

atlantische oceaan

is het exclusieve domein van de destijds achtergelaten ezels, honden en geiten. Na Santa Luzia volgt het veel grotere, vaal bruin en dor ogende Sao Vicente. Zijn havenplaats Mindelo, onze bestemming, wordt nog onttrokken aan het zicht door de 774 meter hoge, optimistisch genaamde Monte Verde. Het in 1462 ontdekte eiland bleef lang onbewoond door gebrek aan vegetatie en waterbronnen. Pas in 1838 werd er een bunkerstation geves-tigd voor de stoomschepen en vlak daarna werd het eiland een knooppunt voor trans-Atlantische telegraafkabels. Ook tegen-woordig zou het eiland onbewoond zijn, op het aan de zuid-weste-lijke kust gelegen Mindelo na.

MindeloOp onze vorige ankerplek zijn we niet aan land gegaan. Dat zijn we nu wel van plan. Na ronding van het karakteristieke Pássaros eiland, een honderd meter hoge slanke rotskegel midden in de havenkom, en na een perfecte zeildag knopen we vast in de moderne Mindelo marina. Nieuwsgierig naar onze eerste en voorlopig enige Kaapverdische stad gaan we meteen op verkenning. Langs de baai strijden hardroze, oker-gele en mintgroene panden om onze aandacht. Daarvoor lig-gen witte, blauwe en groene houten visserssloepjes hoog op het strand getrokken. In de schaduw van de palmbomen prij-zen robuuste vrouwen met lovende woorden en gebaren naar de vis in de talrijke teilen die op het strand staan uitgestald. We slenteren langs het standbeeld van Diogo Alfonso, de vijf-tiende eeuwse ontdekker van het eiland. Verderop boeten

eens door. Vandaag is de laatste dag van november. Het orkaanseizoen is twee weken geleden officieel geëindigd. Het is nog vroeg voor de oversteek. Pas in januari staat de passaat echt betrouwbaar goed door, zo lezen we in de Atlantic Cros-sing Guide. Onze timing hangt, net zoals bij vele andere jach-ten, meer samen met de wens de kerstdagen thuis met ons gezin door te brengen.

GrootcirkelnavigatieEcht problemen verwachten we niet met de wind. We zullen pal west varen en met een wind die in ieder geval een overwe-gend oostelijke component zal hebben, moet dat geen pro-bleem zijn. Adriaan loopt naar binnen en rommelt wat voor het scherm met de elektronische kaart. Weer terug in de kuip zegt hij: “Ik begrijp het niet. We zitten net onder 17 graden Noord en St. Lucia ligt op 14 graden. Dus dat ligt net ten zui-den van pal west. Waarom geeft de gps dan 272 als peiling naar het waypoint?” Dat lijkt inderdaad niet logisch. We pak-ken de overzeiler erbij, verbinden Mindelo met St. Lucia en meten de kompashoek. Inderdaad: 268 graden. Maar dan valt het kwartje. Door de Mercatorprojectie lijkt het of we een rechte lijn varen als we braaf 268 als rechte koerslijn, de zogenaamde rhumb line, aanhouden. Dat doen we echter alleen op de tweedimensionale kaart. Op de driedimensionale aardbol zouden we dan evenwel een soort banaanvormige lijn beschrijven met de bolling naar het zuiden. We zouden in dat geval omvaren. Hadden we een globe en konden we Mindelo daarop met St. Lucia verbinden met een schoenveter, dan zou-

tanige mannen hun over het ruwe beton van een laad- en los-wal uitgespreide visnetten. Een uitgemergeld hondje scharrelt er overheen op zoek naar een hartig hapje. In de baai, ver bui-ten een legertje geankerde jachten, zwaaien roestige antieke kustvaarders loom achter hun anker. We wandelen verder langs een pand dat sterk doet denken aan het Lissabonse Torre de Belem. Het blijkt een voormalig doua-nedepot. Direct daarachter lopen we zo de vismarkt binnen. Flinke tonijnen worden daar gefileerd of in moten gehakt. Ook tal van andere vissoorten wisselen via gammele weegschalen en duistere onderhandelingen van eigenaar. Ze worden in grote plastic teilen op vrouwenhoofden in sierlijke pas afge-voerd. We versmaden de vis. We hebben zelf visgerei aan boord en zullen ons kostje wel bijeen hengelen. Op de verder-op gelegen grote overdekte groente- en fruitmarkt slaan we wel groot in. Beladen met papaja, pompelmoes, pompoen en zoete aardappel keren we terug aan boord.

We puffen uit en zetten de cd van Cesaria Evora op. Een opzwepende mengeling van Spaanse en Afrikaanse muziek, met een vleugje Portugese fado en de zwoele stem van de muzikale heldin van de Kaapverdische eilanden vullen de kuip. Haar tonnenronde gestalte en haar door diepe groeven, dikke wallen en loensende ogen getekende gezicht geven haar een karakteristiek voorkomen. “Niet wezenlijk anders dan veel andere vrouwen die we op de markten zagen”, mijmert Adriaan met een van spijt doortrokken stem. We genieten van de ondergaande zon en nemen de routering nog

Mindelo’s verlokkingen

Tot een aantal jaren geleden waren er op de Kaapverdische eilanden geen goede faciliteiten voor jach-

ten. Dit zal de voornaamste reden zijn dat bijna alle jachten de Canarische eilanden kozen als springplank voor hun grote oversteek. Die is ruwweg 2700 mijl. De Atlantische oversteek vanaf Sao Vicente is 700 mijl korter. De afstand van de Canarische eilanden naar Sao Vicente is een kleine 900 mijl. Voor veel jachten zal het interessant zijn de lange oversteek in twee stukken te breken, ook al moet daar 200 mijl extra voor worden gevaren. Met de opening van Mindelo marina op Sao Vicente is een grote sprong voor-waarts gezet. Reparaties aan zeil en tuig zijn nu mogelijk en ook motorische storin-gen kunnen worden aangepakt. Foerage-mogelijkheden zijn op wat verse waar na nog gelimiteerd. Mindelo trekt nu terecht de aandacht van individuele zeilers, maar ook van rallyor-ganisaties. Zo is het al enige jaren de uit-valsbasis voor de Rally des Iles du Soleil,

een zes maanden durende toertocht van La Rochelle via Madeira, de Canarische en Kaapverdische eilanden naar Zuid- Amerika waar onder meer de Amazone en Frans Guyana worden aangedaan. (www.lesilesdusoleil.eu)Sinds 2013 heeft Mindelo ook de aan-dacht van de World Cruising Club. Het organiseerde toen voor het eerst de ARC plus. De rallyvloot bestaat uit de jachten die niet meer mee konden doen aan de ‘echte’ Atlantic Rally for Cruisers (ARC). Daarvoor geldt een maximum van 250 jachten. De vloot van de ARC plus 2013 telde 42 jachten. (www.worldcruising.com). De Zeilen Atlantische Toertocht doet ook de Kaapverdische eilanden aan. De vloot begint eind oktober 2014 voor de derde keer in Lagos en zeilt dan langs de West-Afrikaanse kust naar de Kaapverdi-sche eilanden. Vertrek daar is begin december en een maand later eindigt de tocht in Suriname. (www.zeilen-atlantische-toertocht.nl)

9392 www.zEilEn.nl juli 2014 juli 2014 www.zEilEn.nl

vaargebied

Dat wat je zeker nodig hebt voor een overtocht.

den we de kortste afstand krijgen. Zou je de schoen-veter op de kaart overzet-ten dan zou dat een banaanvormige lijn ople-veren met de bolling naar het noorden. We zijn nu beland bij de alleen voor lange overste-ken relevante grootcirkel-navigatie. Piet heeft het door: “Dus dan moet de

gps-peiling naar het waypoint gedurende de overtocht steeds veranderen en langzaam van een tikje ten noorden van west, via west later naar iets ten zuiden van west draaien?” Dat moet inderdaad het geval zijn, concluderen we en we besluiten het in de gaten te houden.

Plots moet ik denken aan David Lewis. In 1960 deed hij op een acht meter lang bootje mee aan de eerste trans-Atlantische solozeilrace. Na een reeks van tegenslagen, waaronder ont-masting, eindigde hij als derde. Het boek over zijn ervaringen kreeg de veelzeggende titel The Ship would not travel due west. Onze passaat zal niet keurig uit het noordoosten waaien. Naarmate we verder westelijk komen, schijnt de passaat ooste-lijker te worden. Of onze discussie van zonet praktisch gezien van nut zal zijn, valt dan ook te betwijfelen. Als die regelmatig dwingt tot koerscorrectie, dan is zowel rhumb als grootcirkel varen enkel theorie, meer iets voor motorjachten. We zullen moeten zien wat haalbaar is en zoveel mogelijk west sturen.

ToepasselijKe naslagwerKen/piloTs

• Atlantic Islands, Anne Hammick/RCC Pilotage Foundation, Imray, Laurie, Norie & Wilson Ltd (5th Revised edition; december 2011), ISBN 9781846233364

• Grenada to the Virgin Islands, Jacques Patuelli/Imray, Laurie, Norie & Wilson Ltd (2nd edition, 2007), ISBN 9781846230110

• The Atlantic Crossing Guide, Jane Russell, Adlard Coles Nautical (6th edition, augustus 2010), ISBN 1408113805

• World Cruising Routes, Jimmy Cornell, McGraw Hill, ISBN 0070134065

WachtsysteemDe volgende dag zetten we net voor het vallen van de nacht zeil voor onze grote oversteek. We steken meteen twee riffen, want de wind giert tussen Sao Vicente en Santo Antao door. Na tien mijl belanden we aan de zuidzijde van dat eiland in de wind-schaduw. We schudden de riffen eruit terwijl Lady Ann op de motor de rimpelloze zee doorsnijdt. We bespreken het wachtsysteemen ik stel voor per etmaal vijf wachten te draaien: overdag tussen zes uur ’s ochtends en zes uur ’s avonds is er dan twee keer zes uur wacht en tijdens de nachtelijke uren volgt dan drie keer vier uur. Zo draaien we door het wachtsys-teem heen en hebben we elke derde dag dezelfde wacht. Het duurt wat langer voordat je eraan gewend bent, maar op zo’n lange tocht is het de moeite waard, besluiten we. Rond midder-nacht is het zo ver: de noordoostpassaat pakt Lady Ann bij haar lurven, de rodeomachine gaat aan en de motor kan uit.

Er volgen drie dagen met ideaal zeilweer. We rommelen regel-matig met de stand van de zeilen om de optimale invalshoek te combineren met de rustigste scheepsbewegingen. Dat valt niet altijd mee: de boom gaat erin, de genua verder uit, rifjes in het grootzeil zodat de genua meer wind vangt, genua naar de andere kant zodat de zeilen elk aan een eigen kant staan, oploeven voor meer stabiliteit... Wat we ook doen, Lady Ann wil inderdaad niet exact 272. Maar dat hindert niet. Ik heb nog een slordige 2000 pagina’s te gaan in Patrick o’Brians serie over de nautische avonturen van kapitein Jack Aubrey en zijn scheepsarts Stephen Maturin. Eén pagina per zeemijl, dan heb ik het uit als we aankomen. We genieten van de vliegende vissen, de keerkringvogels, de dolfijnen en vangen zelfs een panklare goudgele dorade. Prach-tige wolkenluchten met torenhoge mooi-weercumuli achtervol-gen ons. Door onzichtbare bliksem lichten ze ’s nachts spookachtig op. Het Zuiderkruis is nu goed zichtbaar, met het Valse Kuis daar bedrieglijk dicht naast. Aan de andere kant van het zwerk draait de Grote Beer trouw rond de Poolster. De wind blaast uit het boekje met vijf Beaufort uit het noord-oosten. De autopilot houdt Lady Ann keurig op koers en de generator vult op gezette tijden de accu’s. We zijn ingeslingerd en draaien in alle rust wacht. Uitkijken doen we plichtmatig, maar het levert geen vertier op. Op één zeil in de verte na tij-dens de eerste dag geen verdere tekenen van menselijke aan-wezigheid. Zeeën van tijd zowel tijdens als na de wacht. We koken, lezen en ouwehoeren ons een slag in de rondte. En zo zinken we in het heerlijke vacuüm tussen vertrek en aankomst.

Toch westNa 500 mijl zitten we tien mijl noord ten opzichte van de breedte van Mindelo. Dat valt mee. Lady Ann wil dus toch west, zij het licht zwalkend. De peiling naar het waypoint is ondertussen 271. Dat loopt gesmeerd. Niets lijkt een ontspan-nen overtocht nog in de weg te staan. Maar dan geeft de auto-pilot er plotsklaps de brui aan. Nog geen uur later weigert de generator. Verwoede pogingen ze weer nieuw leven in te blazen blijven vruchteloos. Langzaam dringt de grimmige realiteit door: met nog 1500 mijl te gaan heeft onze overtocht zojuist een dramatische wending genomen. •

Onderweg vangen we zelfs

een panklare goudgele dorade

94 juli 2014 www.zEilEn.nl

atlantische oceaanvaargebied